ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De middelmatige.
aoy
VJ
PRUIMTABAE
1AM3L
SSRSS
No. 9299
VRIJDAG 17„MEI 1935
75® Jaargang
BinnenSand
:!ietttieuw$
pakjt
EERSTE BLAD
(Vrij naar Ernest Hello.)
11.
De middelmatige meent en zegt dat ook,
dat Jezus Christus zich er toe had moeten
bepalen om liefde te prediken, en dat Hij
geen wonderen had moeten doen; maar hij
heeft nog grooter afschuw voor de won
deren van Jezus' apostelen en navolgers,
en dat iemand ook op dit punt nog in onze
dagen Jezus' voorbeeld zou durven volgen
dat vindt hij vreeselijk. Als gij hem
een gebeurtenis mededeelt, die en boven-
natuurlijk en uit onzen eigen tijd afkomsffg
is, dan zal hij u vriendelijk toevoegen, dat
zulke legenden een prachtig effekt kun-
nen maken in een of ander heiligen-leven,
maar dat men ze daar moet laten; en als
gij dan tegen hem zoudt opmerken, dat
Gods macht toch nog altijd dezelfde is als
vroeger, dan zal hij u antwoorden. dat gij
nu verbazend overdrijft.
De middelmatige zegt, dat er iets goeds
en iets slechts is in alle dingen, dat men
daarom niet zoo absoluut moet zijn in zijn
beoordeelingen, enz., enz. Als gij de
waarheid sterk voorstaat, zal de middel
matige zeggen, dat gij veel te veel ver-
trouwen hebt in uzelf. Hij, die zoo trotsch
is, weet niet, wat trots is! Hij is beschei-
den en verwaand, onderworpen tegenover
Voltaire en in opstand tegen de Kerk. De
middelmatige, in zijn vrees voor echt
superieure dingen, zegt, dat hij voor al-
les ,,gezond verstand" waardeert, maar hi;
weet niet, wat „gezond verstand" is. Hij
verstaat daar immers alleen maar onder:
de ontkenning van alles, wat waarlijk
groot is.
De middelmatige kan zeer goed die vrij
waardelooze zaak bezitten, die men in de
conversatie ,,geest noemt, maar hij bezit
geen echt verstand, dat wil zeggen: hij
mist het vermoaen om een gedachte te
lezen in een daacf.
De mersch, die intelligent is, richt zijn
hoofd op om te bewonderen en om te aan-
bidden; de middelmatige heft zijn hoofd
op om te spotten en te railleeren; alles
wat hem te hoog gaat, schijnt hem be-
lachelijk; het onbepaalde is voor hem het-
zelfde als niets.
De middelmatige gelooft niet aan den
duivel.
Den middelmatige spijt het, dat de
christelijke godsdienst dogma's heeft; hij
zou willen, dat zij alleen maar over moraal
sprak; en als ge hem dan zegt, dat de
moraal uit de dogmatiek voortspruit en
daarmede ten nauwste samenhangt als de
consequentie uit het beginsel, dan zal hij
u weer antwoorden, dat gij overdrijft.
Hij verwart valsche zedigheid, die de
officieele leugen is van de hoogmoedJgen
van minder allooi met de ware nederig-
heid, die de kinderlijke en goddelijke
deugd was en is van de ware heiligen
Godgewijden. 1 usschen die zedigheid en
deze" nederigheid is dit het verschil: Een
mensch, die op de valsche wijze zedig is,
gelooft, dat zijn verstand boven de godde
lijke waarheid staat en van haar onafhan-
kelijk is, maar hij gelooft tegelijkertijd, dat
zijn verstand staat beneden dat van men-
schen als Voltaire. De middelmatige
plaatst zich vrijwillig - eneden die grootste
dwazen der 18de eeuw, maar hij railleert
met de heiligen uit vroeger en later tijd en
plaatst zichzelf boven hen.
De waarlijk nederige mensch haat alle
leugen, al werd die ook door n heele
wereld verheerlijkt, en hij knielt neer voor
de waarheid.
De middelmatige schijnt gewoonlijk
zedig, hij' kan echter niet nederig zijn,
want was hij dat, dan zou hij ophouden
een middelmatige te zijn.
De middelmatige bewondert Cicero
blindelings en zonder eenig voorbehoud,
hij noemt hem niet eens bij zijn naam
hij noemt hem eenvoudig ,,de" Romeinsche
redenaar.
De middelmatige is de koudste en meest
verwoede vijand van den man van genie.
