ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Als de heide bloeit
MAANDAG 28 OCTOBER 1935
75e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Buitenland.
EERSTE BLAD
-SK*,raKBWi'-.» HJIUia
>- -j'
NEUZENSCHE COURANT
ObwIiiiBVirai J ,AOA VmAr pllrp.Ti rape
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Bui ten Ter Neuzen
fr per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2- overige lan den f 2,35 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Vioor elken regel meer 0,20
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
vcrkrijgbaar is. - Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJ NT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
OPENSTELLING WEG.
Burgemaester en Wetbouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat
met in gang van 24 October 1935 bet verkeer
langs den Provincialen weg Ter NeuzenAxel
wederom ongehinderd kan plaats hebben.
Ter Neuzen, 26 October 1935.
Burgemeester en Wetbouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
DE OLIEHEFFING IN NED. INDIe.
Het „Bat. Nieuwsblad" meldt inzake de
oliebeffing dat vermoedelijk afstand zal ge-
daan worden van het plan voor 1936 een bij-
zondere heffing accijnsverhooging, of andiers-
Trins in te voeren.
Xnmiddels zal onderzocht worden welke
maatregelen urgent en billijk zijn en even-
tueel voor 1937 zullen kunnen worden inge-
voerd.
De olie-maatschappijen zijn bereid gevonden
een bedrag van 5.000.000 te schenken voor
het jaar 1936.
Het „Bat. Nieuwsblad" meent dat het in
dit geval zeer moeilijk zal zijn een formule
te vinden, waarbij een bedrag kan worden
gewaarborgd dat niet op de consumenten be-
hoeft te worden verhaald.
WETTELHKE REGELING AFBETALIN G.
Verscbenen is het verslag der commissie
van voorbereiding der Tweede Kamer inzake
het wetsontwerp tot wettelijke regeling van
de overeenkomst van koop en verkoop op af-
betaling en hioudende eenige wettelijke rege-
len nopens het afbetalingsbedrijf.
Blijkens het verslag was men met de Regee-
ring vrij algemeen van oordeel, dat het nood-
zakelijk is, het afbetalingsstelsel wettelijk te
regelen, doch dat daarbij kan worden volstaan
met het voorkomen van uitwasschen en het
tegengaan van misbruiken en dat dus het stel-
sel als maatschappelijk verschijnsel dient te
worden aanvaard.
MINISTER DECKERS OVER DE
PRIJSSTIJGING.
De prijsstijging, die zich in den laatsten
tijd ten aanzien van verschillende eerste
levensbehoeften voordoet, heeft „De Stan-
daard" aanleiding gegeven de meening te
vragen van den minister van Landbouw, mr.
dr. L. N. Deckers.
Bij dit onderhoud heeft de minister als zijn
meening te kennen gegeven, dat de stijging
van de kosten der producten voor het nood-
zakelijk levensonderhoud natuurlijk zijn voile
aandacht heeft, doch dat deze stijging toch
veelszins is te beschouwen als een verschijnsel,
dat telken ja're in den herfst optreedt. Spe-
ciaal wees de minister op de melk- en
zuivelproducten, waarvan de prijzen geregeld
in dezen tijd van het jaar een stijgende ten-
denz vertoonen. Bovendien valt sinds eenige
weken een prijsstijging van tal van produc
ten op de weneldimarkt waar te nemen een
verschijnsel, waarop Nederland uiteraard geen
invloed kan uitoefenen.
Naar aanleiding van een vraag of waar
de prijzen, die de consument in het binnen
land voor die producten heeft te betalen, veels
zins beheerscht worden door de toeslagen,
welke de regeering heft het niet mogeiijk
is, dat de regeering door vermindering dier
toeslagen de prijsstijging geheel of gedeelte-
lijk ondervangt, anhVoordde de Minister, dat
de regeering natuurlijk zich van deze mogelijk-
heid bewust is.
Boch anderzijds heeft zij te letten op de be
langen der producenten, i.e. van den landbouw
en de veeteelt. De regeering heeft met het
oog op die belangen allerlei maatregelen ge-
troffen, waarvan zij de overtuiging heeft, dat
ze niet „volmaakt" zijn. Die maatregelen zijn
dan ook geenszins als een blijvende ,,ordaning"
bedoeld, doch dragen volkomen het karakter
van nood-crisis-maatregelen, tot het heffen
waarvan de regeering dan ook niet dan noode
is overgegaan.
