ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9675
WOENSDAG 27 OCTOBER 1937
77e Jaargang
BERICHT.
Binnenland
Buitenland
HET DEPARTEMENT
VAN ALGEMEENE ZAKEN.
fg- .\MTUKnc^j^maa^.-*siaBsaji!mM. m^g^jw^aai^gtmaawBwiBM rinrTH'fflii
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
V'oor Belgie en Amerika 2,—, overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
aiornem enter voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor eiken regel meer 0,20.
KEEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clicbd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij ragelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst dag voor de uttgave.
DIT READ VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Aan ben, die gebruik wenscben te maken
van onze rubriek ..Agenda" wordt medege-
deeld, dat biervoor alleen in aanmerking
komen aankondigingen waarvan t. z. t. IN
ONZE GEWONE ADVERTENTIEKOLOM-
MEN (dus niet in de rubriek „Kleine Adver
tentien) een advertentie wordt geplaatst.
DE ADMINISTRATTE
HINDER WET.
Burgemeester en Wetbouders van TER
NEUZEIN, maken bekend, dat het verzoek van
L. QFPENEER, molenaar, wonende te Ter
Neuzen, om in het perceel kadastraal bekend
gemeente Ter Neuzen, Sectie L no. 1442,.
gelegen aan de Donze-Visserstraat no. 33
(hoek 2e Verbindingsstraat), zijn graanmalerij
te mogen uitbreiden door ben is ingewilligd.
Ter Neuzen, den 26 October 1037.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGEN, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
DE RIJKSBEGROOTING VOOR 1938.
Aan het voorloopige verslag der Tweede
Kamer over hoofdstuk I van de Rijksbegroo-
ting 1938 is het volgende ontleend:
Eenige leden wenschten bij de bespreking
van de Kabinetsformatie kortelijk bun denk-
beelden op staatkunaig gebied uiteen te zetten.
Onrniskenbaar is het aldus deze leden
dat het individu zekere rechten heeft. Voor-
zoover die rechten zijn betrekkingen tot God
betreffen, moeten zij volkomen worden geeer-
biedigd. Voorzoover zij zijn openbaar leven
als lid van de volksgemeenschap betreffen,
zijn zij echter beperkt door het belang van die
gemeenschap. Het persoonlijke belang moet
voor het algerheene belang wijken. Het volk
is een begrip van hoogere orde dan het indi
vidu. Het volk is niet iets toevalligs, maar
een scbepping van God, een organisme, dat
volgens de natuurlijke wetten moet leven, wil
het niet te gronde gaan. Naast individu en
gezin behooren de corporaties organen te zijn
van de arbeidsgemeenschap, die het volk is.
Het is een dwaling te meenen dat men het
,,demo-liberalisme" kan verbeteren door 't met
Christendom te doordringen. De ervaring in
tal van democratische landen heeft dat be-
wezen. Slechts uitroeiing kan baten. Daarom
strijden zij, die den corporatieven staat voor-
staan, tegen het parlement en de politieke
partijen. Daarom kan ook in zulk een staat
geen persvrijheid worden toegelaten. Het be
grip ordening neemt in de corporatieve staats-
gedachte een eerste plaats in. Maar met die
gedachte is volkomen in strijd een ordening,
geljjk die hier te lande door velen wordt voor-
gestaan, een onorganische, tegennatuurlijke
ordening, die voert naar staatssocialisme en
staatsabsolutisme.
De financieele toe,stand.
Bij him beschouwingen over den financieelen
toestand van het rijk stelden verscheidene
leden voorop, dat, ondanks den reeds merk-
baren invloed van de mede als gevolg van de
gewijzigde monetaire politiek tot stand ge-
komen verbetering van het oeconomische
leven, die toestand nog verre van gunstig is.
Toch meenden deze leden in dit opzicht iets
minder pessimistisch gestemd te moeten zijn
dan de steller van de millioenennota.
