ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Arabella de Verschrikkelijke
No 9954
MAANDAG 21 AUGUSTUSJ1939
79e Jaargang
Binnenland
FeuiNeton
DE DOOP VAN PRINSES IRENE.
Hr. Ms. „TROMP" ONDER OVERGROOTE
BELANGSTELLING HET ZEEGAT UIT.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150
TELEFOON No. 25.
AD VERTEX TifiNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLETNE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
HandeLsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
LIGHTING 1940 KOMT NORMAAL ONDER
DE WAPENEN.
Het departement van Defensie in Den Haag
meldt, in de dezer dagen te verschijnen leger-
orders zal worden bekend gemaakt, dat 'de
eerste ploeg der licbting 1940 op 4 October in
werkelijken dienst zal komen. Deze bekend-
making gescbiedt in afwachting van de bin-
nenkort verschijnende Indeelingsbeschikking
1940.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat bet
tijdvak van 1 tot 10 October bet normale tijd
vak van opkomst van deze ploeg is.
Door bijzondere omstandigbeden moest bet
vorige jaar van bedoeld tijdvak worden af-
geweken, toen is de eerste ploeg van de licb
ting 1939 op 24 October 1938 in werkelijken
dienst gekomen.
De plannen voor een waardige inrichting
der Nieuwe Kerk te Amsterdam ter gelegen-
heid van den doop van Prinses Irene en de
ont'hulling der ,,jubileumramen" zijn thans na-
genoeg gereed. De onthulling der ramen door
H.M. de Koningin zal waarscbijnlijk plaats
hebben op den derden dag van bet Koninklijk
bezoek, dus op Donderdag 14 September, de
doop zal aan Prinses Irene bediend worden op
Zaterdagmorgen 16 September.
De moeilijkheid bij de inricbting was, vol-
gens de Tel., voomamelijk gelegen in de ver-
schillende eiscben, die beide plechtigheden
stellen. Bij de onthulling moet v66r de te ont-
bullen ramen een hoog platform worden ge-
bouwd, waarop H.M. de Koningin zal plaats
nemen. Bij den doop kan men dit natuurlijk
allerminst gebruiken. De bloemenversiering,
die op 14 September kleur en fleur aan de
kerk zal geven, moet op 16 September ver-
wijderd zijn, daar de doop als kerkelijke plech-
tigheid bloemen moeilijk verdraagt. Dan zul
len hoogstens enkele sobere palmen en enkele
witte bloemen worden aangebracht.
De ruimte voor den kansel wordt geheel
ontruimd; de stoelen en banken, die er tbans
staan, worden weggenomen: smalle Weener-
stoelen worden neergezet, opdat zooveel' mo-
gelijk gasten den dienst kunnen bijwonen. In
het geheel zullen er achttienhonderd zitplaat-
sen zijn.
De zetels voor de Koninklijke familie wor
den geplaatst tegenover den kansel tegen de
bank, waarin de Koningin en haar gevolg
plaats nemen, als H.M. een gewonen dienst
bijwoont. De doopvont wordt direct voor de
kansel geplaatst.
Luidsprekers zullen zorg dragen, dat de ge-
beele dienst in elken hoek te verstaan is.
In verband met alle noodige werkzaamheden
wordt de kerk na 27 Augustus voor den ge
wonen eered-ienst gesloten. Direct na de doop-
plechtigheid wordt zij ecbter ter bezichtiging
opengesteld.
EEN BELAN1GRIJKE GIFT VOOR
DE VIERLING.
Het Prinses Beatrix-fonds beeft een belang-
rijk bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve
van de vierling der familie Pijlman te Hen-
gelo.
PRINS BERNHARD HANDHAAFT
DE KRIJGSTUCHT.
Een militaire auto met eenige manschappen
acbterin was Donderdagmorgen onderweg
naar Soesterberg, toen de wagen ingehaald
werd door de auto van Prins Bernhard.
