Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Ccl«HHig it de Pers. JOHANNES Kamer m Koophandel en Fabrieken, No. 2511. Zaterdag 3 October 1914. 25 e Jaargang FEUILLETON. „Johannes! johannes gij bier?" Gemeenteraad van Ter Neuzen. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Intere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter N e n t a n Bekendmaking. VERKIEZING M. G. A. BLANKERS, R DROST. II. W. R. KRAMER, A. C. LENSEN, De lezer zal zich herinneren, hoe enkele weken, voor de wereldkrijg uitbrak, een voor naam Engelsch marine-specialiteit, de Engel- sche admiraal Percy Scott, als zijn meening uitsprak, dat de Dreadnoughts en andere oorlogsmonsters niets zouden vermogen tegen de onderzeeërs. De vreeselijke ondergang van de drie gepantserde Engelsche kruisers in de Noordzee heeft dezen marine-specialiteit wel treffend in het gelijk gesteld. Eén enkele Duitsche duikboot heeft met een paar goed gerichte schoten in een paar uur tijds drie schepen, elk op zichzelf grooter en zwaarder dan het grootste schip van de Nederlandsche marine, vernietigd. Daarmede is duidelijk in het licht gesteld, dat voor een verdedigings- krijg de Dreadnoughts hun waarde grootendeels verliezen. Het opmerkelijke is, dat de Duitsche onder zeeër mijlen ver van zijn basis aanvallend is opgetreden en ongedeerd van zijn vernieti gingswerk is teruggekeerd. Deze feiten zullen ongetwijfeld een groote kentering brengen in de meening van velen, wat de verdediging ter zee betreft. Voor de kleine staten ligt in de opgedane ervaring een aanwijzing. Hadden de ultra-militairisten en de Onze-Vloot- propagandisten ten onzent hun zin gekregen, dan waren reeds een 150 of 200 millioen in den Oceaan gewoipen voor den bouw van Nederlandsche Dreadnoughts. Wij kunnen ons slechts gelukkig prijzen, dat dit niet is gebeurd. De minister van Marine zal er thans wellicht toe komen zijn aange kondigde vlootwet op te bergen in het archief bjj, de verongelukte schuit van minister Wentholt 4) Nog hevig blozemle zag zy hem na, ging toem weder naar den tuin terug, naar de oude plek en begon, op den groDd geknield, viooltjes te plukken. „God zegene u, tbuida," sprak een welbe kende stem achter baar. Met een zachten uitroep was zjj overeind. „Ja, tbuida, ik kon het niet langer uit houden van verlangen naar mijn moeder, en naar Welkom, „johannes zeide zjj hartelijk en stak hem beide handen toe. „Ik had u byna niet herkend met dien zwaren baard." „Ik u ook niet, tbuida Hij zag haar vol bewondering In het lieve gelaat, terwijl jHl de oogen neersloeg. „Kom, laat ons de paden langs wandelen, tbuida," vroeg hy ten laatste, „langs den muur." Langzaam gingen zij naast elkandergeen van heiden sprak een woord. „Weet gij nog, truida, dat gij my de De «Haagsche Courant* schrijft over het gebruik, dat de oorlogvoerende natiën elk op haar beurt, van den godsdienst maken, het volgende Reeds meermalen is de opmerking gemaakt dat in eiken oorlog de beide oorlogvoerende partijen God bidden om de zegepraal, die toch slechts aan één van beide kan ten deel vallen* In dezen oorlog treft het nog sterker, hoe elk der oorlogvoerenden zijn zaak als Gode wel gevallen en door God beschermd voor stelt hoe beide partijen zeggen, voor recht en beschaving het pleit te voeren. klimopbladea hier gegeven hebt, op witten donderdag i Gij zeidet, dat men iemand, dien men liefhad, iets groens moest geven," begon by eenigszins aarzelend. „Ja, johannes, ik weet bet nog even goed, alsof bet gister was." „Sedert hebben wy elkander niet weder gezien, tbuida. Hebt gij uw belofte gehoudeD en tusschenbeide aan my gedacht Zij stonden onder een grootbladigen ahorn boom, die reeds in vollen bloei der lente prykte. Het meisje leunde tegen den stam en zag den joDgen man vriendelijk aan. Het avondrood was verbleekt, de schemering daalde neer, de vogels waren naar bun nesten ge- vlogen en de kalmte van den avond beersebte m 't rood. Slechts uit de verte weerklonk even als vroeger het rumoer en gejuich der speleode kiDdereD, „Weet gij nog, toen wy kinderen