ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Hevige SNIJWOND
IN DEN VINGER
KLOOSTERBALSEM
Marion's groote avontuur
No. 9812
VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1938
78e Jaargang
Binnenland
FeuilSeton
EERSTE BLAD
BL0EDT VERSCHRIKKELIJK
Verband met KL00STERBALSEM
geneest de wond in 24 uur
„Geen goud zoo goed"
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Bin.nen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
rr. per post f 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: FJrma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 88150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20.
RIiFiTNE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgtaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
•JIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
VERBETERING IN DEN TOESTAND VAN
PRINSES JULIANA.
De toestand van Prinses Juliana is goed
vooruitgaande. Omtrent het vertrek van de
Konmigin en van het Prinselijke paar uit Am
sterdam staat echter nog niets vast.
VESTIGING VAN BOEREN IN
NOORD-BRABANT.
Onder voorzitterschap van den burgemees-
ter van Tilburg, mr. dr. F. Vonk de Both,
heeift d e Noord-Brabantsche Waterschaps-
bond in cafe Modem te Tilburg zrjn tiende
algemeene jaarvergadering gehouden.
De voorzitter opende de bijeenkomst met
een terugblik op de afgeloopen tienjarige be-
staansiperiode. Voligens sprekers overtuiging
heeft de Noord-Brabantsche Waterschaps-
verwachtingen, welke bij de oprichting ge-
koesterd werden, beantwoord.
Hiema siprak ir. F. P. Mesu over „Vesti-
gingstmogelijkheden ten plattelande van
N oord-Brabant"
Spreker stelde vast, dat in totaal 117.500
H.A. in Bralbant braak ligt en dat daarvan
gemiddeld per jaar 6300 H.A. worden geculti-
veerd. Dit komt overeen met bijma 25 pro-
cent der bestaande oppervlakte. De gemid-
delde jaarlijksche landwinst, welke geduren-
de een periode van vijftien jaren zal kunnen
worden verkregen, biedt dus plaats voor de
vestiging elk jaar van 400 a 500 jonge boe-
ren. Rijksoverheid, gemeenten, provincie en
watersohappen wacht hier een verleidelijke
welvaartstaak.
DE UITVOERING VAN DE TRANSACTIE
DETERDING.
Dezer dagen heeft naar aanleiding van de
nog bestaande verschillen inzake de uitVoe-
ring van de zgn. „transaetie Deterding" een
bespreking plaats gehad, waarbij tegenwoor-
dig waren de ministers dr. Colijn en mr.
Steenberghe en de heeren dr. Deterding en
ir. Louiwes.
Zooals men weet, ging het hierbij vooral
om de vraag, of kon worden aangenomen,
dat de eerste besprekingen van den heer
Deterding met de Nederlanidsche regeering
in dien geest waren gevoerd, dat dr. Deter
ding met recht aanspraak kon maken op be-
rekening van de laagste prijzen voor het
buitenland.
In vorengenoemde bespreking is komen
vast te staan, dat de zienswijlze van den
heer Deterding in deze juist is geiweest.
iDoordat een afspraak in dezen geest aan
de uitvoerende instantie, het toenmalige
departement van landhouw en visscherij en
de daaronder ressorteerende crisiscentrales,
niet bekend was, heeft zich het misverstand
voorgedaan.
Mien is bij deze bespreking tot algeheele
overeensteimming gekomen. Ook wat be-
treft het eenige nog resteerende practisohe
verschilpunt. Op verzoek van dr. Dederding
worden in dit stadium daaromtrent geen
vendere mjededeelingien verstrekt.
NEDERLAND llAMSIlAAi l) ZIJN
NEUTRALITEIT.
'De Nederlandsche minister van buiten-
landsche zaken, mr. J. A. N. Patijn heeft
Dinsdagmdddag in de vergadering van den
Volkenbond een rede gehouden, waarin hij
er op wees dat de meeningen in verschillen-
de landen, wat betreft de houding aan te
nemen tegeniover art. 16 een ingrijpende
wijtziging hebhen ondergaan. Met name
omtrent deize iwijziging en omtrent het
standpunt, dat zijn land op het oogenblik ter
zake mloet innemen zou spreker gaarae en-
kele opmerkingen maken.
