ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBUD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Twee uit een nest
t)e werking van
ABDIJSIROOP
No. 9664
VRIJDAG 1 OCTOBER 1937
77e Jaargang
DE PACIFIC.
Feuilleton
Binnenland
ss
EERSTE BLAD
RADION CEEFT...
MOET UBEDENKEN,
EEN HELDERE WAS
EN FRAAIE GESCHENKEN.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr, per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN BE SANBE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ABVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ABVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave.
BIT BLAB VERSCHIJNT IEBEREN MAAN BAG- WOENSBAG- EN VRIJBAGAVONB.
BE NIEUWE WERELBZEE.
A1 worden wij in dezen tijd overstroomd met
courantenberichten over bet conflict in het
Verre Oosten, toch is het den bewoner van
het Westen haast onmogelijk een duidelijk
inzicht te verkrijgen van wat daar ginds
gebeuren gaat.
Slechts ten deele is dit toe te schrijven aan
gebrek aan belangstelling, doordat wij teveel
worden afgeleid door de eigen zorgen. Er is
al genoeg, dat de aandacht vraagt binnen de
landsgrenzen. De crisis moge dan voorbij
zjjn, wij koesteren toch altijd nog de hoop, dat
de normale tijd een andere zal zijn dan die,
waarin wij nu leven. En dan is er buiten de
landsgrenzen al dadelijk het oude Europa, dat
weergalmt van krijgsrumoer 6n van redevoe-
ringen, waardoor het welhaast onmogelijk
wordt nog het oor te leenen voor nieuws uit
verder afgelegen deelen van deze wereld.
Toch is er een veel dwingender reden dan
de eenvoudige plicht van 20-eeuwsche wereld-
burger, die ons moet leiden met al onze aan
dacht kennis te nemen van wat daar om de
Pacific gist en woelt. Het kon wel eens zijn,
dat met de beslissing in het daar nu weer
opgelaaide gesehil tevens onherroepelijk het
economisch- en handelscentrum der wereld
naar de Pacific zal blijken te zijn verschoven.
Dergelijke verschuivingen heeft de wereld
meer gekend. Wanneer wij ons enkel maar
bepalen tot de Westersche geschiedenis, dan
zien wij hoe de antieke wereld zich om de
Middellandsche Zee schaarde; buiten de daar-
om gegroepeerde landen eigenlijk geen wereld
kende, zeker niet erkende. Hoe in later
eeuwen de Noordzee de nieuwe wereldzee
werd terwijl in den nieuweren tijd dat centrum
zich nog verder naar het westen uitbreidde.
Het Westen bleef echter het centrum en
hierin kunnen wij nu tevens de oorzaak bloot
leggen, waardoor het ons zoo moeilijk valt het
conflict in het Oosten te begrijpen.
Van geslacht tot geslacht hebben wij
geleerd heel het wereldgebeuren vanuit ons
westersch stand/punt te zien. De gebeurtenis-
sen in andere deelen der wereld, waren slechts
van belang voor zoover een invloed te bespeu-
ren. viel op onze eigen geschiedenis. Deze
egocentrische geschiedschrijving is begrijpelijk,
zoowel door de geweldige opbloei van het
blanke ras in de laatste vijf, zes eeuwen als
door de hoe langer zoo meer geperfectioneerde
techniek die het Westen bij zrjn doordringen
in het Oosten ter zijde stond.
Toch kan reeds een nuchtere beschouwing
leeren, dat een eenvoudige verdeeling van de
wereld in west en oost even willekeurig is en
wellieht minder reden heeft dan elke andere
verdeeling. Als Centraal Azie mag worden
aanvaard, als het centrum van waaruit de
verschillende volkeren zijn uitgezwermd, zou
men met meer reden een verdeeling kunnen
maken naar klimatologische omstandigheden,
met als grootste tegenstellingen dan: Buro-
peanen tegenover Zuid-Aziaten en Noord-
Aziaten tegenover Afrikanen.
