ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
AKKERTJES
No. 9785
VRIJDAG 15 JULI 1938
78e Jaargang
Binnenland
Kerknieuws.
Predikbeurten
Feuilleton-vertellingen
Gemengde Beriehien
EERSTE BLAD
TERNEUZEN, 15 JULI 1938.
HOEK.
RECHTSZAKEN.
BRABANTSCHE BRIEYEN.
TEGEN ALLE PUN
'imrw—*t
j M mi I miTliIMM TT
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,—, averige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
kt.f.inf. ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruknte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen venminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH-
LUXEMBUBGSOHE COMITfi.
Uit Brussel wordt gemeld:
Het permanente Nederiandsch-Belgisch-
Luxemburgsche economised comitd zal Zater-
dag 16 dezer in Den Haag zijn derde voltallige
vergadering houden.
De bijeenkomst zal in het bijzonder gewijd
zijn aan het landbouwvraagstuk, in het kader
van de Nederlandsch-Belgische economische
toenadering.
HET BESMETTE ZEEKANAAL
TE BRUGGE.
Als gevolg van de conclusies der commissie
van deskundigen belast met het opmaken van
een wetenschappelijk rapport betreffende de
vergiftiging der wateren van het zeekanaal
BruggeZeebrugge, heeft de rechter van in-
structie te Brugge, 5000 Kg. mosselen, die
op het punt stonden naar het binnenland te
worden verzonden, in beslag doen nemen.
De gendarmerie patrouilleert op de oevers
van het kanaal alsmede aan de kust bij Blan-
kenberge en Heist en op den havenmuur te
Zeebrugge ten einde het plukken van mosse
len en ook het visschen in het algemeen te
verbieden.
De besmetting blijkt wel van zeer ernstigen
aard te zijn. Kippen die van de vergiftigde
mosselen aten stierven na enkele minuten.
Ook is mep er in geslaagd uit 200 kilogram
zieke mosselen een hoeveelheid gift te persen,
voldoende am de geheele bevolking van
Brugge te vergiftigen.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 3 tot en met 9 Juli zijn in
de provincie Zeeland aangegeven de volgende
gevallen van besmettelijke zdekte: roodvonk
te Biervliet 1 (het 9e geval in 64n gezin),
Groede 2 (in 64n gezin), Philippine 1, St. An-
naland 1, Koudekerke 1 en Krabbendijke 1.
Muzikale wandeling.
Donderdagavond heeft de muziekvereeni-
ging ,,Elk naar zijn krachten" een muzikale
wandeling door het dorp gemaakt, hetgeen
tevens 'n demonstratie kon genoemd worden
om de bereikte resultaten van de gehouden ba
zar voor 't Instrumentenfonds nog eens extra
te doen uitkomen. Door het succes hiervan
konden verschillende instrumenten worden
aangeschaft en noodige herstellingen worden
uitgevoerd, terwijl bij het Zaterdag j.l. gehou
den klein-festival reeds de mooie met zilver
afgezette petten der muzikanten konden wor
den getoond. Thans kwamen als derde verras-
sing de optimus-lampen voor het voetlicht en
zoo tnok men met flinke pas naar Mauritsfort.
Daar stond reeds een verfrissching voor de
muzikanten gereed. Daarna werd een bezoek
gebracht aan de hofstede van den heer J. de
Feijter. Dit was weer oorzaak, dat men nog
een bezoek op het fort moest afleggen. Na
een verfrisschende dronk werd de terugweg
aanvaard. Natuurlijk gevolgd door de jeugd en
aan de deuren nageoogd door de voders en
moeders, op wier voldane gezichten men kon
lezen (en terecht),,Daar hebben wij ook aan
meegeholpen"
Na nog een flinke wandeling, waarbij bleek
dat de lampen het zeer goed deden, door ver-
schillende straten van het dorp, behoorde deze
welgeslaagde avondwandeling van ,,Elk naar
zijn krachten" weer tot het verledene.
KXiOOSTERZANDE10 u., Ds. A. Dronkers.
SAiS VAiN GENT. 9.30 u., leesdienst.
PHILIPPINE. 2 u., Ds. Van Oeveren, van
Axel.
