ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
ASPIRIN
Nr. 9410
WOENSDAG 5 FEBRUARI 1936
702 Jaargang
Binnenland
Buitenland.
Feuilleton
Een liefde in China.
TWEEDE BLAD
londen bedreigd.
kondigt zich
de griep aan:
Een gevoel van moeheid,
pijn in de ledematen.
Dan direct naar bed en
tot de dokter komt
van tijd tot t i j d
TER NEUZENSCHE COURANT
in i" i i—rrnTTmnr—>'wwa>!m«MEiMnmnBaHianMi
i^rf/aofeiair«rtaM*iW»a^ *a
AANTAL MISTKKAAKS IN NEDERLAND
Op 1 Januari bedroeg hot aantal aange-
geven radio-ontvangtoestellen 591.933, terwijl
bet aantal aangeslotenen aan de radio-distri-
butiecentrales 354.911 bedroeg.
En totaal is bet aantal luisteraars derhalve
per 1000 inwoners.
HET WEEKBLAD DE VRIJHEID.
Volgens Het Volk en De Groene Amster-
dagnmer zal bet liberate weekblad De Vryheid
spoedig verdwijnen. De Groene knoopt aan dit
bericht in vragenden vorm een commentaar
vast, dat gedacbten zou kunnen wekken aan
geschillen in den Vrijheidsbond. Niets is min
der waar. 'Het is mogelijk, dat De Vrijheid in
den tegenwoordigen vorm en onder de tegen-
vroordige benaming eerlang zal verdwijnen.
Moch dit bet geval zijn, dan is dat echter uit-
shritend het gevolg van de liquidatie van de
Amhemsdhe uiitgeivers-maatschappij De Vlijt.
Htet ligt in de bedoeling, bij eventueele ophef-
fimg van De Vrijheid daarvcor een of twee
amdere organen in de plaats te stellen
ONGEVALLEN V EHZEKEIt l N<i VOOK
JEUGDIGE WERKLOOZEN.
Ten beboeve van mannelijke werkloozen, die
iwgevolge de maatregelen, welke met instem-
rning van den minister van Sociale Zaken zijn
getroffen ter bestrijding van de moreele ge-
volgen der werkloosheid, deelnemen aan vak-
cuisussen en werkkampen voor jeugdige
werkloozen, of te werk gesteld zijn aan z.g.
werkobjecten voor jonge werkloozen of in
centrale werkplaatsen en die niet ingevolge
eenige wettelrjke bepaling zijn verzekerd tegen
de geldelijke gevolgen van ongevallen, is een
regeling van verzekering tegen ongevallen
in bet leven g-eroepen. Teneinde op de minst
kostbare wrjze in deze aangelegenheid te voor-
zien, is een voor het geheele land geldende,
uniforme regeling ontworpen. Aan alle subsi-
die-toezeggingen ten beboeve van genoemde
werken is door den minister van Sociale Za
ken de voorwaarde verbonden, dat alle man
nelijke deelnemers kracbtens de bepalingen
der nieuwe regeling tegen ongevallen verze
kerd moeten zijn.
Met de Oodperatieve Vereeniging „Centraal
Bebeer" G. A. te 's Gravenhage is overeen-
gekomen, dat zij op de basis van de Ongeval-
lenwet 1921 als uitvoerend orgaan de admi-
nlstratie en de mediscbe controle zal verrich-
ten.
WIJZIGIMG VAN DE PENSIOENWET.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
tot wijziging van enkele artikelen der Pen
sioenwet ingediend.
In de eerste plaats wordt voorgesteld om,
wanneer de we Jde of de rem der wedden op
cf bencdsn f 400 is gedaald, het air. btenaar-
scbap in den zin der Pensioenwet all een ver-
Loren te doen gaan wanneer de belan ehebben-
de zuliks uitdrukkc'.ijk verlangt.
Vcorts woiden ock pensioengerecbtigd ge-
maakt personen, die als directeur, leeraar of
in eenige andere betrekking in vasten dienst
ajjn verbonden aan bij'zondere middelbare
seholen voor meisjes.
