ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN AKKERTJES No. 9785 VRIJDAG 15 JULI 1938 78e Jaargang Binnenland Kerknieuws. Predikbeurten Feuilleton-vertellingen Gemengde Beriehien EERSTE BLAD TERNEUZEN, 15 JULI 1938. HOEK. RECHTSZAKEN. BRABANTSCHE BRIEYEN. TEGEN ALLE PUN 'imrw—*t j M mi I miTliIMM TT NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,—, averige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. kt.f.inf. ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruknte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen venminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. HET NEDERLANDSCH-BELGISCH- LUXEMBUBGSOHE COMITfi. Uit Brussel wordt gemeld: Het permanente Nederiandsch-Belgisch- Luxemburgsche economised comitd zal Zater- dag 16 dezer in Den Haag zijn derde voltallige vergadering houden. De bijeenkomst zal in het bijzonder gewijd zijn aan het landbouwvraagstuk, in het kader van de Nederlandsch-Belgische economische toenadering. HET BESMETTE ZEEKANAAL TE BRUGGE. Als gevolg van de conclusies der commissie van deskundigen belast met het opmaken van een wetenschappelijk rapport betreffende de vergiftiging der wateren van het zeekanaal BruggeZeebrugge, heeft de rechter van in- structie te Brugge, 5000 Kg. mosselen, die op het punt stonden naar het binnenland te worden verzonden, in beslag doen nemen. De gendarmerie patrouilleert op de oevers van het kanaal alsmede aan de kust bij Blan- kenberge en Heist en op den havenmuur te Zeebrugge ten einde het plukken van mosse len en ook het visschen in het algemeen te verbieden. De besmetting blijkt wel van zeer ernstigen aard te zijn. Kippen die van de vergiftigde mosselen aten stierven na enkele minuten. Ook is mep er in geslaagd uit 200 kilogram zieke mosselen een hoeveelheid gift te persen, voldoende am de geheele bevolking van Brugge te vergiftigen. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 3 tot en met 9 Juli zijn in de provincie Zeeland aangegeven de volgende gevallen van besmettelijke zdekte: roodvonk te Biervliet 1 (het 9e geval in 64n gezin), Groede 2 (in 64n gezin), Philippine 1, St. An- naland 1, Koudekerke 1 en Krabbendijke 1. Muzikale wandeling. Donderdagavond heeft de muziekvereeni- ging ,,Elk naar zijn krachten" een muzikale wandeling door het dorp gemaakt, hetgeen tevens 'n demonstratie kon genoemd worden om de bereikte resultaten van de gehouden ba zar voor 't Instrumentenfonds nog eens extra te doen uitkomen. Door het succes hiervan konden verschillende instrumenten worden aangeschaft en noodige herstellingen worden uitgevoerd, terwijl bij het Zaterdag j.l. gehou den klein-festival reeds de mooie met zilver afgezette petten der muzikanten konden wor den getoond. Thans kwamen als derde verras- sing de optimus-lampen voor het voetlicht en zoo tnok men met flinke pas naar Mauritsfort. Daar stond reeds een verfrissching voor de muzikanten gereed. Daarna werd een bezoek gebracht aan de hofstede van den heer J. de Feijter. Dit was weer oorzaak, dat men nog een bezoek op het fort moest afleggen. Na een verfrisschende dronk werd de terugweg aanvaard. Natuurlijk gevolgd door de jeugd en aan de deuren nageoogd door de voders en moeders, op wier voldane gezichten men kon lezen (en terecht),,Daar hebben wij ook aan meegeholpen" Na nog een flinke wandeling, waarbij bleek dat de lampen het zeer goed deden, door ver- schillende straten van het dorp, behoorde deze welgeslaagde avondwandeling van ,,Elk naar zijn krachten" weer tot het verledene. KXiOOSTERZANDE10 u., Ds. A. Dronkers. SAiS VAiN GENT. 9.30 u., leesdienst. PHILIPPINE. 