Maar de regeering heeft het voor ons land
en volk van de grootste beteekenis geacht om
een zoo belangrijken tak van ons volksbestaan
als den landbouw, die door de steeds verder
gaande beperking van export-mogelijkheden in
groote moeilijkheden kwam, op de been te
houden. En de basis voor het geheel der als
gevolg daarvan getroffen landbouwciusismaat-
regelen is, dat het geheele volk zich een offer
zou getroosten om dit mogeiijk te maken en
wel door voor sommige producten een hooge-
ren prijs te betalen dan in verband met de
marktpositie van het product op dit oogenblik
noodig zou zijn.
Deze basis aldus de Minister moet
behouden blijven. Want zou men haar ver-
laten, dan ontneemt men aan de geheele land-
bouwerisiswetgeving haar grondslag.
Dit neemt natuurlijk niet weg zoo ver-
volgde de Minister dat met behoud van
deze basis er zooveel mogeiijk naar moet wor
den gestreefd om de prijzen, zeker der eerste
levensbehoeften „aan te passen" aan de om-
standigheden der consumenten in het binnen
land.
Met nadruk verklaarde de Minister, wiens
doortastend optreden in zake de organisatie
der crisismaatregelen, volgens het blad, in
breede kringen met zooveel instemming is be-
groet, dat elk geval door de regeering ook in
verband met die belangen der consumenten
wordt bekeken en nauwkeurig wordt nage-
gaan in hoeverre het mogeiijk is om zonder
aan de landbouwcrisiswetgeving haar basis te
ontnemen, tegemoet te komen aan de bezwa-
ren, welke de stijging der prijzen van de eerste
levensbehoeften voor de veelszins zoO zwaar
getroffen binnenlandsche verbnuikers oplevert.
VOOR CREDIETBEHOEVENDEN
M1DDENSTAND IN TWENTE.
In de vergadering van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Twente werd met
algemeene stemmen besloten tot de oprich-
ting van een Twentsch borgstellingsfonds
voor den middenstand, dat bedoeld is als hel-
pend orgaan voor noodlijdende middenstanders.
De stichting beoogt bemiddeling en voorlich-
ting voor credietwaardige credietbehoevenden,
die deze hulp niet elders kunnen verkrijgen,
en borgstelling voor credietwaardige crediet
behoevenden, die trots emstige pogingen niet
slaagden in het vinden van voor credietver-
leening geeisohte borgen of in het stellen van
gevorderde zakelijke zekerheid. Voor de hier
bedo:elde hulpverleening zullen in den regel
slechts in aanmerking komen middenstands-
bedrijven, die tenminste vijf jaar bestaan.
Het kapitaal der stichting hoopt men te
verkrijgen door deelneming van gemeenten,
crisiscomitd's, middenstandsorganisaties, orga-
nisaties van maatschappelijk hulpbetoon en
van weldadigheid. Door middel van het
fonds moet getraoht worden niet-volwaardige
bedrijven volwaardig te maken, terwijl het
tevens dienstbaar kan worden gemaak-t als
middel tot woekerbestrijding.
Een bedrag van 2000 werd gevoteerd ter
voorbereiding en stichting van het fonds om
als toelage voor een functionaris, die later
in aanmerking zou krunnen komen voor be-
noeming tot districtsoommissaris.
Bij de behandeling in de Tweede IKamer der
Staten-Generaal van het wetsontwerp tot ver-
laging van de openbare uitgaven werd door
den minister van Sociale Zaken teruggenomen
paragraaf 52 van dat wetsontwerp.
Deze paragraaf bevatte een drietal voor-
stellen tot wijziging van de Ziektewet, de
Ongievallenwet 1921 en de Land- en Tuinbouw-
ongevallenwet 1922, welke voorstellen beoog-
den het bedrag van het ziekengeld en van de
daarmede overeenkomende tijdelijke uitkee-
ring terug te brengen van 80 ten honderd van
het dagloon van den verzekerde tot 70 ten
honderd van dat dagloon.
Tegen de onder genofende paragraaf opge-
nomen voorstellen bestonden groote bezwaren,
deels van formeelen, deels van materieelen
aard. Vooral waren de materieele bezwaren
gericht tegen de verlagihg van de uitkeering
bij de allerlaagste loonen, een bedenking,
welke ook bij de Regeering werd gevoeld.
