ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERIENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
DAMPO
Marion'sgrooteavontuur
GRIEPen KOU
No. 9847
WOENSDAG 7 DECEMBER 1938
78e Jaargang
Aankondigmg.
voetpaden.
Binnenland
Feuilleton
EERSTE BLAD
NEUZENSCHE
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultlbetallng.
UitgeefsterFlrma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KUEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bg regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VEKSUIJUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Burgemeester en Wethouders van ZAAM-
SLAG brengen ter aigemeene kennis, dat, te
beginnen op MAANDAG 19 DECEMBER 1938
vamwege de gemeente een aigemeene opne-
ming zal worden gehouden van de
Zaamslag, 5 December 1938.
(Burgemeester en Wethouders voomoemd,
S. VAN H'OBVE, Burgemeester.
J. W. KUSEE, Secretaris i. 1.
RADIOTOESPRAKEN VAN
STAATSHOOPDEN.
Te houden binnen het kader van de
wereldtentoonsteliing te New-York.
De administratie van de wereldtentoonstel
iing 1939 te New York deelt mee, dat er plan-
nen in toeraad zijn voor een reeks radiotoe-
spraken uit 11 landen, die een boodschap van
vriendschap zullen bevatten.
(Reeds zouden de volgende staatshoofden er
in hebben toegestemd te spreken: Lebrun,
president van de Fransche republiek; Dr.
Douglas 'Hyde, president en de Valera, eerste
minister van Ierland; Ikoning Ghristiaan van
Denemarlken; Koningin Wilhelmina;
een hooge persoonlijkheid uit Rusliand; de
gouiverneur-generaal van Canada; koning
Karel van Roemenie; koning Haakon van
Noonwegen; koning Leopold van Belgie; prins
Paul, regent van Zuid-Slavie; koning Victor
Emanuel van Italie; admiraal Horthy, regent
van Hongarije; prins Tsjitsjiboe, broeder van
den keiizer van Japan; koning Gust§.af van
Zweden; de president van Brazilie en de Brit-
sche commissaris-generaal van de tentoonstel-
ling.
De toespraken zullen worden gehouden
elken Zondag van 1 Januari tot 23 Juli.
EEN NOODWET VOOR DE WILDE
BUSSEN TE WACSHTEN.
De Regeeringspersdienst meldt
Nu bij arrest van den Hoogen Raad art. 2
van het Reglement Autovervoer Personen on-
verhindend is verklaard, heeft de regeering
opnieuw ovenwogen iwat haar in dezen te doen
stond. Zij stelt zich voor, met spoed de tot-
stamdlkoming van een noodwetje te bevorde-
ren, teneinde in de geibleken lacune te voor-
zien.
In den tusschentijd worden de vroegere poli-
tiemaatregelen ingetrotoken.
Dit wil intusschen met zeggen, dat alle
„wilde" bussen van nu af aan ongehinderd
zullen mogen loopen. Vede busdiensten zagen
n.l. presidentieele vonnissen tegen zich uitge-
sproken, uitvoerbaar bij voorraad en met den
sterken arm, waarbij deze diensten op anderen
grond, n.l. art. 1 van de Wet openbare ver-
voermiddelen, werden verboden.
DE NEDERLANDSCHE REGEERING
ONBEKEND MET HET TRANSPORT VAN
2000 JOODSCHE KINDEREN UIT
WEENEN.
Naar aanleiding van het uit het buitenland
afkomstige bericht, als zouden Donderdag a.s
2000 Joodsche kinderen uit Weenen naar
Nederland vertrekken, is het A.N.P. bij infor-
matie te bevoegder plaatse medegedeeld, dat
de Nederlandsche regeering van dit transport
niet op de hoogte is en dat het uitgesloten
moet worden geacht, dat een zoo groot aantal
kinderen uit Weenen dezer dagen in ons land
zal worden opgenomen.
DE VLIEGVELDRWESTIE.
