Buitenland
Feuiileton- vertellingen
B^ABANTSCHE BRIEVEN.
GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
lioen per week kost. Wat moet dat worden?
De regeering wil een leeningsfonds creeeren
om deze 'kosten te dekken.Hiertoe zou een
nieuwe oorlogswin st belas ting dienen. Nie-
mand weet of dit plan zal slagen. De finan
cieele gang van zaken Is voor ons alien utter-
mate belangrijk. Spr. waarschuwde tegen
een te gemakkelijke opvatting dezer lasten.
Een faillissement zou er het gevolg van zijn.
De heer De Wilde gaat de geheele proce
dure na:
In uitersten nood. geld creeeren daarna
inflatie met alle gevaren van dien; de inikom-
sten moeten in de eerste plaats komen van
belasting en leening. Geld creeeren is uit den
booze.
De heer De Geer wil hetzelfde als spr.
Slaagt de Minister-President niet, dan zijn
de gevolgen niet te overzien.
Wanneer de oorlpg inderdaad enkele jaren
zal duren, dan moeten we tijdig met het
distribueeren van versohillende artikelen be-
ginnen.
De regeering dient de economie met vaste
hand te leiden en doelbewust op het algemeen
wel'zijn gerichte leiding geven. Wij staan in
sommige opziehten gunstiger dan in den
wereldoorlog, in vele, vooral financieele,
opziehten is de toestand echter ongunstiger.
Wanneer we neutraal blijven, dan moet het
zoo zijn, dat aan het einde van den oorlog de
gewone staatsfinancien kloppen en alleen de
speciale mobiiisatietekorten overblijven.
Voor dit alles is het noodig dat het Neder-
landsche volik zich zijn eenheid bewust is.
De Anti-Revolutiannairen moeten samen-
werken met alien, die van goeden wil zijn.
Spr. eindigde met de hoop uit te spreken
dat wij onder leiding van Oranje onze neutra-
liteit mogen bewaren.
EEN ENGELSOHE BESCHOUWING.
De Times schrijft:
,,Het moreele en politdeke bankroet der
nationaal-socialistdsche diploma tie kon nau-
welijks duidelijker getoond worden dan door
de abrupte en ongemanierde verwerping door
von Ribbentrop van het aanbod van goede
diensten, dat de vorige week gedaan is door
Koningln Wilhelmina en Koning Leopold. Na
aoht dagen van verlegen aarzeling is het
eenige, dat Von Ribbentrop weet te zeggen,
dat zijn regeering de zaak als afgedaan be-
schouwt na de ,,bruuske verwerping" van het
koninklijik aanlbod door Groot-Brittannie en
Frankrijk.
Verondersteld mag worden, ondanks de
semi-officieele verklaringen, dat zelfs Von
Ribbentrop niet zoozeer de gebruiken der In
ternationale goede manieren heeft vergeten,
dat hij bedoelt, dat geen schriftelijik antwoord
gezonden zal worden op de hoffelijke voor-
stellen der Nederlandsche Koningin en den
Belgischen Koning. Aangenomen mag echter
worden, dat niets de nationaai-socialistische
regeering ertoe zal brengen, zich aan de waar-
heid te houden bij het opgeven van haar
redenen.
Het antwoord der Wes^elijke geallieerden
op het aanbod was geen bruuske verwerping,
zooals het officieele Duitsche nieuwsbureau
verklaarde. De boodschappen van Koning
George en president Lebrun kiwamen neer
op een aanvaarding van het beginsel van het
aanbod der beide monarchen om een over-
eenstemming te bevorderen, doeh zij
gingen vergezeld, zooals dit eerlijkheidshalve
moest geschieden, door een korte aanduiding
van de essentieel'e voorwaarden waaraan van
de Britsche en Fransche standpunten alle
vredesvoorstellen moesten voldoen.
Het nationaal-siocialistische Duitschland
denkt in termen van vroegere tijden, toen de
oorlog aanvaard werd als instrument van
nationale politick. Sedert de algemeene ver-
nieling, teweeg gebraeht door een oorlog van
vier-' jaren, heeft het denkbeeld in bijna alle
landen wortel geschoten, dat een oorlog al
leen mag worden opgenomen als instrument
tot onderdrukking van onrecht onder naties
en tot herstel van de slachtoffers van ag-
gressie.
Wanneer de beschaving met al haar mo-
derne verfijningen wil blijven bestaan, is het
volstrekt noodzakelijk eens en voor altijd te
laten zien, dat een aggressieve, nietuitgelokte
en zuiver egbistische oorlog nooit meer do
gelegenheid zal krijgen om winst te brengen
aan zijn bedrijver. Het verwezenlijken van die
doelstelling vormt een essentieele voorwaarde,
zonder welke de naties van het Britsche ge-
meenebest en Frankrijk de wapenen niet zul-
iten neerleggen, welke zij zoo ongaame opge
nomen hebben,
De ouderwetscihe mentaliteit der nationaal-
soeialisten is een onverzoenlijke vijand van
den vrede. Het mondelinge antwoord van
Von Ribbentrop aan de Nederlandsche en Bel-
gisohe diplomaten in! Berlijn vormt een typisch
voorbeeld van die mentaliteit.
v
DE DUITSCHE KARERS.