De minister voegde daaraan echter toe, dat
het onderwerp niet werd losgelaten, maar dat
hij meer in het bijzonder in studie zou nemen
de vraag, of het mogeiijk is op een andere
wijze de onbillijkheden, welke verschillende
leden der Kamer in het betreffende voorstel
zagen, te vermijden doit)r aan de allerlaagste
loonen de verlaging varl de uitkeering te be-
sparen, derhalve voor de laagste loonen de
80 percent te handhaven en naarmate de loo
nen stijgen de uitkeering te doen dalen.
In het thans aangeboden wetsontwerp blijft
voor dagloonen van twee gulden en minder
het ziekengeld en de tydelijke uitkeering in-
gevolge de Ongevallenwjet op 80 ten honderd
gesteld, waarmede, tegemoet is gekomen aan
het bezwaar, met betrekking tot de uitkee
ring aan verzekerden mefc lage loonen.
Uiteraard zal als gevolg van de regeling
ten aanzien van de lagere dagloonen de lasten-
besparing, welke het thans ingediende voor
stel medebrengt, zoowel in volstrekten als
in betrekkelijken zin geringer worden dan in
de toelichting op paragraaf 52 van het voren-
bedoelde wetsontwerp was berekend.
DE VERLAGING DER LOODSGELDEN.
In het Staatsblad is afgekondigd het Kon
besluit, waarbij met ingang van 1 November
a.s. de loodsgelden met 11 pet. worden ver
minderd.
DE DALING VAN DE VARKENSVLEESCH
PRIJZEN.
Roman van ANNY v. PANHUYS.
(Nadruk verboden.)
27) (Vervolg.)
Marini sloeg haar gade en glimlachte. Die
twee zouden elkaar wel weer vinden, zij waren
al reeds bezig een brug te bouwen, waarover
zrj, ondanks het gebeurde, tot elkander kon-
den komen.
Opeens werd het teeken gegeven, dat de
pauze ten einde was en de tweede opera zou
beginnen.
„Het laatste werk van Maurits van Kem-
pen", fluisterde de Italiaan in zijn gebroken
Hollandsch.
Nu wendde Josine zich af van de blijde
hoop in haar binnenste. Neen, nu behoorde
zij geheel aan de nagedachtenis van haar
overleden man en toen de ouverture werd
ingezet, had zij het gevoel, alsof zij een
monument ter zijner eere zou zien onthullen
en dat al die menschen gekomen waren om
hem te huldigen, bloemen en kransen voor hem
neor te leggen.
Nu mocht zij aan niets anders denken.
Het was toch het laatste werk van Maurits
van Kempen. En zij was zijn weduwe
Zware, donkene accoorden vervulden de
zaal en daaruit sproot een warreling van
cromatische loopjes, die zenuwen en zinnen
verbijsterden.
Josine hief het hoofd opWat was dat?
Waar had ze die muziek gehoord? Zij ken
do ze, of liever herkende zeEn toch, haar
man had haar geen enkele maat uit zijn
opera voorg'espeeld. Een siddering liep over
haar leden. Was... dat... niet de ouverture...
die Dirk haar had voorgespeeld?... De ouver-
WETSONTWERP WIJZIGING ZIEKTE- EN
ONGEVALLENWET.
De minister van Sociale Zaken heeft bij
den Hoogen Raad van Arbeid en voorontwerp
van wet aanhangig gemaakt inzake wijziging
Ziekte- en Ongevallenwet, waarover een Com
missie uit den Raad prae-advies zal uit-
brengen.
ture van zijn opera „De Overwinnaar" Maar
Maurits van Kempen had die toch verbrand...
Als verstard zat Josine m haar fauteuil en
durfde niet naar Dirk omkijken. Een niet
te dragen last drukte op haar ziel. Iedere
noot scheen pijn te doen.
Hoe was het mogeiijk, dat Dirk Wille-
brands de ouverture had geschreven voor
de laatste oprea van haar overleden man?
Het gordijn werd geopend en het spel begon.
Josine meende, dat zij in een betoovering
gevangen was, want de waarheid kon het niet
zijn, wat haar oogen zagen, wat haar ooren
hoorden. Dat was niet het werk van Maurits
van Kempen, dat daar op het tooneel werd
opgevoerd. Dat was niet „Veroverd Land".
