ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Abessinie.
No. 9334
VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1935
75e Jaargang
Binnenland
EERSTE BLAD
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
l. per p-sst i,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Vi'oor Belgie er Amerika f 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
i ir.geefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
GEMEENTEREKENING.
De rekening van ae inkomsten en uitgaven
dezer gemeente en die van het woningbedrijf
over 1934 zijn aan de gemeenteraad overgelegd
en gedurende een tijdvak van veertien dagen
voor een ieder ter inzage nedergelegd, alwaar
tegen betaling van de kosten afschriften kun-
nen worden verknegen.
Ter Neuzen, 9 Augustus 1935.
Burgemeester en Wethouders
van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
GEMEENTEBEGROTING.
De begroting van de plaatselijke inkomsten
en uitgaven dezer gemeente alsmede de be
groting van het woningbedrijf, dienst 1936 zijn
aan de gemeenteraad aangeboden en geduren
de een tijdvak van veertien dagen voor een
ieder ter inzage op de gemeente-secretarie
nedergelegd, alwaar tegen betaling van de
kosten afschriften kunnen worden verkregen.
Ter Neuzen, 9 Augustus 1935.
Burgemeester en Wethouders
van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, 'Secretaris.
Geen land ter werelld gaat op dit
oogenblik zoo over de tong en deelt zoo
in de algemeene belangstelling om niet
te zeggen: sympathie als Abessinie. En
toch moet men eens een onderzoek in-
stellen tot in zijn allernaaste omgeving:
hoeveel, of liever: hoe weinig menschen
iets van dit land en zijn bevolking af-
weten, om dan nog maar te zwijgen zelfs
van de ligging van dit rijk. Gij kunt er
gerust op rekenen, dat de meeste men
schen zich van uw onderzoek met een
praatje zullen afmaken. Men spreekt
alom over Abessinie, is vol verwachting
over den verderen afloop van het gerezen
ernstig conflict, maar eenige finesses weet
men niet, ja zelfs de groote hoofdzaken
zijn tot de meeste menschen nog niet eens
doorgedrongen.
Abessinie of Aethiopie is de naam van
het Alpenland aan deze zijde van de
Roode Zee, tegenover Arabie. Het is het
eenige nog onafhankelijke land van
Afrika en tegelijkertijd het oudste christe-
lijke rijk onder de tegenwoordige wereld-
rijken, daar de bewoners van dit land
reeds in de vierde eeuw het Christendom
hebben aangenomen. Vroeger reikte het
tot aan de kust van de Roode Zee, maar
die kuststrook is nu door Europeesche
koloniale machten bezet (wat tegelijker
tijd geleid heeft en wel leiden moest tot
ernstige conflicten!) Van Noord tot Zuid
zijn thans de kustlanden: Eritrea, dat aan
Italie behoort, met de havenstad Mas-
saoea, aan de Roode Zee; voorts Fransch
Somaliland, met de havenstad Dzjiboeti,
dan Britsch Somaliland met de stad Zeila
(aan de golf van Aden), en voorts het
uitgestrekt gebied van Italiaansch Soma
liland, met de havenstad Mogadisjoe, aan
den Indisbhen Oceaan. De bewoners
zelf noemen hun land Aethiopie of Itio-
pia, daar zij graag hebben, dat hun rijk
reeds in den bijibel wordt genoemd, en zij
beroepen zich op een legende, dat zij van
Itiopis, den zoon van Kusch, den zoon
van Cham, afstammen. Reeds Homerus
gewaagt van de Aethiopiers, die aan het
eind van de wereld wonen.
In de oud-Egyptische geschiedenis ver-
stond men onder de Ethiopiers: de Nu-
biers, en in den Romeinsch-Griekschen
tijd werden heel Afrika ten Zuiden van
Egypte en verder alle landen om den
Indischen Oceaan onder een naam ge
noemd en maar eenvoudkj als een geheel
besehouwd; men stelde Ethiopie en Indie
zelfs aan elkaar gelijk en sprak nota bene
van Oost- en West-Ethiopie, waarbij men
dan het tegenwoordige Abessinie even-
goed bedoelde als Voor-Indie.
