ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
..Dokter Hartje
t,,lli"een„Mijnhardljt;
J
Marion'sgroote avontuur
De laatste dag van het bezoek van den
Belgischen Koning aan ons land.
Mi
25
Binnenland
Buitenland
Feuiiieton
I
De pijnverdrijver bij uitnemendheicf
UZENSCHE COURANT
i
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
tr per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
/;>or Belgie eo Amerika f 2,-overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
s fibnner.ienten voor het buitenland alleen by vooruitibetaling.
Uttgeef »terFlnna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEIJEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regeiabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgtaar is. Inzending van advertentien liefst e£n dag voor de nitgave.
DIT BEAD VERSJliUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE DUITSCHE VLUOHTELINGEN.
Het Tweede Kamerlid Donker heeift aan
den minister van. Justitie de volgende vragen
gesteldi:
a. Is het waar, dat de regeering alleen
bereidi is ©en beperkt getal Duitsche vluchte
lingen toe te laten, wanneer door particuliere
bijdTagen de kosten tevoren zijn gedekt en
diat dienitengevolge van het Protestantsche
hulpcomitd, dat in de eerste plaats tot taak
heeft den steun aan „niet-arische" Christe-
nen, door de regeering een bankgarantie van
150.000 gevraagd wordt
2. Is de minister niet van oordeel, dat de
toelatinig van deze Duitsche vluchtelingen
onnoodig geremd wordt door den eisch van
het te voren gestort zijn van een 'bankgaran
tie tot een zoo hoog bedrag, te meer waar de
inzamelingsactie van gemeld comity in voUen
gang is en reeds giften en toezeggingen tot
een bedrag van meer dan f 30.000 zijn inge-
komen?
Byzonderheden over de toelating.
Te bevoegder plaatse heeft men er op ge-
wezen, diat de belangen van Nederland en
evenzeer die van de betrokkenen zelf eischen,
dat de toelatinig van vluchtelingen georgani-
seerd geschiedt en ook dat werkelijik deugde-
lijke en blyvende onderbrenging gewaar-
borgd zij.
Ten aanzien van de kinderen zal het door
Nederland mogelijke worden gedaan, doch
hier voeral eischt de op de regeering druk-
kende verantwoordelijMieid een nauwkeurige
voorbereiding. Het departement van Justitie
staat met de betrokken comitd's in nauw
contact en pleagt daarmee regelmatig overleg.
Toelating van kinderen kan alleen geschie-
den <yp vergunning van den minister van Jus
titie 'en dit op voordracht van het betreffen-
de ikindercomite, dat de zorg voor de verdere
onderbremging van die kinderen heeft te dra-
gen. Die onderbrenging geschiedt voorshands
ook alweer in georganiseerdien vorm, d.w.z. in
teihuizen, inrich tinge n enz.
iWat men, naar verklaard werd, vooral moet
nalaten, is.het z.g. inriividueel binnenbrengen
vara kinderen, aangezien dat de grootste moei-
irjktieden zou veroorzaken en niet te verant-
wooud'en ware, ook al moge dat dan wel eens
geprobeerd zijn door ingevingen van het hart,
wat echter niet voidoende is, om op veranit-
woorde wijze voor de bei ail gen v an die kinde
ren zelf zorg te dlragen.
Vender woirdt nog vemomen, dat naar alle
waarschijnlijkheid voorshands in hoofdizaak de
volwass enen van midldelbaren leeftijd onderge-
bracht zullen worden in de quarantaine-inrioh-
ting te Rotterdam.
Het schijnt, dat de regeering voor de eerste
zes weken de beschikking over die inrichting
heeft venkregem, met dien verstande, dat er
nog voldoende ruimte gereserveerd is voor
hdt geval, dat ten aanzien van binnenkomende
sdhepen enz. quarantainemaatregelen noodig
mlochten wezem.
'Intusschen is het zeer waarschijnlijk, dat
men naast die quarantaine-inrichting nog wel
erg'ens een zg. barakkenkamp noodig zal heh-
ben, al bestaat hieromtrent op het oogenblik
nog geen zekerheid, evenmin als over de plaats
waar zul'k een barakkenkamp zou komen.
GEVVtEIGERD TE WERKEN IN
DUITSCHLAND.