Hij voert tegen hem aan de kracht van de
traagheid, een wreed verweer hij
voert tegen hem aan zijn machinale en on-
overwinlijke gewoonteri, de citadel van zijn
oeroude vooroordeelen, zijn kwaadwillige
onverschilligheid, zijn ellendige twijfel-
zucht, die diepe haat, die soms op onpar-
tijdigheid lijkt; hij voert tegen hem het
wapen der harteloozen, de hardheid van
de domheid.
Genie rekent op en met enthousiasme.
en vraagt dan. dat men zichzelf zal willen
en durven verliezen. De middelmatige ver-
liest .zichzelf nooit. Hij is' zonder enthou
siasme en zonder medelijden; deze twee
dingen gaan altijd samen.
Als de man van genie eens ontmoedigd
is, en denkt, dat het met hem afgeloopen
is, kijkt de middelmatige met welgevallen
naar hem, hij is dan best te spreken over
die worsteling en angsten, en hij zegt: ,,Ik
had dat altijd wel gedacht; die man volgde
een verkeerden weg; hij vertrouwde veel
te veel op zichzelf Als de man van
genie echter een overwinning behaalt; zal
de middelmatige, vol jaloezie en haat, ten-
minste toch nog tegenover hem stellen de
,,groote. klassieke vorbeelden zooals hij
de beroemd-gerworden mannen uit de 18de
eeuw graag noemt, en hij zal trachten te
gelooven, dat de toekomst hem nog wel
zal wreken en hem in het gelijk zal stellen.
De middelmatige is veel slechter dan hij
denkt en ook dan men denkt, want zijn
koelheid bedekt zijn verkeerdheid. Hij
stuift nooit eens op. In den grond der zaak
zou hij graag al het verhevene willen ver-
nietigen; daar hij dat niet kan, wreekt hij
zich door het verhevene te gaan bespotten.
Hij railleert zoo'n beetje, en juist omdat
hij het zoo'n klein beetje doet, lijdt hijzelf
geen smaad. Hij prikt met spelden, en
verheugt zich als er bloed vloeit, terwijl
een moordenaar angst kan hebben om t
bloed, dat hij vergoot. De middelmatige
heeft nooit angst. Hij voelt zich gesteund
door de groote menigte van hen, die op
hem lijken.
De middelmatige is op literair gebied
wat men op maatschappelijk terrein een
man van fortuin noemt. De gemakkelijke
overwinningen zijn voor hem. Den wer
kelijken kant van iedere zaak vergetend,
en 'n bijkomstigheidje aangrijpend, vat hij
bijzaken aan; hij is ,,bij en als het hem
gelukt, is hij opeens nog tienmaal zoo mid-
delmatig. Hij beoordeelt zichzelf zooals
hij anderen beoordeelt: naar hun succes.
Terwijl de superieure mensch zijn kracht
inwendig gevoelt, en haar ook voelt, al
voelen anderen haar niet, zou de middel
matige mensch zich n dwaas achten, als
hij voor middelmatig doorging, en hij ge-
niet dan ook intens van de complimentjes,
die men hem maakt. .j,
Maar zal men vragen: waarom slaagt
hij dan toch
Als gij voor uw bureau zat met n boek
voor u, geteekend met een bekenden naam,
een boek, waar iedereen het over had. is
het U dan nooit overkomen, dat gij dat
boek onrustig en bedroefd dicht deedt, en
uzelf afvroegt: Hoe hebben die bladzijden
dien schrijver toch zoo'n roem kunnen
brengen in plaats van hem tot vergetel-
heid te doemen En hoe komt het, dat
deze of gene, die naast anderen n best
figuur zou maken. totaa! onbekend bleef
Heeft de roem geheimen of is zij nukkig 1
Ziehier het antwoord: echte roem en
succes lijken niets op elkaar; de roem heeft
geheimen, het succes nukken.
De middelmatige strijdt niet; hij kan
eerst slagen, maar daarna mislukt hij toch
nog.
De superieure mensch strijdt eerst, en
slaagt pas daarna, soms pas lang daarna
De middelmatige slaagt, omdat hij met
den stroom meegaat, de superieure over-
wint door tegen den stroom in te gaan.
Met het succes gaat het zoo: men loopt
met anderen mee. Met den roem gaat het
zoo: men loopt dan tegen de anderen in.
De superieuren laten zich vertegen-
woordigen door de grooten, de inferieuren
door de kleinen. Beiden hebben hun afge-
vaardigden, maar de eene groep geeft haar
menschen succes, en de andere roem.
