Ter ftauzensche Courant
Marion's groote avontuur
Feuilleton
Buitenland
Maandag 26 September 1938] No. 9816
TWEEDE BLAD
Binnenland
der telegra afkantoren.
VAN
DE POSTBEGROOTING.
A an de memorie van toelichting tot de be
grooting van het staatsbedrijf der posterrjen,
telegrafie en telefonie wordt het volgende
ontleend.
In deze begrooting is, evenals in die voor
het jaar 1938, een winst geraamd van 8.5
millioen. De minister acht, gezien den alge-
meenen economisehen toestand, het tariefs-
peil van het bedrijf in het algemeen bevredi-
gend.
De totalen der lasten en baten, opgenomen
in deze begrootiftg, zijn f 2.202.000 hooger dan
de overeenkomstige cijfers van de begrooting
1938. De hoogere raming der lasten is een
gevolg van de uitbreiding van het verkeer,
alsmede van hoogere afschrijvingslasten
door de kapitaalsinvesteeringen, welke in
verband met de versnelling van de automati-
seering der telefonie noodig zijn.
Met het plaatsen van postzegelautomaten
zal worden voortgegaan. Voorts zal een be-
perkt aantal briefkaartautomaten worden
opgesteld.
Wlat het telefoonverkeer betreft, wordt
verwacht, dat omstreeks 1945 alle interlocale
gesprekken automatisch tot stand kunnen
worden gebracht.
Voor 1939 is op den kapitaaldienst in
totaal uitgetrokken 21.125.000 tegenover
een raming van f 14.746.000, derhalve voor
1939 6.379.000 meer. De oorzaak van deze
belangrijk hoogere raming is voornamelijk
gelegen in de automatiseering der telefoon-
nettien, welke, voor zoover mogelijk, in ver-
sneld tempo wordt uitgevoerd.
OVERBRENGEN VAN DRINGENDE
BOGDSOHAPFEN IN SLUITINGSTIJD
In geval men een dringende boodschap
heeft voor iemand, die niet telefonisch be-
i eikbaar is, terwijl de telegraafdienst in
diens woonplaats gesloten is, dan kan wor
den getracht de tusschenkomst van den op-
de plaats van bestemming wonenden direc-
teur. kantoor- of stationhouder in te roepen.
Daarvoor zijn door den aanvrager van het
gesprek de normale gesprekkosten, verhoogd
met een vergoeding van 50 cent overdag
(7.3022.30 uur) of van f 1 des nachts
(22.307.30 uur) verschuldigd, indien de
boodschap kan worden overgebracht.
DE BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN
f 12 MILLIOEN HOOGER DAN VORIG
JAAR.
Aan de toelichting van de begrooting van
sociale zaken wordt het volgende ontleend:
iHet totaal van de in vergelrjking met de
begrooting voor 1938 aangebrachte verhoo-
gingen bedraagt f 14.269.386. De verminde-
ringen bedragen in totaal f 2.256.995, zoodat
het eindcijfer voor 1939 hooger is f 12.012.391.
Onder de verhoogingen komen de volgende
posten voor:
Verhooging van den kapitaaldienst voor
aankoop van gronden ten behoeve van de
werkverschaffing 1.675.000; verhooging der
bijdragen aan het invaliditeits- en ouderdoms-
fonds f 8.350.000; verhooging kosten ten be
hoeve van het jeugdwerk f 1.800.000.
'Het bedrag der verminderingen bestaat o.m.
uit de volgende posten:
vermindering van de uitgaven voor de dis-
tributie van levensmiddelen 1.200.000; ver
mindering van de bijdragen in de kosten van
verstrekking van kleeding, schoeisel, bedde-
goed e.d. aan ondersteunde en te werk ge-
stelde werkloozen f 800.000.
De levensmiddelendistributie.
Verder is voor de kosten van de levensmid
delendistributie voor 1939 geraamd 5.500.000.
Opgemerkt wordt, dat in dit totaal bedrag
geen kosten zijn opgenomen ter zake van een
eventueele productie van blikvleesch. Indien
en voorzoover de gedurende het jaar 1938 ge-
produceerde voorraad blikvleesch onvoldoen-
de mocht blijken voor distribute ook geduren
de het jaar 1939, zul'len de gelden, benoodigd
voor het vervaardigen van blikvleesch gedu
rende het jaar 1939, suppletoir ten laste van
dit dienstjaar worden aangevraagd.
'Uitgetrokken is een bedrag van f 2.600.000
voor de distribute van 6500 ton margarine
aan werkloozen en armlastigen; voorts
1.600.000 voor de distributie van 4000 ton
bak- en braadvet; f 75.000 voor de distributie
van plm. 350.000 kg versche, gebakken en ge-
rookte zeevisch; 200.000 voor de distributie
van het benoodigde jaarkwantum groenten
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk verboden.
