ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAG VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Feuilleton
Marion's groote avontuur
No. 9820
WOENSDAG 5 OCTOBERM938
78e Jaargang
Binnenland
Buitenland
Rheumatische pijnen
EERSTE BLAD
NEUZENSC
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bg vooruitibetaling.
Ultgeefster: FIrma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitibetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handeisadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijglbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSDLUJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
KOSTWINNERSVERGOEDING.
De Burgemeester van TERNEUZEN, brengt
het volgende ter kennis van belanghebbenden.
Aanspraak op vergoeding.
Indien ingevolge van het verplicht verblijf in
werkelijken dienst van een dienstplichtige
voldoende mididelen tot levensonderhoud ont-
breken of zouden komen te ontbreken aan
personen, als in het tweede lidi van artikel 16
der Dienstplichtwet bedoeld, wordt een ver
goeding uit 's rijks kas toegekend.
Rechthebbenden.
In het tweede lid van artikel 16 der wet
worden de volgende personen genoemd:
a. de echtgenoote van den ingeschrevene
b. zijn bloed- en aanverwanten in de rechte
linie;
c. zijn andere bloed- en aanverwanten in den
tweeden graad;
d. zijn pleegouders
e. degenen, in wier onderhoud de ingeschre
vene ingevolge rechterlgk vonnis moet
voorzien.
Wgze van aanvraag.
De aanvrage ter verkrijging van kostwin-
nervergoeding kan zoowel mondeling als
schriftelijk geschieden.
Zij behoort te worden ingediend bij den
burgemeester der gemeente waar de verzoe-
ker woonplaats heeft.
Indien de woonplaats van den verzoeker
buitenslands is gelegen wordt de aanvraag
gediaan bij den burgemeester der gemeente,
voor welke de ingeschrevene voor den dienst-
plicht is ingeschreven.
De aanvraag behoort te geschieden door of
namens den persoon te wiens aanzien de inge
schrevene als kostwinner wordt beschouwd.
De aanvraag om vergoeding moet geschie
den zoodra naar het oordeel van den verzoe
ker aanleiding tot het doen van de aanvraag
is ontstaan. Bewijsstukken,, zooals trouw-
boekje, laatste huurkwitantie, loonbriefje enz.
mede te brengen.
Terneuzen, 4 October 1938.
De Burgemeester voomoemd,
P. TEJLLEGEN.
PRINS BERNHARD NAAR DUITSCHLAND.
Mien meldt van officieele zijde, dat Prins
Bemhard Dinsdagmorgen voor enkele dagen
naar Duitschland is vertrokken, ter bijwonlng
van de begrafenis van prinses Sigismund van
Pruisen te Potsdam en voor een kort bezoek
aan 's Prinsen moeder, prinses Armgard, te
Reokenwalde.
PRINS BERNHARD BIJ EEN
DOOPPLECHTIGHEID.
Prins Bemhard is Zondagochtend in de Ned.
HerV. kerk te 's Graveland aanwezig geweest
bij den doop van het dochtertje van zijn adju-
dant jhr. ir. W. G. Roell.
De Prins arriveerde te tien u.ur per auto uit
Soestdijk en nam plaats ter zijde van de ouders
van den vader, jhr. dr. W. G. Roell-baronesse
Sloet van Marxveld.
Ds. J. A. van Selms uit Nijmegen verricht-
te de doopplechtigheid; mej. Rende Del Court
van Crimpen en jonkvrouwe Elisabeth Roell
traden op als peettantes van de kleine Renee
Elisabeth.
In dezelfde kerk is de vader van de doope-
linge gedoopt door ds. van Selms. H.M. de
Koningin heeft hem ten doop gehouden; de
moeder was toen Hofdame van Hare Maje-
steit.
HLTLDEBETUIGINGEN AAN
CHAMBERLAIN.
Het Dagelijksch bestuur van den Wereld-
bond der internationale vriendschap door de
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verfbodien.
