hitler heeft een onderhoud met te gemeenteraad van HOEK. VLISSINGEN. iDe inbeslagname van het Spaansche stoomschip „Garbi" zal op 14 Sept. a s. voor de rechtbank te Middelburg worden behandeld. De mogelijkheid bestaat ecbter, dat, nu er door de Belgische regeering stap.pen worden gedaan *bij de Nederlandsche regeering, deze kwestie reeds eerder, doch dan in kort geding zal worden bebandeld. OUD-B i; ltd EMEESTEK OVERLEDEN. ZWOLLE. In den afgeloopen nacbt is al- hier in den ouderdom van 79 jaar overleden, Mr Dr. L B. van Royen, oud-burgemeester van Zwolle. KINDERVERLAJVIMING TE VALKENSWAARD. VAkKENSWAARD. Alhier zijn eveneens gevallen van kinderverlamming geconstateerd en wel bij een 4-jarig meisje en een 6-jarig jongetje uit verschillende gezinnen. In ver- band hiermede zijn de bewaarscholen alhier gesloten. De gevallen zijn niet van emstigen aard. REGEERINGSyOORSTELLEN NIET AANVAARD. BHRLUN. Naar te Berlijn verluidt heb- ben de vertegenwoordigers van de Sudeten- Duitschers, zonder de nationale voorstellen van de Tsjechische regeering geheel te ver- werpen, deze nog niet aanvaardbaar verklaard. Hieruit blijkt, dat men op het oogenblik nog geen venbreking van de onderhandelingen wenscht, doch men schijnt te Berlijn te hopen, dat de regeering te Praag nieuwe voorstellen zal doen. Volgens inllchtingen in Berlijnsche kringenzal men de voorstellen van de Tsje chische regeering aanvaarden als men een wapenstilstand van 3 maanden, gedurende wel- ken tijd de Tsjechische autoriteiten en de lei- ders der Sudeten-Duitschers iederen maat- regel, welke den toestand meer gespannen zullen maken, zullen vermijden. DE VOORSTELLEN VAN PRAAG. PIRAAG. Algemeen is men van oordeel, dat de toestand een ongunstige wending heeft ge- nomen en dat het zwaartepunt is verlegd naar Berchtesgaden of Neurenberg, en 'dat de be- slissing over het al of niet voorstellen van nieuwe besprekingen bij Hitler ligt. Men meent evenwel niet, dat het antwoord van de Sudeten-Duitschers ontkennend zal luiden, doch van de houding van Hitler zal het afhan- gen of de deur geheel open zal blijven. Henlein wordt nog heden met het antwoord van Hitler terug verwacht. MILITAIRE MAATREGELEN VAN DUITSCHLAND AAN FRANSCHE GRENS. PARIJS. Blum bericht uit Berlin aan „Le Journal", dat Duitschland militaire voorbe- reidingen maakt aan de Fransche grens, welke tot elken prijs geblokkeerd moet worden. Alle plaatsen langs den Rijn zijn vol troepen en uit alle gebieden van Duitschland komen vrachtwagens met oorlogsmateriaal. Het wetk wordt met koortsachtigen haast voort- gezet. In de laatste dagen hebben tallooze Duit- schers hun mobilisatiebevel thuis gekregen. De regimenten uit Noord-Duitschland en Mecklenburg zijn met spoed naar de Fransche grens gezonden. In West-Duitschland is in de laatste dagen op verscheldene groote wegen het verkeer om militaire reden ge- stremd geweest. DE MISHANDELING IN DE GEVANGENIS TE PHILADELPHIA. PHILADEL.PHIABij het verhoor heeft gisteren de sergeant-bewaker bekend, dat hij opdracht heeft gegeven om stoom te blazen in de strafcellen van de gevangenis, waardoor 4 personen om het leven zijn gekomen. Hij voegde hieraan toe, dat dit een gewone straf was voor weerspannige gevangenen. „LE JOURNAL". FARMS. ,,Le Journal" publioeert een ver- ktaring, welke Hitler heeft afgelegd tegen- over de Ohauteau Brillant, tijdens een onder- harrdelini"-, welke hij te Bergtesgaden heeft toegestaan. De Rijkskanselier heeft met name ver klaard, dat het grootste gevaar voor Europa was, dat Duitschland mogeiijik bolsjewistisch zou kunnen worden. Thans gelooft hij niet meer aan de bolsjewiseering van landen, zoo- als Nederland, Beligie en Frankrijik. Er kunnen zidh nog hinnenlandsche crisis- sen voordoen. Ten aanzien van den econo- mischen toestand, verklaarde Hitler, dat ieder land in de eerste plaats met zijn eigen aan- gelegenheden rekening dient te houden. De Buropeesehe naties zijn er om .samen te wer- ken tot het welizijn van de gemeenschappelijke welvaart. Ooillogen moeten ook op objectieve wijze worden besohouwd als een funeste dwa- linig door deze naties zelf begaan Ten aan zien van Frankrijk verklaarde hij, dat beide landen wel eens in onmin hadden geleefd in den loop der geschiedenis, doch er bestaat thans veel minder reden elkaar te betwisten. HET INTERVIEW VAN HITLER. PAiRIJS. Ten aanzien van het door „Le Journal" gepubllceerde interview van de Chateau Brilant met Hitler wordt van semi- officieele zajde medegedeeld, dat dit reeds lan- ger dan een jaar geleden heeft plaats gehad, zooat het niet om actueele uitlatingen van den Fiihrer gaat. DE TYPHOON IN JAPAN. TOK3D. Officieel wordt medegedeeld, dat tengevolge van de typhoon, welke Tokio en Noord-West Japan heeft geteisterd 99 per sonen om het leven zijn gekomen, 96 men schen worden vermist en 77 personen zijn gewond. voorzien van bewijs van goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 18 Januari 1938, tot wijziging der begrooting voor den dienst 1938, voorzien van bewijs van goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een missive van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 8 -Juli 1938, waarbij mede- deeling wordt gedaan van de goedkeuring der begrooting voor den dienst 1938. Aangenomen voor kennisgeving. d. Proces-verbaal van de op 12 Augustus 1938 gehouden opneming van boeken en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de mkomsten vali den dienst 1937 tot op datum hebben bedragen 116.520,64, en die over den dienst 1938 44.638,54, totaal f 161.159,18; dat de uitgaven over den dienst 1937 tot op datum beliepen 114.776,77, en die over den dienst 1938 38.467,25, totaal 153.244,02, zoodat in kas moest zijn 7915,16, hetgeen overeenstemt met de in de kas be- vonden en in het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een beschikking van Gedeputeerde Sta ten van Zeeland, luidende: Gedeputeerde Staten van Zeeland, heschikkende op het beroep, ingesteld door het bestuur der vereeniging tot stichting en instandhouding eener Christelijke school aan den Molendijk te Hoek tegen het hesluit van den Raad der gemeente Hoek, d.d. 10 Mei 1938, waarbij op het verzoek van genoemd bestuur om ingevolge artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 gelden beschikbaar te stellen voor het egaliseeren, afwaterend maken en gedeeltelijk betegelen van de speel- plaats van de bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan den Molendijk, afwijzend is beschikt; gezien de berichten van het gemeente- bestuur van Hoek, d.d. 2 Juni 1938, no. 2329, van den Hoofdinspecteur van het lager onder wijs in de tweede hoofdinspectie, d.d. 19 Juli 1938, no. 2724 en van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Goes, d.d. 16 Juli 1938, no. 1231; overwegende, dat door den raad der ge meente Hoek in zijn vergadering van 10 Mei 1938 is besloten de gevraagde medewerking te weigeren, omdat naar zijn meening op een eenvoudiger en minder kostbare wijze een af- doende verbetering kan worden verkregen, n.l. door het leggen van een tegelpad zoowel naar als langs de school en door het egali seeren en afwaterend maken van het overig gedeelte van het terrein; overwegende, dat op grond van een inge steld onderzoe-k moet worden aangenomen, dat alleen op de door appellant gedachte wijze een afdoende verbetering kan worden ver kregen dat derhalve door het inwilligen van deze aanrvrage, de normale eischen aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zouden worden overschreden dat de raad daarom ten onrechte de ge vraagde medewerking heeft geweigerd; gelet op de Lageronderwijswet 1920; besluiten Vergadering van Dinsdag 23 Augustus 1938, des voormiddags 9 uur. Voorzitter de beer J. D. Haak, lico-hurge- meester. Tegenwoordig de leden A. Meertens P Scheele, J. den Hamer, D, j. Jansen j' A; Meertens, J. de Kraker en de Secretaris J Dregmans. 