Ten aanzien van art. 69 is een aanvulling
voorgesteld, volgens welke bij de beperking
van pensioenen, wanneer het gezamenlijk be-
drag dier pensioenen f 4000 en voor zoover
gewezen ministers betreft, f 6000 overschrijdt,
rekening kan worden gehouden, wanneer een
tijidelijke korting cp een dier pensioenen is
verleend.
Voor bijzondere leeraren en onderwijzers, die
het ambtenaarschap verliezen op grond van
een der redenen vermeld in de artikelen 88 en
89 der Pensioenwet, zal volgens een nieuw
voorgesteld lid van art. 95 ook belhoud van
uitzicht op gezinspensioen kunnen worden
verzekerd.
Verder wordt een verlaging voorgesteld van
de jaarlijksiche bijdrage van het Rijk aan bet
■Pensioenfonds in dier voege, dat die bijdrage
is bepaald op 31.500.000 over de jaren 1929
tot en met 1932, op 28.400.000 over de jaren
1933 en 1934 en op f 25.400.000 over 1935 en
volgende jaren.
Ten slotte wordt voorgesteld met terugwer-
iiende kracht tot 1 Juli 1925 te doen vervallen
den tweeden volzin van het vijfde lid van art.
LXXXIV der wet van 28 Mei 1925. Volgens
het bepaalde in dien volzin blijft ten aanzien
van den diensttijd, ter zake waarvan een op
grond van bet bepaalde in den eersten volzin
j vervallen wachtgeldvervangenid pensioen is
ger.oten goweest, b t sersto lid van art. 59 der
Pensioenwet buiten toepassing voor de beoor-
i deeling van het recbt op bet toedrag van later
te verleinen uitgesteld pensioen. Dit voor-
schrifit is aldus uitigelegd, dat de door bet ver
vallen van bedoeld pensioen vrijgekomen
diensttijd slechts kan medetellen voor de be-
oordseling van het recbt op en het bedrag van
bet uitgesteld pensioen uit de met afloopend
i pensioen verlaten betrekking (beslissing Cen
trale Raad van Beroep van 4 October 1932).
Er is naar de meening van de regeering geen
enkele reden om bet over den betrokken
diensttijd aanvankelijk levenslang toegekend
pensioen, dat daama in vele gevallen een tijde-
lijk pensioen weid en na eenigen tijd vervalt,
t niet later in anderen vorm te doen herleven.
i Maar dan over de geOneele lijn en niet slechts
in den vorm van een uitgesteld pensioen, dat
bovendien nog beperkt wordt tot een bepaalde
functie.
HET VEKHOOR VAN VERDACHTEN.
Bij de Tweeds Kamer is thans ingediend
een wetsontwerp tot wijziging van art. 29 van
het wetlboek van strafvordering. De Minister
van justitie zegt in de toelichting o.m. het
volgende
De regeling van den tweeden, derden en
vierden volzin van het eerste lid van art. 29
van het wetlboek van strafvordsring waar-
tegen reeds ten tijde van de totstandkoming
1 1 i Ulb ivt AM Vlrili for*
terechtzitting, moet wdrden medegedeeld.
Hierdoor wordt uiteraard het hiervoren ver-
melde bezwaar tegen de bepaling zelf nog ver-
ccber-t. Ock ctuit do uitioeribg van deze
wettelijke ^pdracbt in de praktijk op, mede
van bet sflndpunt van hen, die tegen de be
paling zelf geen bezwaar' hebben, onvermij-
delijke moeilijkbeden. De juiste strekking
toch der bepaling tot de verdacbten te doen
doordringen, is welhaast ondoenlijk. Het is
dan ooik niet te ontgaan, dat bet op den ver-
dachte, die door de overheid wordt opgeroe-
pen om te worden verboord, een eigenaardi-
gen indruk moet maken, indien de verhoorendo
autoriteit Ibegint met de kennisgeving, dat hij
niet tot antwoorden verpkcht is.
De mededeeling werkt bovendien in som-
mige gevallen verwarrend, en wel in het na-
deel van de beschuldigden. Zij wordt gemak-
kelijk opgevat als een uitnoodiging om te zwij-
gen. Daardoor woidt bet gevaar geschapen,
dat de verdachten over het hoofd zien, dat ook
zwijgen nadeelig kan zijn. Niet slechts, om-
dat het op zich zelf voor wie vernoort mede
een aanwijzing kan vormen van schuld, doch
ook omdat een eenvoudige opheldering he-
staande vermoedens op slag kan doen ver
dwijnen.