8)
Vervolg.
Jim's borst ging hijgend op en neer.
„Dat zullen we zien"', knerste hij tusschen
zijn tanden, trillend van woede.
,,Dat zullen we net", bromde Hall. ,,En zal
ik je nu eens vertellen, wat jij hier op den
laten avond doet? Je hoorde op Marion's
Ranch, dat Marion naar haar tante was. Je
bent daar heen gereden en je hoorde, dat ze
zich daar niet bevond. Wat dacht je toen?
Die vervloekte New Yorker is met haar aan
den haal. Dat dacht je good, kameraad, ik heb
een gesprek met haar gehad en ik denk er in
de toekomst nog veel meer te hebben. Daar
laat ik me door zoo'n onbehakt stuk mensch
als jij bent, niet van afhouden!"
Jim's lichaam kromde zich, zijn vuist schoot
uit, maar Hall bukte zich bliksemsnel, stootte
zgn hoofd als een stormram vooruit, richtte
zich op en slingerde zijn tegenstander door de
lucht. Als een zoutzak plofte Jim achter hem
neer. Doch meteen sprong hg op en kwam
groKend op Hall af. de handen als klauwen
uitgespreid. Dat werd hem noodlottig, want
Hall pakte zijn linkerhand met een snelle be-
weging, draaide hem krachtig naar rechts,
toen naar beneden en zette er zijn voet op,
waar door Jim totaal machteloos werd.
„Ik zou tegen een New-Yorker maar niet
vechten, mijnheer Pavlick, die hebben nog iets
meer dan louter boerenkracht. En nu naar
huis, of ik zal je nog wat anders laten zien!"
Hij verzette zijn voet. Jim krabbelde over-
kerken, afdeeling Nederland, heeft aan minis
ter-president Chamberlain een telegram ge-
zonden, waarin het hem dankt voor zijn initia-
tief, dat heeft geleid tot het voorkomen van
oorlog.
Aan de afdeeling van den Wereldbond in
Tsjechoslowakge werd eveneens een telegram
met sympathiebetuiging gezonden.
NEDERLAND EN DE DUITSCHE
KOLONIALE EISCHEN.
Een v reemdo Engelsehe stem.
De diplomatieke correspondent van de
Sunday Referee, een Engelsch Zondagsblad,
meldt aan zijn blad het volgende bericht
betreffende de besprekingen van Hitler en
Chamberlain met betrekking tot het koloniale
vraagstuk
„Ik ben in de gelegenheid", aldus dan deze
correspondent, „bekend te maken, dat Cham
berlain en Hitler een voorloopige afspraak
over de koloniale kwestie hebben bereikt. Het
was een mondelinge afspraak, welke tot stand
kwam, nadat zij Vrijidag het protocol der .vier-
mogendheden te Miinchen, hadden onder-
teekend".
..Chamberlain beloofde Hitler, dat de En
gelsehe regeering in de nabrje toekomst een
conferentie van de koloniale mogendheden
Engeland, Frankrijk, Nederland, Portugal,
Belgie en Italie bijeen zou roepen, om de
kwestie te bespreken, hoe aan de Duitsche
vraag naar kolonien voldoening te geven".
..Chamberlain is van oordeel, dat het alleen
door een gemeenschappelijke poging mogelijk
zou zijn de moeilijkhedd, om de Duitsche aan-
spraken op een voldoende wijze te voldoen,
te overwinnen.
„Aan alle koloniale mogendheden zou ge-
vraagd worden een aandeel in het gebied bij
te dragen, dat aan Duitschland zou worden
gegeven".
„Hitler heeft zich van zijn zijde definitief
gebonden, dat het koloniale vraagstuk nim-
mer een voorwendsel voor een conflict tus
schen Duitschland en Engeland zal worden".
De Temps van Maandag maakt ook mel
ding van deze uiting van het Londensche blad.
Wg weten uiteraard niet, merkt de N. R.
