ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTJEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
m
m
afisss—
it
m
ZWANENBERG
FeuilSeton
Twee uit een nest
No. 9681
WOENSDAG 10 NOVEMBER I937
77e Jaargang
Binnenland
Buitenland
11^«
if
EERSTE BLAD
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen
GEEN VERLAGING
VAN TABAKSACCIJNS
gtutaattt8§? 7
iaiaatmsg f i
nHHr' v
^De i
fiinste jonge
J groenten
nuiakt ival smaakl!
TER NEUZEN, 10 NOVEMBER 1937.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
m 'wuw"-v -waarapw*
uANMmujmiim
(WaaKSfT^UM*-llKi*
NEUZENSCHE COURANT
A BONNEM ENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bp vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen j 2,35 per 3 maanden fr. per post
a fornementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
itgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150
TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bp vooruitbetaling.
Grootere letters en clichFs worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarieU hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst ddn dag voor de uitgave.
OIT BEAT) VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, inge-
volge artikel 38, juncto artikel 16 der Drank-
wet 1931 Stbl. no 476, dat bij hen is ingekomen
een verzoek om een verlof A van REINIER
HARMS, van beroep cafdhouder, wonende te
Ter Neuzen, voor het beneden-lokaal van het
perceel, plaatselijk gemerkt no. 63 en gelegen
aan de Axelschestraat te Ter Neuzen.
Binnen twee weken, nadat deze bekend-
making is geschied, kan ieder tegen het ver-
leenen van het verlof schriftelijk bezwaren
indiienen bij Burgemeester en Wethouders.
Ter Neuzen, 8 November 1937.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVULiLE, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek van
de N.V. VEREEN1GDE PETROLEUM MIJEN
PUiRFINA 'SINCLAIR. ..SINFENA", gevestigd
te Rotterdam, om in het perceel kadastraal
bekend gem een te Ter Neuizen, Sectie L,
no. 426, gelegen aan de Lange Kerkstraat
no. 59, een benzine-installatie met ibovengrond-
sche aftapinrichting te mogen oprichten en in
werking stellen, door hen is ingewilligd.
Ter Neuzen, den 9 November 1937.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGEN, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
brengen ingevolge artikel 75 der Lager Onder-
wijswet 1920 ter openbare kennis, het volgen-
de raadsbesluit:
De raad der gemeente Ter Neuzen,
gezaen een op 12 October 1937 ingekomen
adres van het Bestuur van de R.K. School te
Sluiskil, houdende verzoek om ingevolge artikel
72 der L. O.wet 1920 gelden te willen beschik-
baar stellen voor aansluiting op de waterled-
ding en het in verband daarmede verrichten
van de noodige verbouwing aan het school-
gebouw, voor de R.K. school te Sluiskil
overwegende, dat voor bovenvermelde doel-
einden gelden uit de gemeentekas kunnen wor
den aangevraagd;
dat is voldaan aan het bepaalde bij artikel
77, le lid der Lager Onderwijswet 1920;
gelet op artikel 72 en volgende van ge-
noemde wet;
gehoond een voorstel van Burgemeester en
Wethouders;
b e s 1 u i t
zijn medewerking te verleenen.
Ter Neuzen, 9 November 1937.
De gemeenteraad voornoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLESecretaris.
Ter Neuzen, 10 November 1937.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
TWEEDE KAMER.
Afscheid van professor Mr. Aalberse.
In de gisteren gehouden vergadering der
Tweede Kamer heeft de voorzitter, prof. Mr.
P. J. M. Aalberse, die benoemd is tot lid van
den Raad van State, afscheid genomen van de
Kamer. Hij noemde dit het eerste moeilpke
oogenblik sinds hij het voorrecht had voor
zitter der Kamer te zijn. Eerst na innerlijken
strijd heeft hij zich beschikbaar gesteld voor
de benoeming tot lid van het hooge staats-
door
ANNY VAN PANHTJYS.
25)
Vervolg.
Ze bleef dus nog maar wat achter het paar
aanjwiandelen. Mogelijk zou zij nog wat boo-
ren of zien, dat haar de verhouding tusschen
de beide jongelui duidelijker zou maken.
