ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Abessinie. No. 9334 VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1935 75e Jaargang Binnenland EERSTE BLAD NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen l. per p-sst i,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Vi'oor Belgie er Amerika f 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. i ir.geefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. GEMEENTEREKENING. De rekening van ae inkomsten en uitgaven dezer gemeente en die van het woningbedrijf over 1934 zijn aan de gemeenteraad overgelegd en gedurende een tijdvak van veertien dagen voor een ieder ter inzage nedergelegd, alwaar tegen betaling van de kosten afschriften kun- nen worden verknegen. Ter Neuzen, 9 Augustus 1935. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. HUIZINGA, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. GEMEENTEBEGROTING. De begroting van de plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer gemeente alsmede de be groting van het woningbedrijf, dienst 1936 zijn aan de gemeenteraad aangeboden en geduren de een tijdvak van veertien dagen voor een ieder ter inzage op de gemeente-secretarie nedergelegd, alwaar tegen betaling van de kosten afschriften kunnen worden verkregen. Ter Neuzen, 9 Augustus 1935. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. HUIZINGA, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, 'Secretaris. Geen land ter werelld gaat op dit oogenblik zoo over de tong en deelt zoo in de algemeene belangstelling om niet te zeggen: sympathie als Abessinie. En toch moet men eens een onderzoek in- stellen tot in zijn allernaaste omgeving: hoeveel, of liever: hoe weinig menschen iets van dit land en zijn bevolking af- weten, om dan nog maar te zwijgen zelfs van de ligging van dit rijk. Gij kunt er gerust op rekenen, dat de meeste men schen zich van uw onderzoek met een praatje zullen afmaken. Men spreekt alom over Abessinie, is vol verwachting over den verderen afloop van het gerezen ernstig conflict, maar eenige finesses weet men niet, ja zelfs de groote hoofdzaken zijn tot de meeste menschen nog niet eens doorgedrongen. Abessinie of Aethiopie is de naam van het Alpenland aan deze zijde van de Roode Zee, tegenover Arabie. Het is het eenige nog onafhankelijke land van Afrika en tegelijkertijd het oudste christe- lijke rijk onder de tegenwoordige wereld- rijken, daar de bewoners van dit land reeds in de vierde eeuw het Christendom hebben aangenomen. Vroeger reikte het tot aan de kust van de Roode Zee, maar die kuststrook is nu door Europeesche koloniale machten bezet (wat tegelijker tijd geleid heeft en wel leiden moest tot ernstige conflicten!) Van Noord tot Zuid zijn thans de kustlanden: Eritrea, dat aan Italie behoort, met de havenstad Mas- saoea, aan de Roode Zee; voorts Fransch Somaliland, met de havenstad Dzjiboeti, dan Britsch Somaliland met de stad Zeila (aan de golf van Aden), en voorts het uitgestrekt gebied van Italiaansch Soma liland, met de havenstad Mogadisjoe, aan den Indisbhen Oceaan. De bewoners zelf noemen hun land Aethiopie of Itio- pia, daar zij graag hebben, dat hun rijk reeds in den bijibel wordt genoemd, en zij beroepen zich op een legende, dat zij van Itiopis, den zoon van Kusch, den zoon van Cham, afstammen. Reeds Homerus gewaagt van de Aethiopiers, die aan het eind van de wereld wonen. In de oud-Egyptische geschiedenis ver- stond men onder de Ethiopiers: de Nu- biers, en in den Romeinsch-Griekschen tijd werden heel Afrika ten Zuiden van Egypte en