Reeds werd Centraal-Azie genoemd als het
nest der menschheid; nog vinden wij daar in
het Oosten het grootste en dichtst bevolkte
vasteland. Verder weten wij alien wel, dat de
beschavingen ginds vele eeuwen ouder zijn dan
de Europeesche.
Het zijn en waren reeds lang allemaal
redenen om af te stappen van ons wel wat
kortzichtig standpunt van waaruit wij de
wereld bekijken.
De geweldige uitbreiding van het verkeer,
telefoon en telegrafie zij ten slotte de midde-
door
ANNY VAN PANHUYS.
10)
Vervolg.
Lona Jensen noemde zich „Voordrachtikun-
stenares" haar geelblond haar hing in ver-
warde lokken om haar gezicht, waarin een
paar ravenzwarte oogen flikkerden.
Midden in haar voordracht bemerkte Lona
Jensen den, jongen ingenieur en zij wuifde
hem, zonder zich aan het publiek te storen,
een groet toe. Een kwartier later zat zij aan
zijn tafeltje.
Lona was vroolijk en geestig; een gesprek
met haar was onderhoudend, en Stefan von
Hornstein genoot van het prettige uurtje.
Toen hij eindelijk nadat Lona hem gehol-
pen had, een flescto champagne leeg te drin-
ken opstond, had hij haar beloofd, een der
volgende avonden terug te komen.
Twee avonden later troffen zij elkaar weer
en Lona Jensen, die alle kunstgrepen om een
man te Iboeien volkomen meester was, deed
alios wat zij kon dm den slanken jongeman
in haar net te krijgen. Dit keer bracht hij
haar thuis en voor de deur beloonde zij met
een klinkenden kus van haar rood geverfde
lippen den ridderdienst een kus, die tevens
een onderpand was van vele andere bij de vol
gende ontmoeting.
Een luchtig liedje neuriend sprong hij op
de laatste tram, die naar zijn wijk reed. Reeds
len geworden die ons zullen dwingen dat
standpunt te verlaten.
In 1870 ontstond het Suezkanaal, in 1914
het Panamakanaal. Reeds in 1934 had de
scheepvaart door beide kanalen een even
groote omvang verkregen.
Het Panamakanaal leidde tot een zich nog
steeds uitbreidend verkeer tusschen de Pacific-
landen onderling. Ruim 70 van hun im- en
export is op elkaar georienteerd, hetgeen
begrijpelijk wordt wanneer men bedenkt, dat
rondom de Pacific meer dan 10 steden liggen
met ruim 10 millioen inwoners. Scheepvaart
met Europa blijkt hier dus hoe langer zoo
meer overbodig, heeft hoogstens alleen nog
zin voor het verschaffen aan Europa van
hetgeen dit werelddeel voor eigen behoefte
uit het Oosten noodig heeft.
Het spreekt vanzelf dat voor een zoo inten-
sief handelsverkeer Europa als centrum van
distributie 6n van financiering al zijn krach-
ten zal moeten inspannen om die plaats te
behouden. Reeds dadelijk werken daarbij de
natuurlijke factoren tegen.
Het zakenleven speelt zich af tusschen
9 u. v.m. en 5 u. n.m.; zoodat b.v. in Engeland
de dag begint wanneer hij in Japan is afge-
loopen. De tallooze millioenen van Azie zijn
dus voor Japan gemakkelijk in het handels-
en geldverkeer telegrafisch te bereiken;
Europa heeft daarentegen altijd rekening te
houden met de z.g. overnight risks.
Het mag dus als niet twijfelachtig worden
gehouden, dat in de toekomst de vooruitgang
der handelsomzetten zich voomamelijk op de
Pacificmarkten zal concentreeren en dat West-
Europa hoe langer zoo meer op zich zelf zal
zijn aangewezen.
Indien het althans geen weg zal weten te
vinden zijn centrale positie te behouden.
Hiervoor zal in de eerste plaats noodzakelijk
zijn, dat het zich ter dege bewust wordt, zoo
wel van de gevaren die hierboven zgn aange-
stipt alsook en vooral van het standpunt van
waaruit het Oosten het wereldgebeuren
beschouwt. Men zal zich op dat standpunt
moeten kunnen verplaatsen. Hiervoor is
noodig een grondige kennis der betreffende
volkeren, waardoor wij zullen kunnen begrij
pen hoe hun heden uit hun verleden
gegroeid is.