1. Notulen. Wordt voorgesteld, de notulen der vergade ring van 28 Juni 1938 vast te stellen, zooals deze in druk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 2. Ingekomen stukken. a. Het raadsbesluit van 28 Juni 1938, tot wijziging der begrooting voor den dienst 1937, le. het beroep van appellant gegrond verklaren; 2e. met vernietiging van het besluit van den raad der gemeente Hoek van 10 Mei 1938, te bepalen, dat de door appellant gevraagde medewerking alsnog moet worden verleend; 3e. afschrift hiervan te zenden aan: a. appellant b. Burgemeester en Wethouders van Hoek ter mededeeling aan den gemeenteraad; c. den Hoofdinspecteur en den Inspecteur van het Lager Onderwijs voomoemd. De VOORIZITTHR merkt hierbij op, dat zoo als de leden zien, het raadsbesluit, waarbij de beschikbaarstelling van gelden voor het .be tegelen van het schoolplein der bijzondere school aan den Molendijk afgewezen is, door Gedeputeerde Staten van Zeeland ongegrond is verklaard. iSpreker stelt voor, namens Burgemeester en Wethouders, in hooger beroep te gaan bij de Kroon tegen deze beschikking. De heer DEN HAMER vraagt, of de bedoe- ling was, het geheele schoolplein te betegelen, dan wel een strook. De ViOORlZJTTER antwoordt, dat tegen het venzoeik van het schoolbestuur nogal oppositie bestond. Burgemeester en Wethouders waren bereid, vanaf den Molendijk een pad te leggen van 4 tegels en ook langs de school, zooals het ook bij de openbare school gebeurd is. Op verzoek van het schoolbestuur is dan afwij zend beschikt. Het gemeentebestuur meent. dat het zich jegens het schoolbestuur welwil- lend betoond heeft. De heer J. A. MEERTENS meent, dat de bedoeling was een pad te leggen van 4 tegels plus een pleintje. De heer JANSEN wijst er op, dat er meer dingen geweest zijn, waarin de raad in beroep is gegaan bij de Kroon. Doch op al die dingen is afwijzend beschikt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het college op het standpunt staat, dat het wel goed is, het schoolplein te betegelen, doch er moet rekening gehouden worden met d? finan- cien van de gemeente. Spreker kan toestem- men, dat het wel netjes is, doch er is zooveel dat netjes is, en toch ongedaan moet blijven, omdat het niet noodzakelrjk is. Men moet niet vergeten, dat de gemeente 200 opcenten heft op de Personeele belasting en de andere belastingen zijn ook alle naar rato. En om dan geld uit te geven voor iets dat niet nood- zakelijk is, gaat niet op. Burgemeester en Wethouders stellen daarom ook voor van deze beslissing in beroep te gaan bij de Kroon. De heer JANSEN wil geacht worden, tegen dit voorstei te hebben gestemd. De heer SCHEELE wijst er op, dat hij de vorige maal aan de zijde van Burgemeester en Wethouders stond. In principe doet hij dit nog. Hij ziet er evenwel het nut niet van in, bij de Kroon in beroep te gaan. De gemeente zal toch genoodzaakt worden dit toe te staan. De heer A. MEERTENS merkt op, dat de gemeente weliswaar herhaaldelijk bij de Kroon in beroep is gegaan en het beroep is afge wezen, doch dit zegt nog niet, dat, indien iets voor de gemeente te veel is, zij zich er maar bjj moet neerleggen. Als men deze situatie goed bekijkt, is het geen kleinigheid, die ge- vraagd wordt. Spreker weet nog, dat er zich enkele jaren terug, toen de heer Van 't Hoff nog in den raad zat, ook eens iets dergelijks voorgedaan heeft. De gemeente wilde dit toen ook niet toestaan en ging in beroep bij de Kroon. Minister Terpstra vond het echter wel goed en de gemeente heeft toen moeten betalen. Maar dit zegt toch nog niet, dat men zich nu maar overal bij moet neerleggen, want dan nemen ze maar. Met den kostenden prijs van onderwijs konden ze er niet komen, spreker kan dit ook begrijpen, het is hier een kleinere school, en dan is het te verstaan, dat ze er met het bedrag van den kostenden prijs per leerling niet kunnen komen. De gemeente is zoo goedwillend geweest hen 15 per kind toe