In het bewuste artikel hebben de laden
Roman van I. F. J. Groothedde.
1)
Nadruk vertoodien.
De A rend.
'Hoog, op een vooruitstekende rotspunt,
zat de arend op den rand van zijn horst, een
ruw samenstel van dikke en dunne takken.
De groote vogel staarde roerloos naar den
horiizont, iwaar de hemel langizaam lichter
kleuirde. Plotseling schoten de eerste stralen
van de izon over het bergland en zetten de
toppen in een roodacihtigen gloed. Het was,
alscff de arenld hierop gewacht had, want
ineens sloeg (hij1 zijtn macbtige vleugels uit,
steeg hoog op en begon zijn zwerftocht over
zijn ontoegankelijk jachtgebied, zwevend' in
wrpde kringen, schertp burend naar de aarde
beneden hem, die nog in schemerende duis-
temis rverzonken lag. Maar geen prooi ver-
toonde zich tusschen Ide rotsen, geen enkel
levend wezen, hoe klein ook, bewoog zich,
om naar voedsel te gaan aoeken. iHet was
of alles de aanweZighieid van den geweldigen
roOver voelde en zich daarom in de duistere
holen verborgten hield.
Steeds zwevend en starend bewoog de
arend izlich lamgizaam naar het Oosten, zag
het bergland onder izlich verglijden en had
de open prairie Ibereikt, zonder lets van zijn
gadlng gevonden te hebben.
De in'stinctmatige vrees voor den mensch
drecif hem nog verder de hoogte iin, waar hij
tensilottie als een stip aan den klaren morgen-
hemel hing, schijhhaar onbewee'glijk, maar
in wenkelijkheid nog steeds zijn cirkels trek-
kend bij het verder afzakken naar het
van den Volkenbond, wenschende bijstand te
verleenen aan een land, dat slachtoffer zou
zijn van een eventueelen aanval, zich ver-
bonden, deel te nemen aan een gemeen
schappelijke actie tegen den staat-aanvaller.
Van den aanvang aif heeft men echter onder-
scheid gemiaiakt tusschen eenerzijds de eco
nomisehe en financieele sancties en ander-
zijds de miiitaire sancties. Indien er een
aanval zou plaats hebben in den vorm van
het pact, zouden de economisehe en finan
cieele sancties verplicht zijn; ten aanzien van
de miiitaire sancties echter behielden de leden
zich hun vrijheid voor.
Gedurende vele jaren is art. 16 nooit toe-
gepast. Toen in 1935 voor de eerste maal het
stelsel der sancties in toepassing moest wor
den gebracht, heeft men deze poging moeten
opgeven en op 1 Juli 1936, toen de misluk-
king duiidelijik was, heeft de Nederlandsche
delegatie, tezamen met enkele andere dele-
gaties, hieruit de noodzakelijke consequen-
ties getrokken en aan de pers de mededee-
ling doen toekomen, welke luidde als volgt:
,,De verscherping van den intemationalen
toestand en de gevallem, waarin men deze
laatste jaren zijn toevlucht heeft genomen
tot het gewedd onder schending van het
pact, hebben in deze landen twrjfel doen ont-
staan nopens de vraag, of de omstandig-
heden waaronder deze landen de in het pact
vervatte verplichtinigen hadden aanvaard,
nog wel in voldoende mate aanwezig zijn.
Naar onize meeninig is het niet toelaatbaar,
dat zekere artikelen van het pact, met name
het artikel nopens de vermindering der be-
wapeningen, een doode letter blijven, terwijl
andere wel worden toegepast.
Verscheidene staten hebben zich nu ge-
noodlzaakt gezien hun houdinig inzake het
vraags'tuk van de oollectieve veiligheid op-
nieuw in overweging te nemen.
iHerhaaldelijk heeft de Nederlandsche re
geering, in verklaringen, afgelegd voor de
Nederlandsche Staten-Generaal, haar stand
punt nader uiteengezet en onlangs in de con-
ferentie van Kopenhagen, in Juli 1.1.heb ik
miji als minister van buitenlandsche zaken
vereenigd met de gemeenschappelijke verkla-
ring afgelegd door de ministers van de al-
daar vertegenwoordigde staten.
