ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Om een kind. De oproeping voor't exomen thuis gekregen? No. 9619 VRIJDAG 18 JUNI 1937 77e Jaargang Binnenland Feuilleton ma EERSTE BLAD MEER BUITENLUCHT EN ZON KRUC IK DOOR RADION marauilittiirtTi.if.-riiiTi-iTimxMrriTmrwm wwjii rm ■uuNoniut.rjS'SAawWfc'ir^Mtv tosfwiwbi TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. AJDVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naajr plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AN DAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. HERUITZENDING DER TOESPRAKEN VAN HET PRINSEEIJK PAAR. Het lag in de bedoeling de Dinsdagavond tot de bevolking van Amsterdam door Prinses Juliana en Prins Bernhard gehouden toespra- ken, die ook een blijde mededeeling inhielden voor het Nederlandsohe volk, in den nacht van Woensdaig op Donderdag her-uitgezonden zoudem worden naar West-Indie, terwijl zulks in den namiddag van Wloensdag reeds was ge- schied naar Oost-Indie. De uitzending had plaats door den Phohi- zender P.G.J. op een golflengte van 31.28 M. DE KABINETSFORMATIE. In verband met de kabinetsformatie vonden wij vermeld, dat jl. Dinsdag weder door H.M. de Koningin is ontvangen de Minister van Wa- terstaat, de heer van Lidth de Jeude, die daar- na een onderhoud had met den formateur, Dr. Colijn. Laatstgenoemde hield vervolgens weer een langdurige 'bespreking met Mr. Goseling. Ook hield Dr. Colijn een besprekinig met den heer Wlelter, oud-Minister vin Kolonien, en met Mr. Steenberghe, oud-Minislter van Economische Zaken, met welken laatste hij Woensdagna- middag voor de tweede maal een onderhoud had, dat ook geruimen tijd duurde. VOORHEEN EN THANS. Naar aanleiding der Dinsdagavond door H. K. H. Prinses Juliana gehouden toespraak haalt het „Hamdelsblad" herinneringen op aan vroeger tijd, en schrijft over ,,een Tweede Kamer, die het work vergat" het volgende: 22 Dec. 1908—15 Juni 1937. Op Dinsdag 22 December 1908 heerschte onrust in de Tweede Kamer. Niet dat er een landsbelang bij de besprekingen op het spel stond. Integendeel, het waren slechts geruch- ten, die fluisteremd door dte zaal gingen, en ieder in spanning hielden. Een spanning, die de heele iKamer in steeds stijigende beroering bracht, toen de commies-griff ier de electrische bel in het geheele gebouw deed rinkelen als voor een stemming. Het gerucht in de Kamer steeg. Aan de minisitertafel was al bijna het heele kabinet aanwezig en toen ten slotte ook de heer Heemskerk, de Minister van Binnenlandsche Zaken, binnentrad, heerschte er een dergelijk rumoer, dat de onschuldige heer Bos, die over diepteboringen naar steenkoollagen in Lim- fourg sprak, zich ten slotte niet langer ver- staanbaar kon maken. Maar, toen nu de Voorzitter het woord gaf aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, ging het tumult onverwachts over in luid ge- jiuich, want men wist wat nu komen ging. De Minister, het heele kabinet, de heele Kamer# stonden op. Toen verstomde alle geluid en in de plotseling doodelijke stilte klonk de ter- nauwemood beheerschte stem van den Minister: „Door Hare Majesteit de Koningin daartoe gemachtigd," begon hij, terwijl el.k van zdjn woorden in het ademloos zwijgen viel, „en met groote danfcbaarheid, heb ik de eer aan de Kamer mede te deelen, dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd, den raad van Ministers uit te noodigen openbare bekendheid te geven aan de volgende verklaring, welke hedenavond in de Nederlandsche Staatscou- rant zal worden geplaatst." De stilte werd1 niet verbroken, toen hij even zweeg, voor hij pleohtig de verklaring van de doktoren Roessingh en Kouwer begon voor te lezen, die in) offioieeler termen, dan wij ze Dinsdag van onze Prinses hebben mogen hoo- ren, de ..verheugende gezondhe i dsred enen" vermeldde, die door hen bij de Koningin waren gecomstateerd. Weer was er een oogenblik stilte, toen ver- volgde de Minister: ROMAN VAN NORBERT GARAI. (Nadruk verboden.) 