Reuter's correspondent te Kopenhagen
heeft van een onzijdigen waamemer ver-
nomen, dat de ,,Deutsohland" en .Admiral
Soheer" in Duitsche havens zouden liggen en
dat de oorlogsbodems, die in den Atlantischen
en Stillen1 Oceaan opereeren, andere schepen
zbuden zijn, minder snel en minder goed be-
wapend, welke vermomd zijn als de genoemde
Iinieschepen in de hoop de groote Engelsche
en Fransche Iinieschepen van de aridere vloot
af te trekken, waardoor de ,,lihiesahepen in
vestzakformaat" een uitval en aanslag op de
Engelsche vloot zouden kunnen wagen.
„OITY OF FLINT" THANS BIJ
ROTHAUGEN GEMEERD.
De ,,City of Flint" heeft het anker gelicht
en ligt thans in de nabijheid van Rothaugen
gemeeid. Nog steeds is de Flint" het mid-
delpunt van de belangstelling in de zaken-
wereld te Bergen, vo-oral sedert men ver-
nomen1 heeft, dat de waarde van de lading
op ongeveer 5 millioen kronen wordt geschat.
Amico,
Mee den Allerhei-
ligen en Allerzielen.
stille dagen in onze
contreien, is mijn
baaske, da's al 'n
vaste jaarlijksche ge-
woonte geworden
naar Amsterdam ge-
reisd. Naar zijn Ou-
wers. Of lijk ie 't
eigens zegt: naar ons
Wieske. Dat kleine,
blonde wefke van z'n
Vader, dat teere
dingske, mee iz'n1 vijftiende jaar nam
Dre IH zijn Moeder al lijk 'n kindeke in z'n
sterke armen en zette haar zachtekens in de
sjees, ik zeg: teugen dat blonde, teere
wijveke, waarvan ie zoo veul houdt, kan mijn
baaske bekanst gin Moeder" zeggen. 't Is
altij: ,,ons Wieske". En wat dan ook zoo lol-
lig is aan dieen goffert: altijd en telkens, als
ie ,,ons Wieske" noemt, dan komt er in zijn
zwarte, goudpiekende sterreoogen 'nen am-
parten glans. Ik zou zeggen, dat z'n oogen
dan wat kleiner worden en 'n tikske minder
brutaal blinken!
Genogt. Dre III is naar Ons Wieske gewist
en en hij heeft den Eeker meegenomen!
Dat was iets, amico! Den Eeker veur't eerst
van z'n leven in den trein.
Ja, 't manne'ke had wel meef* „gereisd",
vroeger, in zijnen Zwerverstijd, maar dat gong
in woon- en kermiswagels en dan reisde-n-ie
't grootste deel van den tocht naast 't peerd.
Te voet!
Ocherm, 't jonk was zoo zenuwachtig. Op
reis, echt op re!is. Mee 'n kofferke, in 't Zon-
dagsch pak, z'n nuuwe (eerste!) hoeike op
en naar de hoofdstad. Logeeren! In 'n ,,def-
tig" huis in de stad.
's Zondags tevoren was m'n baaske 'ns mee
me komen overleggen. Daar heeft ie zoo'n
slag van! Dan komt ie op me af, langzaam,
z'n pepke stoppend, seerjeus. Dan zit zoo in
zijnen doen de bedoeling van: ik kom 'ns pra-
ten en heb dus den tijd. Da's gezellig. Da's
ferm ook. Ge zijt cOmpagnoms of nie! Eh
compagnons motten nou en dan 'ns mee mal-
kaar praten.
Tnui was naar de late mis, den Eeker doen-
de ip den stal, waar ie 'n ,,'s Zondagsche taak"
had. De beesten voeieren, luchten, hier en
daar wat" open- en loszetten, maar z6o, dat
gin beest op den tocht staat, zoo noodig
wat ruimen en 'nen bos proper strooi geven,
afijn, 'n 's Zondagsche, lochte beurt; 'n uurke
in de klompen.
,,Opa..." en onderwijl nam Dre III 'nen
stoel, zette die, mee den leuning naar me toe,
'nen meter veur me. Dan sloeg ie z'n ge-
leersde spierbeenen uit malkaar (hij had
sjuust Bles afgerejen zijn 's Zondagsche
lochte taak!), pootte den stoel mee edn hand
onlder 'm stak z'n pepke aan, gong toen zoo
makkelijk meuglijk zitten, leunend over den
stoelrug.
Opa... eh... ik heb iets, da'k 'ns efkes mee
oe bekijken mot."
