ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN
HOEDEN - PETTEN
LICHTZINNIGE JEUGD
No. 9778
WOENSDAG 29 JUNI 1938
78e Jaargang
Binnenland
FeuiHeton
Kleedingmagazijn
Noordstraat 67a
Buitenland
de nieuwste modeller?
en kleuren
iw y numm
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnsmenten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer /0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Terneu-
zen, maken bekend, dat het verzoek van
de fa P. J. SOHEELE te Terneuzen, om op
het perceel kadastraal bekend gemeente Ter
neuzen, Sectie C, no. 5185, gelegen aan de
Schuttershofweg, een opslagplaats tot bewa
ring van kunstmeststoffen te mogen oprichten
door hen is ingewilligd.
Terneuzen, den 27 Juni 1938.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
L. J. GEELHOEDT, Wnd. Burgemeester.
B. I. ZGNNEVIJLLE, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Terneu
zen, maken bekend, dat het verzoek van
de N.V. BATAAESOHE IPMORT MAAT-
SGHAPPIJ, Verkoopkantoor van Koninklijke
Shel-producten te 's-Gravenhage, om in en
op het perceel kadastraal bekend gemeente
Terneuzen, Sectie C, no. 4588, gelegen aan de
Verlengde van Steenbergenlaan no. 5 een
benzine-installatie te mogen oprichten door
hen is verdaagd.
Terneuzen, den 27 Juni 1938.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
L. J. GEELHOEDT, Wnd. Burgemeester.
(B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
DIENSTPUCHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
De Burgemeester van Terneuzen, brengt
ter algemeene kennis, dat een uitspraak op
aanvrage om vrijstelling van den Dienstplicht,
ter Secretarie dezer gemeente, voor een ieder
ter inzage is nedergelegd.
Tegen aeze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen.
a. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettelijke vertegen-
woordiger.
b. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven per-
sonen of door hun wettelijke vertogen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zrjn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
doch worden ingediend bij den Burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
(De Burgemeester zorgt voor de doorzen-
ding.
Terneuzen, den 28 Juni 1938.
De Burgemeester voomoemd,
P. TELLEGEN.
EERSTE HOLLANDSCHE HARING VOOR
H. M. DE KONINGIN.
Maandag is de eerste Hollandsche maatjes-
haring aan H. M. de Koningin aangeboden.
De kwaliteit, welke voor de Koningin geschikt
werd geacht, werd Zondagmorgen te Vlaar-
dingen aangevoerd door ,,De Volharding"
,,K.W." 65. Deze haring is afkomstig van de
,,Aafje", schipper J. van Duyn. De auto met
de oranje gekleurde vaatjes is om elf uur van
het handelsgebouw te Vlaardingen vertrok-
ken. Om ongeveer drie uur Maandagmiddag
hoopte men te Soestdijk aan te komen.
Ook H. K. H. Prinses Juliana en Prins Bern-
hard zijn met een vaatje van het heerlijke
zeebanket vereerd.
door ARTHUR APPUN.
25) Vervolg.
Eenmaal kwam Robert Despard naar haar
toe, waarbij de advocaten voor hem plaats
maakten. Hij maakte enkele conventioneele
opmerkingen op zijn gebruikelijken gemaakt
vriendeUjken toon. Rulby schonk hieraan
geen aandacht. Plotseling scheen hij iets te
zeggen, dat haar trof; zij keek hem aan met
vlammenden blik, een blik, waarin verach-
ting en haat te lezen stonden.
U hadt hem kunnen redden! siste zij hem
toe. Ik ben er van overtuigd, dat u weet, dat
ik schuldig ben. U kwam dien namiddag in
zijn kamer en zag juist, dat ik de cheque in
m'n hand had. Ik voelde op dat moment, dat
u me verdacht.
