Witte Purol
zonnebrand
Buiteniand.
Het beste en zuiverste middel om
Nu spoedig bruin worden!
TER NEUZEN, 4 JUNI 1937.
merkelijk versterkt. Hier en daar doet zich
Belts een gebrek aan geschoolde arbeidskrach-
ten gevoelen. De scheepvaart is vol bezet, de
scheepsbouw is ruimschoots van orders voor-
zien.
Het moet onder deze omstandigheden als
een fundamenteel voordeel worden aange-
merkt, dat althans tot dusver, de ontwikke-
ling van de kosten van het levensonderhoud
geen bedreiging vormt van hetgeen verkregen
werd.
Die kosten stegen van September 1936 tot
en met Maart 1937 met niet meer dan 1.7
procent.
De zwakke plekken in de Nederlandsche
economie worden, naar mijn meening, gevormd
door de nog steeds groote werkloosheid en
door den toestand .der publieke financien. Wat
het eerste punt betreft, laat het zich aanzien,
dat, ondanks een te verwachten verdere toe-
nieming van de werkgelegenheid, een belang-
rij'k aantal werkloozen zal overblijven. Dit
aantal was op 31 Maart 1937 25.681 lager dan
het overeenkomstige cijfer van het vorig jaar.
Niettemin waren er op dien datum nog steeds
403.365 werkloozen bij de arbeidsbeurzen in-
geschreven.
Ten opzichte van de openbare financien kan
Volstaan worden met de uitspraken der regee-
ring in herinnering te brengen, volgens welke
verschillende maatregelen, welke getroffen
werden om de oogenblikkelijke tekorten te
verminderen, het karakter dragen van nood-
voorzieningen, die niet als reeele dekkings-
middelen kunnen aangemerkt worden. Dit
geldt zoowel voor het rijk.als voor tal van
gemeenten. Het herstellen van werkelijk en
op gezonde basis isluitende begrootingeh is een
doel, dat ongetwijfeld algemeene instemming
zal vinden, en zulks in het bijzonder in het
huidige .tijdsgewricht, waar eenerzijds ook
Nederland niet aan het opvoeren van zijn be-
wapeningsuitgaven is kunnen ontkomen,
anderzijid's de schulden van de openbare licha-
men in de laatste jaren een aanmerkelijke toe-
neming vertoonen.
Als slotsom zou ik dan ook willen stellen,
dat de eoonomische en financieele vooruit-
zichten voor Nederland gunstig zijn en dat, bij
een vooruitziend en gezond beleid, geen vrees
voor uitwassen en overspanning behoeft ge-
koesterd te worden.
Omtrent een nieuwe goudpariteit van den
gulden werd geenerlei beslissing genomen. In
dit opizicht werd algeheele vrijheid voorbe-
houden. Dit beteekent echter niet, dat de
gulden aan zijn lot werd overgelaten.
en vervellen te voorkomen en te genezen.
Doos 30, 60 ct. Tube 45 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
(Ingez. Med.)
HET HUWELIJK VAN DEN HERTOG
VAN WINDSOR.
Even na acht uur Donderdagocbtend brak
een stralende zon door, nadat de hemel bedekt
was geweest. Het weer is heerlijk zacht.
Om half zeven waren de journalisten reeds
op hun post. In afwachting van de eerste
gasten stonden zij voor den ingang van het
kasteel Cande. De commissaris van politie
van Tours had speciale blauwe kaarten afge-
geven, voorzien van 't wapen van het kasteel,
welke de mogelijkheid gaven, het slot te be-
reiken. Het rijverkeer op den weg, welk naar
het kasteel leidt, is verboden. De ordedienst
wordt verzorgd door meer dan 200 manschap-
pen van de mobiele garde.
Een groote menigte nieuwsgierigen tracht
van verre iets te zien van hetgeen op het
kasteel geschiedt. Mevrouw Spry, die reeds
zeer vroeg in den ochtend op het kasteel was
aangekomen, treft de laatste schikkingen voor
de bloemenversiering in de eetzaal.
Acht gasten hebben des naohts op het
kasteel gelogeerd. Anderen hebben den nacht
te Tours aoorgebracht. De secretaris van de
Britsche ambassade te Parijs, sir Hugh Lloyd
Thomas, lady Siiby, de echtgenoote van den
Britschen gezant te Weenen, zullen eenige
minuten voor den aai.vang van de plechtigheid
op het kasteel aankomen, evenals de heer W.
C. Graham, de consul-generaal van Groot-
Brittannie te Nantes, die het huwelijk zal
regis treeren.
In de buurt van het kasteel werd het voort-
durend arukker. De nieuwsgierigen namen
alie mogelijke middelen te baat om het kasteel
zoo dicht mogelijk te naderen. De mobiele
garde had daarom baar toezicht uitgebreid
tot de verschillende paden, die naar Cande
leiden. Eenige nieuwsgierigen hebben kamers
gehuurd bij boeren in het dorp Monts en zij
bevmoen zich daarmedc in een verboden zone.