Zij, die den vooroordeelen en gewoon-
ten en gebruiken hunner tijdgenooten in
het gevlei komen, worden vooruitgeduwd,
en die krijgen succes: dat zijn de menschen
van hun tijd.
Zij, die vooroordeelen en gewoonten
met voeten durven treden, zij die als 't
ware vooraf den adem van de komende
eeuw inademen, overwinnen straks de an
deren, en gaan tot roem: dat zijn de men
schen van de eeuwigheid.
Zoo komt het, dat de moed, die voor
het succes geenerlei nut heeft, absolute
voorwaarde is voor den roem. Zij zijn de
werkelijk grooten, die boven de menschen
uitkomen in plaats van onder hen te buk-
ken, en die met een zelfde inspanning hun
eigen ontmoediging en alien uitwendigen
tegenstand terneerslaan.
De middelmatige, die succes heeft, vol-
doet aan de gangbare verlangens der
anderen.
De superieure, die triomfeert, geeft toe
aan den onbekenden drang der mensch-
heid.
De middelmatige kan den menschen dat
deel van henzelf toonen, dat zij reeds ken-
nen; de superieure openbaart den men
schen dat deel van henzelf, dat zij niet
kennen.
De superieure daalt dieper af in ons in-
nerlijk dan wij zelf gewoon zijn te dalen.
Hij geeft vorm en woorden aan onze ge-
dachten. Hij is meer intiem met ons dan
wij zelf dat zijn. Hij wekt ons op en ver
heugt ons als iemand, die ons zou opwek-
ken om met hem naar een zonsopgang te
gaan zien. Ons uit onze woningen halend
om ons naar zijn gebied te brengen, veront-
rust hij ons eerst, en geeft ons dan den
hoogsten vrede te smaken.
De middelmatige laat ons daar, waar
wij zijn, en hij laat ons een kalmte, die de
ware rust niet is.
De superieure, onophoudelijk gekweld
en verscheurd door de tegenstelling tus-
schen ideaal en werkelijkheid, voelt <beter
dan 'n ander de menschelijke grootheid en
beter dan 'n ander de menschelijke ellende.
Hij voelt zich sterk geroepen tot de ideale
heerlijkheid, die ons aller deel is, en
zwaar en ten doode toe beschadigd dopr
de verwoesting onzer oude natuur. Hij
doet in ons ontbranden de liefde tot het
zijn, en wekt in ons zonder ophouden de
kennis van ons niets-zijn.
De middelmatige voelt grootheid noch
ellende, zijn noch niet-zijn. Hij wordt niet
verrukt noch verbrijzeld, hij blijft staan op
de voorlaatste trede van den ladder, onbe-
kwaam om te stijgen en te lui om te dalen.
In zijn beoordeelingen als in zijn werken
stelt hij conventie in de plaats van werke
lijkheid, keurt goed, wat binnen zijn be-
stek voorvalt, veroordeelt wat aan zijn be-
grip ontglipt, vermijdt de afgronden, maar
clan en daarom ook de bergen.
De man van genie staat boven wat hij
verricht. Zijn gedachten gaan uit boven
zijn werk.
De middelmatige staat onder dat, wat
hij tot stand brengt. Zijn werk is niet de
verwezenlijking eener gedachte, het is
slechts 'n arbeid, gedaan volgens zekere
regels.
De man van genie vindt zijn arbeid nooit
voltooid.
De middelmatige is vol van zijn werk,
uit over zichzelf, vol over... niets, vol van
leegte, vol van ijdelheid. IJdelheid Heel
die verfoeilijke middelmatjige wordt ge-
kenschetst door deze twee woorden: koel
heid en... ijdelheid.
sm
si Rutnoana
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
per pust f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
z nor Belg:e en Amerika 2,-overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEL.EFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
kt.f.itvf. ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIX BLAD VERSCHIJNX IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRI.JDAGAVOND.
.vmolwamhi
DIEN SXPLICIIX.
Onderzoek van verlofgangers.
De Burgemeester van XER NEUZEN maakt
feekend, dat bet onderzoek van verlofgangers,
bedoeld in art. 41. derde lid, der Dienstplieht-
wet, voor deze gemeente zal worden gebouden
te Ter Neuzen in de voormalige scbool aan het
Schoolplein op Donderdag 27 Juni 1935, des
voormiddags 9 uur, voor de licbting 1923 en
dea namiddags 2 uur voor de licbting 1926.
