ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Arabella de Verschrikkelijke
MAANDAG 4 SEPTEMBER 1939
79e Jaargang
Feuilleton
Binnenland
EERSTE BLAD
en
ZILVERBONS IN GEREEDHEID.
PRUSOPDRIJVING VAN ALLE
GOEDEREN VERBODEN.
MUNENVELD IN DE NOORDZEE.
DE STEENKOOLVOORZIENING
GEWAARBORGD.
UZENSCHE
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post /5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
UJtgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
.ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer j 0,20
KTiF.TNE ADVERTENTIfiNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
MILITAIR GEZAG.
Algemeene bekendmaldng van den
opperbevelhebber van land- en zeemacht.
No. I.
De opperbevelhebber van land- en zeemacht,
aangewezen voor de uitoefening van het mili
tair gezag in elk in staat van oorlog verklaard
gedeelte van het grondgebied des rijks;
Gezien het koninklijk besluit van den lsten
September 1939 no. 58, waarbij met ingang
van dien datum het geheele land in staat van
oorlog is verklaard;
Gelet op art. 6 van de instructie, behoorende
bij het sedert gewijzigde koninklijk besluit van
van 4den Mei 1933 (Staatsblad 246)
Waarsohuwt de bevolking, dat zij, die het
aanroepen van schildwachten of patrouilles
onbeantwoord laten, of die niet voldoen aan
bevelen, welke door schildwachten en com-
mandanten van patrouilles ingevolge de hun
verstrekte consignes worden gegeven, of die
geen gehoor geven aan eenige sommatie, door
de bevoegde autoriteiten gedaan, of die tegen-
woordig zijn bij samenscholingen, waarbij een
aanVal op de militaire macht geschiedt, zich
aan Mjfsgevaar blootstellen.
Herinnert de bevolking aan de wettelijke
verplichtingen, welke in den staat van oorlog
verplichtingen, welke in den staat van oorlog
op het burgerlijk gezag en op de inwoners
rusten, en in het bijzonder aan de navolgende
wetsartikelen
de artikelen 41, 42, 43, 48, 49 van de wet
van 23 Mei 1899 (Staatsblad 128), houdende
bepalingen ter uitvoering van art. 187 der
Grondwet;
de artikelen 98, 100 t/m 105, 186, 187, 191,
203 en 204 van het Wetboek van Strafrecht;
de artikelen 78, 79, 85, 87, 88, 89, 91, 101,
102, 131, 144, 146, 147, 149, 151, 154, 157, 158
en 159 van het Wetboek van Militair Straf
recht.
Gegeven te 's Gravenhage, op den lsten
September 1939.
De Generaal
Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht,
I. H. REIJNDERS
In de Gemeente Temeuzen bekend gemaakt
door aanplakking op den 4en September 1939.
De Burgemeester,
P. TELDEGEN.
VERBODEN GEBIEDEN IN ZEELAND.
Het zich bevinden in de hieronder volgende
verboden gebieden zonder dat het vaartuig is
voorzien van een Nederlandschen militairen
loods, dan wel wordt voorgestoomd door een
Nederlandsch oorlogsschip of loodsvaartuig is
behoudens bijzondere vergunning ver
boden. OVertreding van dit verbod stelt schip
en bemanning aan groote gevaren bloot.
Bedoelde bijzondere vergunning kan o.m.
voor visschersvaartuigen en vaartuigen van
het reddingswezen worden verleend voor de
zeegaten van Brouwershaven, Zierikzee,
Roompot, door den Commandant in Zeeland
(Bureau Zeeverkeer te Vlissingen).
Zeegaten van Zierikzee.
In de Roompot het zeegebied begrensd aan
de Westzijde door den meridiaan van 3-28 E.I.,
aan de Noordzijde door de lijn tusschen de
punten
513657 N.b. 51—3930 N.b.
32800 E.l.
3—34—00 E.l.
aan de Oostzijde door den Meridiaan van
334 E.l. (Oosterhoofd) verder de kust van
Walcheren.
In het Westgat (Zeegat van Zierikzee) het
zeegebied begrensd door de meridianen van
EEN YKOOLIJKE LIEFDESROMAN
van Berta Ruck.
Vertaald door TEND DE WITTE.
28) Vervolg.
Had Amber alles geweten. Zij was het juist,
die maar niets zag.
