Van het Oostelijk oorlogstooneel.
Od het Zuidoostelijk oorlogstooneel
UIT QÏTZE OMGEVING.
De Watersnood.
door de Duitschers 13; de Engelschen hiidden
daarvoor echter 138 machines gebruikt en de
Duitschers slechts 20.
Het aantal Engelsche aeroplanes, dat over
de Duitsche loopgraven vloog, bedroeg 1227,
het aantal Duitsche, dat over de Engelsche
heentrok, 310.
lennant wees er met nadruk op, dat de
meeste gevechten achter de Duitsche linies
werden geleverd en dat de Duitsche machi
nes, wanneer zij getroffen waren ten gevolge
van de ieerschende westewinden naar hare
linies terug vliegen konden. Daarom was het
niet mogelijk een juiste opgaaf van de ver
liezen te doen.
Wanneer in de legerberichten vermeld werd,
dat vijandelijke machines genoodzaakt werden
te landen, was daarmede gemeend, dat zij
gedaald waren, zonder dat men had kunnen
controleeren in welken toestand.
De vijand heeft vermoedelijk veel verliezen
geleden, van welke de Engelsche officieren,
die zeer nauwgezet zjjn in hunne rapporten,
geen melding konden maken, omdat zij er niet
zeker van waren.
Een luchtaanval op Kent.
LONDEN, 23 Jan. (Reuter.) Het Pers
bureau berichtGebruik makend van het
heldere maanlicht heeft een vijandelijke aero
plane dezen ochtend te één uur een bezoek
gebracht aan de oostkust van Kent. Na snel
achtereenvolgens negen bommen te hebben
geworpen, vloog zij weder naar zee terug.
Er is geen schade toegebracht aan gebouwen
voor leger en vloot, maar wel aan particulier
eigendom. Een brandbom veroorzaakte een
brand, die te twee uur in den ochtend ge-
bluscht was. Twee mannen werden gedood,
een vrouw en drie kinderen licht gewond.
LONDEN, 23 JaD. (Reuter) Het ministerie
yan oorlog bericht, dat heden kort na 12 uur
's middags wederom twee hydroplanes een
aanval hebben gedaan op de oostkust van
Kent. De aanvallers werden hevig beschoten
en verdwenen, vervolgd door vliegtuigen van
leger en vloot.
Er werd geen schade aangericht en even
min iemand getroffen.
Kommandatur en de beenhouwer (slachter)
kreeg 300 Mark boete voor vervalsching van
eetwaren. Ja, ja, ze straffen maar. Ze zijn
meesters. Y. H was in Nederland geweest'en
ie keerde weere. De Duitschers zaten in 'zen
huis. En ie heeft van Pontius naar Pdatus
moeten loopen om een kamertje en een keu
kentje voor hem en zen vrouwe te krijgen,
't Was een zeepfabrieke, maar de Duitschers
hadden al de zeepe weggedaan, le had zilVer-
werk in den grond gedolven en een beetje
wijn... en 'twas al gestolen. De vent is plat
geruïneerd. f
De weduwe L. kwam ook van Nederland
weere... Ze mocht in haar huis nog (zelfs)
met komen zien. Ze zijn meester, 'r Stonden
daar huizen aan de Tassche nog niet heel
opgebouwd. De Duitschers hebben de binnen
muren ingestuikt en van al de huizen een
grooten peerdenstal gemaakt.
En is er nog eten
Ba ja, 'tGenoeg.
Worden er velen geholpen
Stijf (zeer) vele 'k Heb nog
gehad, maar k heb ook niets gevraagd,
leefden stillekens voort en we zaaiden
njiets
We
naar
er zijn er vele, die alzoo
De Belgische regeering
opgelicht.
In 1914 kwamen, naar de Daily Chronicle»
mededeelt, drie Belgen naar Engeland, waar
zij met een gemeenschappelijk kapitaal van
1600 eene maatschappij voor het maken van
automobielen, de Army Motor Lorries and
Wagon Co. Ltd., oprichten. Zij wisten van de
Belgische regeering bestellingen ten bedrage
van 750,000 en eene storting van 174,000
al3 waarborg voor goede betaling te krijgen.