Dat was „De Overwinnaar" van Dirk Wille-
brands, het eerste werk, dat hij componeerde
en dat haar man verbrandde, omdat het nog
onrjjp was
Zacht en teeder klonken eenige accoorden
op de harp en begeleid door arpeggio's van de
viol en begon een lied. Eenvoudig, aandoenlijk
in zijn eenvoud. En Josine drukte in machte-
looze kwelling de handen ineen.
Als de heide bloeit, als de heide bloeit
Met bloempjes fijn en teej,.
Als klokjes, luidend tot geluk, qbam:
Mijn lief, dan keer ik weer!
Zij had het willen uitgillen van ontzettende
pijn. Alles scheen om haar heen te draaien,
de zaal, het tooneel, de menschen... toch bleef
zij rechton zitten. Zij wilde geen opzien te-
weeg brengen. Neen om Gods wil niet!
Als versteend zat zij daar
Dan meende zij een zwaar, hijgend ademen
achter zich te hooren. Dat moest Dirk zijn,
die dezeltde kwellingen leed als zij. En in die
duizelende verwarring trachtte zij zioh te
verklaren, hoe het mogeiijk was dat op het
progxamma stond: Veroverd Land, van Mau
rits van Kempen.
Na de eerste acte werd het tooneelgordijn
De verhooging der crisisheffing op varkens
vleesch heeft haar doel voUedig bereikt en dat
de reden, dat Minister Deckers besloten
heeft, deze verhooging met ingang van heden
(Maandag) weer ongedaan te maken. De hef
fing wordt dan weer gelijk gemeld, van negen
op zes cent per kilo geslacht gewicht terug-
®*6br3,clit
Reeds bij de verhooging der heffing van 6
tot 9 cent met ingang van 7 Oct,, werd aan-
gekondigd, dat deze maatregel ten doel had,
de stijging der varkensprijzen tot staan te
brengen en zou gelden totdat aan die stijging
een einde was gekomen. Het gevaar bestond
immers, dat de varkenshouders, hopende op
een doorgaan van de stijging der prijzen, hun
varkens zouden achterhouden, hetgeen als
noodzakelijke consequentie een later volgend
te groot aanbod van zwaardere varkens en
een evenredige daling der prijzen zou hebben.
De Veehouderijcentrale wilde dat in ieder
geval voorkomen en kondigde dan ook tevens
aan, dat zij, als de heffingsverhooging niet vol-
doende zou werken, invloed op de prijzen zou
uitoefenen door met haar voorraad spek op de
markt te komen.
Inmiddels is inderdaad in de varkensprijzen
een daling ingetreden. In het tijdvak van Juni
tot begin October toonden de prijzen voort-
durend een stijgende tendenz, slechts in Aug.
even onderbroken door een gelijkbhjvend
niveau. De prijs liep in dat tijdvak op van
ongeveer 34 tot ruim 50 cent per KG. leivend
gewicht. Kort na de verhooging der heffing
toonden de prijzen reeds geen neiging meer
tot verdere stijging. Op 14 October trad reeds
een geringe daling in, die sinds Maandag jJ.
door een sterkere daling gevolgd is. Woens-
dag konden wij dan ook reeds mededeelen, dat
nu de prijsstijging volledig tot staan gekomen
was, spoedige intrekking der heffingsverhoo
ging te verwachten was.
Nu het doel der veehouderijcentrale volledig
bereikt was, was er dan ook geen aanleiding
meer de maatregel te laten voortbestaan. Zelfs
is de prijsdaling verder gegaan dan in de be-
doeling der Oentrale lag. Men kan aannemen.
dat uit deze dalende tendens blijkt, idat in de
periode der prijsstijging reeds voorraadvor-
ming, welke men juist wilde voorkomen, had
plaats gevonden en het daaruit voortvloeiende
gnootere aanbod de vrij scherpe prijsdaling in
de hand heeft gewerkt. Het ingrijpen der
Oentrale heeft verdere voorraadvorming en
stijging der prijzen ongemotiveerd, omdat
de voorraad varkens voldoende is voor de bin
nenlandsche consumptie voorkomen.
PROF. MR. R. FRUIN. f
De bekende rechtsgeschiedikundige, profes
sor mr. Robert Fruin, oud-algemeen Rijksar-
chivaris, is Zaterdagochtend in zijn woning
aan de Willem de Zwijgerlaan overleden.
Dit overlijden van een man, die geen natio-
nale vermaardheid verworven had op het ge-
bied der rechtshistorie, archiefwezen en we-
tenschap, zal in breede kringen gevoeld
worden. Fruin behoorde tot de meest repre-
sentatieven onder zijn vakgenooten.