Het beste doet men om dit onderscheid
te maken: Vooreerst Nubie met een
eigen kerk, taal en letterkunde, en dan
Abessinie met de Ethiopische kerk, taal
en literatuur. Abessinie is dus meer een
geographisch dan een natuurlijk begrip,
want er zijn een groot aantal talen, die
hier gesproken worden, al is er maar een
Ethiopische kerk taal, die door de men
schen zelf Ge'ez genoemd wordt, en die
zich tot op den huidigen dag heeft weten
staande te houden. terwijl de hoeveelheid
letterkunde tamelijk omvangrijlk is.
Wat nu de inwoners betreft deze
vallen eigenlijk in drie groepen uiteen:
daar zijn in de eerste plaats de Afrikaan-
sche oerbewoners, dan zijn er de Cha-
mieten of Kuschieten, en in de derde
plaats zijn er de Semieten. Geen van
deze drie groepen heeft zich zuiver weten
te bewaren, met uitzondering dan van een
klein deel oerbewoners. De Abessinische
Kuschieten hebben zich als de oude
Egyptenaren, de Libyers, reeds in prae-
historische tijden losgemaakt van de
Semieten en zich vermengd met de
Negers. De Semieten zijn in de laatste
duizend jaren voor Christus uit Zuid-
Arabie hierheen verhuisd en hebben zich
ook met de Kuschieten en de Negers
vermengd; zij zijn de eigenlijke cultuur-
dragers van dit land geworden.
Uit dit alles blijki zonneklaar, dat het
onzin is, indien sommigen zoo-maar bout-
weg beweren, dat Abessinie een „chris-
ten-land" is. Integendeel: in Abessinie
bestaan en leven naast elkander: heiden-
dom, Jodendom, Mohammedanisme en
Christendom. Het heidendom vindt men
bij de Negers en bij een deel van de
Kuschieten, van het Jodendom zijn nog
slechts enkele kleine resten over, ook bij
de Kuschieten; maar aan Mohammedanis
me en Christendom doen alle drie de
rassen, al zijn de Semieten de hoofdver-
tegeriwoordigers van het Christendom. De
belijders van deze godsdiensten leven
tegenwoordig over het algemeen heel
vreedzaam naast elkander, terwijl zij in
vroegere eeuwen elkander vaak zeer ver-
bitterd en ten bloede toe bestreden heb
ben; het is ook alleen aan de dapperheid
der Abessiniers te danken, dat het Chris
tendom hier niet door de binnenstormende
Mohammedanen is overwonnen, en nog
tegenwoordig is „doldrieste Christen" als
oorlogskreet in Noord-Abessinie in
zwang. Zooals echter het bloed van
bijna alle inwoners van Abessinie ver
mengd is, zoo hebben ook de Ghristenen,
Mohammedanen en Joden vaak alleen
maar zeer oppervlakkig hun kenmerken
en belijdenis bewaard, terwijl onder die
dunne oppervlakte niet zelden het oor-
spronkelijk heidendom is blijven voort-
bestaan, zoodat het onderscheid tusschen
deze drie godsdiensten vaak alleen nog
maar blijkt uit zeer uitwendige vormen en
gebruiken. Zoo gaan in Noord-Abes
sinie de Mohammedanen ten tijde van
Paschen heel gemoedelijk met de Christe-
nen naar hunne doopfeesten, terwijl de
Ghristenen somwijlen ook Allah's naam
aanroepen en Mohammed met ontzag en
eere noemen, in de meening verkeerende.
dat'en Allah en Mohammed toch wel erg
machtig moeten zijn, waar zij zooveel ver-
eerders bezitten.
Het schijnt dat het eerst Joodsche zen-
delingen in het oude Abessinie zijn ge-
komen om daar aanhangers te winnen,
waarvandaan, dat weet men niet. In de
vierde eeuw dit schijnt vast te staan
kwamen Christen-zendelingen, en dat
moeten dan (zooals uit de bijibelvertaling
blijkt) Semieten zijn geweest, die ook het
Grieksch verstonden (men vertelt, dat het
menschen uit Antiochie zijn geweest).