In de gemeente Emm en hebben gedurende
October en November verseheidene veenarbei-
ders bezwaar gemaakt tegen plaatsing in de
veendferijen in Duitschland, omdat in de korte
dlagen bij de in die veenddrijen geldemde tarie-
ven. niet zooveed te verdienen is, dat zij een
dragelrjk beidrag naar hunne gezinnen kunnen
zenden, terwijl bovendien het graven van
gruppen in dezen tijd van het jaar zeer nat
werk is en voor arbeiders, die in polderkeeten
of cantines gehnisvest worden, dat werk aan
de gezonldheid abnormale eischen stelt.
Bedoelde arbeiders werden op last van den
minister van Sociale Zaken van werkverschaf-
fing en steunverleening uitgesloten. De arbei
ders te Emmercompascuum hebben zich on-
langs met een adres tot den minister van So
ciale Zaken gewend, teneinde de schorsing
opgehevem te krijgen. Ook de organisaties
stellen pogingen in het werk, dat de minister
den dwang zal opheffen.
iVemomen wordt, dat de minister van So
ciale Zaken aan het gemeentebestuur van Elm-
men heeft laten weten, dat de uitsluiting van
werkverschaffing en steun voor de arbeiders,
die het werk in de Duitsche venen zonder ge-
gronde redenen hehben geweigerd, tot 1 Jan.
1939 zal moeten duren en dat diaama de zaak
opn'ieuw zal worden bezien.
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verboden.
i&i Vervolg.
De ontsnapping.
_Wr werd geschoten", zei Bluecorn, die voor
huiskamerraam naar buiten zat te staren.
De woorden klonken vreemd in de leege stilte
rem de kamer en schenen te blijven hangen.
Bluecorn keek nadenkend naar de immer
■mUemde sneeuw en sprak ineens, alsof het nu
pas tot hem doordrong:
„iHet waren revolverschoten, ginds op de
beffling. Wie schiet er nu met een revolver in
de sneeufw?"
Da stilte van de kamer gaf hem geen amt-
woord, die stilte scheen op hem af te sluipen,
Wilde hem beklemmen. Onwillekeurig keek
hy achter zich. De meubels schenen hem
vragend aan te kijken of ze spreken wilden,
maar niet konden.
,,W:aar is Marion dacht hij opeens. Elen
vaag, onbestemd gevoel van onruist begon
hem te bekruipen. Hij schoof zijn stoel ach-
teruit en riep krachtig: .Marion!"
Geen antwoord. Van de keuken kwam ver-
wijderd gestommel en gerommel met pannen,
verder niets. Hij luisterde, iets vooroverge-
bogen. Waar zou ze zijn? Eigenaardig, dat
het meisje haar koppigheid geheel had afge-
legd. Ze was vriendelijk en meegaand en
sprak geen woord. Maar toch, zijn oude oogen
lieten zich niet zoo gemkkelijk beidriegen,
tocih zag hij in haar onschuldige blauwe
kijikers dikwijls een glans, die hem deed ver-
moeden, dat onder haar gedweeheid een brand
woekide, een felle, hartstochtelijke brand, die
HET VLUCHTEUNGENPROBLEEM IN DE
BELGISOHE KAMER.
In de Kamer is Dinsdagmidldag een inter-
peilatie geihouden over de kwestie van de
politieke vluchtelingen en de Jodenvervolginig
in Duitschland'. De socialistisdhe afgevaardig-
voor Bruissel, mevrouw Blume, opende de
besprekinigen met een beschrijvinig van de
weerzinwekkende wijze, waarqp de Joden door
de nationaal-socialisten in Duitschland wor
den behandeld. Ik verhaai u dit alles, zeide
mevirouw Blume, niet om u te ontroeren, maar
opdat u zult toegrijpen, dat wij de Jooen die brj
ons een toevlucht zoehten, naar deze hel niet
mogen terugdrijven. (Instemming op vele
banken.
Uit naajn van de christelijke traditie richt
ik mij tot den minister van justitie, opdat hij
meer zal dioen dan tot dusverre is gedaan ten
bate van de vluchtelingen, die geen andere
keuze meer hebben dan uitwijking of de dood.