Anderen probeeren het met booten op de
rivier.
Te Monts wordt overal gevlagd. De huizen
zijn met guirlandes en lampions versierd.
Teg en half tie l is de commissaris van
politie van Tours bij het kasteel aangekomen
om de laatste voorbereidingen te inspec-
teeren.
Tal van leden der Britsche en Amerikaan-
sche kolonies zijn eveneens aangekomen. Bij
de poort is te hunnen behoeve een soort buffet
aangericht.
De meeste gasten, die den nacht op het
kasteel hebben doorgebracht, waren Donder-
dagochtend reeds vroeg bij de hand. Mevrouw
Warfield bleef geruimen tijd op haar kamer
om zich te kleeden voor de groote gebeurte-
nis. De hertog van Windsor daarentegen
heeft een wandeling in het park gemaakt. Pas
later heeft hij zich vbor de plechtigheid ge-
kleed.
De bissehop van Fulham, onder wiens gezag
de Anglicaansche kerk in Frankrijk valt, heeft
een telegram doen toekomen aan Ds. Jardine,
waarin hij er tegen protesteert, dat deze
geestelijke het huwelijk van den hertog van
Windsor zonder zijn toestemmimg zal inze-
genen.
Om 11 uur 35 nam. de plechtigheid van de
voltrekking van het burgerlijke huwelijk een
aanvang. De burgemeester van Monts las de
namen voor van bruid en bruidegom, met
een opsomming van titels en onderscheidings-
teekenen, en van die van de getuigen: majoor
Metcalfe als getuige voor den hertog en den
heer Rogers als getuige voor mevrouw War-
field. Dr. Mercier las de artikelen 212, 213 en
214 van het burgerlijk wetboek voor en stelde
met een eenigszins trillende stem de gebrui-
kelijke vragen: „Wenscht gij mevrouw Wal-
lia Warfield als echtgenoote te aanvaarden?"
en zich vervolgens tot mevrouw Warfield
wendende: ,,Wenscht gij Z.K.H. den hertog
van Windsor als echtgenoote te aanvaarden?"
De hertog antwoordde met krachtige stem:
„ja". Mevrouw Warfield gaf hetzelfde ant-
woord doch met een stem, welke groote aan-
doening verried.
De burgemeester van Monts hield hiema
een korte toespraak, waarin hij het jonge paar
zijn gelukwenschen aanbood.
Om twaalf uur verlieten de hertog en de
hertogin de groote zaal van het kasteel. Zij
begaven zich via de boekerij naar de muziek-
salon, welke als kapel is ingericht.
De kerkelijke inzegening was om tien minu
ten voor een ten einde.
Minister-president Blum heeft na afloop
van de huwelijksvoltrekking op het kasteei
een prachtig blopmstuk laten bezorgen als
persoonlijke hulde aan den hertog en de her
togin van Windsor.
Het bericht, dat het huwelijk van den her
tog van Windsor met mevrouw Wallis War-
field toch door een geestelijke zal worden
ingezegend, heeft groot opzien gebaard. De
autoriteiten van de Anglicaansche kerk had-
den geweigerd toestemming te geven voor een
kerkelijke inzegening. Mevrouw Warfield
immers is een gescheiden vrouw, haar echtge-
noot is nog in leven. Een geestelijke heeft in
zoo'n geval tot huwelijkssluiting geen be-
voegdheid. Doet hij het toch, dan stelt hij
zich bloot aan kerkelijke tuchtmaatregelen.
De aartsbisschop van York liet zich nog niet
zoo lang geleden over deze kwestie vrij kras
uit: ,,Na ischeiding kan een huwelijk niet in
de kerk worden voltrokken. Als wij daartoe
zouden overgaan zou er geen onderscheid meer
zijn tusschen schuld en onschuld".
Volgens de Engelsche bladen was ook de
hertog van Windsor zelf ten zeerste verrast
door den komst van den geestelijke uit Dar
lington, die eenige dagen geleden 's avonds
het slot Cande moet hebben opgebeld met de
mededeeling, dat hij het huwelijk wenschte te
komen voltrekken. De hertog van Windsor
moet Ds. Jardine op de consequenties van zijn
besluit hebben gewezen, doch deze, die een
nogal onafhankelijk man is, en die dienten-
gevolge wel eens moeilijkheden heeft gehad
met de kerkelijke autoriteiten, zeide, dat hij
bij zijn voomemen wenschte te blijven.