De genoemde bezwaren brengen op bun
beurt sommige overheidsorganen er toe in de
praktijk de mededeeling van art. 29 in zeer
i verdacbten vorm te doen, soms zelf er bijna
over been te spreken, een enkele maal, indien
1 althans op de processen-verbaal mag worden
i afgegaan haar geheel achterwege te laten.
Het eene is uiteraard al even onjuist als bet
van het webboek van vele zij'den in en buiten andere: in al deze gevallen wordt het be
de Staben-Generaal Ibezwaren werden aange-
voerd, is ook in de praktijk minder gelukkig
gebieken.
Zij sluit zich in art. 29 aan bij de bepaling,
dat in alle gevallen, waarin iemand als ver-
dachte wordt gehoord, de verhoorende rechter
of amfotenaar zich van alles onthoudt. wat de
strekking heeft een verklaring te verkrijgen,
waarvan niet gezegd kan worden, dat zij in
vrijheid is afgel'egd. Deze bepaling richt zich
tegen alle minder oinbare wijizen van onder-
vraging en onderzoek, tegen iedere pressie op
den verdachte, welke ten gevolge zou kunnen
helfclben, dat hij niet slechts de waarheid zou
verklaren, doch meer zou verklaren, dan met
de waailbeid overeenkomt. Zij is zeker iieil-
zaam, en het ontwerp van wet beoogt dan ook
deze bepaling ongewijzigd te handhaven.
De in den aanhef genoemde volzinnen voe-
gen aan haar echter nog drieerlei toesN.i., dat
de verdachte (bij het verboor niet tot antwoor
den verplicht is; dat hem hiervan, behalve in
bet geval van bebandeling zijner zaak ter
terechtzitting, v66r het verhoor mededeeling
moet worden gedaan; en dat van deze mede
deeling in het proces-verbaal van het verboor
melding moet worden gemaakt.
Van Jen aanwang af is de vraag gerezen,
of deze laatste voorschriften niet te ver gaan.
Dat op den ver'dactote geen onbehoorlijke pres
sie mag wordsn uitgeoefend, is niet alleen
uitivloeisel van humaniteit, doch zeker even-
zeer in bet belang van hot strafproces zelf.
Dit beginsel brengt echter nog niet mede, dat
de verdachte nu ook in bet strafproces het
recbt moet befbben niet te antwoorden.
Het doel van een strafproces is klaarhei'd en
waarheid in de onderzochte zaak te brengen.
Men kan virdedigen en de minister is voor
zich geneigd deze stelling te onderschrijven -
dat daartoe, waar bet het cpentoaar belang
geldt, alien behooren mede te werken, die over
mateiiaal besctoikken, daaronder begrepen
degene, die beticht wordt het strafibare feit
te habben begaan en die uiteraard in de eer
ste plaats in de zaak licht zal kunnen ver-
schaffen. Toegegeven moet echter worden,
dat tbij een in de wet neergelegfle verplicbtmg
tot antwoorden in het taijzonder de schuldige
verdachte onder omstandigheden in een moei-
lijke positie zou geraken, omdat tegenover de
verplichting tot medewerking, in het algemeen
ibelang opgelegd, het feigen belang in den
regel sterk zal spreken; terwijl, wend op de
verplichting sanctie gesteld, de uitgeoefende
druk het onderzoek naar de waarheid somtijds
zelfs zou 'kunnen sdhaden.
Er schijnt te dezen, ook moreel beschouwd,
een mo'gelij'kheiid aanwezig van twijfel. Juist
deze omstandigheid maakt bet echter onge-
wenscht in de wet met zoexveel woorden uit
te spreken, dat de verdachte niet tot antwoor
den verplicht is.
Art. 29 voegt, gelijk vermeld, aan deze uit-
spraak bovendien nog toe, dat haar inhoud
den verdachte v66r ieder verhoor, behalve ter
staande duidelijke wetsvoorschrift niet nage-
leefd, terwijl toch eefbied voor de wet in de
eerste plaats van de organen van justitie en
politie mag worden verwacht.
