ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
LORRIE
No. 9881
MAANDAG 27 FEBRUARI 1939
79e Jaargang
Feuilleton
Binnenland
EERSTE BLAD
Clriep, ICoU, Pijn. heTin^hierbij
<>u*c&^?j8TT^:^ae2s-iS3SHWF»»— *«.-
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post /1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbeta(t*g.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN Van 1 tot 4 regels 0,80 -- Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
VERKIEZING FROVINCIALE STATEN.
Stemmen in een andere gemeente.
De Burgemeester van TERNEUZEN maakt
befkend, dat bij de verkiezingen voor de Pro-
vinciale Staten de kiezer, met inachtneming
van het bepaalde in de artikeilen 57b tot en
met 57j der kieswet, in plaats van in de ge
meente .op welker kiezerslijst hij voorkomt,
in een andere gemeente in dezelfde provincie
aan de stemming kan deelnemen. De kiezer
toan in die andere igemeente niet bij volmacht
stemmen.
De kiezer, die van deze bevoegdheid gebruik
wil maken, deelt uiterlijk veertien dagen voor
den voor de stemming bepaalden dag, in per-
soon ter secretarie van een gemeente aan den
Burgemeester of aan den daartoe door dezen
aangewezen amibtenaar mede in welke ge
meente 'hij aan de stemming deelnemen wil.
Hij geeft daarbij op zijn naam en voomamen,
de dagteekening en plaats zijner geboorte, de
gemeente in welke hij op de voor deze ver
kiezingen geldende kiezerslijst voorkomt, en
een adres in de gemeente in welke hij aan de
stemming wil deelnemen, zoo mogelijk met
aanduiding van straat en nummer.
Van de mededeeling wordt een schriftelijke
verklaring oipgemaakt, waarvan een afschrift
aan den kiezer wordt uitgereikt.
De kiezer, die heeft medegedeeld in een
andere gemeente dan die op welker kiezers
lijst hij voorkomt aan de stemming te willen
deelnemen, hehoort tot het stemdistrict in
hetwelk hij het door hem opgegeven adres
heeft. Bij onzekerheid hieromtrent behoort hij
tot het eerste stemdistrict. De kiezer en zijn
gemachtigde mogen niet meer deelnemen aan
de stemming in de gemeente op welker kie-
zerslrj'St de kiezer voorkomt.
Aan het opgegeven adres ontvangt de kie
zer, die bevoegd is aan de stemming deel te
nemen, van den Burgemeester der gemeente
van dit adres de oproepingskaart voor de
stemming in die gemeente.
Temeuzen, 27 Februari 1939.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
IN STERLING GRENSKANTOOR EN
AANWIJZING HEERBAAN.
Op verzoek van Zijn Exceldentie den Minis
ter van Financien wordt het volgende ter
openbare kennis gebracht.
KONINKLUK BESLUTT van 16 Februari
1939, Staatsblad no. 480, tot instelling
van een grenskantoor en aanwijzing van
een beerbaan, alsmede tot herziening
van de attributen1 van alle grenskan-
toren voor den in-, udt- en doorvoer te
lande anders dan langs spoorwegen.
Wiji WILHELM1NA, bij de gratie Gods,
Komingin der Nederlanden, Prinses van Oranje
Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van
Financien van 13 Februari 1939, no. 154,
afdeeling invoerrechten;
Gezien de artikelen 37, 38, 42, 43, 45, 63,
64, 66 en 75 der Algemeene Wet van 26
Augustus 1822 (Staatsblad no. 38), artikei 97
der wet van 20 Juni 1862 (Staatsblad no. 62)
en artikei 35 der wet van 20 Juli 1870
(Staatsblad no. 127);
Hebben goedgevonden en verstaan te be-
palen:
Artikei 1.
Aan den weg, van Hasselt (Belgie) over
Veldwezelt naar Maastricht loopende, wordt
een grenskantoor genaamd Bilserbaan inge-
steld:
a- voor den invoer zoowel van accjjnsgoede-
ren als van accijnsvrije goederen;
b. voor den uitvoer van alle goederen (met
26)
Door OHARLBS GAR VICE.
Vervolg.
Ze legde haar hand op zijn borst en drukte
haar hoofd er tegen. Vast keek ze hem in de
oogen, toen ze fluisterde.
„Wlat denk je wel van me?"