Overhaast zijn toen regelingen getroffen op
het slot om een kerkelijke plechtigheid moge
lijk te maken. De gastheer van den hertog
van Windsor is er op uitgegaan om een altaar-
kleed te koopen, wat hij in Monts bij een
Roomsch-Katholiek geestelijke wist te ver-
krijgen. De bladen vertellen ook, dat by de
protestantsche kerk te Tours inkoopen zijn
gedaan.
EEN HEEDERLUKEN BRIEF.
Mgr. Grober, aartsbisschop van Freiburg,
heeft dezer dagen een herderlijken brief doen
verschijnen, .die in verband met het verbod van
kerkelijke weekbladen in het Derde Rijk niet
in het officieele orgaan van de dioces kon
verschijnen, doch die, per cyclostyle vermenig-
vuldigd, aan de geestelijkheid van het aarts-
diocees is toegezonden. Aan dezen brief, dien
de Maasbode Dinsdagavond heeft afgedrukt,
ontleenen wij het volgende:
De katholieken betreuren overtredingen en
misdaden nog in veel erger mate dan anderen,
omdat zij God beleedigen en de kerk oneer,
schande en sohade berokkenen. Dat wij, aldus
mgr. Grober, de werkelijke schuldigen als
martelaren ibestempelen, is absoluut in
strijd met de waarheid. De kerkelijke autori
teiten zullen in de toekomst nog scherper en
met meer opzicht de opleiding der geestelijk
heid en den levenswandel van de geestelijken
controleeren. Wij moeten echter bedenken,
dat de kerk niet over dezelfde mogelijkheid
van het in te stellen onderzoek beschikt als de
wereldlijke macht. De betrekking tusschen
kerk^ijke autoriteiten en priesters en orde-
geestelijken is een andere dan de positie van
den staat ten opzichte van hen, die op grOnd
van strafwetten vervolgd en veroordeeld moe
ten worden. Uit een groot aantal der proces-
sen een bewijis putten tegen zedenleer of god-
delijk karakter van de kerk is onreehtvaar-
dig. Het is evenzeer onrechtvaardig de op-
m'erkzaamheid van een heel volk slechts ite
vestigen op de duistere punten in het leven
van de kerk en duizenden heiligen en voor-
beeldige priesters en ordegeestelijken over
het hoofd te zien, die evenzeer Duitsche volks-
genooten zijn en die zich gedurende den
wereldoorlog vaak heldhaftig hebben onder-
scheiden.
De katholieken betreuren overtredingen van
de zedenwet uit geheel him hart. Er zijn ech
ter vragen:
1. Waarom worden alle processen tegen
kloosterlingen en priesters, die nog aanhan-
ging zijn, juist op hetzelfde tijdstip behandeld,
hoewel vele dezer processen, wanneer ze een
normaal verloop hadden gehad, reeds lang
afgewikkeld zouden zijn geweest. Hier kan
van toeval geen sprake zijn.
2. Waarom is de openlijke brandmerking
der beklaagden vaak reeds geschied voor het
voorloopige onderzoek door de rechtbank be-
eindigd was en voordat het vonnis was ge-
veld!? En waarom worden onjuiste beschul-
digingen niet gerectificeerd
3. Waarom brengt de geheele Duitsche pers
hijna uitsluitend slechts de verklaringen van
de getuigen a charge en het requisitoir, doch
worden de belangrijke verklaringen van getui
gen a ddcharge of van verdediger absoluut
niet of zeker niet in evenredige mate gepubli-
ceerd?
4. Gelooft men de Duitsche zedelijkheid op
hooger peil te brengen, door alle bladen met
dergelijke bericbten over zedelijkheidsproces-
sen te vullen, en deze, zooals uit verscheidene
betrouwbare gevallen bekend is, te versprei-
den onder de onwetende en onrijpe school-
jeugd?
5. Zijn er ook niet zedelijkheidsprocessen
aanhangig gemaakt tegen zeer verantwoor-
delijke leiders van het volk en jeugdgroepen,
die met de ikatholieke kerk niet^ hebben uit
te staan En dus niet slechts processen tegen
kloosterlingen en priesters?
6. Wanneer dergelijke gevallen, zooals te
constateeren is uit het feit, dat de gevange-
nissen overvol zijn en gelijk wij weten uit
andere bewijsstukken, in steeds grooter aantal
zijn komen vast te staan, waarom vestigt men
dan in de pers den indruk dat vergrijpen tegen
de zedelijkheid slechts bij kloosterlingen en
priesters voorkomen? Waarom wordt slechts
in deze laatste gevallen naam en heel het
voorafgaand leven der beklaagden uitvoerig
vermeld en in andere gevallen met of slechts
zeer summier? Waarom kan men de mis-
slagen, die in andere standen of groepen zijn
voorgekomen, op bedekte wijze in de dag-
bladen vermelden, in enkele regels samen-
vatten, zonder namen te noemen, doch waar
om worden met vergrijpen van de geestelijk
heid bladzijden en koloanmen gevuld met de
rood onderlijnde koppen, vet gedrukt en
gespatieerd? Waarom komen de talrijke von-
nissen van de leden der niet kerkelijke
kringen, die met zeer zware vrijheidsstraffen
getroffen worden, in het geheel niet in de
pers. Men zal hier, aldus mgr. Grober, wel-
licht ten antwoorid geven, dat het belang van
den staat een dergelijke publieatie verbiedt.