Onze respectievelijke regeeringen hebben
besloten tot handhavlng van de door hen ge-
volgde gedragslijn, waarbij het sitelsel van
sancties wordt ,beschouwd als in de tegen-
woordige omstandigheden en naar aanleiding
van de in de laatste jaren gevolgde pTactijk
een niet bindend karakter te hebben verkre
gen.
De houding, welke de hier bedoelde staten
hebben aangenomen, is het logisch gevolg
van de veranderinigen, die in de internationale
saimenleving hebben plaats gehad.
Zij zijn van oordeel, dat zij niet ianger het
risico kunnen aanvaarden, dat zou voort-
vloeien uit een algemeene verplichting om
deel te nemen aan de gemeenschappelijke
acties van de staten, die nu nog lid zijn van
den Bond.
Indieni overeenkomstig het door de Lo-
camo-mogendheden aanvaarde standpunt de
deelneming van de staten aan de gemeen
schappelijke sancties ondergeschikt is aan de
eischen van him eigen veiligheid, hebhen
thans de kleine staten het onhetwistbaar
recht, om de meest nadrukkelijke voorhehou-
den te maken inzake hun deelneming in de
toekomst aan deze gemeenschappelijke ac
ties.
Tengevolge van deze gebeurtenissen is het
onderscheid, dat bestond tusschen de ver-
plichtingen eenerzijds inzake de miiitaire
sancties en anderzijds inzake de economisehe
en financieele sancties, verdwenen. Op het
oogenblik hebben de economisehe en finan
cieele sancties voor ons hetzelfde facultatie-
ve karakter als de miiitaire sancties. Het is
duidelijk, dat dit standpunt te meer nog van
toepassing is op het toestaan van doortocht
over het grondgebied ten aanzien van de
Oosten.
De zon was inmiddels booger gestegen en
zond nu haar stralen door het venster van 'n
zolderkamertje op de Pavlick-Ranch waar
zij den jon;gen Hail Pennook wekten uit zijn
vaste slaap.
iDeze geeuwde geducht, rekte zich uit, tot
zijn gewrichiten kraakten, staarde even naar
de donkere zoldering vol spinrag en stond
dan met een sprong ibij het open raam. Een
oogenblik knipperde hij tegen het zoniicht
en moest zijn oogen Imet zijn hand beschutten,
maar spoedig was hij aan den overgang ge-
wend en liet zijn blikiken over de Grasvallei
dwalen. Het welige groen strekte zich voor
hem uit, zoover zijh oog reikte, aan weers-
kianten begrensd door in ellkaar overvloeien-
dc hellingen, die het dal van de overige
wereld scheidden.
Hall Pen nock slingerde zijn beenen over
het raraJkozijin, zette 'zijn ellebogen op zijn
knieen en zoo, met het hoofd in zijn handen
gesteund, liet hij zich beschijnen door de zon
en genoot van de frischheid van den prillen
ochtend. Zijh donkere oogen harmonieerend
met izijn bruine, zonverbrande ledematen en
zijn zwarte haren, die verward op zijn voor-
hoofd hingen, kregen langzamerhand een
peinzende uitdrukking. Zoo, starend en
droomend, vormde hij een tafereeltje om uit
te schilderen. En toch, een goed opmerker
zou gezien hebben, dat hij niet bij deze om-
geving paste. Daarvoor was zijn geheele
uiterlijk te veel van een Zuiderlijk type, het
donkere uitzicht, het slanke, fijn gebouwde
lichaam en bovenal zijn fijnbesneden gelaat,
dat zoo geheel afweek van dat der ranchers-
en farmerszonen.
Toch kon hij zich in een gevecht best met
hen imeten. Wat hij miste aan brute kracbt,
w°n hij ruiimschoots in zijn bewonderings-
waardige lenigheid.
Permock keek uit over de vlakte en
k s Dr'ie dagen was hij. nu hier en hij
met zeggen of het hiem goed of slecht
weermacht van ieder lid van den Bond, dat
deelneemt aan een gemeenschappelijke actie,
als voorzien in art. 16 lid 3 van het pact.