2 u., Ds. Van Oeveren, van Axel. Gereformeerde Kerk. TERNEUZEN. 9.30 u. en 2.30 u., Ds. G. W. van Houte. HOiEK. 10 u. en 3 u., Ds. Vink. AXEL. 9.30 u., cand. De Ruijter; 2.30 u., Ds. Post. ZA-AMSLAG. 9.30 u. en 2.30 u., Ds. Potma, van Oostburg. Chr. Gereformeerde Kerk. ZAAMSLAG. 9.30 u. en 2,30 u., Ds. Tolsma. Gereformeerde Gemeente. TERNEUZEN. 9.30 u., 2.30 u. en 6 u., lees dienst. AXEL. 9 u. en 2 u., leesdienst. Nederduitsch Gereformeerde Gemeente. TERNEUZEN. 9.30 u., 2.30 u. en 6 u., lees dienst. Roomsch-Katholieke Kerk. TESR NEUZEN. 7 u., 8.30 u. en 10 u., !H.H. Diensten; 2.30 u., Lof. MAANDAG 18 JULI 1938. Nederduitseh Gereformeerde Gemeente. TERNEUIZEN. 7 u„ Ds. Kramp, van Enk- huizen. R.K. KERK. Benoemingen. Z.H. Exc. P. 'Hopmans, bissehop van Breda, heeft den Zeereerw. heer Jos. Schets, pastoor alhier, als zoodanig benoemd te Bergen op Zoom, in de parochie van den H. Joseph; tot pastoor alhier is benoemd de Zeereerw. heer Jos. de Meulemeester, thans kapelaan te Etten. Tot kapelaan te Etten is benoemd de Wel- eerw. heer J. Vermeulen, thans te Hulst; te Hulst de Wleleerw. heer Ant. van Eekelen en te Nieuw-Namen de Weleerw. heer J. van Gastel, werkzaam in het aartshisdom Meche- len. H.H. wijdingen. Op Zondag 17 Juli zal Z.H. Exc. mgr. dr. J. M. Buckx in de kapel van 't studiehuis St. Jozef te Hees bij Nijmegen de H. Priesterwij- din-g toedienen. O.a. wordt gewijd onze stad- genoot de Weleerw. heer Th. A. van Hauwe, van de Congregatie der Friesters van het "H. Hart van Jezus. ZONDAG 17 JULI 1938. Ned. Hervormde Kerk. TERNEUZEN. 9.30 u., Dr. L. J. Cazemier, bed. H. Av.; 2.30 u., Dr. L. J. Cazemier, dankz. SLUISKIL. 9.30 u., de heer P. (H. W. M. van der Meer de Walcheren, van Breukelen; 2.30 u., leesdienst. HOEK. 9.30 u. en 2.30 u., Ds. E. Raams. AXEIL. 9.30 u., Ds. Van Oeveren; 2 u., Ds. Stegenga, van Zuidizande. ZAAMISLAG. 9.30 u., leesdienst; 2.30 u., Ds. Dronkers, van Kloosterzande. ZULKE KLANTEN KREEG DE KANTONRECHTER HIER NIET. De heer Mr. Oonincx, de onlangs van hier naar Rotterdiam vertrokken kantonrechter, kreeg daar al spoedig een vreemde zaak te behandelen. Daar verschenen voor hem 5 Duitsche communisten, beschuldigd van niet te hebben voldaan aan de wet op de bijzondere maatregelen tegen vreemdelingen. Deze wer- den met nog 2 -anderen te Rotterdam ge- arresteerd in een perceel te Rotterdam, op het tijdstip idiat daar aan oommunistische propagandaschool gehouden werd. Zij weiger- den, op 1 na, hun identiteit bekend te maken en bleken niet in het bezit van de noodige verhlijfpapieren. Dat is dan ook het feit dat him ten laste werd gelegd. De identiteit der heeren is later door de politie toch vastge- steM. lEr ontspon zich tusschen den ambtenaar van het O.M. en den verdediger een zeer uit- voerige diseussie. DOMINfiE ALS TUINIER. De gemeenteveldwachter van Ulrum had, meldt de N. R. Crt., bij zijn surveillance