verder alle landen om den Indischen Oceaan onder een naam ge noemd en maar eenvoudkj als een geheel besehouwd; men stelde Ethiopie en Indie zelfs aan elkaar gelijk en sprak nota bene van Oost- en West-Ethiopie, waarbij men dan het tegenwoordige Abessinie even- goed bedoelde als Voor-Indie. Het beste doet men om dit onderscheid te maken: Vooreerst Nubie met een eigen kerk, taal en letterkunde, en dan Abessinie met de Ethiopische kerk, taal en literatuur. Abessinie is dus meer een geographisch dan een natuurlijk begrip, want er zijn een groot aantal talen, die hier gesproken worden, al is er maar een Ethiopische kerk taal, die door de men schen zelf Ge'ez genoemd wordt, en die zich tot op den huidigen dag heeft weten staande te houden. terwijl de hoeveelheid letterkunde tamelijk omvangrijlk is. Wat nu de inwoners betreft deze vallen eigenlijk in drie groepen uiteen: daar zijn in de eerste plaats de Afrikaan- sche oerbewoners, dan zijn er de Cha- mieten of Kuschieten, en in de derde plaats zijn er de Semieten. Geen van deze drie groepen heeft zich zuiver weten te bewaren, met uitzondering dan van een klein deel oerbewoners. De Abessinische Kuschieten hebben zich als de oude Egyptenaren, de Libyers, reeds in prae- historische tijden losgemaakt van de Semieten en zich vermengd met de Negers. De Semieten zijn in de laatste duizend jaren voor Christus uit Zuid- Arabie hierheen verhuisd en hebben zich ook met de Kuschieten en de Negers vermengd; zij zijn de eigenlijke cultuur- dragers van dit land geworden. Uit dit alles blijki zonneklaar, dat het onzin is, indien sommigen zoo-maar bout- weg beweren, dat Abessinie een „chris- ten-land" is. Integendeel: in Abessinie bestaan en leven naast elkander: heiden- dom, Jodendom, Mohammedanisme en Christendom. Het heidendom vindt men bij de Negers en bij een deel van de Kuschieten, van het Jodendom zijn nog slechts enkele kleine resten over, ook bij de Kuschieten; maar aan Mohammedanis me en Christendom doen alle drie de rassen, al zijn de Semieten de hoofdver- tegeriwoordigers van het Christendom. De belijders van deze godsdiensten leven tegenwoordig over het algemeen heel vreedzaam naast elkander, terwijl zij in vroegere eeuwen elkander vaak zeer ver- bitterd en ten bloede toe bestreden heb ben; het is ook alleen aan de dapperheid der Abessiniers te danken, dat het Chris tendom hier niet door de binnenstormende Mohammedanen is overwonnen, en nog tegenwoordig is „doldrieste Christen" als oorlogskreet in Noord-Abessinie in zwang. Zooals echter het bloed van bijna alle inwoners van Abessinie ver mengd is, zoo hebben ook de Ghristenen, Mohammedanen en Joden vaak alleen maar zeer oppervlakkig hun kenmerken en belijdenis bewaard, terwijl onder die dunne oppervlakte niet zelden het oor- spronkelijk heidendom is blijven voort- bestaan, zoodat het onderscheid tusschen deze drie godsdiensten vaak alleen nog maar blijkt uit zeer uitwendige vormen en gebruiken. Zoo gaan in Noord-Abes sinie de Mohammedanen ten tijde van Paschen heel gemoedelijk met de Christe- nen naar hunne doopfeesten, terwijl de Ghristenen somwijlen ook Allah's naam aanroepen en Mohammed met ontzag en eere noemen, in de meening verkeerende. dat'en Allah en Mohammed toch wel erg machtig moeten zijn, waar zij zooveel ver- eerders bezitten. Het schijnt dat het eerst Joodsche zen- delingen in het oude Abessinie zijn ge- komen om daar aanhangers te winnen, waarvandaan, dat weet men niet. In de vierde eeuw dit schijnt vast te staan kwamen Christen-zendelingen, en dat moeten dan (zooals