5)
Vervolg.
De merrie hief luisterend den kop op en
draaide naar links. Ze hadden het eind van
de vallei bereikt en het dier ging automatisch
den weg, dien het al duizenden keeren ge-
maakt had.
,,Stop eens eventjes", riep Hall en gaf een
ruk aan de teugels. Juist op het eind van de
rechterhelling stak een eenzame populier zijn
frisch-groen bebladerde takken in de lucht en
ruischte een eenzaam lied.
,,Stop eens, oude merrie, ik geloof dat we
daar den bewusten populier hebben. Marion
moet deze wel bedoelien, want mijlen ver in
den omtrek is er geen tweede te bekennen.
Gek, dat hij me nu pas opvalt."
Hij staarde een tijdlang naar den slanken
boom. In zijn donkere oogen kwam een pein-
zende uitdrukking, zijn voorhoofd rimpelde
de vuisten balden zich. Dan klemde hij vast-
besloten de kaken op elkaar, joeg de mer
rie vooruit en gromde binnensmonds.
,,Ik ga! Laat er van komen, wat er van
komen wil."
Een paar mijlen verder dan de plaats waar
hij ze dien ochtend verlaten had, vond hij de
mannen terug. Het vee graasde rustig en op
enkele na lagen de boys lui uitgestrekt in het
gras, den hoed diep in het gezicht getrokken.
Maar op het geluid van Hall's nadering richt-
ten ze zich op en staarden hem vol verwach-
ting aan, benieuwd hoe hij af zou stijgen.
Hall bemerkte het en om ze een plezier te
doen, schoof hij wat achteruit, klemde zijn
handen aan den zadelrand vast, boog zich
in blik; f 175.000 voor de distributie van het
benoodigde jaarkwantum tomatensoep in blik
en 200.000 voor de distributie van ruim 10
millioen kg versche groenten.
NEDERLAND EN DEN
INTERNATIONALEN TOESTAND.
De parlementairen redacteur van het Han-
delsblad te 's-Gravenhage vemeemt van be-
voegde zijde, dat onze regeering met het oog
op den internationalen toestand ook nu nog
een politiek van waakzame afwachting volgt.
De huidige phase van dien toestand geeft
haar echter nog geen aanleiding tot andere
maatregelen dan de ibewapening van onze
gnenzen, zooals die reeds eenige weken geleden
heeft plaats gehad.
Intusschen volgt de regeering de ontwikke-
ling van den politieken toestand in Europa
met bijzondere oplettendheid. Zij laat zich
voortdurend van de situatie op de hoogte
houden. Uit ,den aard der zaak blijft hij even-
eens voortdurend diligent.
MINISTER PATIJN
NAAR NEDERLAND TERUGGEKEERD.
Met het oog op de verscherping van de
intemationale spanning, is Minister Patijn
Vrijdagnacht uit Geneve naar Nederland
teruggekeerd. Prof. Francois vergezelt
Minister Patijn, daar de aanwezigheid van
dezen bijzonderen deskundige op het gebied
van het neutraliteitsrecht wellicht in de eerst-
volgende dagen meer noodig zal zijn op het
departement van buitenlandsche zaken te
's-Gravenhage dan bij de voortzetting van de
beraadslagingen ter Volkenbondsvergadering
te Geneve. Daarentegen is mevr. Kluyver
nog te Geneve gebleven, waar zij thans teza-
men met de heeren Loudon en Reuchlin de
Nederlandsche delegatie ter Volkenbondsver
gadering vormt.
DE OEFENINGEN DER LICHTE BRIGADE
BEEINDIGD.
De tweede oefening der gevechtsgroepen
van de lichte brigade die Vrijdagochtend wer-
den ingezet, zijn, ingevolge een in den loop
van den nacht van Vrijidag op Zaterdag ont-
vangen order beeindigd en de daaraan deel-
nemende troepen zijn naar hun gamizoenen
teruggekeerd.
Ook is de gewone bewegingsvrijheid van de
in dienst zijnde manschappen opgeschort en
worden de verloven niet verleend of inge-
trokken.
MINISTER VAN BUUREN MET VERLOF
NAAR HET BUITENLAND.
Naar wordt gemeld is de Minister van
Waterstaat voor eenige weken met verlof naar
het buitenland vertrokken. t
WAGONLADINGEN VERSCHE HARING
UIT IMI1DKN IN DUITSCHLAND
VASTGEHOUDEN.