Arabella was heelemaal geen idioot, maar
een jonge vrouw, die tot in de kleinste kleinig-
heden wist, wat ze op het oogenblik deed, en
waarom. Haar japon, haar kapsel, haar ma-
nieren, haar stem en alles wat ze daarmee te
berde bracht, het was alles zorgvuldig bestu-
deerd en met een voorafbepaald doel. Men
hoort zoo dikwijls van ,,katten van meisjes",
die er alles opzetten om hun vriendinnen een
bewonderaar af te troggelen en die zoo dik
wijls meehelpen om hun geslacht den slechten
naam te bezorgen, dien het heelemaal niet
verdient. Laat ons ditmaal eens stilstaan bij
de soort als Arabella Ames, dat zich moed-
willig vernedert, om te verhinderen, dat de
man, dien zij voor een ander hebben bestemd
hun te veel aandacht zou schenken, ten koste
van de vriendin die hem verafgoodt.
En het kwam bij niemand van de Catter-
mole's op, om een dergelijk motief bij dat
doodgewone dorpskind te veronderstellen Uit-
gezonderd natuurlijk Peggy Delamere, het
arrne familielid, dat den laatsten tijd weer
heelemaal opklaarde. Haar lichtbruine oogen
volgden met een geheel andere belangstelling
dit kleine blijspel en meermalen lichtte er een
ondeugend vonkje in, dat men daar sinds lang
niet meer had gezien.
Eric viel het tenminste op, dat hij zijn be-
scheiden nichtje nog nooit zoo levenslustig
had gezien. 'Hij vond den toestand anders
336 E.l. en 340 E.l. en de parallellen van
513844 N.b. en 5140—54 N.b.
Zeegat van Brouwershaven
Het zeegebied begrensd door de meridianen
van 328 E.l. en 34640 E.l. en de paral
lellen van 5144 N.b. en 514620 N.b.
DE AFGEKONDIGDE STAAT VAN
OORLOG BEHOEFT GEEN ONGERUST-
HEID TE WEKKEN.
De regeering heeft den staat van oorlog
afgekondigd.
Aangaande de beteekenis hiervan diene,
dat krachtens art. 194 en 195 van de Grond
wet de regeering in buitengewone omstan-
digheden buitengewone maatregelen kan
nemen, bestaande in het afkondigen van den
staat van oorlog of dien van beleg. Hoewel
men op den naam afgaande, misschien ge-
neigd zou zijn om het tegendeel aan te nemen,
is de tweede van veel ingrijpender aard dan
de eerste. Ook is het voor het doen intreden
van den staat van oorlog geenszins noodig,
dat het land zich werkelijk in oorlog bevindt.
Als doel ervan valt aan te nemen, dat het
nemen van allerlei maatregelen, noodig voor
de veiligheid des lands, met den meest moge-
lijken spoed kan geschieden, en dat met het
oog op deze veiligheid in de Grondwet aan de
burgers gewaarborgde rechten kunnen wor
den opgeschort.
In de z.g.n. Oorlogswet van 23 Mei 1899,
berustend op voornoemde Grondswetsartike-
len, is aan de Kroon de bevoegdheid gegeven,
den staat van oorlog te proclaimeeren wan-
neer er oorlogsgevaar ontstaan is of wanneer
binnenlandsche onlusten de in- of uitwendige
veiligheid van het Rijk in gevaar brengen.
Zooals voor de hand ligt, moet in de huidige
omstandigheden het eerste motief gegolden
hebben. Alsdan gaan de grondwettelijke be-
voegdhedeni van het burgerlijk gezag ten op-
zichte van de openbare orde en de politie ten
deele op het militaire gezag over.
Zooals gezegd, schrijft de N. R. Crt., kan
een en ander een diep ingrijpen in den nor-
malen rechtstoestand der ingezetenen ten ge-
volge hebben, want de grondwettelijke regelen
aangaande vrijheid van drukpers en huiszoe-
kmg kunnen na proclamatie van den staat
van oorlog ten deele op zij worden gezet.
Hiermede is intusschen nog niet gezegd, dat
van deze bevoegdheden nu ook dadelijk in
haar vollen omVang gebruik wordt gemaakt.