Gereformeerde Kerk.
TERNEUZEN. 9.30 u. en 2.30 u., Ds. G. W.
van Houte.
HOiEK. 10 u. en 3 u., Ds. Vink.
AXEL. 9.30 u., cand. De Ruijter; 2.30 u., Ds.
Post.
ZA-AMSLAG. 9.30 u. en 2.30 u., Ds. Potma,
van Oostburg.
Chr. Gereformeerde Kerk.
ZAAMSLAG. 9.30 u. en 2,30 u., Ds. Tolsma.
Gereformeerde Gemeente.
TERNEUZEN. 9.30 u., 2.30 u. en 6 u., lees
dienst.
AXEL. 9 u. en 2 u., leesdienst.
Nederduitsch Gereformeerde Gemeente.
TERNEUZEN. 9.30 u., 2.30 u. en 6 u., lees
dienst.
Roomsch-Katholieke Kerk.
TESR NEUZEN. 7 u., 8.30 u. en 10 u., !H.H.
Diensten; 2.30 u., Lof.
MAANDAG 18 JULI 1938.
Nederduitseh Gereformeerde Gemeente.
TERNEUIZEN. 7 u„ Ds. Kramp, van Enk-
huizen.
R.K. KERK.
Benoemingen.
Z.H. Exc. P. 'Hopmans, bissehop van Breda,
heeft den Zeereerw. heer Jos. Schets, pastoor
alhier, als zoodanig benoemd te Bergen op
Zoom, in de parochie van den H. Joseph; tot
pastoor alhier is benoemd de Zeereerw. heer
Jos. de Meulemeester, thans kapelaan te
Etten.
Tot kapelaan te Etten is benoemd de Wel-
eerw. heer J. Vermeulen, thans te Hulst; te
Hulst de Wleleerw. heer Ant. van Eekelen en
te Nieuw-Namen de Weleerw. heer J. van
Gastel, werkzaam in het aartshisdom Meche-
len.
H.H. wijdingen.
Op Zondag 17 Juli zal Z.H. Exc. mgr. dr.
J. M. Buckx in de kapel van 't studiehuis St.
Jozef te Hees bij Nijmegen de H. Priesterwij-
din-g toedienen. O.a. wordt gewijd onze stad-
genoot de Weleerw. heer Th. A. van Hauwe,
van de Congregatie der Friesters van het "H.
Hart van Jezus.
ZONDAG 17 JULI 1938.
Ned. Hervormde Kerk.
TERNEUZEN. 9.30 u., Dr. L. J. Cazemier, bed.
H. Av.; 2.30 u., Dr. L. J. Cazemier, dankz.
SLUISKIL. 9.30 u., de heer P. (H. W. M. van
der Meer de Walcheren, van Breukelen;
2.30 u., leesdienst.
HOEK. 9.30 u. en 2.30 u., Ds. E. Raams.
AXEIL. 9.30 u., Ds. Van Oeveren; 2 u., Ds.
Stegenga, van Zuidizande.
ZAAMISLAG. 9.30 u., leesdienst; 2.30 u., Ds.
Dronkers, van Kloosterzande.
ZULKE KLANTEN KREEG DE
KANTONRECHTER HIER NIET.
De heer Mr. Oonincx, de onlangs van hier
naar Rotterdiam vertrokken kantonrechter,
kreeg daar al spoedig een vreemde zaak te
behandelen. Daar verschenen voor hem 5
Duitsche communisten, beschuldigd van niet
te hebben voldaan aan de wet op de bijzondere
maatregelen tegen vreemdelingen. Deze wer-
den met nog 2 -anderen te Rotterdam ge-
arresteerd in een perceel te Rotterdam, op
het tijdstip idiat daar aan oommunistische
propagandaschool gehouden werd. Zij weiger-
den, op 1 na, hun identiteit bekend te maken
en bleken niet in het bezit van de noodige
verhlijfpapieren. Dat is dan ook het feit dat
him ten laste werd gelegd. De identiteit der
heeren is later door de politie toch vastge-
steM.
lEr ontspon zich tusschen den ambtenaar
van het O.M. en den verdediger een zeer uit-
voerige diseussie.
