Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, MELANIE. Van het Westelijk oorlogstooneel. No. 2506. Woensdag 16 September 1914. 25e Jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen. Voor België 95 eent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters na«r plaatsi uimte- Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschynt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen DE OORLOG. In Gent, Melle en Quatrecht. Een der oorlogscorrespondenten meldt aan de N.R.Ct. Overal in de winkels in het centrum van Gent, die nog open zijn, en in de cafe's en zelfs in de trams, ziet men groote plakkaten, waarop gedrukt staat: ,,Leve onze Burgemees ter", „Vivi notre BourguemestreDe meeste dezer opschriften zijn in het Nederlandsch, daar Gent natuurlijk een bij uitstek Vlaamsche stad is. En inderdaad komt aan burgemeester Braun alle hulde toe voor zijn lofwaardig en tactvol optreden in een hachelijke situatie. Na het gebeurde van 1.1., dat zoo'n ongun stige wending voor de stad had kunnen nemen, is de burgemeester, gelijk men weet, direct per auto naar den Duitschen opperbevelhebber gereden, om zijn oprechte verontschuldigingen aan te bieden. Burgemeester Braun is dan ook duizend procent in de achting gestegen van vriend en van vijand. Hij had vroeger onder de Vlaamsche bevolking van Gent veel tegenstanders. Onder de Vlamingen had hij zelfs de be- naming gekregen van „Tsaar Braun" en een felle campagne voerde de Vlaamschegezinde socialistische partij van België tegen hem, vooral ook omdat hij verleden jaar den optocht en de betooging verbood voor de vervlaam- sching der Gentsche Hoogeschool. Nu kan men echter zeggen „oude veeten zijn vergeten", en vriend en vijand, voor- en tegenstander heeft grooten eerbied voor bur gemeester Braun's tactiek, waardoor hij de stad Gent van een gewissen oudergang heeft gered. Iutusschen valt op te merken, dat ook-de Duitschers er belang bij hebben, direct en indirect, dat de stad Gent niet het lot van andere plaatsen deelde. Gent is voor de Duit schers een pakhuis van bevoorrading met levensmiddelen, enz. enz. Ook uit strategisch oogpunt is Gent van direct belang voor de Duitschers. Immers van Gent uit komt men direct in het noorden van Frankrijk, b.v. langs den weg Gent—Kortrijk RijselDouai. Dit is ook de directe lijn van de Compagnie Nord France. „Wilt gij de wees uit het huis harer vaderen stooten," vroeg hij zich zelf, „en toch, het moet zijn, waartoe zal het leiden, als zij hier blijft. Mag ik op de frissche bloem voor rojj, den man van rijperen leeftijd, aanspraak maken zou het dan geen egoïsme zijn? De moeder was ongelukkig," sprak hij halfluid, „moge de dochter gelukkig worden." Hij schelde en beval den binnenkomenden bediende, brigitta bfj hem te zenden. „Gitta," vroeg hij, toen de oude vrouw met een sierlijke muts op het sneeuwwitte haar bjj hem kwam, „hoe bracht comtesse MELANiE den dag door?" „0, comtesse heeft van morgen vroeg brieven geschreven, mijnheer de baron." „En van middag?" De oude werd verlegen. „Toen was comtesse rustig opbaarkamer; zij is eerst tegen den avond naar bet park gegaan." Van Gent uit heb ik mij op weg begeven naar Ledeberg en heb verder de zoogenaamde Chausee de Bruxelles gevolgd. Daar was het een gekrioel van raenschen van allerlei slag en rang, die op het oorlogsveld aantrokken. Melle en Quatrecht, zijn wat oppervlakte betreft, niet grooter dan b v.b. het stadje Zaandam. Wat de Duitschers er met beoogd hebben deze twee plaatjes te verwoesten, kan ik niet bevroeden. Ik vernam het volgende: Zij kwamen daar Maandag 1.1. met zes- tot zeven-duizend man, meest cavalerie en militaire wielrijders. Nu was daar wel een tamelijke troepenmacht, burgerwachten en infanterie gelegerd, maar deze waren daar slechts geplaatst, als voor posten ter bescherming van Gent. In Melle is een groote blauwselfabriek, waar men kogeltjes blauw fabriceert. De di recteur van die fabriek is een Duitscher. Op zeker oogenolik, kwamen geheel onverwacht, uit deze fabriek, kanonnen en manschappen te voorschijn. De Duitschers openden plotseling het vuur op de verraste Belgen, die in de flank aange vallen werden. Door deze overval waren de Belgen geheel van hun stuk geraaktzij ver dedigden zich dapper, maar konden hun positie, die hoe langer hoe hachelijker werd niet meer verdedigen. Twee kanonnen, die bediend