Het is op grond van de bovenstaande over-
wegingen, dat het ontwerp van wet in aan-
sluiting aan een toezegging, gedaan bij de be
bandeling van de justitie-toe|;nootmg voor 1935,
voorstelt de betrokken voorschriften uit art.
29 van het wetlboek van strafvordering (n.l.
den tweeden, den derden, en vierden volzin
van dat art.) te doen vervallen.
iirs
ie-
DE VEEESCHVOORZIENING VAN
Er is staking uitgebroken op de aba]
van Smithfield, waardoor de vleeschvoi
ninp- van Londen emstig bedreigd wordt.
Naar schatting zijn ongeveer 4000 man bij de
staking betrokken.
De staking is uitgebroken naar aanieiding-
van een loonkwestie, en het beslui't ertoe is
genomen in een geheime vergadering.
Naar Reuter meldt, heeft een vertegenwoor-
diger der tranisportarbeiders aan de stakeTS
medegedeeld, dat de werkgevers bereid zijn
den toestamd te bespreken, indien de arbeiders
het werk hervatten.
Toen de vertegenwoordiger van den trans-
portarbeidersibond het aanbod van de werk
gevers kwam overbrengen, werd hij ontvan-
gen, met den kreet ,,neen".
Er zal tlhans een nieuwe vergadering plaats
vinden van de vertegenwoordigers van de
werkgevers en arbeiders. Als de staking
voortduurt, zal Londen van vleesch verstoken
moeten blijven'.
Er staken reedis 10.000 man en men vreest
dat de staking ook zal overslaan tot de boot-
werkers en de spoprwegarbeiders, die bij het
vleeschvervoer betrokken zijn. Een vertegen
woordiger van het vakverbond van transport-
arbeiders zou Maandagochtend met de stakers
praten, daar de vakvereeniging buiten het be
sluit wias gelaten. De politie in den omtrek
van Smitlhfield is aanzienlijk versterkt.
Uit bet Engelsch door BE1N BOLT.
(Nadruk verboden.)
34(Vervolg.)
iZij waren nu boog genoeg om over de
lagere heuvels heen te kunnen kijken en ter
wijl Ching een maaltijd van boonenpuree en
tarwekoekjes bereidide, lieten Kathleen en
Dick Forsyth den blik dwalen langs den weg
waar zrj vandaan gekomen waren. De daken
en tempels van Pi-Cbow glansden in het zon-
licht en toen het meisje de stad in vogelvlucht
ontdekte, liet ze een lichten kreet van ontstel-
tenis hooren.
,/9ch, wat zijn we weinig opgeschoten".
„Ja", gaf de dokter toe: ,,Maar vergeet
niet, dat we over heuvels klimmen."
„Ze zullen Li Weng-Ho nu wel hebben ge-
vonden." „Uren geleden, vermoed ik."
„En zou de achtervolging al begonnen
zijn
..Vast en zeker. Maar er is geen reden voor
epwinding. Het zal de mannetjes van Li Weng
Ho een heelen tijid kosten om ons spoor te vin-
den, en voor hist zoover is, kunnen we veilig en
wel buiten zijn rechtsgebied zijn."
„Ja, maar ik zie hem er best voor aan zich
van de grenzen van zijin provincie niets aan
te trekken en, als hij ons op het spoor kornt,
zijn mannen achter ons aan naar Yunnan te
aenden."
Laten we hopen van niet", antwoordde
Forsyth bemoedigend.
Kathleen kon de gedachte aan den mandarijn
echter niet zoo gemakkelijk van zich afzetten.
Li Weng-Ho, beroofd van zijn prooi en hiet
slachtoffer van diepe vemedering, zou onge-
twijfeld energiek zijn in de achtervolging en
WIE WORDT DE ..FIRST LADY" VAN HET
BRITSCHE RIJK?
In de oogen van haar onderdanen, is de
koningin niet alleen de eerste dame van het
rijk, maar ook het ideaal van een Engelsche
vrouw, van een trouwe eehtgenoote en van
een teedere mioiedter. -Men beschouwt de
koningin als vertegenwoordigster van geheel
Engeland, als degenen, die een schat be-
heert, die het eigendom van der gelheele natie
is en waarop een ieder even trotsoh is.