Vischexporteurs in Umuiden hebben uit
Duitschland bericht ontvangen, dat de door
hen verzonden wagons versche haring be-
stemd voor Tsjecho-Slowakije, tengevolge van
de stagnatie in het gewone spoorwegverkeer
langs de Tsjechisch-Duitsche grens, in
Duitschland zijn vastgehouden.
Het betreft hier 15 a 20 wagonladingen,
zoodat de schade groot is, temeer, omdat,
zelfs wanneer de zendingen terug zouden
komen, de haring in IJmuiden onverkoop-
baar zou zijn.
VERLENGING TIJDELIJKE HEFFINGEN
De Minister van Financien heeft thanis in-
gediend het in de Millioenenmota aangekon-
digde wetsonitwerp in zake verlenging van een
aantal heffingen.
De strekking van het wetsontwerp is, den
duur van de werking van een aantal belasitin-
gen welke alechts tot 1 Januari 1939 of tot
1 Mei 1939 zouden worden geheven, met drie
jaren te verlengen. De gelden uit deze hef
fingen verkregen, kunnen nog niet worden
gemisit en het laat zich aanzien, dat hierin in
de eerstkomende jaren nag geen verandering
zal komen.
De voorgastelde verlenging omvat alle tijde-
lijke belastingen, behalve die waarvan de ver
lenging reeds is voorgesteld of waarvan de
verlenging om eenige bijzondere reden beter
bij: afzonderlijk wetsontwerp kan worden voor
gesteld, zooals het geval is met het bijzon
dere iiwoerrecht op benzine, met de omzet-
belasting en met de belastingen ten bate van
het werkloosheidssubsidiefonds.
Het- ontwerp heeft derhalve betrekking op
de verdediigingsbelasting I, de couponbelas-
ting, de belasting van de doode hand, de tijde-
lijke verhooging van den tabaksaccijns, en de
opcenten op de grondbelasting (gebouwde
eigendommen), de inkomstenbelasting, de ver-
mogensbelasting, de dividend- en tantieme-
belaating, bepaalde zegel- en registratierech-
ten, de rechten van successie, van overgang
en van scbenking, den gedistilleerd accijns,
den suikeraccijns en den wijmaccijns.
Bij het redigeeren van het ontwerp is reeds
voorover en maakte een onberispelijken hoog-
stand. Dan, na even gebalanceerd te hebben,
slingerde hij zijn beenen voorwaarts, sloeg
over de kop van het paard en kwam netjes
op zijn voeten terecht. De boys klapten, de
merrie steigerde en maakte enkele zeldzame
sprongen, waarbij Hall's hoed, die afgeval-
len was, het moest ontgelden.
'Hall streek de adelaarsveer wat op en
plantte hem weer op de hoed.
„Gevonden"? vroeg een sproetige, rood-
harige jongen, die hem bewonderend aan-
keek.
„Geschoten", antwoordde Hall en daar ze
een ongeloovig gezicht trokken, verhaalde hij
hun het gebeurde van dien ochtend. Hij zag,
hoe ze gretig naar hem luisterden.
In het leven van deze mannen kwam zoo
weinig voor, dat ieder verhaal, al was het
nog zoo bekend, gaame beluisterd werd, in
dien de verteller hen door zijn voordracht
wist te boeien. Hall bemerkte dit en onge-
vraagd vertelde hij episodes uit zijn New-
Yorksche leven. De boys groepten zich dicht
om hem been en hingen letterlijk aan zijn
lippen. De tijd vloog om en het was middag,
voor ze er erg in hadden.
Na den gemeenschappelijken maaltijd van
brood met spek en koude koffie, waarvan
Hall rijkelijk zijn deel kreeg. toonden de boys
op hun beurt hun rijvaardigheid. Ze lieten
mooie staaltjes zien vsm hun bedrevenheid,
doch Hall wist, dat hij voor hen niet onder
hoefde te doen. Hij wachtte zich echter wel,
dit te zeggen en na iedere volbrachte toer
klapte hij luidruchtig in de handen, hetgeen
hem van den betreffenden ruiter een dank-
baren blik bezorgde. Dan strekten ze zich
weer in het gras uit en trokken de hoeden
over hun gezichten, om, evenals het herkau-
wende vee, van een.luie rust te genieten.
'Hall droomde den ganschen middag door,
vervuld van gouden visioenen, waarvan
steeds weer Marion het middelpunt uit-
maakte. Telkens reed een van de boys weg
om de ronde te doen, maar ze lieten hem
met rust, hoogstwaarschijnlijk uit dankbaar-
heid voor zijn verhalen.
rekening gehouden met het wet worden van
het ontwerp tot wijziging van de wet van 20
December 1935 tot heffing van opcenten op
eenige belastingen ter versterking van de
middelen tot dekking van de uitgaven des
rijks. Laatstbedoeld ontwerp beoogt een voor-
ziening te treffen nopens zekere opcenten op
de dividend- en tantiemebelasting.