De manschappen acbterin hadden bet zich
zeer gemakkelijk gemaakt. Een ervan wuifde
den Prins in het voorbijgaan amicaal toe. De
Prins ging voor den militairen wagen rijden
en beduidde dezen te stoppen.
Er bestaan nog altijd voorsehriften, vol-
gens welke militairen niet mcgen wuiven naar
EEN VROOLIJKE LIEFDESROMAN
van Berta Ruck.
Vertaald door TEO DE WTTTE.
22) Vervolg.
,,Ik nooit", zei Arabella, vriendelijk maar
beslist. ,,Er blijkt maar al te duidelijk uit, dat
je niet in het minst begrepen hebt, waar de
schoen wringt. Met al je geleerdheid en je boe-
ken en je vier talen en je examens zie je niet
eens kans een eenvoudig meisjeshart te be-
grijpen. Een meisje kan op den duur van een
man gaan houden en dat gebeurt maar al te
vaak. In jullie kringen scbijnt dat zelfs vol-
doende te zijn om een huwelijk te sluiten. Maar
ik zeg je, dat geen enkel meisje tijd noodig
heeft om iemand te beminnen."
De jonge Oxfordman wist hier niets op te
antwoorden. Hij bepaalde zich er toe baar be-
deesd te verzekeren, dat hij haar beslist zou
leeren hem te beminnen, indien zij hem slechts
een kans wilde geven.
,,Ik zeg je nog eens, dat liefde het eenige op
de wereld is, dat niemand van of aan een
ander kan leeren", zei Arabella met een
merkbare superioriteit in deze zaken. Lief
de heb je in-eens, al kan het lung duren, voor-
dat je werkelijk overtuigt geraakt van dit ge-
voel, of al duurt het soms een e-euwigbeid
voor dat je kunt bewijzen, dat die liefde wer
kelijk bestaat. Maar ze is er van begin af aan
of ze is er niet. Tusschen ons is er niets, al-
thans niet bij mij."
,,lk zou alles doen, er alles voor over heb-
ben, om je gelukkig te maken", bleef de veel-
beloVende geleerde aandringen, nederig en on-
beholpen als de eerste de beste staljongen. En
yoorbijgangers, zei Prins Bernhard tot den
bevelVoerenden sergeant, die voorin zat. U
mag daarom wel eens op uw mannen letten,
die acbterin zitten.
Na deze Prinselijke berisping kon men zijn
tocbt voorzetten. De militairen in den wagen
durfden echter nauwelijks meer iemand aan-
kijken en in goede orde bereikte men de
plaats van bestemming.
NIEUWE TWEEDE HAMERLEDEN.
De voorzitter van het Centraal stembureau
beeft tot leden van de Tweede Kamer be-
noemd verklaard:
in de vacature Albarda den heer J. Bom-
mer te Amsterdam;
in de vacature de Geer prof. dr. J. R. Slote-
maker de Bruine te Wassenaar, en
in de vacature van den Tempel den heer
B. C. Franke te Amsterdam.
GROOTE PARADE OP 31 AUGUSTUS
TE DEN HAAG.
Men meldt van bevoegde zijde:
De 31 Augustus a.s. ter eere van den ver-
jaardag van H. M. de Koningin te 's-Graven-
hage te houden groote parade zal, in verband
met de uitbreiding en modemiseering van ons
leger, van grooter formaat zijn dan tot nu toe
bet geval was.
Behalve de grenadiers en jagers, bet 3e
regiment huzaren en bet 2e regiment veld-
artillerie, zullen verschillende gemotoriseerde
onderdeelen, waaronder zware artillerie, lucht-
doelartillerie, pantserwagens, huzaren, motor-
rijders en zoeklicht-onderdeelen aanwezig zijn.