4) Vervolg. ,,Hap toch niet direct, hummel! Laat mij die biljetjes maar eens zien. Misschien zijn ze wel valsch!" Danny onderzoekt de bankbiljetten, d.w.z. hij doet, wat iedereen in zoo'n geval pleegt te doen, hij houdt de papiertjes tegen het licht. Dan legt hij het geld weer op tafel en zegt, heesch van opwinding: „Waarachtig, ze zijn echt..." Als hij ibemerkt, dat deze onthulling de beide meisjes niet bijster imponeert, buigt hij zich over het kind en bestudeert opmerkzaam Mauds gelaatstrekken. Maar daarmee is hij dan ook aan het eind van zijn talenten als de tective. Geheel uit het veld geslagen, neemt hij plaats aan tafel, waar Kitty de avond- boterham reeds heeft klaargezet. Geen van drieen hebben zij vandaag echter veel trek. Zij spreken op fluisterenden toon om Maud niet te wekken, zij discuteeren, pie- keren en beraadslagen. Het is de laatste avond, welke zij in dit huis doorbrengen. Met het weinige, dat hun is overgetoleven, zullen de beide bewoonsters morgen naar Danny's weekend-huisje aan den oever van de Theems trekken En alsof het noodlot met de beide meisjes den spot wdl drijven, liggen daar nu vijfhon- derd pond op tafel... 'Vy.fhon.derd pond, die voor de drie jonge menschen is dat buiten kijf morgen aan het ,,De volfcsvertegenwoordiging stemt, daar- van is de raad van Ministers overtuigd, van harte in met den innigen wensch, dat dit onder Gods zegen moge strekken tot heil van de Koningin en Haar Huis en van het gansche Nederlandsche volk." Een onbedwingbaar gejuich ging op. Hoera's bravo's en onverstaanlbare juibelkre- ten. Toen weer stilte en een andere stem. De voorzitter van de Kamer sprak in antwoord: ,,Het zij mij veroorloofd Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken dank te zeggen voor de mededeeling die in opdracht van H. M. de Koningin aan de Kamer is ge- daan. Ik houd mij verzekerd, dat de Kamer doarvan met verugdevolle aandoening heeft kennisgenomen en dat haar de eerbiedige en hartelijike wensch vervult, dat de hoopvolle verwachtingen, waarvan zij mededeeling heeft ontvangen, onder Gods zegen mogen worden verwezenlijikt Nu barstte einidelijk het enthousiasme los en een donderend' driewerf hoera vervulde de ruimte waar even te voren emstige mannen nog over emstige zaken gls proefboringen naar steenkool hadden gesproken. Maar werk is werk en even later was het gejuich al weer verstomd en werd een amendement bestreden en verworpen. Zoo was het indertijd. Hoe anders is het nu geweest! Geen zakelijke verklaring van doktoren, geen officieele stufcken, maar de stem van een jonge vrouw door den aether die in die twee simpele woorden „veiheugende gezon'dheiidsredenen" aan iedereen persoonlijk zegt, wat immers ook ieder Nederlander per soonlijk aangaat. In 1908 was de vreugde even groot, echter minder direct dan than®. Toen heeft het hoera van honderd heeren in de Kamer een halven dag later eerst zijn weerklank gevonden in het volk. Dit keer heeft ieder direct in zijn huis- kamer de blijde tijding vemomen en genoten, op een wijze die in den besten zin van het woord1 modem is te noemen. Ons heele Vorstelijk Huis heeft de laatste veroverinig der techniek