Crt. op, uit welke bron de betreffende corres
pondent zgn bericht heeft. Waar Nederland
buiten het vredesverdrag stond en dus ook
geen mandaatsgebieden van Duitschland'e
vroeger koloniaal bezit heeft gekregen, ver-
mogen wij niet in te zien wat ons land met
een dergelijke conferentie uitstaande zou
hebben. Over de teruggave van vroeger
koloniaal bezit, gelijk Duitschland gevraagd
heeft, moet een conferentie van mandatarissen
beslissen.
BUITEN WERKINGSTELLIN G
UITV OERVERBODEN.
'In verband met de in den intemationalen
toestand ingetreden ontspanning heeft de
Nederlandsche regeering besloten de op 28
September j.l. afgekondigde uitvoerverboden,
in afwachting van een definitieve intrekking
hiervan, die binnenkort te verwachten is,
voorloopig buiten werking te stellen. Dien-
tengevolge is bij beschikking van den Minis
ter van Economiscbe Zaken van Dinsdag al-
gemeene dispensatie verleend van alle uit
voerverboden, afgekondigd in de buitenge-
wone Nederlandsche Staatscourant van 28
September j.l. Alle onder die verboden val-
lende goederen kunnen van het tijdstip dezer
bekendmaking af derhalve zonder vergun-
ning worden uitgevoerd.
EEUWFEEST BURGERLJJKE
WETGEVING.
In de Rididerzaal te 's Gravenhage is Zater-
dagmiddag in een plechtige bijeenkomst ge-
arrangeerd door den minister van justitie,
hiet eeuwfeest van de invoering van de burger-
lijke wetgeving herdacht. Er waren zeer vele
autoriteiten. H.M. de Koningin was vertegen-
woordigd door haar opperkamerheer mr. W. J.
baron van Lynden.
De minister van Justitie, mr. C. M. J. F.
Goseling, sprak een rede uit, waarin hij de
eind, scheen hem opnieuw te willen aanvallen,
maar verdween dan plotseling onder het uiten
van een bedreiging.
Hall lachte er om. Hij had den strijd niet
gezocht, maar nu het zoo ver was, nu vreesde
hij hem niet. Hij zocht zijn kamertje op,
staarde nog een oogenblik over de Grasvallei
en ging dan slapen met de overtuiging, dat
de nabije toekomst spannend beloofde te
worden.
Voor hij zich den volgenden morgen aan-
kleedde, zocht hij wat rond in zijn meege-
brachte spullen. Hij haalde er iets uit, wat
wel wat leek op een malienkolder van de oude
ridders. Het was een pantservest, hetwelk hij
onder zijn kleeren aantrok, mompelend:
,,M|en kan nooit weten, een „toevallig"
schot is gauiw gelost."
Toen hij de boys hielp bg het drijven van
het vee naar het veld, kwam Bill Winters on-
opgemerkt naast hem staan en fluisterde:
.jGoed gedaan, vannacht, ik zag het op een
af stand".
Hall lachtte en was benieuwd, wat de dag
hem brengen zou. Jim zou wel op zijn,ontslag
aamgedrongen hebben, maar hg was overtuigd
dat de oude Pavlick weigeren zou. Heel duide-
Igk zag hij diens bevreesd gelaat voor zich,
toen hij de bankbiljetten voor Walter neer-
telde. Dat hij zich in de macht van zijn vader
bevond, was zeker. Toen had het hem niet ge-
interesseerd, maar nu zou. hij er iets liefs voor
over hebben gehad, om de oorzaak ervan te
weten.