I
8*0. JO 203 A
I Ingez. Med.)
had de tram het grootste gedeelte van het
traject afgelegd en reed zij al tusschen de
hooge huurkazernes van de nieuwe wijk, toen
ihjj een schok voelde en de wagen knarsend
bleef staan. „Ze is uit de rails geloopen", ver-
klaarde de conducteur, die van den wagen
isprong. Stefan von Hornstein begreep, dat
het nog een heel poosje duren kon eer de
wagen weer in de rails zou staan en vond het
verstandiger, het korte eindje naar huis te
voet af te leggen.
iHiji had op het achterbalcon gestaan, bin
nen in den wagen hadden twee als ar'beiders
gekleede mannen gezeten, die half slapend
mee gereden waren, iets bromden en toen
weer indommelden. In een hoek had een
vrouwelijike gestalte geleund, die blijkbaar
niet precies wist wat te doen.
Stefan von Hornstein had haar gezicht nog
niet gezien, daar zij terzijde en van hem af-
gekeerd gezeten had ook omdat zijn ge-
dachten nog met Dona Jensen Ibezig waren en
de 'bijna armelijk-eenvoudig gekleede passa-
giere geen bijzondere ajandacht waard leek.
Nu echter stond zij met een besluiteloos
gebaar op en begaf zich naar het achter-
ibalcon. 40: h
Juist wilde Stefan von Hornstein uitstap-
pen. Hij liet haar vddrgaan en schrok. Had
den van achter den neergetrokken hoedrand
der vreemde hem niet de donker-fluweelen
oogen van Maria aangestaard? Krulde zich
niet het lichtend gouden haar van Maria over
den hals?
(Hij, volgde de vreemde op den voet en ging
een oogenblik later, snel een besluit nemend,
naast haar loopen.
„Juffrouw, staat u mij toe, dat ik u thuis
breng, het is al laat en u zoudt lastig geval
len kunnen. worden."
,,De tram heeft haar eindpunt voor het
huis, waar ik woon,"' gaf zij ten antwoord,
en als de wagen niet uit de rails was gespron-
MINISTER VAN BOEIJEN.
De minister van Binn-enlandsche Zaken, de
heer Van Boeijen, die voor het ondergaan van
een operatie in het diaconessenhuis Bronovo
was opgenomen, heeft Woensdag deze inrich-
ting verlaten.
Minister Van Boeijen zal voor algeheel her-
stel nog eenigen tijd in zijn woning rust moe
ten houden.
HET VERTREK VAN MR. J. A. N. PATIJN
UIT BRUSSEL.
De Brusselsche correspondent van de N.R.
Crt. meldt:
Groot wan de drukfe Donderdagmiddag
tusschen half een en edn uur in het station
Brussel-Zuid voor het vertrek van Zijne Excel-
lentie en mevrouw Patijn naar Den Haag.
Niet alleen was het geheele gezantschaps-
personeel voor het afscheid aanwezig, doch
ble'ken ook de Nederlandsche vereenigingen
en lichamen te Brussel door leden van het
bestuur vertegenwoordigd te zijn. Maar van
Belgische zijde hadden eveneens zeer vele hoog
geplaatste personen er aan gehouden den
nieuwen minister van buitenlandsche zaken
een goede reis te komen wenschen.
Aan mevrouw Patijn werden verscheidene
prachtige bloemstukken aangeboden, o.a. door
de dames van de legatie, de dames van de
Nederlandsche kolonie en van den Poolschen
consul te Brussel.