(Het was een diuidedijk antwoord en hij was
tetvreden. Een oogenblik hield hij haar tegen
zich aan, zoo gelukkig als een arme sterve-
hng maar zijn kan; toen maakte zij zich met
een sprong los uit zijn armen.
,,Jac<k", zei ze: ,,Ik hoor hem den weg af
komen. Goeden nacht en niet vergeten!"
(En als een schaduw sloop ze langs de laan
naar de pastorie en was uit het gezicht ver-
dwenen.
Lord Kendalte bleef haar een oogenblik na-
kijken. En daar hij geen lust had om Jack te
omtmoeten, zijn varwijten aan te hooren en
dan allerlei uitleggingen te moeten geven,
sprang hij over de heg en keerdp door de
velden naar de barakken terug.
Jack liep langs het plekje, waar ze zoo-
juist hadden gestaan zonder het flauwste
besef, dat zich hier een liefdesscfene had af-
gespee 1 d en de deur van de pastorie sloot
■ich achter hem. Een paar minuten bleef
a lies stil; toen wrong zich een domkere figuur
door de heg en liep den weg af.
Het was Seymour Melford. Zijn gezicht
was1 zoo wit als zijn overhemd, behalve twee
vuurroode plekken onder zijn donkere felle
oogen en de druppel bloed op zijn onderlip
waar zijn tanden die hadden stukgebeten.
Wel een twintig tellen bleef hij staren naar
de plek waar Guy en Lorrie samen hadden
gestaan en in de schittering van zijn oogen
inbegrip van gedistilleerd en wijn), ook
met afschrijving of teruggaaf van den
accijns;
c. voor den doorvoer.
De voormelde weg wordt van de Belgische
grens tot aan het grenskantoor Bilserbaan
aangewezen als heerbaan.
Artikei 2.
Met intrekkimg in zooverre van de bestaande
aanwijzingen wordt de aaniwijzinig van de na-
volgende kantoren als geriefkantoor, expe-
ditiekantoor en betalingskantoor voor den in-,
uit- en doorvoer te lande, anders dan langs
spoorwegen als volgt vastgesteld.
Artikei 3.
Als geriefkantoor bedoeld in artikei 38 der
voormelde Algemeene Wet worden aange
wezen:
Bellingwolde, Bourtange, Zwartemeer, Vee-
nebrugge, Mander,, Glane, Knalhutte, Holter-
hoek, Huppel, Netterden, Ossenwaard, Hek-
kens, Siebengewald, Wellsche Hut, Arcen,
Swalmen, Vlodrop (Rothenbach), Ecbterbosch,
Stadbroek, Schinveld, Waubach, Bleijerheide,
Locht, Wolfhaag, Hoogcruts, Berg, Stamproy,
Budel' (land), Strijibeek, Ossendrecht, Nieuw-
Namen, Clinge, Koewacht, Overslag, Philip
pine en Veldzigt.
Artikei 4.
Als expedlbiekantoor bedoeld in artikei 37
voor accijnsgoederen en accijnsvrije goederen,
tevens betalingskantoor op den voet van arti
kei 43 der voormelde Algemeene Wet worden
aangewezen:
Ter Apel (grens), Coevorden, Denekamp
(Rammelbeek), De Poppe, Kotten, Heurne,
Dinxperlo, Gendringen, Babberik, Beek (Ubb.),
Wezelsche Barridre, Herungerweg, Postpr-
holt, Maalbroek, Broeksittard, Sint Pieter,
Neder-Canne, Oud-Vroenhoven, Bilserbaan,
Caberg, Smeermaas, Roosteren, de Kempen,
Bergeijksche Barriere, Goirle (grens), Baarle-
Nassau, Nispen, Kapellebrug, Eede en Sluis.
Artikei 5.
Als expeditiekantoor bedoeld in artikei 37,
voor accijnsgoederen en accijnsvrije goederen,
tevens betalingskantoor op den voet van
artikei 42 der voormelde Algemeene Wet wor
den aangewezen:
Nieuweschans (land), Glanerbrug, 's Hee-
renberg, Keulsehe Barriere, Tegelen (grens),
Kerkrade (Holz), Vaals, Eijsden (land), Itter-
voort, Reusel, Wemhout, Putte en Sas van
Gent.
Artikei 6.
