Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Seu goede taai Nieuw* Vondst. De geéswet aangenomen. Gerust ei» toch niet gerust. No. 2654. Woensdag 1 Maart 1916. 27e Jaargang. AQENT VAN POLITIE, ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter NeuzeD. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere, No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 sent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken Vi Ofrisda g - en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. Te TER NEUZEN is te vervullen de be trekking van aan welke betrekking verbonden is eene jaar wedde van f 525,met zes tweejaarlijksche verkoogingeu van f 25, een§ jaarlij ksche toe lage voor kleeding van flo,en eene toelage in eens voor eerste uitrusting van f 15,—. Sollicitanten, niet ouder dan 30 jaar en lang minstens 1,70 M. kunnen hunne eigen handig op zegel geschreven verzoekschriften inzenden aan den Burgemeester vóói* 10 Maart I9i6. In het verzoekschrift moeten ook worden vermeld naam en voornamen (voluit), datum van geboorte, tegenwoordige en vroegere woonplaatsen en betrekkingen en burgerlijke staat van den sollicitant. De aanstelling geschiedt voor 1 jaar en zij die met administratieve werkzaamheden hekend zijn genieten de voorkeur. Bij gebleken geschiktheid volgt een defini tieve benoeming Voor de sollicitanten -zal de Burgemeester op de gemeente-secretarie te spreken zijn Maandag den 6 Maart I9!6 van IO tot 12 uur des voormiddags. Ter Neuzen, 23 Februari 1916. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZINGA. Het N. v. d. D. wijst er op, dat men niet in de eerste plaats moet trachten pro-Duitsch of pro geallieerd te zijn, maar dat het onze eerste plicht is pro-Nederlander te zijn. Wie zich het geval met de Katwijk herin nert en nu pas met de Artemis zal' het met ons eens zijn, dat deze raad niet te onpas komt. Bij bet geval met de Katwijk ging bij som migen de voorliefde voor den Öostelijken huur man zoover, dat men zelfs de eigen landge- nooten zou gaan verdenken eu wie het stuk van Valter in de Toekomst (het tijdens den oorlog opgerichte pro-Duitsche blad) heeft gelezen, zal merken, dat deze nog erger te keer ging. Deze ging maar dadelijk aannemen, dat de be manning van dat Nederlandscke schip de orders van de Duitsche commandanten niet goed na gekomen was en ging zelfs zoover, dat hij reeds bij voorbaat op strenge bestraffing van den Nederlandschen gezagvoerder aandrong, iets, wat niet te pas kwam, zelfs al had deze de orders verkeerd begrepen. Nadien is gebleken dat de Nederlandsche kapitein volkomen de bevelen had opgevolgd, hoewel de Artemis toch getorpedeerd werd. Zoo'n stuk als van Valter in een blad, dat door Nederlanders wordt geredigeerd en uit gegeven, is inderdaad afschuwelijk. De raad van het N. v. d. D. is werkelijk niet te onpas Er zijn op het oogenblik van die Neder landers, die den naam van dit volk, fier op zijne vrijheid, niet verdienen Jarenlang is ons door »De Standaard« voorgepreekt, dat de benoeming van een bur gemeester in overeenstemming moest zijn met de gezindheid van de meerderheid van den Ra#d. Vandaar de razzia onder het mimste- rie-Kuyper, met name in Zuid-Holland, en Heemskerk ging denzelfden weg uitja, die gaf zelfs nog een flinken kop op de maat. Zoo b.v. in Delft, waar hij een steilen anti revolutionair benoemde, niettegenstaande de meerderheid van den Raad Links was. Cort van der Linden, die met zijne bur gemeestersbenoemingen van die buitengewo«e onpartijdigheid is, die uit den aard der zaak de tegenpartij ten goede komt, volgt ook het systeem om den burgemeester te benoemen in overeenstemming met de gezindheid van de meerdeiheid van den Raad Men - zou dus verwachten, dat »De Staandaard« daarover bijzonder in haar nopjes zou zijn, maar neen, nu is er een nieuwe vondst Nu krijgen wij het volgende te hooren »Ten plattelande staat 't veelszins zoo, dat de heereu er niet zelden liberaal zijn, ook al is de bevolking Cnristelijk gezind. Dit maakt dan, dat men in den Raad veelal die heeren kiest. Voor het ambt van raadslid hebben deze beter tijd en meer kennis. Vandaar dat in, tal van anti-revolutionaire dorpjes de Raad voor e°n groot deel bezet is met liberale heeren. En dit nu leidde er dan onder een liberaal kabinet, o, zoo dikwijls toe, dat men zei Ozeer zeker, de burgemeester moet een man in den geest der inwoners zijn. Maar om te weten hoe die geest is, moeten we vragen wie heeft in den Raad de meer derheid, de Liberale of de Anti-revolutionaire groep Dan heet 't naar de meerderheid te gaan, en toch is het de minderheid, die, wijl ze liberaal i3, haar zin krijgt. Mogen wij «De Standaard' er aan herin neren, dat zij steeds heeft gestreden voor de benoeming van den burgemeester door den Baad.