uit de bijibelvertaling blijkt) Semieten zijn geweest, die ook het Grieksch verstonden (men vertelt, dat het menschen uit Antiochie zijn geweest). Gevolg was, dat de koning Aizanas om- stEeeks 350 het Christendom aanvaardde als staatsgodsdienst. Deze koning noemt zich in zijn inscripties ,,zoon van den stamgod' aan wien hij offers bracht, alsook aan de goden des hemels, der aarde en der zee: honderd runderen ep... vijftig gevangenen! Maar dan later vangt zijn christelijke inscriptie aldus aan: ,,Door de macht van den Heer des hemels". Zoo is dus naar alle waar- schijnlijkheid het Jodendom in Abessinie ouder dan het Christendom. Daarna, in de achtste eeuw, deed de Islam txigin- gen om Abessinie te veroveren. Het be- gon met de Kusteilarfden, en dat slaagde, er zijn ook nu nog enkele Mohamme- daansche inscripties daar te vinden. Maar een poging am het Noorden te veroveren, mislukte, en daarom keerden zij zich tegen het Zuiden, het tegenwoordige Somali-land (waarvan de Italianen reeds een groot-deel, langs de kust, in hun bezit hebben) en tegen het gebied van Galal. Daar hadden zij meer succs; men heeft daar kort geleden nog een groot aantal Mohammedaansche opschriften gevonden, die uit de 13de eeuw dateeren. Later, in de 16de eeuw kwam er weer een sterke veroveringspoging van de zijde van den Islam, en is het alleen aan de hulp van de Portugeezen te danken geweest, dat deze niet geheel gelukte. Tegen het einde van de 16de eeuw had er een verdelgings- oorlog plaats van de Christenen tegen... de Joden. Nog in de 19de eeuw is het gebeurd, dat Theodorus II, die in 1868 in een strijd tegen de Engelschen sneu- velde. Galla met geweld onderwierp en het Christendom daar importeerde. Sinds- dien leven de verschillende godsdiensten in Abessinie vreedzaam naast elkander. Het heidendom verliest al meer terrein, vooral echter aan den Islam; het Moham medanisme breidt zich uit ten koste van het Christendom, in den laatsten tijd ook in het Noorden des lands. Van den heidenschen godsdienst der oerbewoners weten wij maar heel weinig. Het is ook moeilijik om hen van de Ku schieten duidelijk te onderscheiden, maar toch staan de Kuschieten wel op iets hooger trap. Een kenmerk, dat alien gemeen hebben, is een sterke en uitgebreide vereering van de voorouders, maar hun godsdienst is geen zuiver animisme, omdat ook een hoogste Wezen, en daaronder een aantal geesten van minder gezag, worden vereerd en aangebeden. Die Groote Geest" is goed, zelfs goeder- tieren, en hij treedt dan ook in het dage- lijksch leven terug achter de andere gees- ten, waartegen men zich op allerlei manieren moet verdedigen en beveiligen. De offers, die gebracht worden, zijn koeien en schapen, waarvan het bloed aan de deurposten en op het voorhoofd der offeraars wordt gestreken, soms in een rec'hte streep, soms ook in kruisvorm. Hyena's, slangen, krokodillen en uillen gelden als geestesdieren. Nadat het Christendom als staatsgods dienst was ingevoerd, schijnt het, dat het Arianisme een poging heeft gedaan om hier te gaan overheerschen, maar.het lu-kte toch niet. Omstreeks het jaar 500 kwa men de zoogenaamde ,,Negen Heiligen", die het land absoluut wonnen voor het monophysitisme (de leer van Christus' eene natuur); de belijdenis van de Abes siniers is die van Jacobus Baradaeus, maar er zijn ook bij deze opvatting nog weer verschillende stroomingen. De kerkelijke letterkunde werd eerst vertaald uit het Grieksch en later uit het christelijk- Arabisch. Er zijn ook inheemsche wer- ken, speciaal kronieken, heiligenlegenden, tooverteksten