ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9935
VRIJDAG 7 JUL! 1939
79® Jaargang
Binnenland
Buitenland
Bloemenmagazijn G. J. WILL
EERSTE BLAD
De Burgemeester van H0EK,
Bij elke gelegenheid geeft
TERNEUZEN, 7 JULI 1939.
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
ADonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
I^>™TENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 - Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
veikrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
SPUITDATA-OOLORADOREVER.
Ten vervolge op mijn bevel, voorkomende
in dit blad van 2 Juni 1939, wordt thans door
mij bevolen, dat de 3e bespuiting zooals in dat
bevel bedoeld, moet plaats hebben in de
periode van 1122 Juli 1939.
Het beaioodigde loodarsenaat is kosteloos
verkrijgbaar op Maandag 10 Juli 1939, van
12 uur namiddag, en voorts elken werkdag,
gelegen in de periode van 1122 Juli d.a.v.
eveneens van 112 uur nam., aan het gemeen-
telijk magazijn aan de Schoollaan alhier en
bij den agent van polibie Verpoorte, gemeente-
gebouw, Benedenweg 28 te Sluiskil.
De Burgemeester van Terneuzen
Mr. P. TELLHGEN.
maakt bekend:
dat de derde bespuiting van aardappelen
met loodarsenaat ingevolge de Wet van 27
December 1934 (fltbl. 687), waar in de des-
betreffende afgegeven bevelschriften van
gesproken wordt, moet plaats hebben in de
periode van 11 tot en met 22 Juli 1939.
Afgifte van loodarsenaat zal plaats hebben
op Zaterdag 8 Juli a.s. en Maandag 10 Juli
van 812 uur (N.T.) in het gemeentehuis.
De Burgemeester,
J. A. VAN TIENHOVEN.
DR. COLUN NOG STEEDS IN BERAAD.
Het A. N. P. meldde gistermorgen
10 uur:
om
Naar wij vememen, heeft Dr. Colijn zich
gisterochtend naar de Koningin begeven ten
einde aan H. M. mede te deelen, dat hiji de
hem verleende opdracht tot vorming van een
kabinet, welke door hem in beraad was gehou-
den, niet aanvaardt.
Dr. Oolijn is te kwart over negen door H. M.
de Koningin ontvangen.
Het A. N. P. meldde des middags om 1 uur:
Van bevoegde zijde wordt ons verzocbt mede
te deelen, dat het bericht omtrent het doel
van de komst van Dr. Colijn op den Ruigen-
hoek voorbarig is. Dr. Colijn zou uitsluitend
rapport aan H. M. de Koningin hebben uit-
gebracht over den toestand.
Wij vermoeden, dat de heer Colijn na
het uitbrengen van dit rapport tot andere
gedachten zal zijn gekomem dan waarmede hij
zijn gang naar den Ruigenhoek aanving en
dat men daarin de verklaring zal hebben te
zoeken van de tegenstrijdi.gheid in de be-
richtgeving van het A. N. P.
De Koningin ontvangt den Voorzitter
der Eerste Kamer.
H. M. de Koningin heeft gistermiddag den
Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, Mr. W. L. baron de Vos van Steen-
wijk, op den Ruigenhoek ontvangen.
Mien meldt aan de N. R. Crt. uit Den Haag:
Het tweede bericht van het A. N. P. kan,
naar wij uit parlementaire kringen vernamen,
op drie mogelijkheden berusten, welke echter
niet alle een even groote mate van waar-
schijnlijkheid hebben.
Als eerste mogelijkheid, en deze acht men
het meest waarschijnlijk, is dfenkbaar, dat het
Staatshoofd van oordeel was, dat nader over-
leg naar aanleiding van het door Dr. Colijn
uitgebrachte rapport, noodig is, alvorens te
beslissen omtrent de vraag, of thans een ander
het verzoek zal krijgen een formatiepoging te
ondememen, en zoo ja, wie die ander dan zal
dienen te zijn. Hiermede stemt wel overeen
het feit, dat de Voorzitter der Eerste Kamer
ten paleize is geweest, terwijl vermoedelijk
ook aan den president van de Tweede Kamer
verzocbt zal zijn ten paleize te komen. Te
zijnen aanzien deed zich de moeilijkheid voor,
dat hij niet terstond bereikbaar was, aangezien
bij zich in Venlo bevond.