-' erder houden wij ons aanbevolen voor de opgave van, al was het maar een dozijn, anti-revolutionnaire dorpjes met libe rale raden wij kunnen ze op de kaart niet vinden, schrijft De Vaderlander. Met de stemmen van alle antirevolutionai ren en drie Roomsch-Katholieken tegen heeft de 1 weede Kamer de Eedswet aangenomen. Men ziet hieruit nu wederom, hoe weinig waarheid de bekering bevat, dat de drie ge- coaliseerde partijen het in het godsdienstig shibboleth eens zijn. Wie heeft nagegaan, hoe de Standaard tegen dit ontwerp en zijn voorganger heeft tekeer gegaan, hoe bet schering en inslag was, dat de Christelijke beginselen werden «ondermijnd*, dat «we nu aanlanden bij het fatale punt, waar bet precies om te doen was of er een God bestaat of niet«, dat een «toegeven hier zou ingaan tegen de eer Gods«, dat »het hier geldt een in vollen zin heilige overtuiging' en meer dergelijke phrasen, wie dan opmerkt, hoe kalm de heer de Savornin Lohman en zijn partijgënooten en bijna alle Katholieken stemmen vóór de Eedswet, dien zal het nu toch wel heel duidelijk zijn, dat het gelijk aan onze zijde was, toen wij be weerden, dat het Leugen is, als men van Rechts durft zeggen, dat de Christelijke le vensbeschouwingen uit één en denzelfden'wortel ontspruiten Politieke leiders mogen trachten dat praalje nog ingang te doen vinden bij de goedge lovigen, ook dezen zullen de oogen toch wel éénmaal opengaan. De Standaard is er blijkens den aanhef van een driestar, vrij gerust op, dat Apeldoorn Dinsdag aan Sn'oeck Henkemans komt. Maar tochhet kon wel eens zoo loopen, dat er anti-revolutionairen thuis bleven. Waarom vraagt ge. Wel, omdat ze bet nu weer opeischen van het district door de Christelijk-Historischen onbillijk vinden. Wat scheelt het, zouden wij vragen, of het nu een Ohristelijk-Historisch of een anti-revo lutionair is, die Apeldoorn vertegenwoordigt. Het is toch' volgens eigen zeggen uit één beginsel. Maar evenwel.... de praktijk leert anders. Van Ede is het bekend. Aan Hilversum behoeven we niet te herin neren. In Leiden is het ook al geen pays en vreê. Ommen gaf evenmin zuivere koffie en nu is het Apeldoorn. Straks volgen andere, tot heel de Anti-re- volutionaire-Christelijk-Historische rommelpot uit elkander springt en de broederen elkander weer politiek te lijf gaan. DE OORLOG. De algemeene toestand. De strijd om Verdun duurt voort, maar thans blijkbaar voorloopig met minder succes voor de Duitsche aanvallers. Vrijdagmiddag slaagden de Duitschers er in zich meester te maken van het fort Douamont, maar sedert kon nog niet de val van een tweede fort worden gemeld, terwijl integendeel van Fransche zijde met kracüt de tegenaanval tegen dat fort werd ingezet, een tegenaanval die nog niet tot herovering van de verloren positie leidde, maar waarbij volgens het Fransche legerbericht, toch de Fransche troepen reeds terzijde van het fort weder wisten vooruit te dringen, zoodat volgens deze Fransche voorstelling het fort Douaumont thans een saiiiiant zou vormen, waar de Bran denburgers, die in storm het fort wisten te nemen, zich nu in een zeer benarde positie zouden bevinden, lntusschen echter zouden de Duitschers van hun zijde, zoo meldt het Duitsche legerbericht ten westen van Douau mont, vlak aan de Maas, voortgaan met hun vorderingen en zouden zij Champneuville (dat ze Vrijdag bij vergissing reeds als veroverd vermeldden) hebben bezet, terwijl er iets naar het zuidoosten in de richting van Bras, waar de Maas een groote bocht maakt, de strijd nog wordt voortgezet. Er zijn, bij aandachtige lezing van de weder- zijdsche iegerberichten verschillende tegenstrij digheden te constateeren, maar men mag hier aan niet te veel waarde hechten nu immers de strijd voortduurt en dus het wisselend krijgsgeluk die tegenstrijdigheden volkomen verklaart. Zülk een tegenstrijdigheid is bijv. wat gezegd wordt, omtrent den Talonheuvel. Het Fransche legerbericht van gisternamiddag zegt dat geen berichten zijn ingekomen om trent een nieuwen aanval der Duitschers op den 1 alon-heuvel. Het Duitsche legerbericht, eveneens van gisternamiddag zegt echter, dat de Cote de lalon door de Duitsche troepen is genomen, maar in het Fransche avondcom muniqué