Maar zij kon geen woord meer opvangen.
Ze kwamen langzamerhand in een straat,
waar het verkeer drukker werd. Op een hoek
bleef het paar eindelijk staan en Hep Lona ze
onopgemerkt vooTbij.
Een paar huizenblokken verder liep ze weer
terug. Juist op het goede oogenblik, toen het
tweetal afscheid nam.
Lona lachte tevreden in zichzelf. Het
meisje, dat zij zoo graag in het gezicht wilde
zien, kwam haar kant uit. Stefan echter liep
lanigzaam alsof hij het liefst op zijn schre-
den terug was gelkeerd in de richting,
waaruit hij gekomen was.
Ze week een beetje naar links af om het
meisje goed te kunnen opnemen.
Maar opeens veranderde de vroolijke uit-
drukiking op Lona's gezicht en werd deze ern-
stig. Wlat een fijm, mooi gezichtje had dit
meisje, bovenaardsch lief en mooi leek het
haar. Maar de angstiige, groote oogen had-
den een zoo doodelijk bedroefde uitdrukking,
dat Lona Jensen er van schrok. Reeds was
de slanke, goedgevormde gestalte in het
blauwe costuum haar voorbij en toch bleef
Lona nog even staan als moest zij de vreemde
college waarin hij thans zijn intrede zal doen.
Het grootste deel van zijn openbaar leven heeft
hij doorgebracht in de sfeer der Kamer, het
geen voor hem, verknocht aan de constitutio-
neele monarehie en het parlementair stelsel
van bijzondere heteekenis was. Zijn verstand
heeft hem ten deze geraden de zware taak
die hij hier te verrichten had, in verband met
zijn klimmenden leeftijd tijdig te verlaten en
deze te vervangen door een even eervollen en
nuttigen werkkring, welke echter niet die
psychische spanningen kent van het parle-
mentaire leven.
Hij bracht bij dit scheiden dank aan de leden
der Kamer voor de wijze waarop zij hem
steeds in zijn taak als leider der vergaderingen
hebben gesteund en voorts aan al zijne mede-
werkers van de griffie der Kamer.
Het scheiden viel hem zwaar. Van alien,
medeleden en medewerkers omlaag en omhoog
wenschte hij afscheid te nemen met den ouden
Nederlandschen wensch een wensch waarin
alle goeds besloten ligt: Zijt Gode bevolen.
De heer Duymaer van Twist sprak als oud-
ste lid den scheidenden voorzitter toe. Hij
wenschte hem geluk met zijn benoeming tot
lid van den Raad ivan State. Dat de Tweede
Kamer daardoor haar lid en voorzitter verliest
doet haar oprecht leed. Spreker had het
voorrecht den scheidenden voorzitter op 24
Februari 1903 hij zijn intrede in de Kamer
de hand te drukken. Thans luidt hij hem uit.
God schenke mild Zijn zegen op den nieuwen
arbeid. Hij zij met den heer Aalberse en zijn
gezin. (Applaus.)
De Minister-President, Dr. H. Colijn dankte
namens de Regeering den scheidenden presi
dent voor de medewerking die zij van hem
steeds heeft mogen ontvangen. Hij prees het
Nederiandsche volk gelukkig, dat het van de
gaven van hoofid en hart van Mr. Aalberse op
een andere plaafs profijt zal trekken.
De vergadering werd daarop geschorst om
den heer Aalberse gelegenheid te geven af
scheid te nemen van de leden en van de pers.
Een wetsontwerp tot wijziging van de
Tabakswet zal binnenkort kunnen worden
tegemoet gezien zoo wordt meegedeeld in de
memorie van antwoord aan de Tweede Kamer
inzake de begrooting van financien. De minis
ter meent er echter al terstond op te moeten
wijzen, dat aan verlaging van den tabaks-
accijns niet kan worden gedacht. 's Lands
financien laten zulks niet toe.
DE WERKING VAN DE VESTIGINGSWET-
KLEINBEDRIJF.