KOSTEN VOLKSTELLIN G.
Regeering acht uitstel of afstel
niet te verdedigen.
In 1940 zal, ingevolge de wet van 22 April
1879 een nieuwe tienjaarlijksche volkstelling
gehouden moeten worden. Hiermede zal, vindt
zij plaats overeenkomatig de beginselen, welke
in 1930 gegolden hebben, een bedrag van rond
f 1.380.000 gemoeid zijn, zegt ide regeering in
een toelichting tot een suppletoire begrooting
1938 voor binnenlandsche zaken.
Het behoeft geen betoog, dat de Minister
zich, in overleg met zijn ambtgenoot van Fi
nancien, emstig heeft beraden, of aan deze
belangrijke uitgaaf niet geheel of ten deele
zou kusnnen worden ontkomen. Ampele over-
weging van de desbetreffende adviezen, heeft
geleid tot de erkenning, dat uitstel of afstel
van de volkstelling niet verdeicligbaar zou zijn.
De vraag, of de methode niet zooveel zou kun
nen worden vereenvoudigd, dat, met behoud
van het beginsel, dat een redelijke waarborg
voor verkrijging van een deugdelijk resultaat
zal bestaan, een deel der kosten bespaard zou
kunnen worden, heeft gevoerd tot bestudeering
van onderscheidene mogelijkheden, welke, met
uitzondering van een, als ondeugdelijk moest
worden venworpen. Deze eene mogelijkheid
berust op het gebruik van de bevolkingsboek-
houding als voornaamsten grondslag voor de
volkstelling, waartoe het evenwel noodzake-
lijk is, dat die bevolkingsboekhouding zal zijn
verbeterd door toepassing van het gezins-
persoonskaartenstelsel, tot welks algemeene
invoering, na de in alle opzichten geslaagde
proef, reeds geruimen tijd geleden door de
regeering in principe is besloten.
De Minister ziet niet voorbij, dat de bezui-
niging op de kosten van de volkstelling, welke,
bij gebruik van de bevolkingsboekhouding,
kan worden verkregen, iweer wordt te niet
gedaan, doordat de algemeene invoering van
het gezins-persoonskaartenstelsel het bedrag
der te besparen kosten opvordert.
Bedacht dient echter te worden, dat de re
geering thans twee belangen kan dienen, nl.
zoowel een deugdelijke volkstelling kan doen
houden, als het gezinspersoonskaartenstelsel
kain invoeren.
Dit stelsel toch biedt uit een oogpunt van
gemeentelijke en vooral ook, van landelijke
administratie groote voordeelen. De invoering
van het gezinspersoonskaartenstelsel maakt
niet alleen voor 1940 de volkstelling aanzien-
lijk goedkooper, de financieele voordeelen
komen bij volgende volkstellingen eerst recht
vollediig als winst tot uiting.
Zoowel de invoering van het gezinsper
soonskaartenstelsel als de volkstellingswerk-
zaamheden bieden volgens de bedoelde, gewij-
zigde methode de gelegenheid tot tewerkstel-
ling van werklooze hoofdarbeiders gedurende
langeren tijd.
Thans wordt hiervoor aangevraagd een be
drag van 381.000.
SPOORWEGTEKORT WORDT KLEINER.
Van 31 op 22 millioen,
De ui'tkeering van f 32.184.956 uit hoofd-
stuk IX (Waterstaat) der rijksbegrooting aan
het Verkeersfonds kon teruggebracht worden
*tot f 29.726.550, een verlaging alzoo met bijna
2,5 millioen. Deze gunstige omstanddgheid
is te danken aan het feit, dat de dekking van
het bedrijfsrverlies van de Nedterlan'dsche
Spoonwegen, voor 1938 op 31 millioen ge
raamd, voor 1939 aanzieniijk lager kon wor
den gesteld, n.l. op 22 millioen. De exploita-
tiekosten en lasten zullen respectievelijk ver-
moedelijk f 29 mililoen en f 91 millioen bedra
gen, samen f 120 millioen. De onitvangsten
worden geschat op /97 millioen, terwijl de
overilge baten worden begroot op 1.200.000.
De inkomsten konden voor alle afdeelingen
op een na hooger worden geraamd. Alleen de
inkomsten van de Spoorwegen moesten
f 163.605 lager gesteld worden.