De Belgische minister van onderwijs en
mevrouw Hoste, minister van staat Hymans,
de president van de nationale bank van Belgie,
mr. Franck, de Pauselijke nuntius, de gezan-
ten van Frankrijk, de Vereenigde Staten,
Tsjecho-Slowakije, Polen, Denemarken, Zwe-
den en Liberia, de zaakgelastigde van Noor-
wegen, generaal Van den Bergen, chef van
den generalen staf, verscheidene hooge ambte-
naren van het Belgische departement van
buitenlandsche zaken, verdrongen zich rond
den heer en mevrouw Patijn.
lets later verschenen ook minister-president
Van Zeeland en graaf De Grunne, grootmees-
ter van het Huis van Koningin Elizabeth,
graaf Cornet de Ways Ruart, grootmaarschalk
van het Belgische Hof, en burgemeester Max.
Het was de heer Van Zeeland, die den heer
Patijn naar den trein begeleidde. Na een laat-
sten handdruk en een wisseling van vriende-
lij'ke woorden, namen de heer en mevrouw
Patijn plaats in de voor hen gereserveerde
coupd.
Toen zij, zichtbaar bewogen door deze vele
bewijzen van sympathie, voor het raam ver
schenen, en de trein met enkele minuten ver-
traging vertrok, gingen handen in de hoogte
en riepen alien den nieuwen minister van
buitenlandsche zaken en zijn echtgenoote nog-
maals luide goede reis toe.
Zijn Excellentie en mevrouw Patijn hebben
dezen wensch met vriendelijk handgewuif be
an twoord.
Consul-generaal, mr. M. H. van Romburgh,
van de afdeeling handel der delegatie, is voor-
loopig als waarnemend zaakgelastigde met de
leiding van het gezantschap belast.
DE REGEERING VRAAGT GROOTER
BEVOEGDHEDEN.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een ont-
werp van wet tot wij'ziging van de tarief-
machtigings'wet 1934.
'Het wetsontwerp stelt enkele wijzigingen
voor van de wettelijke bepalingen tot instel-
ling, afschaftfing, verhooging of venlaging
van invoerrecht op korten termijn. Deze wij
zigingen hebben in hoofd'zaak ten doel de mo-
gelijkheid te openen van een ruimere aan-
wending van de krachtens artikel 2, lid 1, van
deze wet aan de kroon verleende bevoegdheid
tot het nemen van maatregelen op tariefge-
bied tot steun aan Nederlandsche bedrijven.
Onder de huidige regeling toch mag de
gen, zou ik deze nachtelijke wandeling niet
hebben behoeven te maken.
Ze liepen een tijdje zwijgend naast elkaar
verder.
Bij het onzekere schrjnsel van een straat-
lantaarn trachtte hij Wat meer van haar ge
zicht te zien. De omtrekken van wang, neus
en kin herinnerden duidelijk aan Maria Nor-
mann. De wijn, dien hij met Lona Jensen
in het cabaret had gedronken, gonsde hem
nog door het hoofd en Vroolijk vroeg hij:
,,Toe, slaat u de voile toch omhoog, zoodat
ik te weten kom hoe u er uit ziet."
Hij kreeg geen antwoord en weer liepen
zij zwijgend naast elkaar, totdat het meisje
opeens voor een huis bleef staan en bijna on-
beleefd zei:
,,Ik ben thuis. Dank u wel voor uw
geleide."
,,Geeft u mij tot ibelooning ten minste een
hand?" vroeg hij plagend.
,,Als u dat iets sehelen kan,"' antwoordde
zij gelaten en stak hem haar handje toe.
iBliksemsnel greep hij met zijn eene hand
haar beide handjes en hield ze vast, terwijl
hij met de andere haar slappen vilthoed van
haar hoofd trok. Zijn champagnestemming
had hem tot deze onhabbelijkheid verleid.
De vreemde slaakte een lichten kreet, maar
hij liet haar onmiddellrjk los en tuimelde als
door een vuistslag getroffen terug.
.Maria Normann!"
V66r hem viel een zware deur in het slot,
een sleutel werd knarsend omgedraaid en hij
stond als verstijfd.