Gok de Engelsche regeering gaf hun bestel
lingen, zoodat zij voor meer dan een millioen
pond sterling aan automobielen te leveren had
den. In plaats van die bestellingen uit te voeren,
namen zij 130,000 van de waarborgsom op
en deelden die met elkaar. Daar ontvluchting
echter niet mogelijk was, werden zij gearre°-
steerd en naar alais gestuurd, waar zij in
handen der Belgische autoriteiten zijn gesteld.
Uit Rousselaire losgelaten burgers,
Op weg naar Amerika
't Oud raoederke vertelt.
Vijf-en-twintig tot dertig zaten er in de
wachtzaal, een man de anderen vrouwen en
kinderen, pas uit Rousselaire in België geko
men en nu op reis naar Amerika.
Gij ook nog vroeg ik aan een moederke,
dat zeker de 65 voorbij was.
-- Bah, ja! En 'k ga geerne. 'k Heb er
twee zoons wonen en ze hadden zoo dringend
gevraagd, dat ik komen zou... Maar 'k heb
ook nog een jongen in 't kamp hier.
Soldaat V
Ja, geïnterneerd, 'k Heb hem een dépê
che gezonden, dat ie naar Rotterdam moet
komen, om me te bezoeken. Zou ie mogen,
wat peins je
Wel ja, ie zal mogen...
k Zou hem toch nog zoo geerne eens zien
voor ik vertrek. Peins 'ne keer. 't is nu acht
tien maanden, dat ie weg is. Ja, 'k ga geerne
naar Amerika, 'tis zoo triestig te Rousse
laire. 't Is hier toch goed brood.Met smaak
at ze de witte boterhammen. Triestig te Rous
selaire. Ga je achter vleesch of melk of klap
je met een beetje verder met een gebuur, sef
fens een schildwacht of een soldaat om je
»Schein«.allob, een paspoort.Zie ik stak
dat papierke altijd hier in men kleed met een
toespeld (veiligheidsspeld) en alzoo vergat ik
t nooit Want als je 't vergeet, je zijt ge-
gestraft. Maar meneere, en plots keek 'ze als
verschrikt rond.
Mag ik hier vrij spreken
Al zeggen wat je wilt.
Ha, 'tis goed... Te Rousselaire niet,
wi-je (hoor). Ze straffen zoo geerne, de Duits
mans. V. A. verkoopt worste en een soldaat
kwam er een halen.d$ Duitsman eten zoo
geerne worste.en 't moest wel lukken, er
zat juste een stroo in. Ie droeg ze naar de
den zak En
doen.
Maar de Duitschers hen ook geen weefde.
Passeerde (verleden) weke, kwam er een sol
daat van zijn »Urlaub« (verlof) weere En
als ie in zen kwartier was ie smeet hem met
zen hoofd op tafel en begost te schreemen
als een kind. Ge raakt aan die menschen
gewend. Zoo ze vroegen hem waarom ie toch
zoo danig schreemdeEn 't was om zen
wijf en kinderen.
Kein Essen in Deutschland, vertelde ie.
Voor de rijken nog wel, maar de kleene men-
schen hen armoe. En te Rousselaire zijn ze
ook veranderd. Wel in 'tbegin, Jezus Maria
toch, lijk ze toen met 't vleesch leefden
Ze brachten er zoo veel in sommige huizen,
dat de burgers meeaten en 't nog onder elkander
verkochten.
Maar nu worden de soldaten van de keuken
en de beenhouwerij afgetast, of ze niet mee
doen. En 't bloed van de geslagen (geslachte)
beesten vergaren ze voor bloedworste te maken,
t Is de weelde niet meer Ze hebben er
te vele mee gemooscht (verspild) in 't begin.
Ja, 't is triestig te Rousselaire. En al die
uitgebrande (in brand gestoken) huizen
En op de parochies (dorpen) in 't ronde.
Yperen is er ook verre aan hel
Heele gansch.
De Duitsmans zeggen, dat er nog vele
van rechte staat, maar de Engelschman de
reste omver re schiet, om »Schutzegrabe« te
maken. Zoo de Duitsman heeft 't zelf heele
gansch platgeleid f En wonen er nog men
schen 8
Niemand meer....