te staan. Zooals de Voorzitter heeft opge- merkt, staat de school er nu een 40 jaar, en deze is totaal verwaarloosd. Voor een paar jaar terug heeft de gemeente een som moeten terugbetalen van den ge- schatten prijs. Dit was echter niet den prijs die de school gekost heeft, doch de prijs, zoo als die geschat was, en spreker had het mooter gevonden, als zij hiermede iets aan de school hadden gedaan. Maar er gebeurt niets aan. De tegels in den gang zijn nog steeds kapot van het bout kappen. De school is totaal verwaarloosd. Dit jaar heeft men dit, volgend jaar weer iets anders. Het zou beter zijn. indien het schoolbestuur een redelrjk beetje aan de school gedaan had, doch de ge meente moet hen hier met alles helpen, het schoolbestuur doet totaal niets aan de school. De heer J. A. MEERTENS moet opmerken, naar aanleiding van de meening, die wethou- der Meertens heeft uitgesproken, waar het o-0](j gebleven is, dat als afkoop is betaald, dat de gemeente daarmede niets te maken heeft. Deze gelden .zijn op grond van de wettelijke bepalingen uitbetaald en hierin zit nog voor- deel voor de gemeente, want als dat niet ge beurd was, zou de gemeente jaarlijks 5 moeten betalen van de waarde, terwijl ze er nu van af is. Men moet ook begrrjpen, dat het schooltje klein is in aantal leerlingen en daardoor een kwijniend bestaan leidt. Spreker gelooft niet, dat door het schoolbestuur los met het geld wordt omgesprongen. Moet men zich nu bij het besluit van Gede puteerde Staten neerleggen? Dit is iets an ders, doch dan moet men toch bedenken, dat dit besluit niet zoo maar los weg genomen is, doch dat dit gegrond is op de wettelijke voor- schriften. iSpreker is alle leden weten dit van het begin af aan voorstander geweest van het betegelen van het schoolplein. De Voorzitter mag nu wel zeggen, dat het al 60 jaar zoo geweest is...^.. De VOORZITTER: Ik heb niet gesproken van 60 jaar, maar van 30 jaar. De heer J. A. MEERTENS vervolgt, dat dit nog geen bewijs is, dat de zaak in orde is. Er zijn nog wel dingen, die al honderd jaar zoo liggen, maar die daarom nog niet in orde zijn. De VOORZITTER stemt dit toe. Doch al is iets dan nog niet in orde, dan rijst toch nog de vraag, of het noodzakelijk is. De heer SOHEELE merkt op, dat het he- drag, dat bestemd is voor den afkoop van de jaarlijksche vergoeding buiten beschouwing kan blijven. Het schoolbestuur heeft betref- fende de besteding daarvan geenerlei verplich- ting ten opzichte van de gemeente. Boven- dien is er in den afkoop, voor de instandhou ding der school nog eenig voordeel voor de gemeente gelegen, want, thans is er 80 van de geschatte waarde betaald, terwijl anders ten eeuwiigen dage 5 van de geschatte waarde zou moeten worden betaald. Over die gelden beschikt het schoolbestuur, daar- over heeft de gemeente geen zeggenschap. De VOORZITTER stemt toe, dat dit buiten beschouwing kan blijven. Hij acht het voor stei van Burgemeester en Wethouders vol- doende besproken en brengt dit in stemming. Het wordt aangenomen met 4 tegen 3 stem- men. ■Voor stemmen de heeren A. Meertens, Haak. Den Hamer en De Kraker; tegen stemmen de heeren Scheele, Jansen en J. A. Meertens. wijst er op, dat de menschen 3 a 4 keer bij bajas Haak op het hof moeten loopen, voor ze steun kunnen krijgen. En dat er dan voor een dergelij-ke instelling nog een subsidle wordt uitgegeven, gaat hem te ver. De heer J. A. MEERTENS meikt op, dat de heer Den Hamer nu zegt, dat men hier niet van relletjes hoort. Dat is ook zoo doch men dient paraat te zijn tegen dat die zich zouden voordoen. Spreker neemt aan, dat men toch ook geen bran'dspuit gaat aanscraffen, als er brand is. De heer A. MEERTENS staat geheel aan den kant van den heer Den Hamer. Doch men kan niet op alle slakjes zout leggen. De heer DEN HAMER merkt op, dat zij, niettegenstaande de feiten die zich hier voor doen, toch wel de vrijmoedigheid hebben om een subsidie te vragen. De heer SCHEELE