De belangrijkste post onder de z.g. zwakke
plekken is die van 31 millioen wegens het
stopzetten van stortingen in de sociale ver-
zekeringsfondsen. Is vroegen de bier be-
doelde leden de hervatting van deze stor
tingen wel zoo onvermijdelijk als de millioenen
nota aanneemt? Kan niet de overgang van
bet fondsenstelsel naar bet omslagstelsel of
naar een gemengd systeem de volledige her
vatting van deze stortingen mogelijk maken?
In de tweede plaats mag meenden deze
leden de vraag worden gesteld, of de op-
brengst van de middelen voor 1938 niet te laag
is geraamd.
Allereerst ware naar bun meening te over-
wegen of niet nog nieuwe middelen kunnen
worden verkregen. De regeering zelf maakt
in dit verband gewag van het denkbeeld om
een bijzondere belasting voor defensiedoelein-
den op te leggen. Gaarne zou men omtrent dit
denkbeeld nadere bijzonderheden vernemen.
Meer nut verwachtten de hierbedoelde leden
van de invoering van een belasting op de win-
sten van naamlooze vennootschappen, ter ver-
vanging van de dividend- en tantiSmebeiasting.
In de tweede plaats dachten deze leden aan
een verdere conversie van de staatsschuld.
Zij acbtten bet, ruw geschat; mogelijk, dat
hierdoor een verlichting van den rentelast tot
een bedrag van ongeveer 15 millioen gulden
zou worden bereikt.
Verscheidene leden meenden tegen deze be
schouwingen aanstonds een waarscbuwend
woord te moeten doen hooren. Een reserve-
kracht in de begrooting is van het grootste
belang voor het geval zich opnieuw financieele
moeilijkheden zouden mogen voordoen.
Ook meenden dezelfde leden er op te moeten
wijzen, dat bet heffen van een belasting, waar-
door ook de niet uitgekeerde winst van ven
nootschappen zou worden getroffen, een ge
vaarlrjk experiment zou zijn. De depressie van
de afgeloopen jaren heeft wel niets duideljjker
geleerd, dan dat reserveeringen voor de onder-
nemingen hoog noodig zijn en een groot be
lang vormen.
Verscheidene andere leden die met nadruk
wenschten voorop te .stellen dat ook zij vast
wilden houden aan een gezonde en voorzich
tige financieele politiek, waren na een uit-
voerige analyse van de begrooting toch ook
tot een minder sombere concluSie gekomen
dan die, welke in de millioenennota wordt ge-
trokken.
De hierbedoelde leden kwamen tot de con-
clHsie, dat het niet onverantwoord is, bij de
regeering aan te dringen op bet overwegen
van eenige voorzieningen op oeconomisch en
sociaal gebied, die in zeer sterke mate bij par
lement en volk leven en die niet vermeden
zullen kunnen worden.
Vele andere leden konden allerminst het op-
timisme met betrekking tot den financieelen
toestand deelen.
Alles bijeengenomen, blijkt naar de meening
van de hier aan bet woord zijnde leden duide-
lijk, dat de begrootingspositie ondanks de in-
getreden verbetering nog het tegendeel van
gunstig is. Op grond daarvan meenden deze
leden met het financieele beleid, zooals dat in
de millioenennota is uiteengezet, hun voile in-
stemming te kunnen betuigen.
Met betrekking tot de mededeeling van de
regeering, dat maatregelen zullen worden be-
raamd, strekkende tot gedeeltelijke dekking
van de defensie-uitgaven uit nieuwe middelen,
werd opgemerkt, dat bet totaal van den belas-
tingdruk in ons land van dien aard is, dat ver-
laging van dien druk in hooge mate wensche-
lijk en verdere opvoering daarvan zeer beden-
kelijk moet worden geacht. Dit verandert niet,
indien die opvoering onder bet etiket van be-
stemmingsheffing plaats vindt.
Eenige leden noemden de begrooting voor
1938 een typisch inflatieproduct. Zij profiteert
van de na de depreciatie van den gulden sterk
gestegen ontvangsten, terwijl tevergeefs ge-
tracht is een verdere stijging van de uitgaven
te vermijden.