Koningin Mary droeg haar waardigheid met
een eenvoudige zelfbewustheid, die het gevolg
was van haar door en jipor Engelsche opvoe-
ding. Het was vaak ontroerend te zien, hoe
Zij al haar krachten vergaarde om beide
taken: heerscheres en burgeres, op de juiste
wijze te vervullen. Want zelfs niet tijdens de
prachtigste feesten vergat koningin Mary, dat
dat zij als huisvrouw, echtgenoote en moeder
plicbten had.
De koningin-weduwe vatte haar taak als
eerste dame van het rijk zeer emstig op.
Hoewel zijzelf in het geheel niet gesteld was
op weelde en uiterlijk vertoon, was zij onver-
biddelijk, wanneer het de handhaving van
eeuwenoude tradities gold.
In haar particuliere leven was de koningin
eenvoudiger dan een groot aantal van haar
schatrijke onderdanen. Zij zag er niet tegen-
op zelf te gaan winkelen. Haar liefde voor
antiquiteiten is algemeen bekend. Vooral
tegen Kerstmis deed koningin Mary inkoo-
psn op uitgebreide sctoaal voor haar kennis-
sen en voor duizenden armen. De behoefte cm
misdeelden te helpen is een der sympathiekste
karaktereigenschappen van de koningin-
weduwe.
AJIe weldadigheids-instellingen konden, op
haar steun rekenen. Wanneer zij de premiere
van een tooneelstuk of van een film bijwoon-
de, dan kon men er aeiker van zijn, dat de
zaal stampvol was. De netto-opbnengst van
zulk een avond kwam echter in den regel den
a-rmen ten goede.
In de laatste jaren eischte de slechte ge-
zondheidstoestand van (haar echtgenoot veel
aandacht en toewijding der koningin. Twee
keer werd de toning z6o ernstig ziek, dat men
het ergste vreesde. De weken tijdens zijn
ziekte beteekenden voor Queen Mary een tijd
van angst en slapelooze nochten. Maar ook
in dergelrj'ke perioden verloor zij haar waar
digheid niet en vervulde zij haar plichten
jegens haar onderdanen.
Het is thans zaak te beslissen, wie aan de
zijde van den ndeuwen toning de taak van
„first lady" zal vervullen.
Edward VHI is nog steeds vrijgezel. Het is
dus waarschijnlijk, dat de koningin-weduwe
gelijk vroeger de rol van koninklijke gast-
vrouw zal waamemen. Volgens de algemeen
heerschende opvatting zou dit tot sen huwe-
lijk van den toning het geval blijven. Het
staat evenwel niet vast, dat de konmgm ook
thans bereid zal zijn deze taak op zich te
nemen. Missehien trekt zij zich wel terug en
wijdt zij zich alleen aan sociaal werk. Viol-
gens de wet krijgt zij na het overlijden van
toning George een jaarlijksche apanage van
70.000 pond.
De volgende candidate voor .first lady" is
de kroonprinses, de jeugdige echtgenoote van
den hertog van York.
SAKRAUT'S MEERDERHEID.
Sarraut beeft schrijft de N. R. Crt. het
eerste pleit gewonnen. Veel overwinningen
heeft hij niet meer noodig om het tijdstip der
verkiiszingen te halen. En dat lijkt de verste
grens, die hij zich voor den levemsduur van
zijn kabinet kan droomen.
Hij heeft gezegevierd met ongeveer dezelfde
meerderheid, waarmede .het kabinet-Laval na
zijn eerste optreden een motie van vertrouWen
heeft gekregen. De voorstemmers waren
tosn minder talrijk dan de 361, die het kabi-
net-Sarraut nu de mogelijkheid van een kort-
stondig voortbestaan hebben gegeven, maar
ook de tege^istemmers waren toen iets ge-
ringer in. getal. Is er dan niets veranderd
In wezen niet veel, naar het uiterlijk echter
alles. Laval had de uiterste linkerzijde tegen
zich. Sarraut de rechterzijde. De zaak is
omgedraaid, zondsr dat het numeriek even-
wicht belangrijk is gewijzigd.
Sarraut had voord'eeliger wat minder stem-
men voor zich, en wat meer stemmen tegen
zich kunnen hebben. De steun van de com-
munisten zal hem en zijn partijgenooten op
den duur temauwernood' ten goede komen.