In de Dinsdagmiddag gehouden vergadering
van de Kamer van Koophandel te Rotterdam,
heeft de voorzitter, Mr. K. P. van der Man-
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verboden.
33)
Vervolg.
„Wacht", peinsde Hall hardop, „die kreet,
die dk meende te hooren. Zal ik je het eens
zeggen? Iemand heeft in de andere shack
gelogeerd en als aandenken aan dat aange-
name verblijf een paar souvenirtjes meege-
nomen".
Pat was de deiur al uit en de anderen volg-
den hem snel. Het eerste, wat ze zagen, was,
dat het pas gesneeuiwd had. Geen spoor viel
er te ontdekken.
Ze draafden achter elkaar naar de reserve-
shack.
,,(Net, wat dk dacht" riep Hall, „kijk, de
sneeuw voor de deur is opgeruimd, tenminste
dat van de blizzard. Onze geachte ibezoeker
slaapt nog, of is gisteren reeds vertrokken."
Ze traden voorzichtig de hut Ibinnen, maar
deze was verlaten. Met een oogopslag zagen
ze, dat alle dekens van de bedden waren ver-
dwenen. Verder ontlbrak er niets, behalve het
kacheltje.
,Wat een kouikleum", lachte Baby.
(Maar Tom merkte op:
„(Hij zal nog last genoeg van de kou heb
ben, als hij den nacht in de open lucht moet
doorbrengen. Maar dat neemt niet weg, dat
hij er eerst wel eens beleefd om had kunnen
vragen".
dele de volgende verklaring afgelegd ten aan-
zien van de vliegveldkwestie.
In de Septembervergadering van deze
Kamer mocht ik de gelegenheid hebben uit-
voerig de argumenten uiteen te zetten waar-
om de nieuwste plannen van den Minister van
Waterstaat, om het centrale vliegveld naar
Schiphol te verleggen, voor Rotterdam niet
aanvaardbaar waren.
Sedertdien heh ik met den voorzitter van
het vliegveld-comity het gemeentebestuur
mogen vergezellen op een audientie bij den
Minister, waarin de hoogst emstige bezwaren
tegen deze oplossing van het vliegveldvraag-
stuk uitvoerig werden utieengezet.
Het schijnt, dat deze bezwaren niet den
minsten indruk op den Minister hebben ge-
maakt; zij worden in de memorie van ant-
woord op de waterstaatsbegrooting althans
zonder meer terzijde gesteld.
Men mag hopen en verwachten, dat de
volksvertegenwoordiging den Minister op
dezen weg niet zal volgen. Nog altijd zijn er
met goeden wil en bereidheid tot samen-
werking oplossingen te vinden, die aan alien
recht laten wedervaren.
Maar onaanvaardbaiar is: dat het geheele
havengebied van de Maasdelta met een mil-
lioen menschen feitelijk van het intematio-
nale luchtverkeer wordt afgesneden.
Rotterdam zal het geldt een levensbe-
lang nimmer hierin kunnen berusten. (ap-
plaus
PERSBESCHOUWINGEN OMTRENT DE
BEHANDELING DER ONDERWTJS-
BEGROOTING.
In R.-K. kringen heerscht daaromtrent
eenige teleurstelling, omdat de oppositie tegen
den Minister Slotemaker de Bruine op niets
is uitgeloopen.
De Volkskrant (rad. r.-k.) schrijft:
De katholieke Kamerfractie heeft voor de
begrooting van Onderwijs gestemd. Zij heeft
dit gedaan omdat anders de Minister van
Onderwijs zou zijn gevallen, en met dezen
Minister het kabinet. De fractie heeft der-
halve kabinetspoitiek gevoerd.