Hoewel bet traditioneele Malieveld on-
danks bet benutten van den rijweg van de
Boorlaan allengs te klein zou worden voor
het bijeenbrengen van troepenafdeelingen van
beteekenis, is hiertoe toch besloten, omdat bet
gedeelte van de parade, dat bestaat uit bet
piarobeeren van de troepen op een paradeveld
en het aldaar houden van een inspectie beter
tot baar recbt kan komen.
Teneinde evenwel een zoo groot mogelijk
deel van de bevolking in staat te stellen de
troepen te zien zonder het verkeer veel te
pelemmeren, zullen alle onderdeelen door een
gedeelte der residentie marcheeren.
DEFILf; VOOR DEN MINISTER VAN
DEFENSIE VAN DE GRENADIERS
EN JAGERS.
De regimenten grenadiers en jagers, vooraf-
gegaan door de Koninklijke Militaire Kapel,
bebben Zaterdagocbtend te 's Gravenbage
voor den Minister van Defensie, den heer A.
Q. H. Dijxhoorn, gedefileerd. Op het hordes
van zijn departement stond Minister Dijxhoorn
met zijn adjudant kapitein van den generalen
Staf Mr. H. J. Kruis.
Tijdens bet defile voegde luitenant-kolonel
J. van Voortibuijsen, commandant van het
regiment grenadiers, zich bij den Minister.
De kapel, tegenover bet bordes opgesteld,
speelde gedurende bet voorbijtrekken van de
troepen.
Er was nogal wat belangstelling voor bet
defile en de politic zorgde ervoor, dat alles
ordelrjk verliep.
ROTTERDAMSOME RAAD WENSOHT HET
KONINKLIJK HUIS GELUK.
In de Donderdagmiddag gehouden gemeente-
raadsvergadering te Rotterdam de eerste
na de geboorte van Prinses Irene beeft
de loco-burgemeester, de soc.-dem. wethouder
De Zeeuw, een rede uitgesproken, waarin bij
zich tot tolk maakte van de gevoelens van
den raad, om van deze plaats onze vorstin
en haar huis geluk te wenscben. Met deze
beuglijke gebeurtenis, zoo zeide hij, leven wij
niet alleen uit mensohelijke, maar ook uit
andere overwegingen mede. De geboorte van
een Prinses vergroot de kans, dat de tijd,
gedurende welke de band tusschen bet Oranje-
de dochter van den dorpswinkelier, die op dit
gebied meer wijsheid en ondervinding bezat
dan de theoreticus, antwoordde vriendelijk
maar zonder een centimeter gewonnen te
geven:
„Geen enkele man kan een vrouw gelukkig
maken, ze is wel of ze is niet gelukkig met
hem, onder alle omstandigbeden."
„En waarom zou je dan niet gelukkig met
mij kunnen zijn?" stelde Basil Cattermole
eindelijk de vraag van alle teleurgestelde min-
naars.
,,Dat weet ik niet. Ik weet alleen, dat ik het
niet zou kunnen en dat is voldoende zou ik
zeggen. Ik ben niet gewend dergelijke hooge
vraagstukken op te lossen. Ik bepaal me tot
het gegeven. Ik kan niet anders zeggen, dan
dat ik je een heel aardigen jongen vind en
dat je zeker ooit eens erg gelukkig zult zijn
met een meisje. Maar niet met mij in ieder
geval. O, nee!"
Tien minuten later zat ze in baar eigen
kamer te schreien om den blik in Basil Catter-
mole's oogen, toen hij dat beslissende ,,o, nee"
van haar incasseerde.
„Ik kan er geen touw meer aan vastknoo-
pen", zat ze te snikken. ,,De eerste had heele-
maal geen hersens, deze heeft er juist iets te
veel. Ik vraag me af, waar ik dan wel tevre-
den mee zal zijn."