DOMINfiE ALS TUINIER.
De gemeenteveldwachter van Ulrum had,
meldt de N. R. Crt., bij zijn surveillance door
het dorp op Hemelvaartsdag, des middags om
3 uur, den predikant der Gereformeerde kerk
aldaar, Ds. U. Elgersma, zien werken in den
tuin der pastorie. Terwijl de kinderen in den
tuin speelden, was dominee bezig geweest met
het scheren van het gras door middel van een
grasmaaimachine
De gemeenteveldwachter zag daarin een
overtreding van de Zondagswet van 1815,
welke wet elken arbeid aan den openbaren
weg op Zondag verbiedt, en maakte proces-
verbaal op.
De schender van de wet heeft thans voor
den katonrechter te Groningen terechtgestaan
Hrj gaf de feiten toe, maar meende, dat hij door
het maaien van de grasperkjes in den pasto-
rietuin niet de Zondagswet had overtreden,
omdat deze wet spreekt van arbeid, terwijl
men de door hem verrichte werkzaamheden
niet kan heschouwen als arbeid. Deze vallen
z.i. niet onder het begrip arbeid, maar onder
het begrip werk. Arbeid verricht men in de
fabriek, arbeid vereischt kracht en geestelijke
of lichamelijke inspanning.
(Wat hij dien middag deed was werk ver
richten, evenals onze dames bezig zijn met
een hand-,,werkje" als zij hij elkaar op visite
zijn. Hij verrichtte dit v^grk louter ter ont-
spanning. Er bestaat zijns inziens een groot
verschil tusschen arbeid en werk. Op werk
ligt een zegen, op arbeid een vloek; verdachte
beriep zich bij deze uitspraak op Open/barm
gen 14 13. Hij zou het dan ook zeer onrede-
lijk vinden als men hem zou veroordeelen, ja
zelfs maar lastig zou vallen over hetgeen hrj
heeft gedaan.
IDe ambtenaar van het O. M. was van mee-
ning, dat hier wel degelijk van arbeid moet
worden gesproken. Hij beriep zich op de ju-
risprudemtie van den IHoogen Raad, waarbij
iemand, die met een met paarden hespannen
ploeg op Zondag was gaan werken, strafbaar
werd geacht. Hoewel dit geval eenigszins
anders is, meende spr., dat het hier eenzelfde
overtreding hetreft en hij wees er daarbij op,
dat de grasmaaimachine betrekkelijk veel la-
waai maakt, dus de Zondagsrust heeft ver
stoord.
Spr. eischte daarom een boete van f 3, subs
3 dagen hechtenis, waarbij hij nog opmerkte,
dat verd. in zijn schriftelijk verweer heeft op-
gegeven, dat hij het werk verrichtte om.zijn
tuintje mooier te maken en het dus niet lou
ter uit ontspanning heeft gedaan.
Verd. wierp daartegen in, dat hij met ver
mooien had bedoeld ,,soigneeren", zooals
iemand zich laat doen door den kapper, als
hij er wat mooier wil uitzien. Verd. beriep zich
op den geest en niet op de letter der Zondags
wet en zeide het een stuitend onrecht te vin
den als men hem een boete zou opleggen voor
de overtreding van de Zondagswet, die door
jan en alleman wordt overtreden.
De kantonrechter verzocht verdachte geen
algemeene beschouwingen over de toepassing
van de 'Zondagswet te houden, maar zich te
bepalen tot zijn eigen geval. Toen verdachte
desondanks wilde wortgaan, hamerde de
kantonrechter, zoodat hetgeen verd. nog liet
volgen, niet Verstaanbaar was.
De kantonrechter deelde mede, over 14
dagen schriftelijk vonnis te zullen wijzen.
Ulvwihout, 14 Juli 1938.
Amico,
De lochten flierderi
den ganschelijken dag
laag over de weareld.
Den Westenwaai
bolde scheutig over
de veld-en en nou en
dan klasten vette
buien neer, mee veuj
gerausch op 't over»,
dadig zomerloof.
Soms puilde de
sterke Julizon toch
nog efkens deur de
watervolle lochten en
'nen breejen kleuren-
hoog koepelde dan van ender tot ender over
heel den Ulvenhoutsqhen buiten, die zulverig
blonk van 't veule water, dat peerlde aan 't
gewas.