Verscheidene leden achtten bet noodzakelijk
de bijzondere aandacbt van de regeering te
vragen voor de positie van het personeel in
's rijks dienst.
Ten slotte stelden enkele leden nog de vraag,
of de vervroegde pensionneering, welke tbans
voor onderwijzers geldt, ook niet voor de
andere ambtenaren zou kunnen worden inge-
voerd. Gaarne zou men vernemen, welk be
drag hiermede gemoeid zou zijn.
Andere onderwerpen.
Met bijzondere instemming had een groot
aantal leden uit de Troonrede kennis genomen
van het standpur.t der regeering op bet s±uk
van den Zondag, al badden verscheidenen hun-
ner de formuleering liever wat minder nega-
tief gezien.
Vele andere leden konden de formuleering
van dit programmapunt in de Troonrede aller
minst bewonderen. Het spreekt naar hun mee
ning van zelf, dat de overheid ontheiliging van
den Zondag piet zal aanmoedigen. Bovendien
mag de vraag worden gesteld, wat onder ont
heiliging'' moet worden verstaan.
Een aantal leden wenschten bij deze alge-
meene beschouwingen een enkel woord te wij-
den aan het spellingvraagstuk.
Naar de meening van deze leden wordt het
optreden van de regeering op dit punt in zoo-
danige mate gekenmerkt door onvastheid en
onbeslistheid, dat het slechts bij weinigen in-
stemming zal kunnen vinden.
Verscheidene leden gaven uiting aan hun
instemming met de instelling van een departe-
ment van algemeene zaken, welke instemming
echter door andere leden niet werd gedeeld.
Verscheidene leden getuigden van hun ver-
wondering en teleurstelling over het feit, dat
de z.g.n. defensieverboden betreffende S.D.A.P.
en N.V.V. nog steeds niet zijn opgeheven.
Van andere zijde werd eveneens opheffing
verzocht van het voor alle ambtenaren gelden-
de verbod tot het lid zijn van of verleenen van
steun aan de NjS.B.
Het had de aandacht van eenige leden ge-
trokken, dat vo6r de verscbijning van de mil
lioenennota in enkele bladen berichten hebben
gestaan omtrent hetgeen met betrekking tot
den inhoud dier nota in de vergadering van
den raad van Ministers zou zijn besloten. Men
achtte dergelijke indiscreties toch wel zeer on-
gewenscht en zou gaarne van de regeering
vernemen, of zij ook kan nagaan, door wis
deze zijn veroorzaakt.
HET KWARTJE VAN MINISTER ROMME.
We krijgen nog steeds, aldus het Vaderland,
allerlei vragen om inlichting inzalke het veel
besproken kwartje. Dit ligt, gelooven wij,
meer aan het tikje galgenhumor, dat, volgens
velen, bet voorstel aanikleeft, dan wel aan de
ingewikkeldbeid van bet voorstel zelf.
De zaaik .zit zoo.
De regeering is overtuigd', dat de uitkeering
van 5,30 per jaar aan de genieters van B-
steun voor schoeisel, kleeding en dekking veel
te gering is. Zij wil ziclh daarom een belang-
rijk offer getroosten voor een grootere uitikee-
ring, maar enlkel in natura, d.w.z. in schoeisel,
kleeding en dekking, mits de steimtrekker
meewerkt doorsparen. Elk kwartje door
den steuntrekker ingeleigd wordt namelijk
twee kwartjes voor gezinnen met minder kin-
deren dan vijf of 0,65 voor gezinnen met vijf
of meer kinderen. Gelulkkig is, dat ook instel-
lingen bet kwartje kunnen betalem ten bate
van den steuntrelkikende.
De extra steunregeling gaat echter pas 1
Januari in. Voor den tusschentijd doet de Re
geering een beroep op het volk, om haar door
collecten te steun en. Het verzoek is gericht
aan B. en W. der gemeenten.