Jim kwam 's middags in het veld, als naar
gewoonte gezeten op den jongen hengst, den
vurigen broncho Sheila, die geen seconde stil-
stond en trilde van de zenuwen. Jim inspec-
teerde het vee, maar schold niet, zooals an
ders, op iederen boy en viel niet over elke
kleinigheid. Zijn gezicht stond strak en onbe-
wogen, maar Hall wist, dat achter dat mas
her een storm raasde, die ieder oogenblik uit
kon breken.
nationale beteekenis van de burgerlijke wet
geving teekende als een rustig bezit, een ste-
vig houvast bij de verzorging van de rechts-
verhoudingen der burgers. Kracht behoeft
zich niet te manifesteeren in onrust, doch kan
zich zeer wel uiten in werkdadige en stevige
rust. Hierom is de burgerlijke wetgeving voor
ons volk van zoo groote beteekenis.
De president van den Hooge Raad der Ne-
derlanden, jhr. mr. Rh. Feith, zei in een rede
o.m., dat de beteekenis van 1838 vooral ge
legen is in de invoering van een nationale
wetgeving in plaats van de Fransche. Boven-
dien is het thans honderd jaar geleden, dat
d'e Hooge Raad begon met de uitoefening van
zijn voornaamste taak: de cassatierecht-
spraak.
Hierna spraken prof. mr. E. M. Meyers,
voorzitter der Nederlandsche Juristenvereeni-
ging en de voorzitter der Nederlandsche
advocatenvereeniging, mr. G. J. A. Lycklama
a Nijeholt, een rede uit. De Minister van
Justitie heeft een slotwoord gesproken.
LESSEN UIT DE LAATSTE WEEK.
Ook Nederland krijgt een waarschuwing!
In naam der (rechtvaardigheid.
Twintig jaren geleden werd, schrijft de N.
R. Crt., in naam der rechtvaardigheid en van
het zelflbestemmingsrecht der volkeren het
oude Oostenrijk-Hongarge uiteengescheurd en
verminkt. Vorige week viel Tsjecho-Slowakije
e?n soortgelij'k lot ten deel. Wel werd het
niet zoo zwaar vermjnkt als de oude Donau-
monarohie, maar de nog jonge republiek moet
zich zware offers getroosten en ziet een flink
deel van zijn grondgebied in de handen van
anderen overgaan. Duitschers en Polen zijn
Maandagavond het hun toegewezen gebied
ingerukt. Een hoofdstuk van de Europeesche
geschiedenis is daarmede afgesloten.
Toen de Donaumonarchie uiteengereten
werd hoe werd zij toen verfoeid en hoe is
men later op dat ongunstige oordeel terugge-
komen! heette het, dat nu Mid'den-Europa
zijn juiste grenzen had. Ter wille van het toe-
komstige behoud van den vrede van dat deel
van Europa moesten de grenizen veranderd
worden. Men was royaal in die dagen. De
overwinnaars vroegen het hun, vrienden
waren bereid om veel te geven en zij kregen
veel. Er waren wel protesten, maar zij. werden
ternauwemood gehoord, laat staan verhoord.
Het ging er immer om den toekomstigen vrede
te waarborgen en voor een zoo belangrij-ke
zaak kon men wel royaal zgm.
Nauwelijks twintig jaren zijn sindsdien ver-
loopen. Weer worden de grenzen van Midden-
Europa gewijzigd; ditmaal niet na een oorlog,
maar ter vermijding van een dergelijke bloe-
dige botsing. Maar weer vernamen wij, dat dit
geschiedt in naam van den vrede.
Op den vrede van 1918 volgde de Volken-
bond; hij zou een garantie zijn, dat alle pro-
blemen in den vervolge langs den weg van
de minnelijke schikking zouden worden op-
gelost. Op den vrede van 1938 als wij het
protocol van Miinchen zoo mogen noemen
volgde een gemeenschappelijke verklaring van
Hitler en Chamberlain, dat zij de tusschen hen
hangende vraagstukken door overleg zullen
oplossen. Men hoopt, dat een soortgelijke ver
klaring tusschen Frankrijk en Duitschland
spoedig kan worden gewisseld. Zal haar een
beter lot beschoren zijn dan het instituut, dat
dezelfde gedachte in 1918 belichaamde? Geen
antwoord is op deze vraag mogelijk. Er zijn
optimisten, die deze vraag bevestigend meenen
te mogen beantwoorden en pessimisten, die
er geen heil van verwachten, gelijk Duff-
Cooper, de Engelsehe minister van marine, die
na het totstandkomen van het accoord aan
zijn premier mededeel'de, dat hij zich met
diens politiek niet kon vereenigen en daarom
het kabinet verliet.