Despard glimlachte en legde zijn hand op de
hare. Ik heb u nooit verdacht. Ik zou het
nooit kunnen!
iZe trok snel haar hand terug. Ik weet wel,
dat het uw verlangen is, dat hij wordt ver-
oordeeld1, omdat gij
Hier weifelde ze even; haar bleeke wangen
werden plotseling vuurrood. Despard wist,
wat zij op het punt stond te zeggen; hij kon
niet nalaten wreed te wezen: Omdat ik je
lief had? Hij haalde z'n schouders op. Ja,
Ruby, eens was ik dol op je. Doch je her-
innert je zeker wel, dat je me destijds hebt
afgewezen. Dat al'les. is nu voorbij, want ik
heb nu iemand onbmoet, die hartel'ijker zal
zijln dan jij geweest bent. Feitelijk had het
mij ook weinig kunnen schelen, als jij in de
gevangenis waart terechtgekomen. 'Hij ging
DE VERSCHERPTE CONTROLE OP
VREEMDELIN GEN.
Als men buitenlandsche familie of
vrienden verwacht.
De Minister van Justitie heeft den volgen-
den brief gericht tot de procureurs-generaal
tot de fungeerend directeuren van politie en
tot den inspecteur der Koninklijke marine,
bureau grensbewaking en rijksvreemdelingen-
dienst:
De verscherpte controle op vreemdelingen zal
er toe leiden, dat hier te lande gevestigde
personen die familieleden of vrienden van
vreemde nationaliteit voor eenigen tijd op
bezoek wenschen te ontvangen, zich veelal
van te voren bij de politie van de plaats hun-
ner inwoning zullen vergewissen of dergelijk
tijdelijk familie- of vriendenbezoek kan wor
den toegestaan.
,,In die gevallen ware door de politie nauw-
keurig te onderzoeken, of het inderdaad een
reeel familie- of vriendenbezoek van slechts
tijdelijken aard en niet zooals in de prac-
tijk herhaaldelijk voorkomt een poging om
zich in ons land te vestigen of eenig ander
doel geldt.
„Ter zake zij, onder verwijzing naar mijn
aanschrijving van 7 Mei j.l. medegedeeld, dat
vreemdelingen, van wie kan worden aangeno-
men, dat zij, onder den druk der omstandig-
heden, het land, waar zij gevestigd zjjn ver
laten en alzoo als ,,vluchtelingen" worden aan-
gemerkt, ook niet voor bezoek hier te lande
mogen worden toegelaten, tenzij zij kunnen
aantoonen, dat zij in een ander land dan het
welk zij verlaten hebben, met goedvinden van
de betreffende autoriteiten, duurzaam, verblijf
gevonden hebben.
,,Ik teeken hierbij nog aan, dat de in
sommige paspoorten van vreemdelingen voor-
komende verklaring betreffende hun geoor-
loofden terugkeer naar het land van herkomst
op zichzelf geenerlei waarborg biedt, dat
houder daarvan niet als vluchteling in den
zin mijner eerstgenoemde aanschrijving zou
zjjn aan te merken.
„Wanneer de realiteit van het tijdelijk be
zoek komt vast te staan dan is het, ter
voorkoming van moeilijkheden bij de toelating
aan de grens gewenscht, dat zulks door of
vanwege het hoofd van plaatselijke politie
worde vastgelegd, bv.. door een onderschrift
op den brief waarbij tot bedoeld bezoek
wordt uitgenoodigd.
„In het algemeen toch zal, vooral wanneer
de vreemdelingen slechts over weinig geld-
middelen beschikken, doorlating aan de grens
voor familie- en vriendenbezoek zonder een
dergelijke verklaring van de politie niet kun
nen plaats hebben.
,,Bedoelde gedragslijn heeft bovendien het
voordeel, dat de politie ter plaatse op de
hoogte is en zooveel doenlijk behoort te con-
troleeren of inderdaad vertrek plaats heeft
na afloop van den voor het bezoek gestelden
termijn.
,,Mogelijk ten overvloede zij opgemerkt, dat
voor het vorenstaande geenerlei wijziging
wordt gebracht in de mrjnentwege uitgegeven
aanschrijving van den inspecteur der Konink
lijke marechauss<§e (grensbewaking en rijks-
vreemdelingendienst) van 31 Mei 1938".
EEN NEDERLANDER IN DE COMMISSIE
VAN WAARNEMERS?