In een nota naar aanleiding van het verslag
van de Tweede Kamer over de voorgestelde
redactioneele wijziging van de Vestigingswet-
kleinbedrijf wordt o.m. gezegd:
Hoewel geenszins ontkend kan worden dat
de Vestdgingswet op enkele plaatsen voor ver-
betering vatbaar is, zou de Minister er voor
het oogenblik de voorkeur aan geven, zich ten
aanzien van wijziging te beperken tot datgene,
wat inderdaad urgent is te achten. Wat de
overige, in het verslag bedoelde wijzigingen
aangaat, is hij van meening, dat het aanbe-
veling zal verdienen, eerst meer ervaring met
betrekking tot de werking van de wet, en meer
in het bijzonder ook wat betreft de toepassing
van het eerste lid van artikel 1, op te doen,
alvorens verdere wijzigingen in overweging te
nemen. Hit uitstel biedt tegelijkertijd het voor-
deel, dat voldoende kan komen vast te staan,
in hoeverre de wijzigingen, in het verslag be-
sproken, inderdaad alle gewenscht zouden zijn.
Zoo schijnt bij de toepassing van het vijfde
lid van artikel 1 (de z.g. sperring) het voor-
schrift, dat hij verplaatsing binnen de gemeen
te w51 een vergunning wordt vereischt, eerder
een voondeel dan een nadeel te beteekenen, niet
alleen omdat hierdoor de controle aanmerke-
lijk wordt vergemakkelijkt, doch vooral omdat
somtijds moeilijkheden rijzen ten aanzien van
het begrip verplaatsing binnen de gemeente"
en dit wel aanleiding geeft tot misvattingen.
De mogelijkheid is daarom niet uitgesloten te
achterna Snellen en haar een paar troostwoor-
den toevoegen.
Zij gaf die gedachte echter op, omdat zij
dit natuurlijik onmogelijk kon doen. Maar den
wiindbuil, die aJlle vrouwen -onVerschillig of
zij Lona of Barbara heetten beschouwde
als alleen voor zijn persoonlijk genoeigen ge-
schapen, zou zij toch eens gaan vertellen wat
zij van hem dacht.
Lona Jensen bonsde in haar haast om Ste
fan von Homstein niet te laten ontsnappen,
tegen een paar menschen aan. Het was juist
het uur, waarop de falbrieken uitgingen; ar-
beiders en arbei'dsters liepen haastig naar
huis. Lona had een scherpen blik, anders
was zij den ingenieur zeker kwijt geraakt.
Maar zij hield in de drukte zijn lange gestalte
goed in de gaten en haalde hem tenslotte in.
Stefan von Homstein was in een stemming,
waarvoor hijizelf geen woord en zou hebben
kunnen vimden.
'Hij had nu den moed gehad, Barbara te
zeggen, dat hij haar voorloopig niet meer
zou kunen ontmoeten. Maar daarbij had hij
het ook moeten laten. Dat hij haar tegen
zich had aangedrukt en gekust, was een
groote dwaasheid geweest. Maar hoe zou
iemanid ook koel en beheerscht kunnen blijven
op het oogenblik, dat een meisje als Barbara
hem merken liet, dat zij hem mateloos lief-
had, met een roerende, wondere eerste liefde.
Dan had hij toch heelemaal geen hart in zijn
lijf moeten hebben en hij beizat intagendeel
juist een beetje teveel gevoel.
En het gekste was, dat hij het meisje, dat
hij die groote reis had voorgelogen, veel in-
niger liefhad dan Maria. Maar Maria zou
hij trouiwen en de andere moest dood voor hem
zijn.
Alle duivels! hij werd er ellendig van
en hjj moest maar ergens een glas wijn gaan
drinken am het vein zich af te zetten.
achten, dat te dezen aanzien een andere voor-
ziening gewenscht zal zijn dan in het verslag
bepleit.
Wat betreft de toepassing van artikel 10,
tweede lid, onder a, der Vestigingswet klein-
bedrijf, zij er op gewezen, dat onder het thans
reeds geldend vestigdngsverbod voor slagers de
gevolgde gedragslijn ten aanzien van den over-
gang van. den eigendom van een ondernemer
op zijn weduwe en/of zijn wettige minderjarige
kinderen bij overlijden geen enkel bezwaar op-
levert. De meening, dat bij overlijden van den
ondernemer de opvolging door een meerder-
jarigen zoon gedurende den zg. spertijd moei
lijkheden zal ondervinden, kan de Minister niet
deelen. Hij is steeds bereid in deze gevallen
zooals ook reeds in de praotijk is gebleken,
wanneer de vader om gezondheidsredenen zich
uit zaken moest terugtrekken de noodige
soepelheid in de uitoefening van de hem ten
dienste staande bevoegdheden te betrachten.