Geboren te Dordrecht, 22 November 1857,
bezocht Robert Fruin de H. B. S. in zijn ge-
-boortestad en later het Erasmiaansch Gym
nasium te Rotterdam.
In 1877 werd hij als student aan de Leidsche
universiteit ingeschreven in de faculteit der
rechtswetenschappen. Van 18881894 was
mr. Robert Fruin belast door Gedeputeerde
Staten van Utrecht, met ordening van de
oude gemeentelijke- en waterschaps-archieven
in de provincie Utrecht. Van 1888 1894 was
hij commies chartermeester van het Rijks-
archief te Utrecht; 1894—1910 Rijksarchivaris
van Zeeland; 1910—1912, hoogleeraar van de
universiteit van Amsterdam in de encyclopedic
van het. recht en het oud-Vaderl. recht; 1912—
1932 algemeen Rijksarchivaris. De overledene
was tevens langen tijd voorzitter der com
missie voor 's Rijks Geschiedkundige Publica
tion en lid en voorzitter der Nederlandsche
commissie voor Ikonographische documen-
tatie.
Robert Fruin heeft zeer veel gepubheeerd.
Als zijn voomaamste werken noemen wij:
Overzicht der Staatsgeschiedenis van het
landschap Westerwolde tot op zijn vereemging
met de XVH Nederlanden (dissertatie 1886);
H - mi ddeleeuwsche rechtsbronnen der kleine
steden van het Neder-Sticht van Utrecht (3
deelen) 1892; 1898; 1903; Catalogus van de
archieven der collegien, die vdor 1811 binnen
de tegenwoordige provincie Utrecht, rechter-
liike functien uitgeoefend hebben, 1893; Het
arehief der stad Reimerswaal 1897; Handlei-
ding voor het ordenen en beschrijven van ar-
tv,t-<2 c? Muller Fz. en J. A.
vincie Zeeland en hare rechterlijke indeeling
voor 1795; 1932; Handboek der chronologie
voomamelijk van Nederland, 1934 en voorts:
inventarissen, boekbeoordeelingen, artikelen,
enz. in: verslagen omtrent 's Rijks oude ar
chieven; Nederlandsch Archievenblad, versla
gen en mededeelingen der Vereeniging tot uit
gave van oude Vaderlandsche Rechtsbronnen;
Museum; Bgdragen voor Vaderlandsche Ge-
schiedenis en ou-dheidkimde; de Nederland
sche Spectator; Arohief uitgegeven door het
Zeeuwsch Gen^otschap; Bijdragen en mede
deelingen van het Historisch Genootschap;
Tijdschrift voor Geschiedenis. Tijdschrift voor
Boek- en Bibliotheekwezen (Het Boek),
Maandblad van het Genootschap de Neder
landsche Leeuw, Tijdschift voor Rechtsge-
schiedenis: Nieuw Theologisch Tijdschrift enz.
enz.
gesloten. Het applaus was overweldigend en
mevrouw WiUebrands zei: „Dat is bijna even
mooi als je „Margo". Daarbij knikte zij haau
zoon toe.
Nu wendde Josine zich om. Zij kon het met
meer uithouden, zij moest zijn gezicht zien...
zij moest, eenvoudig!
Haar blik ontmo^tfee' >- d-en zijne. Schrik,
smart en een groote verwondering spiegelden
zich daarin af. Zwijgend keken die twee
paar oogen elkander aan, honderden vragen
wil den een antwoord vinden en durfden zich
toch hier niet uiten.
Mevrouw Willebrands babbelde maar en
Luigi Marini gaf haar gedaldig antwoord.
Hun gesprek was zeer geanimeerd. Dirk, zoo
wel als Josine kregen den indruk, dat hij hen
wilde ontzien en tijd laten om tot bezinning
te komen... Het scheen, dat hij iets vermoed-
de van hetgeen hen plotseling zoo verbijsterd
had.
De tweede acte begon. Als te voren zat
Josine als versteend. Toch trilde iedere zenuw
in haar, want wat daar op het tooneel gezon-
gen en gespeeld werd, was „De Overwinnaar
van Dirk Willebrands.
Zij herkende iedere noot.