Gevolg was, dat de koning Aizanas om-
stEeeks 350 het Christendom aanvaardde
als staatsgodsdienst. Deze koning noemt
zich in zijn inscripties ,,zoon van den
stamgod' aan wien hij offers bracht,
alsook aan de goden des hemels, der
aarde en der zee: honderd runderen ep...
vijftig gevangenen! Maar dan later
vangt zijn christelijke inscriptie aldus aan:
,,Door de macht van den Heer des
hemels". Zoo is dus naar alle waar-
schijnlijkheid het Jodendom in Abessinie
ouder dan het Christendom. Daarna,
in de achtste eeuw, deed de Islam txigin-
gen om Abessinie te veroveren. Het be-
gon met de Kusteilarfden, en dat slaagde,
er zijn ook nu nog enkele Mohamme-
daansche inscripties daar te vinden. Maar
een poging am het Noorden te veroveren,
mislukte, en daarom keerden zij zich
tegen het Zuiden, het tegenwoordige
Somali-land (waarvan de Italianen reeds
een groot-deel, langs de kust, in hun bezit
hebben) en tegen het gebied van Galal.
Daar hadden zij meer succs; men heeft
daar kort geleden nog een groot aantal
Mohammedaansche opschriften gevonden,
die uit de 13de eeuw dateeren. Later, in
de 16de eeuw kwam er weer een sterke
veroveringspoging van de zijde van den
Islam, en is het alleen aan de hulp van de
Portugeezen te danken geweest, dat deze
niet geheel gelukte. Tegen het einde van
de 16de eeuw had er een verdelgings-
oorlog plaats van de Christenen tegen...
de Joden. Nog in de 19de eeuw is het
gebeurd, dat Theodorus II, die in 1868
in een strijd tegen de Engelschen sneu-
velde. Galla met geweld onderwierp en
het Christendom daar importeerde. Sinds-
dien leven de verschillende godsdiensten
in Abessinie vreedzaam naast elkander.
Het heidendom verliest al meer terrein,
vooral echter aan den Islam; het Moham
medanisme breidt zich uit ten koste van
het Christendom, in den laatsten tijd ook
in het Noorden des lands.
Van den heidenschen godsdienst der
oerbewoners weten wij maar heel weinig.
Het is ook moeilijik om hen van de Ku
schieten duidelijk te onderscheiden, maar
toch staan de Kuschieten wel op iets
hooger trap. Een kenmerk, dat alien
gemeen hebben, is een sterke en uitgebreide
vereering van de voorouders, maar hun
godsdienst is geen zuiver animisme, omdat
ook een hoogste Wezen, en daaronder
een aantal geesten van minder gezag,
worden vereerd en aangebeden. Die
Groote Geest" is goed, zelfs goeder-
tieren, en hij treedt dan ook in het dage-
lijksch leven terug achter de andere gees-
ten, waartegen men zich op allerlei
manieren moet verdedigen en beveiligen.
De offers, die gebracht worden, zijn
koeien en schapen, waarvan het bloed aan
de deurposten en op het voorhoofd der
offeraars wordt gestreken, soms in een
rec'hte streep, soms ook in kruisvorm.
Hyena's, slangen, krokodillen en uillen
gelden als geestesdieren.
Nadat het Christendom als staatsgods
dienst was ingevoerd, schijnt het, dat het
Arianisme een poging heeft gedaan om
hier te gaan overheerschen, maar.het lu-kte
toch niet. Omstreeks het jaar 500 kwa
men de zoogenaamde ,,Negen Heiligen",
die het land absoluut wonnen voor het
monophysitisme (de leer van Christus'
eene natuur); de belijdenis van de Abes
siniers is die van Jacobus Baradaeus, maar
er zijn ook bij deze opvatting nog weer
verschillende stroomingen. De kerkelijke
letterkunde werd eerst vertaald uit het
Grieksch en later uit het christelijk-
Arabisch. Er zijn ook inheemsche wer-
ken, speciaal kronieken, heiligenlegenden,
tooverteksten en ook geschriften tegen de
tooverij.
Van allerlei zij den wordt in Abessinie
zending gedreven, en van Katholieke en
van Protestantsche zijde, zelfs ook vanuit
Amerika. Protestantsche zendelingen zijn
er ten getale van 34 buitenlanders en 21
inlandschen.