Spr. drortg er op aan, dat de regeering tegen
wat zij noemde de Duitsche excessem, zou pro-
tesbeerem en tevens zeer ruim zou zijn bij de
toelating op Belgisoh grondgebied van de on-
gelukkige Israelieten, die als opgejaagde die-
ren in Belgie onderkomen zoeken. Deze rede
werd door bijna alle aanwezigen met applaus
beloond.
De minister van justitie, mr. Fholien, zeide
grootendeels in te stemmen met de rede van
mevrouw Blume. Wij kuimen niet ongevoelig
blijven ten overstaan van zoo veel menschelijk
leed, zei hij. Ik ben bereid alle practische
voorstellen tot hulpverleening aan Joodsche
vluchtelingen te onderzoeken. De minister
herinnerde verdter aan de j.ongste incidenten
in het Belgisch-Duitsche grensgebied. Som-
migen dezer incidenten warden fel overdreven
en hadldien niets met de Jodenvervolging te
maken. De Belgische politie heeft geen be-
trekkinlgen met de Gestapo. Tusschen de Bel
gische en de Duitsche regeering is sedert
1933 een accoord' getroffen om bij dergelijke
gevallen die noodiige enquetes te verrichten.
De regeering, aldus de minister, doet haar
best om het algemeen helang met de huma-
nitaire plichiten te vereenigen. Het is onge-
hoord, dat men het gerucht verspreid, als zou
Belgie op dit igebied zijn internationale ver-
plichtin'gen niet nakomen. Wij zijn integen-
deel op dit gebied vaak de anderen voorge-
gaan. De regeering zal zich aansluiten bij
iediere internationale maatregel ten bate van
de vlucihtelingen. Men moet echter rekening
houden met de beperktheid van het Belgische
grondgebied en de belangen van de Belgische
oeconomie.
Het aantal vluchtelingen, dat op clandes-
tiene wijze Belgie binnenkwam, is den laatsten
tijd zeer toegenomen. Het vorige jaar hebben
wij 850 Joodsche vluchtelingen oogluikend
toegelaten. In Augustus j.l. telde men er on-
geveer 1250 meer. De meeste waren zonder
middelen van bestaan, velen hadden geen iden-
tibeitspapieiren. Meb ingang van 27 Aug. heb
ben wij boen bob eenige uibzebtingen moeten
bij de m-inste aanleiding schroeiend zou uit-
slaan. Waar bleef ze nui toch, Marion? Er
was geschoten buiten op de helling met een
revolver. ,,Ik zit te droomen", mompelde hij,
,,ik word oud".
Toch liet dat vreemde gevoel van onrust
hem niet los. Hij richtte zich op uit zijn ge-
bogen houding, stond recht midden in de
kamer en riep met een stentorstem, dat het
daverend tegen de wanden opsloeg: Marion,
Marion!"
(Sloffende stappen werden hoorbaar in de
gang. De oude huishoudster stak haar hoofd
om dien hoek van de deur en zei afkeurend:
,,U doet een mensch schrikken met uw
schreeuwen. Marion is een half uur geleden
naar buiten gegaan, juist, toen het begon te
sneeuwen."
„Naar buiten?"', schrok Bluecorn, ,,er is
geschoten!"'
,,W"at zou dat? Er wordt hier zoo dikwijls
geschoten. Moet u daar nu zoo om schreeu
wen
,,Met een revolver!", kreet Bluecorn, duwde
haar hardhandig opzij, vloog naar buiten en
rende den heuvel op, zoo snel zijn oude beenen
hem dragen konden. Niets ziende keek hij
verdwaasd rond. Dan viel zijn oog op een
verhooging en op die verbooging teekende
zich een bloedVlek af, waaraan zijn blik in
starre ontzetting bleef hangen.
Het volgende oogenblik knielde hij er bij
neer, groef koortsachtig-gejaagd de sneeuw
weg en nam, met een kreet van ontroering,
haar in zijn armen, haar, zijn dochter Marion
keek neer op haar doodsbleek gelaat en
stapte voorzichtig den berg £if, mompelend:
„Ik voelde het, ik wist het. Dat ik niet
dadelijik gegaan ben!"