Wil dat zeggen, dat hetzelfde belang van den
staat publicaties over de processen tegen
geestelijken en kloosterlingen noodzakelijk
maakt
7. Waarom wekt men den indruk, alsof een
zuiveringsactie alleen noodig zou zijn voor de
katholieke kerk? Waarom komen niet alle i
elementen, die voor het behoud van volk en
staat kunnen samenwerken (en dus ook de
kerken) bijeen, teneinde zich te beraden op
maatregelen tegen het vreeselijke kwaad?
8. Waarom tracht men katholieken voor te
praten, dat men slechts zuivering van de kerk
wil, hoewel blijkt, dat men door de processen
de kerk in het hart en in het levensmerg wil
treffen
9. Waarom vergeet men, dat ook buiten de
grenzen van 't Duitsche rijk menschen wonen j
met (de gave des onderscheids, wier sympathie
voor Duitschland door deze wijze van opeen-
hooping der processen en door de bericht-
geving daaromtrent, zeker niet zal stijgen?
10. Gelooft men zoo de kerk te kunnen
overwinnen? Ziet men niet in, dat het volk
ook al wordt in de berichtgeving over de
processen het omgekeerde beweerd, het uit-
eindelijk doel van de maa/tregelen wel dege-
lijk bespeurt en in zijn geloof aan de gelijk-
berechtigdheid van de katholieken wordt ge-
schokt
PLEIDOOI VOOR BETERE ENGELSCH-
DUITSCHE BETREKKINGEN.
Het Duitsch-Engelsche genootschap gaf
Dinisdagavond ter eere van den nieuwen Brit
schen ambassadeur Sir Nevile Meyrinck Hen
derson een diner. Onder de ajanwezigen be-
vonden zich de rijksministers graaf Schwerin
von Krosigk, dr. Frank en Seldte benevens de
voorzitters van de Anglo-German Fellowship
lord Mount Temple en tal van leden van de
Engelsche amba'ssade.
De voorzitter van het genootschap, hertog
Carl Eduard van Saksen-Coburg en Gotha
zeide in zijn welkomstrede o.a.: Door er naar
te streven den weg te effenen voor een boo
nauw en levendig mogelijke verbinding tus
schen onze beide naties meenen wij onzerzijds
het best de groote doeleinden van uw sou-
verein en onzen Fiihrer te dienen welke er in
bestaan onder de volken der aarde een vrede
te scheppen en te handhaven, die daarom een
ware vrede zal zijn omdat hij opgebouwd
wordt op wederzijdsche achting onder de
naties.
De Britsche ambassadeur Sir Nevile Hen
derson zeide o.a.: Ik geloof dat er geen beter
begin denkbaar is dan een poging, om eenige
misverstanden en ook het, zooals ik tot mijn
leedwezen zeggen moet, tusschen ons bestaan-
de wantrouwen uit den weg te ruimen.
Eenige dezer misverstanden zijn zoo voor
de hand liggend, dat men Ze niet mag laten
voortduren. Ik wil heden slechts twee van
zulke misverstanden vermelden, waarvan het
eene aan Britsche zijde en het andere aan
Duitsche zijde bestaat.
Zoo maken bijvoorbeeld in Engeland nog
veel te veel menschen zich een geheel verkeer-
de voorstelling van datgene wat het nationaal-
socialistische regiem werkelijk is, anders zou
den zij aan het groote sociale experiment, dat
in Duitschland ondernomen wordt, veel meer
beteekenis toekennen.
En nu wat 'Duitschland betreft. Ofschoon
ik pas enkele weken hier ben, heeft men
tegenover mij herhaaldelijk de opvatting ver-
kondigd, dat Groot-Brittannie Duitschland
overal iets in den weg poogt te leggen. Ik
kan u verzekeren, dat Groot-Brittanme geen
poging van dien aard onderneemt en er ook
in het geheel niet aan denkt, dit te doen. Wij
hebben een volledig begrip van Duitschland's
groote missie in de wereld.
Het gewichtigste probleem is thans voor
Duitschland de grondstoffenkwestie. Ik ge
loof niet, dat Duitschland in eenig land een
grooter bereidwilligheid zal vinden om al het
mogelijke te doen het te steunen dan in Groot-
Brittannie. En waar is er ooit grooter bereid
willigheid geweest anderen te helpen en hun
moeilijkheden te bespreken dan in Londen met
zijn groote financieele ervaring?