Denkbaar ware ook, dat Hare Majesteit aan
Dr. Colijn verzocht zou hebben zijn formatie-
pogingen alsnog even voort te zetten.
De derde mogelijkheid ware doch deze
achten wij in elk geval op dit oogenblik het
minst waarschijnlijk dat aan Dr. Oolijn
kenbaar zou zijn gemaakt, dat het maar het
beste ware, indien het Kabinet zou aanblijven
Het spreekt vanzelf, dat dit laatste, na al
wat in den jongsten tijd gebeurd is,' bijkans
een onmogelijke taak zou zijn, en vandaar, dat
men in parlementaire kringen de opmerkinp-
kon beluisteren, dat het op het oogenblik
daarvoor zeker nog te vroeg is.
1. Aan wie en op welke wijze de regeering
,,het traditioneele Nederlandsche standpunt,
zich afzijdig te houden van de tegenstellingen,
die op dit oogenblik in Europa bestaan, op-
nieuw heeft bevestigd"?
2. Of de regeering stappen heeft gedaan,
en zoo ja, welke, om tegen het betrekken van
Nederland, zonder de Nederlandsche regee
ring daarin op eenigerlei wijze te kennen, in
onderhandelingen tusschen andere mogend-
heden te protesteeren
3. Wat het resultaat van zoodanige even-
tueel protest is geweest?
LANDING VAN DUITSCHE MILITAIRE
VLIEGTUIGEN.
Een maakt een 'noodlanding te Hengelo;
het andere op het vliegveld Twente
geland.
Donderdagmiddag omstreeks half vier is te
Hengelo een Duitsch militair vliegtuig op een
open terrein aan de Mr. Troelstrastraat nabij
de Bomschestraat geland. De machine had
reeds eenige keeren rond gevlogen blijkbaar
om een noodlanding te maken. De inzittende
was een 21-jarige Duitsche onder-officier van
het [Flugaufbildungsregiment nr. 12 dat geves-
tigd is te Hagenau in Mecklenburg. De
machine is gemerkt WLIKG-O. Beide pro
pellers zijn gebroken benevens het linker-
landingswiel. De vleugels van den tweedekker
zijn beschadigd. Het vermoeden bestaat dat
de machine met den neus tegen den grond is
gekomen. De onder-officier had een lichte
hoofdwonde opgeloopen. Hij verklaarde we-
gens gebrek aan benzine een landingsplaats
gezocht te hebben. De bestuurder is door den
waamemenden commssaris van polite in ver-
hoor genomen.
Nader meldt men, dat de vlieger in ge-
zelschap van een ander vliegtuig een oefe-
ningsvlucht maakte. Boven Duitschland
geraakten zij reeds van elkaar. Het gelukte
den bestuurder van het andere vliegtuig te
landen op het vliegveld Twente, doch de
ander geraakte den juisten koers kwijt en
moest te Hengelo dalen.
Autoriteiten van het departement van
defensie zouden op het vliegveld Twente een
nader onderzoek instellen.
VOLDOENING OVER HET A.S. BEZOEK
VAN HET BRITSGHE KONINKLIJKE PA AR
AAN BELGIe.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt:
De officieele bevestiging van het nieuws
betreffende het bezoek, dat koning George
en koningin Elizabeth van Engeland van 24
tot 27 October aan het Belgische hof gaan
brengen is, overal in den lande, met groote
■voldoening vemomen. Koning George en
koningin Elizabeth zijn voor de Belgische
bevolking geen onbekenden. In Juli 1935 be-
zochten zij, als hertog en hertogin van York,
de Brusselsche wereldtentoonstelling en
woonden zij er de feesten van de „Britsche
week" bij.