De minister deelt de opvatting van die ieden,
welke van meening zijn, dat het uitponden
d.i. het, zonder van het siagersbedrijf een
beroep te maken, van tijd tot tijd slachten van
een enkel stuk vee en verkoopen van het
vleesch geacht moet worden te vallen onder
artikel 1, zoowel onder het eerste als onder
het vijfue lid.
Hetgeer, deze uitponders doen, is toch te
beschouwen als het „vestigen" in den zin van
de wet van een zij het dan ook primitieve
„inrichting", waarin een bedrijf, i.e. het
siagersbedrijf, wordt uitgedefend. Deze in-
richting wordt, wanneer) de uitponding is vol-
tooid en de betrokken boer zich weer aan zijn
landbouwbedrijf gaat wijden, opgeheven, zoo-
dat de uitoefening van het siagersbedrijf", ten
aanzien van het publiek is gestaakt.
Dit standpunt impldceert, dat opnieuw een
vergunning moet worden aangevraagd, indien
wederom het uitponden, derhalve tot het ves-
tigen van een inrichtinig, waarin het siagers
bedrijf zal worden uitgeoefend, wordt overge-
gaan, hetgeen plaats vindt indien men de
uitoefening van het siagersbedrijf ten aanzien
van het publiek opnieuw doet aanvangen.
Het is niet juist ,dat met betrekking tot het
eischen van toestemming voor uitponden ten
aanzien van veeverzekeringsmaatschappijen
een andere gedragslijn zou worden gevolgd
dan wanneer zulks geSchiedt door boeren.
Opgemerkt wordt, dat aan het verrichten van
noodslachtingen geen moeilijkheden in den
weg worden gelegd. Het is den minister dan
ook niet recht duidelijk, waarom.aan de onder-
linge veeverzekeringsmaatschappijen in dezen
een bijzondere positie zou worden toegekend.
DE OFGELEGDE BOETE AAN DE
KOLENVEREENIGING TE VLISSINGEN.
Zooals gemeld, heeft het Tweede Kamerlid,
de heer Drop den minister vragen gesteld,
naar aanleiding van het feit, dat de huisbrand-
commissie, mgesteld door de z.g. kolenconven-
tie, aan de cooperatieve kolenvereeniging
D.E.L. te Vlissinigen, aangesloten bij de Zeeuw-
sche Federatie van cooperaties en kolenhon-
den, een boete van j 1600 had opgelegd, omdat
deze cooperatie naar de meening van de huis-
brandcommissie hij de vermelding van de
onder goedkeuring der huisbrandcommissie
vastgestelde detail-prijzen ook mededeelde,
wat de werkelijke berekende prijzen zouden
kunnen zijn.
Van bevoegde zijde vemeemt de Midd. Crt.,
dat de huisbrandcommissie deze boete heeft
teruggebracht tot f 50.
VERKENNING VAN HET NIEUW
ONTDEKTE MEER OP NliEUW-GIIINEA
Aneta meldt uit Amboina:
Voor de verkenning van het bergmeer, dat
ontdekt is door den marine-vlieger, den heer
Wissel, die gedetacheerd is bij de Nederiand
sche Nieuw-Guinea Petroleum Maatschappij,
en welk meer gedacht is als expeditie-basis
voor het Koninklijk Aardrijkskundig Genoot-
schap zijn te Amboina twee T-vliegtuigen
aangekomen, die Dinsdag naar Dobo zijn ver-
trokken. Het meer is gelegen 100 K.M. ten
noordwesten van Oeta, in de onderafdeeling
Vanavond moest hij gelukkig niet naar zijn
schoonouders en hij was blij, dat hij Maria niet
zou ontmoeten.
Uit zijn gepeins' wend hij plotseling opge-
schrikt door een spottend: ,,Goeden avond
mijnheer don Juan!"