Neen, mrjne heeren, Engeland denkt er
geenseins over Duitschland's rechtmatige com-
mercieele oultureele en nationale streven te
beletten of te belemmeren. Ik kan u zeer
beslist en in overeenstemming met de waar
heid zeggen wat en hoeveel Engeland wil. Het
wil den vrede, vrede in Europa en in een
wereld, die waarlijk genoeg oorlog heeft ge-
zien in die vreeselijke jaren 19141918. Drie
weken geleden heb ik den rijkskanselier als
mijn overtuiging meegedeeld, dat er tusschen
Duitschland en Engeland geen kwestie is die
niet door eerlijken vredeswil en wederzijdsche
samtnwerking zou kunnen worden opgelost.
Waarborg ons vrede en een vreedzame ont-
wikkeling in Europa en Duitschland zal zien,
dat het geen oprechter en ik geloof nuttiger
vriend in de wereld heeft dan Groot-Brit
tannie.
ITALIE'S CONTROl.ESCH EP EN BLIJVEN
IN HUN ZONE.
Hoewel Italie zich uit de Londensche com-
missie heeft teruggetrokken zullen de Ita-
liaansche schepen, die voor het toezicht op de
niet-inmenging gebruikt werden, in de htm
aangewezen zone blijven.
Zooals bekend is, hebben deze schepen er
zich slechts van te vergewissen, of de naar
Spanje varende vrachtschepen een controleur
aan boord hebben. Indien dat niet het geval
is, hebben de controleschepen nog niet het
recht, de reis met geweld te verhinderen.
Daarom gebruikt Italie voor het toezicht ge-
wone koopvaarders, zooals b.v. de ,,Barletta
die onlangs bij Balma is gebombardeerd. Deze
schepen zullen voor rekening van Italie blijven
speuren naar wapensmokkelarij, zij zullen zich
tegen iederen aanval verdedigen, maar hebben
tot dusver geen opdrEDcht gekregen buiten-
landsche, speciaal Russische, schepen te
praaien.
HET VATICAAN EN HET DERDE RIJK.
Havas meldt uit VaUcaanstad dat, hoewel
de temgkeer naar Rome van Orsenigo, den
nuntius te Berlijn, met zijn slechten gezond-
heidstoestand wordt gemotiveerd, men er een
antwoord in kan zien op het besluit der rijks-
regeering, krachtens hetwelk Von Bergen, de
ambassadeur bij het Vaticaan, die met verlof
is, voorloopig niet naar Rome zal teruggaan.
De diplomatieke betrekkingen zijn niet ver-
broken, daar aan beide zijden de zaakgelas-
tigden in functie zijn.
Te Rome gelooft men, dat de Pans zal
trachten zooiang mogelijk een afwachtende
houding aan te nemen, gezien het feit, dat het
Vaticaan nooit de verantwoordelijkheid voor
een breuk op zich pleegt te nemen.
Brj den Heiligen Stoel wordt verzekerd, dat
er in de diplomatieke betrekkingen met
Duitschland niets gewijzigd is. Men weet niets
van een ultimatum, dat de Duitsche regeering
zou hebben gesteld.
In Pauselijke kringen acht men het van
geen nut kardinaal Mundelein te berispen,
zooals Duitschland verlangt. Men denkt niet,
dat de Paus de Duitsche regeering veront-
schuldigingen zal aanbieden.
Volgens den correspondent in Vaticaanstad
van de Daily Telegraph" staat men daar
tegenover de gebeurtenissen toch niet zoo on-
verschilllg als uit bovenstaand bericht zou
kunnen worden opgemaakt. In weerwil van
de verklaringen, dat alles nog niet verloren is,
zou er in het Vaticaan een pessimistische
stemming heerschen; de Duitsche nota zou een
diepen indruk hebben gemaakt en de gevolgen
van een eventueel verbreken der 'diplomatieke
betrekkingen zouden voor de Roomsch-Katho-
lieken in Duitschland zeer ernstig worden
geacht.
Kenschetsend voor de houding van Duitsch
land is ook, dat de regeering volgens den cor
respondent de Duitsche ambassade bij het
Vaticaan instructie zou hebben gegeven den
Paus geen gelukwenschen aan te bieden naar
aanleiding van zijn 80sten verjaardag.
Voorts is bekend geworden, dat het uitstel
der inwijding door den Paus van de pause
lijke academic van wetenschappen te Castel
Gandolfo een gevolg was van de spanning met
Duitschland.
Men hoopt, dat het bezoek van maarschalk
Van Blomberg, den Duitschen minister van
oorlog, aan Rome, in den toestand eenige ver-
zachting zal brengen.