Wie by het onderzoek moeten verschynen.
a mi het onderzoek moeten deelnemen de
tot de landmacht beboorende groot-verlof-
gangers, ingelijfd voor een der licbtingon
1023 en 1926.
Zjj, die voor een dezer lichtingen zijn inge-
lyfd, maar ten gevolge van uitstel van eerste
oefe'ning of om een andere reden de eerste
oefening te gelijk met een andere licbting heb-
ben volbracht, moeten zich niettemin aan het
onderzoek onderwerpen, voor zoover zij althans
■let bebooren tot ben, die daarvan zijn vrij-
geeteld.
Aan het onderzoek moeten ook deelnemen
de dienstplicbtigen van de genoemde lichtin
gen, die een vrrjwillige verbintenis hebben
aangegaan
a. als verzorger by den rijkspostduiven-
dlenst;
b. als hoefsmid bfl de infanterie;
e. in verband met de erkende gewetens-
baBiwaren.
d. om te dienen op den voet van een ge-
woon dienstplichtige.
Wie niet by het onderzoek behoeven te
verschijnen.
Aan bet onderzoek nemen niet deel zij:
a. die bun eerste oefening nog niet heb
ben volbracht;
b. die in dit jaar, v66r den voor het onder
zoek bepaalden dag, in werkelijken dienst zijn
geweest uit anderen hoofde dan voor straf;
c. die bestemd zijn om in dit jaar voor
herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te
komen;
d. die elders wonen dan in Nederland;
e. die zich buitenslands bevinden ter uit-
oefening van de zeevaart (hieronder niet be-
grepen de zeevisscherij)
f. die de binnenvaart uitoefenen op andere
landen en zicb voor dit doel in een dier lan
den ophouden;
g. die ingevolge de geldende bepalingen
geheel zijn vrijgesteld van opkomst in werke-
ljjken dienst in geval van oorlog, oorlogs-
gevaar of andere buitengewone omstandig-
heden;
h. die als vrrjwilliger behooren tot een der
vrijiwillige landstormkorpsen Motordienst,
Vaartuigendienst en Spoorwegdienst;
L, die vaandrig of kornet zijn;
j. die na bun ontslag als reserve-officier in
de hoedanigheid van gewoon dienstplichtige
tot het leger zijn blijven behooren.
Wyze van verschijnlng.
De verlofganger moet by dit onderzoek ver-
adhijnen in uniform gekleed en bovendien
vtoorzien van de overige tot zyn uitrusting be-
hoorende goederen, voor zoover deze hem zijn
uitgereikt of door hemzelf zijn aangescbaft.
Onderworpenheid aan bevelen.
De verlofganger staat niet alleen gedurende
bet onderzoek, maar ook zoolang hij
■ter gelegenheid van bet onderzoek in
uniform gekleed is, onder de bevelen van
de autoriteit, die het onderzoek houdt, zoodat,
indien hij ongeregeldheden pleegt of zicb aan
een strafbaar feit scbuldig maakt, betz'j op
weg naar de plaats van onderzoek, hetizij ge-
fturende het onderzoek of toy bet naar huis
terugkeeren, hy te dier zake kan worden
gestraft volgens het Wetboek van Militair
Strafrecbt en de Wet op de Krijgstucflt.
Nalatigheid.
Een streng of een licht arrest van ten
hoogste zes dagen kan worden opgelegd aan
den verlofganger, die zonder geldige; reden
■let bij het onderzoek verschijnt of, daarby
rerschenen zijnde, zonder geldige reden niet
aan zyn hierboven omschreven verplichtingen
roldoet.
Onverminderd deze straf, kan de verlof
ganger, die zicb schuldig maakt aan een der
bedoelde feiten of wiens goederen by het on
derzoek blijken niet in den vereiscbten staat
te verkeeren, worden verplicht om op een
nader te bepalen tijd en plaats te verschijnen
of opnieuw te verschijnen tot het ondergaan
van een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor
laatstbedoeld onderzoek, daarby zonder gel
dige reden niet verschijnt of daarbij in ander
opzicht zijn verplichtingen niet nakomt, kan
in werkelijken dienst worden geroepen voor
den tijd van ten hoogste twee maanden.
Verhindering.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming
aan het onderzoek mocbten verhinderen, dient j
daarvan zoodra mogelijk een geneeskundige j
verklaring ter gemeente-secretarie te worden
•vergelegd. Deze verklaring kan op ongezegeld
papier worden gesteld. De handteekening van
den geneeskundige behoort gelegaliseerd te
zyn door den Burgemeester van de gemeente,
waar de geneeskundige woont.