En wij, die tegen peren wonen, weten
daar niets van.
Maar al dien kant mogen we niet gaan. En
nog, 'tis moeilijk om uit de steê te geraken.
•Je moet een goede reden hebben.
En heb je lang moeten wachten op ie
paspoort V
Vijf wekenEerst waren ze dul (kwaad),
dat we met zoo velen achter (om) een pas
poort kwamen, nAar we hèn het toch gehad.
En nu zijn we weg. En 'k ben tevreden. Wat
gaat er met Rousselaire nog gebeuren 'k Were
van dat eerste bombardement te spreken. Zeg
eens meneere. Ze gaan toch zeker ons «chip
met in den grond schieten.
We stelden 't oudje gerust.
't Is zoo 'n aardige (rare) tijd Wat
zitten ze met één of honderd levens in. Ja
wat gaat er te Rousselaire voorvallen
YV ie kan dat zeggen
Maar de Duitsman gaat toch niet winnen.
Dat mag algelijk niet gebeuren... Maar ie
is sterk Toch ziet ie vele af. Nog alle
dagen komen er gekwetsten te Rousselaire.
Och, Heere. 't Seminarie ligt altijd vol't Is
van 't groot geschütze van d' Engelen (Engel
sehen) zeggen de Duitschers. 'd Engelsman
heeft zen scheepsgeschut mee En 't kerk
hof och, Heere, er is geen plekke meer voor
de burgers, en de Duitsman heeft een nieuw.
Zoo vertelde 't oudje van 't eentonige, 't
triestige leven ginds, nabij 't front.
t Moederke was nog levenslustig en op
gewekt en dadelijk herkende ik in haar dat
wonderbaar West-Vlaamsch karakter 'tr is
geen gelatenheid 't is de wil, alle moei
lijkheden te overwinnen, zich opgewekt door
alles heen te worstelen en over 't onvermij
delijke niet te zuchten en te jammeren
En blijf je achter (Da) den oorloge ook
in Amerika 't
Wie kan dat zeggen Als de anderen
weerekeeren, 'k ga ook mee
In Nederland verblijvende Rousselaarnaars
vergaderden zich om 't gezelschap en een le
vendig gesprek ontspon zich, een gesprek c?ver
de eens zoo drukke stad, nu 't soldatenkamp
Rousselaire in 1914 reeds zoo geweldig ge
bombardeerd en thans machteloos wachtend
op t lot, dat de oorlog het nog brengen kan,
Insubordinatie onder Duitschers.
Belangstelling voor brieven. Hardhandig
onderwijs. Voor de oorlogskas.
De correspondent van De Telegraaf* aan
de grens schrijft d.d. 20 Januari
Op klaarlichten dag zijn zeven onderofficie
ren van^ t front, geboeid te Gent binnenge
voerd Ze hadden gehoorzaamheid geweigerd.
Tegelijkertijd hadden te Gent in 't Seminarie
opstootjes plaatssoldaten vochten er met
Feldwebels. Twee van deze laatste moesten
naar t hospitaal gebracht worden.
Onlangs hadden we 't over een vrouw, die
brieven in Nederland kwam halen en deze
aan de Duitsche overheid gaf.
Welnu, ook een man houdt zich met dit
laffe werkje bezig. Om geen vermoeden te
wekken, mag hjj zoogenaamd in 't geheim
over de grens sluipen. Hij verzameld dan
de brieven voor Belgische soldatenfamilies en
brengt die bij de Duitschers, welke ze onder
zoeken. Sommigen mogen aan de adressen
besteld worden. De kerel, die voor een ver
trouwd koerier doorgaat, belooft antwoord te
halen Hij doet dit ook, maar geeft de brieven
aan de Duitschers af, die aldus een inzicht
krijgen in de meeningen van veel burgers en
gelegenheid vinden de immer welkome boete
te heffen.
Aan zulke practjjken staat 't Belgische volk
bloot en dan komt men ons lofredenen
houden over 't ordelijk bestuur.