De correspondent der N. R. Crt., te Londen
telefoneerde Maandagavond:
De Engelsche regeering heeft in Den Haag
laten informeeren naar de mogelijkheid, een
Nederlander toe te voegen aan de internatio-
nale commissie van waamemers, die naar
Spanje zouden worden uitgezonden om rap
port uit te brengen over het bombardeeren
van open steden.
Tot nu toe zijn in deze commissies slechts
drie landen vertegenwoordigd, Engeland,
Noorwegen en Zweden. De Ver. Staten heb-
verder, zijn stem temperend: Alles goed en
wel bekeken, komt het mij eigenlijk beter uit,
dat Rupert schuldig wordt bevonden. Op de
keper beschouwd, zaten jullie beiden in het
zelfde schuitje en had het recht een normaal
verloop, dan zou je alle twee moeten boeten.
En jij... jij zegt, dat je Rupert's vriend
waart? riep ze woedend uit. Als Rupert ge-
vangen wordt genomen, dat zweer ik hier, dat
jij je straf niet zult ontloopen; je zult het ge-
lag betalen; want ik weet, dat, had je willen
spreken, je hem ook had kunnen redden; dan
had je de waarheid van mijn affidavit kunnen
bevesbigen.
Despard stand op. Hiji nam z'n hoed in de
hand en stofte hem terloops af.
Ik zou me maar niet zoo druk maken;
als je zoo hard praat, dan loop je kans, dat ze
je uit de zaal verwijderen. Hij boog spottend.
Voor het geval, dat we elkander niet meer
onbmoeten, zal ik nu maar afscheid van u
nemen, miss Strode.
We zullen elkander tdch nog eens ont-
moeten, zeide ze met opeenigeklemde tanden.
iHiaar hoofd zonk weer op haar borst; op-
nieuw klemde ze haar handen wanhopig tegen
elkander en overwoog haar houding van zoo-
even.
Een half uur ging voorbij drie kwartier
de spanning werd weldra ondragelijk.
Ze hoordc in de gang lachen. Achter haar
zaten een paar advocaten met fluisterende
stemlmen enkele aardigheden te vertellen. Een
der aaniwezige dames verloor haar waaier; dit
veroorzaakte bijna een opstootje. En gedu-
rende al dien tijd lag de eer, het heele leven,
alles van haar verloofde in de weegschaal. Ze
liet haar oogen vreesachtig diwalen door de
rechtszaal; minstens de helft van al die aan-
wezigen was er louter uit nieuwsgierigheid
juist alsof men naar den schouwburg of de
bioscoop ging. Niet een stelde innerlijk be
long in het drama, wat zich hier afspeelde.
Ze wist nu wat „haat" was, want ze haatte
hen nu alienalien. Een vol uur was nu
verstreken. Een oogenblik later had een plot-
ben het verzoek om aan de commissie deel te
nemen, afgewezen.
De Engelsche regeering tracht nu het zoo
ontstane hiaat op te vullen met een Neder
lander. Het is nog niet bekend of de Neder-
landsche regeering zich bereid heeft verklaard
hieraan mee te werken.
Reuter meldt nog dat de Spaansche regee
ring een nota heeft overhandigd aan den
Britschen zaakgelastigde te Barcelona, waar
in zij het besluit tot vorming eener commissie
tot onderzoek van de luchtbombardementer,
op de open steden toejuicht.
DE HEFFING VAN OPCENTEN.
Een weteontwerp tot wijziging van de
wet van 20 December 1935.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de wet van 20 December 1935, tot heffing
van opcenten op enkele belastingen ter ver-
sterking van de middelen tot dekking van de
uitgaven des rijks.
De memorie van toelichting luidt:
De heffing van opcenten op verschillende
belastingen, zoowel krachtens de wet van
8 December 1933, Staatsblad no. 663, zooals
die nader is gewijzigd, als krachtens de wet
van 20 December 1935, Staatsblad no. 725,
zullen 31 December 1938 of 30 April 1939 af-
loopen. Te zijner tijd zal dienen te worden
overwogen of de heffing van deze opcenten
al dan niet moet worden verlengd.