Een verstandig besluit, dat in onze kringen
weinig tegenspraak zal ontmoeten. Wie van
ons zou aan het werk van een Minister
Romme en een Minister Steenberghe ontijdig
een einde willen zien gemaakt en daartoe
meewerken
Maar als men het voomemen had den
Minister van Onderwijs te handhaven, was het
dan noodig geweest dien Minister links te
laten liggen, met wien men toch zal moeten
samemwerken als het straks (we hopen zeer
hinnenkort) tot uitwerking van de plannen
RommeiSlotemaker inzake de bestrijding der
jeugdWerkloosheid en het opnemen van onder-
wijskrachten bij den scholingsarbedd komt?
En wat beteekent, in het licht gezien van
de gevallen beslissing, de mysterieuze aan-
kondiging van Dr. Molleir in zijn Franeker-
rede van' Zondag j.l.,,Wat wij zullen doen
zult gij deze week wel zien. Als ik nu iets zei,
dan zou dit veel kunnen doen mislukken. Hebt
vertrouwen in ons en niet het minst in onze
katholjeke ministers"
„Onze katholieke ministers" wij nemen
het bun niet kwalijk, want in het kabinets-
verband zijn ze een minderheid hebben toch
ook niet kunnen voorkomen, dat leerlingen-
schaal en ongeregelde positie der kweekelin-
gen-met-acte gehandhaafd bleven.
Dit vertoog doet de N. R. Crt. (lib.) vragen.
hoe de Volkskrant aan die wetenschap komt,
dat de R.K. ministers in den Ministerraad een
minderheid hebben uitgemaakt. W'at bewijst1
toch, dat de R.K. ministers niet hetzelfde
standpunt hebben ingenomen dan hun
collega's
De Nederlander (c.-h.) noemt het aan-
nemen van de Onderwijsbegrooting met de
stemmen van de R.K. fractie voor, een merk-
waardig slot van een wat zonderlinge staat-
kundige houding, terwijl Het Volk (s.-d.) er
op wijst, dat de R.K. evengoed als de S.D.A.P.
weten, dat de heer Slotemaker bij herhaling
gepoogd heeft am in het kabinet de geesten
Ze stonden een oogeniblik in beraad wat ze
zouden doen.
Laten loopen?" stelde Hall voor.
De anderen keken hem met groote oogen
aan.
/Laten loopen?" haperde Pat, „en mijn alb-
sinth dan?"
„Woui je de kans loopen, dat (hij nog eens
terugkomt?", vroeg Tom. En Balby voegde
er aan toe:
„Vannacht weer liggen rillen in bed? Ik
denk er niet aan. Bovendien ben ik tamelijk
henieuw wat voor een snuiter het is. Ik wil
hem in ieder geval zien en hem beleefd vra
gen of hij wel genoeg dekens heeft."
,,Met dat al staan we onzen tijd te ver-
praten en zit de dief misschien al in Kansas",
merkte Hall nuchter op, ,,als we wat willen
doen, moeten we opschieten."
Ze iholden naar hun eigen schack terug en
zadelden de paarden, die vroolijk hinnikten bij
het vooruitzicht, een tijdlang uit den benauw-
den stal verlost te worden. Ook naraen ze een
paar van de Eskimohonden mee, daar die die-
ren goede diensten konden bewijzen bij het
opsporingswerk.
De Boodschap.
Toen de (blizzard voongoed losbarstte, be-
vond Jim Pavlick zich aan den oever van het
Groot-Berenmeer. Aanvankelijk had hij wei
nig acht geslagen op de felle windstooten, om
dat al zijn aandacht was gericht op het dal
naast het dennenwoud en op de hut, die zich
daar toevond. Van twee zijden 'had hij een
slede zien komen, maar door den grooten af-
stand kon hij de gezichten niet onderscheiden
van de mannen, die zich er bij bevonden. Toen
hij nog aan het overleggen was wat hij zou
doen, aankloppen om loigies of verder rijden,
om wederom een eilendigen nacht bij een
kampvuur door te brengen, was eensklaps de
te winnen voor een ruimere bedeeling van het
onderwijs. Een pogen, dat echter steevast
is afgestuit op de tegenwerking zrjner ambt-
genooten. Indien de vier sterke katholieke
mannen in het kabinet den Minister van On
derwijs een ruggesteun hadden gegeven, dan
zou de verbetering in de leerlingenschaal er
nu zijn. Het is dan o?k schrijnend onrecht-
vaardig, het uitblijven van de noodige beter-
schap wederom uitsluitend op rekening van
den heer Slotemaker te schrijven.