door het dorp op Hemelvaartsdag, des middags om 3 uur, den predikant der Gereformeerde kerk aldaar, Ds. U. Elgersma, zien werken in den tuin der pastorie. Terwijl de kinderen in den tuin speelden, was dominee bezig geweest met het scheren van het gras door middel van een grasmaaimachine De gemeenteveldwachter zag daarin een overtreding van de Zondagswet van 1815, welke wet elken arbeid aan den openbaren weg op Zondag verbiedt, en maakte proces- verbaal op. De schender van de wet heeft thans voor den katonrechter te Groningen terechtgestaan Hrj gaf de feiten toe, maar meende, dat hij door het maaien van de grasperkjes in den pasto- rietuin niet de Zondagswet had overtreden, omdat deze wet spreekt van arbeid, terwijl men de door hem verrichte werkzaamheden niet kan heschouwen als arbeid. Deze vallen z.i. niet onder het begrip arbeid, maar onder het begrip werk. Arbeid verricht men in de fabriek, arbeid vereischt kracht en geestelijke of lichamelijke inspanning. (Wat hij dien middag deed was werk ver richten, evenals onze dames bezig zijn met een hand-,,werkje" als zij hij elkaar op visite zijn. Hij verrichtte dit v^grk louter ter ont- spanning. Er bestaat zijns inziens een groot verschil tusschen arbeid en werk. Op werk ligt een zegen, op arbeid een vloek; verdachte beriep zich bij deze uitspraak op Open/barm gen 14 13. Hij zou het dan ook zeer onrede- lijk vinden als men hem zou veroordeelen, ja zelfs maar lastig zou vallen over hetgeen hrj heeft gedaan. IDe ambtenaar van het O. M. was van mee- ning, dat hier wel degelijk van arbeid moet worden gesproken. Hij beriep zich op de ju- risprudemtie van den IHoogen Raad, waarbij iemand, die met een met paarden hespannen ploeg op Zondag was gaan werken, strafbaar werd geacht. Hoewel dit geval eenigszins anders is, meende spr., dat het hier eenzelfde overtreding hetreft en hij wees er daarbij op, dat de grasmaaimachine betrekkelijk veel la- waai maakt, dus de Zondagsrust heeft ver stoord. Spr. eischte daarom een boete van f 3, subs 3 dagen hechtenis, waarbij hij nog opmerkte, dat verd. in zijn schriftelijk verweer heeft op- gegeven, dat hij het werk verrichtte om.zijn tuintje mooier te maken en het dus niet lou ter uit ontspanning heeft gedaan. Verd. wierp daartegen in, dat hij met ver mooien had bedoeld ,,soigneeren", zooals iemand zich laat doen door den kapper, als hij er wat mooier wil uitzien. Verd. beriep zich op den geest en niet op de letter der Zondags wet en zeide het een stuitend onrecht te vin den als men hem een boete zou opleggen voor de overtreding van de Zondagswet, die door jan en alleman wordt overtreden. De kantonrechter verzocht verdachte geen algemeene beschouwingen over de toepassing van de 'Zondagswet te houden, maar zich te bepalen tot zijn eigen geval. Toen verdachte desondanks wilde wortgaan, hamerde de kantonrechter, zoodat hetgeen verd. nog liet volgen, niet Verstaanbaar was. De kantonrechter deelde mede, over 14 dagen schriftelijk vonnis te zullen wijzen. Ulvwihout, 14 Juli 1938. Amico, De lochten flierderi den ganschelijken dag laag over de weareld. Den Westenwaai bolde scheutig over de veld-en en nou en dan klasten vette buien neer, mee veuj gerausch op 't over», dadig zomerloof. Soms puilde de sterke