Hij keek opzij en in twee schitterende
oogen.
VervlOekt, dat was Lona Jensen!
Naar zijn idee moest die al reeds lang uit
Frankfort vertrokken zijn. Moest zijn nood-
lot hem nu ook juist dat coquette persoontje
doen tegenikomien
Ze stoorde er zich niet aan, dat hij haar
groet nauwelijks beantwoordde, en ook de er-
gernis, die duidelijk op zijn gezicht stond te
lezen, scheen voor haar niet te bestaan. Kalm
ging ze met hem in de pas loopen..
,,En, mijnheer don Juian, heeft u weer een
hartje gebroken?™ zei ze half luid en op den-
zelfden spottenden toon van daareven.
Stefan von Hornstein haalde de schouders
op.
„Waar kom jij nu vandaan gewaaid, Lona,
en waarom noem je my zoo mail mijnheer don
Juan?"
„Ik ben altijd nog in het cabaret, omdat de
Frankforters mij niet missen kunnen," ant-
woordde zy lachend, „en diem eeretitel igeef ik
je omdat je daar recht op hefet."
Hij keek haar onzeker van terzyde aan.
,,Dat ik zoo spbedigonttroond was, deed
mij eerst pijn, maar de wond is nu gesloten
in dat opzicht hefo ik goedheelend vleesch.
Dat je echter met een meisje, mooie als een
engel, over liefde praat en haar midden op
straat kust, alsof je haar op wilt eten, dat
is laag want je bent met een ander ver-
loofd."
Stefan's handsn balden zich tot vuisten.
,,H)oe durf jij je aananatigen, zoo tegen my
te spreken," zei hij, terwijl hij staan bleef, „in
Mimika. De verkenning zal geschieden van
de Etna-baai uit, waar het gouvemements-
vEiartuig ,,Arend" is gestationneerd. Verschil-
lende bestuursambtenaren zuilen den tocht
meemaken.
SJANGHAI GBHEEL OMS IN GELD.
Het is 'Dinsdag een helangrijke dag geweest
voor de Japansche bevel'hebbers, die de actie
in China leiden: onder den druk hunner strijd-
krachten hehhen de Chineesche soldaten het
gevechtsterrein aan de Soetsjau-kreek ont-
ruimd, hetgeen ibeteekent, dat de omsingeling
van Sjanghai een feit geworden is. De Chinee-
zen trekken zich, niettegenstaande de achter-
volging door den tegenstander, in goede orde
terug in de richting van Hoengsjau. Ook aan
den spoorweg van 'Sjanghai naar Hangtsjau
hebiben de Chineezen hun stellingen ontruimd.
Het Japansche persagentschap Damei wijst
op den gevoeligen slag, die aan de regeering
te Nanking is toegetoracht met deze omsinge
ling; het financieele en industrieele hart van
China is voor haar verloren gegaan. Verschil-
lende vooraanstaande Chineesche banken heb
ben inmiddels haar zetel naar de hoofdstad
verplaatst.
DE HERTOG VAN WINDSOR EN DE
AMERIKAANSGHE ARBEIDERS.
W'illiam Green, de voorzitter van de Ame
rican Federation of Labour, heeft een verkla-
ring gepubliceerd, waarin de resolutie van de
afdeeling Baltimore van de Federation ver-
zacht wordt. Deze motie is de oorzaak ervan
geweest, dat de hertog van Windsor zijn voor-
genohaen hezoek aan Amerika heeft opge-
geven. Green zegt nu, dat de hertog en iherto-
gin hartelijk zouden worden welkom geheeten,
indien zij er alsnog toe mochten besluiten naar
de Vereenigde Staten te komen. De oppositie
tegen het bezoek kwam voort uit het feit, dat
Charles Bedaux de gids van den hertog zou
zijn bij zijn studie van de arbeidsvoorwaarden
in Amerika. „De Amerikaansche arbeidersbe-
weging", aldus Green, heeft zich nimmer ver-
zet tegen de Amerikaansche ,reis van den
hertog en de hertogin en zal zich ook in de
toekomst niet daartegen verzetten. Integen-
deel, wij wenschsn tot hen een welgemeende
uitnoodiging te richten tot een bezoek aan de
Vereenigde Staten."