POSTZEGELGESCHENK
VOOR PRINSES JULIANA.
Namens den Wereldbond voor Vrouwen-
kiesrecht en Gelijk Staatsburgerschap heeft
mej. Rosa Manus, vioe-presidente van dezen
Bond aan H. K. H. Prinses Juliana de serie
vrouwen-postzegels aangeboden, welke m
Turkije zijn uitgegeven ter gelegenheid van
het onlangs te Istanboel gehouden Xlle con-
gres. De zegels zijn aangebracht in een fraai
geteekend omslag. Het heeft H. K. H. be-
haagd dit geschenk, waarvoor zij haar erken-
telijkheid h-eeft betuigd, te aanvaarden.
KONINGIN EN PRINSES IN SCHOTLAND.
Uit St. Fillans werd Woensdag aan „de
Maasbode" gemeld:
H. M. Koningin Wilhelmina der Nederian-
den en Prinses Juliana zijn met gevolg alhier
in den loop van den middag, na een prachtigen
autotocht, die begunstigd werd door schitte-
rend weer, aangekomen. Dwars over de
hoofdstraat was wederom een doek gespan-
nen, waarop in het oude Gaelic de hooge be-
zoeksters honderdduizend maal welkom werd
gewenscht.
De hotel-ingang werd belegerd door pers-
fotografen en een groot aantal belangstellen-
den. Aangezien H. M. de Koningin alle
dmkte en opzien wilde vermijden, betrad zij
daarom het hotel aai* den acihterkant en door
den achtertuin en een bijkeuken kwam zij in
het Drummond Arms-hotel aan.
Toen de Koningin echter kort na haar
aankomst vemam, hoe groote teleurstelling
dit had veroorzaakt ibij de persfotografen,
waarvan sommigen een groote reis achter
den rug hadden om de aankomst van de Ko
ningin der Nederlanden te kunnen fotogra-
feeren, verklaarde H. M. zich onmiddelijk
bereid voor de persfotografen te poseeren.
Dit welwillende gebaar heeft de reeds be-
staande sympathie voor de vorstelijke be-
zoeksters zoo mogelijk nog vergroot.
Den avond heeft de Koningin rustig in het
hotel doorgebracht.
Het N. A. P. meld uit St. Fillans:
De Koningin, de Prinses en haar gevolg,
hebben zich thans geheel te St. Fillans ge-
installeerd en voorbereidingen getroffen voor
een eenvoudige, rustige vacantie, waarbij zoo-
wel H. M. als H. K. H. de Prinses zioh aan
heur speciale genoegens zullen wijden. De Ko
ningin heeft haar paletten, ezels en andere
schilderbenoodigdheden laten uitpakken, om
dezer dagen in de Hooglanden eenige schilder-
achtige plekjes op het doek te brengen.
Prinses Juliana heeft Donderdag reeds de
oevers van Loch Earns in de omgeving van
St. Fillans verkend en a|spraken gemaakt om
tennis te spelen. De Koningin heeft haar toe-
stemming gegeven voor een serenade, die de
heroemde doedelzakblazers van Grieff haar
dezer dagen zullen komen brengen op een
nader te bepalen avond. Voorts zal H. M. de
Koningin een bezoek brengen aan het spoor-
wegstation van St. Fillans, dat besdhouwd
wordt als het mooist gelegen station van
Schotland.
Naar veriuidt, staat de Koningin voortdu-
rend in contact met Den Haag en wordt haar
particuldere secretaris dezer dagen te St. Fil
lans verwacht.
Een nader bericht meldt, dat de ddor tal
van fotografen in het werk gestelde pogingen
om opnamen te verkrijgen van de Koningin
en Prinses Juliana hebben tot gevolg gehad,
dat H. M. er ernstig over denkt haar bezoek
aan Schotland te bekorten, wanneer daar geen
einde aan komt.
De lord-lieutenant van Portshire heeft in
verband hiermede algemeen bekend gemaakt,
dat dit ingrijpen in de particuliere zaken van
de Koningin haar tot een ergemis is gewor
den.