De naar voormelde geriefkantoren voerende
totdusverne als heerbaan aangewezen wegen,
andere dan spoorwegen, worden aangewezen
als wegen bedoeld in het tweede lid van
artikiel 38 voornoemd.
Artikei 7.
De aan voormelde expeditie- en betalings-
kantoren joegekende attributen voor den uit
voer van goederen met afschrijving of terug-
gaaif van den accijns en voor den doorvoer
bdijven behouden.
Artikei 8.
Dit ibesluit treedt in werking met ingang
van 10 Maart 1939.
Onze Minister van Financien is belast met
de uitvoering van dit ibesluit, dat in bet
Staatsblad zal worden geplaatst.
's Gravenhage, den 16den Februari 1939.
(get.) WILHELMINA.
De Minister van Financien,
(get.) J. A. DE WILDE.
Uitgegeven den een en twintigsten Februari
1939.
De Minister van Justitie,
(get.) C. GOSELING.
Temeuzen, 27 Februari 1939.
De Burgemeester van Temeuzen,
P. TELLEGEN.
lag meer vemietiging dan in een vloed van
vervloekingen. Toen ging hij de laan op en
neer loopen, zijn blanke handen zwaaiden
heftig in de lu.oht. Eindelijk bleef hij voor
den iepeboom staan, hij sloot zijn tanden op
elkaar en in dolle, machtelooze woede gaf hij
den boom een slag. Niet ddnmaal, maar twee,
drie keer, alsof de ongevoelige stam een den-
kend levend wezen was en hij1 het doodsloeg.
Toen zijn wcede bekoeld was, strompelde hij
als een drohken man, dronlcen van jaloersche
razemij, naar De Dennen terug.
HOOFtDSTUK IX.
Van de vier personen, die dien avond in de
laan bij de pastorie waren geweest, sliepen
er slechts twee gerust Jack en Guy.
Byron merkt ergens op, dat liefde slechts
een onderdeel van het leven van een man is,
maar voor een vrouw beteekent het haar heele
bestaan! 'Hoewel Guy werkelijk ernstig ver-
liefd was, sliep hij toch vast genoeg.
Maar hoe anders was het met Lorrie ge-
steld! Toen ze op haar bed neerviel in haar
kleine kamertje onder de hanehalken, was
haar gansche lichaam geladen met de elec-
triciteit van een eerste meisjesliefde. Voor
de meeste mannen is een zoen van geen be-
teekenis, een kwestie van een oogenblik, dat
de gever zich zal herinneren of vergeten al
naar het hem uitkomt, maar -voor een meisje
van een jaar of achttien is de kus van den
eersten man dien ze liefheeft een gouden
wonder. Lorrie, die beschenen werd door
dezelfde manestralen, die ook in de laan haar
hadden overgoten, kon niet slapen bij de her-
innering aan de kussen, die brandden op haar
lippen, haar wangen en heur haren.
Iemand iiefhebben is goed, maar door
iemand bemind te worden o, hoeveel beter
is dat! Te weten, dat de eenige man in de
wereld dien je liefhebt, je aanbidt!
,,Hij heeft me lief! Guy heeft me lief!" zoo
dacht ze, terwijl ze zich om en om wendde in
haar bed, terwijl ieder teeder woord, iedere
EXAMEN VAKBEKWAAMHEID EN
HANDELSKENNIS.
In oVerleg met het Departement van Eco-
nomische Zaken te Den Haag, is dezer dagen
besloten, dat het gecombineerde examen voor
vakbekwaamheid en handelskennis voor de
laatste maal zal worden afgenomen in Janu-
ari-Fehruari 1940.
WETSONTWERP TOT WIJZIGING VAN
DE TARIEFWET.
Regeering acht concurreerend kosten-
peil van ons bedrijfsleven van over-
wegend belang.
Zaterdag is verschenen het reeds eenigen
tijd aangekondigde wetsontwerp tot wijziging
van de Tariefwet 1934 en de wet op het sta-
tistiekrecht.
De uitvoerige memorie van toelichting,
welke de onderteekening draagt van de minis
ters van Financien, van Economische en Bui-
tenlandsche Zaken bevat beschouwingen om-
trent de aanleiding tot de tariefherziening.
Ten aanzien van het vraagstuk van de be-
strijding der werkiooshedd in het normale
bedrijfsleven, is de taak der overheid een
tweelednge, aldus de memorie van toelichting".