Wat was dat nu wat had dat te betee-
kenen Dat was toch Maria Normann ge-
weest, de teer-blonde, zachte Maria. Hoe
kwarn zij in deze afgelegen volkswijk? Wat
deed zij om middernacht in dit huis1, dat zoo
ver van de witte -villa lag, waar hij haar
onder de hoede van haar moeder had leeren
kennen
regeering slechts van de haar verleende be
voegdheid gebruik maken, indien aan een
tweetal criteria is voLdaan. In de eerste plaats
moet worden aangetoond, dat Nederlandsche
bedrijven ten gronde dreigen te gaan en voorts
wordt als voorwaarde gesteld, dat deze nood-
toestand het gevolg is van buitenlandsche
maatregelen. Het is duidelijk zegt de regee
ring in de memorie van toeliehting, dat gelet
op deze zeer stringente voorwaarden, slechts
in zeer uitzonderlijke gevallen, gebruikma-
king van de bevoegdheid krachtens artikel 2,
lid 1 van de z.g. tariefmachtigingswet zelfs
maar kan worden overwogen. Doch ook in de
enkele gevallen, waar het vermoeden gerecht-
vaardigd is, dat aan een bepaalden tak van
bedrijf met 'behulp van deze bevoegdheid
steun dient te worden geboden, zal het vaak
niet mogelijk zijn het bewijs te leveren, dat
inderdaad aan de gestelde criteria is void aan.
De regeering is intusschen van oordeel, dat
met een technische verbetering op dit punt
niet kan wlorden volstaan, maar dat een aan-
merkelijk uitgebreidere doelstelling dan de be-
staande noodzakelijk is.
De gewijzigde internationale verhoudingen
op economisch terrein, waarVan aard en
strekking bekend verondersteld mogen wor
den, hebben namelijk steeds meer de nood-
zakelijkheid naar voren doen komen, dat de
regeering bij haar streven naar instandhou-
ding en uitbreiding van het Nederlandsche
bedrijfsleven over bevoegdheden moet beschik-
ken waardoor zij op dit terrein regel end kan
optreden. Naar de overtuiging van de minis
ters is terugkeer tot een vrij internationaal
ruilverkeer binnen een periode, welke uit 'een
oogpunt van economische overweging is te
overzien, niet te verwachten. Uit deze over
tuiging volgt, dat onder de gegeven omstan
digheden, de overheid de bevoegdheid moet
hebben, in die gevallen, waar het economisch
landsbelang zulks vereischt, den afzet van de
inheemsche productie van landbouw en Indus
trie op de eigen markt welke afzet, hetzij
terloops opgemerkt, ook voor den export van
groote beteekenis moet worden geacht te
beschermen, indien de buitenlandsche concur-
rentie zoodanige vormen aanneemt, dat deze
een sterken achteruitgang van Nederlandsche
bedrijven eh van de daarin bestaande werk-
gelegenheid tengevolge kan hebben.
Be wijziging welke wordt voorgesteld, komt
nu hierop neer, dat de regeering twee midde-
len ten dienste zullen staan ter verwezenlij-
king van het gestelde doel: t.w. rechtstreek-
sche beperking van den invoer, waar zulks
noodzakelijk is, op grond van de crisisinvoer-
wet, dan wel het treffen. van maatregelen op
tariefgebied.
(Nog in ander opzieht meent zij verder, dat
een wijziging van |artikel 2 gewenscht is. De
huidige redactie toch beperkt den duur der
maatregelen, welke op grond van dit artikel
worden genomen, tot ten hoogste 6dn jaar.
Het wil haar voorkomen, dat er aanleiding
bestaat dit maximum te verruimen. Een
maatregel, welke een bescheiden steun op
tariefgebied geeft aan een bepaalden bedriJL-
tak, zal zonder bezwaar voor den. duur van
enkele jaren kunnen worden ingesteld. Voor
gesteld wordt, daartoe te besluiten.
TEWERKSTELLING VAN WERKLOOZE
INWONENDE ZOONS.