Van het oogeniblik van Haar aankomst af is
zij door fotografen aehtervolgd. Hun optre-
den is dermate ergerlrjk geweest, dat de mo-
gelijkheid bestaat, dat de Koningin zich ge-
dwongen zou zien haar bezoek te bekorten.
De lord-lieutenant, de hertog van Atholl,
heeft derhalve een beroep gedaan op alien,
die in het bezit zijn van camera's, vooral te
zorgen, dat zij geen overlast veroorzaken.
BESCHERMING TEGEN LUCHT-
AANV ALLEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot bescher-
ming van de bevolking tegen luchtaanvallen.
EEN NIEUYVE WARENWET.
Ingediend is een wetsontwerp tot vervan-
ging der tegenwoordige Warenwet. Het zal
daarbij aan het vrije inzicht van de gemeen-
ten staan, al of niet in samenwerking keu-
ringsdiensten in stand te houden. Van eenige
wettelijke verpliohting zal echter geen sprake
meer zijn.
BEZUINIGING OP HET ONDERWIJS.
Bij de Tweede Kamer is thans ingediend
een afzonderlijk wetsontwerp' tot bezuiniging
op de uitgaven van het onderwijs. Dit voor-
stel is vrijwel gelijkluidend aan dat, hetwelk
vervat was in het wetsontwerp tot verlaging
van de openbare uitgaven.
DE ORGANISATIES VAN DE N. S. B.
Het antwoord van minister Van Schaik, ten
vervolge op de beantwoording van vragen van
den heer Van der Heide Is verband met een
door de N S. B. genomen besluit tot oprich-
ting van een nieuwe organisatie, welke bij een
eventueel verbod van de weerafdeelingen in de
plaats daarvan zou kunnen treden, luidt als
volgt
1. De regeering volgt de oude en nieuwe
organisatie van de N. S. B. met aandacht. De
„troepen" waarop in de vragen wordt geloeld,
zijn, voor zoover bekend, geen zeer nieuwe or-
ganisaties in de N. S. B. en niet bestemd of
geschikt om bij een eventueel verbod van de
W,A. daarvoor in de plaats te treden en naar
den schijn naast de N. S. B. te staan.
2. De bedoelde groepen, ook wel eens
doch naar het oordeel van de^N. S. B. tenon-
rechte „stormtroepen" genoemd, hebben,
naar is gebleken, in de eerste plaats tot doel
colporteurs te beschermen, al bestaat wellicht
de mogelijkheid, dat zij vroeg of laat in feite
een ruimer arbeidsveld vinden. Hoewel binnen
die groepen naar een strenge discipline wordt
gestreefd en de aanneming van leden met in-
achtneming van bijzondere eischen van ge-
schiktheid voor het door de N. S. B. beoogde
doel geschiedt, schijnt het voorshands nog
minder juist haar een mdlitair of semi-mili-
tair karakter toe te kennen.
3. Afgezien van den al dan niet on-Neder-
landschen aard eener organisatie biijft de re
geering van oordeel, dat groepsvorming, die in
weVkelijkheid een militair of semi-militair ka
rakter zou gaan dragen, door de overheid dient
te worden tegengegaan. Zij zal niet nalaten
dienovereenkomstig de noodige maatregelen te
treffen en, indien noodig, voorstellen te doen.
DE MINISTERS GELISSEN EN DECKERS
TE ROTTERDAM.
Prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, minister
van Economische Zaken en mr. dr. L. N.
Deckers, minister van Defensie, hebben Don
derdag een bezoek aan Rotterdam gebracht,
om persoonlijk de situatie op te nemen, waar-
in het bedrijfsleven van onze havenstad ver-
keert.
Nadat in den voormiddag grondige bespre-
kingen met den voorzitter en de leden van
het bureau der Kamer van Koophandel en den
voorzitter van de commissde voor de scheep-
vaartbelangen van die Kamer hadden plaats
gehad, maakten de ministers op uitnoodiging
en onder leiding van den burgemeester een
boottocht op de rivier en door de havens. Be-
halve de leden van het bestuur der Kamer
waren ook bestuursleden van enkele organisa-
ties, die de ontwikkeling van de haven be-
oogen te bevorderen, tot den boottocht uitge-
noodigd.
