Yan het Italiaansch-öostenr(jksche
gevechtsterrein.
Op Zee
BINNENLAND.
UIT Q2TZE QMGEVIM.
blijkbaar in de meening hadden verkeerd,
dat hun mitrailleurvuur de stormcolonne had
vernietigd of teruggedreven, waren zoo ver
rast dat zij op de vlucht sloegen, de loopgraaf
verlieten en de borden in den steek lieten,
die snel gegrepen en in zegepraal naar de
lersche loopgraaf werden gebracht, tot innige
vreugde van het gansche bataljon.
De borden bevinden zich thans te Londen
en zullen daar officieel gefotografeerd wor
den, ter publicatie. Zij vertoonen verschei
dene kogelgaten en meer teekenen van de
mishandeling, welke zij ondergingen nog voor
de Munsters ze veroverden.
Vlammenstrijd in Frankrijk.
In de Petit Journal* geeft een Frar.sche
officier eene beschrijving van een vlammen-
gevecht in Frankrijk.
Hp en zijne manschappen lagen in de loop
graven waar te nemen, hoe die van den vijand
door de 75 mm. kanonnen der FraDSche bat
terpen onder vuur genomen werden. De gra
naten vielen zoo dicht bp de Fransche stel
lingen, dat zij dekking moesten zoeken tegen
de scherven, die in het rond vlogen. Tegen
bet vallen van den avond werden handgranaten
uitgedeeld en toen het signaal werd gegeven
stormden de mannen over de honderd meters
grond, die de beide stellingen scheidden en
drongen tot in de loopgraven van den vijand
door. Daar aangekomen wierpen zij hunne
handgranaten en aanvankeljjk werd hun aan
val niet beantwoord en leken er in de loop
graven slechts dooden te zijn.
Plotseling openden de Duitschers echter het
geweervuur. De Franschen wierpen nog meer
handgranaten en deden toen een bajonetaan-
val. Zjj stietten niet op weerstand tot zp de
verbindingsloopgraaf bereikten en toen ont
stond er een gevecht met handgranaten.
»Het leek alsof twee troepjes kinderen een
sneeuwbalgevecht hielden. Terwijl deze strijd
bezig was, riep een van korporaals mij. Hij had
een zeer belangwekkende ontdekking gedaan,
waardoor het mogelijk werd de bordjes te ver
hangen. Hij nam mij mede naar een soort bus,
die hij vóór de borstwering van de Duitsche
loopgraaf had gevonden. Ik herkende het als
een apparaat, dat de Duitschers gebruiken om
vlammende vloeistoffen mede te spuiten en
bestudeerde het mechanisme inderhaast bij het
licht van een zaklantaarn. Het was zeer een
voudig. Men behoefde slechts een pomp te be
wegen en het toestel was gereed om ons te
ontvangen, natuurlijk. Snel droegen wij het
helsche apparaat naar den mond van de loop
graaf, waarin onze kameraden streden. Sommi
gen van hen waren reeds gevallen en baadden
in hun bloed.
De duisternis kwam ons te hulp en wij stel
den het toestel op zonder gezien te worden.
Een vonk, en toen welk een schouwspel
Sissend spoot een groene en roode vlam als
een vurige slang naar voren en verspreidde
zich tot een enormen waaier van vlammen, die
de geheele loopgraaf vulden. Ik zal nooit die
snerpende kreten en dat heesche gegil verge
ten. Het klonk als de kreten der verdoemden.
Het vlammengordpn verraste de dertig Duit
schers, die dekking hadden gezocht achter een
slagboom van Spaansche ruiters en van daar
uit op'ons schoten. Zij werden door het vlam
mengordpn overvallen zonder te kunnen vluch
ten. Zij trachtten uit hun schuilplaats te
kruipen, maar hunne ledematen waren met
brandwonden overdekt, zoodat zij die niet ge
bruiken konden en hunne oogen waren verblind.
Na een vergeefsche poging vielen zij neer om
niet weer op te staan. De strijd was in ons
bezit afgeloopen, de vijand met zijn eigen wapen
verslagen. De loopgraaf was in ons bezit en
in den loop van den nacht versterkten wij
onze nieuwe stelling.