Elke gemeente, welke een collecte boudt,
krijgt 1/10 van eigen opibrengst terug. De rest
wordt pondipondsgewijze verdeeld over de ge
meenten, zond'er onderscbeid of ze een collecte
hidden dian wel niet.
(Houdt de Regeering haar spaarsysteem een
jaar vol, dan zou het kwartje van den werke-
looEe met een gezin van vijf of minder kinde
ren en dat van den werkelooze met een gezin
van vijf om meer kinderen aangroeien tot 26
of j 33,50. Het scbijnt in de bedoeling te liig-
gen, om de drifi maanden den spaarder in de
gelegenheid te stellen, bet gespaarde in schoei
sel, kleeren of dekking om te zetten.
IR. MUSSERT HEEFT EEN
GEPANTSERDE AUTO.
De weerkorpsen niet ontbonden?
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer nopens de begrooting van justitie, is
het volgende ontleend:
Gevraagd werd, wanneer de wet op de
weerkorpsen in werking zal treden. Sommige
leden meenden, dat de N. S. B., ondanks de
openlijk aangekondigde ontbinding van haar
z.g. weerafdeelingen, nog steeds formaties in
stand boudt, welke na het in werking treden
van de genoemde wet onder de daarin opge-
nomen verbodsbepalingen, zouden vallen. Van
andere zijde werd deze bewering ten stelligste
weersproken.
Volgens mededeelingen in de pers zou de
Minister van Financien in verband met het
feit, dat ir. Mussert een gepantserde auto
gebruikt, aan de douane-ambtenaren een op-
dracbt gegeven hebben, welke op bet aan hem
verleenen van een speciale faciliteit neer-
komt. Verscheidene leden betwijfelden ernstig
of zulk een opdracht wel gegeven had dienen
te worden. Moet daaruit worden afgeleid,
dat de regeering het noodig acht, dat iemand
in Nederland ter bescherming van zijn leven
van een gepantserde auto gebruik maakt?
Zoo ja, dan wilden deze leden als bun mee
ning te kennen geven, dat de openbare veilig-
heid bier te lande dusdanig verzekerd is, dat
dergelijke maatregelen niet noodig zijn. Zij
vertrouwden, dat de Minister van Justitie,
wien de zorg voor de openbare veiligheid is
toevertrouwd, deze meening zal deelen en
met zijn ambtgenoot van Financien in overleg
zal willen treden, teneinde de genoemde faci
liteit te doen intrekken.
Het relletje op het Blauwe Zand,.
Verscheidene leden badden zich verwonderd
over de wijze, waarop de vervolging van feiten
van strafbare feiten, begaan bij gelegenheid
van nationaal-socialistische propaganda is
aangepakt. In het bijzonder uitten zij critiek
op het optreden van de justitie in de zaak
van het bekende incident op het Blauwe Zand.
De personen, die eerst resp. met een zweep
geslagen en 'n revolver afgevuurd hebben zijn
niet in preventieve hechtenis gesteld, degene,
die daarna met een steen heeft geworpen, wel,
en zelfs gedurende meer dan drie maanden,
Instede dat de eerst "oedoelde personen bet
eerst berecht zijn, waardoor een volledig licht
zou zijn gevallen op hetgeen aan bet werpen
van den steen is voorafgegaan, is eerst de
man, die het in tijdsorde later begane feit
beeft gepleegd, voor den rechter gebracht. De
hier aan het woord zijnde leden waren van
oordeel, dat een en ander niet bevorderlijk is
Voor bet vertrouwbn in de objectiviteit van
den vervolgenden ambtenaar.
JUSTITIE, POLITIE EN PERS.
In de Zaterdag te Rotterdam gehouden ver
gadering van den Nederlandschen Joumalisten
Kring beeft de beer A. J. Lievegoed, chef van
den regeeringspersdienst, medegedeeld, dat een
circulaire of aanschrijving inzake een verbod
tot het verstrekken van mededeelingen aan
derden uit stukken van strafrechtelijk onder-
zoek, van den tegenwoordigen Minister van
Justitie niet is uitgegaan. Een dergelijke cir
culaire dateert niet van enkele weken, doch
van vele maanden geleden.