Blijkens de bewoordingen van het persberieht
ligt dan in ieder geval voorshands niet de be-
d'oeling en is deze enkel om zich vrijheid van
handelen te verschaffen in verband met vor-
deringen, welke noodig zijn voor het uitoefe-
nen van den troep (het taetreden van particu-
liere terreinen) en den aanleg van verdedi-
gingswerken. Dit houdt speciaal verband met
een bepaling in de Oorlogswet, dat hetgeen
aan een behoorlijke verdediging in den weg
staat mag worden weggeruimd op last van
het militaire gezag, dat tevens bevoegd is,
aan openbare of particuliere toebehoorende
wegen en wateren, terreinen en gebouwen ten
behoeve van den militairen dienst in gebruik
te niemen, een en ander tegen sehadeloosstel-
ling.
Voorts stippen wij aan, dat de besturen
van provincien, gemeenten enz. en de ambte-
naren in haar dienst aan de militaire autori
teiten de verlangde inlichtingen moeten ver
schaffen; dat na overleg met bet burgerlijke
gezag het militaire gezag nieuwe politie-
verordeningen mag maken en bestaande mag
wijzigen of schorsen; dat de bevoegdheden
der burgemeesters, in buitengewone omstan
digheden toegekend (b.v. het afkondigen van
verordeningen bij vrees voor verstoring van
de openbare orde, zie de Gemeentewet) over-
gaan op het militaire gezag; dat (hier gelie-
ven hamsteraars nota van te nemen!) ten
allerminst benijdenswaardig voor de Catter-
mole's. Maar zich van Arabella afwendend en
zijn moeder en Beryl passeerend, schonk hij
nu zijn voile aandacht aan zijn in jong geluk
stralende nicht. Het gaf hem ineens een ge
heel nieuw idee van zijn teruggetrokken
nichtje met haar wasbleeke gezicht, haar
goedkoope afgedragen spullen, die nooit an
ders dan de stoplap, de duvelstoejager der
familie was geweest, de aanhangwagen, die
met allerlei vervelende en ongewenschte kar-
weitjes werd opgescheept. En nu werd zijn
oog telkens getrokken naar dat lichte, dat
speelsohe vonken in haar oogen. Hij vond, dat
zijn verwaarloosde nicht bijzonder in haar
voordeel was veranderd. Werkelijk, hij kon
zich niet herinneren, ooit zoo'n voordeeligen
indruk van haar gehad te hebben. In verge-
lijking met de meer dan opdringerige en luid-
ruchtige charme van dat kruidenierskind,
werd Peggy's charme voor hem van een
vreemde ongekende bekoring. Gedurende het
geheele diner broeide Eric over twee ontdek-
kingen. Dat Arabella Ames werkelijk een
..ontzettend kind" was en dat Peggy Dela
mere heel wat meer spirit bezat, dan hij ooit
had vermoed.
Maar tenslotte kwam er ook aan dit diner
een einde. Hij werd met zijn vader alleen ge-
laten om samen wat te praten. Eric had zich
vast voorgenomen dit gesprek regelrecht op
het voorgenomen huwelijk te brengen en geen
centimeter gewonnen te geven.
Het kwam niet zoover.
Hij en de Squire staken rustig een groote
sigaar op en spraken over de groote politieke
beroeringen, die Europa bedreigden. Zij spra
ken over politiek en het clubleven in Londen.
Toen de Squire zich teruggetrokken had in
de bibliotheek, aarzelde Eric. Hij wist werke
lijk niet wat hij doen zou. Zou hij het gezel-
schap van de anderen opzoeken in den salon,
waar zich ook dat meisje bevond? Anderhalf
uur was voldoende geweest om hem te ont-
nuchteren. Hij was dat ordinaire schepsel al
behoeve van de voedselvoorziening buiszoe-
king door het militaire gezag geoorloofd is,
en ten slotte, dat de militaire overheid be
voegd is, publicatie van berichten aangaande
militaire maatregelen te verbieden.
Na de afkondiging van den staat van oor
log behoort de Kroon onverwijld een wets-
ivoorstel in te dienen om het voortduren van
dien staat vast te stellen.
Zooals men ziet heeft de afkondiging van
den staat van oorlog nog niet het algeheel
uitschakelen van het burgerlijke gezag ten
gevolge. Ook zal men hebben opgemerkt, dat
de huiszoeking en de beknotting van de pers-
vrijheid tot bijzondere gevallen beperkt zijn
(de eerste enkel ten behoeve der voedselvoor
ziening en de laatste met betrekking tot
militaire bewegingen.)