Orde.... Ja er moet orde zjjn. Dat hebben
twee Duitsche militairen een Vlaamschen
voerman geleerd, die met een zwaar geladen
wagen van Gent naar Eecloo reed, niet gauw
genoeg voor een militairen auto kon uitwij
ken, zoodat u, majesteitschennis de
tuf-tuf stoppen moest. De heertjes leerden
den burger »ordung«, door hem een paar
klappen toe te dienen.
Ordung muss sein maar ook geld moet
er zijn. Voorbeelden genoeg. Laat me met
nog een staaltje volstaan. Een inwoner van
Nevele bij Gent had patrijzen gejaagd en dat
mocht niet. Hij wilde een paar diertjes aan
een vriend te Gent zenden en pakte ze in een
platte kist, die met den voerman meegegeven
werd. De Duitschers ontdekten bij onderzoek
van den wagen de verboden waar 25 mark
boete voor den voerman en 50 voor den af
zenderSamen weer al 75 voor de bodem-
looze oorlogskas. Alles kleine staaltjes hoe
Duitschland t kleine België uitzuigt.
Na de aanhouding van het personeel van
de tram Eecloo Watervliet—een geval dat
nog altijd in behandeling is is de contróle
op de trams weer zeer streng geworden.
Terreur hier, terreur daar meest in stilte
werkend, maar waaraan men telkens weer
wordt herinnerd door een somber plakkaat
van »fusilleering«.
BERLIJN, 24 Jan. (W. B.) Officieel be
richt uit het groote hoofdkwartier
Ten N. van Dunaburg werd dodf onze ar
tillerie een Russische spoorwegtrein in brand
geschoten.
WEENEN, 24 Jan. (W. B) Officieel. Op
het Russische oorlogstooneel niets nieuws.
Een aanslag op een «rein.
PETROGRAD, 24 Jan (Reuters bijz. dienst.)
De vrijwilligers, die den schitterenden aanval
hebben gedaan op den trein, waren op hel
derlichten dag tot bij den trein van Libau
naar Romney gekomen, hadden den schildwacht
gedood en den weg over een afstand van 10
M beschadigd. Een der vrijwilligers, die zich
had gestoken in de jas van den gedooden
Duitschen schildwacht, gaf aan den naderende
trein het sein »veilig«en daarop kwam de mi
litaire trein aanrijden met het gevolg, dat
honderden om het leven kwamen.
De slag bij Toporoutz.
Uit Tsjernowitsj wordt aan het »Berl.Tagbl.«
geseind, dat de slag bij Toporoutz nog steeds
voortduurt, maar sedert drie dagen aan het
afnemen is. De Russen hebben Vrijdag en
Zaterdag hun hevige aanvallen hervat, omdat
ze nieuwe versterkingen hadden gekregen.
De ver'iezen der Russen bij de jongste ge
vechten zijn veel grooter dan tot dusver werd
gedacht. Volgens betrouwbare berichten is de
divisie uit Jekaterinalof volkomen vernietigd.
Deze had ten taak langs den boschrand van
van Torporoutz buiten de flank der Oosten
rijkers te komen, kwam daardoor echter te
recht in de zóne van de Oostenrijksche zware
artillerie en in het vernietigende vuur van de
Hondved-infanterie, die ten slotte met het
blanke wapen de gelederen der Russen deci
meerde. Onder de gevangenen van devisie be
vonden, zich ook Turkmenen.
BERLIJN, 24 Jan. (W. B Officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier
Een op Griekschen bodem opgestegen vijan-U
del ijk vliegereskader wierp bommen op Mo'nas-
tir. Verschillende inwoners werden sedood
of gewond.
Bommen op Monastir geworpen.
SA LONIK1, 23 Jan. (Reuter.j Een eskader
van 45 Franscbe vliegtuigen wierp bommen
op Monastirde kazernes, de spoorweg en de
ammunitie-depóts werden ernstig beschadigd.
Skoetari genomen.
WEENEN, 24 Jan. (W. B.) Volgens offi-
cieele berichten bezetten de Oostenrjjksch-Hon-
gaarsche troepen gisteravond Skoetari. De
bervjsche bezetting trok zonder gevecht af.
De Oostenrjjbsche troepen rukten gister
avond Niksjitsj. Danilowgrad, en Podgoritz*
binnen.