Men weet nog niet of de reis over Oostende
dan wel over Antwerpen zal gaan. In het
laatste geval zou het Britsche vorstenpaar
aan boord van een Engelsch oorlogsschip de
Sehelde opvaren tot Antwerpen en aldaar
aan wal gaan. Vast staat evenwel dat een
bezoek aan Antwerpen, met zijn sterke Brit
sche kolonie, in het programma zal worden
opgenomen.
heeft. hoe men de Sowjetunie kan vragen drie
staten te waarborgen, die tot dusver stand-
vastig geweigerd hebben om met haar in
diplomatieke betrekkingen te treden. Men
zegt zelfs, dat Molotow er bezwaar tegen had
om zelfs indirect, door de rechtstreeksche
garantie, welke zij aan Frankrijk en Engeland
geeft, ook voor de drie genoemde kleine sta-
ten op te komen. Inderdaad schijnt Molotow
gewezen te hebben op de technische moeilijk
heid, dat Nederland noch Zwitserland diplo
matieke betrekkingen met de Sowjetunie
onderhouden. Hij was alleen bereid de garan
tie op zich te nemen, wanneer hij daarvoor
compensatie kreeg in den vorm van verdragen
van wederkeerigen bijstand met Polen en
Turkije. Dat de Sowjetunie zich gerechtigd
achtte een dergelijken nieuwen eisch te stel-
len, zal men wel daaruit moeten verklaren,
dat het voorstel van Engeland en Frankrijk
om ook Nederland, Zwitserland en Luxem
burg in de garanties te betrekken de onder
handelingen uitbreidde buiten het gebied, dat
zij volgens de Russische opvatting van den
beginne af hebben bestreken: de positie van
de kleine landen in Oost- en Centraal-Europa,
ook al is tijdenis de besprekingen reeds een
uitzondering gemaakt voor Belgie.
In gelijken geest schrijft de Times, volgens
welke Engeland op het voorstel, dat de Oost-
zeelanden in de garanties zouden worden op
genomen, geantwoord heeft, dat het in dat
geval rekening diende te houden met zijn
speciale belangen bij de handhaving der onaf-
hankelijkheid van Zwitserland en Nederland.
Hierop antwoordde de Sowjetregeering weer,
dat, als West-Europa duidelijker op den voor-
grond werd geplaatst, zij middelen diende te
beramen voor de waarborging van haar on-
middelirjken brjstand aan het Westen, en zij
gaf als haar meening te kennen, dat zij eerst
onderhandelingen diende te openen over mili-
taire accoorden met Polen en Turkije.
In deze uiteenzetting wordt niet gesproken
van een regelrechten eisch voor een verdrag
van wederzijdschen bijstand met deze lan-
op een lijst dienden te worden gebracht, welke
zij begnjpelijkerwijze liever niet wenschten
te publiceeren.
Maar hoe cynisch men te Moskou en Ber-
lijn over het Engelsche ontzag voor de positie
der kleine staten denken moge, het is en
blijft een struikelblok voor de onderhandelin
gen. We zijn nu al weer zoover, dat men
stemmen hoort opgaan om een aanzienlijker
diplomaat dan den heer Strang naar Moskou
te sturen, ook al omdat deze dan wellicht
rechtstreeks in contact met Stalin zou kunnen
treden.
De bekende Fransche publicist Pertinax
meent, dat de besprekingen onmogelijk kun
nen opschieten zoolang zij met Molotow ge-
voerd worden. De eene nota na de andere
wordt hem overhandigd en hij antwoordt met
andere nota's, waarin alleen maar de nadruk
gelegd wordt op de verschillen tusschen de
politiek van de drie betrokken regeeringen.
Ook in Engeland blijkt een dergelijke gedachte
weer op te komen, want de Daily Express be
richt reeds, dat het naar aanleiding van een
door de Sowjet-regeering geopperd denkbeeld
mogelijk is, dat Halifax zich binnenkort naar
Moskou begeeft om de onderhandelingen over
het verdrag te bespoedigen, in de hoop, dat
door het persoonlijke contact tusschen de ver-
antwoordelijke staatslieden het mogelijk zal
zijn de moeilijkheden snel te boven te komen.