en ook geschriften tegen de tooverij. Van allerlei zij den wordt in Abessinie zending gedreven, en van Katholieke en van Protestantsche zijde, zelfs ook vanuit Amerika. Protestantsche zendelingen zijn er ten getale van 34 buitenlanders en 21 inlandschen. POSTZEGELGESCHENK VOOR PRINSES JULIANA. Namens den Wereldbond voor Vrouwen- kiesrecht en Gelijk Staatsburgerschap heeft mej. Rosa Manus, vioe-presidente van dezen Bond aan H. K. H. Prinses Juliana de serie vrouwen-postzegels aangeboden, welke m Turkije zijn uitgegeven ter gelegenheid van het onlangs te Istanboel gehouden Xlle con- gres. De zegels zijn aangebracht in een fraai geteekend omslag. Het heeft H. K. H. be- haagd dit geschenk, waarvoor zij haar erken- telijkheid h-eeft betuigd, te aanvaarden. KONINGIN EN PRINSES IN SCHOTLAND. Uit St. Fillans werd Woensdag aan „de Maasbode" gemeld: H. M. Koningin Wilhelmina der Nederian- den en Prinses Juliana zijn met gevolg alhier in den loop van den middag, na een prachtigen autotocht, die begunstigd werd door schitte- rend weer, aangekomen. Dwars over de hoofdstraat was wederom een doek gespan- nen, waarop in het oude Gaelic de hooge be- zoeksters honderdduizend maal welkom werd gewenscht. De hotel-ingang werd belegerd door pers- fotografen en een groot aantal belangstellen- den. Aangezien H. M. de Koningin alle dmkte en opzien wilde vermijden, betrad zij daarom het hotel aai* den acihterkant en door den achtertuin en een bijkeuken kwam zij in het Drummond Arms-hotel aan. Toen de Koningin echter kort na haar aankomst vemam, hoe groote teleurstelling dit had veroorzaakt ibij de persfotografen, waarvan sommigen een groote reis achter den rug hadden om de aankomst van de Ko ningin der Nederlanden te kunnen fotogra- feeren, verklaarde H. M. zich onmiddelijk bereid voor de persfotografen te poseeren. Dit welwillende gebaar heeft de reeds be- staande sympathie voor de vorstelijke be- zoeksters zoo mogelijk nog vergroot. Den avond heeft de Koningin rustig in het hotel doorgebracht. Het N. A. P. meld uit St. Fillans: De Koningin, de Prinses en haar gevolg, hebben zich thans geheel te St. Fillans ge- installeerd en voorbereidingen getroffen voor een eenvoudige, rustige vacantie, waarbij zoo- wel H. M. als H. K. H. de Prinses zioh aan heur speciale genoegens zullen wijden. De Ko ningin heeft haar paletten, ezels en andere schilderbenoodigdheden laten uitpakken, om dezer dagen in de Hooglanden eenige schilder- achtige plekjes op het doek te brengen. Prinses Juliana heeft Donderdag reeds de oevers van Loch Earns in de omgeving van St. Fillans verkend en a|spraken gemaakt om tennis te spelen. De Koningin heeft haar toe- stemming gegeven voor een serenade, die de heroemde doedelzakblazers van Grieff haar dezer dagen zullen komen brengen op een nader te bepalen avond. Voorts zal H. M. de Koningin een bezoek brengen aan het spoor- wegstation van St. Fillans, dat besdhouwd wordt als het mooist gelegen station van Schotland. Naar veriuidt, staat de Koningin voortdu- rend in contact met Den Haag en wordt haar particuldere secretaris dezer dagen te St. Fil lans verwacht. Een nader bericht meldt, dat de ddor tal van fotografen in het werk gestelde pogingen om opnamen te verkrijgen van de Koningin en Prinses Juliana hebben tot gevolg gehad, dat H. M. er ernstig over denkt haar bezoek aan Schotland te bekorten, wanneer daar geen einde aan komt. De lord-lieutenant van Portshire heeft in verband hiermede algemeen bekend gemaakt, dat dit ingrijpen in de particuliere zaken van de Koningin