STEUN AAN HET NATIONAAL
LUCHTVAARTFONDS.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat gedurende
een door den Minister van Binnenlandsche
Zaken te bepalen tijdvak, van Rijkswege ten
bate van het Nationaal Luchtvaartfonds een
bijtzondere postzegel verkrijgbaar wordt ge-
steld. Deze bijzondere postzegel wordt uitge
geven in de frankeerwaarde van 6 cent. Het
wordt met een door den Minister van Binnen
landsche Zaken te bepalen toeslag boven de
frankeerwaarde verkocht.
Het zegel draagt een voorstelling verband
houdende met het doel der uitgifte.
De opbrengst van dit zegel, na aftrek van de
frankeerwaarde, de kosten van aanmaak en
andere bijzondere kosten uit de uitgifte voort-
vloeiende, wordt ter beschikking gesteld van
het genoemde fonds.
De geldigheidsduur voor het gebruik eindigt
met den 31en December 1936.
GAAT BELGIe DEN INVOEK VAN
MOSSELE|N CONTINGENTEEREN
Naar officieel veriuidt overweegt de Belgi-
sohe Regeering plannen om binnen enkele
weken den invoer van mosselen uit Nederland
te contingenteeren. Omtrent de eventueele kos
ten der vergunningen zal dan eveneens beslist
worden. De invoer van Nederlandsche mosse
len naar Belgie blijkt intusschen reeds sterk
vermipd.erd te ^ijn en ?al gaardoor denkelijk
nog verminderen. In de eerste vijf maamieG
van dit jaar voerde Nederland naar Belgie
6.409.800 K.G. mossels uit ter waarde vans
2.074.000 frank in die periode over 1935
COADJUTOR VAN DEN AARTSBISSCHOP
VAN UTRECHT.
Naar de correspondent van de Tijd te Rome
sednt heeft de Paus tot coadjutor, met recSit:
van opvolging van den aartsbisschop warn
Utrecht benoemd den president van het groat
seminarie Rijsenburg, prof. dr. J. de Jca^j,
onder gelijktijdige benoeming tot tituladr
aartsbisschop van Rusio.
De aanstaande opvolger van mgr. Jansoi.
die, zooals men weet, ongeneeslijk ziek its,
prof. dr. Jan de Jong is 10 September 188S
te Nes op Ameland geboren. Na zijn studies
te hebben volbracht aan het klein-seminarie
te Culemborg, en aan het groot-seminarie te-
Rijsenburg ontving hij in 1908 de priesterwg-
ding. In datzelfde jaar werd hij naar Rome
gezonden om zijn studies verder voort te zet-
ten. Drie jaar later promoveerde de jonge
priester tot doctor in de philosophic en in de
theologie. Hij werd daarna benoemd tot kape-
laan te Amersfoort in de poracbie van St
Franciscus Xaverius. Nog binnen het jaar
volgde zijn aanstelling tot conrector bij de
zusters van o.l. vrouwe in dezelfde stad.
In 1914 werd dr. de Jong benoemd tot pro
fessor in de kerkgeschiedenis aan het groot-
seminarie Rijsenburg. Hier had hij gelegen
heid zijn wetenschappelijke scholing ten vbBe
toe te passen; hij schreef met den heer W.
Knuif in het Archief van de geschiedenis van
het aartsbisdom een belangrijke bijdrage over
Philippus Rovenius en zijn bestuur der HoJ-
landsche missie. In verschillende andere tijd-
schriften verschenen bijdragen van dr. De
Jong. Bekend is zgn drie-deelig handboek der
kerkgeschiedenis, dat van 19291931 ver-
scheen en reeds in 1932 in tweeden druk van
de pers kwam.
Prof. dr. De Jong werd in 1931 benoemd tot
president van het groot-seminarie Rijsenburg,
terwijl in 1933 zijn benoeming tot kanunnik
van het metropolitaan kapittel geschiedde.
De nieuwe coadjutor is offieier in de or>le
van Oranje Nassau.
HET ONGELUJK VAN DE „GAAI".