Eenerzijds zal gestreefd moeten worden
naar een vermeerdering van den afzet der in-
heemsche producten op de eigen markt.
anderzijds zullen maatregelen ter bevordering
van den uitvoer niet ontbeerd kunnen worden.
Het is de door de Regeering, in het belang
der werkgelegenheid hier te lande, gevoelde
noodzakelijkheid, den afzet der producten van
de inheemsche nijverheid op de eigen markt
te steunen, welke aan de onderhavige voor-
steUen ten grondslag ligt.
De ministers stellen het op prdjs nog eens
uitdrukkelijk te verklaren, dat de Regeering
een concurreerend kostenpeil voor ons bedrijfs
leven van overwegend belang acht en zal
trachten dit met alle haar ten dienste staande
middelen te handhaven.
Voor de beoordeeling der voorstellen is van
belang, dat als gevolg van de in het buiten
land veeal door de overheid gevolgde export-
politiek en door de ioepassdng van methoden
van discrtiminatdeve prijsvaststelling, het
niveau der prijzen, die de Nederlandsche pro-
ducenten op de eigen markt kunnen bedin-
gen in tal van gevallen is neergedrukt
op een peil, dat een rendabele productie ten
eengnmale onmogelijk maakt. Door de werking
van het invoerrecht zal derhalve ook bij gelijk
gebleven invoer, de verhouding tusschen kost-
prijzen en opbrengstprijzen der eigen Industrie
verbeteren, hetgeen de rendabdliteit der onder-
nemingen en de daarin bestaande werkgelegen
heid ten goede zal komen. De ministers stel
len het op prijs, hier uitdrukkelijk er op te
wijzen, dat deze prijsstijging noch touitenspo-
rig, noch schadelijk zal zijn. Zij zal immers
in het algemeen slechts een deel van de ver-
hooging van het invoerrecht ibedragen van een
merkbare stijging van de kosten van levens-
onderhoud zal dan ook geen sprake zijn.
Nog stellen de ministers er prij.s op, te her-
halen, hetgeen reeds in de millioennennota
werd opgemerkt, dat de Regeering groot ge-
wicht hecht aan stabiele verhoudingen op
tariefgebied. Het ligt dan ook niet in het
voomemen de onderhavige voorstellen binnen
afzienbaren tijd door andere dergelijike te doen
volgen.
De totstandkoming der onderhavige voor
stellen zal een bate voor de schatkist betee-
kenen, welke bij de nog steeds zeer moei-
lijke positae van 's lands financien niet zonder
beteekenis mag worden geacht. In de millioen
nennota is de meerdere opbrengst gesteld op
circa f 5.000.000. Een andere dan een zeer
globale schatting is niet mogelijk.
Zooals in de memorie wordt medegedeeld
blik van liefde weer aan haar geestesoog
voorbij' ging. En terwijl ze dit alles overdacht,
kwam er een grenzelooze verwondering over
haar dat zij zij van alle meisjes van de
wereld, de liefde van dezen opperste der goden
had gewonnen!
Ze .ging uit haar bed en stond zichzelf in
den spiegel te bekijkep.
,,Mooi!" noemde hij me. ,,Mooi! en zijn
kleine heks," fluisterde ze. ,,Maar ik ben
niet mooi! Ik ben donker en en niet
zooals Diana, met haar gouden haar en mooie
oogen! En toeh loopt hij haar voorbij en
heeft hij mij lief! O, beveling, beveling! Als
je eens "wist, hoe ik je liefheb! En hij heeft
gevraagd of ik zijn vrouw wil worden. Als
ik ,,ja" zei, zou, hij morgen met me trouwen.
O, mijn beveling! Mijn koning! Drie maan
den! Het is een heele tijd. Zal ik het drie
maanden kunnen varzwijgen? Zal ik niet
schreeuwen: Hij heeft me lief! Ik word zijn
vrouw?"
Toen de morgen begon te gloren werd zij
angs-tig:
!Hoe kon ze zijn vrouw worden als de vei-
ligheid van het huis Latcham afhing van hem,
als hij een rijke erfgename moest trouwen
'Wat zou de graaf van Latcham zeggen als
hij wist, dat de zoon op wien hij al zijn hoop
op .redding gebouwd had, de arme dochter van
een dorpsdominde ten huwelijk had gevraagd?