haar tot een ergemis is gewor den. Van het oogeniblik van Haar aankomst af is zij door fotografen aehtervolgd. Hun optre- den is dermate ergerlrjk geweest, dat de mo- gelijkheid bestaat, dat de Koningin zich ge- dwongen zou zien haar bezoek te bekorten. De lord-lieutenant, de hertog van Atholl, heeft derhalve een beroep gedaan op alien, die in het bezit zijn van camera's, vooral te zorgen, dat zij geen overlast veroorzaken. BESCHERMING TEGEN LUCHT- AANV ALLEN. Ingediend is een wetsontwerp tot bescher- ming van de bevolking tegen luchtaanvallen. EEN NIEUYVE WARENWET. Ingediend is een wetsontwerp tot vervan- ging der tegenwoordige Warenwet. Het zal daarbij aan het vrije inzicht van de gemeen- ten staan, al of niet in samenwerking keu- ringsdiensten in stand te houden. Van eenige wettelijke verpliohting zal echter geen sprake meer zijn. BEZUINIGING OP HET ONDERWIJS. Bij de Tweede Kamer is thans ingediend een afzonderlijk wetsontwerp' tot bezuiniging op de uitgaven van het onderwijs. Dit voor- stel is vrijwel gelijkluidend aan dat, hetwelk vervat was in het wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven. DE ORGANISATIES VAN DE N. S. B. Het antwoord van minister Van Schaik, ten vervolge op de beantwoording van vragen van den heer Van der Heide Is verband met een door de N S. B. genomen besluit tot oprich- ting van een nieuwe organisatie, welke bij een eventueel verbod van de weerafdeelingen in de plaats daarvan zou kunnen treden, luidt als volgt 1. De regeering volgt de oude en nieuwe organisatie van de N. S. B. met aandacht. De „troepen" waarop in de vragen wordt geloeld, zijn, voor zoover bekend, geen zeer nieuwe or- ganisaties in de N. S. B. en niet bestemd of geschikt om bij een eventueel verbod van de W,A. daarvoor in de plaats te treden en naar den schijn naast de N. S. B. te staan. 2. De bedoelde groepen, ook wel eens doch naar het oordeel van de^N. S. B. tenon- rechte „stormtroepen" genoemd, hebben, naar is gebleken, in de eerste plaats tot doel colporteurs te beschermen, al bestaat wellicht de mogelijkheid, dat zij vroeg of laat in feite een ruimer arbeidsveld vinden. Hoewel binnen die groepen naar een strenge discipline wordt gestreefd en de aanneming van leden met in- achtneming van bijzondere eischen van ge- schiktheid voor het door de N. S. B. beoogde doel geschiedt, schijnt het voorshands nog minder juist haar een mdlitair of semi-mili- tair karakter toe te kennen. 3. Afgezien van den al dan niet on-Neder- landschen aard eener organisatie biijft de re geering van oordeel, dat groepsvorming, die in weVkelijkheid een militair of semi-militair ka rakter zou gaan dragen, door de overheid dient te worden tegengegaan. Zij zal niet nalaten dienovereenkomstig de noodige maatregelen te treffen en, indien noodig, voorstellen te doen. DE MINISTERS GELISSEN EN DECKERS TE ROTTERDAM. Prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, minister van Economische Zaken en mr. dr. L. N. Deckers, minister van Defensie, hebben Don derdag een bezoek aan Rotterdam gebracht, om persoonlijk de situatie op te nemen, waar- in het bedrijfsleven van onze havenstad ver- keert. Nadat in den voormiddag grondige bespre- kingen met den voorzitter en de leden van het bureau der Kamer van Koophandel en den voorzitter van de commissde voor de scheep- vaartbelangen van die Kamer hadden plaats gehad, maakten de ministers op uitnoodiging en onder leiding van den burgemeester een boottocht op de rivier en door de havens. Be- halve de leden van het bestuur der Kamer waren ook bestuursleden