In het in Geneve verschijnend intemationale
luchtvaartinformatieblad ,,Interavia", geeffl
een van de oudste en meest ervaren Zwitser-
sche vliegers, Pillichody, van de „Alpar", die
elken centimeter van zijn geboorteland op zjjpn
duim kent, het volgende persoonlijke oordeS
over de oorzaken van den ondergang van net
K. L. M. Douglasvliegtuig de Gaai.. Hij
schrijft:
Aangezien ik sedert 1920 onder alle denk-
bare weersgesteldheden boven de Mesoccoval-
lei heb gevlogen, heb ik natuurlijk over het
ongeluk met het K. L. M.-^liegtuig in die val-
lei ernstig nagedachit. Mijn persoonlijke mee
ning is, dat het vliegen met snelle en groote
vliegtuigen in nauwe valieien, omgeven door
hooge bergen, buitengewoon riskant is. Het
is iets, waaraan vliegers, die groote ervaring;
ten aanzien van de klimatologische en me-
teorologische condities in de Alpen hebben,
zich naurwelijks zullen wagen. De Mesocco-val-
lei is nauw en diep. Een vlieger^ die laag in
deze „kloof" vliegt, heeft niet de beschikking-
over een natuurlijken horizon, welke zelfs ge
heel ontbreekt. Een niet ervaren bergland-
vlieger, die over de Alpen vliegt, is iuerbjj
dan ook ernstig in het nadeel.
De Douglas besohikt over een zeer groote
snelheid. Zijn stijgvermogen en hoogtegrens.
laten niets te wenschen over, terwijl het
langzame landen door remklappen mog^ijk
wordt gemaakt. Wanneer de Douglas eeaxer
op voile snelheid vliegt, reageert het toestel
natuurlijk langzamer op de besturing; iet
bezit aanzienlijke inertie en kan niet snel m»-
noeuvreeren. Deze eigenschappen zijn goed fl§.'
rechtuitvliegen, ze zijn echter een nadeel ia
noodgevallen, wanneer de vlieger in Alpeo.-
valleien scherpe bochten moet maken. au
hierbij regenbuien en storm komen. wordt de
toestand catastrophaal.
Op den middag van 20 Juli was bijna ge
heel Zwitserland bedekt met stormwolke^,
terwijl het midden- en het oostelijke gedaeite
van het land door den storm werden geteas-
terd. Het dikke wolkendek strekte zich over
het geheele alpengebied uit, terwijl de franje
aan den onderkant tot in de dalen hing. Zware
regenbuien vormden hier en daar onder aart tie
bergen dikke gordijnen; er traden hevige wiad-
vlagen op, die in sommige streken een sneS-
heid van 68 mijl per uur bereikten.
We kunnen aannemen, dat de Nederland
sche vlieger, voor hij het Taliedovliegvela in
Milaan verliet, op de hoegte was van de weers-
gesteldheid, die hij zou ontmoeten. Mogeigk
was het weer tot aan de Zwitsersche grens
goed of zelfs zeer gunstig. De eerste Alpem-
toppen waren vermoedelijk voor het meeren-
deel vrij van wolken. Het wolkendek reikte
echter zeer hoog; de bestuurder van het Ita-
liaansche vliegtuig, die ongeveer terzelfder tjjtf
als de Douglas Milaan verliet om naar Zurich
te vliegen, doch terugkeerde, schatte, dat dte
wolken tot 7000 M. hoogte reikten. Waaran,
dus nag hooger stijgen als lager alles normaai
schijnt te zijn? Dit moet de onjuiste gedacb-
tenganig van den onfortuinlijken Nederlhmd-
schen vlieger gewfeest zijn. In een geval ai'-a
dit, wanneer hoog vliegen onmogelijk is, met
het oog op het gevaar van ijsvorming en wal-
kenremous, staat den vlieger slechts een du^:
te doen en dat is: terug te keeren naar de
plaats van vertrek.
|Het besluit om onder de wolken te gaass
vliegen bracht als consekwentie een heele
serie van gevaren mee, die aan het alpenvlie-
gen inherent zijn. Bellinzona was waarschijn-
lijk reeds gepasseerd en de wolken hingen om
de toppen. Een open vallei, die buien. De
toestand is hoogst ernstig. De vlieger stuart
op dien pas af, die voor hem veiligheid betet-
kent. Hoe verder hij komt, hoe nauwer de