Uit Berlijn meldt de „Dafly Tel.", dat het
Vaticaan op zijn beurt heeft geprotesteerd
tegen de heftige aanvallen, die minister Gob-
bels in zijn jongste rede op de katholieke
geestelijkheid heeft gedaan.
DUITSCHE DIPLOMATEN REIZEN.
Het beste bewijs wellicht, dat Duitschland
niet van plan is de Spaansche kwestie op de
spits te drijven, vormt, schrijft de N. R. Crt.,
het feit, dat het duidelijk laat zien, dat het
zijn belangstelling voor andere deelen van
Europa heeft behouden. Als exponent van die
belangstelling worden reizen ondernomen;
door von Blomberg naar Rome, door von Neu-
rath naar Belgrado, Sofia en Boedapest, De
keuze der afgezanten vormt een nieuw bewijs
dat Duitschland er op dit oogenblik prijs op
stelt zeer gematgid op te treden. Immers de
personen, die het Duitsche rijk als afgezanten
zendt, wisselen al naar gelang de stemming
en de behoefte.
Duitsche en Italiaansche kringen stellen het
voor, alsof von Blomberg's visite aan Rome
een weermachtaangelegenheid is. Niet in den
vorm van een oorlogszucbtige demonstrate,
maar als een bewijs, dat beide landen voor
hun verdediging kunnen zorgen. Zoo wil men
vooral het agressieve element zorgvuldig ver-
mijden. Maar in Italie verbergt men toch
niet, dat men von Blomberg eens wil toonen,
hoe sterk de Italiaansche weermacht wel is
en het daaromtrent bij sommige Duitschers
bestaande wantrouwen wil wegnemen. Deze
gedachte van onvolwaardigheid zou, naar
Italiaansche kringen aannemen, een der oor-
zaken zijn voor de Duitsche aarzeling om een
militaire alliantie aan te gaan.
Toch neemt men nergens aan, dat een der-
gelijk verbond uit de besprekingen van von
Blomberg zou voortvloeien. De Duitsche rijks-
weerminister ontpopt zich meer en meer als
een uitnemend diplomaat. Eden's buitenge-
woon vriendelijk oordeel over de besprekingen
tijdens de kroningsfeesten is daarvani een
duidelijk bewijs. Daarom is het niet aanne-
melijk, dat von Blomberg de jongste verbete-
rrng in de betrekkingen met Engeland zal
willen riskeeren. Veel meer pleit er voor, dat
hij, hoewel Italie verzekerend, dat de Duitsche
vriendschap tot dat land onder de Engelsche
toenadering niet zal lijden, er op aan zal drin-
gen geen belemmeringen aan de liquidatie van
de Spaansche kwestie in den weg te leggen.
Want dat Duitschland vaatbesloten is zich daar-
uit teiug trekken, neemt men overal aan. Had
het dit niet gewild, dan zou het bombardement
van de Deutschland gelegenheid te over heb
ben geboden om een andere houding aan te
nemen. (Natuurlijk was het, vooral voor het
binnenland, noodig daar een daad tegenover
te stellen, maar daarmede wordt de zaak toch
als gesloten beschouwd. Duitschland heeft er
geen belang bij het conflict verder op te drij
ven en daarbij de zoo moeizaam verkregen
welwillende houding van Engeland te riskee
ren. Daarvan moet ook de Italiaansche vriend
die, nog verontwaardigd over het voorval in
de haven van Falma, zich direct bij de Duit
sche maatregelen aansloot, overtuigd worden.
Von Neurath's reis moet, aldus zegt het
officieele communique, de belangstelling voor
het Donaubekken tot uitdrukking brengen.
Maar uit Fransche bron verneemt men, dat
Duitschland aan Zuid-Slavie een non-agressie-
pact zou hebben aangeboden, dat echter ge
weigerd zou zijn. De redenen voor deze wei-
gering kunnen o.m. in de positie van Honga-
rije hebben gelegen, welk land zonder twijfel
ook bij de besprekingen een vooraanstaande
plaats in zal nemen.
Duitschland is, zooals men weet, op het
oogenblik een groot vriend van de Hongaren.
De laatste hopen in de Duitsche vriendschap
een machtigen steun te vinden bij hun streven
zich los te maken van een aantal hepalingen
der vredesverdragen, die zij in strijd achten
met hun souvereiniteit. Zij betoogen, dat het
verbod van bewapening, neergelegd in het ver-
drag van Trianon, onbillijk is, omdat de basis
hiervan een algemeene ontwapening was, die
echter niet gekomen is. Een betoog, dat in
Duitsche ooren weerklank vindt. Zou nu
Duitschland, indien het door een non-agressie-
pact de Zuid-iSlavische veiligheid had ver
zekerd, verdere avances in het Donaubekken
maken, dan zou dit kunnen geschieden zonder
dat Zuid-Slavie zich dadrdoor bedreigd voelde.