van enkele organisa- ties, die de ontwikkeling van de haven be- oogen te bevorderen, tot den boottocht uitge- noodigd. STEUN AAN HET NATIONAAL LUCHTVAARTFONDS. Bij Kon. besluit is bepaald, dat gedurende een door den Minister van Binnenlandsche Zaken te bepalen tijdvak, van Rijkswege ten bate van het Nationaal Luchtvaartfonds een bijtzondere postzegel verkrijgbaar wordt ge- steld. Deze bijzondere postzegel wordt uitge geven in de frankeerwaarde van 6 cent. Het wordt met een door den Minister van Binnen landsche Zaken te bepalen toeslag boven de frankeerwaarde verkocht. Het zegel draagt een voorstelling verband houdende met het doel der uitgifte. De opbrengst van dit zegel, na aftrek van de frankeerwaarde, de kosten van aanmaak en andere bijzondere kosten uit de uitgifte voort- vloeiende, wordt ter beschikking gesteld van het genoemde fonds. De geldigheidsduur voor het gebruik eindigt met den 31en December 1936. GAAT BELGIe DEN INVOEK VAN MOSSELE|N CONTINGENTEEREN Naar officieel veriuidt overweegt de Belgi- sohe Regeering plannen om binnen enkele weken den invoer van mosselen uit Nederland te contingenteeren. Omtrent de eventueele kos ten der vergunningen zal dan eveneens beslist worden. De invoer van Nederlandsche mosse len naar Belgie blijkt intusschen reeds sterk vermipd.erd te ^ijn en ?al gaardoor denkelijk nog verminderen. In de eerste vijf maamieG van dit jaar voerde Nederland naar Belgie 6.409.800 K.G. mossels uit ter waarde vans 2.074.000 frank in die periode over 1935 COADJUTOR VAN DEN AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT. Naar de correspondent van de Tijd te Rome sednt heeft de Paus tot coadjutor, met recSit: van opvolging van den aartsbisschop warn Utrecht benoemd den president van het groat seminarie Rijsenburg, prof. dr. J. de Jca^j, onder gelijktijdige benoeming tot tituladr aartsbisschop van Rusio. De aanstaande opvolger van mgr. Jansoi. die, zooals men weet, ongeneeslijk ziek its, prof. dr. Jan de Jong is 10 September 188S te Nes op Ameland geboren. Na zijn studies te hebben volbracht aan het klein-seminarie te Culemborg, en aan het groot-seminarie te- Rijsenburg ontving hij in 1908 de priesterwg- ding. In datzelfde jaar werd hij naar Rome gezonden om zijn studies verder voort te zet- ten. Drie jaar later promoveerde de jonge priester tot doctor in de philosophic en in de theologie. Hij werd daarna benoemd tot kape- laan te Amersfoort in de poracbie van St Franciscus Xaverius. Nog binnen het jaar volgde zijn aanstelling tot conrector bij de zusters van o.l. vrouwe in dezelfde stad. In 1914 werd dr. de Jong benoemd tot pro fessor in de kerkgeschiedenis aan het groot- seminarie Rijsenburg. Hier had hij gelegen heid zijn wetenschappelijke scholing ten vbBe toe te passen; hij schreef met den heer W. Knuif in het Archief van de geschiedenis van het aartsbisdom een belangrijke bijdrage over Philippus Rovenius en zijn bestuur der HoJ- landsche missie. In verschillende andere tijd- schriften verschenen bijdragen van dr. De Jong. Bekend is zgn drie-deelig handboek der kerkgeschiedenis, dat van 19291931 ver- scheen en reeds in 1932 in tweeden druk van de pers kwam. Prof. dr. De Jong werd in 1931 benoemd tot president van het groot-seminarie Rijsenburg, terwijl in 1933 zijn benoeming tot kanunnik van het metropolitaan kapittel geschiedde. De nieuwe coadjutor is offieier in de or>le van Oranje Nassau. HET ONGELUJK VAN DE „GAAI". In het in Geneve verschijnend intemationale luchtvaartinformatieblad ,,Interavia", geeffl een van de oudste en meest ervaren Zwitser- sche vliegers, Pillichody, van de „Alpar", die elken centimeter van zijn geboorteland op zjjpn duim kent, het volgende persoonlijke oordeS over de oorzaken van den ondergang van net K. L. M. Douglasvliegtuig de Gaai.. Hij schrijft: Aangezien ik sedert 1920 onder alle denk- bare weersgesteldheden boven de Mesoccoval- lei heb gevlogen, heb ik natuurlijk over het ongeluk met het K. L. M.