Schoon was 't genogt!
Als heel ,den buiten te glanzen ligt in de
tintels van den daauw, in de matte blinkings
van eenen grooten trossel groene druiven;
als blanke peerls uit de boomen schieten deur
den alveren dag; 't driftige, rivierke daar
zwart deur de wuivende velden kronkelt; den
donlieren boschmuur lijk 'n dikke, zwarte
streep idea duisteren hemel onderlijnt en de
verten verwazen achter 'nen tuul van water-
damp; als dan heel dit malsche landschap
dieen beregenden ,,druiventros", gesierd wordt
mee 't kleurige lint van den bonten regenboog
allee, dan is den buiten 'n schoonheid als
alleen den Schepper pns kan geven.
Ge vergit dan efkens oewen natten, zwaren
kiel, die iklef op oew schouders weegt. Ge
voelt gin kiepevel dat op oew beenen pukkelt,
ge vergit oew eigen. En leunend op de spaai,
staat daar 'nen verregenden boer te kijken,
op 't werk van den iScbepper. Die 'nen
kwaaien Zomerdag omtoovert in eenen brok
pracht in de simpele kleuren van 'nen bonk
kristal.
Maar groot geluk diuurt altij maar kort.
Vliegt over oe als 'nen sierlijken vefugel.
Ge kunt 'm nie pakken, deuzen witten veu-
gel, die als op engelen-wieken langs den
heme! scheert. En kost ge 't zoudt ge 't
wel doen
De herinnering aan dieen wit-fluweeligen
veugel is genogt veur oew geluk, lijk de wer-
me uitstraling van 't vuur oew heel wat
deugdzamer is, dan 't vatten van dat vuur...!
Den regenboog verdween. Den koperen
zonneglans trok van de velden en niks bleef,
dan den killen, regendag mee 't schoon ge-
dacht. En ik verlangde naar den Avond, naar
den rust in den veiiigen huis en ik wist nou al,
da 'k vroeg de blinden veur zou doen!
Dre in zat in den akker naastaan, mee den
Eeker naast'm, eerpels te steken
ik Gong 'ns efkens naar die twee kleine
mannen toe. De kieltjes zaten aan' d'r vel
geplakt, maar kou
Zweetpeerls stonden op de neuzen en Dre
III zee: „veur we naar huis gaan, neem ik
nog efkens 'nen duik in de Mark. Ik heur ze
heel den dag al zoo lekker klotsen langs den
graskant, ze mot me hebben, Opa!"
Den Eeker zee niks. Mee Drd III is ie altij
even druk, maar teugen groote menschen
sprikt ie gin woord. (Hij hee-t-er me veul
goed van ervaren, amico).
„Gij gin kou, Eeker?"
,,Oem", zee-t-ie. En hij stak z'n dunne
armkes tot de schouwers in den zwarten, laau
wen eerde en wroette er naar de petatten.
'n Bnuikbaar keareltje, mee 't karakter
van 'nen trekhond.
Maar m'nen Blek is vrindelijker!
,,Zeg, Dre, doe-d-ook nog 'n paar bennen
beezies af en idem zoovenl kruisdoorns, veur
m'nen wagel van mergen."
Toen zag ik den Snellen schaduw van 'nen
glimlach over den Eeker z'nen snoet vluch-
tigen. Die bennen waren dus al volgeplukt
,,Hee den Eeker al gedaan, Opa. Waar
staan die bennen, Eeker?"
„Stalleke", zee-t-ie.
Weer kledderde 'n bui en ge heurde de dikke
droppen zwaar in de eerde patsen.
Weer trok zo 'nen lachschaduw over den
muizensnoet van den Eeker, want den mal-
schen regen kietelde z'n bloo-t' armkes, die
blank wierden onder den wegspoelenden eerde
En den Dre zee toen: ,,wa 'nen sehoonen
regenboog daarstraks ee, Opa!"