VRIJWILLIGERS UIT SPANJE WEER
„THUIS".
Maandagmiddiag te 2.05 uur Belgischen tijd
zijn schrijft een speciale verslaggever van
,,De Telegraaf" ruim honderd der Neder
landsche mannen, die gedurende korteren of
langeren tijd in het Spaansche regeerings-
leger dienst hebben gedaan, bij Esschen
terugigekeerd in het land, dat hun vaderland
niet meer is en welks nationaliteit zij wel-
licht eer:'t na langen tijd zullen terugkrijgen.
De 118 personen zijn dertig uur te voren in
twee extra-rijtuigen van Oerbere aan de
Spaansch-Fransche grens vertrokken voor de
terugreis naar Nederland na gedurende onge-
veer tien dagen in een kamp tusschen Barce
lona en de Spaansche grens ondergebracht te
zijn geweest. In Cerbere, waar den afgezwaai-
den soldaten door bemiddeling van de Neder
landsche regeering' een warm maal en pro-
viand voor de reis tot Parijs verstrekt werd,
werd het contingent ontvangen door den
Nederlandschen consul te Nice, den heer De
Kuyper, die hen tot Roosendaal begeleidde.
Nergens onderweg mochten de mannen den
trein verlaten en speciaal de Fransche regee
ring had bij elk oponthoud zeer strenge maat-
regelen genomen.
Bij elk station, waar de trein stopte, werden
de coupe-deuren afgesloten en werden de beide
wagons door gendarmes bewaakt. In Parijs
werd aan de mannen opnieuw door de zorgen
der Nederlandsche regeering een ontbijt ver
strekt. Op het perron aldaar waren aan-
wezig de Nederlandsche gezant en de heer
Labouchere. Te Brussel was de legatie-
secretaris, de heer Van Berkum, op het per
ron aanwezig. Daar waren het de Brusselsche
arbedders, de Belgische ,,kameraden" zoo-
als de mannen zeiden die voor verschillen-
de versnaperingen hadden zorg gedragen en
waar zij door vertegemwoordigers der Belgi
sche socialisten weirden begroet. In Belgie
waren nergens bijzondere voorzorgsmaatrege-
len genomen en zelfs gelukte het ons te Es
schen ongehinderd in de rijtuigen der man
nen te stappen en met verschillende hunner
een kort gesprek te hebben.
De meesten, alien betrekkelijk jonge man
nen, bleken blij te zijn naar Nederland te kun
nen terugkeeren. Enkelen echter waren er
ook onder. die openlijk hun spijt betuigden,
door de intemationale onderhandeldngen ge-
noodzaakt te zijn geworden den strijd, voor
wat zij zien als hun ideaal, te moeten staken.
De Nederlandsche consul te Nic^s jdeelde
ons mede, dat de honderdachttien Nederlan-
ders dee! uitmaakten van een grooter contin
gent buitenlandsche strijdkrachten in Spanje,
waarbij zich BeLgen, Zweden, Finnen, Noren
en Denen bevonden. Dezen zijn echter nog te
Oerbere achtergebleven, omdat him papieren
nog niet in orde bleken te zijn. De reis had
een vlot veirloop en de mannen hadden zich
j kaim en correct gedragen.
Wanneer het soms te luidruchtig werd, was
aldus de heer De Kuyper, een enkel bevel van
kapitein Piet" voldoende hen te kalmeeren.