WEENEN, 18 Mei. (Wolff.) OfficieelOp
het front in de kuststreek en in Karinthië is
de werkzaamheid der artillerie meestentijds
door nevel belemmerd.
Ten Z.O. van Monfalcone is een poging der
Italianen om hun onlangs verloren stelling bij
Basni te hernemen, verijdeld.
In het gebied van den Col di Lana zijn
verscheidene vijandelijke aanvallen mislukt.
In Zuid-Tirol hebben onze troepen tusschen
Astack en Lanialdi (AstieoLeno-dal) den
grensrug Maggio bezet en na het Lain-dal
overgetrokken te zjjn, ten Z.O. van Platzen
(Piaoza) den Costa Bella genomen. Ten zuiden
van Moscheri hebben wij op den Zugno Torta
verscheidene vijandelijke tegenaanvallen afge
slagen.
Gisteren hebben wij nog 900 gevangenen
gemaakt, o w. 12 officieren de buit bedraagt
18 kanonnen en 18 machinegeweren.
In de Italiaansche stafberichten van 16 en
17 dezer wordt beweerd dat onze verliezen
in deze gevechten reusachtig zijn geweest. Deze
bewering, die den indruk van den terugtocht
moet verzwakken, is een verzinsel. De verliezen
van een tegenstander kan men slechts schatten,
als men meester van het slagveld blijtt en de
Italianen zijn dat niet. Wij kunnen integen
deel verklaren, dat onze verliezen buitengewoon
gering zijn.
ROME, 18 Mei. (Reuter.) (Officieel). In
het Damello-gebied hebben onze troepen een
rijken buit behaald aan wapens, munitie en
krijgsmateriaal, door den vijand achtergelaten
in de Topete- en Fargorida-passen.
In den loop van den 17eu hebben onze
Alpenjagers een vermeestering van den Noor
delijken kam van den Fargorida tot in het
gebied van Mattarott bij de bronnen van de
Sarca voortgezet.
In het Ledro-dal heeft de vijand, na een
hevig artillerievuur gedurende den nacht van
16 op 17 dezer, bij het krieken van den dag
onze stellingen op de hellingen van den Monte
Pari aangevallen, doch is met gevoelige ver
liezen afgeslagen.
In het Lagarina-dal heeft de vijand giste
ren de beschieting van onze stelling op den
Zugna Torta met behulp van talrijke zware
batterpen hervat en daarna nog vijf verwoede
aanvallen gedaan, die telkenmale met bloedige
verliezen werden gekeerd.
In de streek tusschen het Terragnolo-dal
en de boven-Astico is de vijand onze voor
naamste weerstandslinie onafgebroken blijven
beschieten. Wij hebben de gebruikelijke af
leidende aanvallen in het San Pellegrino-dal,
het Marmolato gebiek, het Fedaia-dal (boven-
Avisio) en aan de boven-Cordevole afgeslagen.
Aan de Isonzo matig wederzijdseh geschut
vuur.
In het vak van Monfalcone hebben onze
troepen door een schitterenden tegenaanval
een loopgraafgedeelte hernomen, dat in een
gevecht van 15 dezer aan den vijand was
gebleven.
Oe duikboot- en mijnoorlog.
LONDEN, 18 Mei. (Reuter.) Het Engelsche
stoomschip Max Research is in de Noordzee
gezonken. Van de bemanning is één gedood,
twee gewond de overigen zijn gered.
BERLIJN, 18 iviei. (Wolff.) Gistermiddag
zijn nog twee Duitsche stoomschepen door
een duikboot, waarschijnlijk een Russische, ter
hoogte van het Landsort-vuurschip in den
grond geboord.
De Kolga is 's middags om vijf uur op reis
van Hamburg naar Stockholm, 20 minuten
Z Z O. van het Landsort-vuurschip, door een
duikboot met granaatvuur beschoten. Twee
der bemanning zijn daardoor licht gewond.