Naar de regeeringspersdiens't mededeelt,
heeft de mifeister van Sociale Zaken er de
aandacht van de inspeeteurs voor de werk-
verschaffing op gevestigd, dat tot nu toe de
mogelijkheid bestaat om in zeer bijzondere
gevallen en wel wanneer het gaat om een
groot gezin, dat bij de werkverschaffing
is betrokken, ook een inwonenden werkloozen
zoon boven de 18 jaar tewerk te stellen. Deze
tewerkstelling vinldt dan plaats, al naar ge-
lang van de gezinsomstandigheden, geduren-
de een periode van b.v. e£n week van de 5
weken, een week van de 6 weken, enz.
Met het oog op de belangen van het groote
gezin heeft de minister fihans besloten, den
inspeeteurs te machtigen, ten deze in den ver-
'Om welke reden echter liet de knappe me
vrouw Therese haar jonge dochter op zoo'n
uur nog alleen op straat en naar een buiten-
wijk gaan? Want het was toch onzin, dat
Maria beweerd had, hier te wonen en als het
zoo was, dan kon het toch slechts bij tus-
schenpoozen zijn.
Niets dan raadsels, waarvan de oplossing
onmogelijk ieek.
Stefan von Hornstein was op eens weer
volkomen nuchter en de stroogele, geverfde
Lona Jensen met de zwarte schitteroogen
was heelemaal vergeten. Hij dacht nog slechts
aan Maria, aan haar alleen en aan het ge-
heim, dat haar plotseling omgaf.
Het spottend trekje om haar mond scheen
hem nu niet meer zoo onbegrijpelijk; de
hemel wist hoe dat om haar lippen was ge-
komen. Maar op de een of andere manier
moest het samenhangen met het geheim van
welks slluier hij nu de eerste tip had opge-
licht.
'Wel een uur lang bleef hij in de omgeving
van het huis om te zien of Maria weer bui
ten zou kiomen, maar toen dit niet gebeurde,
noteerde hij het nummer en wandelde lang-
zaam, in diep gepeins verzonken, naar huis.
'Hij dacht lang na en kon toch maar geen
verlband leggen tusschen de voomame, koele
Maria, het prinsesje zooals hij haar nog
steeds noemde en dat zoo eenvoudig ge
kleede meisje. Maar beiden waren edn weizen,
want ook de stemmen kwamen zoo meen-
de hij geheel met elkaar overeen.
Alllerlei afschuwelijke gedachten beslopen
hem als verraderlijke slangen hij schudde
ze van izich af, maar ze kwamen telkens weer
terug en kwelden hem.
Met een zwaar hoofd ging hij den volgen-
den .morgen naar zijn werk. Hij was gedrukt
en niet in de stemming iets wat hem
anders nooit overkwam. Hij, de altijd opge-
wekte, zat mismoedig achter zijn werktafel
De vanouds beroemde AKKER's
ABDIJSIROOP is een naluur-genees-
middel, daar de werking in hoofd-
zaak berusl op de geneeskracht van
extracten, bereid uit reeds in oude
tijden bekende „genees-kruYden"
AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol-
gens oud recept, is dus een aan de
natuur ontleend geneesmiddell
De genezende, hoeststillende,
slijmoplossende en kalmeerende
werking van de kruiden-exiraclen,
welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo
beroemd hebben gemaakt,is thans
door een nieuwe toevoecjing van
den bekenden Apolheker Dumont
nog sterker, nog sneller, nog
krachtiger en nog doeltrefiender!
Een lepel AKKER'S ABDIJSIROOP
werkt thans 2 x zoo snel als voorheen I
Een ongeevenaarde werking tegen
hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar-
loosde verkoudheid, griep, influenza.
De verlaagdo prijzen zijn thans
90 of. F 1.50 F 2.40 F 4.20
3 dagen 6 dagen 12 dagen 24 dagen
gebruik gebruik gebruik gebruik
De grootere ilacons zijn bij
voortgezet gebruik voordeeliger!
(Ingez. Med. i
volge met wat grootere soepelheid op te tre-
den, waardoor het dus mogelijk zal zijn in
voorkomende gevallen deze wijze van plaat-
sin'g eenigszins te verruimen.
DE N. S. B. KOMT 9 OCTOBER TE
LUNTEREN BIJEEN.