Het program der bespreldng met de
fractie-voorzitters.
„rHet ,SChematische Program, dat Dr. Colijn
Woenslag tot grondslag van bespreking met
de zes fractie-voorzitters heeft gemaakt, be-
vatte, naar wij voorts vernemen, drie hoofd-
PTtfn:J1' ong'erePte handhaving van onze
zelfstandigheids- en neutraliteitspolitiek- 2.
benadering van het begrootingsevenwicht
door bezuinigdngen (waarbij de werkloos-
heidspohtiek wel een groote rol in de samen-
sprekmg zal hebben gespeeld)3. krachtige
versterlung van de maritieme defensie van
Nederlandsch-Indie.
DE ZELFSTANDIGIIEID VAN
NEDERLAND.
Het Eerste Kamerlid de heer Van Vessem
heeft de volgende vragen gesteld aan den
Minister van Buitenlandsche Zaken.
Is de Minister bereid om in aanvulling op
de 3 Juli j.l. door den Regeeringspersdienst
gepubliceerde officieele verklaring naar aan
leiding van de berichten, volgens welke Neder
land zou zijn genoemd in de onderhandelin
gen, welke dezer dagen te Moskou ziin .-e-
voerd tusschen afgevaardigden der Engelsche
en Fransche regeeringen met de regeering der
Sovjet-Unie, mede te deelen:
AMERIKA VERHOOGT DE INVOER-
RECHTEN OP ITAXJAANSCHE ZIJDE.
Reuter meldt uit Washington: Nieuwe in-
voerrechten op Italiaansche zijden goederen
zullen op 13 Juli bekend gemaakt worden en
dertig dagen later van kracht worden.
Volgens Havas wordt de verhooging der
invoerrechten beschouwd als een ernstige
waarschuwing aan Italie, dat het bepaalde
methoden moet laten varen als het zijn aflzet
in de Vereenigde Staten wil behouden. Men
merkt op, dat soortgelijke rechten op arti-
kelen afkomstig uit Duitschland den geheelen
handel met dit land kapot gemaakt hebben.
Volgens bevoegde kringen zullen de rech
ten betrekking hebben op 20 procent der
waarde van den Italiaanschen invoer, die in
1938 in toaal 142 millioen dollar bedroeg. In
dezelfde kringen gelooft men, dat de maat-
regel beoogt, de as eraan te herinneren dat
de Vereenigde Staten de belangen der vrede-
lievende naties door andere methoden kunnen
dienen dan oorlog.
KI NSTSCHATTEN AOHTER DEN RIJN
IN VEILIGHEID GEBRACHT?
Uit goede bron verneemt de ,,Limburger
Koerier'" dat op hooger bevel door de Duit
sche musea, gelegen aan den linker Rijnoever,
maatregelen moeten worden getroffen voor
het in veiligheid brengen van de kunstschat-
ten naar den rechteroever van den Rijn.
Vddr 1 Augustus moeten de te treffen maat
regelen hun beslag hebben gekregen.
DE KWESTIE VAN DE GARANTIES
WEER IN HET MIDDELPUNT.
Het plan, dat de Engelsche regeering
Woensdag een oogenblik gekoesterd schijnt te
hebben om Moskou voor te stellen maar
alvast te beginnen met het sluiten van een
verdrag van wederzijdschen bijstand. dat
alleen betrekking zou hebben op de drie
onderteekenaars, schijnt, schrijft de N. R.