gebruikt om het hart te Laten spreken op een wijze en met een effect, dat de plechtigste officieele instantie nooit zou hebben bereifct. RIJKSMIDDEEEN IN MEI. Wat de kohierbelastingen betreft was op ultimo Mei j.l. in kohier gebracht 44.191.681 I RAD11-A (Ingez. Med. politiebureau zullen moeten worden afge- leverd. Dicht bij Kensington. De ondergaande zon van een kostelijken zo- merdag zet de randen van een, onbeweeglijk in den azuur-blauwen hemel hangenden wol- kengroep, in purperen gloed. De schemer daalt over de stille, droomende berkenbosschen en geeft het lichte paars van de bloedende heide geleideliijk een donkerder tint. Diepe stilte heerscht alom. Doch aan den rand van een, met een scherpen hoek in de heide vooruitspringend boschje, loopt 'n hond, geivolgd door twee politie-agenten. De hond, een bruine, grijsgevlekte herder, blijft van tijd tot tijd staan, bromt zachtjes, snuffelt met de spitse neus vlak bij den grond en loopt dan verder. De trouwe, bruine hondenoogen hebben iets menschelijk-begrijpendsalsof het dier zich bewust is, dat de man, dien het over de ver- laten heide tracht op te sporen, een moorde- naar is. Steeds verder loopt de hond. Achter hem de beide agenten. Regelmatig, bijna ingehou- den, gaat de ademhaling van het drietal. Een wil beheerscht mensch en dier. Reeds geruimen tijd duurt deze jacht. Het uitgangspunt was een boschje laag kreupelhout, waarbij thans drie auto's staan. Vooraan een groote alarmwagen, welke ieder een in den omtrek als het eigendom van de Londensche politie kent. De tweede is een rui- me, luxe wagen, waarmee het parket zich naar de plaats van de misdaad heeft laten bren- gen, doch de derde auto, welke eerst later arriveerde, is opzij igeheel gesloten, diep zwart gelakt en heeft 6en deur achterin. Het is een lijkwagen. ,,Een schot door de longen in het hart", constateert de politie-arts. „Uit de onmiddel- lijke nabijheid van achteren afgevuurd. Re- volrverschot. De misdaad moet acht a tien uur tegen 45.103.110 op ultimo Mei van het vorig jaar. Van de „overige middelen" was de opbrengst over Mei van dit jaar f 35.000.103 (een twaalf- de der raming 31.143.750) tegen 30.708.638 over Mei van het vorige jaar. Over de eerste vijf maanden van dit jaar bedroeg deze opbrengst 168.704.630 (opbr. eerste 4 maanden 1936 f 145.726.328). RESCHERMINKG VAN HET KLEINBEDRIJF Voor het 12e oongres van de Ned. R.K. Mid- denstandsbond te 's Hertogenbosch. op 22 en 23 Juni schreef prof. dr. J. E. de Quay een praie-advies over ,,De bescherming van het zelfstandig kleinbedrijf in de detailhandel", waarin hij tot de volgende conclusies komt: Wanneer wij aldus het terrein overzien, dan kom ik tot de conclusiq, dat onder de huidige omstandigheden ter bescherming van het zelf standig winkelbedrijf maatregelen gewenscht zijn, die een ongebreidelden expansie-drang van het grootwinkelbedrijf voorkomen. In dit verband komen dan twee soorten van maat regelen in aanmerking: a. allereerst een be- perking van het aantal vestigingen en b. op de tweede plaats een beperking van de door de verschillende grootbedrijven te voeren ar- tikelen. 