Daar zat zij, de weduwe van den grooten
componist en schaamde zich over haar echt-
genoot, dat hij zoo kleinzielig, zoo erbarme-
lijk kleinzielig den hand had uitgestrekt naar
het leigendom Van een an der. Maar langzamer-
hand week de verdopving en kon zij haar ge-
dachten vrijer laten gaan. De herinnering
bouwde steentje na steentje op van het bouw
sei van leugen en diefstah
Zij dacht era-an, hoe lang hij gewacht had
eer hij aan Dirk het resultant van zijn onder-
zoek had meegedeeld en dat hij hem, toen hij
het deed, meteCn den raad had gegeven om
het manuscript te verbranden. Zelf had hij de
bladen vaneen gescheurd en in den haard ge
Worpen; Dirk was er -bij tegeawoordig ge
weest. Terwp hij den tijd nam om zooge
chieven (met mrs. S. Muller Fz.
Feith) 1898 (2e druk 1921), Duitsche vertalmg
1905 Italiaansche vertaling 1908, Fransche
vertaling 1910; Het archief der O.L.V. Abdij
te Mi.delburg, 1902; Het archief van prelaat
en edelen van Zeeland, 1904; De huidige stand
van het Coster-vraagstuk, 1905; Het recht der
stad Reimerswaal, 1906; De rakeningen en
andere stukken in 1607 uit de Hollandsche re-
kenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht.
Het Bourgondisch-Oostenrijksche tijdvak,
1910; de leenregisters van Bewesten Schelde
1470—1535; 1911; de Archiefwet 1908—10—'20
29. He Kenren van Zeeland 1920; Inleidmg
tot: Nederlandsche steden in de 16e eeuw.
Plattegnonden van Jacob van Deventer, 1924
De gestiie van dr. R. C. Bakhuizen van den
Brink als archivaris des Rijks 1926; De pro-
WERKVERSCHAFFING IN BELGIe.
De Belgische minister-president Van Zee-
land verklaarde, dat het begrootingstekort
voor 1935 ten hoogste 200 mill, zal bedragen,
terwijl de begrooting voor 1936 op drastische
wijze in evenwicht zal worden gebracht.
De buitengewone begrooting voorziet in een
uitgave van ca. drie-en-een-half milliard, ver-
deeld over 3% jaar.
Deze laatste uitgaven diienen zooals bekend
voor de openbare werken tot bestrijding van de
werkloosheid.
De financiering zal geleidelijk door leenin-
gen, uit te geven op een gunstig tijdstip, ge-
schieden.
Ten slotte verklaarde de premier, dat er
geen sprake is van een nieuwe devaluatie.
DE SCHEEPVAARTLIJN BELGIeCONGO.
De correspondent van de N. R. Crt. te Brus-
sel meldt, dat niu voortaan weer om de veer-
tien dagen, in plaats van om de drie weken,
een schip van de Compagnie Maritime Beige,
de haven van Antwerpen zal verlaten met be-
stemming naar Congo. De laatste nog oplig-
gende boot van deze reederij, de „Anversville"
wordt nu ook weer in de vaart gebracht. De
nieuwe dienstregeling is Vrijdag j.l. ingetreden.
HET SPEELBANKSCHANDAAL
IN SPANJE.
De personen, tegen wie de commissie van
onderzoek inzake het speelbankschandaal het
vermoeden van schuld uitgesproken heeft, be-
hooren tot de radicale partij en zijn Jose Val-
divia, directeur-generaal van den veiligheids-
dienst tot j.l. Juli; Rafael Salazar Alonso, oud-
minister van binnenlandsche zaken en nu bur
gemeester van Madrid; Bduardo Benzocano,
gewezen onderstaatssecretaris van binnenland
sche zaken; Sigfrido Blasco Ibanez, zoon van
den schrijver, afgevaardigde voor Valencia;
Aurelio Lerroux, neef van Alexander Lerroux
den leider van de radicale partij, regeerings-
vertegenwoordiger bij de Telefoonmaatschap-
pij; Juan Pichypions, voorzitter van de gene-
raliteit en den gouvemeur-generaal van Cata-
lonie.
ITALIe BETREKT METALEN UIT
OOSTENRIJK.
Door de Italiaansche Regeering is bij wets-
decreet de handelsovereenkomst met Oosten-
rijk op 30 Sept. door nota-wisseling gesloten,
bekrachtigd. Deze overeenkomst staat aan
Oostenrijk een tolvrijen invoer toe gedurende
een periode van 6 maanden van 15.000 ton
gietijzer en 10.000 ton staal van Oostenrijk-
schen oorsprong.