Crt., reeds weer van de baan te zijn. Men
hoort er tenminste niets meer over. Alle
aandacht is nu weer gericht op de vraag, hoe
men het met Rusland eens kan worden over
de garanties van de kleine staten, waarbij
de verdragsluitende groote mogendheden elk
voor zich hun levensbelang gemoeid achten
Van de bezwaren, welke de Sowjet-regee-
r'n-g' g-eopperd heeft tegen het opnemen van
Nederland en Zwitserland (en volgens som-
migen ook Luxemburg) doen nog altijd ver-
schillende lezingen de ronde. Het meest ver-
breid is de lezing, dat Molotow gevraagd
den. In elk geval schijnt Engeland in deze
tusschenkomende onderhandelingen zoo wei-
nig heil gezien te hebben, dat het de door
Nederland openlij-k uitgesproken en ook voor
Zwitserland bekende bezwaren heeft aan-
gegrepen, om dit onderwerp weer los te laten.
Maar tevens hebben zij Engeland er klaar-
blijkelijk toe gebracht om ook in de kwestie
van de garantie van de Oostzeelanden weer
een ietwat terughoudender standpunt in te
nemen dan waartoe het zich alreeds scheen
te hebben laten overtuigen.
In elk geval schijnt de voomaamste moei
lijkheid op het oogenblik wel te schuilen in
den Russischen eisch, dat ook indirecte
aggressie (d.w.z. een politieke ontwikkeling
binnenslands, welke de onafhankelijkheid van
een land in gevaar zou kunnen brengen als
b.v. de invoering van een fascistischen regee-
ringsvorm of het sluiten van een verdrag
onder Duitschen druk) de garanties in wer°-
king moeten kunnen doen treden.
De Sowjet-regeering heeft er geen twijfel
aan laten bestaan, dat voor haar de eerste
voorwaarde voor een verdrag met de Wester-
sche mogendheden erin bestaat, dat de Sow
jetunie over oorlog en vrede in het Oostzee-
gebied beslist en in staat is zelf uit te maken,
of van militaire actie gebruik gemaakt moet
worden om Duitschland te beletten Letland,
Estland en Finland onder controle te krijgen,
d.w.z. dat zij hetzelfde privilege geniet als
Polen heeft ten aanzien van Dantzig en
Litauen. Het is een punt, waar de Engelsche
onderhandelaars nog altijd overheen glijden,
tot teleurstelling van den Franschen bondge-
noot, die wel begrijpt, dat, zoolang deze kwes
tie niet opgelost is, er weinig vooruitzicht
bestaat, dat een verdrag tot stand kan komen.
Zoo erkent Bourgues in de Petit Parisien, dat
de kwestie, de moeite van het onderzoek
waard is, omdat het nu eenmaal de methode
van Hitler is om ,,zijn slachtoffer te ontleden
voordat hij het verteert".
De Engelsche onderhandelaars toonen er
zich echter zeer huiverig voor om een formule
te aanvaarden die erop neer zou komen, dat
Engeland en Frankrijk zich in feite verplich-
ten om gewapenden bijstand te verleenen aan
een interventie in het politieke bestel van een
onafhankelijken staat ook wanneer er geen
duidelijk bewijs van druk van buiten is. En de
Times gaf Woensdag qpgetwijfeld uiting aan
de zienswijze van invloedrijke figuren ook in
de regeering, toen zij er telkens weer op wees,
dat Engeland met zijn inmenging niet verder
wil gaan dan de betrokken staten zelf vragen.