Van beteekenis is hier de veel hoogere ra
ming der inkomsten van de afdeeling land-
wegen, nl. f 34.816.386 tegen f 33.731.760 in
1938, alzoo meer 1.084.626. Deze verhooging
schijnt gerechtvaardigd met het oog op de
verwachting, dat de motorrijtuigen- en fietsen-
belasting in 1939 meer zal opbrengen dan in
1938, n.l. 1 millioen gulden. Voor de eerste
maal is bovendien een bedrag opgenomen als
opbrengst van de voertuigbewijzen.
BIDSTONDEN VOOR DEN VREDE.
Kardinaal Van Roey, de aartsbisschop van
Mechelen, heeft d'en priesters van alle ker-
De zon zonk langzaam naar het Westen.
De dag neigde ten einde. Jim Pavlick ver-
scheen op het tooneel en verstoorde met zijn
ruw stemgeluid Hall's droomerige stemming.
,,Naar huis'", beval hij.
De boys kwamen in actie. Allen bestegen
hun paarden, reden in een wijden boog om de
ontzaglijke kudde heen en begonnen het vee
langzaam op te drijven. Diep en langgerekt
geloei steeg op uit den stroom van vee, dat
zich gewillig alhoewel dringend en stootend
in de. gewenschte richting begaf, niet de vallei
in, zooals Hall opmerkte, maar achter de hel
ling langs, waar het in reusachtige, stevig
beschermde kralen gedreven werd.
,,Een veiligheidsmaatregel", zei Blackburn,
die naast hem reed, „vroeger bleef het altijd
op het veld, maar er werd geregeld vee ge-
mist en daarom heeft de jonge Pavlick dezen
maatregel getroffen. Sindsdien gaat alles
goed."
Na den avondmaaltijd op de ranch versprei-
den ze zich in groepjes. Hall ging naar zijn
kamertje en wachtte, in de vensterbank ge-
zeten, tot het tijd zou zijn, om te vertrekken.
Hoe meer de tijd vorderde, hoe onrustiger hij
werd. Zou het hem mogelijk ztjn, ongemerkt
weg te komen? Zou Marion haar woord
houden? Deze en dergelijke vragen kwelden
hem en hij was blij, toen hij ergens beneden
zich, een klok half acht hoorde slaan. Nu werd
het tijd, want hij moest loopen en had bere-
kend, dat hem dit een half uur zou kosten.
Een oogenblik overwoog hij, zich uit het ven-
ster te laten zakken. Maar dit zou argwaan
wekken, als iemand hem zag en daarom nam
hij den gewonen weg, langs de trap naar
beneden. Hij had geluk, Jim was er niet.
De oude Pavlick zat voor het raam en beant-
woordde vriendelijk zijn groet. Nonchalant
slenterde hij het erf af, de handen in de zak
ken en een vroolijk deuntje fluitend. Ook in
de vallei bleef hij langzaam loopen, om Jim,
mocht hij oj^de helling verschijnen, te doen
gelooven, dat hij een wandelingetje maakte.
Jim liet zich echter niet zien en langzamer-
hand begon hij zijn pas te versnellen, om, toen
kelijke gemeenschappen opgedragen in de
maand October na afloop van alle missen te
laten bidden voor den vrede.
DE BALKANSTATEN EN HET HUIDIGE
CONFLICT.
Voor de keus tusschen Frankrijk en
Engeland of Duitschland.
Men schrijft van Bulgaarsche zijde aan de
N. R. Crt.
De Tsjecho-Slowaaksche crisis wordt op
den Balkan beschouwd als een diplomatieke
en militaire krachtproef tusschen de twee
groepen van groote mogendheden, welke zich
in Europa gevormd hebben. De Balkanstaten
zijn door hun geografische ligging, -die hen
tot de buren gemaakt heeft van het machtige
Duitsche rijk, genoodzaakt om hun houding
tegenover deze mogendheid te bepalen. De
bepaling van deze houding staat grootelijks
onder den invloed van de krachtsverhouding,
welke deze staten tusschen de groote mogend
heden veronderstellen. Men behoeft zich
slechts den tijd te herinmeren, waarin de
Kleine Entente bloeide, om te zien, dat het
de tijd was, waarin de Fransche macht in
Europa overwegend was en die van Duitsch
land duidelijk te boven ging, en om te zien,
hoe reeel de aantrekkingskracht is, welke op
de Balkanstaten wordt uitgeoefend door den
indruk van de overheerschende macht te zijn.
En hoeft eraan herinnerd te worden, dat, toen
de Duitsche militaire macht nauwelijks her-
steld was, de aan Frankrijk getrouwe Kleine
Entente een schaduw geworden is en heden
ten dage niet meer bestaat?