Julizon toch nog efkens deur de watervolle lochten en 'nen breejen kleuren- hoog koepelde dan van ender tot ender over heel den Ulvenhoutsqhen buiten, die zulverig blonk van 't veule water, dat peerlde aan 't gewas. Schoon was 't genogt! Als heel ,den buiten te glanzen ligt in de tintels van den daauw, in de matte blinkings van eenen grooten trossel groene druiven; als blanke peerls uit de boomen schieten deur den alveren dag; 't driftige, rivierke daar zwart deur de wuivende velden kronkelt; den donlieren boschmuur lijk 'n dikke, zwarte streep idea duisteren hemel onderlijnt en de verten verwazen achter 'nen tuul van water- damp; als dan heel dit malsche landschap dieen beregenden ,,druiventros", gesierd wordt mee 't kleurige lint van den bonten regenboog allee, dan is den buiten 'n schoonheid als alleen den Schepper pns kan geven. Ge vergit dan efkens oewen natten, zwaren kiel, die iklef op oew schouders weegt. Ge voelt gin kiepevel dat op oew beenen pukkelt, ge vergit oew eigen. En leunend op de spaai, staat daar 'nen verregenden boer te kijken, op 't werk van den iScbepper. Die 'nen kwaaien Zomerdag omtoovert in eenen brok pracht in de simpele kleuren van 'nen bonk kristal. Maar groot geluk diuurt altij maar kort. Vliegt over oe als 'nen sierlijken vefugel. Ge kunt 'm nie pakken, deuzen witten veu- gel, die als op engelen-wieken langs den heme! scheert. En kost ge 't zoudt ge 't wel doen De herinnering aan dieen wit-fluweeligen veugel is genogt veur oew geluk, lijk de wer- me uitstraling van 't vuur oew heel wat deugdzamer is, dan 't vatten van dat vuur...! Den regenboog verdween. Den koperen zonneglans trok van de velden en niks bleef, dan den killen, regendag mee 't schoon ge- dacht. En ik verlangde naar den Avond, naar den rust in den veiiigen huis en ik wist nou al, da 'k vroeg de blinden veur zou doen! Dre in zat in den akker naastaan, mee den Eeker naast'm, eerpels te steken ik Gong 'ns efkens naar die twee kleine mannen toe. De kieltjes zaten aan' d'r vel geplakt, maar kou Zweetpeerls stonden op de neuzen en Dre III zee: „veur we naar huis gaan, neem ik nog efkens 'nen duik in de Mark. Ik heur ze heel den dag al zoo lekker klotsen langs den graskant, ze mot me hebben, Opa!" Den Eeker zee niks. Mee Drd III is ie altij even druk, maar teugen groote menschen sprikt ie gin woord. (Hij hee-t-er me veul goed van ervaren, amico). „Gij gin kou, Eeker?" ,,Oem", zee-t-ie. En hij stak z'n dunne armkes tot de schouwers in den zwarten, laau wen eerde en wroette er naar de petatten. 'n Bnuikbaar keareltje, mee 't karakter van 'nen trekhond. Maar m'nen Blek is vrindelijker! ,,Zeg, Dre, doe-d-ook nog 'n paar bennen beezies af en idem zoovenl kruisdoorns, veur m'nen wagel van mergen." Toen zag ik den Snellen schaduw van 'nen glimlach over den Eeker z'nen snoet vluch- tigen. Die bennen waren dus al volgeplukt ,,Hee den Eeker al gedaan, Opa. Waar staan die bennen, Eeker?" „Stalleke", zee-t-ie. Weer kledderde 'n bui en ge heurde de dikke droppen zwaar in de eerde patsen. Weer trok zo 'nen lachschaduw over den muizensnoet van den Eeker, want den mal- schen regen kietelde z'n bloo-t' armkes, die blank wierden onder den wegspoelenden eerde En den Dre zee toen: ,,wa 'nen sehoonen