De tegenstanders zullen er een ruim gebruik
van maken bij de verkiezingeri. Sarraut kan
er wel niets aan doen, en voor de positie van
bet kabimet is het wel niet belangrijk. De
politiek ervan zaJl in hoofdzaak een voort-
zetting zijn van de politiek van het kabinet-
Laval. Maar die communistische stemmen
zijn niu eenpnaal niet 'decoratief.
Zij zijn voor het overige volkomen ver-
klaarbaar. De communisten zelf hebben ge-
het product van verfrouwen
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranie-bandbuisjes van
20 tabl. 70 cts. en orarijezakjes van 2 labi. a 10 cts
(Ingez. Med.)
ongenadig in zijn wraak. Dat -ze nog zoo dicht
bij Pi-Chow waren, had haar diep teleurge-
steld en er kwam een druk over haar, waar-
aan ze zich niet kon ontworstelen.
Bovendien begon het weer te veranderen.
Boven de heuvels pakten zich wolken sam:n.
Ze werden steeds grooter in aantal en omhul-
den ten laatste de toppen der heuvels. Verder
naar beneden hingen de wolkensluiers als
rook om de boomkruinen. De vluehtelingen
zelf waren in een vochtigen mist gewikkeld,
die hen tot op de huiid nat maakte en hen be-
lette verder om zich heen te zien dan een paai
meter.
De tocht werd hoogst onaangenaam. De
rotssteenen op het pad waren glibberig door
de opeenhoping van vooht. H,:t natte gras
doorweekte hun voeten en beenen, de boomen
waaronder zij doorgingen deden een regen van
zware druppels op hen neervallen. De gedruk -
held, die Kathleen al een poos gevoeld had, j
deelde zich aan Forsyth mede en alleen Ohing
bleek bij machte een eenigszins hocpvollen kijk
te houden op een wereld, die zijn gulden as
pect verloren had.
Heel slechte mist", constateerde hip toen
zij" op den top van een glibberige verheven-
heid even stilstonden o.m wat te rusten. ,,Maar
de zon hij schijnt er boven. Zij verwanmt ons
weer gauw."
Het was moeielijk zich dit voor te stellen
op deize van mist doordrenkte hellingen en
geen van de beide anderen gaf antwoord.
Ching bemerkte hun somfoerheid en snaterde
opgewtkt door.
Heel slechte mist, maar verbergt ons voor
de" mannen van den mandarijn, als zij dezen
kant uitkomen."
,Missohien", meende de dokter somiber.
„Maar de mist kan hun ook voor ons vefber-
gen."
Zij gingen weer voort en tweehonderd me-
ter verder kwamen zij aan een punt, waar het
pad zich in tweeen splitste, die zich rechts en
links van een steil stuk. rots waarin het hoofd
van Boeddha was uitgehouwen, voortzetten.
In onzekerheid hielden zij halt.
,,U blijft hier", besliste..0hnng..i„lk. ga langs
dezen weg dertk dieions naar Yunnan
brengt."
Terwijl hij sprak, wees hij naar het recht-
sche pad en zonder op de toestemming van
den dokter te wachten, trok hij op verken-
ning. Zwijgend stonden Dick Forsyth en Kath
leen daar samen, terwijl boven hun hoofden
de steenen, onibewogen oogen van het kolos-
sale gezicht in het tijdlooze schouwden. Een
kwartier ging voorbijtoen klonk door den
mist het geluid van vlugge voetstappen. In-
stinctmatig scboof Kathleen dichter naar Dick
die direct een arm om haar heen legde. Enkele
seconden later doemde Ohing uit den nevel op.
Zijn gele gezicht voorspelde sleoht nieuws.
„Wat is er?" fluisterde Forsyth gejaagd.
Mannen van den mandarijn daar. Ching
maakte een hoofdbeweging over zijn schou-
der. „Zijn met z'n drieen en zij hebben gewe-
ren. Zij wachten op ons, zoo zeker als iets."
XX.