Kon zij tusschen vader en zoon staan Kon
zij het huis van haar lievebng ten val bren-
gen? Neen! En toch kon ze hem niet op-
geven! Ze kon hem niet zien trouwen met
Diana of iemand anders dan zijzelf. De tra-
nen sprongen in haar oogen bij die vreeselijke
gedachte en zij verwierp ze dan ook vastbe-
sloten! Drie maanden! Wie wist, wat er in
die drie maanden kon gebeuren? Zij had wel
gezegd', dat zij vrij zouden zijn, maar ze voel-
de, dat haar beveling tot zoolang van Jiaar
was, van haar allden. ,,Ik vraag me af," dacht
ze, half ghmlachend, ,,wat Jack en Greta en
paps zouden zeggen als ze wisten, dat hurg-
graaf Kendale met heeft gevraagd om de toe-
moeten de onderhavige voorstellen heschouwd
worden als een partieele herziening" van het
bestaande tarief van invoerrechten. De voor
stellen zullen derhalve in het tarief van in
voerrechten worden opgenomen, waaruit de
noodzakelijkheid volgt, de indeeling van het
huidlige tarief te handhaven, alsmede de
grondslagen, waarop dit is opgetrokken. De
Regeering denkt hierbij in de allereerste plaats
aan de handhaving van het beginsel van pro-
gressieve. belasting van de toegevoegde
waarde.
De voorstellen moeten dus, algemeen ge-
sproken, worden gezien als een poging om
met handhaving van de indeeling van het
huidige tarief, alsmede van het daaraan ten
grondslag liggende beginsel van progressieve
belasting van de toegevoegde waarde, voor
bepaalde artikelgroepen, welke zooveel moge
lijk een afgerond geheel vormen, een stelsel
van beschermende rechten op te bouwen door
een vergrooting van de spanning tusschen de
invoerrechten op grondstoffen half-fahrikaten
en eindproducten, waarbij als maximum-
invoerrechten een heffing van 20 pCt. van de
waarde wordt gesteld.
De Regeering heeft na ampele overweging
besloten haar voorstellen tot een herziening
van het tarief van invoerrechten in dezen
vorm te gieten en er van afgezien, voorstel
len uit te werken, waarbij' voor de verschil-
lende artikelen ieder afzonderlijk een invoer
recht wordt bepaald, dat juist voldoende zou
zijn om de concurrentieverhoudingen met het
buitenland te nivelieeren en deze invoerrech
ten te helichamen in een afzonderhjk tarief,
dat naast het bestaande tarief toepassing zou
vinden.
Ter motiveering van de door de Regeering
te dezen gevolgde gedragslijn diene het na-
volgende.
Tegen het in de vorige alinea bedoelde
afzonderlijke tarief bestaat het bezwaar, dat
de samenstelling daarvan een zeer tijdroovend
werk is, terwijl bovendlen de vaststelling van
een zoodanig tarief verschillende moeilijkheden
meebrengt.
Bij- de bepaling van de hoogte van het in
voerrecht is de Regeering uitgegaan van de
gedachte, dat de kostprijzen zoo min mogelijk
verhoogd zullen mogen worden of m.a.w. dat
de grondstoffen en primaire halffabrikaten
zoo laag mogelijk moeten worden belast.
De uitwerking van deze gedachte leverde in
zooverre moeiijkheden op, dat in sommige
gevallen de artikelen, welke in de eerste
plaats voor de verhoogde invoerrechten in
aanmerking komen, geen eindproducten zijn,
doch halffabrikaten. Duidelijk doet zich dit
verschijnsel voor bij de textielgroep. Het
eigenbjke doel van de verhooging is hier gele-
gen in het bieden van een zekeren steun aan
de weefindustrie. Het eindproduct, b.v. klee-
ding, zal met een verhooging van invoerrecht
in mindere mate gebaat zijn, daar de moei
lijkheden ten aanzien van den afzet van deze
artikelen in de eerste plaats gezocht moeten
worden in de scherpe onderlinge concurrence
op de toinnenlandsche markt. In dergelijke ge
vallen ook de Ieder- en schoenindustrie
geeft hiervan een duidelijik voorbeeld zal
verhooging van het invoerrecht op het eind
product meer gezien moeten worden als een
noodzakebjke consequentie van de verhooging
van het invoerrecht op het halffabrikaat.