Op de ranch aangekomen, liep hij de doode-
lijk-ontstelde huishoudster zwijgend voorbij en
legde Marion zoo zacht mogelijk te bed, haal-
de snel een verbandkistje en trachtte het
bloed te stelpen, dat nog steeds vloeide uit een
wonde aan haar hals. Vaardig en vlug legde
hij een verband. Inderdaad smaakte hij het
overgaan. Sedlert de Tsjechische crisis is het
drama nog aan.grijpender gewordlen, daar de
Sudeten-Jodcn eveneens werden weggejaagd.
Zoo lang dit mogelijk is-zullen geen verdere
uitwijzingen plaats vinden. In die voormalige
Bedelaarskolonie te Merksplas zijn talrijke
Joodsche vluchtelingen ondergebracht. Giste-
ren mochten zich 160 viuehbelingen daarheen
begeven. Slechts 54 zijn er heengegaan,
De minister verklaarde verder, dat het bin-
nenkomen van 250 Joo-dsohe vluchtelingen is
toegestaan. Hij dankte de comity's voor de
steunverleening, die zich zoo veel moeite -ge-
ven om de nood van de ongelukkige Joden te
1-emigen. Belgie kan echter op eigen krachten
het vluchtelingenvraagstuk niet oplossen. Elen
internationale regeling is hoogst noodig.
600 VAN DE RIJKSTE DUITSCHE JODEN
ZUEliEN HET LAND NIET MOGEN
VERLATEN VOOR DE „BOETE" IS
RETAALD.
'De correspondent van de Times meldt uit
Berlym:
Nog steeds is niet officieel bekend hoe de
boete, welke den Joden is opgelegd, gelncas-
seerd1 zal worden. De autoriteiten. zien wel in
dat het Duitsche economische leven een zware
slag zou worden toegebraoht als den Joden in
eens tot pauperS zouden worden gemaakt.
Daarom zal de boete geleidelijk worden ge-
incasseerd. Eh- schijnen 600 van de rijkste Jo
den in Duitschland op een lijst te zijn gezet,
die onder geen voorwaarde het land zullen
mogen verlaten, voordat zij van hun geheele
fortuin zijn ontdaan.
Ettelijke Joodsche winkels, die twee weken
geleden vemield werdten, zijn thans weer ge-
opend1. De ,,niet-arische" naam van de eige-
naars staat, zooals de wet dat eischt, met
groote witte letters op de nieuwe spiegelrui-
ten. De winkeliers trachten natuurlijk in de
komende zes weken zooveel mogelijk goed te
maken wat zij hebben verloren, voordat zij op
31 December moeten sluiten. Wat er dan met
hen zal gebeuren, w-eet niemand.
Men gelooft, dat spoedig een decreet zal
worden afgekomdigd, dat de Joden een zicht-
baar teeken moeten dragen.
Te Luneberg heeft zich een geval voorge-
daan dat van beiang is voor de kennis van den
status welken een J-ood in het tegenwooirdige
Duitschliand heeft. Een Jodin was voor de
rechtbank gebracht, besehuldigd van abortus
provocatus. Zij werd vrijgesproken, omdat de
wet tegen abortus alleen voor ,,arische
Duitschers zou gelden. Toepassing van deze
wet tegen Joden zou volgens de rechtbank
een verkeerd effect hebben, ,,daar het Duit
sche volk een defensieven oorlog tegen het
Joodsche ras aan het voeren is".
EEN FRANSGH-DCITSCHE VERKLARING
TE WAOHTEN.
Naar Havas uit Parijs meldit, bevestigen
officiee-le kringen aldaair, -dat binnenkort tus
schen Eranikrijk en Duitschland een verkla-
ring zal worden geteekend gelijk aan die, wel
ke te Munchen door Hitler en Chamberlain
geteekend is.
De EYansch-Duitsche verklaring zal o.a. een
betuiging behelzen van vriendschap tusschen
bed.de landen, erkenning der wedierzijdische
gremzen en een ven-bintends tot raadpleging in
geval van een conflict.
Von Ribbentrop zal waarschijnlijk aan het
einde van dteze maand te Parijs komen om deze
verklaring te teekenen.
iDe a.s. FYansch-Duitsohe verklaring zal de
verbintenis tot raadpleging in geval van een
conflict behelzen onder reserve der byzondere
betrekkingen met derde mogendheden.
