ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
£eeui/ in Nooa
M
DE IN DE PIJP.
No. 9269
WOENSDAG 6 MAART 1935
75e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Be man van Nergenshuizen
waar
Bargemeestar en Wethouders van TER NEUZEN
&-S 3
e.
s a
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
SLECHTS
HET LAAG5T IN PRIJB
V0L00ET AAN DE H00GSTE EI5EN
DE PORTEFEUILLE VAN WATERSTAAT.
NEUZENSCHE COURANT
Buiten Ter Neuzen
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor en Amerika 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave,
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
doen te weten, dat door de raad dier gemeen-
te in zrjn vergadering van 13 December 1934 is
vaetgesteld de volgende verordening
VHROiRDENING op de hefting van school-
igeld voor het gewoon lager oniderwijs
en voor het uitgebreid lager onderwijs
in de gemeente Ter Neuzen.
Artikel 1.
Ten behoeve van de gemeente wordt, ter
tegemoetkoming in de kosten van het open-
baar gewoon lager onderwijs en van het open-
baar uitgebreid lager onderwijs, welke voor
rekening van de gemeente blijven, van de
ouders der schoolgaande kinderen of bij ont
stentenis van beide ouders van de voogden of
verzorgers, schoolgeld geheven.
Gelijke heffing gesehiedt van de ouders der
kinderen, die op bijzondere scholen, als be-
doeld in art. 88 der lager onderwijswet 1920
oohoolgaan, of, bij ontstentenis van beide
ouders, van de voogden of verzorgers.
Artikel 2.
1. De schoolgeldplichtdgen worden inge-
deeld in klassen.
2. Als grondslag voor deze indeling wordt
genomen de belastbare som bedoeld in art. 37
der wet op de inkomstenbelasting 1914 der
ouders of bij him ontstentenis die belastbare
nam der leerlingen volgens de kohieren dier
belasting over het lopende belastingjaar, of
zo dat inkomen nog niet op deze wijze is be-
paald, volgens de kohieren over het laatst ver-
lopen belastingjaar of indien ook dat niet
mogeiyk blijkt, of de schoolgeldplichtigen niet
in de Rijksinkomstenbelasting zgn aangesla-
gen volgens schatting door burgemeester en
wethouders, met inachtneming van de bepa-
lingen der wet op de inkomstenbelasting 1914.
Artikel 3.
Het schoolgeld bedraagt per leerling:
en
>are
van
"5
B
P-
!2
*53 co
t- :s*
Or*
T3 rtj
Klasse
_»E
c
<L>
- 5'""
w o u
3 C
O L
ea --
CQ O
o
SZ CJ
V <v
•O
H
O M
O CS
o
1 van
800 1000
2,60
f 5,20
2 meer dan 1000
1200
3,20
6,40
3
1200
1400
4,-
8,—
4
1400
1600
5,-
10,—
5
1600
1800
6,-
12,—
6
1800
2100
8,-
16,
7
2100
2400
10,—
20,
8
2400
2700
1-2,-
24,—
9
2700
3000
15,
30,-
10
3000
3400
18,—
36,-
11
3400
3800
21-
42,-
12
3800
4200
24,-
48,-
13
4200
4700
27,-
54,—
14
4700
5200
30,—
60,—
15
5200
5700
33,-
66,—
16
5700
36,-
72,-
4. Bij de berekening wordt 0,005 en min
der voor niets, meer dan f 0,005 voor een cent
berekend.
Artikel 4.
Van hem voor wie de belastbare som minder
dan 800,per jaar bedraagt wordt geen
schoolgeld geheven.
Artikel 5.
1. Het belastingjaar begint 1 Januari en
eindigt 31 December.
2. Het schoolgeld is alleen verschuldigd
over de maanden, gedurende welke de kinde
ren als leerlingen van de school staan inge-
schreven, de vacanties inbegrepen.
Gedeelten van een maand worden voor een
hele berekend.
3. Afschrijving van schoolgeld kan ver-
leend worden, ingeval een leerling in de on-
mogelijkheid verkeert, door ziekte of om
andere reden, welker geldigheid door burge
meester en wethouders is te beoordeelen, de
school te bezoeken.
Artikel 6.
De aanslagen welke ingevolge deze verorde
ning vermindering ondergaan zrjn slechts tot
het verminderde bedrag verschuldigd. Het te-
veel betaalde wordt zo spoedig mogelijk terug-
gegeven.