Aan een gevaar ontsnapt.
Wij zijn de vorige week, dank zij Chamber
lain en Mussolini (de laatste was tenslotte de
eenige man, die de Duitsche oorlogsmachinerie
kon stoppen) niet alleen aan het gevaar van
„De baas is goed gemutst vandaag", fluis
terde de kleine roodharige Ed Vineyard.
De anderen knikten stilzwijgend en keken
verwonderd op, toen Hall zei: ..Misschien!"
iVoor ze naderen uitleg konden vragen,
kwam Jim op hen-toe en riep:
,,Alld, mannen, wie heeft er zin in een wed-
strijd?"
Ze keken hem verbaasd aan, maar gaven
alien hun instemming met het plan te kennen.
Wat voor wedstrijd het ook zijn zou, er kwam
afwisseling in de gewone, dagelijksche sleur
en dat was altijd welkom.
,,Had ik geen gelijk?" vroeg Ed op zachten
toon. Hall zweeg. Er was iets in het gezicht
van Jim, dat hem niet beviel, maar voorloo
pig scheen er geen reden tot ongerustheid te
zijn en daarom betuigde ook hij zijn bijval.
Jim scheen hier op gewacht te hebben, want
nu legde hij het plan uit. Ze zouden eerst rij-
den om het hardst en wel telkens twee, van
wie er dan een uitviel. De winnaars moesten
dan gelijk starten en daaruit zou de beste
rgder te voorschijn komen, die dan tegen hem,
Jim1 Pavlick, zou kampen in dressuumum-
mers.
De wedstrijd begon. Telkens draafden twee
ruiters weg, langs het vee, om een verren al-
leenstaanden boom heen en terug. De cowboys
geraakten al spoedig in geestdrift en juichten
telkenmale de overwinnaars luidruchtig toe,
terwijl de verliezers beschaamd afdropen, in
hun eer aangetast. Tenslotte bleven alleen
Joe Blackburn en Hall Pennock over. Joe was
al opgestegen, maar Hall schudde zijn hoofd.
,,1'k doe niet mee. Wat moet ik met die oude
merrie aanvangen?" Hij dacht, dat Jim hem
tegenover de anderen wilde vernederen en dat
plei'zier gunde hij hem niet. Maar tot zijn
groote verbazing bleek dat niet het geval te
zijn, want hij gaf onmiddellijk toe:
.Die oude merrie is ook niks. Niks voor
jou", liet hij er met nadruk op volgen, „maar
een oorlog ontsnapt, maar ook nog een ander
gevaar, dat oogenschijnlijk op dat oogenlblik
van minder belang is, maar voor de toekomst
van vrijwel even groote beteekenis. Zoolang de
grenzen niet zijn vastgesteld, kan men niet
zeggen of de tegenwoordige grenzen biilrjk
zijn en als zoodanig als definitief zouden kun
nen worden aanvaard. Maar in ieder geval
is de kans groot, dat zij billijker zijn dan de
grenzen, welke na een oorlog zouden zijn
vastgesteld.
Er liepen immers de laatste dagen al ver-
schillende geruchten, welke wednig bemoedi-
gend waren. De Duitschers hebben tegenover
Chamberlain verklaard, dat de grenzen, neer-
gelegd in het memorandum van Godesberg,
minder ver reiken, dan die, welke in het geval
van een militaire verovering zouden zrjn vast
gesteld. Bovendien liepen er geruchten, dat
Slowakije den buit zou houden welke tusschen
Polen en Hongarije zou worden verdeeld, op-
dat deze gemeenschappelijke grenzen zouden
krijgen.