Wat had ik veul stil plazi-er in deus twee
jong, die allebei den malschen dag kwaaiweer
ondergingen mee *t gemak van gezonde die-
ren. Den een docht aan gin regen maar aan
den sehoonen regenboog van daarstraks; den
anderen z'nen lever krulde omdat't water zoo
lekker langs z'n armen spoelde. Kost tdeb
wel 'nen boer in zitten misscbien
En ik gong weer naar m'nen eigen arbeid.
Den peeenakker lag den overdadigen, den
malschen regenval te slurpen, tot zwellens
toe. En altij, altij rauschen de buien in
schuimend en bruisend gerucbt deur de schep-
ping, die roerloos te schemeren stond achter
't water.
De zulveren „veeren" van 't buigend wil-
genhof, daar langs den sloot, hongen zwaar
van 't nat en gestaag peerlden de droppen uit
't puntig geblaart in den zachten eerde.
M'nen vos, m'n nuuwe werkpeerd, stond
bewegingloos te schransen uit de sappige wei,
nou en dan 'nen stap doend in deuzen mal
schen overdaad. Z'n vel was donker van den
regen. Rust genoot ie, nou gin vliegen, nou
gin wespen zaten te steken op z'n vel, onder
zijnen groeligen buik, ja in de randen van
z'n groote, melankolieke oogen.
En teerder verwaasde de stad aan den
Noorder-ender. Dunner wier den regen, die
lijk zulveren naaldekens dwars over de velden
sloeg.
Gebogen bong 't oevergewas over de Mark
te slieren onder den bollen Westerwaai, die
den regen kapot sloeg tegen de wolken, die
over't water krulden en over de velden rolden.
De taaie wilgen veegden over den sloot.
't Bosch loeide, de natuur regeerde, sloeg den
buiten tot striemens.
Efkens trokken de lage lochten op.
Den sturmden wind maakte ruimte en sloeg
hemel en eerde van malkaar.
Sloeg striemen over de plassen.
Sloeg de boomkruinen krakens neer en 'nen
vloed van water rauschte uit die zware blaren-
kroonen, die 'r eigen droogschudden lijk 'nen
natten bond.
Dan kwam den buiten weer efkens tot rust.
Den sturm vergong.
De velden waren leeg van volk. En de
beesten lagen verscholen op windvrije plekken.
Den stunm was over de boomen gevlogen.
Alleen den regen bleef.
Kledderend sloeg ie de Mark. Veegde-n-ie
deur den akker, vezelde-n-ie in 't geboomt.
De velden verkleurden. Over de rieten daken
vaagde 'nen groenen waas van groeiend mos.
Den regen is eindelijk gekomen. Ziggelt
over 't gewas, over 't striuische loof.
De blommen regenden leeg. 't Kleurig
blomblad dreef over den natten eerde weg
naar den mestkuil
(Ingez. Med.)
Ten avond, als iik overal gesloten had, m'n
zware, natte werkbroek verwisseld had veur
m'n „tusschenbije", dan hong in den huis den
zachten gloei van de smeulende plattebuis.
,,'k Heb ze na den eten nog maar efkens
aangebouwen", zee Trui: ,,be, wa 'nen zomer".
En ze schiurkte d'r eigen gezellig binnen d'r
jak. ,,RimmeItiekweer", zee ze toen: ,,'k
gaai n' steuvig bakske zetten". Koffie is nou
eenmaal Trui d'ren middelcijn waarmee ze alle
ziektes veurkomt en geneest! Ze haalde 't
petroleum-machien uit 't achterhuis, plaatste
't op de tafel en leutig gloorde de liohtfigiuur-
kes deur den duisteren huis.
,,'t Is krek winteravonid', ee", zee Trui, die
'n echt-huiselijke bui had.
„Ja, Toeteloeris. Ik ben daar in den peeen
akker koud geworden tot in m'n gebeent; 't
is hier lekker". En ik stopte langzaam de
meerschuimen pijp van Hanneke Zonneveld.
Trui had de pijp in §tui al klaargeleed uit de
mooie kast. Want Trui doet sjuust of 't heur
pijp is in ieder geval is 't „onze" pijp, want
m'n pronte wijf past er op en ik rook er uit.