De heer Lievegoed deelde mede, gemachtigd
te zijn te verklaren, dat de tegenwoordige
Minister van Justitie, mr. C. M. J. F. Goseling
zijnerzijds geen beperking wenscht te brengen
in de wijze, waarop de pers tot dusver door de
politie wordt ingelicht, dat de Minister niet
gevoelt voor een centrale regeling van deze
aangelegenheid en dat de Minister een soepele
regeling terzake door de betrokken plaatse-
lijke.overheden voorstaat.
DE RAMP MET DE T. 1.
Aneta meldt uit Soerabaja:
Omtrent het vergaan van het vliegtuig T 1
wordt uit Banda Neira nog bet volgende ver-
nomen:
Door de geweldige kracht, waarmede het
vliegtuig te pletter sloeg, sprongen de boorde-
volle benzinetanks uit elkaar.
Een inzittende van een ander T-vliegtuig
sprong over boord om te tracbten zijn kame-
raden te helpen. Hij trachtte zwemmende het
wrak te bereiken, doch dreigde daarbij door
benzinedampen het bewustzijn te verliezen,
terwijl hij brandwonden opliep. Daar hij luid
om hulp riep, bemerkte de bemanning van het
T-vliegtuig het gevaar, waarin de redder ver-
keerde, zoodat zeer snel de rubberboot, welke
aan boord van elk vliegtuig aanwezig is, werd
op^gepompt en te water gelaten. De redder
werd bewusteloos opgehaald en naar een oor-
logsbodeip ge transport eerd. Na eenige dagen
was hij hersteld. De naam van den betrok-
kene is niet gemeld.
EEN GELUKKIGE GEMEENTE.
De gemeenteraad van Voerendaal (L.) heeft
het besluit kunnen nemen diverse belastingen
te verlagen. De opcenten Personeele Belas
ting werden van 170 op 120 gebracht, die van
gemeentefonds-belasting van 60 op 50. De
electrische tarieven werden van 25 op 23 en
van 12 op 10 cent teruggebracht. De burge
meester k'on tenslotte meedeelen, dat Voeren
daal geen enkelen stempelaar meer heeft.
HET VAREN VAN SCHIPPERS
OP ZONDAG.
Op vragen van den beer Kersten betref
fende het uitsluiten van het varen van bieten
van schippers, die gewetensbezwaren hebben
tegen het varen op Zondag heeft de heer Van
Buuren, Minister van Waterstaat, geantwoord
De Minister van Economische Zaken heeft
in September 1934 toegezegd, dat aan de
bedoelde gewetensbezwaren zooveel mogelijk
zou worden tegemoet gekomen.
Het is den Minister, die sedert kort. de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering van
de wet van 5 Mei 1933 bedraagt, gebleken,
dat door de bevrachtingscommissie ernstig in
die ricbting is gestreefd; door de deswege ge
troffen regelingen is alleen niet tegemoet
gekomen kunnen worden aan de gewetens
bezwaren van ben, die ook voor gevallen van
uiterste noodzaak, n.l. als bet continubedrijf
der suikerfabrieken in bepaalde buitengewone
omstandigheden zou worden verstoord, die
bezwaren onverminderd handhaafden.
De Minister is bereid de mogelijkheid van
verdere tegemoetkomingen na te gaan, doch
acht het uitgesloten, dat een eventueele wijzi-
ging der getroffen regelingen nog in de hui-
dige reeds vergevorderde oampagne van in
vloed zou kunnen zijn.