Voor de toekomst behoudt de Nederlandsche
regeering zich het recht voor, om in ieder
bijzonder geval, rekening houdende met den
militairen toestand en de geografische lig-
ginig van Nederland, te beslissen, of zij al
dan niet doortocht van gewapende strijd-
krachten van andere bondsleden over het
Nederlandsche grondgehied zal toestaan. In
dien de staat-aanvaller een aangrenzend
land zou zijn, zoodat, wanneer men gemeen
schappelijke strijdkrachten over het Neder
landsche grondgebied zou toelaten, deze
doortocht noodizakelijkerwijze zou leiden tot
een botsinig op dit grondgebied tusschen deze
gewapende strijdkrachten en de weermacht
van den staat-aanvaller, zou het Nederland
sche grondgebied niet slechts zijn een door-
tochtsgebied, maar zou het onvermijdelijk
worden tot slagveld. Het is niet in den geest
van het pact, noch ligt het in de bedoeling
van de staten, die de verdragen van Locar
no hebben onderteekend, dat aldus een staat
zou worden gedwongen, zijn eigen bestaan op
het sped te zetten.
IHetgeen ik gezegd heb over art. 16 is uit
den aard ook eventueel van toepassing op
iedere actie, die ondernomen zou worden
krachtens art. 17 van het pact, zoo vervolg-
de spr.
Ik zal mij veroorloven nog enkele woor-
den te zeggen over art. 10 van het pact. De
verplichtingen, die dit artikel medebrengt,
zijn tweeledig. Krachtens dit artikel verbin-
den de leden van den Volkenbond zich in de
eerste plaats^ om de territoriale integriteit
en de politieke onafhankelijkheid van de an
dere leden te eerbiedigen. Men zal wel willen
gelooven, dat Nederland, dat geen grondge
bied van eenig ander volk begeert, aller-
minst de bedoeling heeft om de integriteit
van eenig lid, welk ook, niet te eerbiedigen
en dat dientengevolge deze verbintenis voor
de Nederlandsche regeering geenerlei moei-
lijkheid medebrengt.
iNaast deze bestaat er ook nog een andere
verplichting. De leden verbinden zich n.l. om
de integriteit van de andere leden te hand-
haven tegen een buitenlandschen aanval.
Wat betreft de houding van de Nederland
sche regeering ten opzichte van dit artikel,
gelden dezelfde argumenten als ten aanzien
van art. 16. Derhalve erkent Nederland ook
krachtens dit artikel niet de algemeene ver
plichting om deel te nemen aan een gemeen
schappelijke actie of om den doortocht van
vreemde troepen over zijn grondgebied toe te
staan.
Wij; betreuren ten zeerste, dat de tegen-
woordige omstandigheden in de internatio
nale samenleving ons dwingen om een zoo
negatief standpunt tegenover de collectieve
veiligheid in te nemen. Maar indien de we
reld teruggrijpt naar een politick van even-
wicht en den bewapeningswedloop hervat,
kan men zich niet erover verwonderen, dat
ook Nederland terugkeert naar zijn traditio-
neele vooroorlogsche politick, de politiek van
zelfstandigheid, die aan ons land opgelegd
door zijn geografische ligging, in Europa en
overzee in het waarachtig belang van ge
heel Europa is geweest.
Trouw aan de beginselen van samenwer-
king en solidariteit, die aan het pact ten
grondslag liggen, zullen wij altijd bereid blij
ven om terug te keeren tot het stelsel van
collectieve veiligheid, zooals dit in het pact
werd beoogd, zoodra de ontwikkeling van den
menschelijken geest en de evolutie van de po
litieke verhoudingen de mogelijkheid schijnen
te openen om nieuwe pogingen in die rich-
ting te ondememen.
De Nederlandsche regeering, trouw blij-
vend aan den Volkenbond, zal niet nalaten
haar volledige medeiwerking te verleenen aan
het practische werk, dat deze organisatie in
bevfiel. De om'geving stond hiem wei aan,
beter dan het rumoer en de bedomptheid der
stad, waaruit PavKck hem meegenomen had;
het werk scheen ook nog al mee te vallen
het hoeden van het vee, gezeten op den rug
van een paard, was altjjd -zijn ideaal geweest.
Wat hem' echter niet aianstond, dat was de
houding van Jim Pavlick, zijn meester, die
slechts een paar jaar ouder kon zijn dan hij-
zelf, maar die hem bevelen gaf op een toon,
zoo booghartig en gebiedend, dat zijn hart
telkens in opstand kwam. Van den ouden
Pavlick kon hdji zooiets velen, niet echter van
Jim, den zoon.
