Ter ftauzensche Courant Marion's groote avontuur Feuilleton Buitenland Maandag 26 September 1938] No. 9816 TWEEDE BLAD Binnenland der telegra afkantoren. VAN DE POSTBEGROOTING. A an de memorie van toelichting tot de be grooting van het staatsbedrijf der posterrjen, telegrafie en telefonie wordt het volgende ontleend. In deze begrooting is, evenals in die voor het jaar 1938, een winst geraamd van 8.5 millioen. De minister acht, gezien den alge- meenen economisehen toestand, het tariefs- peil van het bedrijf in het algemeen bevredi- gend. De totalen der lasten en baten, opgenomen in deze begrootiftg, zijn f 2.202.000 hooger dan de overeenkomstige cijfers van de begrooting 1938. De hoogere raming der lasten is een gevolg van de uitbreiding van het verkeer, alsmede van hoogere afschrijvingslasten door de kapitaalsinvesteeringen, welke in verband met de versnelling van de automati- seering der telefonie noodig zijn. Met het plaatsen van postzegelautomaten zal worden voortgegaan. Voorts zal een be- perkt aantal briefkaartautomaten worden opgesteld. Wlat het telefoonverkeer betreft, wordt verwacht, dat omstreeks 1945 alle interlocale gesprekken automatisch tot stand kunnen worden gebracht. Voor 1939 is op den kapitaaldienst in totaal uitgetrokken 21.125.000 tegenover een raming van f 14.746.000, derhalve voor 1939 6.379.000 meer. De oorzaak van deze belangrijk hoogere raming is voornamelijk gelegen in de automatiseering der telefoon- nettien, welke, voor zoover mogelijk, in ver- sneld tempo wordt uitgevoerd. OVERBRENGEN VAN DRINGENDE BOGDSOHAPFEN IN SLUITINGSTIJD In geval men een dringende boodschap heeft voor iemand, die niet telefonisch be- i eikbaar is, terwijl de telegraafdienst in diens woonplaats gesloten is, dan kan wor den getracht de tusschenkomst van den op- de plaats van bestemming wonenden direc- teur. kantoor- of stationhouder in te roepen. Daarvoor zijn door den aanvrager van het gesprek de normale gesprekkosten, verhoogd met een vergoeding van 50 cent overdag (7.3022.30 uur) of van f 1 des nachts (22.307.30 uur) verschuldigd, indien de boodschap kan worden overgebracht. DE BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN f 12 MILLIOEN HOOGER DAN VORIG JAAR. Aan de toelichting van de begrooting van sociale zaken wordt het volgende ontleend: iHet totaal van de in vergelrjking met de begrooting voor 1938 aangebrachte verhoo- gingen bedraagt f 14.269.386. De verminde- ringen bedragen in totaal f 2.256.995, zoodat het eindcijfer voor 1939 hooger is f 12.012.391. Onder de verhoogingen komen de volgende posten voor: Verhooging van den kapitaaldienst voor aankoop van gronden ten behoeve van de werkverschaffing 1.675.000; verhooging der bijdragen aan het invaliditeits- en ouderdoms- fonds f 8.350.000; verhooging kosten ten be hoeve van het jeugdwerk f 1.800.000. 'Het bedrag der verminderingen bestaat o.m. uit de volgende posten: vermindering van de uitgaven voor de dis- tributie van levensmiddelen 1.200.000; ver mindering van de bijdragen in de kosten van verstrekking van kleeding, schoeisel, bedde- goed e.d. aan ondersteunde en te werk ge- stelde werkloozen f 800.000. De levensmiddelendistributie. Verder is voor de kosten van de levensmid delendistributie voor 1939 geraamd 5.500.000. Opgemerkt wordt, dat in dit totaal bedrag geen kosten zijn opgenomen ter zake van een eventueele productie van blikvleesch. Indien en voorzoover de gedurende het jaar 1938 ge- produceerde voorraad blikvleesch onvoldoen- de mocht blijken voor distribute ook geduren de het jaar 1939, zul'len de gelden, benoodigd voor het vervaardigen van blikvleesch gedu rende het jaar 1939, suppletoir ten laste van dit dienstjaar worden aangevraagd. 