Aan het voorloopig verslag over bet wets-
ontwerp wettelijke voorzieningen, naar aan-
leiding van het Kon. besluit van 3 Juli 1937
tot instelling van een departement van alge-
meen bestuur, dat den naam zal dragen van
ministerie van algemeene zaken, is het vol
gende ontleend:
Vele leden beschouwden de instelling van dit
nieuwe departement als een gelukkige oplos-
sing van de vraag, op welke wijze de positie
van den leider van het kabinet bet best kan
worden geregeld. Naar men meende, zullen
nu ook zekere bijzondere functies, welke tot
dusver door den Minister van Binenlandsehe
Zaken werden vervuld, door den voorzitter van
den raad van ministers kunnen worden over-
genomen. Met name dacht men in dit verband
aan de sluiting van de zitting der Staten-
Generaal. Ook zouden nu verschillende inter-
departementale instituten, zooals b.v. de com-
missie voor werkverruiming en bet werkfonds
onder het departement van algemeene zaken
kunnen komen te ressorteeren.
Andere leden verklaarden tegen het instellen
van een afzonderlijk, klein ministerie, beheerd
door den voorzitter van den ministerraad,
geen bezwaar te hebben. Zij zouden echter
niet willen zien, dat hierdoor de functie van
dien voorzitter zou worden tot een minister-
presidentschap, waaraan min of meer ver-
gaande bevoegdheden zouden zijn verbonden.
Zulk een ambt toch zou zich in den buidigen
partijenstaat kunnen ontwikkelen als een doel-
treffend instrument tot overheerscbing door
een bepaalde partij, en zoo tevens den scheids-
muur nog hooger maken, dien de regenten
tusschen Kroon en volk hebben opgebouwd.
De tot dusver gevoerde beschouwingen
geven verscheidene leden aanleiding, van de
regeering een volledige uiteenzetting te ver-
zoeken omtrent de overwegingen, welke bij de
instelling van dit departement hebben ge-
golden.
Weer andere leden juichten de instelling van
een nieuw departement niet toe. Naar bun
meening verzet de nog steeds geldende eisch
van groote soberheid in de staatshuishouding
zich tegen een uitbreiding van den openbaren
dienst in dezen vorm.
Een aantal leden achtte de instelling van het
hierbedoelde departement, als die inderdaad
gelijk zij meenden zuiver op utiliteitsgron-
den heeft plaats gehad,. eigenlijk overbodig.
Naar hun oordeel toch is bet zeer wel mogelijk,
dat het voorzitterscbap van den ministerraad
met al zijn bemoeiingen wordt waargenomen
door den Minister van Binnenlandsche Zaken.
FRIDA KATZ TROUWT 10 NOVEMBER.
Mej. Mr. C. Frida Katz zal 10 November a.s.
in het huwelijk treden met den heer C. W. F.
baron Mackay, burgemeester van Ermelo.
De burgerlijke huwelijksvoltrekking zal ge-
schieden des morgens om 11 uur in de Am-
sterdamsehe raadszaal, door Dr. W. de Vlugt,
burgemeester van Amsterdam.
Daarna zal om 12 uur in de Willem de Zwij-
gerkerk de kerkelijke huwelijksbevestiging
plaats vinden door Prof. Dr. J. R. Slotemaker
de Bruine.
Mej. Katz is voornemens aanvankelijk haar
lidmaatscbap van de Tweede Kamer te blijven
vervullen. Haar lidmaatschap van den Am-
sterdamschen gemeenteraad zal door haar
huwelijk automatisch eindigen, daar zij zich
meterwoon te Nuntspeet, de woonplaats van
haar eebtgenoot gaat vestigen.
DE WIJZIGING VAN DE TARIEF-
MACHTIGIN GS WET.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wetsont-
werp tot wijziging van de Tariefmachtigings-
wet erkenden verscheidene leden de noodzake-
lijkheid ook voor de Nederlandscbe regeering
om te beschikken over wettelijke middelen ter
verdediging van onze belangen ingeval deze
door maatregelen van eenig ander land worden
bedreigd of aangetast, doch zij meenden, dat
met de Tariefmachtigingswet 1934, zooals deze
thans luidt, kan worden volstaan. In elk geval
ontkenden zij, dat biervoor een zoo ingrijpende
wetswijziging als thans wordt voorgesteld,
noodig zou zijn.