Men weet op dit oogenblik nog niet, wat in
deze geruchten als serieus moet worden aan-
gemerkt. Maar dat zij de ronde deden, bewijst
reeds, dat er weer kaartenteekenaars aan het
werk waren, die grenzen dreigden vast te
stellen, welke net zoo min blijvend konden
zijn als die, welke in 1018 werden getrokken.
Wij mogen dankbaar zijn, dat wij voor het
oogenblik aan dat gevaar ontsnapt zijn. Nu
hebben wij ten minste de kans, dat Europa
enkele netelige problemen minder krijgt, ter
wijl anders de vraagstukken, gelijk in 1918
geschied is, maar verplaatst zouden zijn ge-
worden.
De bedreiging voor de kleine staten.
Wie nog mocht hopen dat de groote lan
den voor het recht der kleinere zouden op-
komen, zullen na het aanhooren van Cham
berlain's radiorede wel diep teleurgesteld zijn.
De Engelsehe premier verklaarde toch niets
meer of minder, dan dat hij het Britsche im-
perium niet in een oorlog kon brengen ter
wille van een kleinen staat. Hij beperkte zich
daarbij niet tot het bepaalde geval TSjeoho-
Slowakije, maar gaf hiermede een zeer alge-
meene definitie van de Engelsehe politiek.
Nederland heeft hiermede een zeer harde
waarschuwing ontvangen. Wij weten nu, dat
het grootste land ter wereld, waarop velen
vooral voor de verdediging van Nederlandsch-
Indie nog bouwden, niet bereid is voor een
kletin land in het veld te treden, ook als dat
land in zijn volste recht is. Duidelijk bewijst
dit, dat ieder land voor zijn eigen recht moet
kunnen opkomen. Laat ons deze waarschu
wing ter harte nemen en vooral de verdedi
ging van Ned.-Indie krachtig ter hand nemen.
Het lot van Tsjecho-iSlowakije zou ons anders
indien een groote staat in Indie zijn koloniale
aspdratie wil bevredigen, evenzeer kunnen
overkomen.
Gedurende den geheelen duur van deze
Europeesche crisis is de Volkenbondsvergade-
ring te Geneve bijeen geweest. Maar zij heeft
in deze crisis geen enkele positieve rol ge-
speeld. De Volkenbond stond terzijde, ver-
geten en verlaten. De internationale bespre
kingen gingen geheel buiten hem om. Als
vredesinstituut was Gen&ve verlaten en het
eenige doel, waarom, naar den indruk van
velen, de zitting werd gerekt, was, dat voor
het geval, dat de vrede niet behouden was
gebleven, de groote landen daar den steun van
de kleinere zouden hebben gezocht. Niet zoo
dra zag het er naar uit, dat de crisis was op-
gelost, of de Volkenbondsvergadering werd ge-
sloten, hetgeen de gedachte versterkte, dat
de voortzetting niet alleen ter wille van het
werk was gerekt.
Gedurende de afgeloopen Septembermaand
heeft de Volkenbond zijn grootste depressie
doorleefd: Het is minder erg gecritiseerd te
worden, dan totaal vergeten. Geneve was in
die dagen niet langer een actief vredesinstru-
ment; het werd in reserve gehouden, om als
oorlogshulpmiddel dienst te kunnen doen. De
tgden zijn dus wel zeer veranderd.
we zouden je allemaal graag zien rijden, hier
neem Sheila."
Blackburn's paard werd plotseling schich-
tig. Het bokte en steigerde en Joe had de
grootste moeite, in het zadel te blijven. Hall
liep toe en greep het paard bij de teugel.
Blackburn schoot naar voren en fluisterde
snelgejaagd
,,Doe het niet, het is je dood."