'Ook in het buitenland heeft men maatrege len in dezen geest getroffen. In verscheidene landen van Europa is het veTboden om de warenhuizen en de groote filiaal-bedrijven verder uit te breiden. Deze buitenlandsche maatregelen dragen in het algemeen het ka- rakter van een crisis-wetgeving, doordat zij van tijdelijken aard zijn met de mogelijkheid van continuatie. Ook voor Nederland acht ik onder de huidige omstandigheden verbodsbe- palingen in dezen geest gewenscht, waarbij dan een uitzondering moet worden gemaakt voor de reeds geprojecteerde uitbreidingen van het aantal bedrijven. Op den duur 'acht ik een dergelijke maat- regel minder juist. Men zal er, naar mijn meening, toe moeten komen, om binnen het raam van de vestigingseischenwet speciale voorwaarden te stellen aan de vestigingen van grootwinkelbedrijven. Een andere maat- staf zal daarvoor moeten dienen. In verschil lende gevallen zal het niet mogelijk zijn om zuiver objectieve maatstaven aan te leggen, in verband met de artikelen, die door een wa- renhuis wel en niet mogen worden gevoerd. Het Engelsche stelsel, dat een instantie in- stelde welke een eventueele uiitbreiding heeft te beoordeelen, acht ik in dit verband op den duur noodzakelijk. Alvorens men echter zoo ver is, kan voor korteren tijd een uitbreidings- verbod worden uitgevaardigd. Op den duur zullen de belanghebbenden zelf deze aangelegenheden moeten trachten te re- gelen. Waar men hier echter met zooveel be langhebbenden in elke branche ite maken heeft mag de overheid naar ik meen niet achter- blijVen en dient zij haar stimuleerenden in- vloed uit te oefenen. BELGIE CONTRA MARCSHANT. De heer Julius Hoste, minister van Open- baar Onderwijs in Belgie heeft, schrijft het Handelsblad, een voor ons belangrijke cireu- laire gericht aan een aantal onderwijs-autori- teiten bij het Middelbaar-, Normaal- en Lager Onderwijs. Hierin venbiedt hij in de Belgische scholen Nederlandsche boeken in te voeren, welke in een andere spelling zijn geschreven, dan die in 1864 door de regeering is aan- vaard, t.w. de spelling van De Vries en Te Winkel. Het blijikt, ,-,De Nieuwe Gazet" meldde het onlangs dat de ,,Verbeterings- raad voor het M. O." (Onderwijsraad) in een kort geleden verschenen bijvoegsel van den officieelen catalogus der prijsboeken voor de officieele middelbare scholen een aantal H o 1- landsche uitgaven heeft geplaatst ,,die in een of verschillende... nieuwsoortige talen ge- steld zijn'*. Het Vlaamsche blad prijst den geleden gepleegd zijn. De dood is onmiddellijk ingetreden." Het slachtoffer, een man van ongeveer 35 jaar, wordt opgerdcht. (Een agent ondersteunt het bovenlichaam, terwijl de politiefotograaf eenige opnamen maakt. Hoewel het hoofd van den vermoorde op den reohterschouder rust, heeft de dood aan de scherpe gelaatstrekken niet de uitdrukking van wilSkM.cht en vastberadenheid kunnen ontnemen. De smalie, bleeke lippen zijn vast opeen gekiemd. Een diepe, schuine plooi, welke de startieid van den dood voor altijd in het hooge voor hoofd heeft gegrifd, geeft het ge- laat een dreigende trek. „RoofmoordInspecteur Benett van de Londensche recherche doorzoekt de zakken van het slachtoffer. ,,Geen geld, geen papieren, geen sieraden Een jonge beambte met een verstandig, energiek gezicht stenografeert elk woord, dat Benett op gedempten toon, alsof hij het slechts tot zichzelf zegt, laat hooren. „jHaar bruin, gezicht ovaal, blauwe oogen, hoog voorhoofd, stompe neus... grfs Ho- mespunne-pak, tailleur Charles Dean, Seattle, grijze das met blauwe streepen, grpze vilt- hoed, merk House of heads, Londen... bruini lage schioenen... zakdoek monogram H. D." Nog eenmaal worden de zakken van den vermoorde zorgvuldig onderzocht. In een der vestzakjes ontdekt men nog een gekreukeld stukje papier, dat het hoofd van een rekening van een hotel in Kensington blijkt te zijn. Benett kijkt op. In de verte naderen de beide politieagenten. Langzaam volgt de hond hen. Af en toe blijft hij staan, snuffelt langs