wijst er op, dat nog niet geantwoord is op zijn vraag, of de subsi- d'ie aan de plaatselijke, dan wel aan de ge- westelijke commissie zal verstrekt worden. De VOORZITTER meent, dat deze ook aan de plaatselijke commissie kan verstrekt worden. De heer A. MEERTENS merkt op, dat dit de vraag niet is. Er is gevraagd een subsidie te geven aan de gewestelijke commissie. De heer SOHEELE is van oordeel, dat het verzoek van de gewestelijke commissie zou kunnen worden afgewezen en de subsidie aan de plaatselijke commissie gegeven zou kun nen worden. De heer J. A. MEERTENS meent, dat men dan het verzoek van de gewestelijke commis sie zou moeten afwijzen en besluiten, de plaatselijke commissie een subsidie te ver- leenen. De heer DE KRAKER merkt op, dat indien de plaatselijke commissie een subsidie krijgt, deze die toch ook weer afdraagt aan de ge westelijke commissie. Het voorstei van Burgemeester en Wethou ders een subsidie te verleenen aan de gewes telijke land storm commissie, wordt met 4 tegen 3 stemm/en aangenomen. Voor stemmen de heeren Scheele, 'Haak, Jansen en J. A. Meertens; tegen stemmen de heeren A. Meertens, Den Hamer en De Kraker. 4. Verzoek dm beschikbaarstelling gelden ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920, van de Christelijke school aan den Mo lendijk. Burgemeester en Wethouders stellen voor, het volgende besluit te nemen: Be raad der gemeente Hoek; gezien een op 28 Juli 1938 ingekomen ver zoek van de Vereeniging tot Stichting en in standhouding eener Christelijke school te Hoek aan dlen Molendijk, om gelden beschik baar te stellen ingevolge artikel 72 der Lager Ondertwij-swet 1920 voor de verandering van inrichting van het schoolgebouw; Overwegende, dat deze vereeniging eerst het onderhoud van de school heeft verwaar loosd en nu verandering van inrichting vraagt om zoodoende met gemeentegelden de school op te knappen, wat feitelijk uit de gewone exploitatiekosten had befhooren te geschieden; geh'oord een voorstei van Burgemeester en Wethouders; besluit medewerking niet te ver- 3. Verzoek van de Gewestelijke Land- stormeommissie ..Zeeland" om een jaar lijksche bijdrage. Een schrijven van den volgenden inhoud: Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen de Gewestelijke Landstormcommissie „Zeeland", ten deze vertegenwoordigd door haren Voorzitter H. Bierman en door haren Secretaris G. J. Eckhardt, Korte Kerkstraat 5 te Goes; dat het uwen raad bekend zal zijn, dat onze commissie belast is met de propaganda en consolidatie van het Instituut van den Bijzon- deren Vrijwilligen Landstorm, dat zich ten doel stelt bescherming van het wettig gezag en handhaving van orde en rust; dat ondergeteekenden van meeriing zijn, dat van het bestaan van het Instituut een groote preventieve werking uitgaat; dat voor alien, die staan op den grondslag van het gezag dit Instituut van onschatbare waarde is; dat van regeeringswege gelden beschikbaar worden gesteld voor bovengenoemde propa ganda en consolidatie; dat het voeren van een intensieve propa ganda echter zeer veel geld kost en het meer- malen voorkomt, dat bijzondere uitgaven moeten worden gedaan waarvoor geen gelden beschikbaar zijn; dat het daarom noodzakelijk is, dat de commissie over eigen middelen kan beschik- ken ten einde deze uitgaven te kunnen be- strijden; dat onze commissie -van meening is, dat ook u overtuigd zult zijn van het groote nut, dat ook voor u in den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm is gelegen; dat onze commissie zich daarom met ge- paste vrijmoedigheid tot uwen raad wendt met het beleefd verzoek wel een bijdrage uit uwe gemeentekas aan onze commissie te wil- len verleenen, mits echter niet reeds plaatse- lijk een subsidie wordt verleend. De VOORZITTER is van meening, dat ge acht kan worden, dat de Vrijwillige Land stormcommissie recht van bestaan heeft, waarom Burgemeester en Wethouders voor stellen deze instelling een subsidie