Geheel anders wordt dit alles bij den staat
van beleg, wanneer, eveneens krachtens de
Oorlogswet, de burgerlijke autoriteiten geheel
geschikt zijn aan de militaire. Zoo is bepaald,
dat de burgerlijke besturen en ambtenaren in
dat geval gehoorzaamheid verschuldigd zijn
aan de militaire; dat verordeningen door de
militaire autoriteiten gemaakt kunnen wor
den zonder overleg met de civiele; dat het
militaire gezag beslist over den toegang tot
en het verlaten van het in staat van beleg
verklaarde gebied; dat de vrijheid van druk
pers en de onschendbaarheid van de woning
kunnen worden geschorst (dus algeheel en
niet enkel in bepaalde gevallen); dat het
recht van vergadering en de onschendbaarheid
van het brievengeheim eveneens afgeheel kun
nen worden geschorst en dat, ten slotte, tijde-
lijke krijgsraden voor de burgers kunnen wor
den ingesteld.
Men ziet, dat de staat van beleg een heel
wat straffer karakter draagt dan die van oor
log. Het is te hopen, dat de omstandigheden
niet tot het nemen van dezen maatregel,
waartoe het, als we ons niet vergissen, tijdens
den wereidoorlog hier te lande ook nimmer
gekomen is, zullen nopen.
Ten slotte leggen wij er nogmaals den na-
druk op, dat ook afkondiging van den veel
minder ingrijpemden staat van oorlog, gezien
het beperkte doel, waarmede deze maatregel
genomen werd, niet de minste reden tot ge-
alarmeerdheid oplevert.
DE HULDEBRIEF AAN DE KONINGIN.
Een dertigtal vrouwenorganisaties, waar-
onder eenige groot federaties de Joodsche,
katholieke en christelijke maakten gebruik
van de gelegenheid om in het gebouw van de
V.V.H. te Rotterdam den brief te teekenen aan
H.M. de Koningin, waarin haar kracht en
zegen wordt toegewenscht in haar poging tot
bemiddeling van de huidige crisis.
Het hleek uit de woorden van vele onder-
teekenaarsters, dat de Nederlondsche vrouw
zich bewust is, dat de bemiddeling der lands-
vrouwe het meeste kans van slagen heeft,
wanneer haar volk zich onthoudt van uitingen
van haat en onrust.
PRINS RERNHARD SLAAT TROEPEN-
TRANSPORTEN GADE.
In den vroegen morgen van Vrijdag begon-
nen in den lande de transporten der gemobi-
liseerde troepen, welke de derde phase van de
mobilisatie in ons land beteekenen.
Op het drukke kruispunt van wegen hij de
Haagsche Schouw moesten vele gemotori-
seerde onderdeelen passeeren. Z.K.H. Prins
Bemhard heeft daar een gedeelte der trans
porten bijgewoond.
De Prins was gekleed in de uniform van
kapitein der grenadiers en droeg de distinctie-
ven van adjudant in buitengewonen dienst
van H.M. de Koningin.
OPBREN'GST VAN DE FILM
„ONS PRINSESJE LOOPT".
Van officieele zijde verzoekt men ons mede
te deelen, dat het bericht omtrent een gift
van H.K.H. Prinses Juliana van f 10.000 voor
meer dan beu. Hij wist nu vast en zeker, dat
hij zich ontzettend vergist had in dat ver
schrikkelijke kind". Dat zijn zusters, meer
dan gelijk hadden, indien ze elk uur in haar
nabijheid een voortdurende kwelling vonden.
Hjj kreeg nu werkelijk met Silly Billy te doen.
Die dwaze demarches waren eens te meer het
bewijs van zijn volkomen achterlijkheid. En
dat Basil aan de goedkoopere opdringerige
charme van dit volkskind ten offer was ge
vallen, kon je van dergelijke geleerde snoes-
hanen verwachten. Trouwens, hij werd niet
voor niets verpleegd. Eric was er nu wel zeker
van, dat er inderdaad een steekje aan hem
los was. Neen, de eenige oharmeur, het at-
tractiepunt der Londensche kringen, werd
zich bewust dat hij tegenover zijn geheele fa
milie een allerellendigst figuur had geslagen.
Hij, die hen als het ware tot in het diepst van
hun trots had gewond, door zijn stijfkoppige
en al te doorzichtige plannen, zou nu den
terugtocht moeten blazen. O, Eric wist het nu
al, dat hij morgen reeds door een telegram
naar zijn garnizoen zou worden geroepen.