Deze Piet, wiens volledige naam Petrus Laros
is, is een gewezen bouwvakarbeider uit Kaats-
heuvel, die het in het Spaansche leger tot
kapitein van de Hollandsche compagnie heeft
gebracht. Deze kapitein Piet zien de mannen,
zoo vertelde de heer De Kuyper verder, ook
thans nog als hun commandant en zij gehoor-
zamen direct aan zrjn bevelen. Hij was het
ook, die tusschen Antwerpen en de Neder
landsche grens den mannen verzocht „als
concessie aan de Nederlandsche regeering"
ondejrscheidingsteekens en insignes van de
sneeuwstorm als een woedende furie op hem
aangestormd. Sheila wilde omkeeren, maar
hrj dwong het dier tegen de striemende sneeuw
in te gaan. Hij had wel zooveel van de bliz
zard gehoord, dat hiji wist, dat het den dood
beteekende, als hij den nacht in de open lucht
nroest doorbrengen. Daarom besloot hij, of-
sdhoon hij, tengevolge van de voortdurende
achtervolging, een ziekelijke vrees koesterde
voor alles wat mensch was, toch naar de hut
te gaan.
'In een cogenblik tijds had de fijne jacht-
sneeuiw hem venblind. Hij zag dal noch hut
meer, maar dreef Sheila recht tegen den
storm op, overtuiigd, dat hij dan zijn doel wel
zou (bereiken.
De blizzard greep hem aan met woeste ruk-
ken, islingerde hem achteruit, huilde, raasde
en tierde om zijn hoofd, terwijl een doordrin-
gende koude hem tot in zijn gebeente verkilde.
Het iwerd een ontzettende worsteling, een
kiaimp op leven en dood. Langzamerhand
kroop een loom, slaperig gevoel in zijn lede-
maten, een doffe wanhoop maakte zich van
hem meester en hij had grooten lust, om te
keeren en zich met den orkaan mee te laten
voeren. Met een schok keerde hij tot de wer-
kelijkheid terug, sprang van het paard en tot
i aan zijn knieen door de sneeuw wadend, wor-
I stelde hij voorwaarts, diep voorovergebogen,
Sheila aan de teugels meevoerend. Herhaal-
delijk viel hij en werd dan bedolven door de
fijne sneeuw, die hem vast scheen te willen
houden. Maar telkens ook weer krabbelde hij
overeind en dwong zich tot voorwaarts gaan,
kruipend soms. De koude werd met de minuut
heftiiger, beet vinniig in zijn (gelaat, stak snij-
dend in zijn ooghoeken en scheen bloedwarmte
en leven uit hem weg te zuigen.
IPlotseling zag hij de hut vlak naast zich
opdoemen. Op hetzelfde moment echter
maakte de wind een snelle, omberekenbare
Spaansche politieke partij van de kleeding te
verwijderen. Waaraan algemeen voldaan werd.
Nog deelde d« heer De Kuyper mede, dat
hem gedurende de dertigurige treinreis vol
doende gebleken was, dat het gros der man
nen geenszins van zijn revolutionnaire sym-
pathieen genezen is, ook al hebben zij be-
loofd, in Nederland geen politieke propaganda
te zullen maken. Een streng toezicht op deze
mannen zal dan ook zeker noodzakelijk zijn.
Zoo naderde de trein langzamerhand Roo
sendaal en nauwelijks werd onder de stations-
overkapptng gestopt of alle raampjes gingen
naar beneden en spontaan klonk uit de kelen
der mannen als een ironie van het noodlot:
,,Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje
weer aan
Alsof de Nederlandsche regeering, die reeds
zorgen te over heeft, op dezen vijfden Decem
ber nog een dergelijke dure Sinterklaassur-
prise van noode had. Den mannen zou immers
oogenblikkelijk steunuitkeering zijn beloofd.
Het geheele perron te Roosendaal was door
de gemeentepolitie afgezet.