-^liegtuig in die val- lei ernstig nagedachit. Mijn persoonlijke mee ning is, dat het vliegen met snelle en groote vliegtuigen in nauwe valieien, omgeven door hooge bergen, buitengewoon riskant is. Het is iets, waaraan vliegers, die groote ervaring; ten aanzien van de klimatologische en me- teorologische condities in de Alpen hebben, zich naurwelijks zullen wagen. De Mesocco-val- lei is nauw en diep. Een vlieger^ die laag in deze „kloof" vliegt, heeft niet de beschikking- over een natuurlijken horizon, welke zelfs ge heel ontbreekt. Een niet ervaren bergland- vlieger, die over de Alpen vliegt, is iuerbjj dan ook ernstig in het nadeel. De Douglas besohikt over een zeer groote snelheid. Zijn stijgvermogen en hoogtegrens. laten niets te wenschen over, terwijl het langzame landen door remklappen mog^ijk wordt gemaakt. Wanneer de Douglas eeaxer op voile snelheid vliegt, reageert het toestel natuurlijk langzamer op de besturing; iet bezit aanzienlijke inertie en kan niet snel m»- noeuvreeren. Deze eigenschappen zijn goed fl§.' rechtuitvliegen, ze zijn echter een nadeel ia noodgevallen, wanneer de vlieger in Alpeo.- valleien scherpe bochten moet maken. au hierbij regenbuien en storm komen. wordt de toestand catastrophaal. Op den middag van 20 Juli was bijna ge heel Zwitserland bedekt met stormwolke^, terwijl het midden- en het oostelijke gedaeite van het land door den storm werden geteas- terd. Het dikke wolkendek strekte zich over het geheele alpengebied uit, terwijl de franje aan den onderkant tot in de dalen hing. Zware regenbuien vormden hier en daar onder aart tie bergen dikke gordijnen; er traden hevige wiad- vlagen op, die in sommige streken een sneS- heid van 68 mijl per uur bereikten. We kunnen aannemen, dat de Nederland sche vlieger, voor hij het Taliedovliegvela in Milaan verliet, op de hoegte was van de weers- gesteldheid, die hij zou ontmoeten. Mogeigk was het weer tot aan de Zwitsersche grens goed of zelfs zeer gunstig. De eerste Alpem- toppen waren vermoedelijk voor het meeren- deel vrij van wolken. Het wolkendek reikte echter zeer hoog; de bestuurder van het Ita- liaansche vliegtuig, die ongeveer terzelfder tjjtf als de Douglas Milaan verliet om naar Zurich te vliegen, doch terugkeerde, schatte, dat dte wolken tot 7000 M. hoogte reikten. Waaran, dus nag hooger stijgen als lager alles normaai schijnt te zijn? Dit moet de onjuiste gedacb- tenganig van den onfortuinlijken Nederlhmd- schen vlieger gewfeest zijn. In een geval ai'-a dit, wanneer hoog vliegen onmogelijk is, met het oog op het gevaar van ijsvorming en wal- kenremous, staat den vlieger slechts een du^: te doen en dat is: terug te keeren naar de plaats van vertrek. |Het besluit om onder de wolken te gaass vliegen bracht als consekwentie een heele serie van gevaren mee, die aan het alpenvlie- gen inherent zijn. Bellinzona was waarschijn- lijk reeds gepasseerd en de wolken hingen om de toppen. Een open vallei, die buien. De toestand is hoogst ernstig. De vlieger stuart op dien pas af, die voor hem veiligheid betet- kent. Hoe verder hij komt, hoe nauwer de

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1