'Uitgetrokken is een bedrag van f 2.600.000 voor de distribute van 6500 ton margarine aan werkloozen en armlastigen; voorts 1.600.000 voor de distributie van 4000 ton bak- en braadvet; f 75.000 voor de distributie van plm. 350.000 kg versche, gebakken en ge- rookte zeevisch; 200.000 voor de distributie van het benoodigde jaarkwantum groenten Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 5) Vervolg. De merrie hief luisterend den kop op en draaide naar links. Ze hadden het eind van de vallei bereikt en het dier ging automatisch den weg, dien het al duizenden keeren ge- maakt had. ,,Stop eens eventjes", riep Hall en gaf een ruk aan de teugels. Juist op het eind van de rechterhelling stak een eenzame populier zijn frisch-groen bebladerde takken in de lucht en ruischte een eenzaam lied. ,,Stop eens, oude merrie, ik geloof dat we daar den bewusten populier hebben. Marion moet deze wel bedoelien, want mijlen ver in den omtrek is er geen tweede te bekennen. Gek, dat hij me nu pas opvalt." Hij staarde een tijdlang naar den slanken boom. In zijn donkere oogen kwam een pein- zende uitdrukking, zijn voorhoofd rimpelde de vuisten balden zich. Dan klemde hij vast- besloten de kaken op elkaar, joeg de mer rie vooruit en gromde binnensmonds. ,,Ik ga! Laat er van komen, wat er van komen wil." Een paar mijlen verder dan de plaats waar hij ze dien ochtend verlaten had, vond hij de mannen terug. Het vee graasde rustig en op enkele na lagen de boys lui uitgestrekt in het gras, den hoed diep in het gezicht getrokken. Maar op het geluid van Hall's nadering richt- ten ze zich op en staarden hem vol verwach- ting aan, benieuwd hoe hij af zou stijgen. Hall bemerkte het en om ze een plezier te doen, schoof hij wat achteruit, klemde zijn handen aan den zadelrand vast, boog zich in blik; f 175.000 voor de distributie van het benoodigde jaarkwantum tomatensoep in blik en 200.000 voor de distributie van ruim 10 millioen kg versche groenten. NEDERLAND EN DEN INTERNATIONALEN TOESTAND. De parlementairen redacteur van het Han- delsblad te 's-Gravenhage vemeemt van be- voegde zijde, dat onze regeering met het oog op den internationalen toestand ook nu nog een politiek van waakzame afwachting volgt. De huidige phase van dien toestand geeft haar echter nog geen aanleiding tot andere maatregelen dan de ibewapening van onze gnenzen, zooals die reeds eenige weken geleden heeft plaats gehad. Intusschen volgt de regeering de ontwikke- ling van den politieken toestand in Europa met bijzondere oplettendheid. Zij laat zich voortdurend van de situatie op de hoogte houden. Uit ,den aard der zaak blijft hij even- eens voortdurend diligent. MINISTER PATIJN NAAR NEDERLAND TERUGGEKEERD. Met het oog op de verscherping van de intemationale spanning, is Minister Patijn Vrijdagnacht uit Geneve naar Nederland teruggekeerd. Prof. Francois vergezelt Minister Patijn, daar de aanwezigheid van dezen bijzonderen deskundige op het gebied van het neutraliteitsrecht wellicht in de eerst- volgende dagen meer noodig zal zijn op het departement van buitenlandsche zaken te 's-Gravenhage dan bij de voortzetting van de beraadslagingen ter Volkenbondsvergadering te Geneve. Daarentegen is mevr. Kluyver nog te Geneve gebleven, waar zij thans teza- men met de heeren Loudon en Reuchlin de Nederlandsche delegatie ter Volkenbondsver gadering vormt. DE OEFENINGEN DER LICHTE BRIGADE BEEINDIGD. De tweede oefening der gevechtsgroepen van de lichte brigade die Vrijdagochtend wer- den ingezet, zijn, ingevolge een in den loop van den nacht van Vrijidag op Zaterdag ont- vangen order beeindigd en de daaraan deel- nemende troepen zijn naar hun gamizoenen teruggekeerd. Ook is de gewone bewegingsvrijheid van de in dienst zijnde manschappen opgeschort en worden de verloven niet verleend of inge- trokken. MINISTER VAN BUUREN MET VERLOF NAAR HET BUITENLAND. Naar wordt gemeld is de Minister van Waterstaat voor eenige weken met verlof naar het buitenland vertrokken. t WAGONLADINGEN VERSCHE HARING UIT IMI1DKN IN DUITSCHLAND VASTGEHOUDEN. Vischexporteurs in Umuiden hebben uit