Artikel 7.
1. Wanneer blijkt, dat een aanslag niet of
te laag is opgelegd, kan de te weinig geheven
belasting van de belastingplichtige of zijn erf-
genamen worden nagevorderd, zoolang niet
sedert de aanvang van het belastingjaar drie
jaren zijn verstreken.
2. De in het eerste lid bedoelde personen
worden op een afzonderlijk kohier gebracht.
Artikel 8.
De invordering der bij deze verordening ge-
regelde heffing zal plaats hebben volgens de
verordening op de invordering vastgesteld bij
besluit van den raad dezer gemeente dd. 10
November 1932.
Artikel 9.
1. Deze verordening treedt in werking op
1 Januari 1935.
2. Alsdan vervalt de thans geldende ver
ordening van 8 Februari 1934, Koninklijk
goedgekeurd den 24 Maart 1934, no. 48. Deze
blijft van kracht ten aanzien van vorige be-
lastingjaren.
Vastgesteld door de raad der gemeente Ter
Neuzen in zijn openbare vergadering van 13
December 1934.
get. J. HUIZINGA, Voorzitter.
get. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
Zijnde aan deze verordening goedkeuring
verleend bij Koninklijk besluit van 14 Februari
1935 no. 29 en is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort 4 Maart 1935.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJDLE, Secretaris
II. Deze wijziging treedt in werking, zo-
dra zij door de Kroon zal zijn goedgekeurd.
Vastgesteld door de Raad der gemeente Ter
Neuzen in de openbare vergadering van 13
December 1934.
get. J. HUIZINGA, Voorzitter.
get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Zijnde aan deze verordening goedkeuring
verleend bij Koninklijk besluit van 14 Februari
1935 no. 29 en is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, 4 Maart 1935.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
HINDER WET.
Burgemeester en Wethouders van TEiR
NEUZEN maken bekend, dat het verzoek van
L. OPPENEER te Ter Neuzen, om in het per-
ceel kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen,
Sectie L, no. 1442 een graanmolen met elec
tro-motor te mogen oprichten, door hen is in-
gewilliigd.
Ter Neuzen, den 5 Maart 1935.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek van
J. P. VAN HOEVE te Ter Neuzen (Sluiskil),
om in het perceel kadastraal bekend gemeente
Ter Neuzen, Sectie G, no. 1728, een kneed-
machine met electro-motor te mogen oprich
ten en in werking brengen, door hen is in-
gewilliigd.
Ter Neuzen, den 5 Maart 1935.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
2. Indien meer dan een leerling uit het-
zetfde gezin gelijktijdig een school van de-
zelfde soort bezoekt, wordt het schoolgeld
voor den tweeden leerling met twin tig, voor
den derden met veertig, voor den vierden met
aestig en voor den vijfden leerling met tachtig
ten honderd verminderd en is voor de volgen
de leerlingen geen schoolgeld verschuldigd.
3. Bij vermindering van de belastbare som
volgens het kohier der Rijksinkomstenbelas
ting, welke ingevolge het bepaalde by het
vorig artikel tot grondslag bij de klasse-
indeling heeft gestrekt is het schoolgeld
slechts naar de grondslag van de verminderde
belastbare som verschuldigd.
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
50) (Vervolg.)
Ik maakte een bulging.
„Buitendien" vervolgde hij ironisch, heeft
zij de verdienste, verschillende feiten duidelijk
te maken, waarover onze goede vriend Curtis
ztch op 't oogenblik het hoofd zit te breken."
„Ik veronderstel", zei ik eenigszins aarze-
lend, „dat ik de voile waarheid zal moeten
zeggen."
Lord Lammersfield hief zijn hand bij wijze
van protest op.
„Men moet nooit tot den wanhopigsten stap
overgaan, voor alle andere middelen zijn uit-
geput. Ik zal George Gordon vanmiddag bij
U zenden. Hij heeft een natuurlijken afkeer
van waarheid, waarvan ik de weerga nog niet
heb gezien en als er een uitvoerbare methode
bestaat, om U uit uw moeilijkheden te helpen,
zonder in bijzonderheden te treden, dan kunt
U verzekerd zijn, dat hij die vinden zal."