Van Russische zijde is deze opvatting reeds
herhaaldelijk becritiseerd in betoogen, welke
erop gericht waren te bewijzen, dat Enge
land, wanneer het dat in zijn eigen belang
acht, zich van dergelijke gewetensbezwaren
niets aantrekt. Het is hetzelfde scepticisme,
dat men ook in de Duitsche pers kan aan-
treffen. Zoo schrijft de Deutsche diplomatisch-
politische Korrespondenz vandaag nog eens
weer. dat het woord „garantie voor de'veilig
heid de kleine landen'1' in de oogen van Enge
land en Frankrijk slechts een omschrijving is
van dat, wat de Engelsche minister van oor
log dezer dagen beschreef als „de vastbeslo-
tenheid van beide mogendheden om hun
positie en hun invloed te behouden", aange
zien het duidelijk is, dat het eigenlijke belang
van deze mogendheden telkens slechts bestaat
in de garantie van de eigen belangensfeer
door anderen, maar niet omgekeerd. De
Deutsche diplomatisch-politische Korrespon
denz zdet het zoo, dat met de voorgenomen
veiligheidsgaranties vooruitgeloopen wordt op
plannen om de kleine landen in de eigen
politiek te betrekken, of zich in hun omstan-
digheden te mengen, ja hen geleidelijk ertoe
te brengen zich met dergelijke vooruitzichten
te verzoenen. En passant merkt het orgaan
op, dat de protesten en bezwaren, die de in
het gedirg zijnde landen in Oost en West in
toenemende mate geuit hebben, nog wel
wat krachtiger, zoo niet bruter hadden' kun
nen zijn. Thans trokken de Westersche mo
gendheden uit hun bleue onhandige gedrag
alleen de conclusie, dat de betrokken landen
BLOEMWERK van:
VIooswijkstraat 27 - Tel. 276 - Terneuzen
de grootste voldoening
BRUIDSBOUQUETTEN In ledere prijs.
(Ingez. Med.)
LETTER EN EN WIJSREGEERTE.
Aan de Rijks Universiteit te Utrecht pro-
moveerde Donderdag j.l. tot doctor in de let-
teren en wijsbegeerte de heer J. Klok, leeraar
aan de Rijks: H. B. S. alhier, op een proef-
schrift getiteld: Voorne en Putten.
RENOEMING.
Benoemd tot administratief ambtenaar bij
de gemeente 's-Gravenhage, onze stadgenoot,
de heer W. J. van Pienbroek, thans tijdelijk
werkzaam ter secretarie te Biervliet.
DE HEER J. A. VAN ROMPU.
Nu de heer J. A. van Rompu, na een dienst-
tijd van 44 jaren is afgetreden als lid van
Gedeputeerde Staten van Zeeland, en zijn
werkkring als zoodanig is beeindigd, is er
voorzeker aanleiding, een en ander daarom-
trent in de herinnering terug te roepen.
Het was j.l. Maandag 44 jaren geleden, dat
de toen 40-jarige heer Van Rompu, door de
Staten van Zeeland werd benoemd tot lid van
het Gedeputeerd College. Hij was 24 Mei
1892 gekozen tot lid der iStaten, in de plaats
van wijlen den heer A. Moerdijk te Zuiddorpe.
Het was een voor dien tijd snelle promotie,
dat het betrekkelijk jonge Statenlid reeds
drie jaar later tot het hooge ambt van lid
van het Gedeputeerd College werd geroepen.
En sinds zijn benoeming op 3 Juli 1895 is hij
steeds herbenoemd. Op een gegeven oogen
blik vaagde de groepeering, ontstaan uit poli
tieke constellaties, ongeveer het geheele af-
tredend college van Ged. Staten weg, doch de
heer Van Rompu behield zijn zetel, aangezien
hij op dat tijdstip niet aan de beurt van af-
treden was. Na korten tijd wijzigde de
samenstelling van de Prov. Staten zich weer,
en kon ook die zetel als veilig gesteld be
schouwd worden.
Door den Commissaris der Koningin zijn in
de j.l. Dinsdag gehouden vergadering der
Staten woorden van hulde en dank gesproken
aan den afgetreden Gedeputeerde voor de
diensten, die hij als zoodanig aan de provin
ce heeft bewezen. Er is in die periode van
44 jaar, sinds zijn benoeming verloopen, op
het gebied van het provinciaal bestuur heel
wat gebeurd en ook heeft zich heel veel ge-
wijfeigd.
'Het spreekt wel van zelf, dat in de eerste
plaats de belangstelling van den heer J. A.
van Rompu uitging naar Zeeuwsch-Vlaande-
ren, en vervolgens ook, dat zijn streven zich
richtte op verbetering van den stoomiboot-
dienst op de Wester-iS'chelde, omdat hij daar-
van voor de vervulling zijner taak geregeld
gebruik moest maken, en alzoo meer dan an
dere leden van het Gedeputeerd College daar-
mede voortdurend contact had.