Ten aanzien van de 20 opcenten op de
dividend- en tantiSmebelasting, welke krach
tens artikel 4 van laatstgenoemde wet gehe-
ven worden, dult deze beslissing echter geen
uitstel. Dit is een gevolg van het feit, dat
volgens de bestaande wettelijke omschrijving
de beantwoording van de vraag of deze opcen
ten al dan niet moeten worden geheven afhan-
kelijk is van het tijdstip van aanvang van het
boekjaar, waarover de belaste uitdeeling
wordt gedaan. Thans moeten reeds aanslagen
worden geregeld over boekjaren, welke met of
in 1938 zrjn aangevangen met name ter zake
van interimuitdeelingen over het boekjaar
1938 en ter zake van liquidatie-uitkeeringen
over dat boekjaar.
Op het oogenblik wordt, naast bovenbedoelde
20 opcenten krachtens artikel 5a der wet van
8 December 1933, Staatsblad no. 663, zooals
deze wet luidt na de wrjziging bij de wet van
25 Mei '38 (Staatsbl. no. 406), een heffing van
73 opcenten toegepast. Deze heffing loopt
over de boekjaren, welke eindigen tusschen
1 Mei 1938 en 1 Mei 1939. Voorgesteld wordt
ook de onderwerpelrjke heffing van 20 opcen
ten thans slechts tot 1 Mei 1939 te verlen-
gen. De heffing van alle rijksopcenten op de
dividend- en tantifrmebelasting loopt dan gelijk
af. Bij de overweging te zijner tijd in hoe-
verre opcentenheffing moet worden gecon-
tinueerd, zullen dan alle opcenten tegelijk
worden bezien; ook kunnen dan eventueel
ter vereenvoudiging de voorschriften worden
gecombineerd.
DE AUSTRALISCHE MINISTERS UIT
NEDERLAND VERTROKKEN.
Nadat de beide Australische ministers Sir
Earle Page en White met hun gezelschap
Zondag als gasten der K.L.M. een rondrit
hadden gemaakt over Hilversum, langs de
Vecht, kasteel Nijenrode en Zeist, met als
doel huize De Breul, waar de heer Paul May
hun een lunch aanbood, zijn zij naar Soester-
berg gereden, waar 'n vliegtuig gereed stand,
waarmee het gezelschap over Schiphol naar
Croydon is teruggekeerd.
Voor zijn vertrek sprak een vertegenwoor-
diger van het A.N.P. nog even den plaats-
vervangenden premier, Sir Earle Page; hij
was zeer voldaan over het verblijf in ons
land en zeide o.a.:
„Ik wil gaame uitdrukking geven aan den
dank van de Australische bezoekers voor de
hartelijke gastvrijheid, die het Nederlandsche
selinge opschuldding plaats. Het publiek nam
zijn plaatsen weer in. De deur waarop Ruby's
oogen rustten, werd' geopend en langzaam
kwamen de juryleden de zaal in.
Algeheele stilte volgde. Men had een speld
kunnen hooren val'len. De rechter boog zich
toen in de richting van den voorzitter der
jury. De kleine formaliteiten, welke nu plaats
grepen deden noodeloos wreed aan. Ruby
hoorde nauwelijks wat men zei... ze wachtte
in spanning op een der woorden: schuldig of
onschuldig.
Het duurde lang voor de voorzitter der jury
een antiwoord gaf op de laatste hem door den
rechter gestelde vraag. Zooals iedereen had
verwacht klonk het:
Edelachtbare, we hebben den gevangene
schuldSg bevonden.
Ruby Strode ging plotseling overeind staan;
de advocaten, die haar hadden gadegeslagen,
grepen haar bij de armen en dwongen haar te
gaan zitten. Daarna sprak de rechter het
vonnis uit:
Vijf jar en dwangarbeid.
De stilte was vertoroken. Onmidd'ellijk stand
de rechter weer op. Enkelen schenen ver-
wonderd over de zwaarte der straf; anderen
zeiden, dat Dale deze wel degelijk had ver-
diend. Voor het groote publiek was de sen-
satie er nu echter af, de voorstelling was uit
en in de haast, waarmede iedereen naar budten
wilde, schonk niemand meer eenige aandacht
aan Ruby Strode.