Ziedaar, waarom men zonder aarzeling kan
zeggen, dat voor de pditieke en oeconomigphe
toekomstige orientatie van de Balkaruvolkeren
de huidige Kraftprobe, die niet slechts in Cen-
traal-Europa plaats heeft, maar ook tusschen
Duitschland en Frankrijk en Engeland als on-
derling verbonden staten en gemteresseerd
bij. het Tsjecho-Slowaaksch-Duitsche conflict,
van beslissenden aard is. De Balkanstaten,
die zich reeds in de oeconomische baan van
Duitschland bevinden en die de sterke politie-
ke pressie ondergaan, welke voortvloeit uit
het feit van de nabuurschap van het te mach
tige Rijk, zullen geheel in de invloedssfeer
van het Rijk terugkeeren, indien diit laatste
het Tsjecho-Slowaaksche spel winlt. Het is
niet alleen het lot van Tsjecho-Slowakije, dat
in kwestie is, met het Tsjecho-iSlowaaksche
vraagstuk wordt ook het vraagstuk van de
overheersching in Zuid-Oost-Europa aan de
orde gesteld. Zuid-Slavie is reeds sterk in de
richting van Duitschland geevolueerd en het
zal een veel zwakker mogelijkheid van weer-
stand te bieden hebben, indien Tsjecho-Slo
wakije geneutraliseerd is en geliquideerd als
zeewering tegen de Duitsche golven. Het-
zelfde geldt voor Roemenie. Deze landen heb
ben een geweldiigen handel met Duitschland.
Voeg daaraan toe de middelen van politieken
en militairen druk van het Rijk, versterkt
door de overwinning in de Tsjechische kwestie,
en gij hebt een nauwkeurig beeld van de
situatie van Zuid-Oost-Europa tegenover een
Duitschland, dat zegevierend uit het huidige
conflict te voorschijn komt.
De positie van Bulgarije komt overeen met
die van Zuid-iSlavie en Roemenie. Al deze
landen zijn economisch met Duitschland ver
bonden, het zijin ook buren van Duitschland,
de twee laatste rechtstreeks en het eerste over
den Donau, welken Duitschland reeds be-
heerscht met zijn koopvaardij- en oorlogs-
schepen.
Bijzondere nadruk moet gelegd worden op een
omstandigheid, welke den strijd van Frank
rijk en Engeland tegen de Duitsche overheer
sching op den Balkan zeer moeilijk,, zoo niet
onmogelijlk zal maken. Dat is de factor ver-
trouwen. Tsjecho-iSlowakije is een bondge
noot van Frankrijk, zegt men op den Balkan
Frankrijk laat het in den steek, men kan dus
geen vertrouwen in Frankrijk stellen en het
is maar beter om voor den machtigen nabuur
te buigen dan toenadering te hebben tot dit
weinig betrouwbare Frankrijk (en Enge
land). Het is de redeneering, welke men op
het oogenblik reeds op den Balkan volgt;
morgen zal het het politieke dogma zijn.
Daarom volgt men op den Balkan de Tsje
cho-Slowaaksche crisis met de uiterste aan-
dacht. De afloop zal rijk zijn aan intematio
nale politieke gevolgen in Zuidoost-Europa.
Men weet dat hier en is op zijn hoede.
IN AUSTRALIA.
Uit Australie komen sommige stemmen, die
Chamberlain prijzen voor zijn pogingen, maar
er zijn andere, speciaal onder de bladen te
Sydney, welke Chamberlain aanvallen. Vooral
in ingezonden stukken wordt diens politiek
hecritiseerd'. Velen vinden, dat Chamberlain
maar moest aftreden en dat er in Engeland
een coalitieregeerinig moest komen.
De Sydney Morning Herald is van meening,
dat de zaken thans op een keerpunt zijn ge-
komen. De Britsche zelfbesturende gebieden
moeten hun houding bepalen in het licht der
gebeurtenissen. De Ver. Staten trekken zich
reeds terug uit hun vroegere ,,associatie" met
de democratische mogendheden. Hitler, aldus
het blad, weet thans, dat de Westersche de-
morcratieen zich tot in het onmetelijke zullen
vernederen, liever dan vereenigd stand te
houden.
DUIZENDEN
PROTESTEEREN TE LONDEN TEGEN
BRITSCH-FRANSCHE PLAN.
Duizenden waren Donderdagavond te Lon-
den op grond van een oproep van de inter-
nationale vredescampagne bijeengekomen om
te protesteeren tegen het Britsch-Fransche
vredesplan voor Tsjecho-Slowakije. Een groot
deel van de menigte riep in koor: .Help de
Tsjechen! Chamberlain moet heengaan!"