Duitschland bericht ontvangen, dat de door hen verzonden wagons versche haring be- stemd voor Tsjecho-Slowakije, tengevolge van de stagnatie in het gewone spoorwegverkeer langs de Tsjechisch-Duitsche grens, in Duitschland zijn vastgehouden. Het betreft hier 15 a 20 wagonladingen, zoodat de schade groot is, temeer, omdat, zelfs wanneer de zendingen terug zouden komen, de haring in IJmuiden onverkoop- baar zou zijn. VERLENGING TIJDELIJKE HEFFINGEN De Minister van Financien heeft thanis in- gediend het in de Millioenenmota aangekon- digde wetsonitwerp in zake verlenging van een aantal heffingen. De strekking van het wetsontwerp is, den duur van de werking van een aantal belasitin- gen welke alechts tot 1 Januari 1939 of tot 1 Mei 1939 zouden worden geheven, met drie jaren te verlengen. De gelden uit deze hef fingen verkregen, kunnen nog niet worden gemisit en het laat zich aanzien, dat hierin in de eerstkomende jaren nag geen verandering zal komen. De voorgastelde verlenging omvat alle tijde- lijke belastingen, behalve die waarvan de ver lenging reeds is voorgesteld of waarvan de verlenging om eenige bijzondere reden beter bij: afzonderlijk wetsontwerp kan worden voor gesteld, zooals het geval is met het bijzon dere iiwoerrecht op benzine, met de omzet- belasting en met de belastingen ten bate van het werkloosheidssubsidiefonds. Het- ontwerp heeft derhalve betrekking op de verdediigingsbelasting I, de couponbelas- ting, de belasting van de doode hand, de tijde- lijke verhooging van den tabaksaccijns, en de opcenten op de grondbelasting (gebouwde eigendommen), de inkomstenbelasting, de ver- mogensbelasting, de dividend- en tantieme- belaating, bepaalde zegel- en registratierech- ten, de rechten van successie, van overgang en van scbenking, den gedistilleerd accijns, den suikeraccijns en den wijmaccijns. Bij het redigeeren van het ontwerp is reeds voorover en maakte een onberispelijken hoog- stand. Dan, na even gebalanceerd te hebben, slingerde hij zijn beenen voorwaarts, sloeg over de kop van het paard en kwam netjes op zijn voeten terecht. De boys klapten, de merrie steigerde en maakte enkele zeldzame sprongen, waarbij Hall's hoed, die afgeval- len was, het moest ontgelden. 'Hall streek de adelaarsveer wat op en plantte hem weer op de hoed. „Gevonden"? vroeg een sproetige, rood- harige jongen, die hem bewonderend aan- keek. „Geschoten", antwoordde Hall en daar ze een ongeloovig gezicht trokken, verhaalde hij hun het gebeurde van dien ochtend. Hij zag, hoe ze gretig naar hem luisterden. In het leven van deze mannen kwam zoo weinig voor, dat ieder verhaal, al was het nog zoo bekend, gaame beluisterd werd, in dien de verteller hen door zijn voordracht wist te boeien. Hall bemerkte dit en onge- vraagd vertelde hij episodes uit zijn New- Yorksche leven. De boys groepten zich dicht om hem been en hingen letterlijk aan zijn lippen. De tijd vloog om en het was middag, voor ze er erg in hadden. Na den gemeenschappelijken maaltijd van brood met spek en koude koffie, waarvan Hall rijkelijk zijn deel kreeg. toonden de boys op hun beurt hun rijvaardigheid. Ze lieten mooie staaltjes zien vsm hun bedrevenheid, doch Hall wist, dat hij voor hen niet onder hoefde te doen. Hij wachtte zich echter wel, dit te zeggen en na iedere volbrachte toer klapte hij luidruchtig in de handen, hetgeen hem van den betreffenden ruiter een dank- baren blik bezorgde. Dan strekten ze zich weer in het gras uit en trokken de hoeden over hun gezichten, om, evenals het herkau- wende vee, van een.luie rust te genieten. 