Do beide wagons met de mannen bleven in-
middels hermetisch gesloten, totdat alle reizi-
gers van. het perron verdwenen waren. Daar-
na werden de mannen in groepjes van tien uit
den trein gelaten om door de douane aan den
lijve te worden gevisiteerd. Na afloop daair-
van kregen de mannen door bemiddeling van
de Nederlandsche regeering in het eerste-
klasse-restaurant een warmen maal tijd, be-
staande uit zuurkool met worst en varkensrib.
Daama reikte men hun de tijdelijke papieren
voor het verblijf in Nederland uit, waarna zij
successievelrjk met verschillende treinen naar
hun woonplaatsen vertrokken.
DE DINGAANSVLUCHT NAAR
ZUID-AFRIKA RHtlONNEN.
Men meldt uit Amsterdam aan de N. R. Ct.:
,.Die vliegtog na Suid-Afrika", zooals de
Zuid-Afrikaansche gezant, Dr. H. D. van
Broekhuizen, den „good-will" vliegtocht naar
Zuid-Afrika van het K. L. M. vliegtuig „Rei-
ger" Dinsdagochtend noemde, is pnachtig be-
gonnen. Ruim zicht, droog en een matig be-
wolkte luchtom 8 uur 14 minuten.
Het meest indrukwekkende oogenhlik was
wellicht, toen de Zuid-Afrikaansche gezant
een korte rede hield om de beteekenis van de
vlucht voor Zuid-Afrika te scbetsen.
In emstige aandacht luisterden Prins Bern-
hard, Jhr. Beelaert van Blokland, Minister
Dr. H. Oolijn, de Minister van Buitenlandsche
Zaken Mr. J. A. N. Patijn, Jhr. Mr. A. C. D.
de Graeff, regeeringscommissaris voor de
wereld-tentoonstelling te New-York en oud-
gouvemeur-generaal van Ned.-Indie, en nog
vele anderen, hoe de Zuid-Afrikaansche ge
zant deze dingaans-vlucht zag als een gebaar
van vrede, als het aanbieden van een olijftak
van vrede van het in vrede levende Neder
land aan het in vrede levende Zuid-Afirika.
De beteekenis van deze vlucht wordt zeer
verhoogd door het feit, dat Jhr Mr. F. Bee-
laerts van Blokland als vertegenwoordiger
van de Nederlandsche regeering deze vlucht
meemaakt.
,,Het is een baie mooi gebaar" aldus Dr.
Van Broekhuizen, die dan beschreef hoe in
1652 van Riebeeck en zijn mannen in drie
kleine schepen naar Zuid-Afrika voeren, om
daar den hoeksteen te leggen voor de tegen-
woordige Unie van Zuid-Afrika. Spr. herinner-
de dan aan de droeve jaren van 1899 tot 1902
die eindigden met de uitzending door H. M.
de Koningin van het oorlogsschip „Gelder-
land", om onzen onvergetelijken president
Paul Kruger een veilig thuis aan te bieden."
Dat was toen een vredestocht van een schip
met kanonnen, thans is dese .vliegtog" over
bergen en woestijnen een andere vredestocht,
als van een witte duif.
Dr. Van Broekhuizen besloot zijn rede met
het aanhalen van een Zuid-Afrikaansch ge-
dicht.
De vlaggen van Zuid-Afrika, van Nederland,
van Amsterdam en van de K. L. M. woeien
feestelijk aan den uitgang van de wachtkamer
naar het vliegveld. De ..Reiger'" stond gedul
Dan rug en borst flink met Dampo
inwrijven en Dampo diep inademelt.
Wonderlijk zooals dat helptl
Dooi 30 ct.
Tub# 40 ct. Pot 50 ct.
(Ingez. Med.)
zwenking en sleurde hem weg van de hut, van
de redding. Hij slaakte een wanhopigen kreet,
kreeg het gevoel, of hij door het luchtruim
zweefde, zijn handen grepen in het leege en
dan werd hij met zoo'n reuzekracht ergens
tegenaan geslingerd, dat hij hewusteloos in-
eenzonk.