Zij was opgestaan en hief haar armen op
naar den heengaanden rechter.
Edelachtbare, ik... ik alleen heb het ge
daan. Ik zweer voor God, dat het zoo is! Ze
duizelde en verloor het bewustzijn. Zij zou
zijn gevallen had mr. Marshall haar niet ge-
grepen.
Arm kind! zei hij zacht bij zichzelf, ter-
wijl hij, geholpen door een der zaalwachters,
Ruby naar een aangrenzende kamer bracht.
Arm kind, wat moet ze van hem hebben ge-
houden! M'n hemel en dan zegt men nog, dat
vrouwen niet zooveel durf hebben als mannen!
volk voor ons aan den dag heeft gelegd. Ons
bezoek was wel bezet, interessant, informa-
tief en nuttig en wij verlaten Nederland met
een betere kennis van zijn speciale problemen
en een hoogere waardeering van onze
vriendschap.
Wij zijn onder den indruk gekomen van
uw landbouwmethoden en van de wijze
waarop gij uw land en uw hulpbronnen ge-
bruikt en wij hebben hier bemoediging en
inspiratie opgedaan, welke ons bij de oplos-
sing van onze eigen ontwikkelingsproblemen
zullen helpen.
Het vliegveld1 Schiphol heeft ons doen
blijken welk een belangrijk middel van inter-
nationale samenwerking het vliegtuig kan
zijn en wij waardeeren daardoor des te meer
de waarde van uw nieuwe luchtlijn op
Australie.
Ik vertrouw, dat de nieuwe dienst een weg
zal zijn naar inniger betrekkingen tusschen
Nederland en Australie, zoowel door de in-
vesteering van Nederlandsch geld in de
Australische industrie als door het zenden
van Nederlandsche kolonisten, die ons zullen
helpen ons continent tot ontwikkeling te
brengen".
VERHOOGING CEEDIET VOOR
WERKVERRUIMING.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp van wet tat verhoo-
ging van het zevende hoofdstuk B, der rijks-
begrooting voor het dienstjaar 1938 (vertooo-
ging crediet voor werkverruiming) wordt het
volgende ontleend:
Een aantal leden betoogde, dat het vraag-
stuk van de bestrijding der werkeloosheid een
veel breeder gebied omvat dan dat van het
thans aanhangige wetsonwerp en huns in-
ziens een gansch complex van maatregelen,
volgens een bepaald plan, noodzakelijk is om
met de vereischte kracht de werkeloosheid
tegen te gaan.
Zich echter beperkende tat het onderhavige
wetsontwerp verklaarden zij de verhooging
van het crediet voor het Werkfonds met een
bedrag van zestig millioen gulden voor krach-
tige bestrijding der werkloosheid geheel on-
toereikend te achten.
De werkloosheid in haren tegenwoordigen
vorm, aldus deze leden, schept niet alleen
een ondragelijken toestand voor de betrokke-
nen zelf, maar houdt ook groote gevaren in
voor de geestelijke gesteldheid en de weer-
kracht van een groot deel van ons volk.
Met het oog op dezen emstigen toestand
en de gevolgen, die daaruit kunnen voort-
komen, is het dringend noodzaak, niet alleen
om de werkloosheid in belangrijke mate te
verminderen, maar eveneens om deze vermin-
dering in snel tempo te verwezenlijken.
Verschillende andere leden meenden, dat de
regeering met de besohikbaarstelling van een
bedrag van zestig millioen gulden een juiste
keuze had gedaan. Naar hun oordeel hebben
regeering en volksvertegenwoordiging beide
ernstig rekening te houden met den toestand
van 's Rijks schatkist en het daarmede ver-
band houdende staatscrediet. Er zijn, aldus
deze leden, buitenlandsche situaties aanwrjs-
baar, die doen zien, hoe funest het onbeperkt
uitgeven van geld voor een land kan worden.