te verlee nen van 10 per jaar. - De heer SCHEELiE heeft naar aanleiding hiervan een kleine vraag. Is het de bedoeling, dat deze subsidie ten goede zal komen aan de gewestelijke commissie, dan wel aan de plaatselijke. De VOORZITTER antwoordt, dat de bedoe ling is, dat de subsidie zal verstrekt worden aan de gewestelijke commissie. De heer JANSEN vraagt, wat voor zin deze instelling heeft. De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Jansen blijkhaar van deze instelling niet op de hoogte is, anders zou hij deze vraag ook niet gesteld hebben. Het is een nuttige instel ling, waarop het wettig gezag te alien tijde kcLn rekenen. De heer SOHEELE vraagt Zich af, of deze subsidie niet beter kan worden verleend aan de plaatselijke afdeeling. De heer A. MEERTENS merkt op, dat dit niet gevraagd wordt. De heer SCHEELE wijst er op, dat, indien de plaatselijke afdeeling een subsidie krijgt, een subsidie voor de gewestelijke commissie niet noodig is. De VOORZITTER acht deze opmerking juist en meent, dat de subsidie beter aan de plaatselijke afdeeling verstrekt kan worden. De heer DE KRAKER vraagt of de plaatse lijke commissie niet hij de gewestelijke com missie is aangesloten. De heer DEN HAMER is geheel tegen dit voorstei. Men hoort hier niet van relletjes en zeker niet in een plaatselijke landbouw gemeente zooals het hier is. En verder be- grijpt hij niet, dat men hiervoor nog f 10 kan uittrekken, waar de menschen hier m de plaats moeten schreeuwen om e6n gulden. Hij de gevraagde leenen. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge- meesfer en Wethouders voorstellen, ook op dit verzoek afwijzend te beschikken en wel op grond hiervan. Indertijd zijn Burgemeester en Wethouders zoo welwillend geweest het schoolbestuur van de school aan den Molen dijk een toelage te geven boven den kosten den prijs per leerling van het openbaar onder wijs en is deze. terwijl het onderwijs der open- bare school f 8,90 kostte, gesteld op f 15 voor de bijzondere school aan den Molendijk. Ver- volgens is het schoolbestuur gekomen met het verzoek voor het tegelpad en nu weer voor de inrichting der school. Burgemeester en Wet houders dachten, al veel gedaan te hebben door den kostenden prijs per leerling niet te berekenen, doch een vergoeding te geven van 15. Daarom kunnen zij ook niet anders, dan voorstellen, op dit verzoek afwijzend te be schikken. De heer DE KRAKER vraagt, wat er aan de schoolgehouwen moet gebeuren. De VOORZITTER antwoordt, dat voorzie- ningen moeten worden getroffen, zooals de Secretaris dit in het betreffende bestek heeft voorgeleizen. De SECRETARIS hertoaalt hierop de leeing van het bestek. De heer DE KRAKER vraagt, wat dit kos- ten moet. De SECRETARIS antwoordt, dat de raming bedraagt 706,-58. De VOORZITTER moet naarr aanleiding van dit verzoek een opmerking maken. De kwes tie van het tegelpad is nu in zoo verre opge- lost, dat indien de gemeente verplicht wordt, hieraan medewerking te verleenen, hiervoor een leening gesloten zal moeten worden. Het zelfde zal ook hiermede moeten gebeuren, als het schoolbestuur zijn zin krijgt. Dit zal dan ni-et kunnen worden bekostigd uit den gewo- -nen dienst, doch zal uit den kapitaaldienst moeten worden gefinancierd. De heer JANSEN meent, dat, wat het schoolbestuur vraagt, toch geen oiverbodige weelde is, doch dat de voorzieningen die ge vraagd worden, strikt noodzakelijk zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat hij de school is wezen bezichtigen. Hij heeft alles gezien, het ziet er inderdaad niet netjes uit. Er is eivenwel van gemeentewege geen con- trole op de aanbesteding, zooals die voor het openbaar onderwijs door de gemeente wordt uitgeoefend. De opmerking is zooeven door den heer J. A. Meertens ook gemaakt, dat de school klein is en een kwijnend bestaan heeft. Daarom hebben Burgemeester en Wethouders ook zonder meer besloten, terwijl de kostende prijs per leerling van het