Vervolgens i3 het s.s. getorpedeerd en dadelijk
gezonken. 13 leden der bemanning zijn door
het Zweedsche s.s. Södra Sverige gered. De
kapitein, de tweede stuurman en twee leden der
bemanning worden vermist.
Om 6 uur 20 's namiddags is het Duitsche
s s. Bianca op dezelfde plaats eveneens be
schoten. Twee man zijn licht gewond. Het
stoomschip is daarop getorpedeerd en in 20
minuten gezonken. De kapiteip is gevangen
genomen, de bemanning door de Södra Sveridge
opgenomen en vanochtend vroeg te Stockholm
aangekomen.
Dagens Nyheter deelt mede, dat het s.s.
Hera gisterochtend om negen uur ongeveer
25 minuten ten Z.Z.W. van het Landsort-
vuurschip door een Russische duikboot is
getorpedeerd. Da bemanning kreeg bevel binnen
10 minuten bet schip te verlaten. De Hera is
in 20 minuten gezonken.
LONDEN, 18 Mei. (Reuter) Volgens een
Lloyds-beiicht is het Fransche stoomschip
Mira gezonken.
NEW-YORK, 18 Mei. (Reuter.) De bladen
bevatten het volgende telegram uit Washington:
Naar Lansing heden heeft meegedeeld zal de
regiering der Yer. Staten Duitschland's wenk,
verzat in BernstofFs laatste nota, om kapiteins
van koopvaarders te waarschuwen, duikbooten
die hen seinen te stoppen, niet te naderen, niet
opvolgen.
In antwoord op een vraag heeft Lansing
gezegd dat hij nooit had gehoord van koop
vaarder^ die in volle zee op een duikboot
toestoomen, vóór de Duitsche nota, die het
geval van de Bandoeng vermeldde, zijn aan
dacht vestigde op de aantijging dat Britsche
koopvaardere dat pachten te doen. Lansing
had nooit geloof geslagen aan Duitsche be
richten, waarin een dergeljjke wijze van doen
aan Britsche koopvaarders werd toegeschreven.
Do Batavier V vergaan.
Bij de firma W. H. Muller Co. te Rot
terdam is Woensdagnamiddag uit Great Yar
mouth telegrafisch bericht ontvangen, dat het
stoomschip Batavier V, dat op weg was van
Londen naar Rotterdam, is vergaan.
Omtrent het ongeval aan dit vaartuig der
tusschen Rotterdam en Londen varende lijn
overkomen, seinde de Londensche correspon
dent van het »Hand." Woensdagavond
De bemanning en de passagiers van de
«Batavier V" zjjn te Londen aangekomen.
De meesten vertrokken gisterenoebtend met
de Batavier IV" weder naar Rotterdam.
Het schip met een bemanning van 28 kop-
peu en acht passagiers aan boord (drie Ame
rikanen, twee Russen en drie Nederlanders),
was Dinsdagochtend vertrokken. Omstreeks
11 uur 30 stiet het aan bakboordzijde op een
mijn. Onmiddelijk daarna volgde een zware
ontploffing en het schip helde over naar stuur
boord. Het was getroffen bij de machineka
mer.
De ontploffing was buitengewoon hevig,
een groote massa water vloog op het dek,
een gedeelte van het dek werd verbrijzeld en
eveneens een paar booten en de hut van den
Marconist.
Deze had nog juist den tijd om het dek te
bereiken.
De passagiers, die allen op het dek stonden
begaven zich in de booten. Sommigen gelukte
dit onmiddellijk, maar eenigen van hen en
van de bemanning kwamen in het water te
recht. De zee was echter kalm. Sommigen
bereikten zwemmende de booten, anderen wer
den opgepikt, o a de stewardess, de eenige
vrouw, die aan boord was.
De Nederlandsche passagiers waren J. de
Jong van Gouda, Jacobus Cohen van Nijme
gen en Alfred Schram van De tt.
De Nederlanders vertelden mij, dat één
hunner met den Amerikaanschen passagier,
Mancini, een ingenieur uit New-York, een
lijn hadden vastgehouden, toen de achtersteven
van het schip reeds onder water was geweest
en het voorste gedeelte omhoog stak uit het
water. De Nederlander liet de lijn los en
zwom naar de boot, maar de Amerikaan bleef
de lijn vasthouden en ging naar beneden met
het schip, dat ongeveer 25 minuten nadat het
schip op de mijn gestooten was, was verdwenen.