Ik vouwde m'n krantje op, stiilekes lachend
om deuzen jongen, zekeren reus, die uit m'n
baaske gegroeid is! Ik nam ook m'n pijp,
krabte ze schoon, den Dre reikte mij z'n
tabaksbuiltje uit z'n broekszak. Zijnen tabak
is me wat locht, maar ik zou nie geren weige-
ren op zo'nen oogenhlik!
Compagnons, amico! Ook in 't kleine, ook
in 't pazierige!
Ik zeg dat zoo: ik heb compagnons gekend,
die malkaar alleen spraken, als de zaken fout
dreigden te gaan. Die malkaar hardstikke
veurbij liepen, zoolank alles vaneigens mar-
cheerde. En dan... malkaar stiekum treiter-
den, afkamden bij 't personeel en zo6.de
zaak den grond inboorden. Op den dag, dat
de zakenschuit in 't kwaaie weer kwam, veul
sturm te verduren kreeg, kwamen de „com
pagnons" bij malkaar op de brug. Ene... dan
stelde den een den onder veur, om maar van
't schip te springen!
Sjuust als in 'n onverstandig dus modern
huwelijk. Waarin Vader en Moeder, ieder veur
z'n eigen, witte voetjes perheert te halen bij
de kinders. iHebben die van zoo'nen toestand
dan zooveul misbruik gemokt, dat 't gezin
dreigt te vergaan, dan... dan gaan de huwe-
lijkscompagnoins tot „overleg" over. Net als
die zakencompagnons van daarsjuust. Dan
stellen ze malkaar veur, maar uit den huwe-
lijksboot te springen.
Neee, compagnons die malkaar maar twee
keer spreken: op den dag van de feestelijke
contract-ontderteekening en op den dag van
't faillissement, zulken zijn, naar mijn boeren-
gedacht, gin compagnons, dooh gevaarlijke
concurrenten in een-en-de-eigenste zaak
Ik mag zeggen: mijn baaske en ik, wij doen
't anders!
,,Kek's opa..., eh... (in 'nen dikken smoor-
wolk) ...toch wel 'n Idkker pepke tabak, ee?"
,,'Puik, jonk!" ('Nten diepen haal.) ,,Waar
haalde oewen tabak?" (Ik weet 't wel).
,,Waar gij 'm altij haalt; bij vrouwke
Oomen."
,,Oja, da's waar ook. Ze zee lest nog, dat
ze zoo'nen goeien klant aan jou had gekre-
gen." Dat dee 'm goed. Dus hij sloeg z'n
lange wimpers neer, keek 'ns in z'n pijp. Dan
„erg" za'kelijk: ,,Kek 's opa..., ons Wieske hee
me geschreven g'aid enne... ge verstaat, ee?"
„Jawel. Ge wilt 'r 'ns tusschen uit!"
Sjuust, ja. Ikke... 't zou ze thuis geren
weer 'ns allemaal zien. Mee 't werk kan
't leien nou, 't akkerland is ingezaaid, de bees-
ten staan binnen, alleen... ge zult oew eigen
'n bietje motten behelpen mee den rooi veur
oewen wagel, opa."
,,Da's nikske, Dre, da's nikske, jonk; ge
kunt mee 'n gerust hart van huis, als ge
verom zijt za'k zurgen dat er niks mankeert!
Ik ben toch ook wel 'ns weg, man. En dan
spMngde gij toch bij veur oewen compagnon!"
Hij kreeg 'n bietje kleur, z'n oogen lach-
ten. Toen dee ie rap 'n steuvige haal aan z'n
pepke.
,,En dan, ee, ik heb den Eeker 06k nog!"
Toen keek ie 'n bietje benaauwd. Stak z'n
onderlip vooruit, twee kuilen plooiden in z'n
wangen.
ZWart betrok de lucht. Hagelklonters klot-
sen teugen den kalen notenleer, dat ge 't bin
nen hooren kost. De kiepen zaten stiilekes,
op 'nen kluit, achter in 't kot en ke'ken mee
ouwe, geleerde knipoogskes dieen dansenden
hagel aan.
Dre III stond van zijnen stoel. Zee: ,,'k
zal de kachel 'ns 'n bietje opstoken. Trui zal
't koud hebben als ze dalijk thuiskomt. En
onderwijl ie op z'n hu'kken doende was de
plattebuis op te pooken, den sleutel open te
zetten en wat scheppen kolen bij te laaien,
vertel'de-n-ie,,den Eeker..., tja, dat is 't nou
sjuust. Ik heb 'm van den zomer al beloofd,
gij waart er bij, dat ie den komenden Aller-
heiligen mee mocht naar Mokum. Ik heb er
thuis over gesproken en ons Wieske noodigt
'm nou ook uit, in den brief ziede."
Ros gloeilde 't harbvurmige pookgat over
de plavuizen. 't Was Zondagmergen, maar
tocfa schemerde 'nen donkeren wemel deur den
huis.