Stillekes zaten we te zwijgen en te rusten
bij 't rosse schijnsel van 't oliestel en de stilte
van den donkeren regenavond kroop van den
erf deur de kieren naar binnen.
Uit den stal naastaan, bromden de stem-
men van Dre LEI en den Eeker, die naar ge-
woonte den avond deurbrochten bij Bles, Dre
z'n peerd. Elken avond poetsen ze 't tuig,
roskammen 't peerd en vertelt iden Dre, denk
ik, weer opnuuw van z'nen race, gewonnen
den eersten Mei op 't concours hippique.
Denk ik!
Want waar die jonge mannen *t zoo druk
over hebben, weet ik nie. Wel zit ik dan stil
lekes te lacben over dieen Eeker, die teugen
mij of Trui nog nooit eenen volzin gesproken
hee, maar die mee Drd m uren aan 'n stuk
klasjeneeren kan, overik weet 't.nie.
't Zijn dikke kammeraads, al is den een
patroon en den an der dienstknecbt. Van dat
verschil hebben ze gin van beien last, maar
wel veul gemak.
Trui schonk den koffie op. Den lekkeren
geur brocht t water in m'nen monid, m'n pijp
smaakte ineens nog beter. Amico, die Ame-
rikaansche pijp v£in Hannekes is toch zoo'n
prachtstuk
„iGe hebt toch fijne spullen*', zee Trui tel-
kens, die gewoonweg trotsch is op die pijp!
En als den Fielp 'ns binnenloopt in den avond,
dan kijkt ie jaloersch naar dat blanke meer-
schuim en dan zee-t-ie: „jaja!"
Ineens begost den notenleer weer te rau
schen. Z'nen zwaargeregenden kroon slierde
en veegde mee veul lawijt over 't dak.
't Vlammeke van't oliestel wapperde op den
tocht, die deur't glas van de raam woei
„Witte wa ge doen moest, Dre?" De blin
den veurdoen".
Wij boerenmenscben, amico, die leven mee
de zon, wij kunnen toch zoo slecht" gewoon-
raken aan die lange dagen. Wij hebben zoo
geren 'n stiukske avond aan den dag! Ook al,
omdat we nie geren mee daglicht naar bed
gaan.
Nou ik stond rap op en sloot de blinden.
Toen riep Trui de kleine mannen, om 'n
bakske koffie te komen halen en als we dan
mee z'n vierkes zaten te slurpen, stond den
Dre weer op ging naar z'n opkamerke,
want hij had nog wat administratie te doen,
zee-t-ie. Den Eeker kreeg nog de opdracht
om veur 't slapengaan Bles af te voeieren, en
lijk 'nen jongen grootgrondbezitter, de leerzen
aan, stapte Dre III de trapkes op.
Efkes later was ie verom. Mee iden Eeker
z'n rentekaart in de hand.
,,Zeg, Opa, *t is vandaag toch den elfden?"
Meteen keek ie naar den kalender.
,,Zekers".
Hij zweeg. Keek van de kaart naar den
kalender, van den kalender naar den Eeker,
die diep in z'n groote koffiekom gedoiken zat,
van den Eeker naar den kop, den datum op
de krant, dan naar Trui en mij. Toen schudde
Dre III z'n hoofd.
,,Zeg, Eeker, den hoeveulsten is 't van
daag?"
,,Oem," zee den Eeker. iHij vond dat den
Dre nou wel weten kost dat t den elfden was.
„Eeker?'''
Den Eeker zette z'n kom op tafel, er zat
ginnen dnup meer in, en hij antwoordide:
,,oem?"
,,'t Is vandaag toch 'nen hezondersten dag
veur jou?" zee den Drd verwonderd.
,,Oem", zee den Eeker.
„Of witte dat nie?"
„Oem".
Witte 't, of witte 't nie?"
,,Kweetnie".
,,Ge zijt vandaag toch... jarig!"
,,Oem," zee den Eeker, die 't veul vervelend
vond, dat ie zooveul ,,praten" moest in den
huis.
„Is da waar?" riep Trui en ze pakte
naar de rentekaart en d'ren bril tegeldjk.
Den Dre gaf den Eeker 'n hand, feliciteerde
'm en dee bij z'n felieitatie 'nen gulden veur
sigretjes.