Dienzelfden middag reed Basil met zijn uit-
verkoren zuster Beryl naar Bournemouth,
waar men telegrafiscbe kamers voor hem bad
besteld. De rampzalige Arabella die in baar
eigen kamer zat te snikken en zich verbazend
ellendig voelde, was niet eens aanwezig om
hem goeden dag te zeggen. Maar zij had de
gezichten der familie gezien. Zij begreep, dat
zij wisten waarom hij het plotseling in zijn
hoofd had gekregen om te vluchten. Er werd
met geen woord over huwelijksaanzoeken en
weigeringen gesproken. Dat beboefde ook
niet. De Catermole's wisten het en zij hadden
het verschrikkelijke kind wel in stukken kun
nen scheuren.
huis en Nederland zal bestaan, verlengd zal
worden.
Die band is in onze constitutioneele monar
chic een essentieel onderdeel van ons staat-
kundig bestel, waarin onze democratische
vrijheden liggen verankerd. Moge de bede,
dat in den gekozen naa.n Irene ligt, verhoord
worden en bet H. M. de Koningin toegedacbt
zijn, met ons volk nog vele jaren den ge-
boortedag van de jonge Prinses mede te vie-
ren, terwijl voor ons volk de vrede naar bui
ten niet verstoord moge worden en naar bin
nen gehandhaafd blijve in een periode van
toenemende welvaart van bet ganscbe volk in
al zijn schakeeringen.
WEER EEN NEDERLANDER NAAR
DUITSOHLAND GELOKT EN GEVANGEN
GENOMEN.
Bij de familie van den beer J. Drenth,
ambtenaar bij de registratie en domeinen te
Alphen a. d. Rijn, is bericbt ontvangen, dat
de beer Drenth zich in Dusseldorp in hechte-
nis bevindt. De heer Drenth, die o.m. de
zaken behartigde van een in Duitschland
wonende Nederlander, ontving Maandag van
dezen een telegram, waarin hem werd ver-
zocbt onmiddellijk naar Duitschland te komen.
De beer Drenth voldeed aan dit verzoek, docb
Donderdag zond bij aan zijn echtgenoote een
brief, waarin bij mededeelde, dat het telegram
slechts ten doel bad gehad hem over de grens
te lokken, daar de in Duitschland wonende
Nederlander reeds was gearresteerd en bij
zelf bij zijn aankomst in Duitschland onmid
dellijk in hechtenis werd gesteld.
Otmtrent de reden van de arrestatie is niets
bekend. De familie van den beer Drenth beeft
zich tot den Minister van Buitenlahdscbe
Zaken gewend met het verzoek inlicbtingen
daaromtrent te willen inwinnen.
NIEUW HOOFD DER AFDEELING
DIPLOMATIEKE ZAKEN.
Dr. J. H. van Royen, te voren eerste ge-
zantschapssecretaris aan de Nederlandsche
legatie te Tokio, die Mr. E. N. van Kleffens
bij zijn vertrek naar Bern zou opvolgen als
hoofd van de afdeeling diplomatieke zaken
van het departement van buitenlandsche
zaken, beeft deze functie thans bij vervroe-
ging aanvaard in verband met de benoeming
van den heer Van Kleffens tot Minister van
Buitenlandsche Zaken.
DE ONTGINNING EN KOLONISATIE VAN
DEN N.O. POLDER.
T-."
Bij beschikking van den Minister, van
Waterstaat van 17 Augustus is ingesteld een
commissie, waaraan wordt opgedragen de
voorbereiding van de organisatie van de ont-
ginning en kolonisatie van den Noord-Ooste-
Jijken polder, met verzoek den Minister daar
omtrent rapport uit te brengen.