Achter hiem liep plotseling de oude wek-
ker af met een nijdig geraas. Lachend
draaide hij zich om.
„,Stil maar, stil maar, ik ben er al uit
Ja, ik hioor je wel, verspil je krachten maar
niet voor niets. Geen onnoodige energie ge-
bruiikein, zel Walter altijd".
Het was of de wekker het verstond, want
met een knappemde tik zweeg ze plotseling.
Hall zwenkte naar binnen en begon zich te
kleeden.
Diaar dit bestond in het aanschieten van
een leeren broek, een biukskiin buis en het
vastgespen van een paar sandalen, was hij
er spoedig mee gereed en ging hij weer in
het venster zitten, om nog een oogenblik
uit te kijkem, voor de bevelende stem van
Jimi hem1 riep.
IVanachter een stapel hout zag hij een
kloek met kuikens komen. De moederhen
was druk in de weer, om haar ongeduldige
kleintjes het noodige voedsel te verschaffen.
Hal glimlachte. Telkens en telkens stoven
de kuikens weg (voor de adhteruitzwaaiende
pooten, die de grond omkrabden, maar ook
telkens weer schoten ze gulzig toe, om een
lekker hapje te foemachtigen. Plotseling
echter hield de kip op (met krabben, staarde
sebum omhoog naar Hall's venster en liet
dan een doordringend, waarschuwend ge-
klok hooren.
de tegenwoordige omstandigheden nochtans
zal kunnen vervullen. De regeering geeft de
hoop niet op, dat eens de dag zal komen
waarop de organisatie van Geneve, die nu
verplicht is den pas te markeeren, haar weg
weder zal kiunnen vervolgen naar een geluk-
kiger toekomst en aldus haar hooge roeping
ten bate van de gemeenschap zal kunnen ver
vullen.
BELGISCHE WERVEN BOUWEN VOOR
DUITSCHE RIJNVAART.
Uit Rotterdam wordt gemeld: Behalve
motorschepen, worden er thans voor het eerst
weer sleepschepen voor de Rijnvaart gebouwd.
De laatste voor Duitsche rekening of althans
voor bedrijven, die deel uitmaken van Duit
sche Rijnvaartgroepen.
Voor zoover die schepen buitenslands wor
den gebouwd, worden zij niet in Nederland
doch in Belgie besteld.
Vroeger heeft uitsluitend Nederland Rrjn-
schepen voor Duitschland gebouwd.
Het enorme verschil in bouwkosten is de
oorzaak, dat Belgie het werk trekt.
E6n Belgische werf heeft niet minder dan
30 opdrachten weten te verwerven.
De opdrachtgever voor een aantal dezer
schepen zei ons, dat hij nog altijd liever op
Nederlandsche werven liet bouwen, omdat
het toezicht en de uitvoering er beter zijn.
Hetzelfde jSleepschip, dat in Nederland
70.000 kost, kan in Belgie voor 54.000
worden gebouwd.
Dat is een prljsverscbil van 22 tot 23 pro-
cent.
Voor een deel wordt dit verschil toegeschre-
ven aa n de lagere staalprijzen in Belgie. De
binnenlandsche prijzen zijn geheel vrij van
kartelbemoeiingen.
Nu het kartel ook zelf de prijzen moeilijk
kan kandhaven, en zich tegen concurrentie
van buiten weet te verweren, kan de Bel
gische scbeepsbouw in eigen land goedkoop
grondstoffen koopen.
Het zoo veel lagere loonpeil in Belgie
spreekt bij deze concurrentie ook mee.
De omstandigheden zijn thans zoo, dat
Nederland zijn historische taak om voor het
buitenland binnenschepen te bouwen, niet
kan hervatten.
HET NEDERLANDSCH-DUITSUHE
BETALINGSVERKEER.
De regeeringspersdienst meldt:
De onderhandelingen tusschen de Neder
landsche en Duitsche commissie, welke in Den
Haag aangevangen zijn, werden sinds 5 Sep
tember te Wiesbaden voortgezet en hebben
op 13 September geleid tot overeenstemming
over de volgende punten:
Een nieuwe transfer-overeenkomst, welke
een looptijd tot 30 Juni 1941 heeft, kwam tot
stand. Daarbij werd tevens geregeld de
rentebetaling op de kapitaalvorderingen van
Nederland op het voormalige Oostenrijk.