Beloofd is beloofd, woord is woord, Dre!
Ge wit, jonk, op dht punt geven wij samen
nooit toe!"
,,Weet ik, opa", zee-t-le fier.
't Koffiewater begost te zingen op de snor-
rende plattebuis. In den Zondags-properen
huis was 't goed om te zijn. Daarbuiten jak-
kerde de Herfst deur de lochten; lekte-n-ie
uit 't kale hout, stoof ie over den erf.
'n Musch zat dik op den raamdurpel en ver-
wonderd draaide 't veugeltje z'n pittige kopke
rond en rond naar 't barre weer.
Den Eeker kwam uit den stal naar binnen,
op weg naar zijn ,,woonwageltje" daar op den
zolder, om z'n eigen weer in 't Zondagsch
pa'k te gaan steken.
„Wat hoor i'k, Eeker? Gade gij naar Am
sterdam?!"
Mee 'nen schok bleef ie staan. Keek van
mij naar zijnen patroon, Dr<5 III, mee nuuws-
gierige, maar ook blijglanzend' oogen. Z'n
klompen had ie in d'handen reglement-Tru'i
op Zondag!) en dan zee-t-ie, heesch gefluis-
terd, ,,eh... naar Amsterdam..., ikke...?"
Pats, daar viel 'nen klomp. 'Nen brok mest,
uit den stal, kluiterde teugen den properen
vloer en mee 't vegerke-van-onder-de-kachel,
veegde-n-ie den klont rap op, gooide 'm in
't vuur.
„Ikke... 'k weetnie... baas!" Weer schoten
z'n rappe muizenoogskes naar den Dre en die
knikte toen.
„Ja..., we... wij hebben 't er wel 'ns over
g'ad, ma...rnaare, da's al zoo lank gelejen,
ee," hakkelde den Eeker.
,,En wanneer zou dat dan gebeuren,
Eeker?"
,,Mee Allerheiligen, baas," zee-t-ie rap, zon
der nadenken.
,,Nou? Allerheiligen gaat toch deur van
't jaar!"
Rap knikte 't schriele sproetenkopke van
„ja".
"Ga-d-oew eigen rap verkleejen, Eeker, dan
zullen we dat avontuur 'ns gezellig in mal
kaar gaan steken, onder 'nen bak 's Zondag-
schen koffie dalijk, dien we van de vrouw
krijgen!"
Den Eeker vloog den zolder op.
„Hebt ge 'm niks verteld, Dre?"
,,Neee, opa. 'k Wou de zaak eerst samen
overleggen, ee!"
Zoo amico, zijn die twee mannekes dan op
reis gegaan. 'k Heb aan den Allerheiligen en
Allerzielen nog 'n stertje gebreid; 'k heb ge-
zeed: Zondagavond thuis, jongens. Dan hebt
ge 'nen royalen uitstap!
Nou, eerlijk gezeed: 't was veul vrimd veur
Trui en mij als we weer alleen in ons huiske
zaten te koekeloeren! Zo'n paar jonge gast-
jes om oe henen, man, 't is toch veul ge
zellig. 't Was zoo stil. Wat tikte die steert-
klok hard. ,,Neee," zee Trui,: ,,'k zou ze nie
geren meer missen, Dre, gij?"
Ik keek m'nen Toeteloeris 'ns lachend aan.
Eh Ik spotte: vroeger waart g'anders con
tent mee mijn gezelschap, wijf!"
Waarop Trui: „Oh wadadaangaat, 't zou
weer gaauw wennen, Dre."
Dat leek op heuren ouwen dag nog sterk
op 'n liefdesverklarlng! En 'k ben op gestaan,
heb heuren ouwen trouw gezicht 'ns in m'n
handen genomen en als ik 'r zwarte oogen
keek, niks anders zag dan die, 'nen glans
daarin blon'k lijk... nouja, percies eender als
heel lank gelejen, dan nou, man, dan was
van Herfst in onzen huis nie veul te bespeu-
ren. Dan zomerde 't in blijen glans. Want
laten we malkaar nou maar gin ,,Mieke"
noemen, maar als ge al z661ank, 'n leven lank
mee malkaar opgetrokken zijt en ge hebt nog
genogt aan malkaar, dan dan kan 'k veul
dankbaar zijn, dat i'k op m'n twaalfde jaar al,
m'n Truike al in de gaten had! Dan voelt ge
't, tot diep in oewen pit: wat den Schepper
bindt, kan de mensch hie scheien. Wie dat
probeert, die snijdt den blomknop uit zijn
levensgewas; snijdt iden sier, maar ook da
vrucht weg.
En in deuze weareld, waarin de mensch
alles docht beter te weten dan zijnen Schep
per, in deuze weareld is dan ook nie veul
bloei meer te bekennen! De blommekes zijn
uitgerukt. 't Leven wierd kleurloos en on-
plazierig. 't Wierd eenen graauwen zurg!