In deze commissie zijn benoemd:
a. tot lid en voorzitter Jhr. Ir. O. C. A.
van Lidth de Jeude, oud-minister van Water
staat;
b. tot leden: Mr. Dr. L. J. C. Beaufort,
lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal; Mr. Th. A. van Dijken, lid der Tweede
Kamer; Mr. Dr. R. H. baron de Vos van S'teen-
wijk, Oommissaris der Koningin in de provin-
cie Drenthe; Dr. Ir. Th. van der Waerden, lid
der Tweede Kamer; Ir. V. J. P. de Biocq van
Kuffeler, hoofdingenie-ur-directeur van den
Rijkswaterstaat, belast met de uitvoering
van den dienst der Zuiderzeewerken; J. E.
van der Heyden, administrateur bij het de
partement van waterstaat; H. Bakker, inspec-
teur der registratie en domeinen; J. D. Schou-
ten, inspecteur der registratie en domeinen;
,Mr. H. W. J. Mulder, raadsadviseur bij het
departement van binnenlandsche zaken; N. A.
Nap, hoofdcommies bij het departement van
binnenlandsche zaken; Ir. S. Smeding, direc-
teur van de Wieringermeer; C. L. de Bruyn,
,,Dat vreeselijke burgerkind moet niet wel
bij het hoofd zijn", verklaarde mrs. Catter
mole tegen haar man. ,,Ik weet werkelijk niet
of ik me opgelucht moet voelen, dat deze ramp
tenminste van ons is afgewend, dan wel be-
leedigd. omdat dit nest ten slotte niet te goed
voor zich acht. Iedereen zou toch vermoed
hebben dat ze met een sneltreinvaart op dien
mr. Wynstone zou zijn afgevlogen. Ze heeft
hem kalm voor evenveel laten staan."
..Him", zei de Squire, in een toon, die voor
zijn echtgenoote niet erg bemoedigend klonk.
Hij was als de meeste mannen. Hij beschouw-
de het als een goede noot en als een bewijs
van gezond verstand, indien een meisje een
man een blauwtje liet loopen. In het dieps-te
van zijn hart is immers iedere man overtuigd
dat hij de eenig geschikte echtgenoot zou zijn
voor het meisje waarop hij zijn oog heeft
laten vallen. Zoo zijn ze nu eenmaal.
,,En dan", verbrak Amber de stilte, ,,en dan
als ze zich eerst letterlijk aan Basil heeft op-
gedrongen, als ze hem met haar intrigues ge
heel voor zich heeft weten te winnen, legt ze
hem, ook hem, gewoon naast zich neer. En
toch heeft die erwten- en hammenvader haar
met geen ander doel aan ons opgedrongen,
dan om een geschikten echtgenoot uit onze
kringen voor haar te vinden. Ik zou wel eens
willen weten, wat dan wel een goede partij
voor haar is en wanneer het haar zal behagen
om in alle grootmoedigtheid af te dalen tot een
van haar aanbidders. Ik vind het verschrikke-
lijk!"
„Ik zal jullie eens vertellen, waar de schoen
wringt", kondigde het enfant terrible der fa
milie, Pearl Cattermole, uit den achtergrond
van den salon aan. Toen, na een plechtige rust
sprak ze het woord, dat ook de anderen reeds
op de lippen hadden: ,,Eric!"
Pearl!" sprak haar moeder streng. ,,Ver-
tiwijn en houd voortaan dergelijke nonsens
voor je."
Maar in haar hart was mrs. Cattermole er
maar al te zeer van overtuigd dat het abso-
secretaris van de directie van de Wieringer
meer; A. Blaauboer, secretaris van de ge-
meente Wieringermeer;
c. lid-secretaris Mr. J. M. Kan, hoofdcom
mies bij het departement van binnenlandsche
zaken;
d. adjunct-secretaris H. Burik, adjunct-
commies bij het departement van binnenland
sche zaken.
MINISTER WELTER EN OUD-MINISTER
VAN DIJK ONDERSCHEIDEN.
De zaakgelastigde ad interim van Belgie,
baron Ruzette, heeft den Minister van Kolo-
nien den heer Ch. J. I. M. Welter en den oud-
Minister van Defensie Dr. J. J. C. van Drjk
mededeeling gedaan van hun onderscheiding
met het Grootkruis in de orde van de Kroon
van Belgie en heeft hun, respectievelrjk Don
derdag op het Departement van Kolonien /en
Vrijdagmiddag ten huize van Dr. Van Dijk, de
versierselen dier hooge onderscheiding over-
handigd.