openbaar onderwijs f 8,90 was, aan het schoolhestur een vergoe ding van 15 per leerling toe te kennen. De heer DEN HAMER vraagt, of de mo gelijkheid niet bestaat, dat met een kleiner bedrag wordt toegekomen. De VOORZITTER antwoordt, dat de vraag reeds is verminderd. Aanvankelijk werd f 1500 gevraagd. De heer DEN HAMER meent, dat als het gemeentebestuur van de noodzakelijkheid van de gevraagde verbeteringen overtuigd is, dit toch naar zijn meening daar niet tegen mag zijn. Hij keek er van op, toen hij eerste de Voorzitter hoorde zeggen, dat de gevraagde verbeteringen noodzakelijk waren, terwijl toch Burgemeester en Wethouders voorstellen, de gevraagde medewerking niet te verleenen. De heer A. MEEIRTENS antwoordt, dat het standpunt van Burgemeester en Wethouders als volgt is: Burgemeester en Wethouders hebben reeds de tegemoebkoming per leerling verhoogd tot f 15, nu komt het schoolbestuur eerst weer met een vraag voor vernieuwing van het tegelpad en dan weer met een begroo ting voor de vernieuwing der inrichting. De dwang wordt op die manler zoo sterk, dat men er zich tegen moet verzetten. Het is eigenlijk een bodemlooze, men kan er aan blijven geven, er komt geen eind aaan. Er is bovendien geen controle op en dat is het kwade. De raad kan gelden voteeren, doch men moet die las weg geven. Over de beste ding ervan heeft men geen zeggenschap, men geeft die los weg. Dat is bij de openbare school niet zoo, daarop wordt vanwege de gemeente de controle uitg'oefend. Burgemeester en Wethouders dachten reeds het bestuur welwillend behandeld te hebben, door te hebben toegestaan, dat de vergoeding per leerling op f 15 wordt vastgesteld, dat kost de -gemeente ook centen. Dat is ook geen kleinigheid, het is ook iets dat de gemeente jaarlijks 244 kost. Het betegelen van het schoolplein zou, naar spreker meent, ook nog eens 514 kosten, terwijl men niet het bewijs heeft, dat het met dat bedrag nog niet lager zou kunnen. Nu is het de vraag, waarom het schoolbestuur niet uit die f 15 die daarvoor toch eigenlijk bestemd zijn, deze uitgaaf doen kan. Thans wordt weer f 700 gevraagd en het is de vraag of men daarmede klaar is. Spreker verrwacht eerder, dat dit een zaakje van een f 1000 zal worden. De heer DEN HAMiEJR meent, dat, als hij het zoo hoort, de school al gauw beter afge- br-oken en opnieuw gezet zou kunnen worden. De heer A. MEERTENS vervolgt, dat naar zijn meening de school eigenlijk te klein is. Er zijn openbare scholen met 70 leerlingen opgeheven en deze is eigenlijk te klein. Nade- maal er izooveel scholen opgedoekt zrjn, is deze eigenlijk te klein en zou beter opgedoekt kunnen worden. Men moet naar zijn oordeel in dezen Sen lijn trekken. De heer DEN HAMER meent, dat het hier toch gaat over de school op de Knol. De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet het geval is, doch dat behandeld wordt het verzoek van de school op den Molendijk. De heer DEN HAMER trekt al zijn woor- den terug. De heer A. MEERTENS vervolgt, dat, in dien men het goed bekijkt, dat heele zaakje f 3500 zou kosten. Spreker moet zeggen, dat dit toch eigenlijk niet zoo mocht zijn voor een school, die een 45 jaar staat, dat men met zulke vragen komt. Indien het schoolbestuur de zaak een beetje in orde had gehouden, was dit ook niet noodig geweest. Helpen is goed, doah dat de gemeente alles moet doen, is over- dreven. De heer J. A. MEERTENS komt terug op de opmerking van den Voorzitter, dat er op de besteding der gelden geen controle is. Hij is het daarmede niet eens, want door het be stuur der school wordt toch regelmatig reke ning en vemntwoording gedaan en bij de drie- jaarlijksche afrekening krijgen Burgemeester en Wethouders toch alle stukken in handen. De VOORZITTER moet de opmerking ma ken, dat hij over de geheele financieele zrjde met geen woord gesproken heeft. Hij heeft gezegd, dat er op de aanbesteding enz. niet die controle is, als wanneer het openbaar