Volgens de „Daily Herald" wordt in de Oos-
tenrijksche wapenfabrieken en verwante be
drijven met voile kracht voor de Italiaansche
wapenorders gewerkt. De leveringen worden
betaald met Oostenrijksche aandeelen, welke
tot dusver in Italiaansche handen waren.
naamd het werk te onderzoeken, moest hij het
overgeschreven hebben en de partituur onder
een anderen titel naar het Metropolitan Opera
House te New York hebben gezonden. Daar-
om was het, dat hij het recht van opvoermg
uitsluitend aan Amerika gunde. Daarom
speelde hij haar nooit een enkele maal uit de
opera voor. Daarom wees hij alle aanbiedin-
gen van Europeesche theateragenten af en
ging hij op geen enkele in.
Hij had gestolen!
In New-York had hij gepronkt met een
werk, dat hem niet toebehoorde. De meester
had zich vergrepen aan het werk van den
leerling. De met roem gekroonde componist
had verraderlijk den eersten lauwerkrans ge-
rukt uit de handen van den beginnende
Josine boog het hoofd onder den storm van
beschuldigende gedachten en in haar hart
sprak zij het oordeel uit: „Maurits van Kem
pen, je hebt eerloos gehandeld. Maar omdat
ik je vrouw ben, zal ik er met alle krachten
naar streven goed te maken, wat je misdaan
hebt..."
Kalm en rustig moest zij overleggen, wat
haar te doen stond. Zij moest aan den levende
teruggeven, wat hem toebehoorde, maar zon
der daarbij dfeh naam van den doode aan den
schandpaal te' hechten.
In dien zin meende zij nu ook de laatste
woorden van den stervende te moeten op-
vatten: doodsangst en berouw hadden hem
die ingegeven.
Haar gelaat was doodstoleek, toen na het
einde van de opera het 'gordijn vaneen schoof
en de regisseur voot het voetlicht trad.
Hij sprak eenige woorden, maar het was
Josine, alsof zij door elk dier woorden ruw
in het gelaat werd geslagen.
Dames en Heeren, de overleden componist
kan u niet bedanken voor uw toejuichingen,
maar zijn laatste werk heeft ons bewezen, dat
wij trotsch mogen zijn op Maurits van Kem
pen, om wien alle beschaafde naties ons be-
nijden. Eere en hulde aan onzen grooten
meester!"
O, hoe schaamde zich zijn weduwe!
Dirk sprak bijna geen woord meet. Hij ver-
ontsehuldigde zich met de uitvlucht, aan
hevige hoofdpijn te lijden. Zijn moeder gaf
hem den raad, maar gauw naar het hotel te
gaan en onder de wol te kruipen. Het scheen
haar te spijten, dat zij niet met hem mee kon
gaan om hem toe te dekken, zooals zij dat
vroeger, toen hij nog kind was, gedaan had.
Teen de dames in een taxi stapten om naar
het station te rijden, zei zij nog tot haar zoon:
„Je komt ons toch morgen in den Haag be-
zoeken Dirk zag Josine vragend aan en zij
knikte.
,;Ja, Dirk," antwoordde zij. „Ik verzoek je
erom. Ik heb iets gewichtigs met je te be-
spreken." Daarbij beefde haar stem en de
oude dame bemerkte het. „Het schijnt, lieve
Jo, dat de opvoering van het laatste werk van
je man je erg heeft aangepakt." Dan nam zij
afscheid van Marini.
Zwijgend wand,elden de heeren naar het
Carlton Hotel. Een piccolo stond aan de deur
en rukte die met een diepe buiging voor hen
open, terwijl hij zei: „Tweie heeren wenschen
mijnheer Willebrands te spreken."
Zij waren gekomen om den jongen compo
nist en tevens den Italiaanschen maestro
Marini uit te noodigen voor een souper te
hunner eere.
Dirk antwoordde met een gedwongen lach-
je, dat hij zich zeer moe gevoelde en vreese-
lijke hoofdpijn had.
Maar dat werd niet als verontschuldiging
aangenomen. Bij een glas champagne zou dat
wel overgaan en ook Marini voegde zich bij
de heeren om Dirk over te halen. Hij zei:
„Ik ga volkomen met u accoord en als u mij
veroorlooft een paar woorden met mijn jon
gen vriend te wisselen, ben ik er van over-
tuigd, dat hij de uitnoodiging zal aannemen."
(Wordt vervolgd.)