den grond en draait dan telkens den kop om, als overlegde hiji, of het toch niat beter was terug te keeren om het spoor nog eens van het begin af te volgen. Maar dan laat hij den kop toch weer zak ken bn sjokt hij opnieuw achter de beide poli- tiemenschen aan, met de fraaie staart tus- heer Hoste, die tegen de besmetting van het Vlaamsch onderwijs met de Hollandsche taal- anarchie in verweer is get rede n. Men mag te onzent Belgie benijden, dat ten opzichte van de schrijfwijze van het Neder- landsch in een toestand verkeert, waarin het z i n heeft een maatregel te nemen als deze. Een maatregel, die kan bevorderen, dat de scholieren zich zoo goed mogelijk leeren be- dienen van een spelling, die zij later in de maatschappij ook nog kunnen toepassen. Uit consideratie vc^or Nederland behoefde minister Hoste waarlijk geen boeken toe te laten, waarvan de spelling de leerlingen maar in de war brengt, zoodat zij later fouten ma ken. Z66 beleefd is Belgie in 1934 waarlijk niet behandeld. Minister Marchant had de eerzucht maar vlug v66r de maand September van dat jaar zijn examenspelling er door te willen hebben. Dat was hem meer waard dan in overeenstemming met Belgie nieuwe voor- schriften voor spelling en taal, na gemeen- schappelyk overleg vastgesteld, in werking te laten treden. Het liet hem ikoud, dat de Vla- mingen, die al honderd jaar als helden voor onze gemeenschappelijke taal etrrjden, opeens die taal onzeker en daardoor moeilijker ver- dedigbaar zagen worden. Laat ons hopen, dat het nieuwe ministerie bij ons de zaak nu eens frisch zal aanpakken en ons land zal helpen uit de impasse", waar in het met de spelling-Marchant is geraakt. De aangewezen weg daartoe' is thans met Belgie tezamen de spellingsherziening op nieuw aan te vatten. Waarlijk, wie onze mooie taal liefheeft en verdedigen wil, verkiest toch eenheid over het geheele taalgebied boven ver- snippering, al zouden door die eenheid. enkele verbeteringen iets langzamer tot stand komen! En de Belgen hebben groot gelijk zij die al zooveel moeite hebben met de tweetalig- heid van hun land dat zij tenminste in een dier talen zelve onverbiddelijk streng de een heid handhaven. DE CONTROLE OP RADIO- UITZENDINGEN. De heer Krijger heeft aan den minister van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen ge- steld 1. Is de minister hereid, in aansluilting aan het door hem op 2 Juni 1937 ingezonden antwoord alsnog mede te deelen: a. de redenen, waarom 66k niet repressieve controle werd uitgeoefend op de gedeeltelijke uitzending door de N.CH.V. van den 49sten Bondsdag van den Nederlandschen Bond van J ongelingsv ereenigingen op Gereformeerden grondslag; b. naar welke normen de Radio-Omroep controle-commissie de personen beoordeelt bij beantwoording van de vraag of op de door hen uit te spreken en uilt te zenden redevoeringen al dan niet controle zal worden uitgeoefend; c. of den sprekers, die het in dit geval aangaat, bekend was of wel bekend kon zijn, dat hun redevoeringen en toespraken waren gesteld zoowel bttiten preventieve als buiten repressieve controle, en, zoo ja, of de minis ter dan niet van oordeel is, dat de vertrou- wenspositie, waarin de sprekers aldus waren gesteld, hun aanleiding behoorde te geven tot bijzondere nauwgezetheid en uiterste voor- zichtigheid, zulks mede met het oog op de, ten tijde van de uitzending in vollen gang zijnden, stembusadtie en op het besluit van de regeering om deri Radio-Omroep ditmaal voor die actie niet ter beschikking te stellen? 