Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
GEMEENTERAAD.
Belasling op hol honden van liüïïdüïï
Van het Westelijk oorlogstooneei.
No. 2526.
Woensdag 25 November 1914.
25e Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen tyj alle
Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
V an 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant réi-schijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmo-gen bij den Uiteer M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis, dat het suppletoir kohier van
de belasting op het houden van Honden in deze
gemeente voor 1914 in afschrift gedurende vijf
maanden op de secretarie der gemeente, voor een
ieder ter lezing is nedergelegd.
Ter Neuzen, 23 November 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris
DE OORLOG.
1500 Duiftschers verdronken.
PARIJS, 22 Nov. (Reuter, Part.) Een te
Parijs aangekomen gewonde soldaat vertelt,
dat ten oosten van Dixmuiden een Duitsche
afdeeling van 1500 man in den avond van
den 18den geheel afgesneden werd door de
onderwaterzetting van het land Bij het aan
breken van den morgen trachtten eenige sol
daten zwemmende te ontsnappen, doch zij
werden door de troepen der bondgenooten ge
dood. 1 oen het water aanhoudend rees en de
strook land, waarop de Duitschers een toe
vlucht hadden gezocht, steeds smaller werd,
beval de bevelhebber van de Fransche troepen
omstreeks den middag een pontonbrug te
bouwen om de overlevenden te hulp te komen.
Het was echter te laathet kleine eiland
verdween in den vloed. Toen de Franschen
naderbij kwamen, dreven honderden lijken in
het rond. Slechts veertig mannen werden
gered.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
PARIJS, 23 Nov. (Reuter.) Het communi
qué van hedennamiddag drie uur luidt:
Gisteren richtte de vijand een hevig artil
lerievuur op Yperen, Soissons en Rheims. Te
A peren ontstond brand in den toren van de
Kathedraal, de hallen en in vele huizen.
Wij sloegen hevige aanvallen in het Ar-
gonnerwoud af.
BERLIJN, 23 Nov. (Wolff.) Officieel. Uit
het groote hoofdkwartier wordt d.d. 23 Nov.
voormiddag door het opperste legerbestuur
gemeld
De gevechten bij Nieuwpoort en Yperen
duren voort. Een klein Engelsch eskader, dat
tweemaal de kust naderde, werd door onze
artillerie verdreven. Het vuur der Engelsche
marine-artillerie bleef zonder resultaat.
In het Argonnewoud winnen wij langzaam
terrein. De eene loopgraaf na de andere en
het eene steunpunt na het andere wordt den
Franschen ontnomen. Dagelijks wordt een aan
tal soldaten krijgsgevangen gemaakt.
Een verkenning, waaraan groote Fransche
troepenmachten deelnamen, tegen onze posities
ten Oosten van de Moezel werd door een tegen
aanval verhinderd.
De strijd bij Dixmuiden.
De oorlogscorrespondent van »De Tijd» seint
aan zijn blad het volgende:
Als men van Sluis met de tram tot Draai-
burg gaat, vandaar naar Schoondjjke en
verder naar IJzendijke en men loopt dan nog
een 15 K.M. door de moerassen en modder
poelen onder den Braakman tot Sas van Gent,
waar men. de trein nemen kan tot Gent, ter
wijl de afstand Gent -Brugge, gedeeltelijk per
trein, gedeeltelijk per voet wordt afgelegd.
dan kan men met eenig gevaar nog bij Brugge
en met brutaliteit zelfs in Brugge komen.
Maar als Belg komt men er dan ook niet
meer uitDe posten n.L, die den toegang tot
Brugge bezet houden, laten niemand de stad
verlaten, zelfs al heeft bij een zak vol pas
poorten, tenzij hij jonger dan 16 ol ouder dan
4o jaar is. Toen ik Brugge weer verlaten wilde,
stuurde men mij dan ook terug met de bood
schap, dat ik tusschen 16 en 45 jaar was,
hetgeen ik spontaan erkennen moest. Na een
herhaald bezoek aan den commandant echter
kreeg ik een briefje mee, dat ik weliswaar den
gevaarlijken leeftijd bereikt had, maar niette
min als Nederlander kon worden doorgelaten.