Er was overeengekomen, dat een afvaardi-
ging op het Foreign Office een protest-reso-
lutie zou overhandigen tegen het Britsch-
Fransche plan, doch een politiecordon belette
ied'er Downing Street in te gaan. Op een
oogenblik was er een menigte van ongeveer
10.000 man bijeen; een groot deel er van
riep opnieuw,,Help de Tsjechen"; voorts
riep men: ,,Roept het parlement bijeen".
Het gedrang aan den ingang van Downing
Street werd zoo groot, dat een dubbele rij
agenten, die elkaar een arm gaven, er aan
te pas kwam om de menigte tegen te houden.
Er werd politieversterking ontboden, zoodat
er ten slotte een politiemacht van 200 man
in Whitehall en bij Downing Street aanwezig
was.
De politie trad tactvol op en geleidelijk
slonk de menigte. Ten slotte werd' aan een
deputatie toegestaan op het Foreign Office
een protest te overhandigen.
OFFIOIEUSE AMERIKAANSCHE
KRINGEN DRINGEN AAN OP KLEUR
BEKENNEN VAN WASHINGTON.
Gfficieuse Amerikaansche kringen bewaren
een volkomen terughoudendheid ten aanzien
van den toestand in Europa, maar de open-
bare meening zou wenschen, dat de regeering
haar houding nader zou omschrijven.
Men merkt op, dat de eerste reactie der
Amerikaansche openbare meening, n.l. een
zeer vijandige ten aanzien van de voorstellen
van Londen inzake Tsjecho-Slowakije, een
gevolg was van de berichten der Amerikaan
sche dagbladcorrespondenten, die sterk tegen
de voorstellen van Londen waren gekant.
Sinds de reis van Chamberlain naar Berch-
tesgaden is nog geen officieele lezing gepubli-
ceerd. Pas sinds Donderdag beginnen offi-
cieuse interpretaties uit Londen en Parije in
de Amerikaansche bladen door te dringen,
waarin de positie van Londen en Parijs als
delicaat wordt geschetst.
Het Fore trig Policy Bulletin" schrijft: de
Vereenigde Staten, waar het gevoelen van
isolatie sinds 20 jaar alle pogingen tot inter-
nationale samenwerking verlamt, zijn niet be-
voegd, een steen naar Engeland en Frankrijk
te werpen. De andere bladen uiten een gelijk-
soortige meening.
Op het ministerie van buitenlandsche zaken
hoort men verklaren: ,,Onze verantwoorde-
lijikheid in deze is te groot, dat wij ons daar
aan kunnen onttrekken". Als deze storm tot
bedaren is gekomen, zal het een dringende
plicht van Amerika zijn, zijn buitenlandsche
politiek in volkomen duidelijkheid te precisee-
NIEUWE PREMIER ZEER POPULAIR.
In welingelichte Praagsche kringen wordt
verklaard dat het besluit van president Benesj
een militair aan het hoofd der regeering te be-
noemen te beschouwen is als de uiting van
den wil der verantjwoordelijke politieke en
constitutioneele kringen, de rust te bewaren
in het land, dat zich zulk een groot offer
moet getroosten. Daarom is de keuze geval-
len op den persoon van generaal Syrovy, die
een groote populariteit geniet, en wiens naam
verbonden is aan het roemrijke tijdperk van
den Tsjecho-Slowaakschen strijd voor onaf-
hankelijk. De algemeene overtuiging is, dat
zijn populariteit en het vertrouwen, dat hij in
alle iagen der bevolking geniet, zal bijdragen
tot een snelle kalmeering der bevolking, en het
ook mogelijk zal maken, dat deze zich ge-
makkelijk bij den nieuwen toestand zal aan-
passen.
Hoeiwel een generaal aan het hoofd van de
nieuwe regeering staat, is het geen militair
kabinet, maar een werkkabinet, aldus luidt
een semi-officieuse mededeeling volgens
Havas. Het zal het werk der vorige regee-
ringen voortzetten; het is een regeering van
nationale solidariteit, boven de partijen
staande, tot handhaving van de orde.