regenboog daarstraks ee, Opa!" Wat had ik veul stil plazi-er in deus twee jong, die allebei den malschen dag kwaaiweer ondergingen mee *t gemak van gezonde die- ren. Den een docht aan gin regen maar aan den sehoonen regenboog van daarstraks; den anderen z'nen lever krulde omdat't water zoo lekker langs z'n armen spoelde. Kost tdeb wel 'nen boer in zitten misscbien En ik gong weer naar m'nen eigen arbeid. Den peeenakker lag den overdadigen, den malschen regenval te slurpen, tot zwellens toe. En altij, altij rauschen de buien in schuimend en bruisend gerucbt deur de schep- ping, die roerloos te schemeren stond achter 't water. De zulveren „veeren" van 't buigend wil- genhof, daar langs den sloot, hongen zwaar van 't nat en gestaag peerlden de droppen uit 't puntig geblaart in den zachten eerde. M'nen vos, m'n nuuwe werkpeerd, stond bewegingloos te schransen uit de sappige wei, nou en dan 'nen stap doend in deuzen mal schen overdaad. Z'n vel was donker van den regen. Rust genoot ie, nou gin vliegen, nou gin wespen zaten te steken op z'n vel, onder zijnen groeligen buik, ja in de randen van z'n groote, melankolieke oogen. En teerder verwaasde de stad aan den Noorder-ender. Dunner wier den regen, die lijk zulveren naaldekens dwars over de velden sloeg. Gebogen bong 't oevergewas over de Mark te slieren onder den bollen Westerwaai, die den regen kapot sloeg tegen de wolken, die over't water krulden en over de velden rolden. De taaie wilgen veegden over den sloot. 't Bosch loeide, de natuur regeerde, sloeg den buiten tot striemens. Efkens trokken de lage lochten op. Den sturmden wind maakte ruimte en sloeg hemel en eerde van malkaar. Sloeg striemen over de plassen. Sloeg de boomkruinen krakens neer en 'nen vloed van water rauschte uit die zware blaren- kroonen, die 'r eigen droogschudden lijk 'nen natten bond. Dan kwam den buiten weer efkens tot rust. Den sturm vergong. De velden waren leeg van volk. En de beesten lagen verscholen op windvrije plekken. Den stunm was over de boomen gevlogen. Alleen den regen bleef. Kledderend sloeg ie de Mark. Veegde-n-ie deur den akker, vezelde-n-ie in 't geboomt. De velden verkleurden. Over de rieten daken vaagde 'nen groenen waas van groeiend mos. Den regen is eindelijk gekomen. Ziggelt over 't gewas, over 't striuische loof. De blommen regenden leeg. 't Kleurig blomblad dreef over den natten eerde weg naar den mestkuil (Ingez. Med.) Ten avond, als iik overal gesloten had, m'n zware, natte werkbroek verwisseld had veur m'n „tusschenbije", dan hong in den huis den zachten gloei van de smeulende plattebuis. ,,'k Heb ze na den eten nog maar efkens aangebouwen", zee Trui: ,,be, wa 'nen zomer". En ze schiurkte d'r eigen gezellig binnen d'r jak. ,,RimmeItiekweer", zee ze toen: ,,'k gaai n' steuvig bakske zetten". Koffie is nou eenmaal Trui d'ren middelcijn waarmee ze alle ziektes veurkomt en geneest! Ze haalde 't petroleum-machien uit 't achterhuis, plaatste 't op de tafel en leutig gloorde de liohtfigiuur- kes deur den duisteren huis. ,,'t Is krek winteravonid', ee", zee Trui, die 'n echt-huiselijke bui had. „Ja, Toeteloeris. Ik ben daar in den peeen akker koud geworden tot in m'n gebeent; 't is hier lekker". En ik stopte langzaam de meerschuimen