DE BEJLGISOHE KABINETSCRISIS.
Tegen de verwachting in kon minister Spaak
bij zijn bezoek aan den Koning Dinsdagoch-
tend nog niet mededeelen, dat hij er in ge-
slaagd was een kabinet samen te stellen. Te
elfder ure waren er weer emstige moeilijk
heden gerezen.
Toen Spaak van het koninklijk paleis terug-
keerde, verklaarde hij: ,,Niets is nog kapot. Ik
zal nadenken, maar alles kan nog in duigen
vallen".
Volgens in omloop zijnde geruchten zouden
twee katho'lieke ministers te kennen hehhen
gegeven, dat zij tot het ibesluit waren ge
komen, dat ze niet konden medewerken aan
de vorming eener regeering op grond van het
besluit der conservatieve katholieke fractie,
welke een anderen vertegenwoordiger in het
kabinet eischte.
BRUNO MUSSOLINI.
Verschillende Engelsche en iFransche bladen
melden, dat ondanks de officieele tegenspra-
ken van iRome, telegrammen uit Barcelona en
Valencia blijven melden, dat Bruno, de oudste
zoon van Mussolini, met zijn vliegtuig neer-
geschoten is boven het gebied der Spaansche
regeering en dat hij op het oogenblik de ge-
vangene. is der regeeringstroepen. De Spaan
sche ambassade te Londen heeft gezegd, dat
zij geenerlei mededeeling had te verstrekken
over het lot van Bruno Mussolini. De Italiaan-
sche ambassade heeft eveneens verklaard, dat
zij niet op de hoogte was van de verplaatsin-
gen van den jeugdigen vlieger-officier.
elk geval zal i!k mij maar veroorloven, hier af
te slaan."
Ze waren juist op den hoek van een zij-
straat gekomen.
Lona keek hem vastbesloten aan.
,,Als ik niet zoo'n medelijden had met dat
beeldmooie kind Barbara en hoe zij verder
heeten mag zou het me ijsikoud laten als
je haar, om haar af te schep'en, een armband
of een broohe stuurde. Wil je die stille zij-
straat in? Mij best, daar kan ik je nog beter
zeggen wat ik precies van je den'k." Ze zei
dit luider dan daamet en Stefan, die bang
werd, dat die voorbijgangers zouden blijven
staan, Hep door.
Hij zou Lona maar laten praten, onderweg
zou hij wel gelegenheid vinden, haar kwijt te
ra'ken.
,,Ik ben je niet als een spion nageloopen,
mijnheer don Juan," vervolgde Lona, nu weer
op gedempten toon sprekend, „ik kwam bij
mifn naaister uit en zag, dat iemand een
jongedame oplgewonden zoo maar op straat
kuste en daar ik dien persoon h'erkende, slen-
terde ik achter het paar aan en hoorde dat
de heer zijn gezellin Barbara noemde. Tot op
dat oogenblik had ik geloofd, dat de dame
de verloofde vein dien heer was. Maar ik had
gehoord en gelezen, dat de verloofde een an
deren voomaam had en vroeg me af hoe dat
nu mogelijk was. Ik had er zelfs schik in, dat
er 'buiten my. nog m'eer domme meisjes waren
toidat ik die Barbara in het gezicht had
gekeken. Toen had ik alleen nog maar mede
lijden met haar en dacht: Die mijnheer don
Juan moet een's weten hoe slecht en gemeen
zijn optreden is, ik zal hem daarover eens in-
lichten."
Stefan luisterde gelaten toe Lona's
woorden waren bel'eedigend en toch voelde
hij ze nauwelijks als zoodanig.
,,Ik had alleen nog maar medelijden met
koopt Zw"n^terbijzondere
serVCeDe malsche spe^
boontjes tp^^Tnenberg-
het veld.
34
Ingez. ivied.
In een interview met een Londenschen jour
nalist heeft de Italiaansche minister voor pers
en propaganda echter verklaard: Bruno leeft
en is gezond. De geruchten, volgens welke by
gedood of gewond of gevangen zou zijn, berus-
ten op niets. 'Wij kunnen niet mededeelen,
waar hij zich bevindt, want hp vervult op het
oogenblik militaire plichten.