'Hall droomde den ganschen middag door, vervuld van gouden visioenen, waarvan steeds weer Marion het middelpunt uit- maakte. Telkens reed een van de boys weg om de ronde te doen, maar ze lieten hem met rust, hoogstwaarschijnlijk uit dankbaar- heid voor zijn verhalen. rekening gehouden met het wet worden van het ontwerp tot wijziging van de wet van 20 December 1935 tot heffing van opcenten op eenige belastingen ter versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des rijks. Laatstbedoeld ontwerp beoogt een voor- ziening te treffen nopens zekere opcenten op de dividend- en tantiemebelasting. KOSTEN VOLKSTELLIN G. Regeering acht uitstel of afstel niet te verdedigen. In 1940 zal, ingevolge de wet van 22 April 1879 een nieuwe tienjaarlijksche volkstelling gehouden moeten worden. Hiermede zal, vindt zij plaats overeenkomatig de beginselen, welke in 1930 gegolden hebben, een bedrag van rond f 1.380.000 gemoeid zijn, zegt ide regeering in een toelichting tot een suppletoire begrooting 1938 voor binnenlandsche zaken. Het behoeft geen betoog, dat de Minister zich, in overleg met zijn ambtgenoot van Fi nancien, emstig heeft beraden, of aan deze belangrijke uitgaaf niet geheel of ten deele zou kusnnen worden ontkomen. Ampele over- weging van de desbetreffende adviezen, heeft geleid tot de erkenning, dat uitstel of afstel van de volkstelling niet verdeicligbaar zou zijn. De vraag, of de methode niet zooveel zou kun nen worden vereenvoudigd, dat, met behoud van het beginsel, dat een redelijke waarborg voor verkrijging van een deugdelijk resultaat zal bestaan, een deel der kosten bespaard zou kunnen worden, heeft gevoerd tot bestudeering van onderscheidene mogelijkheden, welke, met uitzondering van een, als ondeugdelijk moest worden venworpen. Deze eene mogelijkheid berust op het gebruik van de bevolkingsboek- houding als voornaamsten grondslag voor de volkstelling, waartoe het evenwel noodzake- lijk is, dat die bevolkingsboekhouding zal zijn verbeterd door toepassing van het gezins- persoonskaartenstelsel, tot welks algemeene invoering, na de in alle opzichten geslaagde proef, reeds geruimen tijd geleden door de regeering in principe is besloten. De Minister ziet niet voorbij, dat de bezui- niging op de kosten van de volkstelling, welke, bij gebruik van de bevolkingsboekhouding, kan worden verkregen, iweer wordt te niet gedaan, doordat de algemeene invoering van het gezins-persoonskaartenstelsel het bedrag der te besparen kosten opvordert. Bedacht dient echter te worden, dat de re geering thans twee belangen kan dienen, nl. zoowel een deugdelijke volkstelling kan doen houden, als het gezinspersoonskaartenstelsel kain invoeren. Dit stelsel toch biedt uit een oogpunt van gemeentelijke en vooral ook, van landelijke administratie groote voordeelen. De invoering van het gezinspersoonskaartenstelsel maakt niet alleen voor 1940 de volkstelling aanzien- lijk goedkooper, de financieele voordeelen komen bij volgende volkstellingen eerst recht vollediig als winst tot uiting. Zoowel de invoering van het gezinsper soonskaartenstelsel als de volkstellingswerk- zaamheden bieden volgens de bedoelde, gewij- zigde methode de gelegenheid tot tewerkstel- ling van werklooze hoofdarbeiders gedurende langeren tijd. Thans wordt hiervoor aangevraagd een be drag van 381.000. SPOORWEGTEKORT WORDT KLEINER. Van 31 op 22 millioen, De ui'tkeering van f 32.184.956 uit hoofd- stuk IX (Waterstaat) der rijksbegrooting aan het Verkeersfonds kon teruggebracht worden *tot f 29.726.550, een verlaging alzoo met bijna 2,5 millioen. Deze gunstige omstanddgheid is te danken aan het feit, dat de dekking van het bedrijfsrverlies van de Nedterlan'dsche Spoonwegen, voor 1938 op 31 millioen ge raamd, voor 1939 aanzieniijk lager kon wor den gesteld, n.l. op 22 millioen. De exploita- tiekosten en lasten zullen respectievelijk ver- moedelijk f 29 mililoen en f 91 millioen bedra gen, samen f 120 millioen. De onitvangsten worden geschat op /97 millioen, terwijl de overilge baten worden begroot op 1.200.000. De inkomsten konden voor alle afdeelingen op een na hooger worden geraamd. Alleen de inkomsten van de Spoorwegen moesten f 163.605 lager gesteld worden. Van beteekenis is hier de veel