Onder enorme belangstelling, zoo groot als
nog niet bij het vertrek van een oorlogsbodem
te Nieuwediep is ondervonden, is Zaterdag
morgen te kwart voor elf Hr. Ms. flottielje-
leider ,,Tromp", onder commando van den
kapitein-luitenant-ter-zee J. W. Termrjtelen,
voor het eerst naar Ned.-Oost-Indie vertrok-
ken.
Reeds geruimen tijd voor het vertrek
heerschte er aan de buitenhaven een leven-
dige drukte. Alle parkeerruimte aan het
Havenplein en het hoofd was ingenomen door
auto's, autobussen en fietsen. Niet alleen de
familieleden van de talrijke bemanning hid
den zich op of in de onmiddellijke nabijheid
van het schip op, ook tal van Nieuwediepers
en vacantiegangers waren van het vertrek,
dat door schitterend zomerweer begunstigd
werd, getuige.
Aan boord bewogen zich honderden familie
leden van de bemanning op de verschillende
dekken, hetgeen een ongewoon aspect op-
leverde. Tegen tien uur echter moesten de
familieleden het schip verlaten en moest de
geheele bemanning aan boord zijn. De val-
reep werd op de kade getrokken en met assi-
stentie van het marinepersoneel aan den wal
ontmeerde de ,,Tromp" om door de sleepboot
Utrecht" langzaam naar den havenuitgang
gesleept te worden.
Bij het passeeren van het wachtsohip en het
directiegebouw, werd met vlagvertoon het
militaire saluut gebracht, terwijl de beman
ning aan boord van de flottieljeleider in lange
rechte rijen stond aangetreden. Bij het haven-
hoofd was de belangstelling nog grooter dan
bij den aanlegsteiger. Het publiek stond dicht
opeengepakt en op het Havenplein was geen
plaatsje open. Hier stond ook het muziek-
corps van het 21e reg. infanterie, onder lei-
ding van majoor van der Mey opgesteld, om,
bij afwezigheid wegens vacantie van de staf-
muziek der Kon. Marine, het vertrek op te
luisteren.
Op het fort Louise" zagen wij verschillen
de marine- en landmachtautoriteiten als ge-
woonlijk het vertrek gadeslaan, zooals den
marine-commandant schout-bij-nacht H. Jol-
les, namens den chef van den staf der Kon.
Marine, den kapitein-ter-zee J. C. van den
Berg, tal van officieren en verder familieleden
van de equipage. Nauwelijks was de ,,Tromp"
hier aangekomen, of de soheepskapel zette het
Wilhelmus in. Alles wat militair was stond
in de houding. Het was een plechtig moment,
toen terwijl het volkslied weerklonk de
..Tromp" langzaam en statig de haven verliet.
Nauwelijks was het Wilhelmus beeindigd, of
uit den mond van den schout-bij-nacht klonk
de kreet: ,,Drie hoezee's voor Hr. Ms. Tromp"
over de hoofden van de duizenden heen, die
luide hiermee instemden.
Van boord van de „Tromp" weerklonk
luut geen nonsens was. Eric, de beminde, de
trots van de familie, had zoo juist getelefo-
neerd, om zijn geliefde familie even te ver
tellen, dat hij kans had gezien een week ver-
lof te krijgen en er met heel zijn wezen naar
verlangde om die eens heerlijk lui in de lom-
merrijke parken van zijn geliefd landgoed te
komen doorbrengen. Het was zoo verschrikke-
lijk heet in de kazeme. Ze konden hem Dins-
dag verwachten. Hij genoot al van de voor-
pret.
Mrs. Cattermole wist, waarin die luie dagen
zouden bestaan: wandelingen met miss Ames
door het park, tennis met miss Ames, elken
avond apartjes bij de piano met miss Ames.