Zaterdag's mergens brocht den postbooi
'nen brief uit Amsterdam. 'Nen dikken! In
den envelop zat er eenen van ons Wieske en
eenen van Dre III.
Dre III schreef:
,,Lieve Opa en Opoe!
Zioolang als ik al voorgoed op den hof ben,
was ik nog niet zooveel dagen van huis, als
dezen keer. Dus even 'n briefke! Ik hoop,
dat jullie het goed kunt stellen zonder den
Eeker en mij. Laat maar zooveel als kan
staan voor ons hoor, Opa! Wij maken het
best. Ons Wieske, Vader, Bart, Truike en de
kleine waren content ons te zien! Vooral ons
Wies'ke was in de wolken. Er stond een com
plete feesttafel klaar, toen we binnenkwamen.
Den Eeker was eerst 'n beetje verlegen. Maar
guilie weet hoe Wieske is. Ze had 'm rap op
z'n gemak. En hoe meer ie at, hoe beter den
Eeker op rust kwam. Ik geloof, dat ie 'n
oogje heeft op ons Truike. Want als zij,
ze is nou in 't huishouden, b.v. de tafel
gaat afruimen, dan springt den Eeker subiet
op en gaat mee naar de keuken. Daar helpt
ie omwasschen, afdrogen, daar poetst ie
't fomuis en doet ie alle zware karweikes. En
Trui, dat mispunt, die meiden zijn toch
allemaal eender, zij staat achter mijnen
goeien Eeker z'nen rug te giehelen en ge-
zichten te trekken. Ik heb haar on'derhan-
den genomen, maar ze zei: ,,och, hou op, jog!"
Jog, ja, dat zei die apekop! ,,Och, hou op,
Jog, telkens als ik dien Eeker aankijk, dan
denk ik, dat ie gebatikt is." Afijn, genoeg
over die zus van me! Ze rookt! Werendig!
In haar taschje 'zit 'n do'osje sigarefrten.
Merk: „licht hoot". En die stomme Eeker
heeft vanmorgen, toen we samen op stap
waren, nog 'n doosje voor haar gekociht ook!
„Je bent gek", zei 'k 'm. Maar dan lacht
ie zoo maar een beetje, u weet wel. De stad
vindt ie reusachtig, maar te drak. S'oms is
ie suf, in al die drukte. Dan zou ie vierkant
onder de auto's loopen. En weet u wat ie zoo
prachtig vindt? Dat ze bij ons thuis op een
bovenhuis wonen. Hij was nog nooit zoo'n
trap op gegaan. En hij loopt 'm net zoo sta-
tig en plechtig, of ie de trappen van het ge-
meentehuis op'klimt om te gaan trouwen.
Dan loopen de menschen ook zoo plechtstatig,
vind ik altijd. Hij kan uren voor 't raam
zitten en alsmaar in de straat kijken. Van
morgen zei ie: ,,Dre, nou moest den baas daar
'ns gaan mee den groentenwagel!"
,Wat dan, Eeker?"
flNfou, dan zou ik 'm roepen! En wuiven,
hier van die hoogte!"
Zou nie noodig zijn, Eeker; Opa gaat hier
nie veurbij. Is hier al dikkels gewist!"
„Oja", zei ie toen. Daar ging 'm 'n heele
electrische centrale op, Opa! Het ateher van
Vader vindt ie ook iets deftigs. 'Hij praat er
zachtjes, net of ie in de kerk is. En als
Vader aan 't werk is, dan kan den Eeker wel
uren stiilekes zitten kijken, met z'n mond
open. ,,Da's nog iets anders, Dre", zei ie:
dan peeen-uitdoen!" Hij kijkt op straat in
elke spiegelruit naar z'n hoeike. Hij is al
z6o ver, dat ie 't 'n beetje schuins zet. Wieske
mag 'm graag. Nouja, zoo is ons Wieske!
En tegen mij heeft ie gezegd: ,,Dre, wa kun
nen Moeders veul verschillen mee malkaar.
Z'ie nou de mijne is. As ik die naast de jouwe
zet, anderhalven cent man. En toch"
zei ie: „in haren doen, zoo teugen jou, is jouw
Wieske weer sjuust mijn Moeder!" Toen ging
ie 'n gro'oten winkel in om iets schoons uit
te zoeken voor zijn Moeder! Maar toen ie
mee de lift naar boven moest, toen stak ie
allebei z'n armen uit en hield z'n eigen vast
aan 'n knoop van 'nen officier en aan den
bont van 'n dame. En den Eeker z'n hoeike
schoof op z'n neus en angstig kwekte ie:
,,Dre, hou-d-oe vast, jonk, we worden opge-
laten!" 'k Heb me slap gelachen. Kom, ik
schei er af, tot overmorgen. Dan vertellen
we de rest wel."