Hrj had den naam genoemd van den be-
roemdsten jongen rijksadvocaat van het oogen
blik een schitterend pleiter in crimineele
zaken en de rijzende hoop van de Conserva-
tieve partij.
Ik begon hem te bedanken, maar hij weer-
hield my.
„Ik beschouw de zaak van een zuiver egois-
tisch standpunt. Hoezeer ik het Engelsche
publiek ook bewonder, heb ik er toch geen ver-
langen naar, dat het zijn neus in mijn priv6
aangelegenheden steekt en tot de wetenschap
zou komen, dat ik in relatie stond met wijlen
mynheer Prado. Ik zou dat gedeelje van de
geschiedenis er maar uit laten, als U met
Gordon spreekt."
Ik knikte. „Natuurl\jk zal ik dat", zei ik,
,,maar Prado heeft zeker wel eenige aantee-
doen te weten, dat door de raad dier gemeente
in zijn vergadering van 13 December 1934 is
vastgesteld de volgende verordening:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
besluit
I. Artikel 1 letter 1 vierde regel der ver
ordening op de heffing van leges ter secre-
tarie en van rechten wegens verrichtingen van
de ambtenaren van de burgerlijke stand in de
gemeente Ter Neuzen, vastgesteld in zijn ver-
gaderingen van 14 December 1933 8 Februari
1934, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
3 Maart 1934 no. 26 te lezen als volgt:
,,voor uittreksels uit de kiezerslijst, omvat-
tende edn stemdistrict f 2,
keningen van zijn zaken achtergelaten en als
zijn neef alles van hem erfde, welnu, U weet
uit deze geschiedenis, hoeveel karaats gentle
man er in Maurice Fumivall steekt."
Lord Lammersfield haalde zijn schouders op.
„In de politiek doet men een zekere mate
levenswijsheid op", sprak hij. „In het ongun-
stigste geval, zal het mij eenigen tijd geven,
om op verhaal te komen en ik verdien wel
eenigszins gestraft te worden, al was het al
leen maar voor mijn domheid, dat ik onzen
overleden vriend, den vrijbuiter, zoo slecht be-
keken heb. Ik hield het voor zeker, dat het
de kerel om een titel te doen was".
.Tit geloof niet, dat wij veel meer van de
vereenigde goudvelden van Zuid-Amerika zul-
len hooren", zei ik met een kort lachje.
Lord Lammersfield stond-van zijn stoel op.
,,'t Is jammer", zei hij schertsend. „Het was
een mooie naam en ik ben niet afkeerig van
een zoet winstje."
XXI.
Mijnheer George Gordon kwam tegen half
Vier. Hij werd door den inspecteur binnenge-
leid, terwijl deze zijn naam aankondigde met
een eerbied, alsof hij de minister zelf was.
Hij was een groote, onberispelijk gekleede
man, met een lange kin en een vermoeid bleek
gelaat, waarboven een schedelbedekking van
zwart sluik haar, dat zorgivuldig door een
kaarsrechte scheiding in twee gelijke helften
verdeeld en vast tegen den schedel aange-
plakt was.
Toen de wachter was vertrokken, gaven wij
elkaar de hand, terwijl mijnheer Gordon mij
van onder zijn zware oogleden met een soort
vermoeide nieuwsgierigheid gadesloeg.
„Hoe maakt U het?" zei ik. „Ik ben U zeer
verplicht, dat U is gekomen, om mijn verdedi-
ging op U te nemen".
Indien de helft van hetgeen Lammersfield
mij heeft verteld, waar is", antwoordde hij,
„dan ben ik blij, dat mij de kans geboden is."
Slechts wanneer hij sprak, kon men eigen-
lijk goed beoordeelen, welk soort man hij was.
Er was iets in zijn stem, dat aan een zweep-
slag deed denken.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Aan de orde is de begrooting van oecono-
mische zaken voor 1935.
De heer Danz (s.d.) zegt, dat er meer
wordt gedaan voor den landbouw dan voor
andere takken van het oeconomische leven.
Spr. wijst op het nut der stichting van in-
dustrie-banken, doch geeft de voorkeur aan
een centrale industriebank.
De heer Drooglever Fortuyn (lib.) betoogt,
dat de crisismaatregelen groot nadeel hebben
toegebracht aan de beteekenis van Rotter
dam als centraal punt voor de graanmarkt.