De bestaande clearing-overeenkomst,
welke een looptijd had tot 31 December 1938,
werd verlengd tot 31 December 1939.
Voorts werden betalingscontingenten voor
den uitvoer van Nederlandsche en Ned.
Indische producten naar Duitschland vast-
gesteld voor de periode van 1 October 1938
tot 31 Maart 1939.
Nadere bijzonderheden ten aanzien van deze
overeenkomsten zullen dezer dagen worden
bekend gemaakt.
BOMBARDEEREN VAN OPEN STEDEN.
De kansen op een verbod.
Onder de wreedheden van den modemen
oorlog is er wellicht geen, die zoozeer in strijd
is met de begrippen van menschelijkheid en
iedereen zoo hevig tegen den borst moet stui-
ten als daden van geweld tegen weerlooze
vrouwen en kinderen.
Des te beschamender is het voor onze be-
,,Je bent gek', lachte Hall, krab maar
door, ik doe je niks. Of zie je soms, dat ik
een vreemde ben
Een groote schaduw verduisterde eens-
klaps het uitizicht. Als een s'teen plofte een
reusachtige vogel naar beneden, sloeg zijn
klauwien udt... Hall waefhtte niet, maar was
met drie, vier sprongen de trap af, greep het
geiweer, dat altijd geladen in een hoek van
de keuken stond en stormde naar buiten,
juist op tijd, olm den arend hoog boven zich
te 'zien wegVlucWten met een kuikentje in zijn
klauwem. Bijilsnel schoot de vogel vooruit in
de richting van de rechtsche heuvelreeks.
Hall leg'de vliegensrvlug aan, mikte een halVe
seoonde en drukte af. Het schot kraakte,
onmiddellijk door een echo beantwoord. De
arend fladderde hoog op, liet zijn prooi val
len, deed wanhopige pogingen om in de lucht
te blijven, maar kwam ondanks het slaan der
vleugedls, steeds sneller naar 'beneden en
stortte neer op den heiwelkam.
„Goed geraakt", bromde Hall, „die zal
hier wel geen kuikens meer komen stelen".
Met groote sprongen snelde hij nu voor-
wiaiarts en toen hij de helling ibereikt had,
begon hij deze snei en behendig te beklim-
men, het rookende geweer nog in zijn rech-
terhand geklemd. 'Spoedig had hij den top
bereikt. De arend lag vlak Voor hem met
wijduitgespreide vleugels, die van top tot top
wel vier yard maten. Het dier staarde hem
nijdig aian met zijn strakgele oogen en deed
nog een wanhopige poging, om zich op te
riehten. Hall trok zijn mes, om hem een
Snellen dood te bezorgen. Maar zijn opge-
heVen hand zakte weer omlaag en hoogst
verbaasd keek hijl naar den rand van den
heuivel tegenover hem, waar een meisje in
jachtciostuum 'zich haastig overheen werkte
en met vlugge passen op hem en den arend
toekiwam. Ook zij; hield een geweer in de
rechterhand en ze had een hoogroode kleur,
blijkbaar van het haastig klauteren. Voor
een meisje was ze kloekgebouwd en mede
mAls moeder van een groot gezin, had
ik het ongeluk mij bij 7 brood snijder.
een flinke jaap in den wijsvinger te
geven. Het bloedde verschrikkelijk. Een
van mijn kinderen bracht dadelijk den
Kloosterbalsem, die in mijn huisgezin
met kinderen telkens van pas komt.
Na een doekje met dezen geneeskrach-
tigen balsem op mijn vinger te hebben
gedaan, hield het bloeden dadelijk op
en de hevige wond was tot mijn ver-
bazing in 24 uur geheel geheeld en
totaal genezen." B D Gf.
AKKFD'C OHIQINEEL TER INZAGE
Onovertroffen by brand-en soQwonden
Ook ongeevenaard als wrijfmiddel by
Rheumatiek, spit en pynlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04
(Ingez. Med.
schaving, dat het bombardeeren van oj>en
steden zelfs een normaal verschijnsel in de
modeme oorlogvoering geworden is en blrj-
kens de voorbereiding der verdediging alom
als zoodanig wordt erkend.