wer den door burgerwachten van Brussel, lieten zij in den steek. Vrijwilligers zijn met ge vaar voor eigen leven, nog die stukken ge schut gaan halen, die anders onvermijdelijk in 's vijands hadden waren gevallen. Terwijl de verwarring onder de Belgen al grooter en grooter werd, en meer dan een officier het hoofd verloor, profiteerden de Duitschers daar van en schoten maar altijd in het wilde weg door. De Belgen sloegen eindelijk op de vlucht en werden tot voor de poorten van Gent achtervolgd door hun tegenstanders, die er nog menigeen in het zand deden bijten. De Duitschers begonnen daarna het bom bardement op Melle en Quatrecht met het reeds vermelde gevolg. De beide plaatsjes heb ik bezocht, en het is daar al dezellde ruïne als te Dendermonde en elders. Puinhoopen overal, er is haast niets van deze stadjes overgebleven dan de kale muren, die alle zwart geblakerd zijn. De „Dat weet ik," zeide de baroD haastig, „maar vindt gij ook niet, bbigitte, dat het hier verschrikkelijk vervelend moet zijn voor een jong meisje?" „O, mijnheer de baron, dat geloof ik niet comtesse melanie zegt, dat zü zich hier zoo gelukkig gevoelt, op de kostschool was het haar volstrekt Diet bevallen." „Bescheidenheid, brigitte, anders niet. Neen, zjj moet weg, ze moet iets van het leven genieten; ik was heden middag te Welldorf bij mijn znster; zjj verklaart zich gaarne bereid, melanie in de wereld te brengen. Gij weet, zij leven daar op een grooten voet en zjj zal er goed bezorgd zjjD; bnitendien is het dicht bij, gij kunt uw lieveling zien zoo vaak gij wilt, men zal u daar altijd welkom heeten." De oude hief smeekend de gevouwen handen omhoog. „O, mijnheer de baron, gij hebt wel is waar te bevelen, maar ik denk ik geloof „Nu?" „Comtesse is nog zoo jong, bet zal haar niets kannen schelen, in de wereld te verschij nen o, mijnheer de baroD, mevrouw uw zuster „Brigitte, het moet wezen. Ik weet, wat gij bedoelt; mijn zuster beschouwt gij als een levenslustige dame, die het eeDe genot de het andere najaagt, ik moet dat toestemmen, Belgische soldaten zijn bezig de puinen op te ruimen. De Duitschers zijn afgetrokken en wel in alle haast, ook die van de omliggende plaatsen. Naar men zegt zijn zij over Oudenaarde en Leupegem naar Frankrijk opgetrokken en volgens ooggetuigen was de troep zeker wel een veertigduizend man sterk. Men vermoed ook dat het mannen van den landstorm waren daar zij er als 30 tot 40 jaar oud uitzagen. In Melle was men ook nog bezig het ge- doode vee (en het was heel wat) in den grond te stoppen. e Duitschers in Belgie. Onze Antwerpsche correspondent seint: De Belgische troepen van den linkervleugel hebben hunne stellingen Zaterdagavond in de beste orde verlaten. Hun doel, het vernielen van de groote verbindingslijn der Duitschers, schijnt bereikt te zijn. De spoorlijnen zijn vernield, de bruggen opgeblazen, het verkeer met Ihienen, Leuven en Brussel geheel afge sneden. Aerschot is weder door de Belgen ontruimd. De overblijvende bevolking is mee genomen, zoodat de stad nu geheel verlaten is. De Belgen rukten op ter bevrijding van Leuven. De Duitsehe versterkingstroepen te Bruss-d trokken tegen hen op en staken onder weg de dorpen Holsbeeck, Wygmael en Wilsele in brand. De bevolking vluchtte in de rich ting van Heyst op Den Berg. De strijd bij Wygmael was zeer hevig. De Duitschers hadden zich uitmuntend versterkt achter spoor- hellingen. Het gevecht tusschen Mechelen en Vilvoorden duurt sinds vier dagen met groote hardnekkig heid voort. Zaterdag werd bij Mechelen een Taubevlieg- toestel naar beneden geschoten. De vlieg machine verkende de Belgische stellingen. Van de twee inzittende officieren werd de eene gedood de andere krijgsgevangen gemaakt. De uitval van het Belgische leger. ANTWERPEN, 13 Sept. (Eigen bericht). (Officieel.) Na vier dagen van heftigen en hardnekkigen strijd is het Belgische veldleger uit de stelling van Antwerpen tot den aanval maar zij denkt edel eD, brigitte, het moet wezen Weken zijn voorbijgegaan. Te Welldorf is heden een groot diner; de geboortedag van de vrouw den huizes had een schitterend gezelschap in de zaal vereenigd. Melanie ziet bleek en is, sinds zij met keete tranen van Waldberg, van slot en park, vaD de kamer harer moeder, van oom en brigitte afscheid nam, niet weder vroolijk geweest. De groote oogen vullen zich dikwijls met traneD, zjj