hoogere ra ming der inkomsten van de afdeeling land- wegen, nl. f 34.816.386 tegen f 33.731.760 in 1938, alzoo meer 1.084.626. Deze verhooging schijnt gerechtvaardigd met het oog op de verwachting, dat de motorrijtuigen- en fietsen- belasting in 1939 meer zal opbrengen dan in 1938, n.l. 1 millioen gulden. Voor de eerste maal is bovendien een bedrag opgenomen als opbrengst van de voertuigbewijzen. BIDSTONDEN VOOR DEN VREDE. Kardinaal Van Roey, de aartsbisschop van Mechelen, heeft d'en priesters van alle ker- De zon zonk langzaam naar het Westen. De dag neigde ten einde. Jim Pavlick ver- scheen op het tooneel en verstoorde met zijn ruw stemgeluid Hall's droomerige stemming. ,,Naar huis'", beval hij. De boys kwamen in actie. Allen bestegen hun paarden, reden in een wijden boog om de ontzaglijke kudde heen en begonnen het vee langzaam op te drijven. Diep en langgerekt geloei steeg op uit den stroom van vee, dat zich gewillig alhoewel dringend en stootend in de. gewenschte richting begaf, niet de vallei in, zooals Hall opmerkte, maar achter de hel ling langs, waar het in reusachtige, stevig beschermde kralen gedreven werd. ,,Een veiligheidsmaatregel", zei Blackburn, die naast hem reed, „vroeger bleef het altijd op het veld, maar er werd geregeld vee ge- mist en daarom heeft de jonge Pavlick dezen maatregel getroffen. Sindsdien gaat alles goed." Na den avondmaaltijd op de ranch versprei- den ze zich in groepjes. Hall ging naar zijn kamertje en wachtte, in de vensterbank ge- zeten, tot het tijd zou zijn, om te vertrekken. Hoe meer de tijd vorderde, hoe onrustiger hij werd. Zou het hem mogelijk ztjn, ongemerkt weg te komen? Zou Marion haar woord houden? Deze en dergelijke vragen kwelden hem en hij was blij, toen hij ergens beneden zich, een klok half acht hoorde slaan. Nu werd het tijd, want hij moest loopen en had bere- kend, dat hem dit een half uur zou kosten. Een oogenblik overwoog hij, zich uit het ven- ster te laten zakken. Maar dit zou argwaan wekken, als iemand hem zag en daarom nam hij den gewonen weg, langs de trap naar beneden. Hij had geluk, Jim was er niet. De oude Pavlick zat voor het raam en beant- woordde vriendelijk zijn groet. Nonchalant slenterde hij het erf af, de handen in de zak ken en een vroolijk deuntje fluitend. Ook in de vallei bleef hij langzaam loopen, om Jim, mocht hij oj^de helling verschijnen, te doen gelooven, dat hij een wandelingetje maakte. Jim liet zich echter niet zien en langzamer- hand begon hij zijn pas te versnellen, om, toen kelijke gemeenschappen opgedragen in de maand October na afloop van alle missen te laten bidden voor den vrede. DE BALKANSTATEN EN HET HUIDIGE CONFLICT. Voor de keus tusschen Frankrijk en Engeland of Duitschland. Men schrijft van Bulgaarsche zijde aan de N. R. Crt. De Tsjecho-Slowaaksche crisis wordt op den Balkan beschouwd als een diplomatieke en militaire krachtproef tusschen de twee groepen van groote mogendheden, welke zich in Europa gevormd hebben. De Balkanstaten zijn door hun geografische ligging, -die hen tot de buren gemaakt heeft van het machtige Duitsche rijk, genoodzaakt om hun houding tegenover deze mogendheid te bepalen. De bepaling van deze houding staat grootelijks onder den invloed van de krachtsverhouding, welke deze staten tusschen de groote mogend heden veronderstellen. Men behoeft zich slechts den tijd te herinmeren, waarin de Kleine Entente bloeide, om te zien, dat het de tijd was, waarin de Fransche macht in Europa overwegend was en die van Duitsch land duidelijk te boven ging, en om te zien, hoe reeel de aantrekkingskracht is, welke op de Balkanstaten wordt uitgeoefend door den indruk van de overheerschende macht te zijn. En hoeft eraan herinnerd te worden, dat, toen de Duitsche militaire macht nauwelijks her- steld was, de aan Frankrijk getrouwe Kleine Entente een schaduw geworden is en heden ten dage niet meer bestaat? Ziedaar, waarom