Verschillende der artikelgroepen, ten aan
zien waarvan voorstellen worden gedaan be-
vatten artikelen, welke grondstof of hulp-
middelen zijn voor andere producten dan die,
welke bij. de verhooging zijn betrokken. Het
invoerrecht op deze grand- en hulpstoffen is
niet slechts in zeer gerinige mate verhoogd,
waardoor voorkomen wordt, dat de producen-
ten van de met behulp dezer artikelen ver-
vaardigde producten benadeeld worden.
Ten aanzien van artikelen, welke gedeelteiijk
zijn samengesteld uit goederen, welke hij de
komstige gravin van Latcham te worden?
Arme paps, ik vrees dat hij meer voldaan zou
zijn als het iemand anders was geweest
Seymour Melford bijvoorbeeld!"
Maar ze rilde hij de gedachte en trok de
dekens over haar oogen, terwijl ze fluisterde:
,,Neen, jij zult het zijn beveling, en niemand
anders op de wijde wereld!"
De tweede, die een'onrustige nacht door-
bracht, was Seymour Mjelford. Daar hij heel
goed wist, dat hij toch niet kon slapen door
de gemoedsstemming, waarin hij verkeerdej
deed hij geen moeite om naar bed te gaan,
maar vergenoegde zichzelf er mee, den hee-
len nacht de kamer op en neer te loopen.
'Groene thee is een buitengewoon goede
stimulans om wakker te blijven, maar het is
niets vergeleken bij afgunst, haat en al de
onbarmhartigheid, die door jalouzie wordt
veroorzaakt.
Toen de morgenzon haar stralen door de
spleten en de luiken zond, liep Seymoer Mel
ford nog steeds de kamer op en neer. Zijn
wit gelaat was vertrokfcen bij de gedachte
aan de liefdesscene in de laan, zijn scherp
verstand werkte aan een plan om lord Ken-
dale ten val te brengen en Lorrie te ver-
overen. Als hij eenige eeuwen eerder had ge-
leefd, to'en de politiemacht nog in de wieg
lag, zou, Seymour of een dolk hebben geno-
men en zijn gehaten medeminnaar, lord1 Ken-
dale, overhoop hebben gestoken, 5f hij zou
iemand hebben gehuurd om het vuile werk
voor hem op te knappen.
Moord is echter in onzen verlichten -tijd een
gevaarlijke befhebberij en hoezeer Seymour
Melford er ook naar snakte lord Kendale den
laatsten adem te zien uitblazen, toch kon hij
zich dat genoegen niet gunnen uit vrees voor
de gevolgen. Maar er zijn nog andere manie-
ren, behalve een dolk om een medeminnaar,
die succes heeft, uit den weg te ruimen en
toen Seymour zich tenslotte zeer zorgyuldig
ging kleeden, meende hij een weg geVonden
te hebben.
Hij ging naar de eetkamer vodr zijn vader
aliijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnbardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 cc.
Cachets.genaamd,.Mijnhardtjes"2st. lOct.Doos50ct
Ingez. Med.
voorstellen zijn betrokken, is de Regeering in
het algemeen van het standpunt uitgegaan,
dat een verhooging tot het maximumrecht
van 20 pet. niet noodzakelijk moet worden ge
acht, doch dat met een iets lager invoerrecht
mag worden volstaan (in de meeste gevallen
is hiervoor 18 pCt. gesteld). Eenzelfde stand
punt is ingenomen met betrekkinig tot die
artikelen, welke weldswaar een bewerkt eind
product zijn, echter niet uit een afzonderlijk
daartoe samengesteld halffabrikaat, doch
recbtstreeks uit de grondstof zijn vervaardigd,
zooals bij tal van aardewerkproducten het ge-
val is. Ook dergelijke producten zijn in het
algemeen niet hooger ibelast dan 18 pCt.
Ten einde ongewenschte verschuivingen als
gevolg van een verandering in de verhouding
tusschen de bestaande invoerrechten te voor
komen, is de Regeering bij de uitwerking der
voorstellen van het volgende schema uitge
gaan:
Voorgest. invoerrecht
naar de waarde
6 pCt.
10 pCt.
12 pCt.
15 pCt.
18 of 20 pCt.
Huidig invoerrecht
naar de waarde
3 pCt.
6 pCt.
8 pCt.
10 pCt.
12 pCt.