De kapitein was ook in het water gevallen,
maar werd opgepikt.
Door de ontploffing waren de tweede en
derde machinist in de machinekamer gedood
en eveneens een hofmeester. De eerste ma
chinist werd gewond aan de lippen. Een
stoker had wonden aan het hoofd en een been.
Toen hij te Londen aankwam, werd hij aan
het station verbonden en in een taxi naar
het bureau van de Batavier gereden.
Nadat de menschen ongeveer een uur in
drie booten hadden rondgedreven, werden allen
opgepikt door een Engelschen trawler en te
Yarmouth geland. Twee der booten van de
Batavier" werden naar Yarmouth gesleept.
Een der Russische passagiers was gedurende
den oorlog eenmaal op een schip geweest,
waarop geschoten was, later op een schip,
dat in de Middellandsche Zee getorpedeerd
was en nu weder op een vaartuig, dat op
een mijn was geloopen.
Allen waren bij aankomst te Londen wel
gemoed.
Het schip had een groote lading levens
middelen aan boord voor de Amerikaanscbe
Commissie voor ondersteuning van België, en
vooral veel rijst.
De vier vermisten van de «Batavier V"
zijn J. Mast, tweede machinist, Rotterdam
C. de Bruyn, derde machinist, Schiedam C.
de Ridder, hofmeestersbediende, en bovenbe
doelde passagier.
De «Batavier V" was een schip van 1500
ton. Er liep op haar naar de Telegr. ver
nam, een verzekering, welke telkens na drie
maanden hernieuwd moest worden. De te
genwoordige polis zou op 21 Mei a. s. at-
loopen. De verzekering was gedeeltelijk in
Engeland, gedeeltelijk in Nederland gesloten.
De lading bestond volgens de N. R. Ct.
uit ongeveer 7500 balen rijst, een partij koffie
en stukgoed, benevens 14 kisten goud, elke
kist inhoudende £5000, totaal dus voor ƒ840.000.
Dit goud was hoogstwaarschijnlijk voor de
Nederlandsch-Indische Bank bestemd.
De Koningin tusschen de
militairen.
Nadat de Koningin Donderdag te Oosterhout
(N.-Been inspectie over de troepen had
gehouden, vertrok H. M. naar Geertruidenberg.
Des avonds te Oosterhout teruggekeerd, bracht
H. M. een bezoek aan een der lagere scholen,
alwaar een huisvlijttentoonstelling was geor
ganiseerd van voorwerpen door militairen
vervaardigd.
Zij begaf zich daarna naar den tuin van
de sociëteit »De Eendracht*, waar een con
cert werd gegeven door de stafmuziek van
het 7e reg. infanterie. Tot den tuin hadden
alle militairen vrijen toegangde geheele
tuin was nagenoeg gevuld.
H. M. gebruikte de thee, en liet de offi
cieren, kapelmeester van den staf en de kor
poraal-kapelmeester van het moblisatie korps
aan zich voorstellen. Zij begaf zich daarna in
den tuin, waar zij zich letterlijk een weg
moest bannen door de vele militairen, waarvan
zjj verscheidene toesprak.
Te ongeveer half tien keerde H. M. naar
Geertruidenberg terug. (Maasbode.)
Op de mooie wegen, die van alle richtin
gen naar de Molenheide voeren, bewoog zich
's morgens een tallooze menigte, die getuige
wilde zijn van het bezoek van de Koningin
aan de troepen van het veldleger. Bij de «Vijf
Eiken* te paard gestegen, kwam H. M. on
geveer om halftien op de Molenheide nabij
Gilze aan en hield een inspectie over de troepen.
Onder luid gejuich verliet H. M. de Molen
heide, om over Geertruidenberg weer naar
Den Haag terug te keeren.
De ouderdomswet.
De Tweede Kamer heeft Donderdag met
51 tegen 34 stemmen de Ouderdomswet aange
nomen.