De luchtbescherming toch vindt haar grond
slag in de verwachting, dat een nieuwe oorlog
ons bombardementen zal brengen op alle
mogelijke steden en dorpen, onverschillig of
deze doelen bevatten, die uit militair oogpunt
beteekenis hebben. En aangezien de manne-
lijke weerbare bevolking in oorlogstijd in be-
ginsel aan het front zal zrjn, komt het bom
bardeeren van open steden en dorpen in
hoofdzaak neer op het vechten tegen oudere
mannen en tegen vrouwen en kinderen.
Zoo gezien is de algemeene voorbereiding
van de luchtbescherming een bewijs, dat
tegenwoordig ieder volk zijn beschaafde buren
in staat acht om in tijd van oorlog terug te
vallen op de barbaarsche wreedheden der oud-
heid tegenover weerloozen.
Dit is natuurlijk niet bedoeld als een argu
ment tegen de luchtbescherming: deze Is on-
misbaar, omdat de methodes der modeme
oorlogvoering inderdaad teruggekeerd zijn tot
dit barbaarsch peil. De blaam treft niet de
luchtbescherming, maar de barbaarschheid,
die haar noodig maakt. Zij treft daardoor
ons alien, omdat wij niet in staat zijn deze
barbaarschheid te overwinnen.
Aan pogingen daartoe heeft het niet ont-
broken. Zij waren echter tot dusver tot
vruchteloosheid gedoemd: de natuur was
daarbij sterker dan de leer. In theorie is
iedereen wel overtuigd van het misdadig
karakter dezer bombardementen. Maar in de
praktijk zijn er eenige factoren, die een vol
ledige uitschakeling van deze strijdmethode
in den weg staan.
In het wezen der zaak toch blijven de ver-
zachtingen, die in den loop der eeuwen in
de oorlogvoering tot stand gebracht zijn, be-
perkt tot het verbod van wreedheden, die wei-
nig of geen nut bevatten voor het hoofddoel
van den oorlog.
Het winnen van den strijd wordt niet in ge-
vaar gebracht als men belooft de krijgsgevan-
door haar wapperende, bruinrobde haren
moest Hall denken 'aan Diana, de godin van
de jacht, waarvan hij eens een afbeelding
had gezien.
iHet meisje scheen hern nu pas op te mer-
ken, want plotseling stond ze stil, terwijl er
een trek van uiterste verbazing op haar ge-
zicht Verscheen. Langzaam kwam ze een
paar passen nader en staarde hem geruimen
tijd aan met haar groote diep-Iblauwe oogen,
waarin plotseling en paar lichtjes begonnen
te twinkelen.
Hall, die nooit met meisjes of jonge vrou
wen in aanraking was geweest, voelde zich
verlegen worden onder dien blik en tegelijk
slooip een onbestemd gevoel in zijn hart, dat
hij een vrouw zou willen bezitten, zooals zij,
die daar voor hem stond. Hij zag, hoe de
lichtjes in haar oogen sterker werden, haar
voile, roode lippen openden zich en plotseling
klonk een heldere, parelende schaterlach
door den vroegen ochtend.
Het klonk Hall als muziek in de ooren en
vddr hij het wist, lachte hij. even vroolijk
mee. Weer keek ize hem aan en vroeg in
eens: „:U wilt toch niet zeggen, dat u dien
arend gesichoten heeft
Hall1 keek haar verhaasd aan en zei hape-
rend: „Bedoel u misschien... wilt u zeggen,
dat u hem .geraakt hebt
JDat wil ik zeker, ik heb op hem gescho-
ten en ik heih hem geraakt ook. Mijn schot
mist nooit
„Het mijhe ook niet gaf Hall even beslist
ten antwoord.
De arend, die tusschen hen in lag, sloeg
plotseling zijn vleugels uit, verhief zich met
groot geraas een yard van den grond, stortte
weerneer, hakte een paar malen met zijn ge-
duchte snavel om zich heen, strekte dan
kiampachtig zijn pooten, sloot en opende
zijn oogen, een laatste rilling en hij lag roer
loos, met half-geopende bek en gelbroken
oogen.
(Wordt vervolgd.)