De arme vrouw wist werkelijk niet meer,
wat ze nu doen moest om een nieuwe trage-
die te voorkomen. Ze stortte echter wanhoops-
tranen op de zijden haren van haar geliefde
schoothondjes. Zou ze werkelijk een ernstigen
zenuwaanval krijgen en vertrekken? Nee, dat
zou immers niet beletten dat Eric toch kwam.
Ze moest met opoffering van al haar verdriet
stand houden, voortdurend op haar hoede zijn
en elke geste van dit verraderlijk kind streng
bewaken. Zou ze niet beter kunnen zorgen,
dat heel ,,De Schuur" verzameld bleef, zoodat
Eric onmiddellijk het enorme verschil zag
tusschen de goedkoope charme van een krui-
deniersdochter en den waardigen ernst van
zijns gelijken. Nee, Eric zou om beurten sar-
castisch en obstinaat worden en zich tenslotte
van heel die beweging niets aantrekken. Ze
wist bij treurige ondervinding hoe hij het be
staan dorst om zijn familie doodnuchter met
het geheele gezelschap te laten zitten, indien
de gasen hem niet aanstonden. Al was het
alleen maar om zijn moeder te sarren, zou hij
pertinent weigeren om een greintje aandacht
te besteden aan de meisjes die zijn bezorgde
moeder zou laten komen, als tegenwicht voor
miss Arabella. En welke jongelui ze ook uit-
n.oodigde, overwoog de arme mrs. Cattermole,
ten einde raad, ze zouden een voor een ten of
fer vallen aan hun berUchte voorliefde voor
eveneens een driewerf hoezee en terwijl het
muziekcorps van het 21e vroolijke marsch-
muziek ten gehoore bracht en een eskader
van negen watervliegtuigen boven den flotiel-
jeleider cirkelde, wendde de Tromp" in een
groote bocht den steven naar het Zuiden, om
de eerste reis naar Indie aan te vangen, nage-
staard door de talloozen langs den dijk. Op
de reede aangekomen, werden van boord van
de Tromp" dertien saluutschoten voor den
manne-commandant van Willemsoord afge-
geven, welk saluut door de kustbatterij werd
beantwoord.
WIJZIGING DER VESTIGINGSWET
KLEINBEDRIJF 1937.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer nopens het Wetsontwerp Ves-
tigingswet Kleinbedrijf 1937 is het volgende
ontleend
Het is den Minister van Economische Zaken
bekend, dat de kosten van de meeste cursus-
sen, welke dienen tot opleiding voor de exa
mens krachtens de vestigingswet, bestreden
moeten worden uit de schoolgelden. Het
komt hem echter niet gewenscht voor op dit
oogen blik bepaalde voorstellen tot subsidiee-
ring van dit onderwijs in te dienen. Wel wil
hij er, ter vermijddng van misverstand, op
wijzen, dat het hem niet juist voorkomt om
op de wijze, als in het voorloopig verslag ge-
schied is, een tegenstelling te maken tusschen
landbouw- en nijverheidsonderwijs, dat voor
een zeer belangrijk gedeelte van overheids-
wege wordt bekostigd, eenerzijds, en midden-
standsonderwijs, dat geheel door den midden-
stand zelf bekostigd wordt, anderzijds. Im
mers niet uit het oog mag worden verloren,
dat een groot gedeelte van het van overheids-
wege gegeven of gesubsidieerd handels- en
nijverheidsonderwijs aan den Middenstand ten
goede komt.
Behalve voor de dertien bedrqfstakken,
waarvoor thans maatregelen zijn genomen,
zijn nog tientallen verzoeken om vestigings-
eischen ingediend. Over den inhoud wordt
thans met de aanvragers en de betrokken or-
ganisaties overleg gepleegd. De Minister is
het geheel eens met die leden, die er op wijzen,
dat deze toepassing een bewijs is van den
noodtoestand in het middenstandsbedrijf, hij
is ervan overtuigd, dat de ervaring heeft ge-
leerd, hoezeer deze wet in een dringende be-
hoefte heeft voorzien.