Koning Leopold en Koningin Wilhelmina
zijn Woensdagmorgen om tien minuten over
half elf van het paleis op den Dam vertrok-
ken, voor een bezoek aan de Fokkerfabrie-
ken. Het weer was dezen morgen buiten-
gewoon slecht. Dichte regenvlagen zwiep-
ten over de binnenstad, de vlaggen klap-
ten in den stormachtigen wind en vele sloegen
stuk. De eerewacht werd gevormd door een
detachement van de marine. Toen Koning
Leopold het paleis verliet hracht de marine-
kapel het Belgische vlokslied ten gehoore.
Ondanks de zeer slechte weersomstandig-
heden sloegen velen het vertrek op den
Dam gade. De vorstelijke personen wer
den bij het instappen en het wegrijden harte-
lijk toegejuicht. Ook langs de route op het
Damrak en aan de De Ruyterkade waar de
vorsten met een extra pont naar de overzijde
van het U werden vervoerd, stonden groote
groepen belangstellenden in den regen om het
voorbijkomen van den stoet gade te slaan.
Bij Fokker.
Op de fabrieksgebouwen van Fokker,
wapperden de Nederlandsche en Belgische
vlaggen en tusschen de verschillende werk-
tuigen waren vlaggelijnen gespannen, die
echter in den stroomenden regen het beeld
van het doorweekte fabrieksterrein slechts
weinig opfleurden.
Tegen half elf bevonden zich bij den in
gang van de groote hal voor vleugel.bouw
de president-commissaris der Fokkerfabrie-
ken de heer C. G. Vattier Kraane, en de
onder-directeur, de heer J. E. van Thyen, die
den directeur, Anthony Fokker, verving, om
dat deze om zakelijke redenen in de Vereenig-
de Staten vertoeft.
Te omstreeks kwart voor elf naderde de
Koninklijke stoet de toegangspoort tot de
Fokkerfabriek< Veertien auto's waarin de
leden van het gevolg der Koningin en van den
Belgischen Koning gezeten waren, volgden
de Koninklijke auto, die werd voorafgegaan
door een auto waarin zich de burgemeester
van Amsterdam, dr. W. de Vlugt en de hoofd-
commissaris van politie, bevonden.
Op het oogenblik dat de Koninklijke auto
het terrein opzwenkte, werden voor den in
gang die standaarden der beide vorstelijke
bezoekers geheschen.
iDe auto's reden voor bij de hal voor vleu-
gelbouw, waar een smaakvol met bloemen en
planten versierde en door een baldakijn be-
schermd bordes was gemaakt. Hier stelde
buirgemeester De Vlugt de beeren Vattier
Kraane en Vian Tyen aan de beide vorsten
voor en werden ook de leden van het gevolg
voorgesteld.
Na de begroeting begon de rondleiding door
de fabriek. Koning Leopold werd rondge-
leid door den heer Van Tyen en de Koningin
door den officier m.s.d. eerste klasse H. J.
Taken, chef van het militair toezicht bij
Fokker.
Voor in de groote hal was ruimte gemaakt
om daar te exposeeren drie toestellen van
verschillende typen uit de series, die in op-
dracht van de Nederlandsche weermacht door
Fokker zijn gebouwd. Links stond de beroemde
tweemotorige jachtkruiser G 1, het vliegtuig
waarmede de Fokkerfabriek twee jaar ge
leden op de internationale luchtvaartsalon te
Parijs zooveel sensatie verwekte. Ter rech-
terzijde stond de snelle eenmotorige Fokker-
jager D 21, een der laatste exemplaren van
de door Soesterberg bestelde serie, welke vrij-
wel geheel is afgeleverd. In het midden be-
vond zich de laatste gereed gekomen lucht-
genoegen, dat het bloeden na eenigen tijd op-
hield. Hy keek naar haar roerlooze gedaante
en mompelde:
,,Waarom ging ik niet direct? Ik wist
toch, dat het dit moest zijn! Die revolver
schoten waren op haar gericht, een kogel trof
doel." Hij zweeg en keek doelloos om zich
heen, niet wetend, wat te doen.
Er drong zich nu een vraag aan zijn ver-
sufte hersens op, de vraag:
,/Wie was het, die de schoten loste?", die
hem in beweging hracht. Toen hij de deur
opende, stond de huishoudster met een behuild
gezicht ervoor. Ze greep hem bij den arm en
stamelde:
,,'t Is vreeselijk, baas. Wat is er gebeurd?