In kringen der oude regeeningsmeerderheid
verklaart men, dat alle partijen der vroegere
meerderheid, welke de voorstellen van Londen
hebben aanvaard, loyaal de regeering zullen
steunen, en de officieuse nota zegt: de re
geering heeft alle verplichtingen en alle ver-
antwoord'elijkheden van het vorige kabinet
op zich genomen. Zij zal deze verwezenlijken
en zij kan daartoe rekenen op den steun van
alle partijen.
hij ver genoeg van de ranch verwijderd was,
in een draf over te gaan, daar hij voor geen
geld van de wereld het meisje wilde laten
wachten. Zijn vrees, dat hij te laat zou zijn,
bleek echter ongegrond, want bij den populier
aangekomen, die als een eenzame wachter op
zijn post stond, was er nergens in den omtrek
een levend wezen te bekennen. Hij zette zich
met den rug tegen den stam en wachtte kalm
de komende gebeurtenissen af. Het scheen
echter of er niets gebeuren zou, want in de
komende schemering liet zich geen geluid
hooren. Toch moest het reeds lang acht uur
geweest zijn. Zou ze zioh bedacht hebben?
Zou ze verhinderd zijn geweest? Geen van
beide behoorde tot de onmogelijkheden. Juist
wilde hij zich oprichten, om de omgeving te
gaan verkennen, toen hij zacht zijn naam
hoorde roepen. Hij veerde overeind en keek
snel om zich heen. Niets te zien. Zijn ver-
beelding speelde hem natuurlijk parten, of-
schoon hij er op had durven zweren, dat
iemand hem geroepen had en naar den klank
van den stem te oordeelen, moest die iemand
Marion zijn. En tochde vlakte, die zich
langzamerhand in een dichtere schemering
ging verliezen, was leeg en verlaten. Een
weinig ongerust ging hij opnieuw zittem, maar
op hetzelfde oogenblik klonk weer die stem,
nu gevolgd door een parelend lachje. Er was
geen vergissing mogelijk, dat was de lach van
Marion. Snel liep Hall in de richting, van-
waar hij haar stem vemomen had, terug de
helling op. Ver kon ze niet zijn. Maar hoe
hij ook zocht en tuurde, ze bleek onvindbaar.
Hij begreep er niets van en nam zich voor, nu
goed op te letten.
„Wien zoekt u, mijnheer Pennock?",
klonk het ineens vlak achter hem. Hij draaide
zich bliksemsnel om enzag niets. Ver-
bijsterd sloeg hij zich voor het hoofd. (Was
dit nu werkelijkheid of verbeelding? Een
glasheldere lach bewees, dat het werkelijkheid
was en ineens stond Marion voor hem, alsof
ze uit den grond opgerezen kwam.
„Laat ik u niet langer plagen", sprak ze
vroolijk, treed binnen in mijn onderw.ereld."
Voor Hall's verbaasde oogen opende zich de
wand van de helling en hij staarde in een
klein vertrekje, dat door een olielamp spaar-
zaam verlicht werd. Schoorvoetend trad hij
nader, alsof hij zijn oogen nog niet geheel
vertrouwde. Marion sloot de deur achter hem
en zei lachend: ,,Nou hoe vindt u mijn land-
huis? Prive-bezit hoor. Maar gaat u zitten".
Ze schoof een kist bij een wrakke tafel en
zette zichzelf op een ander exemplaar. Nog
niet geheel bekomen van zijn verbazing keek
Hall het kleine vertrekje rond, dat niets meer
bevatte dan de reeds genoemde voorwerpen.
,„Wat zegt u ervan? Is het geen ideale
plaats voor geheime afspraakjes? Ik ont-
dekte dit hoi jaren geleden. Ik denk, dat het
vroeger door de arbeiders gebruikt werd, om
er bij slecht weer in te schuilen. Misschien
is het nog een overblijfsel uit den tijd van
de Idianen, wie zal het zeggen? In ieder
geval heb ik er bezit van genomen en buiten
mij is er, naar ik geloof, niemand met het
bestaan ervan op de hoogte."
,,U vergist zich", lachte Hall, ,,ik ken de
plaats nu ook en wie zal mij beletten het aan
iedereen te vertellen?"
„U heeft gelijk", sprak ze op ernstigen
toon, ,,maar ik was bang, dat we bespied
zouden worden, en daarom leek me dit de
meest geschikt plaats voor een gesprek. Jim
Pavlick draait den laatsten tijd erg om me
heen en als hij ons samenzag, zou u dat on-
aangenaamheden kunnen berokkenen".
,,Ik was zoo bang, dat hij me zien zou,"
bekende Hall, ,,niet, dat ik hem vrees, maar
hij zou me ontslaan en wat moet ik dan be
ginnen? Ik ken nog niet genoeg van het vak
om me bij een ander als knecht te verhuren.
„Zoo dacht ik er ook over", zei Marion,
„hij zal wel naar me vragen op de ranch,
maar ik heb gezegd dat ik naar mijn tante
ben. Joe Blinkers, die me weg bracbt, heeft
beloofd te zullen zwijgen. Hij komt me ook
weer halen".
(Wordt vervolgd.)