Het klooster.
zjegid, dat zij voor de regeering hebben ge-
stemd, om te verhinderen dat Laval terug
kwam'. Dit is niet de heele waarheid. Zij
wilden een ander dan Laval aan het bewind.
voornamelijk voor den bepaald doel: Laval
hield de ratificatie van het verdrag van we-
derzijdschen bijstand tusschen Rusland en
Frankrijk, dat hij zelf niagestreefd sn g'esloten
had, tegen Moatou werd daardoor steeds
zenuwadhtiger.
Ook bij de linkerzijde in Frankrijk wekte
het wantrouwen. Het was duidelijk, dat
Laval aarzelde om de toenadering tot
Duitscblanid niet onimogelijk te maken. Die
toenadering moet ieder Fransdhman wen-
sohen die eenig gezond verstand bezit. Maar
men vreesde, dat Laval de Fransche politiek
aan Duitschland zou uitleveren, dat hij zich
zou laten trekken binnen het Duitsche sy-
steem van bilaterale verdragen, dat ten doel
beeft de collectieve veiligheid, volgens de
methoden van den Volkeijbond, te ondermij-
nen. Men zag Laval al Frankrijk bindien aan
©en fascistische politiek, die groote gevaren
moest opleveren voor Frankrijk's bondgenoo-
ten in Oost-Europa.
Dit wantrouwen werd gedeeld door zeer
criliische menschen op de linkerzijde, omdat
zij van het onderscheidingsvermogen van
Laval in de aangelegenheden der buitenland-
sche politiek geen hoogen dunk hadden. En
dit was begTijpelijk. Want zeker is, dat Laval
veel beeft gedaan, om Engeland van Frank:,
rijk te vervreemden juist op het tijdstip, dat
Engeland zich bereid toonde, aan Frankrijk s
oude hartewensctoen ten opzichte van de col
lectieve veiligheid te voldoen. Laval dreef
ook de Kleine Entente van Frankrijk weg.
Zelfs op Polen had zijn politiek een voor
Frankrijk onigunstiigen invloed. „Met een
Frankrijk, dat een scherp afgeteekende poli
tick ten opzichte van Duitschland v>oert, wil-
len wij samenwerken. Zoodra echter de poli
tiek van Frankrijk ten opzichte van Duitsch
land onzeker wordt. en wij niet kunnan weten,
wat wij eraan hebben, zullen wij altijd ons
zelf trachtep te beveiligen door onderhande-
lingen met Berlijn", zeiden de Polen. En wat
heeft Laval met dit alles gewonnen?
Laval's politiek droeg vele kenmerkan van
dte oude politiek der g-ebeime diplomatic. Hij
dacht met zijn verstand en slimheid tegen
traditie en ervaring op te kunnen. En dat is
nergens meer een vergisising dan julist in de
internationale staatkunde.
Voor de communisten stond bij dit alles
natuurlijk vooral het belang van Rusland op
den voorgrond. Mostou, dat van hen heeft
kunnen verlangen, dat zij him verzet tegen
het Fransche leger zouden opgeven, mocht
zeker van hen verwachten, dlat hun beleid de
ratificatie van het verdrag van bijstand zou
bevorderen.
Verder heeft uiterst links Laval waarschijn
lijk niet vertrouwd, wat zijn houding tegen
over de liga'is betreft. Deze mogen dan hun
strijdorganisaties ontbonden hebben, dpae
werkten nog altijd op de zenuwen van uiterst
links. Over het beginsel valt niet te twisten:
De eerste oogeniblikken na Ching's mede
deeling staarde Forsyth hem onthutst aan,
terwijl in de trekken van Kathleen Barring-
ton verbijstering der wanhoop te lezen stond.
Toen vroeg de dokter plotseling:
Komen ze dezen kant op, Ching".
,',Neen. Blijven daar en wachten op ons."
„En hebben ze je niet gezien?"
Neen, ik hoorde ze praten en keek zoo lis- j
tig als een slgng. Zitten langs 'den weg en
spelen kaart." S
,,Dan weten zij zeker niet dat wij hier zijn i
merkte Forsyth zacht tegen Kathleen op. „Ze
zijn hier alleen om den weg te bewaken, voor
het geval we van dezen kant zouden komen.
Iemand moet gisteravond laat Li Weng-Ho en
zijn secretaris hebben gevonden. Wij moeten
dat anidere pad prc'beeren."