Is ze dood?"
„Klets niet", grauwde Bluecorn met inge-
houden drift, „stuiur een boy naar de stad om
een dokter en de politie."
„Dat heb ik al gedaan", snikte ze, „mag
ik haar nu even zien?"
,,EJen echte prairievrouw", dacht Bluecorn,
,,om ondanks schrik en verdriet toch te han-
delen." Hij ging met haar in de kamer terug
en ze bleven samen aan het bed zitten, tot het
geronk van een motor aankondigde, dat de
dokter op komst was. Deze trad even later
het vertrek binnen, groette vluchtig en boog
zich aanstonds over het meisje heen, om haar
te onderzoeken. Hij verwijderde het verband,
onderzocht nauwkeurig de wond, voelde den
haitslag, legde een nieuw verband aan en
wendde zich tot Bluecorn, die gespannen en
onbeweeglijk had toegekeken. De dokter
haalde de schouders op en fluisterde:
„Op het kantje af, juist den slagader. De
wond is gevaarlijk, maar niet direct doodelijk.
De kogel heeft "t lichaam weer verlaten, dat
is een geluk. Maar ja, het bloedverlies, niet-
waar? En als er koorts bij komt! Ik spreek
tot u als man tegen man, veel hoop om haar
te behouden is er niet."
IZonder zelfs maar met zijn oog te knip-
peren, vroeg Bluecorn
jEir is dus nog hoop?"
fOLIflHAHO#;
Ook helpen „Mijnhardtjes" wonder
goed en snel bij: Kiespijn, Spit.
Rheumatiek, Maandbezwaren,
Zenuwpijnen, Griep, Gevatte koude.
1 ..Mijnhardtje" 5 c».
12 „Mljnhardtjes" 50 ct.
(Ingez. Med.)
kruiser van het type T 5, het laatste toestel
van de serie der zestien macJhtige tweemoto
rige bommenwerpers bestemd voor Soester
berg.
De drie vliegtuigen waren alle in de scbut-
kleuren geschilderd zooals ze door de Fokker-
flabrieken worden afgeleverd en trokken de
groote belangstelling des Konings, die zich
verschillende onderdeelen ervan liet uitleggen
en van diohtbij de toestellen bekeek.
De vorstelijke personen hebben vervolgens
alle afdeelingen van de fabriek bekeken.
Overal waar de hooge gasten langs kwamen,
ging het werk gewoon voort, waarbij van tijd
tot tijd een speciale machine een bijzonder
instrument, de aandacht trokken, van den
Koning, van de militairen uit zijn gevolg en
ook van den Belgischen minister-president
Spaak; die tezamen met den Nederlandschen
minister van buitenlandsche zaken jhr. mr.
J. A. N. Platijn, het bezoek meemaakte.
Alvorens de fabriek te verlaten werd een
der kleine metalen schuilkelders bekeken,
welke "op ihet fabrieksterrein zijn aange-
bracht ten behoeve van de fabrieksbrandweer,
die ingeval van een luchbaanval, niet zooals
het overige personeel, het terrein verlaat,
mia.ar aanwezig blijft om eventueel uitbrekende
branden te blusschen. De luchtbeschermings-
ploeg in speciale kleeding en uitgerust met
gasmaskers stond voor het administratie-
gebouw opgesteld.
Terwijl het hooge gezelschap afscheid
nam, weerklonk de fabriekssirene. Op dat
oogenblik werd in alle afdeelingen het werk
gestaakt en in looppas begaf het geheele
personeel zich naar het terrein voor den uit-
gang, waar weldra 1500 arbeiders, die bij
Fokker werkzaam zijn, in hun werkkleeding,
alsmede het technisch en administratiefperso-
neel verziameld stond en de Koning en de
Koningin hartelijk toejuichten toen de Konink
lijke stoet het fabrieksterrein verliet en de
twee standaarden omlaag werden gehaald,
als teeken dat het hooge gezelschap was ver-
trokken.
,,Een weinig, ja", gaf de ander, opnieuw
schouderophalend, toe.
,,Dan zal zij er door komen, ze is van een
sterk ras."