Het paard kalmeerde onmiddellijk. Hall
keek naar Jim, maar deze vertrok geen spier
van zijn gelaat. De cowboys groepten zich
nieuwsgierig om Hall heen, keken achterom
of naar de lucht en lispelden bijna onhoor-
baar:
,,Niet doen. Niet aannemen. Bartle viel
dood. Weigeren. Hij joeg Bartle in den dood."
Dit alles speelde zich in enkele seconden af.
Hall voelde een ijzige kalmte in zich neer-
dalen.
„Top", riep hij en stond al naast Sheila, die
een zijsprong maakte.
Jim steeg af. Nog zat zijn eene voet in de
stijgbeugel, toen Hall met een losse sprong op
Sheila's rug terecht kwam. Het dier schrok
geweldig en schoot met een ruk vooruit. Jim
sloeg om, onder daverend gejuich van de
boys, waaraan Peter Posters ter verduidelij-
king toevoegde: ,,Een mooie sprong". Meteen
was aller aandacht gevestigd op Sheila en
zijn bereider. Het paard leek razend te zijn
geworden. Het wierp zijn voorpooten klau-
wend omhoog, stond bijna kaarsrecht op zijn
achterpooten, draaide cirkelend rond, bumpte
plotseling voorover, wierp zijn achterste hoog
op, viel weer terug en sloeg aan het dansen,
voor, achter, voor, achter, steeds sneller,
steeds heftiger, schuddend met kop en manen,
snuivend en brieschend en knersend op de ge-
bitsstang. Ineens zakte hij door op zijn ach
terpooten, zat even roerloos en schoot dan
plotseling als een kogel vooruit, om even
plotseling weer te stoppen en zijn achterpoo
ten slaande op te gooien en opnieuw zijn
DE KATER.
Een debat over de buitenlandsche politiek,
en vooral over deze politiek in bewogen
dagen, in een land als Engeland wordt, schrijft
de N. R. Crt., altijd ten zeerste gehandicapt.
Noch de regeering, noch de parlementsleden
kunnen in het belang van het land alles zeg
gen, wat zij meenen en weten. In vele ge-
vallen zijn zij gedwongen de diepste over-
wegingen niet aan de openbaarheid prijs te
geven, terwgl het toch veelal deze overwegin-
gen zijn, welke in laatste instantie beslissen
over de te volgen politiek. Zoo wordt een
dergelijk debat rijk aan bemantelingen, welke
de ware argumenten moeten verbergen en
pseudo-argumenten in de plaats moeten stel
len van de werkelijke beweegredenen.
Het wordt meer en meer duidelijk, dat de
kater na Miinchen een steeds grooteren om-
vang aanneemt. Niet alleen in Engeland,
maar vooral en misschien zelfs in grootere
mate in de kleinere landen van de wereld.
De eerste phase van het Lagerhuisdebat,
welke zich Maandag afspeelde, zal daarin
geen verbetering brengen. Want het is niet
zoozeer het harde lot van Tsjechoslowakije,
hetwelk den kater heeft veroorzaakt. Wel
gaan vele kringen zich afvragen, of dit lot
niet al te hard is geweest, maar anderzijds
wordt wel algemeen ingezien, dat Tsjechoslo
wakije toch wel een bijzonder geval is. Er
zijn bij de vorming en afbakening van dezen
staat fouten gemaakt, welke niet gehand-
haafd konden worden, naar diplomatieke krin
gen, die overigens weinig sympathie voor de
oplossing hebben, zeggen, zelfs niet na een
gewonnen oorlog. Had Chamberlain nu ver
klaard, dat de door hem toegepaste werkwijze
alleen gevolgd is in dit speciale geval, waar
bijzondere redenen deze werkwijze rechtvaar-
digen, dan zou dit vermoedelijk zonder veel
verontrusting aanvaard zijn.