Maar amico, ik schei er ook af, m'n pam-
pier is al lang vol. Veul groeten van Trui,
Dre III, den Eeker en gin horke minder van
oewen t.a.v.,
Vergadering van Maandag 30 October 1939,
des namiddags half twee uur.
Voorzitter de heer S. van Hoeve, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden A. Haak, A. de
Koeijer, M. Florusse, C. K. 'Herrebout, L. M.
de Regt, A. J. de Visser, H. de Feijter, F. C.
Wisse, C. Maas, benevens de Secretaris J.
W. Kusee.
b.
c.
d.
e.
f.
g-
DRE.
(3. Slot.)
Thans wordt overgegaan tot
9. Behandeling begrooting dienst 1940.
Bij de gemeentebegrooting dienst 1940 wor
den overgelegd de begrootingen van de na-
volgende vereenigingen en instellingen
a. Vrij-willige brand weer.
Vrijwillige burgerwacht;
Muiziekvereeniging ,,De Volharding;
Chr. Bewaarschool;
Algemeen Burgerlijk Armbestuur;
GeitenVereeniging
Vereeniging „Het Groene Kruis".
Het rapport van de commissie tot het na-
zien der rekeningen en begrootingen luidt als
volgt
Volgno. 34. Verzocht wordt de mogelijkheid
te overwegen om de huisnummering in de
kom te wij'zigen.
Volgno. 73. Vertioogin'g van dezen post met
een bedrag van 100 wordt noodig geoor-
deeld in verband met de tegenwoordige
tijdsomstandigheden.
Volgno. 92. Voorgesteld wordt pogingen in
het werk te stellen om een andere wijze
van beerruiming in het lev|en te roepen.
Volgno. 101. In overweging wordt gegeven
het onderhoud van het plantsoen in han
den van een deskundige te geven.
Het prae-advies van Burgemeester en Wet-
houders luidt als volgt
Volgno. 34. Burgemeester en Wethouders
achten den tijd nog niet gekomen, in ver-
'band met de nog geregelde bebouwing
van terreinen, om thans reeds over te
gaan tot wijziging van de huisnumme
ring, daarbij mede gelet op de tijdsom
standigheden en de aan de wij'ziging ver-
boriden kosten.
Volgno. 73. Burgemeester en Wethouders
achten dezen post voldoende voor het in
de rnemorie van toelichting vermelde
doel.
Volgno. 92. Gezien de moeilijkheden die reeds
bij een eerder ter zake ingesteld onder-
zoek aan het lioht zijn gekomen om tot
een goede exploitatie van een afdoende
wijze van beerruiming te geraken, kunnen
Burgemeester en Wethouders in dezen
geen toezeggingen doen, doch zijn wel
geneigd deze zaak eens onder het oog te
zien.
Volgno. 101. Burgemeester en Wethouders
zeggen toe den wensch der commissie in
overweging te zullen nemen.
Burgemeester en Wethouders dienen in
verband met de behandeling der begrooting
nog de volgende voorstellen in:
Volgno. 6. IngeVolge circulaire van den Mi
nister van Financien d.d. 16 October 1939,
no. 95, wordt het bedrag der voonloopige
uitkeering voor het uitkeeringstijdvak
1940/1941 gesteld op 107.95 van de
definitieve uitkeering over 1937/1938.
Als gevolg hiervan moet onderdeel a van
post 6 worden verminderd met f 568,61.
Volgno. 72. In de rnemorie van toelichting
moet inplaats van 125 voor subsldie aan
de Vrijwillige Burgerwacht worden ge-
lezen f 115.
Volgno. 192. Door het ten Iaste der gemeente
komen van 't verplegen van den blinden-
zwakzinnigen L. de Keij'zer in het gesticht
te Bussum, moet deze post met /400
worden verhoogd.
Overgegaan wordt -tot de artikelsgewijze
behandeling der begrooting.
Gewone dienst.
Inkomsten:
1. Batig saldo 1936 en 1937 ged. /6500.
2. Gedeelte batig saldo 1938. 193.67.
3. Achterstallige inkomsten. Memorie.
Ui t g a ve n:
4. Achterstallige uitgaven. Memorie.
Inkomsten:
5. Uitkeering gemeentefonds art. 3 jaar-
wedden f 3000.
6. Idem per inwoner. f 14240,16.
7. Verrekening uitkeering gemeentefonds.
Memorie.
8. Secretarieleges. f 600.
9. Rechten vuurwapenwet. Memorie.
10. Terugontvangst telefoonkosten. Me
morie.
Uitgaven:
11. Jaarwedde burgemeester. /2800.
12. Jaarwedde wethouders. 380.
13. Jaarwedde secretaris. 2466,67.
14. Jaarwedde ontvanger. 1380.
15. Presentiegeld raadsleden. 154.
16. Jaarwedden ambtenaren. 2108,33.
17. Schrijf- en bureaubehoeften. 1300.
18. Druk- en bindiverk. 550.
19. Onderhoud en schoonhouden gemeente-
huis. f 350.