Tenslotte wijst de Regeering er op, dat, als
gevolg van de handhaving van de indeeling
van het bestaande tarief van invoerrechten,
het niet steeds mogelijk was een zoo nauw-
keurige afscheiding der artikelgroepen te
maken als uit een oogpunt van nauwgezetheid
geboden is. De Regeering heeft te dezen als
richtsnoer gesteld om in die gevallen, waar
het tariefposten betreft, welke voor het over-
groote deel uit artikelen bestaan, welke onder
de verschillende artikelgroepen ressorteeren,
deze tariefposten, indien zij zdeb niet voor
splitsing leenen, in hun gebeel in de verhoo
ging te betrekken.
Wat betreft de keuze der artikel-groepen
verklaart de Regeering, dat de chemische nij
verheid niet in de voorstellen is betrokken,
omdat hierin in hoofdzaak grand- en hulp
stoffen worden vervaardigd ten behoeve van
andere bedrijfstakken, waardoor instelling of
verhooging van invoerrecht voor deze produc
ten tot bedenkelijke censequenties zou leiden,
waartegen de eventueele voordeelen uit een
oogpunt van werkverruiming zeker niet zou
den opwegen.
De tariefherzieninig betreft de volgende tak-
ken van nijverheid:
1. de glas- en aardewenkindustrie
2. de textiel- en kleedingindustrie;
3. de papierdndustrie;
4. de hout- en houtbewerkingsindustrie
5. de Ieder- en lederwarenindustrie;
6. de metaalnijverheid.
Wat voorts de hoogte der voorgesteide
rechten betreft, meent de Regeering, dat het
invoerrecht op de z.g. industriegarens, welke
thans vrij van invoerrecht kunnen worden in-
gevoerd, niet hooger mag worden gesteld dan
3 pCt.
Wat de garens betreft, welke niet voor in-
dustrieele doeleinden worden gebezigd, stelt
de Regeering voor, de huidige invoerrechten
van 6 en 10 pCt. te verhoogen tot resp. 10 en
15 pCt., met uitzondering van hechtzijde, cat
gut en andere wond- of hechtgarens.
Het invoerrecht op weefsels, aldus de memo
rie, welke thans in het algemeen met 10 pCt.
worden belast, zou gebracht kunnen worden
op 18 pCt.
Ten aanzien van de weefsels van verschil-
of Diana opgestaan waren en nadat hij vroeg
had ontbeten, nam hij een van de eerste trei-
nen naar London.
De heer Melford had zijn zoon een luien
jongen genoemd, maar feitelijk was Seymour
Melford allesbehalve lui. Zijn vader gaf hem
een ruime toelage en bovendien vroeg hij vaak
groote geldsommen, die hoewel onder protest,
hem altijd werden gegeven.
Wat hij met die groote toelage en het
overige geld deed, wist niemand. Mr. Mel
ford vroeg hem nooit iets. Misschien dacht
hij, dat zijn zoon er buitennissige bloemen voor
zijn knoopsgat voor kocht. Maar het feit
was, dat Seymour dat geld in de City be-
steedde. 'Hij was geen koopman in Mark
Lane, zijn naam was niet te vinden in de lijst
van leden van de effectenbeurs. Ook zou men
het genoegen niet smaken zijn elegante figu.ur
en donker, Grieksch gelaat te zien temidden
van de menigte die voortdurend in Leadenhall
Street verkeert.
Maar toch waren er weinig speculaties in
de City, waarin Seymour Melford niet de hand
had. Zijn naam stond nooit op het prospec
tus van de een of andere maatschappij en toch
was Melford junior promoter en niets anders.
Hij richtte de maatschappij voor een spoor-
weg ergens In Zuid-Amerika op, een lucht-
vaai tma-atsehappij, de maatschappij om de
verloren Spaansche zilvervloot op te duiken
en de maatschappij voor landbouw op Lundy
eiland.
Al die maatschappijen en nog veel andere,
die Seymour Melford oprichtte, barstten als
een zeepbel uit elkaar en eenvordige lieden
werden door die mislukkingen tot den bedel-
staf gebracht, maar de naam van Seymour
werd nooit genoemd.
Hij zelf verloor er natuurlijk nooit geld bij
en kwam altijd nog juist bijtijds" uit de voe-
ten en of de maatschappijen, die hij hielp op-
riehten bleven drijven of zonken, hij zorgde
wel, dat hij aan de winnende hand bleef.
(Wordt vervolgd.)