pijp van Hanneke Zonneveld. Trui had de pijp in §tui al klaargeleed uit de mooie kast. Want Trui doet sjuust of 't heur pijp is in ieder geval is 't „onze" pijp, want m'n pronte wijf past er op en ik rook er uit. Stillekes zaten we te zwijgen en te rusten bij 't rosse schijnsel van 't oliestel en de stilte van den donkeren regenavond kroop van den erf deur de kieren naar binnen. Uit den stal naastaan, bromden de stem- men van Dre LEI en den Eeker, die naar ge- woonte den avond deurbrochten bij Bles, Dre z'n peerd. Elken avond poetsen ze 't tuig, roskammen 't peerd en vertelt iden Dre, denk ik, weer opnuuw van z'nen race, gewonnen den eersten Mei op 't concours hippique. Denk ik! Want waar die jonge mannen *t zoo druk over hebben, weet ik nie. Wel zit ik dan stil lekes te lacben over dieen Eeker, die teugen mij of Trui nog nooit eenen volzin gesproken hee, maar die mee Drd m uren aan 'n stuk klasjeneeren kan, overik weet 't.nie. 't Zijn dikke kammeraads, al is den een patroon en den an der dienstknecbt. Van dat verschil hebben ze gin van beien last, maar wel veul gemak. Trui schonk den koffie op. Den lekkeren geur brocht t water in m'nen monid, m'n pijp smaakte ineens nog beter. Amico, die Ame- rikaansche pijp v£in Hannekes is toch zoo'n prachtstuk „iGe hebt toch fijne spullen*', zee Trui tel- kens, die gewoonweg trotsch is op die pijp! En als den Fielp 'ns binnenloopt in den avond, dan kijkt ie jaloersch naar dat blanke meer- schuim en dan zee-t-ie: „jaja!" Ineens begost den notenleer weer te rau schen. Z'nen zwaargeregenden kroon slierde en veegde mee veul lawijt over 't dak. 't Vlammeke van't oliestel wapperde op den tocht, die deur't glas van de raam woei „Witte wa ge doen moest, Dre?" De blin den veurdoen". Wij boerenmenscben, amico, die leven mee de zon, wij kunnen toch zoo slecht" gewoon- raken aan die lange dagen. Wij hebben zoo geren 'n stiukske avond aan den dag! Ook al, omdat we nie geren mee daglicht naar bed gaan. Nou ik stond rap op en sloot de blinden. Toen riep Trui de kleine mannen, om 'n bakske koffie te komen halen en als we dan mee z'n vierkes zaten te slurpen, stond den Dre weer op ging naar z'n opkamerke, want hij had nog wat administratie te doen, zee-t-ie. Den Eeker kreeg nog de opdracht om veur 't slapengaan Bles af te voeieren, en lijk 'nen jongen grootgrondbezitter, de leerzen aan, stapte Dre III de trapkes op. Efkes later was ie verom. Mee iden Eeker z'n rentekaart in de hand. ,,Zeg, Opa, *t is vandaag toch den elfden?" Meteen keek ie naar den kalender. ,,Zekers". Hij zweeg. Keek van de kaart naar den kalender, van den kalender naar den Eeker, die diep in z'n groote koffiekom gedoiken zat, van den Eeker naar den kop, den datum op de krant, dan naar Trui en mij. Toen schudde Dre III z'n hoofd. ,,Zeg, Eeker, den hoeveulsten is 't van daag?" ,,Oem," zee den Eeker. iHij vond dat den Dre nou wel weten kost dat t den elfden was. „Eeker?''' Den Eeker zette z'n kom op tafel, er zat ginnen dnup meer in, en hij antwoordide: ,,oem?" ,,'t Is vandaag toch 'nen hezondersten dag veur jou?" zee den Drd verwonderd. ,,Oem", zee den Eeker. „Of witte dat nie?" „Oem". Witte 't, of witte 't nie?" ,,Kweetnie". ,,Ge zijt vandaag toch... jarig!" ,,Oem," zee den Eeker, die 