Zilverbons.
In verband met de nog steeds zeer sterke
vraag naar ruilmiddelen van klein bedrag, heeft
de regeering besloten opnieuw over te gaan
tot de uitgifte van zilverbons van 1.
Deze bons, welk dezer dagen in omloop
zullen gebracht worden, zijn bruin van kleur
en dragen als watermerk de woordeneen
gulden.
Landstorm.
De Minister van Oorlog heeft den burge
meesters verzocht het daarheen te willen leiden,
dat de inschrijving van de Landstormlichting
1910 (de in 1890 geborenen) vóór 1 Juni a. s.
haar beslag zal kunnen krijgen. De kenring
dezer lichting zal vermoedelijk in Aug. plaats
hebben.
De Tubantia.
(Offiicieel.) Departement v. Marine. De be
sprekingen van den kapitein-luitenant ter zee
Canters te Berlijn betreffende de oorzaak van
den ondergang van het Nederlandsche stoom
schip «Tubantia* hebben niet tot een afdoend
resultaat geleid.
Na onderzoek van eenige metaalstukken,
welke in de sloepen der «Tubantia* waren
gevonden, heeft de Duitsche admiraliteit erkend,
dat deze afkomstig waren van een Duitssche
torpedo, welke tot de bewapening van een
Duitsche onderzeeboot behoorde.
De commandant dier boot heelt verklaard, dat
deze torpedo niet op 16 Maart tegen de «Tu
bantia*, maar reeds op 6 Maart tegen een
Britsch oorlogsvaartuig is gelanceerd, doch
haar doel heeft gemist.
De Nederlandsche regeering zal stappen
doen om op een dieper gaand onderzoek aan
te dringen, ten einde volledige klaarheid in
het gebeurde met de «Tubantia* te brengen.
De onlusten te Soerabaja.
WELTEVREDEN, 16 Mei. (Part. Tel.)
De troebelen onder de zeeliedeD te Soerabaja
zijn geëindigd. Alle deserteurs zijn terugge
keerd 21 van hen zullen voor den krijgsraad
worden gebracht wegens pleging van sabotage
en het opzetten tot insubordinatie. Ernstige
gevallen van sabotage werden gemeld van
schepelingen, die touwen doorsneden en red
dingbooten en zoeklichten vernielden. Ver
scheidene deserteurs zullen naar Nederland
teruggestuurd worden.
Woensdagmorgen overleed in onze stad
een man, wiens dood bij allen, die hem gekend
hebben, een diepen indruk zal maken.
Het is de heer A. Kok, oud-huofd der school
te Othene, die ruim 30 jaar zijne beste krachten
aan het openbaar onderwijs heeft geschonken.
Toen meer dan 34 jaar geleden de openbare
school te Othene werd gebouwd, kwam de
heer Kok aan net hoofd en wist door zjjn ij ver
en toewijding net onderwijs bjj ouders en
autoriteiten een' goeden naam te bezorgen.
Veel heeft hij gewerkt. Jongens met zekere'
begaafdheden trachtte hij vooruit te helpen.
Zijn eenige belooning was de voldoening, als
ze later slaagden.
Voor velen was hij vooral de eerste jaren
de onmisbare vraagbaak.
Zijn naam had een goeden klank.
Stond hij eerst alleen voor zijne zware taak,
later kwam er eene leerkracht bij en de tijd
was nabij, dat het personeel uit drie personen
had bestaan.
Zoover kwam het niet, omdat ook hier ge
beurde, wat we op zoovele plaatsen in ons
vaderland zien.
Ondanks den gunstigen naam der onder
wijsinrichting en de voorbeeldige tucht, die
er heerschte, deed ook hier het bjjzonder
onderwijs zijne intrede en al ging het moeilijk,
het benoodigde aantal leerlingen te krijgen,
er werd zoo lang gewerkt, tot de bijzondere
school er was.
Wie zal zeggen, hoeveel smart dit den werk-
zamen man heeft bezorgd
Bij zijn 25jarig jubileum werd hij hartelijk
door leerlingen, oud-leerlingen en ouders ge
huldigd.