Dat vond den Eeker lollig. Hij lachte
werendig! Stak toen den gulden rap weg.
Trui feliciteerde'm ook en zee toen: witte
gij ida nie manneke?"
,,Jawel", zee den Eeker onverschiUig.
Trui bekeek 'm, of ze 'm veur 't eerst zag.
,Wat zouden geren hebben van me?" vroeg
Trui 'n bietje geroerd.
Den Eeker verzon. Toen zee-t-ie: ,,'nen
borstel".
,,'NenBorstel? Wa motte daar mee
doen?"
,,Voor Bles" vulde-n-ie aan en hij keek
daarbij den -Dre aan, of ie zeggen wou: ,,ge
wit wel!"
„Die zal Dre wel koopen als ie noodig is.
Ge mot iets veur oew eigen verzinnen", zee
Trui.
Den Eeker wist 't. Z'n oogen blonken!
,,'Nen horloge!" zee-t-ie geestdriftig.
Ge kost zien: dat was 'nen wenscb van
jaren! 'Nen wensch, die z66 schoon was, dat ie
toch wel nooit uit zou komen
„Die krijgde gij", zee Trui. „Ge gaat mer
gen mee dfen baas naar ide stad, kunt ge den
wagel meteen douwen, en dan zoekte gij daar
'nen sterken horloge uit, horre!"
,,Dankoewel,fluisterde den Eeker!"
heesch van zenuwen.
,,En wat wilde van mij hebben, Eeker!"
vroeg ik.
,,EhehHij begreep 't nie. Al-
weer 'nen wensch mocht ie doen.
,,Nou?" Allee? Zeg op, jonk?"
,,'n Vestje baas, asteblieft!"
,,'n Vest?"
„Ja veur den horloge!" En hij mokte 'n
beweging naar z'nen buik of ie keek hoe laat
't was.
Trui kreeg 'n traan in d'r oogen, om deuzen
kleinen ermen jongen, die veur zijnen ver-
jaardag 'n vestje vroeg om z'n horloge in te
kunnen dragen.
„Gij krijgt 'n vestje, Eeker. Dat zoeken we
mergen meteen uit: 'n vestje, 'n broek en 'n
colberke; ge krijgt 'n Zondagsch pak van
me."
Toen liep den Eeker hard weg. Naar den
stal.
Trui arrangeerde rap 'n „feest" en als den
Dre den jubilaris ging halen dan was den
Eeker kwaad!
„Dieen gulden," zee-t-ie: ,,da's goed. Veul
bedankt. Maar waarom moeten zullie (dat
waren Trui en ik) me nou zoo vemikkelen?"
vroeg ie.
,,'t Is meenens, Eeker!"
,,Je malle zus! 'n Horloge en 'n eigen
nieuw pakWaarom gin peerd ook!"
We hebben 'm binnengehaald, en 'm tot
jubilaris venkleerd. En veur ie naar bed gong
mot ie teugen Drd in gezeed hebben: ,,nou
gel oof ik tdch
Zoo, amico, vierden we onverwachts 'n ver-
jaarfeest. Den verjaardag van den Eeker,
op 11 Juli. Bij de kachel.
Kom ik mot er gaan afscheien. M'n pam-
pier is vol.
Veul groeten van Trui, Drd III en als altij
gin horke minder van oewen
t.a.v. DRE.
BRAND IN EEN FLATGEBOUW
TE AMSTERDAM.
Woensdagnacht te ongeveer 3 uur is brand
ontstaan in een -der flats op de vijfde ver-
dieping van het groote flatgebouw der Coo-
peratieve Woningvereeniging ,,Het Nieuwe
Huis" aan het Roelof Hartplein te Amster
dam, waarvan alle flats bewoond zijn door
gezamenlijk 18-6 ongehuwde dames en heeren.
De bewoonster van de flatwoning waar ide
brand ontstaan is, was dezen nacht niet thuis;
omtrent de oorzaak was het mede hierdoor
niet mogelijk iets vast te stellen.
Een andere bewoonster en de portier heb
ben ongeveer gelijktijdig een scherpe brand-
lucht waargenomen en onmiddellijk alle be-