Op gelijke wijze wenscht men zich ook ten
aanzien van de positie van Oostenrijk te orien-
teeren. De landen der Kleine Entente hebben
meermalen idoen blijken, dat zij tegen een
Anschlusz minder bezwaar hebben dan tegen
een restauratie der Habsburgers. Duitschland
heeft er dus alle belang bij zich te vergewis
sen of deze opvattingen nog dezelfde zijn en
hoe men eventueel op Anschlusz-pogingen zpu
reageeren. Dit te meer, waar het Zuid-Slavi-
sche standpunt niet immuun is voor verande-
ringen. De Zuid-iSlavische minister-president
geeft onomwonden toe, dat zijn land de defi-
nitieve keuze eerst op het moment, dat een
beslissing noodig is, zal doen en dat zal laten
afhangen van de aangeboden voordeelen. Nog
afgezien van de hiervoor besproken kwesties
heeft Duitschland er belang bij met Zuid-
Slavie hartelijke betrekkingen te blijven on-
derhouden, niet het minst ook om oeconomi-
sche redenen.
Dat von Neurath na Belgrade Boedapest
bezoekt, is bijna vanzelfsprekend. De Hon
garen moeten weten, wat de Duitsche minis
ter te hunnen gunste in Belgrado heeft kun
nen bepleiten. In ieder geval past bij zoo'n
reis het geven van de verzekering, dat de
Duitsche gevoelens jegens Hongarije onver-
anderd zijn. Een bespreking te Boedapest zou
bovendien waarborgen kunnen scheppen, dat
de opzegging van bepaalde artikelen van het
verdrag van Trianon niet op een ongunstig
oogenblik geschiedt.
Ook Sofia staat op het programma. Met
Rulgarije heeft Duitschland van ouds goede
relaties onderhouden, en het spreekt vanzelf,
dat men dicht in de buurt zijnde eens een be
zoek afsteekt om de oude vriendschap te be-
vestigen, vooral als er van andere zijde zoo
groote activiteit aan den dag wordt gelegd.
De besprekingen te Sofia zullen von Neu
rath in de gelegenheid stellen zich 'n oordeel
te vormen over de samenwerking op den Bal
kan. Meer speciaal wellicht zal zijn aandacht
uitgaan naar de door sommige kringen ge-
opperde plannen om een tolunie tusschen Bul-
garije en Zuid-Slavie te sluiten. Hoewel de
verwezenlijking hiervan nog veraf schijnt,
moet Duitschland er nu reeds op bedacht zijn,
dat het zijn aandeel in het oeconomisch leven
dezer landen niet ziet verminderen. Met dit
oeconomische verbindt zich ook een politick
belang. Een te groote toenadering van Bul-
garije tot Zuid-Slavie zou de positie van het
laatste land kunnen versterken. Voorzichtig-
heid dus overal en niemand is meer dan von
Neurath geschikt een dergelijke opdracht te
vervullen.
Want een blanke huid wordt rood en pijnlijk
(door de zon. Gebruik daarom tijdig AMILDA-
bo nneb ruincremedie Uw huid beschermt
tegen vervellen en zonnebrand en U tevens
snel mooi bruint, 66k bij weinig of geen zon.
Flacon 90 ot. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
(Ingez. Med.)
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
De gisteren gehouden vergadering stond
vooral in het teeken van de herziening der
algemeene politieverordening. Na mededeeling
van goedkeuring van raadsbesluiten kwam
aan de orde een verzoek van de afdeeling
Ter Neuzen van „Volksonderwijs", er op aan-
dringende, dat aan de gelegenheid tot toela-
ting op de openbare scholen vroeger en meer-
dere bekendheid zal worden gegeven. De heer
't Gilde steunde dit streven, en verzocht Burg,
en Weth. waar het dit jaar toevalligerwijze
wat laat was geworden, voordat bekend-
making van de mogelijkheid tot toelating ge-
schiedde, er voor zorg te dragen, dat zulks
vroeger in het jaar zou geschieden, terwijl hij
ook een lans brak voor het geven van een
grootere bekendheid hieraan, b.v. door middel
van circulaires. De Voorzitter zegde toe, dit
onder de oogen te zullen zien.
(Een schrijven van den patroonsbond ,,Bouw-
kring" te Ter Neuzen had de volledige be
langstelling van den raad. In dit schrijven
werd er op gewezen, dat voor de aanbesteding
van het leggen van het trottoir in de Kerk-
straat te Sluiskil geen aanwijzing gehouden is,
terwijl de ,„Bouwkring" verder verzocht, ge
zien het werkgebrek in de gemeente, voortaan
werken van eenige beteekenis te doen aan-
besteden.