men zonder aarzeling kan zeggen, dat voor de pditieke en oeconomigphe toekomstige orientatie van de Balkaruvolkeren de huidige Kraftprobe, die niet slechts in Cen- traal-Europa plaats heeft, maar ook tusschen Duitschland en Frankrijk en Engeland als on- derling verbonden staten en gemteresseerd bij. het Tsjecho-Slowaaksch-Duitsche conflict, van beslissenden aard is. De Balkanstaten, die zich reeds in de oeconomische baan van Duitschland bevinden en die de sterke politie- ke pressie ondergaan, welke voortvloeit uit het feit van de nabuurschap van het te mach tige Rijk, zullen geheel in de invloedssfeer van het Rijk terugkeeren, indien diit laatste het Tsjecho-Slowaaksche spel winlt. Het is niet alleen het lot van Tsjecho-Slowakije, dat in kwestie is, met het Tsjecho-iSlowaaksche vraagstuk wordt ook het vraagstuk van de overheersching in Zuid-Oost-Europa aan de orde gesteld. Zuid-Slavie is reeds sterk in de richting van Duitschland geevolueerd en het zal een veel zwakker mogelijkheid van weer- stand te bieden hebben, indien Tsjecho-Slo wakije geneutraliseerd is en geliquideerd als zeewering tegen de Duitsche golven. Het- zelfde geldt voor Roemenie. Deze landen heb ben een geweldiigen handel met Duitschland. Voeg daaraan toe de middelen van politieken en militairen druk van het Rijk, versterkt door de overwinning in de Tsjechische kwestie, en gij hebt een nauwkeurig beeld van de situatie van Zuid-Oost-Europa tegenover een Duitschland, dat zegevierend uit het huidige conflict te voorschijn komt. De positie van Bulgarije komt overeen met die van Zuid-iSlavie en Roemenie. Al deze landen zijn economisch met Duitschland ver bonden, het zijin ook buren van Duitschland, de twee laatste rechtstreeks en het eerste over den Donau, welken Duitschland reeds be- heerscht met zijn koopvaardij- en oorlogs- schepen. Bijzondere nadruk moet gelegd worden op een omstandigheid, welke den strijd van Frank rijk en Engeland tegen de Duitsche overheer sching op den Balkan zeer moeilijk,, zoo niet onmogelijlk zal maken. Dat is de factor ver- trouwen. Tsjecho-iSlowakije is een bondge noot van Frankrijk, zegt men op den Balkan Frankrijk laat het in den steek, men kan dus geen vertrouwen in Frankrijk stellen en het is maar beter om voor den machtigen nabuur te buigen dan toenadering te hebben tot dit weinig betrouwbare Frankrijk (en Enge land). Het is de redeneering, welke men op het oogenblik reeds op den Balkan volgt; morgen zal het het politieke dogma zijn. Daarom volgt men op den Balkan de Tsje cho-Slowaaksche crisis met de uiterste aan- dacht. De afloop zal rijk zijn aan intematio nale politieke gevolgen in Zuidoost-Europa. Men weet dat hier en is op zijn hoede. IN AUSTRALIA. Uit Australie komen sommige stemmen, die Chamberlain prijzen voor zijn pogingen, maar er zijn andere, speciaal onder de bladen te Sydney, welke Chamberlain aanvallen. Vooral in ingezonden stukken wordt diens politiek hecritiseerd'. Velen vinden, dat Chamberlain maar moest aftreden en dat er in Engeland een coalitieregeerinig moest komen. De Sydney Morning Herald is van meening, dat de zaken thans op een keerpunt zijn ge- komen. De Britsche zelfbesturende gebieden moeten hun houding bepalen in het licht der gebeurtenissen. De Ver. Staten trekken zich reeds terug uit hun vroegere ,,associatie" met de democratische mogendheden. Hitler, aldus het blad, weet thans, dat de Westersche de- morcratieen zich tot in het onmetelijke zullen vernederen, liever dan vereenigd stand te houden. DUIZENDEN PROTESTEEREN TE LONDEN TEGEN BRITSCH-FRANSCHE PLAN. Duizenden waren Donderdagavond te Lon- den op grond van een oproep van de inter- nationale vredescampagne bijeengekomen om te protesteeren tegen het Britsch-Fransche vredesplan voor Tsjecho-Slowakije. Een groot deel van de menigte riep in koor: .Help de Tsjechen! Chamberlain moet heengaan!" Er was overeengekomen, dat