2. Is de minister niet van oordeel, dat het, wlaar velen in den lande overtuigd zijn, dat de grenzen van het toelaatbare zeer zeker, zelfs beteekenend ver, zijn overschreden, ter bevre- diging van het rechtsgevoel, z6er gewenscht is. dat worde verzocht en gepubliceerd ant woord van de Radio-Omroep controle-commis- sie op de beide volgende vragen: a. of door bedoelde sprekers van de ge- legenheid om ongecontroleerd het gesprokene te doen uitzenden een ruimer, zelfs ve61 rui- schen de pooten en slap neerhangende ooren, als ware hij zich ten voile bewust van het teleurstellende feit, dat hij het er vandaag leelijk bij heeft laten zitten. .Spoor verloren", meldt een der beide agen ten zijn chef. ,,We liepen driemaal in een kringetje rond." Eenige korte commando's worden gevolgd door het geronk van een motor. De alarmwagen van de politie raast weg. De doode wordt op een baar gelegd, welke in den daarvoor bsstemden wagen wordt ge- schoven. Het parket begeeft zich naar de derde auto. Tien minuten later is het bij het verlaten kreupelboschje weer zoo stil, alsof alles slechts een schim ware geweest, welke nu door den, over de heide ruischenden, koelen avondwind wordt weggevaagd. Aan den matblauwen hemel glinsteren leeds de eerste sterren. De wolkengroep is uiteen gerafeld en trekt langzaam in een grijze, geleidelijk tot blauw vervloeiende streep naar het oosten. Niets herinnert meer aan de gruwelijke dood, die hier gepleegd werd. Niets dan eenige druppels bloed, die als donkerroode stippen op eenige stengels en bloesems achter blijven. De recherche-baby. Daar inspecteur Benett een te Londen ge- arresteerde oplichter een langdurig verhoor nioet afnemen, neemt ,,'de recherche-baby'", Richard Kaynes de nasporingen in de Kensing- toner moordzaak op zich. De recherche-baby" is inderdaad een op- vallenci jong ambtenaar van de recherche. Tvyee jaar geleden patrouilleerde Kaynes nog als gewoon .Bobby" door London's stra- ten, stond hij op drukke kruispunten, regelde het verkeer en scheen hij niet veel meer dan een zeer klein, zij het ook uiterst betrouwbaar radertje van de geweldige machine der hand- Maakt Ge U bewust of onbewust een beetje ongerusl Voelt Ge een gejaagdheid bij U opkomen Voelt Ge U wat dof in Uw 1Komt Qr wat hoofdpijn op. neeiti n „AKKERTJE", het maakt U rustig en kalm. (Ingei Med.) mer, gabruik is gemaakit dan door die commis- sie „mede gelet op de praktijk van dergelijke uitzendingen in vorige jaren", werd verwacht en kon worden verwacht, en b. of, indien controle zou zijn toegepast, al dan niet wijzigingen en (of) schrappingen zouden zijn voorgeschreven DE S.DA.P. EN DE MONARCHIE. De onlangs afgetreden hoofdredacteur van ,,Het Volk"', de heer J. F. Ankersmit, wijst in een artikel in dit Wad over de verhouding der S.D.AjP. tot de monarchic: op de zoo uiterst hartelijke ontvangst van de Koningin en van het Prinselijik echtpaar door de hoofd- stad, welke nog belangrijlk hartelij'ker is ge weest, dan toen bij het ibezoekl van de beide verloofden die houding der bevolking reeds was, en vervoigt o.a. Het is niet in de constitutioneel-monar- chaal geregeende landen, maar in republieken dat de dictatuur het tot de overwinning ge bracht heeft. In een totalitairen staat is niet anders denkbaar dan dat de monarch niets meer heeft in te brengen; vandaar dat de luidruchtige huldebetuigingen' van onzen N.S.B.