weet zelf nauwelijks waarom, men is toch zoo goed jegens haar, brengt haar van het eene feest naar het andere; de toiletten, waarvoor tante zorgt, zijn zoo prachtige en toch, en toch is zjj zoo treurig. Hoeveel liever waren haar de korte, witte japonnendie sleep is zoo lastig en dan dat lang aan tafel zitten, hoe vreeselijk vervelend het onderhoud met haar buren, hoe onbedui dend „Het was toch anders, toen ik met hem pratende door het groene woud reed, met oom," verbeterde zij zich zelf, „en dat moet nu voorbij zijn, voor altijd 1" Voor altijd, bad men haar gezegd, ja het was zoo; zjj zelf meende nibt meer in Waldberg te mogen wonen; een onbestemd gevoel deed het haar pijnlijk toeschijnen, en toch was 't overgegaan. De Duitschers zijn uit hun positie in den driehoek Brussel-Leuven-Mechelen terug getrokken onder bescherming van de eerste fortenlinie. Het doel van den uitval, die eerst slechts een operatie scheen tegen de obser- vatietroepen, door de Duitschers tegenover Antwerpen achtergelaten, heeft groote uit breiding genomen. De vijandelijke verdedigings linie was zeer sterk, dank zij de topografische gesteldheid van de streek en de aardewerken, welke sinds een veertiental dagen was uitge voerd. De verplichting, tot iederen prijs deze stelling te behouden, noodzaakte de Duitschers alle machten, waarover zij nog in België konden beschikken, te bewaren. Zoo trok het derde legercorps, tusschen Ninove en Uederbrakel, in alle haast naar Brussel terug om den schok der Belgen te wederstaan. Het negende corps, op de baan OudenaardeRuyen werd even eens teruggeroepen. Detachementen Landwehr en Landsturm, gelegerd ten zuiden van Brussel, hebben aan de actie deelgenomen, evenals 16000 zeesoldaten, die sinds eenige dagen te Brussel waren aangekomen. De uitslag biedt dus, ten opichte van de geheele operaties der Fransche en Engelsche legers, een zeer groot belang, daar door tusschenkomst van de Belgen de twee genoemde Duitsehe legercorpsen onmogelijk hulp konden bieden aan de aftrekkende legers in het noorden van Frankrijk, zooais in de officieele Fransche mededeelingen van 12 September is vastgesteld. Tengevolge van de concentratie der Duitsehe troepen, in België beschikbaar, stond het Belgische leger aan het einde van den vierden dag tegenover een machtiger vijand dan ooit. Zondag is het op Antwerpen teruggetrokken. Het Belgische veldleger vormt een steeds groote bedreiging tegenover den vijand, die verplicht zal zijn belangrijke machten te im- mobiliseeren, welke hij in Frankrijk hoog noodig heeft. De verliezen, in deze vier dagen geleden, zijn aanzienlijk zij bewijzen de hardnekkig heid van den strijd. Evenals bij vorige ontmoetingen is de Duitsehe artillerie inferieur gebleken aan de Belgische, terwijl het aantal gekwetsten groot is, zijn de wonden weinig gevaarlijk. Duitsehe officieren bekenden, dat de Belgische soldaten koelbloedig zijn en het geschut zeer moorddadig was. zoo treurig, zij bad kunnen schreien. En wat was h|j tegeuover haar veranderd; ternauwer nood vernam h(j naar haar welstand, als hij kwam, en mevrouw van welldorf had dan altijd zooveel te vertellen, hoe heerlijk de kleine melanie zich amuseerde, hoe zij zich op het volgend feest verheugde; dan zag hij haar altijd zoo ernstig aan, en heden had hij niet eens een groet, een vraag voor haar over gehad. Aan tafel was zijn plaats aan het boven einde, en zij zit aan het benedeneind tusschen de jongelieden, de knappe, jonge ulanen, de vroolijke cavaliers, met en zonder uniform. Ver holen zweeft nu en dan een blik uit haar schoone oogen naar hem over, maar geen eDkele wordt beantwoord; bij spreekt en disputeert daar juist zoo ernstig met den ouden vrijheer K., spreekt zoo vriendelijk tegen mevrouw de opperhofmeesters, dat zij zich met een zucht tot haar buurman wendt en eindelijk half uit trots aan het op vroolijken toon gevoerde gesprek deelneemt. De niet alledaagsche wjjze harer opmerkingen frappeert, de conversatie wordt levendiger, baar oogen schitteren, haar wangen gloeien en du is zij het, die de ernstige, bijna sombere blikken niet bemerkt, die van het boveneinde der tafel byna onafgewend op baar rosten. Het diner is geiëodigd; in losse groepen pratend en lachend, dwalen de gasten door het fraaie park. TO® I Lil IB—nwn—li—n .1 i i i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1914 | | pagina 1