Ochtendvergadering.
In de gisteren gehouden vergadering was
afwazig de heer De Kraker.
Na vaststelling der notulen van de vorige
vergadering en mededeehng van goedkeu
ring raadsbesluit en en proces-verbaal van
kas-opname, kwam in behandeling een ver
zoek van K. J. Nanninga, arts te Sluiskil, om
te wofden aangesteld als gemeente-geneesheer
aldaar.
De heer Oolsen deelde hlerbij mede, dat hp
in de veronderstelling leefde, dat de gemeente-
geneesheer, de heer W. W. Stevens, nog tijde-
lijk was aangesteld als gemeentegeneesheer,
terwijl de heer Van Cadsand ef bezwaar tegen
maakte, d'it verzoek aan te nemen voor ken-
nisgeving, in de meening verkeerende, dat dan
bij den betreffen'den begrootingspos't geen
voorste'llen meer konden worden gedaan. Na
dat hij door den Voorzitter in dit opzicht ge-
rus'tgesteld was,, werd dit verzoek voor ken-
nisgeving aangenomen.
Van het Beveiligingscomite van den weg
langs het kanaal van Ter Neuzen naar Sas
van Gent was ingekomen een verzoek om een
su.bsidie uit de gemeentekas. De heer Van
'Hecke stelde voor, aan dlit comite als blpk van
sympathie een bijdrage van 5 te verleenen,
waartegen zich enkele leden verzetten. De
heer Den Hamer betoogde en werd hierin
in het verloop der besprekingen in het gelpk
gesteld dat wel alle leden sympathie zou
den hebben voor het streven van dit comite,
en dat hij als particulier dit ook zijn steun
wilde verleenen, doch dat het niet op den weg
van den raad ligt, dergelijke acties te steunen.
De heer Colsen deed mededeeling van het
werk van 't comite en kondigde aan, dat dit
binnenkort met uitgewerkte plannen voor een
rijwielpad langs het kanaal, afgeschei'den van
den verkeersweg, bij den Minister van Wa-
terstaat zou komen. Op grond van de op dezen
haar!" Dat klonik zoo helder en duidelijk, dat
het hem goed deed,
iHij schoof zijn hoed achterover, zpn voor-
hoofd was klam geworden. Maar hp bleef het
stilizwijgen bewaffen wat had hij oak tot
zijn verdediging kunnen zeggen, want hij ver-
oordeelde ziehzelven. Lona Jensen wist ver
der ook niets van de samenloop der omstan-
digheden, waardoor hij Barbara was gaan
liefhetben. En voor Lona behoefde hij zich
niet te verontschuldigen.
Ze verwachtte blijkbaar ook geen tegenwer-
pingen.
iRustdg sprak zij verder: ,,Als zoo'n meneer
als jij met ieimand als ik over liefd'e praat,
haar kust en dan weer laat loopen, is dat
niet z6<5 erg. Stefan von Homstein was niet
de eerste man in mijn leven en zal ook niet
de laatste zijn. Maar dat arme blond je dat
gaat mij aan mijn hart als die wordt wegge-
stuurd, en zoover schijnt het nu judst te zijn.
De vertwijfieling, die uit haar oogen sprak,
heeft mij (week gemaaikt en ik zeg maar: Zoo'n
meisje moet men met rust laten als men geen
emstige piannen heeft. Anders laadt men
een zware schul'd op zich."
Stefan van 'Homstein voelde met bitterheid,
dat hp zich door iemand, die het met de liefde
nogal gemakkelijk nam, moest laten kapitte-
len en dat zij daarbij ook nog heelemaal gelpk
had.
Was het dan zoo erg wat hij gedaan had.
Hij probeerde zich te verdedigen.
,,Je weet niet hoe het zoo ver gekomen is.
Ik
Hij wist niet hoe hij verder zou moeten gaan
of hij zou Lona alles haarfpn hebben uit te
leggen, dat hij zich telkens weer zoo tot Bar
bara aangetrokken had gevoeld, omdat zij zoo
sprekend op Maria leeik. En dat ging toch
niet aan.
(Wordt vervolgd.)