De soldaten, die nu in Brugge zijn, hebben
bijna allen de laatste gevechten aan de Yser,
de verdere verbreiding der inundatie en het
gure sneeuw-en stormweer meegemaakt. Ver-
sche troepen zijn hun plaatsen komen inne
men en zij mogen enkele dagen gaan uitrus
ten.
Een soldaat met een intelligent uiterlijk
stond voor het »Feldpost» kantoor op wacht.
Zijn kleeren waren nog dik beslijkt en de ver
moeienis lag hem op het gelaat. Voortdurend
bracht hij de hand voor den mond om een
hollen, diepen hoest te smoren. Ik drentelde
wat op en neer, trachtende een middeltje te
vinden, om zonder argwaan te wekken een
praatje met hem te maken.
Eindelijk loop ik in flinken pas met een
nuchter gezicht op den hoofdingang van het
postkantoor af en vlak vóór hem gekomen,
roept hij me een »halt» toe en steekt den
arm uit.
Wat wilt u
Een brief verzenden
Een brief? Waarheen?»
Naar m'n familie in Holland. Ik ben
Hollander.»
Ah, dat gaat toch nietalleen brieven
van Duitsche soldaten worden verzonden. En
ook dat gaat nog niet gemakkelijk 't duurt
tenminste lang.»
t Spijt me, want men zal zich in Hol
land wel ongerust over me maken.
Ja, vriend, bij ons in Duitschland is dat
nog erger. Voortdurend zijn we in gevechten,
waar zoovele kameraden blijven en de familie
leeft steeds in angstige spanning. Maar velen
zullen geen brieven meer ontvangen, want 't
gaat wreed, wreed.
Is de strijd zóó bloedig?»
Bloedig Neen, moorddadig Gisteren
pas ben ik met mijn compagnie uit Dix
muiden hier teruggekomen, maar ach, hoe wei
nigen nog. Zondagavond moesten we met on
bekende bestemming optrekken in Noordelijke
richting. W e lagen in onze loopgraven achter
Dixmuiden.
Achter Dixmuiden Ik dacht, dat uw
troepen er al in waren.»
Dat zijn ze ook, maar van het plaatsje
staat niet veel meer en de bezetting is vol-
stiekt niet rustig, daar de Engelschen nug vlak
achter bet stadje liggen, aan de andere zijde
van de Yser. Vorige week Vrijdag hadden'we
in het plaatsje een paar batterijen in stelling
weten te brengen, maar nauw waren wij Za
terdagmorgen begonnen met vuren, of de'stuk-
ken werden met de bediening door de vijande
lijke artillerie vernietigd. Slechts infanterie is
ei nu gelegerd in een soort loopgraven, waar
voor van het puin der huizen borstweringen
zijn opgeworpen.
Zouden uw kameraden zich in Dixmui
den handhaven, denkt ge
Waarschijnlijk wel, want toen de Engel
schen en Belgen Dixmuiden de laatste maal
hadden moeten ontruimen, zijn ze door hun
eigen inundatie genoodzaakt geworden tot aan
de andere zijde van de Yser terug te trekken,
loch worden we ook in Dixmuiden nog be
stookt door de Engelschen, die even ten zui-
den van Dixmuiden zich nog op den rechter
oever hebben weteu te handhaven.
I oen wij Zondagavond dus vanuit onze loop
graven achter Dixmuiden optrokken in noor
delijke richting, waren wij versterkt door ca
valerie, bij elkaar wel 2000 man sterk. Na
twee uur marcheeren in hevige koude en wind
sloegen we weer links af, de richting van de
liniën in. Weldra kwamen we honderden onzer
mannen tegen, die allen in de richting Leke en
en Uortemarch vertrokken.
Ze waren doornat. De meesten waren ziek.