heet het, dat de vijand den Talonheu vel niet meer bezet houdt, daar die heuvel door de er tegenover opgestelde artillerie on houdbaar was gemaakt. Terwijl dus het Fransche middagbericht nog niets meldde van een vijandelijke bezetting van den heuvel, ver telt het avondcommuniqué alreeds, dat de vijand er weer verdreven is. Deze kleine episode bewijst hoezeer de strijd heen en weer golft en welke verande ringen in enkele uren tijds op het strijdtoo- neel plaats hebben. Met dit voorbeeld voor oogen is het zeker het verstandigst op een ontleding der wederzijdsehe communiqués niet nader in te gaan, maar zich te bepalen tot deze algemeene samenvatting, dat naar allen schijn de i ranschen voldoende reserves naar voren hebben gebracht om het voorloopige succes der Duitschers tot staan te brengen. Zoo is ook de opvatting in Frankrijk en Engeland, maar intusschen ontkent men hier toch ook niet den ernst van den toestand, en blijft men rekening houden met de moge lijkheid van den val van Verdun. Natuur lijk zegt men dat niet ronduit, maar dat de vrees bestaat, blijkt hieruit, dat men zoo als bijv. de militaire medewerker van de Temps* reeds begint de beteekenis van Verdun van minder belang voor te stellen. Zoo moet het publiek op de mogelijkheid van den val worden voorbereid en moet getracht worden den moreelen indruk van dezen mogelijken tegenslag bij voorbaat te verzwakken. Intusschen dringen de Duitschers ook voort ten zuidoosten van Verdun in de vlakte van Woevre, waar de Fransche liniën zijn teruggenomen tot den voet der Cötes Lor- raines. Volgens de Fransche voorstelling ge schiedde dit zonder strijd, maar alleen om strategische overwegingen. Dat is natuurlijk mogelijk, maar dat zulke strategische over wegingen noodig waren, is toch in elk geval een tegenslag voor de Franschen, hoezeer ze nu ook wellicht in een voor de verdediging gunstiger positie mogen komen. Het is natuurlijk niet te betwijfelen, dat de Duitsche staf, die dit geweldige offensief voorbereidde, rekening heeft gehouden met deD te verwachten hevigen tegenstand van de 1' ranschen, die van een doorbraak in dezen hoek, waardoor de Fransche legers langs de ogezen en langs de noordgrens zouden wor den gescheiden, het ergste hadden te vreezen. Onmogelijk is het dus niet, dat men, indien het Duitsche succes bij Verdun tot staan mocht komen, gebruik makend van de om standigheid dat hier groote Fransche reserves zyn saamgetrokken, elders aan het front een nieuw offensief inzet, in de hoop, daai het succes te behalen, dat in den geweldig ver sterkten Lotharingschen hoek niet is te ver krijgen. Maar generaal Joffre, die ook die mogelijkheid kent, zal zeker daartegen zijn maatregelen hebben genomen en de vraag is dus nu maar, wie van beide partijen over de meeste reserves in mannen en materiaal beschikt. Afwachten blijft dus de boodschap. Dat echter de Duitschers op het door hen gewil de oogenblik, dit geweldige offensief hebben kunnen nemen en zoo hun tegenstanders, wier offensief nog slechts voortdurend in staat van aankondiging was, voorkwamen bewjjst wel de dwaasheid van de voorstelling, die men in de geallieerde pers omtrent de Duitsche positie gaf, waar steeds toespelingen werden gemaakt op de uitputting der Duitsche legers, zoowel wat mannen als materiaal betreft. Na negentien maanden van oorlog is Duitschland nog altijd militair een zeer te duchten vijand en de poging om in het westen den af'mat- tenden positieoorlog weder in het stadium van den bewegingsoorlog te brengen toont, dat die militaire kracht nog volstrekt niet gebro ken is. Terwijl wij dus mogelijk uit militair oog punt beslissende gebeurtenissen op het wes telijk front tegemoet gaan, is op het zuid oostelijk oorlogstooneel een beslissing zij het voor het verloop van den oorlog ook slechts een secundaire beslissing gevallen. Durazzo is door de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen bezet en Albanië is geheet en al door de geallieerden ontruimd. Daarmede is de verwachting van sommigen, dat de Italianen door Albanië heen aan de actie tegen de cen trale bondgenooten zouden gaan deelemen, volkomen te niet gedaan. Italië heeft zich er toe bepaald, de Serviërs, Montenegrynen en de Albaneesche vrienden, van Albanië weg te halen. En Albanië behoort nu dus voort aan ook tot de streken, waarover men bij de vredesonderhandelingen wel eens zal spreken. Op den Balkan hebben de geallieerden dus V

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 1