wareD, tbuida vroeg hy zacht en boog zich over haar heen. „Waarom, johannes?" zeide zy haastig, en wykt onwillekeurig een schrede achteruit, zoo welsprekend, zoo zonderling zien die donkere zwaarmoedige oogen baar aan. „Denkt gij, dat ik ooit vergeten kan, dat dat „Houd op, tbuida plaagt n die hersen schim nog altyd?" »Ja, ja," riep zy ademloos. „O, telkens, Dit leidt tot de merkwaardigste tegen strijdigheden en ongerijmdheden. Geeste lijken van een wereldgodsdienst als de Katholieke, zegenen in elk der strijdende lauden de wapenen van de ten oorlog trekkenden, dus b. v. in Duitschland de wapens der legerscharen, die straks in België de Katholieke universiteit van Leuven zouden verwoesten, Katholieke priesters fusilleeren en vervolgens in hrankrijk de beroemde Katholieke dom kerk van Reims zouden in brand schieten. In de oogen der Duitsche Katholieke geestelijkheid kan dit toch bezwaarlijk als een Gode welgevallig werk worden aangemerkt, zelfs al neemt men aan dat een en ander niet met moedwil, maar uit oorlogsnoodzaak is geschied.* Van alle zijden dus dezelfde reusach tige zelfverblinding alsof het eigen land de eigen natie hooger, beter beschaafder, Gode welgevalliger zou zijn dan andere landen en natiën waarmede men in strijd Zitting van 2 October. Voorzitter: de heer J. Huizinga, burge meester. Aanwezig: de heeren Visser, Dees, Moggré, De Jager, R. Scheele, M. Eijke, Van Bors- sum Waalkes en D. Scheele. Afwezig: de heeren Donze en Lensen met kennisgeving. Verder de heeren De Feijter, De Bruijne en Wieland. I. De notulen van de vorige vergaderingen worden vastgesteld. II. Ingekomen stukken. a. Bericht van dhr. J. Kielman, dat hij de benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim voor Sluiskil aanneemt. b. Bericht van dhr. F. J. Hopman, dat hij de benoeming tot leeraar Engelsche taal aan de H. B. en M. LI. L O.-school aanneemt. c. d. e. en f. Berichten van dhrn. M. de Jonge, P. M. C. van Sprang, M. Eijke en J. Huizinga, dat zij de benoeming tot lid der Gemeentelijke Arbeidsbeurs aannemen. g. Bericht van dhr. W. Estor, mededeelende dat hij de benoeming tot lid van de Gemeen telijke Arbeidsbeurs niet aanneemt. h. Een schrijven van de Maritieme vereeni- ging te Ier Neuzen, met bericht, dat zij er de voorkeur aan geeft, géén harer leden aan te wijzen om zitting te nemen in de Gemeen telijke Arbeidsbeurs. i. Bericht van de vereeniging „De Vereenigde Handwerkslieden, dat door de vereeniging tot lid der arbeidsbeurs is benoemd dhr. J. K. Kolijn. j. Missive van Ged. Staten houdende ken nisgeving van het besluit van den gemeenteraad van Poortvliet, waarbij de kermis in die ge meente is afgeschaft. Missive van Ged. Staten, houdende goed keuring van het raadsbesluit tot schorsing der kermis. Een en ander voor kennisgeving aangenomen. I. Een adres van het Uitkeeringsfonds bij ziekte Hulp in Nood« te 'l er Neuzen, waarbij adressanten te kennen geven, dat de vereeniging dankbaar gesteund is voor de toelage van 50. haar toegekend, zij verzoekt die toelage te brengen op een hooger bedrag, omdat de vereeniging nog niet beantwoorden kan aan haar doel om de zieken een hoogere uitkeering te laten genieten. De Voorz. deelt mede, dat B. en W. voor stellen, dit adres te behandelen bij de behan deling der begrooting. m. Missive van Ged. Staten houdende goedkeuring van het supp. kohier Hoofd. Omslag voor 1914. Voor kennisgeving aangenomen. III. Vaststelling suppletoir kohier honden- belastinof. Z. h. st. wordt dit vastgesteld. IV. Voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan den onderwijzer dhr. G. Goossen. Z. h. st. wordt besloten het gevraagde ont slag op de meest eervolle wijze te verleenen, na drie maanden of zooveel als eerder in de vacature is voorzien. V. Vaststelling van de verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het ruimen van privaatputten en tonnen. Deze verordening wordt opnieuw vastgesteld, nadat een verandering, op voorstel van dhr. Dees is aangebracht in art. 2. Daardoor zal de heffing bedragen a. voor hen die een zuiver