Het inslaan van den weg, dien d« regeering
thans voorstelt te gaan bewandelen, zou ons,
naar zij vreesden, voeren tot de instelling van
zg. vechttarieven, waarvan zij voor ons oeco
nomisch leven geenerlei heil verwachtten.
Het wetsontwerp kan leiden tot een gron-
dige wijziging, een volkomen omzetttng van
onze in wezen nog liberale handelspolitiek.
Het geeft den Minister van Oeconomische
Zaken immers volkomen vrijheid tot bet
nemen van al die tariefmaatregelen, welke bij
in het oeconomisch landsbelang" acht. Het
oeconomisch landbelang nu, zooals de tbans
aan het bewind zijnde Minister dit ziet, schrijft
een protectionistische handelspolitiek voor.
Daarover is echter de meerderheid van deze
Kamer niet gewonnen. De Minister mag dan
ook, aldus deze leden, van de Kamer niet ver-
wachten, dat zij hem de bevoegdheid zal var-
leenen de tariefwetgeving geheel naar zijn op-
vattingen in te riohten.
In verband hiermee hadden deze leden over-
wegende bezwaren tegen toekenning van de
tbans gevraagde practisch onbegrensde mach-
tiging.
Tegen dte verlenging van den termijn, waar-
voor tariefmaatregelen bij Kon. besluit kun
nen worden genomen, van een tot vijf jaar be-
stond bij deze leden evenzeer bezwaar.
Voorts vestigden deze leden er nog de aan
dacbt op, dat de voorgestelde verruiming van
de bevoegdheden der regeering niet alleen
handelspolitieke gevolgen kan hebben, doch
dat daaraan evenzeer ver gaande financieele
consequenties verbonden kunnen zijn. Zij zagen
ook hierin een beperking van de rechten'van
de Staten-Generaal, welke zij bedenkelijk
acbtten.
Vele leden konden zich er mee vereenigen,
indien de regeering van deze tariefmaatregelen
gebruik wenscht te makbn om aan het Neder
landscbe bedrijfsleven indien noodig trj-
delijk steun te verleenen tegen buitenlandsche
concurrentie. Zij acbtten zulk een gebruik van
het tarief van invoerrechten inderdaad nood
zakelijk.
Ten slotte verklaarden enkele leden, dat zij
zich met het wetsontwerp wel zouden kunnen
vereenigen, indien Nederland een corporatieve
fascistische staat ware. In dat geval zou de
tariefmachtigingswet inderdaad het uitgangs-
punt kunnen zijn voor een opbouwende orde
ning. Zoolang de regeering echter steunt op
de politieke partijen vreesden deze leden wille-
keur bij de toepassing van een wet, die een
zoo ver strekkende delegatie van bevoegd
heden aan de regeering bevat. Zij zouden er
daarom de voorkeur aan geven, dat een wets
ontwerp werd ingediend, waarin, op grond van
een weldoordachte ordening, het tariefs-
systeem, waarop de regeering haar politiek
wil grondvesten, werd neergelegd.
DE REDACT IE VAN DE VESTIGINGSWET.
Het vijfde lid van artikel 1 der Vestigings-
wet Kleinbedrijf 1937, destijds bij amendement
in die wet gebracht, houdt in, dat de met de
uitvoering van de wet belaste Minister op
voorstel van den Middenstandsraad kan be-
palen, dat in een tak van detailhandel, am-
bacbt of kleine nijverheid een inrichting,
waarin deze tak al dan niet uitsluitend zal
worden uitgeoefend, voor zoover die uitoefe-
ning betreft, niet zal mogen worden gevestigd
zonder zijn toestemming. Het woord „toestem-
ming'" kent de wet elders niet en bepaaldelijk
ook niet in de voorschriften van artikel 14,
welke een sanctie op overtreding van de wet
inhouden. Het gevolg hiervan is, dat waar-
scbijnlijk overtreding van bet bepaalde in bet
in den aanhef dezes genoemde lid als niet
strafbaar zal moeten worden beschouwd, het
geen uit den aard der zaak de werking van
de desbetreffende regeling volkomen en teniet
zou doen.