De ontwapening van het land wordt zonder
tegenstand voortgezet.
SALON1KI, 23 Jan. (Reuter.) Na Bereat
genomen te hebben rukken de Oostenrijkers
op naar Durazzo, de Bulgaren naar Valona.
Verklaringen van een
Montenegrijnsch kolonel.
PARIJS, 24 Jan. (Reuter part.) Ludovic
Naudiau seint uit St. Petersburg verklaringen
over van den Montenegrijnsche kolonel Popo-
wits Lopowats, waarvan het Journal uittrek- i
seis opneemt. De kolonel spreekt tegen dat
het Montenegrijnsche leger 35,000 man telde,
dat 30,000 Serviërs deelnamen aan de ver- i
dediging van den Lowsten en dat er een
groote hoeveelheid zwaar geschut door de
Franschen was aangevoerd. Slechts 5800
Montenegrijnen hielden den Lowtsen bezet
Er waren niet anders dan 4 oude Russische
kanonnen op, zonder projectielen, voorts 12
stukken, later van Italië gekocht en 6 oude
kanonnen.
Montenegro kreeg geen enkele hulp. Zelfs
van den kant van AntDari koD het door de
Oostenrijksche vloot worden gebombardeerd
en zijn schepen met levensmiddelen werden in
den grond geboord. Zes Oostenrijksche kruisers
konden den Lowtsen bombarJeeren. Wij konden
niet meer op hulp rekenen, zegt de kolonel.
Een achtste deel van onze burgelijke bevol
king stierf den hongerdood. Wjj hadden nog
slechts 23 veldkanonnen met 38 projectielen
per stuk.
Onze geweren waren bedorven. Wij hadden
slechts 100 patronen per geweer. Onze man
nen waren zonder schoeisel, zonder kleeren
zonder voedsel. Van de 70,000 man, die wij
op den voet brachten, zijn ons slechts 15,000
ongelukkige uitgehongerdert gebleven, vech
tende in een verhouding van 1 tegen 20.
De kolonel zegt ten slotte dat er geen
schande in ware geweest, indien de 10 tot
15,000 ongelukkigen zich hadden overgegeven,
maar, voegt hjj er aan toe, »wat er ook
gebeure, in het voorjaar zal men ons opnieuw
ontmoetten.*
Te Stoppeldijk is Zaterdag bij eenvou
dige candidaatstelling tot lid van' den ge
meenteraad gekozen de heer E. Staal—Borm,
ter vervanging van den heer V. Boeding.
De opgave van het aantal koeien uit
de overstroomde streken dat door de Zeeuwsche
landbouwers kau worden gestald tot den wei-
detijd, is gestegen tot 2000, waaronder alleen
uit Walcheren 500.
Koninklijk bezoek.
Omtrent het bezoek, door Hi M. de Konin
gin Maandag aan Nijkerk gebracht, meldt het
Hhld., dat H. M., na de begroeting door de
autoriteiten, jin de raadzaal kwam, waar drie
door den watersnood geteisterde gezinnen
vereenigd waren. Ook de veldwachters, die
zich bijzonder moedig bjj het reddingswerk
gedragen hebben, bevonden [zich in de zaal.
Op eenvoudige, hartelijke wjjze onderhield
H. M. zich met verschillende personen en
liet zich deBbyzonderheden aangaande de ramp,
vertellen, de ramp, die alleen wat de gemeente
Nijkerk betreft, een verlies van f 80,000 aan
vee berekent.
Terwijl de Koningin op het stadhuis ver
toefde, had zich daarbuiten een talrijke
menigte verzameld, die de vorstin, toen'zg
haar auto besteeg om een bezoek aan de sluis
te brengen, een allerharteljjkste ovatie bereidde.
In gezelschap van den commissaris en den
burgemeester werd de tocht naar de groote
Zmderzeesluizen aanvaard. Daar aangekomen
beklom H M den deerlijk gehavenden dijk
en gat den wensch te kennen de groote door
braak in den Arkenheenspolder die 250 meter
breed en 80 meter diep is, nader in oogen-
schouw te nemen.
In gezelschap van den dijkgraaf, den heer
J. van Elfrinkhof, en de beide heemraden, de
i
t,