,,Niet doen", adiviseerde Ching haastig. ,,Dat
pad gaat vast en zeker terug. De soldaten
moeten het zijn afgekomen, langs anderen
weg kan niet, want ik bru'g doorgesneden."
Forsyth dadht na. Ching's voorstslling van
zaken scheen de eenig juiste te zijn en na een
oogeniblik van overweging nam de dokter op-
nieuw het woord.
,,In de gegeven omstandigheden blijft er
maar een ding over. Wij moeten den weg ver
laten en den heurvel beklimmen. Daama moe
ten we rechts aanhou'den tot w£ de wacht-
post voorbij zijn en dan weer probeeren op
den weg terug te kemen."
Ohing ging op zijn gewone wijsg.eerige
manier accoord met het voorstel.
,,Beter nek breken, dan levend gevild door
Li Wen'g-Ho. We vertrekken meteen."
Onverwijld begonnen ze hun gewaagde on-
derneming. Het pad volgend, dat als Ching s
topografiscsh inzicht juist was, naar Pi-Chow
terugvoerde, bereikten zij '6£n punt, waar het
mogelij'k lee'k den beuvel tot bovenaan toe te
beklimmen. Maar een gemakkelijke taak had-
dien zij zich allerminst gesteld, struikgewas
j en boomen zouden hun bewegingen ernstig
ibelemmeren en Kathleen stelde voor, dat ze
daar den draagstoel zouden achterlaten.
j ,,N4en", weerde Forsyth af, ,,we moeten j
hem meenemen. Het wil er bij mij niet uit,
dat we er later blij om zullen zijn. Daarbij
als we hem hier laten en hij wordt gevonden,
I zou dat een spoor voor onze achtervolgers
kunnen zijn. Neen hoor, de stoel moet mee.
Dat meenemen was echter een halslbrekend
toer. De bodem was vreeselijk oneffen n
tweemaal moesten zij door een klein bosch,
zoo dicht, dat het bijna onmogelijk was er
doorheen te dringen. Eln al dien tijd was in
de stilte der bergen de grootste voorzichtig-
heid geboden, want het geluid droeg hier ver
en een vallende steen zou voor de kaartende
soldaten beneden een noodlottige aanwijzing
kunnen zijn.
Na een tocht van bijna twee uren, hield n
zij even stil om wee* op ad em te komen. De
beide mannen baadden in hun zweet en zon
der zich pm de mist te bekpmmeren, wierpen
zij zich op het ruwe berggras. Maar nauwe-
Irjks lagen zij of van ver bened.sn hen klonk
een plotseling geluid van ruwe stemmen.
Ching luisterde en begon te grijnzen.
De soldaten mak.cn ruzie over de kaarten.
De een bedriegt de anderen."
Toen de twist voortduurde, spitste Forsyth
de ooren om vast te stellen waar het geluid
vandaan kwam. De stemmen moesten bijna
van recht onder hen opstijgen en bewezen hen,
dat de lijn van hun vlucht, hoe moeilijk ook
te handhaven in den minst en de woeste om-
geving, werkelijk de juiste was.
,,Kom, vooruit Kathleen", zei hij in een
plo'tselinge opwelling van hoop, „kom Ching.
Terwijl ze kijven, zullen ze wel geen aantfacht
hebben voor andere dingen en zijn we het ge-
vaarlrjke punt voorbij."
Zij vervolgden hun weg, terwijl de wolken
om hen heen steeds dichter werden. Het
landschap kreeg een nog wilder aspect, de af-
gronden werden veelvuldiger, de uitst.skende
steenen en rotspunten steeds moeilijker te
overwinnen. Ten laatste, in net besef dat zij
nu veilig waren, trachtten zij het pad terug
te vinden, doch ze slaagden daarin niet en tel-
kens dreven terreinhindernisscn hen hooger.
Terwijl Forsyth en Kathleen bij den stoel
bleven, liet Ching hen alleen om het pad op
te sporen. Hij was nauwelijks vertrokken,
toen tusschen de heuvels een zacht geromihel
van donder weertdonk.
Forsyth keek rond.
Ik vrees, dat we onw.eer krijgen."
'ja," luidlde Kathleen's ontmoedigend ant
woord.
(Wordt vervolgd.)