De heer FLORUSSE deelt mede, dat de
aandacht der commissie mede is gevallen op
dezen post, waarvoor een bedrag van f 350 is
uitgetrokken. De commissie meende dat het
een groot bezwaar is, dat als er iemand aan
het loket staat om gehoipen te worden en een
der andere ambtenaren moet in de kast zijn,
de schuifdeuren zoodanig moeten worden ver-
schoven, dat de man voor het loket opeens
afgesloten is, doordat de schuifdeuren voor
het loket loopen. Spreker heeft opgemerkt,
dat het voorkomt, dat de werkzaamheden tel
kens moeten worden onderbroken, doordat de
deur vOor het loket schuift.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit da-
teert van een jaar of 10 terug. Toen was de
drukte op het gemeentehuis niet als tegen
woordig. Toentertijd had men achter de deur
van de secretarie een toonbank, waaraan de
menschen gehoipen werden. Doch dit ging op
den duur niet meer. Toen is er /het loket ge-
maakt. Nu waren indertijd om ruimte te win-
nen schuifdeuren voor de kasten gemaakt en
als er nu iemand aan het loket moet zijn en
een andere ambtenaar in de kast, schuift de
schuifdeur voor het loket. Indien de heeren
dit een groot mankement vinden, dan zullen
Burgemeester en Wethouders trachten daar
een mouw aan te passen. Heel groot is naar
het inzicht van spreker het bezwaar dat hier-
aan verbonden is niet.
De heer FLORUSSE is van meening, dat
de deuren er af zouden kunnen en in de plaats
van de schuifdeuren, schuifgordijnen voorge-
hangen zouden kunnen worden.
De VOORZITTER zegt toe, te zullen zien
dit op de een of andere manier te veranderen.
ambtenaren burgerlijken
burgerlijken stand.
20. Onderhoud en aankoop meubelen. /200.
De heeir DE FEUTER vraagt inlichtingen
omtrent dezen post. Er is een bedrag van
/200 uitgetrokken voor aanschaffing van
meubelen. Wat denken Burgemeester en Wet
houders daarvoor aan te schaffen?
De VOORZITTER antwoordt, dat deze post
heel mooi klinkt, het betreft evenwel slechts
gewone dingen. Er is op de secretarie een kast
noodig om versohillende stukken op te bergen.
!Nu mogen de heeren wellicht zeggen, dat
men op den zolder nog een heel terrein heeft,
doch de laatste jaren zijn er een berg dos
siers en verdere stukken, benevens de noodige
materialen bijgekomen en het is toch van be-
lang, dat men deze steeds bij de hand heeft.
21. Verlichting en verwarming. 275.
22. Abonnement staatsblad en. 65
23. Archief. 25.
24. Ad'vertentien. 15.
25. Reis- en verblijfkosten. f 25.
26. Kosten van zegels. Memorie.
27. Kosten postrekening. 5.
28. Abonnement telefoon. f 85.
29. Kiesverrichtingen. Memorie.
30. Verteringen stembureaux. Memorie.
31. Kosten kadaster. 10.
32. Bezoldiging
stand, f 383.
33. Overige kosten
70.
34. Bevolkingsregisters en huisno. 50.
De heer FLORUSSE maakt er op opmerk-
zaam, dat de commissie bij dit volgnummer
een verzoek heeft gedaan.
De VOORZITTER deelt mede, dat de
heeren het antwoord in de stukken aange-
troffen hebben. Er zal eenmaal een tijd
komen, dat het moet gebeuren, doch waar
thans nog versohillende terreinen in de ge
meente bebouwd worden, meenen Burgemees
ter en Wethouders, dat indien thans daartoe
wordt overgegaan, men binnen enkele jaren
weer voor hetzelfde feit zou komen te staan.
Dit teekemt ook de richting waarin Burge
meester en Wethouders willen gaan. Het
college wil in dezen een afwachtende houding
aannemen. Bovendien moet riiet vergeten
worden, dat aan dit vraagstuk ook een groote
financieele zijde zit.
De h§er WISSE gee ft te kennen, dat ook
hij het antwoord van Burgemeester en Wet
houders heeft gelezen. Deze kwestie is ook
enkele jaren geleden reeds ter tafel gebraeht,
en toen werd er op'gewezen, dat er ontzag-
gelijk veel werk aan verbonden was niet al
leen, doch dat er ook veel kosten mee ge-
paard gaan. Gezien echter het groote aan-
tal bisnu.mmers, meent spreker, dat men kan
zeggen, dat er overhaast mee te werk gegaan
wordt, indien in 1940 zou worden begonnen
met het wrnumroeren van 1 wijk, b.v. wijk A.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit ge-
ma'kkelijk gezegd is, doch niet zoo eenvoudig
is toegepast. Wijk B vertoont dezelfde fout
als wijk A, indien men het tenminste een fout
mag noemen. Doch het is niet zoo eenvou
dig. Spreker meent, dat, als er aan begonnen
wordt, dit voor de geheele gemeente dient te
geschieden. De heer Wisse weet toch ook,
dat wijk A b.v. begint bij den heer Haak aan
de Axelschestraat en heelemaal aan den an-
deren kant eindigt. Dit vraagstuk is werke-
lijk niet zoo eenvoudig om op te lossen.