een afvaardi- ging op het Foreign Office een protest-reso- lutie zou overhandigen tegen het Britsch- Fransche plan, doch een politiecordon belette ied'er Downing Street in te gaan. Op een oogenblik was er een menigte van ongeveer 10.000 man bijeen; een groot deel er van riep opnieuw,,Help de Tsjechen"; voorts riep men: ,,Roept het parlement bijeen". Het gedrang aan den ingang van Downing Street werd zoo groot, dat een dubbele rij agenten, die elkaar een arm gaven, er aan te pas kwam om de menigte tegen te houden. Er werd politieversterking ontboden, zoodat er ten slotte een politiemacht van 200 man in Whitehall en bij Downing Street aanwezig was. De politie trad tactvol op en geleidelijk slonk de menigte. Ten slotte werd' aan een deputatie toegestaan op het Foreign Office een protest te overhandigen. OFFIOIEUSE AMERIKAANSCHE KRINGEN DRINGEN AAN OP KLEUR BEKENNEN VAN WASHINGTON. Gfficieuse Amerikaansche kringen bewaren een volkomen terughoudendheid ten aanzien van den toestand in Europa, maar de open- bare meening zou wenschen, dat de regeering haar houding nader zou omschrijven. Men merkt op, dat de eerste reactie der Amerikaansche openbare meening, n.l. een zeer vijandige ten aanzien van de voorstellen van Londen inzake Tsjecho-Slowakije, een gevolg was van de berichten der Amerikaan sche dagbladcorrespondenten, die sterk tegen de voorstellen van Londen waren gekant. Sinds de reis van Chamberlain naar Berch- tesgaden is nog geen officieele lezing gepubli- ceerd. Pas sinds Donderdag beginnen offi- cieuse interpretaties uit Londen en Parije in de Amerikaansche bladen door te dringen, waarin de positie van Londen en Parijs als delicaat wordt geschetst. Het Fore trig Policy Bulletin" schrijft: de Vereenigde Staten, waar het gevoelen van isolatie sinds 20 jaar alle pogingen tot inter- nationale samenwerking verlamt, zijn niet be- voegd, een steen naar Engeland en Frankrijk te werpen. De andere bladen uiten een gelijk- soortige meening. Op het ministerie van buitenlandsche zaken hoort men verklaren: ,,Onze verantwoorde- lijikheid in deze is te groot, dat wij ons daar aan kunnen onttrekken". Als deze storm tot bedaren is gekomen, zal het een dringende plicht van Amerika zijn, zijn buitenlandsche politiek in volkomen duidelijkheid te precisee- NIEUWE PREMIER ZEER POPULAIR. In welingelichte Praagsche kringen wordt verklaard dat het besluit van president Benesj een militair aan het hoofd der regeering te be- noemen te beschouwen is als de uiting van den wil der verantjwoordelijke politieke en constitutioneele kringen, de rust te bewaren in het land, dat zich zulk een groot offer moet getroosten. Daarom is de keuze geval- len op den persoon van generaal Syrovy, die een groote populariteit geniet, en wiens naam verbonden is aan het roemrijke tijdperk van den Tsjecho-Slowaakschen strijd voor onaf- hankelijk. De algemeene overtuiging is, dat zijn populariteit en het vertrouwen, dat hij in alle iagen der bevolking geniet, zal bijdragen tot een snelle kalmeering der bevolking, en het ook mogelijk zal maken, dat deze zich ge- makkelijk bij den nieuwen toestand zal aan- passen. Hoeiwel een generaal aan het hoofd van de nieuwe regeering staat, is het geen militair kabinet, maar een werkkabinet, aldus luidt een semi-officieuse mededeeling volgens Havas. Het zal het werk der vorige regee- ringen voortzetten; het is een regeering van nationale solidariteit, boven de partijen staande, tot handhaving van de orde. In kringen der oude regeeningsmeerderheid verklaart men, dat alle partijen der vroegere meerderheid, welke de voorstellen van Londen hebben aanvaard, loyaal de regeering zullen steunen, en de officieuse nota zegt: de re geering heeft alle verplichtingen en alle ver- antwoord'elijkheden van het vorige kabinet op zich genomen. Zij zal deze verwezenlijken en zij kan daartoe rekenen op den steun van alle partijen. hij