(Dit duurde echter maar een oogenblik. Hij
o,pende zijn oogen en zag, dat hij tegen de
hut aanlag. Met moeite werkte hij zich over
eind en zocht tastend naar de deur. Een don-
kere schaduw liep met hem mee. Sheila",
mompelden zijn verstijfde lippen. Hij vond den
deurknop en werd letterlijk naar binnen ge
slagen, onmiddellijk gevolgd door Sheila. Met j
inspanninig van zijn laatste krachten wist hij
de deur weer te sluiten en zonk dan uitgeput
neer. Hoe lang hij zoo gelegen had, zou hij
niet helbben kunnen zeggen, maar ineens
drang het tot hem door, dat hij alleen was in
de hut. Waren er niet vier mannen naar bin
nen gegaan? Of sliepen ze? Maar neen, het
waif intens koud, de kachel brandde niet. Hij
richtte zich stijf op en zocht naar zijn luci-
fers. Het duurde lang, voor er een brandde
en nog langer, voor hij de lamp had ontstoken.
Alle gevoel was uit hem geweken, het was,
of hij aan den ibuitenkant reeds gestorven
was.
Hij greep een handvol van de sneeuw, die
mee naar binnen igestoven was en Ibegon er
zich handen en gezicht mee in te wrijven.
Langzaaim keerde het gevoel terug met vree-
selijke pijnen. Hij moest zich in de lippen
bijten, om het niet uit te schreeuwen. Toch
ging hij docfr met wrijven, zoolang, tot het
bloed weer normaal door zijn aderen stroomde.
De kachel brandde niet, maar stond klaar,
om aangestoken te worden. Een oogenblik
later vlamde er een lustig vuur op en begon
er zich een weldadige warmte door het ver-
trek te verspreiden, heerlijike warmte, die hem
dig te wachten in het jonge ochtendlicht.
De heer A. Plesman, directeur van de
K.L.M. richtte, via de Phohi, eenige woorden
tot de bewoners van de Unie van Zuid-Afrika.
Hij zeide dat het vliegtuig geheel bezet is en
dat niet minder dan 23.000 poststukken wor
den meegenomen.
Hij bracht in berinnering dat er blrjkbaar
op het oogenblik in Zuid-Afrika nog bezwaren
bestaan, tegen het door de K. L. M. in exploi
table nemen van een wekelijksche luchtlijn
van Nederland naar Zuid-Afrika, maar hij
sprak de hoop uit, dat dit spoedig mogelijk
zou kunnen zijn, in samenwerking met de
Britsche- en Zuid-Afrikaansche luchtlijnen.
Via de luidsprekers werd daama geroepen:
..Passagiers voor Kaapstad instappen!",
hetgeen nog in het Engelsch herhaald werd.
De passagiers begaven zich naar het vlieg
tuig en stonden op korten afstand stil met
ontbloot hoofd, toen statig het Wilhelmus
over het vliegveld weerklonk.
Het afscheid was dan in vollen gang. Han
den werden geschud, vroolijke uitroepen klon-
ken. De bemanning, wat achteraf, zei een
laatste woord tot hun familie. De gezagvoer-
der, J. B. Scholte, frisch en flink als altijd,
zei vaarwel tot vrouw en kinderen.
Alle passagiers waren present. In dichte
drommen stonden de belangstellenden om het
vliegtuig.
Onder de belangstellenden waren, behalve
de reeds genoemden, de adjudant van Prins
Bemhard, kapitein de Roo van Alderwerelt,
Jhr. Snouck Hurgronje, secretaris-generaal
van buitenlandsche Zaken, wethouder Krop-
man, vertegenwoordigend het gemeentebe
stuur van Amsterdam, de beer Booigert direc
teur van de handelsinrichtingen te Amster
dam, W. H. Fockema Andireae, secretaris van
de regeeringscommissie voor de cultureele be-
trekkingen met Zuid-Afrika; de heer Delprat
als voorzitter van de Zuid-Afrikaansche Han-
delsvereeniging, Mr. P. J. Idenburg, voorzit
ter van het fonds voor Hollandsch onderwijs
in Z.-Afrika, enz.