Enkele leden waren de meening toegedaan,
dat alle gelden, welke de tegenwoordige
regeering voortgekomen uit en gedragen
door, gelijk deze leden zich uitdrukten, het
demo-liberale systeem door middel van het
Werkfonds als toekomstige last op de schou
ders van de Nederlandsche volksgemeenschap
legt, als onddeltreffend moeten worden be-
sohouwd.
Hieruit mag, zoo vervolgen zij, volstrekt
niet de conclusie worden getrokken, dat zij
niet bereid zouden zijn, aan de regeering, die
door het vertrouwen van het Nederlandsche
volk wordt gedragen, de middelen zelfs tot
een veelvoud van de thans door de regeering
De uitslag van de rechtszitting werd aan
John Dale in het ziekenhuis overgebracht door
mr. Rediway. De vriendelijike heer kweet zich
naar best vermogen van zijn moeilijke taak.
Hij wist, dat het nutteloos was een of ander
te verbloemen om den ouden man op een
diwaalspoor te brengen. Hij kon niets doen,
waardoor de slag minder hard zou aankomen.
Hij was alleen in staat alles te vertellen, hij
kon slechts door een hartelijken handdruk zijn
sympathie betuigen... om Dale daarna te ver
laten,
Dale zei niets. Hij had zichzelf voorbereid
op het allerergste. Toch was de tijding op dat
oogenblik meer dan hij kon verdragen. Hij
bedekte zijn gelaat met de handen, opdat nie
mand hem zou zien.
Het ongeluk had hem wel niet d'ieper kun
nen treffen. Zijn aoon zijn eerstgeborene
zijn eenige zoon!
Hij bad God, dat Hij hem uit deze wereld
zou wegjhalen. Alles, alles was voor hem toch
ver'loren.
Dit was de gemoedstoestand, waarin sir
Reginald Crichton den ouden man eenige uren
later aantrof. De edelman had toestemming
gekregen om bij het bed' te blijven zitten tot
laat in den avond. Hij zag in, dat hier geen
woorden zouden baten; doch Dale was alleen
in Londen, izonder vriend of fbekendehij
voelde, dat hij hem in dit groote hospitaal nu
niet alleen kon laten.
U hier?... waarom bent u hier?... vroeg
Dale eindelijk, u, dien we zoo schandelijk heb
ben benadeeld.
Ook ik heb 'n zoon, zei sir Reginald.
Ook deze zoon is voor mij alles. Dit had hem
kunnen overkomen, mr. Dale, hem, mijn jon-
gen. Daarom ben ik hier. Wij zullen dezen
slag sarnen moeten dragen.
De oogen van den ouden Dale vulden zich
met tranen, die over zijn wangen rolden. Hij
wilde iets zeggen, doch z'n lippen beefden.
Ulw zoon is 'n man van eer... een gent
leman... zooiets zou hij onmogelijk kunnen
doen, sir Reginald.
Ingez. Med.
aangevraagde millioenen ter beschikking
te stellen, om die voor werkverruiming door
openbare werken aan te wenden.
Zulk een werkverruimingspolitiek zou ech
ter een onderdeel moeten uitmaken van een
weloverwogen plan, dat een samenstel van
maatregelen zou moeten omvatten, die met
de grootst mogelrjke kracht gelijktijdig zouden
moeten worden getroffen.
Sommige leden vroegen of het niet mogelijk
zou zijn verschillende noodzakelijke werken,
als b.v. uitbreiding van laboratoria, met be-
hulp van een voorschot uit het Werkfonds in
versneld tempo uit te voeren, om in den loop
der volgende jaren de door het fbnds beschik-
baar gestelde bedragen te verrekenen.
EVENREDIGE VRACHTVERDEELING.
Op 30 Juni zou de tegenwoordige wet op de
evenredige vrachtverdeeling in de binnenvaart
venvallen als de minister niet het onderwerp
van een betere regeling bij de Tweede Kamer
zou hebben ingediend.