inkomen hebben van niet meer dan 4000.30. b. voor hen die een zuiver inkomen hebben van meer dan 800 en niet meer dan f 1100 f 0.75. J als ik a wêerzie, johannes, zoo ik voor u willen kuielen, om a opnieuw om vergeving te smeeken, en dan „tbuida, ik smeek o valt hy haar in de rede, zitten, gy zjjt verschrikt van myn onverwachte komst. Geef mij uw hand, geef my haar toch ik moet u iets vragen, heden avond pog deze vraag heeft my reeds sedert jaren op de lippen gelegen. Zeg, tbuida, herinnert gy u alles nog wel, wat wij dien dag met elkander spraken Het onstuimige kloppen van zyn hart weerklonk in zyn stem. Zij knikte en leunde als uitgeput met haar hoofd tegen den boom. „Tbuida, als gy wist hoe deze woorden mÜ dag en Dacht in de ziel hebbeD geklonken Als ik moede eD afgemat was van het nachtwaken, heb ik ze tot my zelf gesprokeo, en alles was goed als ik eenzaam in myn kamer over boeken gobogen zat, zyn zij my als frissche blauwe viooltjes op het doode papier gevallen eD hebben my met bun geur verkwikt tbuida, herinnert gij u de woorden nog? Zy hebben mij bewaard voor iedere onedele gedachte, zy hebben myn hart zacht doen blijven in den harden strijd des levens, toen hebt gij gezegd, tbuida maar gij weet het immers nog wel, niet waar?" Het was in den tuin byna donker geworden, ten minste kon de jonge ontroerde man niet meer zien, hoe het schoone gelaat naast hem verbleekte. „Neeo, ik weet het niet meerroept zy angstig en stoot zyn hand terug; deze beven de, zachte taal had haar tot in het diepste der ziel verschrikt. „Tbuida 1" „Ja toch," herneemt zy langzaam terwyl zy diep ademhaalt, „ik weet het, ik ben het niet vergeten. Ik zeide, dat ik a altyd lief hebben zou johannes, vergeef my, ik wist zoo eveu niet wat ik zeide." „En en nu, tbuida?" "Ja, ik johannes," klinkt het aarzelend vaD baar lippen, „ik weet niet, wat gy be doelt, maar als ik u goed begrepen heb, dan, „Houd op, tbuida, uw handen zyn koud en bevenheden niet, nu niet morgen zal ik het antwoord halen, na de kerk, hier in den tuin dan zult gij my zeggen, of gij de mijne worden wilt, de mijne voor het leveD. Zeg, tbuida, 's het niet een vermetele wensch, dat ik, ik, de kreupele, de hand naar u uitstrek Vergeef ray ter wille mijner innige liefde, geebtbuid ik heb gednrende my geheele leven aan niets anders gedacht, dan aan n, altyd slechts aan u Zij antwoordde niet. Hy hield nog altyd haar handen in de zijnegeen geluid in het rond werd gehoor!, dan het zachte ruischen van deD avondwind in de takken boven hen koel streek hij door het haar van het meisja NfflZENSW Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis,, dat het lo suppletoir kohier van' den Hoofdelijken omslag in deze gemeente voor 1914, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 29 September 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN brengen hiermede ter openbare kennis dat op Dinsdag den 10 November 1914, van des voormiddags eif tot des namiddags één ure, ten Raad- huize dezer gemeente, zal plaats hebben eené verkiezing van vier leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen, en zulks ter vervulling der plaatsen van de heeren die mei 1 Januari 1915 aan de beurt van aftreden zg". De stemming g. schiedt bij ongeteekende briefjes, waart'-e met het zegel der gemeente gewaarmerkte Stembriefjes ten minste acht dagen voor den dag der verkiezing door den Burgemeester aan de kiesgerech tigden worden toegezonden. Den kiezer, die zijn stembriefje verloren of er geen ontvangen heeft, wordt gelegenheid verschaft, om er aan het stembureau een te bekomen. Het openen der stembriefjes geschiedt dadelijk na afloop der verkiezing. Van onwaarde zijn briefjes, welke niet zijn gewaar merkt met liet zegel der gemeente welke onderteekend zijn, welke niet duidelijk een persoon aanwijzen, of waarbij of waaraan andere stembriefjes zijn ingesloten of vastgeheoht. Ter Neuzen, den 29 September 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. „Ja, JOHANNES." is.« - 1 -5

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1