Spreker acht het dan ook niet wenschelijk,
er een wijk uit te nemen, en te beginnen bij
wijk A om later de rest te nemen.
De heer WIS'SE meent, dat men wijk A
toch afzonderlijk kan nemen. Aan de Axel
schestraat is het laatste nummer bij C. Haak
132. Vandaar af tot sprekers woning zijn het
allemaal bis-nummers. Spreker is er van
overtuigd, dat het een heel omslachtig werk
is. De heer Stolk heeft er indertijd op ge-
wezen, dat, indien eenmaal tot hernumme-
ring werd overgegaan, dit ook gebeuren moet
met alle stukken van het archief.
Spreker meent, dat men elke straat afzon
derlijk zou kunnen nummeren, zooals het in
meer plaatsen geschiedt.
De VOORZITTER merkt op, dat men in
sommige steden de straten 1 tot 50 nummert,
and'ere weer nummeren door, al was het van
1 tot 1000. Dit kan missehien practisch zijn
in een stad, doch dat is hier waarschijnlijk
anders. Doch hier is het zoo eenvoudig niet.
De toestanden zijn hier heel anders.
De heer WISiSE merkt op, dat het hier toch
verwarrend werkt, men heeft hier ook al
woningen, die met x, y of z genummerd wor
den. Wat moet het gaan worden als deze
op den duur een dubbele Z als bis-nummm
krijgen.
De heer FLORUSSE merkt op, dat hier-
over bij vorige begrootingen ook reeds ge
sproken is, doch telkens schuiven Burge
meester en Wethouders een regeling van deze
kwestie op zij. Wat betreft den bestaanden
toestand, hierin dient verandering gebraeht
te worden. De bestaande wijken kunnen in-
gedeeld blijven zooals zij zijn. Voor Spui
b.v., dat onder wijk D behoort, dit staat op
zichzelf en kan zoo blijven. In Axel staat
ook elke straat afzonderlijk genummerd. Men
kon evenwel de straten in de kom opnieuw
nummeren en dit zou kunnen geschieden door
de linker en de rechterzijde van de straat af
zonderlijk te nummeren door even en oneven
nummers. Indien een dergelijke regeling zou
worden bereikt, was men niet zoo vatbaar
voor verwisseling. En wat de kosten betreft,
indien men er aan begint als men 10 tot 12
begrootingen verder is, dan blijven die kosten
er ook. De gelegenheid is er naar sprekers
oordeel geweest om tot een oplossing te
komen, toen er nog volontairs op de gemeente-
secretarie werkten. Indien men dit aange-
pakt had, toen er nog 2 volontairs op de
gemeentesecretarie waren, had men dit kun
nen doen en had het andere werk door het
vaste personeel kunnen gebeuren.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Florusse een reorganisatie meent te moeten
iliustreeren door naar Axel te verwijzen. Hoe
daar de kwestie is geregeld, is Burgemeester
en Wethouders ook wel bekend. Doch er zit,
zooals spreker reeds gezegd heeft, aan deze
kwestie ook nog een financieele zijde. Men
moet dan komen tot een andere indeeling van
de»gemeente. Moet men dan wijken of stra
ten nemen. Dit vraagstuk dient in zijn vol-
len omvang bekeken en bestudeerd te worden.
De heer FLORUSSE zal er niet verder op
doorgaan. Ook bij vorige begrootingen is er
reeds herhaaldelijk gevraagd om tot een an
dere nummering te komen, doch steeds krijgt
men hetzelfde antwoord. Spreker is van
oordeel, dat men telkens met een kluitje in
het riet gestuurd wordt.
De VOORZITTER antwoordt, dat er geen
sprake van is, dat de leden met een kluitje
in het riet gestuurd worden. Spreker heeft
enkel en alleen den raad willen overtuigen,
dat er aan deze kwestie een financieele zijde
zit, die voor de gemeente heel wat offers
eischt. Er doen zich in ieders leven wel eens
kwesties voor, die r.iet zoo gemakkelijk zijn
op te lossen. Thans komt ter sprake de
kwestie of de huizen opnieuw moeten genum
merd worden of niet. En dan meenen Burge
meester en Wethouders dat hiermede, waar
er de laatste jaren veel nieuwe panden bijge-
bouwd zijn, nog even gewacht moet worden,
daar deze zaak een groot financieel offer
vraagt.