Het Gedeputeerd College had in dien tijd het
toezicht over de veerdiensten
opgedragen
aan een commissie .uit haar midden. De heer
Van Rompu werd tot lid di£r commissie be
noemd en is daarvan ook meer dan 30 jaar
voorzitter geweest. Vooral met de veerdien
sten was zijn diensttijd als Gedeputeerde
samengeweven, zelfs z66, dat men hem wel
eens den vlootvoogd noemde.
Ofschoon ook de verbetering van de land-
wegen en ook die van havens, voor eoover de
provincie daarin werd gekend, ten voile de
aandacht van den heer Van Rompu hadden,
en ook in dat opzicht gedurende zijn dienst
tijd heel veel goeds is verricht en grooten
vooruitgang valt te eonstateeren, is dat toch
Wel voornamelijk het geval geweest met die
van de veerdiensten, want die waren 44 jaar
geleden op verre na niet zooals we die thans
kennen. Ook op het gebied van de spoor- en
den aanleg van tramwegen liet de heer Van
Rompu zic'h niet onbetuigd.
Het is steeds een genoegen met den heer
Van Rompu, die tijden van vroeger en de tot
stand gekomen wijzigingen te bespreken
want daarvoor behoeft hij geen aanteekenin-
gen te raadplegen. Het verloop der zaken
staat bij hem voldoende in het geheugen
gegrift.
In 1895 beschikte men voor den dienst tus
schen TerneuzenVlissingen en Vlissingen
Breskens nog slechts over raderbooten. Daar
van was edn nieuw, n.l. de Walcheren, die
een grooten vooruitgang beteekende voor wat
de snelheid betreft. Het overige was zeer
verouderd materiaal. Tijdens het beheer van
den heer Van Rompu werd in betrekkelijk
snel tempo uitbreiding gegeven aan de vloot,
door het bouwen van nieuwe schepen en werd
ook het type gewijzigd, door, in plaats van
raderbooten, schroefbooten in de vaart te
brengen.
Een groote verbetering onderging de dienst
tusschen Walsoorden en Hansweert, vooral
.toen voor de verbinding tusschen de aanleg-
plaats te Hansweert en het spoorwegstation
te Vlake de tram de diligence verving. Onder-
tusschen werd ook ingericht een bootdienst
van TerneuzenHoedekenskerkeHansweert,
waarvoor het schroefstoomschip de ,,Zeeuwseh
Vlaanderen" in de vaart werd gebracht en
ook de Luc tor et Em ergo" als reserVe-schip
werd gebouwd.
En als men den tegenwoordigen tijd nagaat
blijkt, dat van het nieuwe dat in den eersten
tijd van het beheer van den heer Van Rompu
werd tot stand gebracht, reeds weer al als
verouderd is afgedankt of vervallen. De evo-
lutie op verkeersgebied over de Sehelde is
wel in zeer snel tempo gegaan, wanneer we
de schepen zien, die thans varen. In de eer
ste plaats de groote veerbooten tusschen Vlis
singen en Breskens, waar bij de aanlegplaat-
sen tal van motorvoertuigen zonder eenige
moeite op en afrijden, de in vergelijking met
de vroegere „Walsoorden" niet minder groote
veerboot, varende tusschen Walsoorden en
Hansweert, voor welk veer thans groote in-
loophavens in aanleg zijn om een even gemak-
kelijk laden en lossen als in BreskensVlis
singen mogelijk te maken. Ook kan gewezen
worden op de vloot motorbooten, die den
dienst verrichten tusschen TerneuzenHoede
kenskerke en ZierikzeeKatsche veer, welke
laatste dienst op de Ooster-Schelde tijdens
de periode dat de heer Van Rompu voorzitter
der bootcommissde was, van particuliere ook
provinciale is geworden. Uit dit alles blijkt
van een geweldige ontwikkeling en ver-
andering.