De geneesheer keek hem bewonderend aan.
,,Als ze naar u aardt, ja naar lichaam en
ziel. Ik kom morgen terug. Wat zij voor-
loopig noodig heeft, is absolute rust, -verder
niets". Hij reikte den rancher de hand en
suisde weg op zijn motor, nadat hij de machine
eerst enkele honderden yards had voortge-
duwd, mompelend:
,,Naar lichaam en ziel. Haar ziel zal haar
moeten redden, het lichaam is er niet meer
toe in staat."
Bluecorn keerde in de ziekenkamer terug,
maar toen hij de oude huishoudster aan het
bed zag zitten, wist hij, dat hij hier wel een
oogenblik gemist kon worden en begaf zich
naar buiten, waar eenige menschen van de
Bereden Politie hem zwijgend opwachtten.
Zwijgend volgden ze hem naar den heuvel,
waar hij de plek aanwees, waar Marion had
gelegen.
,,E!en sc'hurk schoot hier mijn dochter neer
met een revolver. Ik hoorde vijf schoten, een
ervan heeft haar getroffen. Breng mij den
dad,er, dood of levend, breng hem mij."
,,iEenig vermoeden, wie het geweest kan
zijn?", vroeg Huddlesfield, die nauwkeurig de
naaste omgeving had opgenomen.
,,Wie?", vroeg Bluecorn. Lang staarde hij
naar Pavlicb's Ranch aan de andere zijde van
de helling en antwoordde dan zonder een
moment van aarzeling:
Breng mij Jim Pav-lick en we hebben de
moordenaar. Breng mij ook Hall Pennock.
Hij kiijgt mijn dochter, als ze geneest."
De manschappen keken hem verbaasd aan
en Huddlesfield opende zijn mond, om iets te
zeggen, maar hij voorkwam dit met een hand-
gebaar en sprak bevelend:
„Ga en kom me niet meer onder mijn
oogen, voor je ze beiden gevonden hebt."
'Hij keerde zich af en liep langzaam naar
beneden, een gebogen gestalte, spoedig ver-
vagend in de steeds dichter vallende sneeuw.
Huddlesfield oogde hem na, keek dan zijn
mannen aan en sprak:
,,Voorwaarts, boys dezen keer moeten we
ze vinden. We zijn het aan hem en onszelf
verplicht."
Totaal verbijsterd was Jim Pavlick zijn
huis binnengestormd. Alle drift en pasaie
was uit zijn ziel gerukt, in hem leefde alleen
en heftig de zucht tot zelfbehoud, die hem
opzweepte tot dolle radeloosheid. EJven stond
hij roerloos in't midden van de kamer, sohich-
tig rondziend. Dan joeg hij zich op tot
koortsachtige haast, opende de brandkast,
stak het aanwezige papiergeld bij zich, krab-
bslde nerveus eenige woorden op een papier,
liet dat op de tafel fladderen, sprong de trap
op naar den zolder, schoot een pelsjas aan,
rende naar beneden, vloekte, toen de huis
houdster hem iets vroeg, keek nog even rond
en stapte bedaard naar den stal, een haas'ti-
gen, schuwen blik op de helling werpend.
In den stal beving hem weer de angstkoorts.
Met jachtige, korte rukken gespte hij den
patroongordel om, slingerde het geweer over
den rug, bevestigde zorgvuldig, doch snel het
zadel op Sheila's rug, gaf een snauw, toen het
beest nijdig achteruit trapte, voerde het naar
buiten, kletste in het zadel en joeg, nadat het
dier eerst koppig een cirkel had beschreven,
in daverende vaart weg, regerecht naar het
Noorden.
De sneeuw sloeg hem in het gezicht, ver-
blindde hem in enkele minuten tijds, verblind-
de ook het paard. 'Hy wist echter, dat het
dier niet zou afwijken van de eenmaal aan-
genomen richting, als het niet daartoe ge-
dwongen werd. Daarop had hij het, als had
hij in ?ijn diepste onderbewustzijn dezen fata-
len dag voorzien, zorgvuldig afgericht. In-
dien hij niet krachtig naar links of rechts
stuurde, zou Sheila hem met onfeilbare zeker-
heid naar het Noorden brengen.
(Wordt vervolgd.)