Maar er kwam niets van dit alles. Vorige
week heeft Chamberlain reeds verklaard
met nadruk zij er aan herinnerd, dat dit een
zeer algemeene verklaring was dat hij het
Britsche imperium niet in een oorlog kon
storten ter wille van een kleinen staat. Hij
heeft daarvan Maandag niets teruggenomen,
maar integendeel nog eens uiteengezet, dat
krachtige pogingen moeten worden aange-
wend om tot een blijvenden vrede te komen.
Maar hij heeft er geen woord aan toe gevoegd
om te zeggen, dat dit geen blijvende vrede
van het type Tsjechoslowakge moet worden.
En dat moet meer dan iets anders de gemoe-
deren in vele, vooral kleinere, landen veront-
rusten.
Voor een beoordeeling van Chamberlain's
politiek meer speciaal van zijn toekomst-
aspiraties en de rechtvaardigheid van de
daarop geoefende critiek moeten wij een
duidelijk onderscheid maken.
Toen Chamberlain het uitbreken van een
oorlog in Europa verhinderde, deed hij dit
weliswaar naar den vorm in het belang van
geheel Europa, maar was dit in de eerste
plaats in het belang van Engeland. Engeland,
het is Maandag duidelijk gebleken, is met zijn
bewapening niet klaar. De Engelsehe regee
ring is van meening, dat zij niet gereed was
voor een oorlog van langen duur. Zij heeft
nog eenigen tijd noodig om de wapening op
het peil te brengen, dat noodig geacht wordt
om met redelijke kans op succes in
twee werelddeelen tegelijk de wapens
op te nemen. Dat kon men Maandag hooren,
zoowel uit den mond van Chamberlain als uit
dien van de oppositieleden. Hoewel de eerste
ontwapening als zijn uiteindelijk doel stelde
en zelfs verklaarde daarvoor zekere mogelijk-
Mijnhardtjes doen deze snel verdwijnen.
12 stuks 50 ct.
I Ingez. Med i
woesten, krachtigen dans te beginnen.
Doch al zijn pogingen, om zijn berijder af te
werpen, bleven vruchteloos. Hall Pennock was
als vergroeid met den rug van het dier en
schijnbaar zonder de minste inspanning volgde
hij al de bewegingen van het paard, zonder
pogingen aan te wenden het te bedwingen. De
cowboys keken met openlijke bewondering
toe. Het heugde hen nog als de dag van gis-
teren, hoe Bartle, een jonge- onbevreesde vrij-
buiter van een cow,boy, Sheila bestegen had,
ook op uitnoodiging van Jim en dat ze hem
reeds na enkele minuten voor dood hadden op-
genomen. Eenige dagen was hij aan inwendi-
ge bloedingen overleden. Men fluisterde
maar och, men fluistert zooveel in de prairie,
waar soms een ware terreur kan heerschen,
zoodat men fluisteren moet. De naam van
Marion Bluecom werd veel genoemd. In ieder
geval, Jim Pavlick was, na Bartle's verdwij
nen. veel vroolijker geworden.
En nu dit! De boys keken ademloos naar
Hall, volkomten kalm, volkomen beheerscht,
vastgeroest aan het vermaledijde paard Vast-
geroest? Toch niet!
Sheila wierp zich, volkomen onverwacht,
op den rug, om zijn ruiter te verpletteren,
maar Hall stond kalm op een meter afstand
en plakte alweer op den rug van den jongen
hengst, voor het dier goed en wel op zijn noo-
ten stond.
Dan richtte Hall zich op en riep schallend:
..Klaar, Joe? We gaan!" Met de vlakke hand
kletste hg op den nek van den Broncho, dat
het klonk als een zweepslag. De teugels hield
hij kort.
Sheila sidderde, rolde schichtig met de
oogen en schoot dan voorwaarts als een pijl
uit den boog. Voor Joe Blackburn goed en wel
op weg was, keerde Hall in razende vaart
terug, met eene hand de teugels houdend, de
andere in de zijde. Als een alles vemietigende
wervelwind naderde hij.
(Wordt vervolgd.)