De heer Geelhoedt gaf een nadere uiteenzet-
ting van zijn verklaring in de vorige vergade
ring afgelegd, als zou er wel aanwijs gehouden
zijn. Hij deelde mede, dat de bouwmeester
Burg, en Weth. bericht heeft, dat wel degelijk
een aanwijzing" van dit werk is gehouden,
waarbij bepaalde, met name genoemde per
sonen tegenwoordig zijn geweest, en dat ver
der op het Bureau van Gemeentewerken aan
enkele aannemers omtrent deze zaak inlich-
tingen verstrekt zijn. Een ,„aanwijs'" in den
zin zooals dit in aannemerskringen wordt ver-
staan, is niet gehouden. Het eenige, dat hem
verweten is geworden, kan zijn, dat niet dui
delijk is uitgekomen, dat „aanwijzingen zijn
gegeven", en inlichtingen verstrekt, terwijl
hiervoor in de vorige vergadering het woord
„aanwijs" gebruikt is. Verschillende leden
voerden hierover het woord. De heeren Ver-
linde en Den Hamer bestreden de mogelijk
heid, dat gezien den prijs van materialen, en
het volgens Burg, en Weth. medegedeelde be-
drag aan arbeidsloon, dit werk f 1599 zou heb
ben gekost, hetgeen naar hun meening hooger
zou zijn. De heer Colsen noemde uit eigen
waarneming een bedrag van 280 voor ar
beidsloon, waarop de heer Geelhoedt hem toe-
voegde, dat dit bedrag blijkens de aan Burg,
en Weth. overgelegde rekening niet was be-
reikt.
!Het einde was, dat het voorstel van Burg,
en Weth., dit stuk voor kennisgeving aan te
nemen, werd aanvaard.
Besloten werd tot aflossing en opnieuw
tegen lager rentevoet sluiten van enkele lee-
ningen, in totaal resp. 11.900 en f 45.100.
Besloten werd tot medewerking ten behoeve
van de Vereeniging voor Christelijk Volkson-
derwijs, ten behoeve van den aanleg van
waterleiding en bijkomende werken.
Enkele begrootingswijzigingen werden vast-
gesteld, ontheffing van schoolgeld verleend, en
het kohier hondenbelasting voor 1937 vastge-
steld, waarna men zich gereedmaakte om den
hoof'dschotel van de vergadering, de herzie
ning der algemeene politieverordening, en de
vaststelling eener precarioverordening, aan te
snijden.
Al het besprokene hier in het kort te rele-
veeren, is niet doenlrjk, doch wij stippen aan,
dat een voorstel van den heer *t Gilde, om het
verspreiden waarbij dan gedacht dient te
worden aan het verspreiden van lectuur
tusschen des avonds 10 uur en des ochtends
6 uur, schipbreuk leed.
De heer Van Hecke wilde het afrasteren
van perceelen grond met prikkeldraad, langs
den openbare weg geheel verbieden, gezien
een ervaring, die hij had opgedaan. De heer
Den Hamer verklaarde zich hier ook voor,
doch betoogde, dat het in sommige gevallen
noodig kan zijn met prikkeldraad af te raste-
ren, waarom deze bepaling in de verordening
diende te blijven. Aldus werd dan ook be
sloten.
De heer Colsen wenschte in het vervolg
voor serenades behalve dan op Zondag
het vereischen van een vergunning te doen
vervallen. Dit voorstel verkreeg niet voldoen-
den steun en werd dus niet aangenomen.
De heer 't Gilde wilde aan de bepaling dat
het maken van muziek, het zingen van liedjes
of het geven van vertooningen op den open-
baren weg zonder vergunning van burg, en
weth. toe te voegen „indien de bedoeling is,
geld te verdienen". De voorzitter wees hierbij
op de moeilijkheid van het verkrijgen van be
wijs voor dit laatste. Dit voorstel bleek ten
slotte geen succes te heblben.
Een nieuwe bepaling werd op voorstel van
den heer Duurinck aan de verordening toege-
voegd, waarbij het verboden is, in een kano te
varen, zonder in het bezit te zijn van een ver
klaring van een deskundige, dat de betrokkene
de zwemkunst voldoende machtig is. Gedacht
wordt hierbij niet alleen aan het gevaar
waaraan de betrokken kano-schippers zichzelf,
doch ook aan dat waaraan de eventueele red-
ders zich bloot stellen.
IHiema volgde de koeien-kwestie, die in de
vorige vergadering was aangehouden, opdat
burg, en weth. zich met de betrokken melkvee-
houders in verbinding zouden stellen, hetgeen
blijkens mededeeling van den voorzitter was
geschied. De betrokkenen hadden zich met de
bepaling, dat het zonder vergunning van burg,
en weth. verboden is, melkvee van den stal
naar de weide en vice versa te laten loopen,
te leiden of te drijven, met uitzondering van