De verlofganger, die wegens ziekte of om
een andere reden in de onmogelykbeid ver-
keert om bij het onderzoek te verschijnen
dan wel wegens woonplaatsverandering niet
is opgeroepen, wordt door den Indeelingsr
districtscommandant verplicht het onderzoek
in October of November te ondergaan.
Verschyning op anderen tyd of op andere
plaats.
Aan den verlofganger kan op zijn verzoek
door den Indeelingsdistrictscommandant wor
den vergund, het onderzoek op een anderen
dag, op een andere plaats binnen het district
of in een ander district te ondergaan. Het
verzoekschrift, waarin de reden duidelijk moet
worden omschreven, moet tijdig en gefran-
keerd worden toegezonden. Maakt een ver
lofganger, aan wien een dergelijke vergunning
is verleend, daarvan niet nauwkeurig gebruik,
dan wordt de vergunning geacht te zijn ver-
vallen.
Wenscht de verlofganger uitstel van het
onderzoek tot October of November, dan kan
bij ook daartoe bet verzoek doen aan den In
deelingsdistrictscommandant.
Reiskosten.
Kan de verlofganger niet zonder bet doen
van uitgaven voor de reis aan zijn verplich
tingen voldoen, doordat hij verblijf houdt in
een plaats, van waar hij de plaats van onder
zoek niet zonder het passeeren van een veer,
brug of tol kan bereiken, dan kan hij van den
Burgemeester zijner vertolijfplaats een pas-
sagebiljet ontvangen voor de heen- en voor de
terugreis.
Moet de verlofganger, die in dit geval ver-
keert, gedurende de reis ovemachten, dan kan
hij voor rijksrekening door middel van inkwar-
tiering buisvesting en voeding genieten.
Ter Neuzen, 16 Mei 1935.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
BESLISSING OVER INGEL.EVERDE CAN-
DIDATENL.IJSTEN VOOR DE STEM
MING TER VERKIEZING VAN DE
LEDEN VAN DEN GEMEENTERAAD.
De Voorzitter van het hoofdstembureau in
de gemeente WESTDORPE maakt toekend,
#dat het hoofdstembureau op 20 Mei 1935, des
"namiddags 7 uur in het Gemeentehuis in een
openbare zitting zal beslissen over de geldig-
heid der op 14 Mei 1935 voor bovengenoem.de
verkiezing ingeleverde lrjsten en over de hand-
having van de daarop voorkomende candi
dates
Westdorpe, 16 Mei 1935.
De Voorzitter voomoemd,
F. A. HENDRIKSE.
PER Vt OkS
(Ingez. Med.
EINDEXAMENS H. B. S.
v In ,,De Hoofdakte" schrijft de tooofdredacteur
M. J. Leendertse:
„In de eJiamenverslagen keert telkens de
klactot terug, dat bij vele candidaten gecon-
stateerd moest worden „ergerlijke nalatigheid
in het lezen van een goed dagblad".
...Waarom getoruikt een subcommissie dit
ietwat scherpe woord ,,ergerlijk" terecht?
Ook van iemand, die niet voor de hoofdakte
studeert, die heelemaal niet studeert, doch
alleen maar aanspraak wil maken op den
naam van ontwikkeld mensch, mag verwacht
worden, dat hij zich interesseert voor „de
vraagstukken van onzen tijd", voor de „din-
gen van den dag". Hoeveel te meer dan van
iemand, wien men op het examen daamaar
kan, neen, z&l vragen!
,,'Speciaal de laatste maanden vddr het
examen houde men in zijn krant het belang-
rijkste binnen- en buitenlandsche nieuws bij,
de recente gebeurtenissen liggen 66k den
examinator versch in het geheugen! Noodig is,
deze opwekking, omdat juist de tijd vlak voor
het examen z66 druk is voor repetities, dat
„de dingen van den dag" er niet zelden bij
inschieten".
POGINGEN TOT DEVALUATIE.
Vragen van den heer Wijnkoop.