aanbesteed wordt, zooals het ook voor de openbare school gebeurt. De heer J. A. MEERTENS wijst er verder op, dat de kwestie van die f 15 per leerling ook een achterstalligheid is. Aan de openbare school is de laatste jaren weinig gebeurd en in verband met het aanbrengen van een nieuwe kap op deze school is de kostende prijs per leerling ook wel wat hooger geworden. Wethouders Meertens heeft gezegd, dat alles wat gegeven wordt, in een bodemloozen put tereoht komt, docto hiermede is hij het niet eens. Indien het triplex aan de plafonds zit, blijft het daar ook zitten. Ook heeft hij gezegd, dat het heele zaakje f 3500 zou kosten, di-t is overdreven. Met f 300 voor de tegels, 700 voor deze karwei, wordt het duizend gulden. En dan duizend gulden voor de school aan de Knol, maakt samen f 2000. Dit is nog bij lange na geen f 3500, doch ongeveer de helft. Indien argumenten worden aangevoerd, moeten het geen overdreven ar gumenten zijn, doch moet men zich aan de feiten houden. De heer SOHEELE merkt op, dat er over deze zaak reeds veel gesproken is. De vereeni ging zit hard in den put en de financieele toestand laat het uitvoeren van deze nooddge werken uit eigen middelen niet toe. De toe lage op den kostenden prijs per leerling kost de gemeente jaarlijks f 256 extra, en de kans bestaat, dat indien Burgemeester en Wethou ders dit verzoek niet toestaan, men jaarlijks voor die uitgave van 256 blijft zitten. Mis- schien was thans een andere oplossing moge- lijk en wel, dat door dit toe te staan, men die jaarlijks terugkeerende uitgaaf niet meer had. De VOORZITTER wijst er op, dat die toe lage telken jare niet gegeven wordt. De heer SCHEELE stelt hier tegenover, dat indien de school telken jare aant-oont, van het bedrag van den kostenden prijs per leerling er niet te kunnen komen, men toch steeds voor dit feit zit. Is het dan niet mogelijk, het onderhoud van gemeentewege te doen? De heer DEN HAMER vraagt, of een der- gelijke karwei aanbesteed wordt. De heer SCHEEJLE vervolgt, dat nu met die f 700 die gevraagd wordt, alleen het noodzake- lijkste, het allernoodzakelijkste wordt gedaan. 1500 zooals eerst gevraagd werd, is mis- schien aan den hoogen kant. Men zou dit kunnen toestaan, en dan niet toestaan, dat dit bedrag van /256 telken jare extra werd gegeven. Spreker bedoelt, dat met dit toe te staan, misschien in het belang der gemeente zou gehandeld worden. Men mag hier geen persoonlijk feit van maken, daarmede komt men niet verder, ddch dient in de eerste plaats het belang der gemeente in het oog te houden. De VOORZITTER merkt op, dat met dit toe te staan, de school er nog zonder verhoo- ging der kosten per leerling niet kan komen. Hetgeen verder door den heer Scheele ge- opperd wordt, is een artder voorstei, doch dit laat de L. O. wet niet toe. Het voorstei van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren A. Meertens, Haak, Den Hamer en De Kraker; tegen stemmen de heeren Scheele, Jansen en J. A. Meertens. 5. Verzoek om beschikbaarstelling gelden ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920, der Vereeniging voor Ohristelijk On- derwijls te Hoek (Knol). Burgemeester en Wethouders stellen voor het volgende besluit te nemen: De raad der gemeente Hoek; 'gezien een op 14 Juni 1938 ingekomen ver zoek van de Vereeniging voor Christelijk On derwijs te Hoek (Knol) om ingevolge artikel 72 der Lageronderwijswet 1920 gelden be schikbaar te stellen voor de aanschaffing van nieuwe schoolbahken; overwegende, dat de schoolbanken door hierstel nog bruikbaar zijn te maken; dat verklaard moet worden dat de gevraag de voorziening de normale eischen aan het geven van lager onderwijs te stellen, zou te baven gaan; gehoord een voorstei van Burgemeester en Wethouders, hesluit de gevraagde medewerking niet te ver leenen. De VOORZITTER deelt mede, op verzoek van het schoolbestuur een bezoek te hebben

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 7