Maar toch, als hij niet naar den salon ging,
had het alien schijn, alsof hij werkelijk voor
haar vluchtte. En die gedachte, nog bezwaard
met de hatelijke blikken van zijn moeder en
zijn zusters, kon bij niet verdragen.
Toen hij de deur van den salon opende,
sloeg hem een schreeuwerige muziek tegen.
Miss Ames zat wederom voor de piano en
draaide de verschillende moppen af, zooals
den vorigen keer. Maar groote genade, met
welk een verschil
Midden in den allersentimenteelsten uit-
haal hield ze plotseling op om hem met een
rauwe stem toe te gillen;
"Ha, eindelijk laat zijne hoogheid zich
weer eens zien. Zeg, Eric, kom jij nou eens
gemoedelijk bij me zjtten en vertel me eens,
wat ik voor je zal spelen."
"O. dat zou ik zoo precies niet kunnen zeg-
_gen. Wat je zelf verkiest", antwoordde zijne
hoogheid met een effen stem.
het bureau Ontwikkeling en Ontspanning voor
Militairen op een misverstand berust. Het be-
treft hier geen particuliere gift van Hare
Koninklijke Hoogheid, maar het eerste ge
deelte van de opbrengst der film van Prinses
Beatrix, opgenomen door Z.K.H. Prins Bern-
hard, welk bedrag het Prinselijk Paar voor
het bovenomschreven doel beschikbaar heeft
gesteld.
Naar de N. R. Crt. van bevoegde zijde ver-
neemt, zijn van regeeringswege zilverbons in
voorraad gemaakt, die bij eventueel gebrek
aan zilvergeld of pasmunt dienst kunnen doen.
In de oorlogsjaren 19141918 is men tot
de uitgifte van deze bons overgegaan, omdat
velen zilvergeld aan de circulatie onttrokken
hadden.
Tot de uitgifte van deze bons zal echter niet
behoeven te worden overgegaan, indien ieder-
een het zilvergeld op normale wijze laat cir-
culeeren.
EEN TIJDELIJK VISCHLOOS TIJDPERK.
Nederland gaat een tijdelijk vischloos tijd-
perk tegemoet. De reeders te IJmuiden en te
Vlaardingen durven hun schepen niet naar
zee te zenden en de binnenlandsche expeditie
van de visch ligt vrijwel stil door de vordering
van auto's voor het leger.
Volgens artikel 5 van de Prijsopdrijvings-
en Hamsterwet is met ingang van Donderdag
j.l. prijsopdrijving van alle goederen verboden.
Eventueel worden de betreffende goederen
verheurd verklaard.
DIENST- EN RESERVEPLICHTIGEN
BUITEN EUROPA.
De Regeeringspersdienst meldt:
Dienst- en reserveplichtigen, die buiten
Europa wonen, behoeven voorloopig niet aan
de buitengewone oproeping tot opkomst in
werkelijken dienst te vol'doen. Zij moeten der-
haive geen gevolg geven aan de persoonlijke
oproeping, die hun, voor zoover de dienst-
plichtigen betreft, een dezer dagen door den
burgemeester der Nederlandsehe gemeente,
waar zij als groot-verlofganger staan inge-
schreVen, zal zijn toegezonden.
DIENSTPLIGHTIGEN VOOR HET
BATALJON WEGENTROEPEN.
De regeeringspersdienst meldt:
De buitengewone dienstplichtigen, behoo
rende tot het bataljon wegentroepen, behoe
ven voor zoover zij reeds van den burgemees
ter hunner woonplaats een groene lastgeving
mochten hebben ontvangen, aan deze oproe
ping geen gevolg te geven zoolang de open-
bare kennisgeving voor oproeping buitenge
wone dienstplichtigen, bestemd voor de we
gentroepen (kleur groen), niet is aangeplakt.
Naar aanleiding vn een door United Press
gestelde vraag omtrent den aanvang van de
Britsche blokkade van Duitschland', heeft vol
gens „De Courant" een woordvoerder van de
Britsche admiraliteit telefonisch verklaard:
„:De blokkade is uiteraard ommiddellijk bij het
uitbreken van den oorlog begonnen."
De Fransche kuststations voor de scheep-
vaart hebben in den afgeloopen nacbt den
koopvaardijschepen op de Noordzee medege-
deeid, dat zij ter w'ille van hun veiligheid reke-
ning dienen te houden met het passeeren van
onderzeebooten boven Terse helling.