Dagen lang hadden ze onder het guurste weer
in de loopgraven gelegen onder voortdurende
stortregens en een vijandelijk artillerievuur, dat
niet beantwoord kon worden, daar onze kanon
nen door den drassigen bodem te veel naar ach
teren gebracht moesten worden.
Het gezicht van die van koude rillende
mannen met hun natte kleederen in den don
keren guren nacht zal ik nooit vergeten. Door
de voortdurende regens van de laatste dagen
hadden onze vijanden de inundatie op dit ter
rein weer verder kunnen uitbreiden en door
allerlei greppels en geulen was het water lang
zaam de loopgraven ingekomen.
Onderwijl vlogen vijandelijke bommen in de
lucht, die boven onze liniën uiteenspatten en
een helsch licht verspreiden. Het water dwong
hen eindelijk de loopgraven te verlaten, waar
ze zooveel dagen reeds hadden doorgebracht,
maai nauw hadden ze zich op weg begeven of
met verbluffende juistheid vielen de granaten
onder hen.
1 hans moesten wij hun plaatsen gaan inne
men. Niet echter zonder de grootste moeite,
want terwijl onze kameraden hun posities ver
laten hadden, was het den vijand, begunstigd
door de duisternis, met een ongekende verme
telheid gelukt in vlotten over te steken en tot
vlak voor ODze vroegere loopgraven positie te
nemen.
Deze overtocht heeft ons verrast entoen we
stil in de half met water gevulde loopgraven
wilden afdalen, trof ons van dichtbij een uioord-
dadig geweervuur, dat vele van onze soldaten
vallen deed en neerstorten in de waterpoelen,
die eens loopgraven waren. Ofschoon we on
middellijk het vuren op het onbekende beant
woordden, werden er zeker een 200 man van de
onzen gedood, zonder dat we merken konden
of de vijand ook door ons vuur leed. Plotseling
hoorden we een hoorn achter ons schallen eu
het geklots van paardepooten in het drassige
terrein.
Het was de cavalerie, die met ons was uit
getrokken en ons te hulp kwam. De paarden
huilden en snoven en den adem bliezen ze als
heeten stoom uit de neusgaten. In dolle vaart
renden ze door de opening, die we gemaakt
hadden, over de loopgraven heen, waar velen
echter op de glibberige kanten verongelukten.
De woeste draf werd voortgezet tot de plaats,
waar de vijanden geland moesten zijn, doch
werd plots afgebroken door het ratelend ge
tik van mitrailleurs, welk scherp ratelend
geluid reeds voor zoovelen den dood beteeken-
de. Wij hoorden nog de uitroepen onzer ka
meraden en zien het geflikker der korte sabels
onzer cavaleristen. Maar steeds ook knetteren
de machinegeweren en het sabelgeflikker
wordt minder.
blecbts een zwakke uitroep onzer cavaleris
ten bereikt ons nog slechts, het is een kreet
om hulp. Van de zijde, waar onze kapitein
stond, hoor ik een Voorwaarts en dit woord
plant zich door den mond der feldwebels langs
de rijen voort, »Bajonet!« Met gebogen hoof
den en de bajonet vooruit, rukten we vooit,
alle hinderpalen trotseerend, onze kameraden
ter hulp.
Ik val in een loopgraaf, waarin ik me ern
stig bezeer en slechts met moeite me uit het
water redden kan. Mijn kameraden echter zijn
naar voren gekomen. Thans is er niemand
meer over van onze heele cavalerie-afdeeling,
maar ook geen vijand is gespaard gebleven.
Ze waren een tweehonderd man sterk, maar
van ons zjjn er veel meer gevallen. De drie
mitrailleurs, die we veroverden, zijn te duur
betaald.»
Met geen woord had ik het verhaal van
dezen soldaat willen onderbreken, waarmee hij
bljjkbaar r'n gemoed heeft gelucht. Dof leunde
hij tenminste tijdens het verhaal tegen den
muur en zweeg een poosje na het beëindigen.