Daarom is tbans een wetsontwerp tot wijzi
ging van het woord toestemming in vergun-
ning ipgediend.
VAN ZEELAND AF.
Zoo is dan schrijft de N. R. Crt. ge
komen, wat men reeds eenige malen waar-
scbijnlijk heeft geacht, van Zeeland, de Belgi-
scbe miniser-president, beeft zijn ontslag aan
den Koning aangeboden. Zijn ministers heb
ben zich bij hem aangesloten en zoo staat Bel
gie voor een regeeringscrisis op het moment,
dat het zich opmaakte gast'vrijbeid te bieden
aan de vertegenwoordigers van andere landen
voor bun besprekingen over een crisis in een
ander deel van de wereld.
Ondank is 's werelds loon. En de heer van
Zeeland heeft gelijik velen voor hem ondervon-
den, dat .dit vooral opgaat ten opzichte van
ben, die zich in bet publieke leven wagen. Van
Zeeland heeft zijn land eerlijk en met groote
toewijding gediend. Hij is de loods geweest, die
het schip van staat door moeilijke jaren met
succes heeft gestuurd. Men mag over de doel-
treffendheid van een ehkelen maatregel eens
van meening verschillen, men zal moeten ge-
tuigen, dat Van Zeeland met groote onpartij-
digheid zijn beleid heeft gevoerd. Hard heeft
hij willen strijden voor het tot stand komen
van een nationale eenheid, zoowel tusschen de
politieke partijen als tusschen de Vlamingen
en Walen. Dat hij in die moeilijke opgave niet
is kunnen slagen, strekt niet hem tot scbande.
Hij kan zich troosten met de gedachte, dat
Belgie niet rijp was voor een man van zijn
opvattingen, dat bet de grootheid van zijn
politiek niet kon of niet wilde begrijpen. Velen
waardeeren de dingen slechts, zoolang zij ze
niet hebben of zijn kwijtgeraakt. Spoedig mis-
scbien zullen zij en het zijn er velen die
bij Van Zeeland's heengaan wijzen op alles
wat hij niet volbrengen kon en die geen traan
storten bij zijn politiek graf, tot het besef
komen, wat zij in werkelijkheid hebben ver-
loren.
Van Zeeland beeft op economiscb gebied
voor Belgie goed werk gedaan. Ook zijn bui-
tenlandsch beleid, waarin bij kracbtig door den
Koning werd ondersteund, verdient alle waar-
deering. Maar op bet gebied van de binnen
landsche politiek heeft hij gefaald, bij, heeft de
bijna diametrale tegenstellingen niet kqtinen
overbruggen. Maar die onmacht zouden wij niet
op Van Zeeland's rekening willen schuiven.
Het was in vele kwesties ook de onderbnge
verdeeldheid van de partijen, waarop bij steun-
de, die het door hem gewenscbte beleid onmo-
gelijk hebben gemaakt. Onderlinge verdeeld
heid niet alleen in dien zin, dat de partijen
tegenover -elkaar stonden, maar meer nog bin
nen de partijen zelf. Want wel heeft het
kabinet eensgezind bij Van Zeeland op zijn
aanblijven aangedrongen, maar het heeft
tijdens zijn minister-presidentschap zeker niet
alles verricbt wat mogelijk was om de oor-
zaken, die tot dit aftreden hebben geleid, weg
te nemen.
Zeker, de heer Van Zeeland is niet altijd
gelukkig geweest. Dat de Vlaamsche zaak niet
tot een oplossing kwam, willen wij niet aan
hem toeschrijven. Had bij zijn wil kunnen
doorzetten, dan zou de oplossing wel bevredi-
gender zijn geweest. Minder gelukkig was zijn
hand, toen hij den liberalen partij-voorzitter
de Lavelye in zijn kabinet op nam. Deze