't veul vervelend vond, dat ie zooveul ,,praten" moest in den huis. „Is da waar?" riep Trui en ze pakte naar de rentekaart en d'ren bril tegeldjk. Den Dre gaf den Eeker 'n hand, feliciteerde 'm en dee bij z'n felieitatie 'nen gulden veur sigretjes. Dat vond den Eeker lollig. Hij lachte werendig! Stak toen den gulden rap weg. Trui feliciteerde'm ook en zee toen: witte gij ida nie manneke?" ,,Jawel", zee den Eeker onverschiUig. Trui bekeek 'm, of ze 'm veur 't eerst zag. ,Wat zouden geren hebben van me?" vroeg Trui 'n bietje geroerd. Den Eeker verzon. Toen zee-t-ie: ,,'nen borstel". ,,'NenBorstel? Wa motte daar mee doen?" ,,Voor Bles" vulde-n-ie aan en hij keek daarbij den -Dre aan, of ie zeggen wou: ,,ge wit wel!" „Die zal Dre wel koopen als ie noodig is. Ge mot iets veur oew eigen verzinnen", zee Trui. Den Eeker wist 't. Z'n oogen blonken! ,,'Nen horloge!" zee-t-ie geestdriftig. Ge kost zien: dat was 'nen wenscb van jaren! 'Nen wensch, die z66 schoon was, dat ie toch wel nooit uit zou komen „Die krijgde gij", zee Trui. „Ge gaat mer gen mee dfen baas naar ide stad, kunt ge den wagel meteen douwen, en dan zoekte gij daar 'nen sterken horloge uit, horre!" ,,Dankoewel,fluisterde den Eeker!" heesch van zenuwen. ,,En wat wilde van mij hebben, Eeker!" vroeg ik. ,,EhehHij begreep 't nie. Al- weer 'nen wensch mocht ie doen. ,,Nou?" Allee? Zeg op, jonk?" ,,'n Vestje baas, asteblieft!" ,,'n Vest?" „Ja veur den horloge!" En hij mokte 'n beweging naar z'nen buik of ie keek hoe laat 't was. Trui kreeg 'n traan in d'r oogen, om deuzen kleinen ermen jongen, die veur zijnen ver- jaardag 'n vestje vroeg om z'n horloge in te kunnen dragen. „Gij krijgt 'n vestje, Eeker. Dat zoeken we mergen meteen uit: 'n vestje, 'n broek en 'n colberke; ge krijgt 'n Zondagsch pak van me." Toen liep den Eeker hard weg. Naar den stal. Trui arrangeerde rap 'n „feest" en als den Dre den jubilaris ging halen dan was den Eeker kwaad! „Dieen gulden," zee-t-ie: ,,da's goed. Veul bedankt. Maar waarom moeten zullie (dat waren Trui en ik) me nou zoo vemikkelen?" vroeg ie. ,,'t Is meenens, Eeker!" ,,Je malle zus! 'n Horloge en 'n eigen nieuw pakWaarom gin peerd ook!" We hebben 'm binnengehaald, en 'm tot jubilaris venkleerd. En veur ie naar bed gong mot ie teugen Drd in gezeed hebben: ,,nou gel oof ik tdch Zoo, amico, vierden we onverwachts 'n ver- jaarfeest. Den verjaardag van den Eeker, op 11 Juli. Bij de kachel. Kom ik mot er gaan afscheien. M'n pam- pier is vol. Veul groeten van Trui, Drd III en als altij gin horke minder van oewen t.a.v. DRE. BRAND IN EEN FLATGEBOUW TE AMSTERDAM. Woensdagnacht te ongeveer 3 uur is brand ontstaan in een -der flats op de vijfde ver- dieping van het groote flatgebouw der Coo- peratieve Woningvereeniging ,,Het Nieuwe Huis" aan het Roelof Hartplein te Amster dam, waarvan alle flats bewoond zijn door gezamenlijk 18-6 ongehuwde dames en heeren. De bewoonster van de flatwoning waar ide brand ontstaan is, was dezen nacht niet thuis; omtrent de oorzaak was het mede hierdoor niet mogelijk iets vast te stellen. Een andere bewoonster en de portier heb ben ongeveer gelijktijdig een scherpe brand- lucht waargenomen en onmiddellijk alle be-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 1