De juisite plaats en tijdstippen, waarop deze
vepplaatsingen in den vroegen morgen zouden
geschieden, werden daarbij opgegeven.
Dergelijke ,,avis de guerre" volgden elkaar
snel op. Ook voor onderzeeers en mijnen bij
de Canarische eilanden werd gewaarschuwd.
De Engelsche regeering heeft aan de seheep-
Hij keek even in het rond en ontdekte tot
zijn uiterste veriichting een fauteuil in den,
van diezelfde piano, meest verwijderden hoek,
waaraan hij den vorigen keer een uiterst ge-
zelligen avond had kunnen doorhrengen, met
diezelfde miss Ames. Een avond zoo gezellig,
dat hij niet van de piano was af te slaan. Daar
dit hoekje zich in den uitersten achterhoek
van den salon bevond was het niet meer dan
logisch, dat hij in de onmiddellijke nabijheid
van Peggy Delamere terecht kwam, die daar
ernstig en ijverig zat te werken aan een bor-
duurwerkje dat Pearl was begonnen als ver-
jaardaggeschenk voor haar moeder, maar
halverwege had laten schieten.
Hij wendde zich tot de ijverige maar zwijg-
zame Peggy. Hij was er zeker van, dat het
lawaai van miss Ames' muziek en zang al
zijn woorden zou begraven. In een toon, die
hij naar best vermogen zoo onverschillig mo-
geijk liet zijn, vroeg hij haar:
„Beste meisje, kun jij me ook vertellen,
wat er met moeders opgedrongen betalende
logd is geheurd?"
„Geheurd?" deed Peggy verwonderd. ,,Er
is niets gebeurd. Wat zou er gebeurd moeten
zijn?" herhaalde zij nog eens in dien onschul-
digen toon, waarmee een meisje een man woe-
dend kan maken. ,,Of bedoel je, of ze reeds
verloofd is?"
,,Nee, dat interesseert me niet in het
minst", zei de jonge officier. ,,Je weet drom-
mels goed, wat ik zeggen wil. Hoe komt het,
dat ze in enkele dagen zoo ontzettend omge-
draaid is, zoo in en in triviaal is geworden?"
I'ogyy bloosde heel even. De bios was even
bekoorlijk als het schitteren in haar oogen,
dat neef Eric dien avond voor het eerst had
ontdekt. Hij vroeg zich ineens af, wat er ook
met zijn „nicht" geheurd mocht zijn, dat zij
zoo buitengewoon aantrekkelijk was gewor
den.
Al wat Peggy zei was:
„Miss Ames wordt zeer bewonderd. Ik
dacht zelfs, dat jij ook nog met haar wegliep.
vaart doen mededeelen, dat een gedeelte van
de Noordizee wegens mijnen gevaarlijk is.
Het gevaar-gedeelte wordt begrensd in het
Westen door 5 gr. O.L., in het Noorden door
56 gr. N.B., in het Oosten en Zuiden door de
Nederlandsehe en Deensche territoriale wate
ren en de Duitsche kust. De Straat van Dover
is voor die scheepvaart afgesloten.
DE MONOPOLISEERING VAN IN- EN
UITVOER VAN ARTIKELEN.
De Minister van Economische Zaken heeft
thans beschikt, dat uit de lijst van producten,
van welke uit- en invoer is gemonopoliseerd
voor de Ned. Akkerbouwcentrale, komen te
vervallen de artikelen spinazie- en radijszaad.
Uit de gepubliceerde lijst van producten,
waarvan in- en uitvoer bij uitsluiting aan de
Ned. Meelcentrale is toegestaan, vervalt het
artikel gist.
Aian deze laatste lijst zijn toegevoegd de
artikelen: cacao, koffie en thee.
Het A.NjP. bericht, dat ten aanzien van
het vervoer van steenkolen kan worden mede-
gedeeld, dat het wagenpark van de spoor-
wegen geheel ten dienste is gebleven van de
Nederlandsehe spoorwegen, daar dit wagen-
type niet geschikt is voor militaire doeleinden.
Daar de productie van onze mijnen vrijwel
gelijk is met het binnenlandsch verbruik, geeft
dit den waarborg voor den komenden winter,
dat alle dan voorhanden voorraden brand-
stoffen door het geheele land per spoor kun
nen worden aangevoerd, aldus het persbureau.
DE WEGENBELASTING WORDT
TERUGBETAALD.