Dan richtte hij zich weer glimlachend overeind
en zeide: »AIs ge nu weer in Holland komt,
kunt ge tenminste ook over den oorlog praten».
Uit West-Vlaanderen.
SLUIS, 22 Nov. (Telegraaf.)
Uit Duitschland meldt men, dat er in Vlaan
deren een heftiger aangrijpen zal plaats vin
den. De winter maakt den huidigen stelling
oorlog niet langer mogelijk. Wegens den vorst
kan men geen nieuwe loopgraven maken. De
troepen snakken naar een stormaanval, een
echten veldslag. Verschillende gebeurtenissen
wijzen inderdaad op verandering. Vooral leg ik
den nadruk op de belangrijke troepenbewegin
gen in Vlaanderen. Duizenden mannen trok
ken uit de richting Thielt naar het.front Ype-
ren Dixmuiden. Er is ook cavalerie en ge
schut bij. Groote stoeten automobielen snor
den over de wegen naar 't strijdterrein. Te
Brugge werden voor gisteren 10.000 Kg. vleesch
geëischt, ook ten dienste van nieuwe troepen.
De belangrijke requisites wijn te Knoeke—
Heyst zullen ook wel niet alleen bestemd zijn
voor de gedunde corpsen hier in het Noorden,
gedund, omdat de jongere mannen naar 't front
werden gestuurd. Achter de strijdlijn is een
verdedigingslinie gemaakt Zoo staat het ge
schut opgesteld op den grooten weg Brugge
Kort rijk bij 't gehucht Desnep, 10 K.M. ten
Noorden van Rousselaere, ruim 5 K.M. ten
Zuiden van 1 hielt. Ook is een keurbende
pioniers aangekomen om maatregelen te ne
men in 't overstroomde gebied, dat zich nu ook
langs 't Ypersche kanaal uitstrekt tot bij Bix-
schooten en Noord-Oostwaarts van Dixmuiden.
Zoo heeft men ook in Vlaanderen den indruk,
dat er verandering zal komen in den eindeloo-
zen slag. De Duitschers eischen in vele plaat
sen matrassen en dekeus. In de boschrijke
streek tusscben Rousaelaere en Dixmuiden
vlammen nu groote houtvuren. Veel oude,
kloeke boomen worder. neergehakt, hoornen
van t bekende Vrybosch, van 't Leembosch en
van 't woud van Houtlust, want het wintert
fel in Vlaanderen. De vorst houdt aan. Een
guie wind vaart over de vlakten en heuvelen,
t Heeft er meer gesneeuwd dan in het Noor
den, t Wordt ondragelijk in de loopgraven en
op de wachtposten. In de steden groote kara
vanen mannen, vrouwen en kinderen, die om
voedsel vragen. Ook heerscht er een nijpend
gebrek aan brandstof.
De vliegloodsen, eerst voor Knesselaere be
stemd, worden nu te Meirelbeke bij Gent ge
bouwd.
Een rangeerder van 't station te Brussel,
die vluchtte, omdat hij voor de Duitschers
met meer wilde werken, verzekerde mij, dat
de Duitschers wel degelijk veel lijken naar 't
Oosten aanvoeren. Van Yperen komen de ge
sloten wagens te Brussel aan. Toen door den
schok een dier wagens open brak, zag men
ontkleede lijken, vier aan vier gebonden, de
treinen moesten naar Seraiug, waar in de
remachtige fabriek van Cocquerill, een inrich
ting tot verbranding zou zijn.
Uit Brussel wordt aan Duitsche bladen ge
seind, dat de betrekkingen tusschen koning
Albert en de Engelsche regeering zeer gespan
nen zijn. Ik kan u verzekeren, dat daarvan
geen spiake is. Die betrekkingen zijn zoo
goed, als ze maar kunnen wezen. De Duit
schers beweren verder, dat de Belgen ontevre-
den zouden wezen, omdat ze aan d<? Yser wei«
TER NElIZEISd VOLKSBLAD.
Do Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
Donderdag den 26 November 1914, des voormiddags
ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 26 November 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.