Naar het Nationale Daglblad meldt heeft ir.
Mussert de leden van de N.S.B. .bijeengeroepen
tegen Zaterdag 9 October a.s. 4 uur op het
terrein te Lunteren. Deze bijeenkomst wordt
gehouden in vertband met het felt, dat, gelrjk
de oproep luidt, ,,de beweging van buiten af
en van binnen uit belaagd wordt op een nog
nimmer gekemde wijze".
UIT DE N.S.B.
Jhr. van der Goes van Naters noemt in een
onderhoud met een vertegenwoordiger van het
U'treehtsch Dagbl. de ontkenning van de aan-
wezigheid van een microfoon in het nat.-soc.
hoofdkwartier door het Nationale Dagbiad,
er een geheel in N. S. B.-stijl".
Ook de heer Valckenier Kips jr. deelde aan
het U. D. mede„De microfoon is geen ver-
zinsel". Hij toonde ook een door zijn vader,
prof. Valckenier Kips, geteekende verklaring,
mhoudende onder meer, dat de hoogleeraar
zijn zoon aangeraden heeft om Maandag 20
September ds. van Duyl onmiddellijk bij de
opening van het bureau in kennis te stellen
met de ontdekking van de microfoon.
De heer van der Goes van Naters heeft nog
uitvoerige mededeelingen gedaan over de kri-
tie'k in de N.S.B. op den leider, ook van lie-
den die nu nog zeer dicht in Musserts omge
ving staan en den volke vert'oond worden als
toonbeelden van ,,germaansche trouw",
voorts over een recente uitlatin'g van den heer
Mussert tegenover hem zelf over zijn natio-
naal-socialisime en dat van het Eerste Kamer-
lid mr. van Vessemj: ,,Van der Goes is een
nationaal-socialiist, maar Van Vessem leert
het nooit", en hij beklaagt zich, dat hij, terwijl
men de anderen niet aandurft, als zondehok
is geroyeerd, ook al wilde hij dadelijk toe-
geven, ,dat wat men door de microfoon te
hooren kreeg niet altijd vleiend voor den heer
Mussert was".
en ook toen hij hij zijn directeur geroepen
werd, die een technische kwesitie -met hem wou
bespreken, lag er op zijn gelaat no'g iets van
de ontstemming te lezen, waarmee hij reeds
bij zijn opstaan te kampen had. Robert Nor
mann was geen groot menschenkenner en
merkte dit niet op.
IHij verzocht den jongen ingenieur, een stoel
te nemen en besprak met hem zeer diep-
gaande de technische aangelegenheid. Toen
Stefan echter wilde opstaan om naar zijn
eigen werkkaimer terug te gaan, verzocht hij
hem, nog een paar minuten te bllijven.
De ingenieur hleef zitten en hoog even het
hoofd.
,,Ik helb namelijk nog een kleine opdracht
van mijn vrouw voor u, mijnheer von Horn
stein", zei hij op zijn gewone vriendelijke,
"eenvoudige manier, „en die mag ik natuurlijk
niet vergeten."
„Dus, mijnheer von Hornstein, mijn vrouw
laat vragen waarom u zich heelemaal niet
meer bij ons laat zien en verizoekt u, niet te
bedanken, wanneer u bipnenkort een uitnoo-
diging voor een avond met meer gasten
krijgt."
iHij lachte en Het de breede, een weinig geel
gerookte tanden zien. „U schijnt bij mijn
vrouw in de gunst te staan en dat doet me
genoegen. Zij ziet alreedsi hij ..den eersten oog-
opslag of er in iemamd iets zit of niet."
De directeur zei dit niet zonder een zeke-
ren trots op de schranderheid zijner echt
genoote.
Een klein, verborgen lachje speelde om
Hornstein's mond. Hij boog nogmaals licht.
,,Ik vrees, dat mevrouw mij al te vriende
lijk beoordeelt, maar ik zal mij de eer waardig
toonen en zal natuurlijk een uitneodiging met
het grootste genoegen aannemen."
(Wordt vervolgd.)