-hoofdman aan het Oranjehuis door ieder als een misleidende schijnvertooning doorzien worden. Niet te ontkennen valt, dat de parlemen- taire monarchieen in het algemeen een veel stenker bolwerk tegen de dictatuur zijn ge- bleken te zijn1 dan de republieken. Wanneer wij de monarchieen Engeland, Belgie, Dene- marken, Zweden, Noorwegen, Finland en Ne derland tegenover de republieiken Portugal, Polen, Oostenrijik en Rusland stellen, valt de vepgelijiking isterk ten gunste van de monar- chden uit. Ook wat de positie van dte soc.- democratie ibetreft. Zoowtel bij. de verlovings- feesten als nu weer bij de ontvangst van de Koninklijike famihe te Amsterdam zijn de oude anti-socialistische deunen en leuzen geheel verdwenen. Voor mij .persoonlijik heb ik hieruit de noodige gevolgtrekkingen gemaakt. Ik heb voor ons staatshoofd reeds een persoonlijk resipect gekregen, toen het, nu bijna een kwart eeuw lang, den voorzitter der soc.-dem. Kamerfractie regelmatig voor kabinetsvor- ming ontvdng om zijn advies in te winn'en. Prinses Juliana heb ik altijd een frissche figuur gevonden en sinds ik uit uitstekend ingelichte bron vemam, dat de vroegere Prins zu Lippe, nu Haar echtgenoot, niet fascistisch gezimd was, maar 'een aanhanger van het „ancien regime", van de monarchic, heb ik mijn aanvankeldjke ibezwaren tegen hem, dien ik op grond van de eerste steUige beriehten als een fascist beschouwde, laten varen. Ik ben tot het bewustzijn gekomen, dat de parle- mentaire, constitutioneele monarchie, mits vertegeniwoordigd door een vorstenhuis, dat meer rugegraat tegen een dictatuur bezit dan het Italiaanscihe, verkieselijk is boven een republiek, waarin een keerende wind al te ge- mak'kelijk een president met faseistiscihe sym- pathieen aan het hoofd van staat zou kunnen brengen. De roemrdjike geschiedenis van het Oranjehuis en zijn historische oorsprong uit den hel'denstrijd tegen de hertdoorwondende tyrannie, zie ik als een vrij vasten waarborg tegen fascistische overweldiging. Bij mijn monarchaal geworden gevoedens hoop ik zeker alle byizantijnsche vernederende strooplikkerij te blijven vermijlden, maar mijn parlementair- monarchale meeninig verheel ik niet. having van de openibare veiligheid te zijn. Voor het eerst viel deze jonge agent in specteur Benett op, toen hij bij een omvang- rijke smokkelaffaire in verdoovende middelen door Belgische handelaren, op beknopte, vak- kundige wijze zijn waarnemingen rappo'rteer- de, welke een scherp denkvermogen en een on- gewoon waakzaam oog verrieden. (Het toeval wilde, dat een half jaar later Kaynes opnieuw Benett's aandacht op zich vestigde, toen hij bij een moordzaak in White- chapel zijn meerderen een verbluffend eenvou- dig middel aan de hand deed, dat tot arresta- tie van de daders leidde. Kort daarop werd Richard Kaynes bij de recherche ingedeeld. Richard Kaynes deelt zijn chef, inspecteur Benett, mede, dat de man, die in de heide bij Kensington vermoord is gevonden, eenige weken in een hotel te Kensington heeft gelo- geerd. Aan de hand van foto's, welke van het lijk gemaakt waren, slaagde het hotelper- soneel er in zijn identiteit vast te stellen. De man was een Australier, Henrik Druden ge- naamd. Blijkens het vreemdelingenboek was hij afkomstig uit Seattle in Noord-Amerika en veehandelaar van beroep. Zijn leeftijd zou 40 jaar zijn geweest. OVer dezen man was een geheele reeks merkwaardige bijzonderheden te beriehten. Hij had zich in Kensington opgehouden, om, naar hij had meegedeeld, een passend em- plooi te zoeken. Hij wilde zich te Kensington vestigen. In werkelijkheid echter knoopte hij relaties aan met een kindermeisje, dat bij den, in Kensington wonenden directeur-generaal der Estna-fabrieken, Gordon, in betrekking was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 1