Aanvankelijk heeft men gedacht, deze bin-
nenvaartregeling bij de algemeene vervoers-
codrdinatie onder te brengen. Deze is echter
een zoo ingewikkeld probleem, dat daarop nog
geruimen tijd zal moeten worden gestudeerd
alvorens een wetsontwerp tot stand kan
komen. Daarom zal nog voor het eind van de
maand een nieuwe wet op de E. V. bij de
Kamer worden ingediend. Dit wetsontwerp
kan echter pas in het najaar worden behan-
deld. De bestaande regeling gaat dus ook na
30 Juni door.
IHet nieuwe wetsontwerp zal op allerlei pun-
ten de bestaande regeling trachten te verbete-
ren, in hoofdizaak om meer goed naar de sehip-
persbeurs te voeren. Dat kan gebeuren door
beperking der vaste relaties, beter omlijndng
van wat beurtvaart is en het stoppen van het
lek in de E. V., dat ontstaan is door het in het
geding komen van de Rijnvaartakte. Die zich
niet bij de E. V. wil aansluiten zou udtsluitend
op het vervoer in het vrije gebied blijven aan-
gewezen. Vcorts zal de nieuwe wet verbetering
brengen in de onderlinge verhouding der Be-
vrachtingscommissies en de financien van deze
instellingen.
MARNIX-HERDENKING NIET IN 1938,
MAAR IN 1940.
Naar ons uit Souburg wordt gemeld, zal de
officieele herdenking van den staatsman en
letterkundige, Mamix van Shit Aldegonde, die
aanvankelijk bepaald was op 10 September
a.s., worden uitgesteld.
De Regeering heeft n.l. besloten de herden
king te doen plaats hebben in 1940, aangezien
wordt aangenomen, dat het geboortejaar van
Mamix niet was 1538, maar 1540. (De Z.)
Of HEFFING VAN HET ALCOHOL! ERBOD
IN BELGIE?
Gevolg gevend aan den wensch, herhaalde
lijk uitgedrukt door leden van de liiberale
nim—,1 m m n in m mm
Men kan nooit weten, antwoordde Chrich-
ton. Uw zoon moet wel een geweldigen strijd
achter den rug hebben... als hij het gedaan
heeft.
Dale ging rechtop in zijn bed zitten en
veegde de tranen weg. Hij heeft het gedaan,
riep hij uit met harde stem en hij moet voor
zijn misdaad boeten. Het is niets meer dan
recht, dat hij zijn straf uitzit. Ik ben nu oud.
Het zal niet gemakkelijk zijn het hoofd fier
rechtop te houden, doch ik zal het doen. Ik
blijf toch den strijd voeren!
Goed zoo! zei sir Reginald op hartelijken
toon. U bezit nog altijd iets, waarvoor u kunt
strijden... u hebt nog uw dochter, mr. Dale...
Dale schrok op en liet het hoofd weer op
het kussen vallen; andermaal verborg hij zijn
aangezicht in de handen. Zijn dochter Mar-
jorie... De zoon van sir Reginald hield van
haar.., en zij hield van Jim.
Een gevoel van afkeer bezielde hem plotse
ling ten opzichte van Rupert Hij had niet
alleen z'n vader ten vol gebracht, doch ook
het leven en levensgeluk van Marjorie stond
op het punt te worden vernietigd.
Ik moet morgen reeds de stad verlaten,
zei sir Reginald, even voor hij Dale verliet. Ik
geloof echter, dat u reeds over een paar dagen
weer naar huis zult kunnen terugkeeren. Mijn-
heer Despard verzocht me u zijn groeten over
te brengen; hij zei, dat hij u zoo mogelijk mor
gen zou komen bezoeken. En wanneer u weer
moogt reizen, dan zal hij zelf u vergezellen
naar Devonshire. Onmiddellijk nadat de
rechtszitting was afgeloopen, deed hij mij een
voorstel, hetwelk in alle opzichten voor hem
pleat. Ik heb geen vrijheid me daar verder
over uit te laten, doch ik hoop, dat u het voor
stel zult kunnen aanvaarden... zoo niet voor
u zelf, dan toch in ieder geval voor het welzijn
van uw dochter. Voor haar zullen wij nu moe
ten zorgein, mijnheer Dale. Wij komen daar-
bij op de tweede plaats, want voor haar begint
het leven pas.
(Wordt vervolgd.)