Het Tweede Kamerlid de heer Wijnkoop
heeft aan den Minister van Financien de vol-
gende vragen gesteld:
Heeft de regeering harerzijds nota ganomen
van de evenals voor eenige jareri zoo ook thans
1 telkens hardnekkig en tendentieus terugkee-
rende pogingen van bepaalde groepen In
binnen- en buitenland om door middel van
beurs-manoeuvres en daarmee verwante be-
wegingen plotseling een zoodanigen toestand.
ook op de geldmarkt te verwekken, waardoor
vooral ten nadeele van loonarbeiders, spaar-
ders en gepensionneerden ide gulden zou
kunnen worden gedevalueerd
Is de minister bereid tegen deze telkens
weerkeerende speculanten en beursjobbers en
hun ondersteuners zijnerzijds directe maat-
regelen te nemen op bank- en (of) beurs-
gebied, zoodat hun dit noodlottige werk voor
het vervolg belet, althans belemmerd kan
worden
Zoo ja, welke maatregelen denkt de regee
ring ten deze te nemen?
ROOMSCH-KATHOLIER
INDUSTRIALIS ATIE-CON GRES.
Maandag is in den Dierentuin te 's-Graven-
hage een congres gehouden door het Roomsch-
Katholiek Werkliedenverbond, den Katholie-
ken Boeren- en Tuindersbond, den Neder-
landschen R.-Kath. Middenstandsbond en de
Algemeene R.-Kath. Werkgeversvereeniging,
gewijd aan de noodzakelijkheid van industria-
lisatie (werkherstel en werkverruiming).
Mr. J. van Hellenberg Hubar heeft het con
gres gepresideerd en het met een rede ge-
opend.
Er zijn praeadviezen behandeld van de hee-
ren Charles Stulemeijer, A. C. de Bruijn en
prof. H. A. Kaag, waarin de noodzakelijkheid
van industrialisatie is betoogd, omdat onder
de gegeven omstandigheden alleen de Indus
trie de vele werkloozen weer aan arbeid kan.
helpen en omdat in hoofdzaak in dozen be-
drijfstak de jaarlijksche bevolkingsvermeerde-
ring een bestaan kan vinden.
Men uitte o.m. den wensch, dat de buiten
landsche voorlichtingsdienst radicaal zal wor
den verbeterd.
Volgens den heer Stulemeyer is het ge-
schikste oogenblik voor een wijziging van onze
monetaire politiek aangebroken, als de wereld
bereid zal zijn gevonden tot samenwerking,
om de zoo noodige stabiliteit der wisselkoer-
sen te verkrijgen over een zoo groot mogelijk
gebied. Hij meent vcorts, dat er thans voor
de exportindustiie aan contingenteering van
buitenlandsche waren minder bezwaren ver-
bonden zijn, dan aan verhoogde invoerrechten
v^rbonden zouden zijn.
foe heer De Bruijn concludeert in zijn prae-
advies, ,dat een verder stringent toegepaste
contingenteering en een andere dan ,,techni-
sche" herziening der tariefwet middelen, tot
verbetering van den toestand zijn.
In jirof. Kaag's praeadvies wordt loslating
van den gouden standaard noodzakelijk ge-
noemd. o
Ook wenscht prof. Kaag, dat men het
systeem van contingenteering zooveel moge
lijk door een stelsel van invoerrechten venran-
geh zal.
Voorts sprak men zich uit voor verbetering
van de werkwijze van het werkfonds voor in-
dustriebanken en economisch technologische
instituten. Men bepleitte ordening van het
bedrijfsleven en georganiseerde samenwerking
van de bij een bedrijf betrokken groepen oOr
der het waakzaam oog der overheid, die bet
aigemeen belang behartigt.
Naar aanleiding van de praeadviezen heefl
een geanimeerde discussie plaats gevonden
Mr. Van Hellenberg Hubar beett een slot-
woord gesproken, waarin hij opmerkte, dat
de vier organisaties, die dit congres hebben
gehouden, binnenkort haar standpunt nog zui-
len bepalen en publiceeren, maar dat er toch
al over verschiliende punten onder de bestu-
ren dezer organisaties eenstemmigheid be-
staat. In den tegenwoordigen toestand, al
hebben internationale omstandigheden a Jen
veroorzaakt, kan, zeide hij, niet worden be-
rust. De regeering moet de belangen der
volkshuishouding door een constructieve poli
tiek gaan behartigen. Het industrieel credict
moet doeltreffend worden genorganiseerd en
mogelijk gemaakt. En er moet meer harmo-
nie worden geschapen tusschen de noodzake
lijkheid van een zoo groot mogelijken export
en de reserveering van de eigen markten in
alle gebiedsdeelen des rijks voor de producten
van eigen bodem en nijverheid.
VOLKENBONDSDAG 1935.
Al wie het w61 meent met den Wereldvrede
heeft sinds de vorige herdenking van den.
intemationalen Volkenbondsdag de internatio
nale verhoudingen zich zo6 beangstigend zien
ft