Eenige dagen geleden hebben wij gemeld,
dat de Kon, Ned. toeristenbond A.N.W.B. en
de Kon. Ned. Automobielclub, naar aanleiding
van tal van vragen, den Minister van Finan-
cien hebben verzoch,t spoedig te beslissen of
de eigenaars hun motorrijtuigen, die ten ge
volge van de buitenigewone omstandigheden
niet gebruikt kunnen worden, de vooruit be-
taalde wegenbelasting over den termijn gedu
rende welken zij hun motorrijtuig niet kunnen
gebruiken, al dan niet terugbetaald zullen
krrjgen.
De Minister heeft thans beslist, dat „aan
houders van motorrijtuigen, die door het de-
partement van Defensie in Augustus 1939 zijn
gerequireerd, restitutie van de door hen be-
taalde motorrijtuigen-belasting kan worden
verleend van 1 September 1939 af." De be-
lasting wordt terugbetaald op het kantoor
waar de belastingkaart is aflgegeven.
Indien zij, die op bovenigenoemde wijze
restitutie van vooruit betaalde wegenbelasting
hebben verkregen in den loop van een der
maanden van het belastingjaar 19391940
opnieuw een motorrijtuig gaan gebruiken, zijn
zij van den eersten van die maand af opnieuw
motorrijtuigenbelasting verschuldigd.
DISPENSATIE VAN UITVOERVERBODEN.
Men1 verzoekt ons van bevoegde zijde er op
te wijzen, dat met ingang van 2 Sept. 1939
een algemeene dispensatie wordt verleend van
de volgende uitvoerverboden:
Vlas, al dan niet bewerkt, afval van vlas
en van linnen garens, dierlijke organen en
ander slachtafval.
Deze algemeene dispensatie ontheft belang-
bebbenden niet van de verplichting om voor
den uitcvoer een monopolie-overeenkomst aan
te gaan met de instantie, en als monopolie-
houdster is aangewezen voor de betreffende
artikelen.
Ook voor gist is met ingang van Vrijdag
een algemeene dispensatie van het uitvoerver-
bod verleend.
Aangezier. de aanwijzing als monopolie-
product reeds is ingetrokken, is de uitvoer en
dit geldt evenzeer voor den invoer voorloopig
aan geen regeling gebonden.
Je hebt het in ieder geval wel gedaan."
,,Ja, ik heb het gedaan", herhaalde Eric,
terwijl hij naast Peggy op den divan kwam
zitten en begon te spelen met den draad, tot
het bolletje onhandig uit zijn handen viel en
onder den divan rolde. O jongelui, pas toch
op voor dit gevaarlijke spel. Waag je nooit
aan de zijden draden van een dameshand-
werkje. Ze lijken zoo zacht, zij schijnen zoo
teer, maar ze verbergen een kracht, die je
handen samensnoert, beter en klemmender
dan het hardste staal. Maar Eric had hier
geen erg in. Met dezelfde luchthartigheid liet
hij zich ontvallen:
,,Toen ik haar den vorigen keer voor het
eerst zag, vond ik haar in dien uitbundigen
stijl niet kwaad. Ze was werkelijk leuk en
onderhoudend. Maar ik kan niet zeggen, dat
ze bij deze nadere kennismaking gewonnen
heeft, Peggy."
„Vind je van niet?" vroeg Peggy argeloos,
terwijl ze stevig doorstikte en dankbaar een
oogje waagde naar miss Ames, die in onver-
minderden ijver haar voeten op de pedalen
hield. ,,Och, ik zou zeggen van wel!"
Eric vond dat Peggy werkelgk een hart
van goud bezat.
.Niemand zal het meisje ten laste willen
leggen, dat ze van achter de toonbank komt",
zei hij. „Niemand zal er haar hard om vallen,
dat ze een beetje luidruchtig is uitgevallen.
Maar ze is zoo ontzettend opdringerig gewor
den. Dat gekke gedoe van Sily Billy is haar
zeker naar het hoofd gestegen. En... nou ja,
ze neemt alles voor haar eigen rekening. Ze
laat werkelijk niets voor een ander over. Je
kunt je niet voorstellen, wat voor idioten in
druk dat op den jongen man maakt. Peggy,
indien hij zich als het ware ziet uitgeschakeld
in het proces. Een man, die zich respecteert
kan een meisje dat hem niets te doen over-
laat, gewoonweg niet uitstaan."
(Wordt vervolgd.)