De heer Van Rompu heeft in verband
hiermede een staat van dienst als Gedepu
teerde verworven, die zeker wel tot zeldzaam-
heden behoort. En wanneer hij in zijn ver-
dere leviensjaren eenige rust zal genieten, is
die zeker welVerdiend.
Tot slot brengen wij hier nog in herinne
ring de woorden waarmede de Commissaris
der Koningin, Jhr. Mr. J. W. Quarles van
Ufford. in de vergadering van 3 Juli 1985, de
huldiging van den heer Van Rompu bij zijn
40-jarig jubile besloot:
Zijn talenten en gaven als koopman, als
man van zaken, heeft de heer Van Rompu nog
in andere opzichten ten dienste van het alge-
meen belang gesteld. Ik denk daarbij aan zijn
voorzitterschap van de Kamer van Koophan-
del en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
in welke kwaliteit hij zooveel voor den in die
landstreek meer en meer tot ontwikkeling
gekomen handel en indu^trie heeft gedaan.
Ik denk daarbij ook aan zijn ijveren voor de
havenbelangen van de gemeente Terneuzen.
Landbouw en tuinbouw gaan voor hem
voorts steeds nauw ter harte. In de Commis
sie van afwatering van Zeeuwsch-Vlaanderen
is hij een werkzaam lid en van de fruitkwee-
kers te Terneuzen en omstreken is hij een der
pioniers. Ook de vissc'herijbelangen en in het
bijzonder de oester- en mosselculturen hebben
voortdurend zijn voile aandacht genoten.
Met deze korte opsomming meen ik u een
beeld te hebben gegeven van de groote werk-
zaamheden van den jubilaris. Wanneer men
een blik slaat in de notulen uwer vergadering,
dan ontwaart men terstond, dat de heer Van
Rompu talrijke malen voor verschillende be
langen op de bres heeft gestaan. Met over-
tuiging gaf hij daarbij uiting aan zijne ziens
wijze en al moge die wel eens aanleiding heb
ben gegeven tot critiek, zoo zullen zijne tegen-
standers in het dabat moeten erkennen, dat
de heer Van Rompu blijk heeft gegeven een
man te zijn, die wist iwat hij wilde en wat hij
wist, dat wist hij uit rijke ervaring. Aan een
kort antwoord, zooals hij pleegt te geven,
heeft men veelal meer dan aan een lange om-
haal van schoonklinkende woorden. Daar was
•en is de heer Van Rompu wars van; hij is
de man van de daad, die weet aan te pakken
en door te zetten, in de eerlijke overtuiging,
i dat de toekomst hem gelijk zal geven.
De heei Van Rompu heeft zich in deze ver
gadering in den loop der jaren ook talrijke
vrienden gemaakt en velen uwer zullen met
mij steeds met dankbaarheid gedenken de
vriendschap, welke wij zijnerzijds hebben
mogen ondervinden.
Zijn groote liefde voor ons gewest en voor
Zeeuwsch-Vlaanderen in het bijizonder, gaf
hem kracht tot bijna rusteloozen arbeid en
ondanks zijn hoogen leeftijd blijft hij steeds
met onverflauwden ijVer en toewijding zich
wijden aan de openbare belangen. welke hem
zoo nauw ter harte gaan.
Zeeland is hem grooten dank verschuldigd
voor al hetgeen hij voor deze provincie en in-
zonderheid voor Zeeuwsch-Vlaanderen heeft
tot stand gebracht. Uit dien hoofde mocht
hij ook aanspraak maken op den dank onzer
Regeering en het was mij daarom een groote
vreugde hem dezer dagen mededeeling te heb
ben kunnen doen van de hooge onderschei-
ding, welke het Hare Majesteit de Koningin
heeft behaagd hem toe te kennen door hem
te benoemen tot Commandeur in de Orde van
Oranje-Nassau. Wij wenschen hem daanmede
van ivirte geluk en spreken den wensch uit,
dat hij als lid van het hoogste bestuurscol-
lege dezer provincie nog veel en nuttig werk
ten bate van ons gewest zal helpen tot stand
brengen.
Die woorden hebben, nu wij 4 jaar later