Dat hij sommige leden de indruk gewekt is
dat willekeurige beslissingen ten aanzien van
de toelating van nieuwe ondernemingen
tijdens den spertijd geenszins zijn uitgesloten,
betreurt de Minister. Elk verwijt van wille-
keur, hoe bedekt ook, moet hij met stellig-
heid van de hand wijzen.
In dit verband mag niet onvermeld blijven,
dat het aantal gevallen, waarbij de aanvrager
aan geen enkelen redelrjken eisc'h voldoet,
ontstellend groot is.
De verlenging van den maximura-
duur van den spertijd.
Dat door de voorgestelde verlenging van
den maximum-duur de spertijd een integree-
rend deel van de vestigingswet zal worden, is
in zooverre juist, dat de praktijk heeft bewe-
zen, dat de spertijdregeling als noodmaatregel
niet gemist kan worden bij de uitvoering van
deze wet. Slechts eenmaal, bij een kleinen
bedrijfstak, kon direct tot het vaststellen van
vestigingseischen worden overgegaan zonder
een voorafgaanden spertijd.
De Minister heeft met belangstelling ken-
nis genomen van de opmerkingen dier leden,
die meenen dat deze gelegenheid had moeten
worden aangegrepen om enkele wijzigingen in
de Vestigingswet aan te brengen ten behoeve
van de houders van winkels in kleine plaat-
sen, waar allerlei uiteenloopende artikelen
worden verkocht, zoornede ten behoeve van
de seizoenbedrijven. Hij stelt zich voor deze
beide aangelegenheden, tezamep met het
vraagstuk van de bedrijfsregistratie, nader
het genre, van hun ontzettende gast, dat zoo
veel gemakkelijker was in den omgang dan
het zich respecteerende jonge meisje uit de
hoogere kringen. Aanvankelijk had ze niets
dan een afschrikwekkende vulgariteit in dat
kind gezien. Maar nu vreesde ze haar wel-
licht een beetje overdreven als een onweer-
staanbare kracht. Er bleek geen man bestand
tegen deze onverklaarbare charme.
Het was alsof ze een adder aan haar borst
koesterde, ze had als het ware de plaag zelf
in huis gehaald. De jonge Wynstone was er
door aangetast. Basil was er voor gezwicht,
zelfs de Squire had zich gewonnen gegeven
en had niets dan vriendelijke woorden voor
dit monster en nu zou het ook zijn klauwen
naar Eric uitslaan, naar Eric, die had kunnen
trouwen met wie hij wilde!
En op al haar smeeken en bedreigingen zei
de Squire maar niets anders dan: ..Neen, Sy
bil, ik heb nu eenmaal mijn woord gegeven"
ja, ja, zijn woord! ,,en daar heb ik me
aan te houden. Ik kan het meisje niet buiten
de deur zetten. Het is gewoonweg onmogelijk.
We moeten het dan maar wagen met Eric,
er zit niets anders op. Daar komt nog bij, dat
we heelemaal niet weten of hij naar „De
Schuur" komt, omdat hij ten slotte zoo ver-
liefd is op miss Ames.-"
Mrs. Cattermole lachte bitter bij de ver-
onderstellingen: ,,Nee?"
,,Hoe het ook zij", besloot de Squire met iets
vijandigs in zijn stem, „de jongen kon het
slechter getroffen hebben."
„Slechter.
,,Ja. Een jongeman kan het slechter treffen,
dan indien hij in 't huwelijk treedt met een
knap, gezond kind, dat een uiterst nuchter stel
hersens bezit, een prachtig hart en eerlijke
oogen, wat doet het er toe wiens dochter zij
toevallig is!"
En dit van den Squire!
(Wordt vervolgd.)