Enkele van de passagiers hadden moeite
om zich door de haag van belangstellenden
heen te dringen, maar, ze kwamen er
Toen klonk waarschuwend de stem van den
heer Plesman, dat de mottoren zouden gaan
draaien, en even later raasden de beide mo-
toren.
Scholte zat aan bet stuur om de machine
te doen starten, naast hem zat Viruly. De
waehtenden juichten, riepenVoor de
raampjes van de cabine verschijnen lachende
gezichten.
Om 8 u. 12 kwam er beweging in het
vliegtuig, dat onder de opgewekte tonen van
het vermaarde Sarie Marys naar de start-
baan reed om daar te keeren en te wachten.
Om 8 u. 14, toen de motoren luid ronkten,
begon het vliegfuig snel voort te rollen.
Enkele oogenblikken later verhief de Reiger"
zich statig in de lucht. Nog even een cirkel
rond het vliegveld en gezagvoerder Scholte
zette koers naar Zuid-Afrika.
De .Reiger" vervoert behalve de elf passa
giers 138 Kg. briefpost en 52 Kg. vracht.
De Reiger, die Dinsdagochtend van Schip
hol naar Zuid-Afrika. is vertrokken, in ver-
band met de honderdste herdenking van den
Dingaansdag. is om 11 uur 42 (Nederlandsche
tijd) te Marseille geland. Om 13 uur 05 werd
de vlucht voortgezet en om 16 uur (Neder
landsche tijd) kwam het vliegtuig te Napels
aan. Dinsdag werd de tocht via Athene voort
gezet naar Cairo.
doorgioeide. Hij keek in de bedden, geen man
nen, bracht Sheila naar den stal, geen bewo
ners. Hij brak er zich verder het hoofd niet
over, kroop in een van de bedden en was spoe
dig in 'n diepen slaap gedompeld.
Toen hij zich op den ochtend, dat de storm
was gaan liggen, naar ibuiten begaf, zag hij de
oplossing van het raadsel, waarover hij zich
al die dagen suf igepiekerd had. Een stuk ver-
derop lag nog een hut, gelijk aan de zijne.
Daarin bevonden zich dus de mannen, die hij
had gezien. Vier mannen waren het geweest.
De drie leren met Hall Pennock, dat was
samen ook vier man. Het zou wel heel toe-
vallig moeten zijn, als zij zich juist hier be
vonden, maar het was toch mogelijk. Lang
aarzelde hij, maar tenslotte besloot hij toch
maar eens een kijkje te gaan nemen.
De andere hut was leeg, maar vertoonde
alle teelkenen van bewoning. Hoogstwaar-
schijnlijk waren de mannen uit ter pelsjacht
en zouden ze niet voor den avond terugkeeren.
Als het Hall Pennock was met zijn maats?
Vier vijanden tegenover zich was veel, teveel
voor een openlijken strijd. Maar als hij bleef,
zouden ze den rook uit zijn shack zien komen
en hem natuurlijk ontdekken. Zijn besluit
was spcedig genomen. Hij zocht alles bij el
kaar, wat van zijn gading was, sleepte het
naar zijn eigen tijdelijke woonplaats. timmer-
de van dennetalkken een primitieve slede in
elkaar, laadde daar alles op, spande Sheila er-
vcor, sprang zslf in het zadel en reed aan de
Noordzijde om het bosch heen, waar een ein»
delooze, witbesneeuwde vlakte zich voor zijn
oog uitstrekte. Hoe hij ook tuurde, nergens
waren de ipelsjagers te ontdekken, het ter
rain was dus veiliig. Zonder een enkel oogen
blik oponthoud reed hij door tot zonsonder-
gang, steeds langs den zoom van het woud.
(Wordt vervolgd.)