ver genoeg van de ranch verwijderd was, in een draf over te gaan, daar hij voor geen geld van de wereld het meisje wilde laten wachten. Zijn vrees, dat hij te laat zou zijn, bleek echter ongegrond, want bij den populier aangekomen, die als een eenzame wachter op zijn post stond, was er nergens in den omtrek een levend wezen te bekennen. Hij zette zich met den rug tegen den stam en wachtte kalm de komende gebeurtenissen af. Het scheen echter of er niets gebeuren zou, want in de komende schemering liet zich geen geluid hooren. Toch moest het reeds lang acht uur geweest zijn. Zou ze zioh bedacht hebben? Zou ze verhinderd zijn geweest? Geen van beide behoorde tot de onmogelijkheden. Juist wilde hij zich oprichten, om de omgeving te gaan verkennen, toen hij zacht zijn naam hoorde roepen. Hij veerde overeind en keek snel om zich heen. Niets te zien. Zijn ver- beelding speelde hem natuurlijk parten, of- schoon hij er op had durven zweren, dat iemand hem geroepen had en naar den klank van den stem te oordeelen, moest die iemand Marion zijn. En tochde vlakte, die zich langzamerhand in een dichtere schemering ging verliezen, was leeg en verlaten. Een weinig ongerust ging hij opnieuw zittem, maar op hetzelfde oogenblik klonk weer die stem, nu gevolgd door een parelend lachje. Er was geen vergissing mogelijk, dat was de lach van Marion. Snel liep Hall in de richting, van- waar hij haar stem vemomen had, terug de helling op. Ver kon ze niet zijn. Maar hoe hij ook zocht en tuurde, ze bleek onvindbaar. Hij begreep er niets van en nam zich voor, nu goed op te letten. „Wien zoekt u, mijnheer Pennock?", klonk het ineens vlak achter hem. Hij draaide zich bliksemsnel om enzag niets. Ver- bijsterd sloeg hij zich voor het hoofd. (Was dit nu werkelijkheid of verbeelding? Een glasheldere lach bewees, dat het werkelijkheid was en ineens stond Marion voor hem, alsof ze uit den grond opgerezen kwam. „Laat ik u niet langer plagen", sprak ze vroolijk, treed binnen in mijn onderw.ereld." Voor Hall's verbaasde oogen opende zich de wand van de helling en hij staarde in een klein vertrekje, dat door een olielamp spaar- zaam verlicht werd. Schoorvoetend trad hij nader, alsof hij zijn oogen nog niet geheel vertrouwde. Marion sloot de deur achter hem en zei lachend: ,,Nou hoe vindt u mijn land- huis? Prive-bezit hoor. Maar gaat u zitten". Ze schoof een kist bij een wrakke tafel en zette zichzelf op een ander exemplaar. Nog niet geheel bekomen van zijn verbazing keek Hall het kleine vertrekje rond, dat niets meer bevatte dan de reeds genoemde voorwerpen. ,„Wat zegt u ervan? Is het geen ideale plaats voor geheime afspraakjes? Ik ont- dekte dit hoi jaren geleden. Ik denk, dat het vroeger door de arbeiders gebruikt werd, om er bij slecht weer in te schuilen. Misschien is het nog een overblijfsel uit den tijd van de Idianen, wie zal het zeggen? In ieder geval heb ik er bezit van genomen en buiten mij is er, naar ik geloof, niemand met het bestaan ervan op de hoogte." ,,U vergist zich", lachte Hall, ,,ik ken de plaats nu ook en wie zal mij beletten het aan iedereen te vertellen?" „U heeft gelijk", sprak ze op ernstigen toon, ,,maar ik was bang, dat we bespied zouden worden, en daarom leek me dit de meest geschikt plaats voor een gesprek. Jim Pavlick draait den laatsten tijd erg om me heen en als hij ons samenzag, zou u dat on- aangenaamheden kunnen berokkenen". ,,Ik was zoo bang, dat hij me zien zou," bekende Hall, ,,niet, dat ik hem vrees, maar hij zou me ontslaan en wat moet ik dan be ginnen? Ik ken nog niet genoeg van het vak om me bij een ander als knecht te verhuren. „Zoo dacht ik er ook over", zei Marion, „hij zal wel naar me vragen op de ranch, maar ik heb gezegd dat ik naar mijn tante ben. Joe Blinkers, die me weg bracbt, heeft beloofd te zullen zwijgen. Hij komt me ook weer halen". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5