Hetzelfde geldt voor Rotterdam als centrum
van den fruithandel.
BEGRAFENIS STAATSRAAD
A. W. F. IDENBURG.
Onder zeer .gToote belangstelling heeft
Maandag op de algemeene begraafplaats
te 's Gravenhage de teraardebestelling plaats
gehad van den Minister van Staat, Staatsraad
A. W. F. Idenburg, oud-minister van Kolonien
en oud-gouvemeur van Ned.-Indie.
In de vroege ochtenduren was het stoffelflk
overschot van het Roode Kruis-ziekenhuis
overgebracht naar de woning van wijlen den
heer Idenburg aan den Cremerweg. Om 11
uur ving daar een rouwdienst aan, welke ge-
leid werd door Ds. Barkey Wolf, Geref. pre-
dikant. Bij den rouwdienst war en tal van
autoriteiten aanwezig. Om enkele minuten
„Welnu", zei ik, „als Lammersfield U de
geschiedenis reeds heeft medegedeeld, zoudt
U misschien direct kunnen beginnen met vra-
gen stellen."
Hij zat bij de tafel en schudde zijn hoofd.
„Neen, mynheer Burton, als U er niet op
tegen heeft, hoor ik het U liever zelf vertellen.
De ideeen van Lammersfield betreffend cor-
rectheid, hebben meer politieke dan wettelijke
verdienste."
Toen ik mij de opmerking van den minister
betreffende advocaat Gordon herinnerde, kon
ik een glimlach niet weerhouden.
„Dat is zoo", zei ik en zonder meer begon
ik mijn verhaal, juist zooals ik het Lammers
field had uiteengezet, met uitzondering van de
bijzonderheden die betrekking hadden op de
priv6zaken van den minister.
Voorover gebogen op de tafel leunend, luis-
terde mijn bezoeker en liet zijn hoofd op een
hand rusten, terwijl hij met de andere notities
maakte op een half velletje papier. Eens of
tweemaal onderbrak hij mij, door scherpe
korte vragen, welke bewezen, met hoe 'n ge-
spannen aandacht hij mijn geschiedenis
volgde.
Toen ik aan het einde van mijn verhaal was,
ging hij achterover in zijn stoel liggen, kruiste
zijn beenen en keek peinzend naar het plafond.
Ik begon juist de mogelijkheid te veronder-
stellen, dat hij de geheele zaak als een groote
leugen zou kunnen beschouwen, toen hij plot-
seling rechtop ging zitten en het papier toe-
vouwde.
,,Ik veronderstel, mynheer Burton", zei hij
langzaam, „dat U zult beseffen, dat U vanaf
morgen, de meest beruchte man van Enge-
land is."
„Als iemand zeker lichaamsdeel brandt,
moet hy op de blaren zitten", zei ik met
eenigen spijt.
„Integendeel", bracht hij met een droog
glimlachje hier tegen in, indien U er zorg
voor draagt, de kranten op de goede manier
aan te pakken, geloof ik, dat het tegenover-
gestelde het geval zal zijn. Uw memoires zul-
len een fortuin kunnen opbrengen."
„Wat ik echter bedoel is, dat vanaf heden
voor 11 uur arriveerden in 2 gala-hofrijtuigen
de vertegenwoordigers van H.M. de Koningin,
kamerheer-ceremoniemeester R. A. baron van
Hardenbroek van Hardenbroek en de ver-
tegenwoordiger van H. K. H. Prinses Juliana,
Mr. J. C. Baron Baud. Voorts kwamen nog
de Minister-President, Dr. Colijn, de Minister
van Buitenlandsche Zaken, Jhr. De Graeff, de J
vice-president van den Raad van State, Jhr.
Mr. Beelaerts van Blokland, de oud-ministers
Donner en Van Dyk, de oud-gouvemeur van
Suriname, Staal, Mr. de Vries, waamemend
burgemeester van Den Haag, verschillende
bekende figuren uit de A.-R. partij en voorts
de naaste familieleden.
Om half 12 was de rouwdienst geeindigd en
stelde de stoet zich voor de woning van de
familie Idenburg op. De kist werd naar bui
ten gedragen en in den rouwwagen geplaatst,
waama zich boden van den Raad van State
ter weerszyden opstelden en als slippendragers
fungeerden.
Er waren slechts 2 bloemstukken, een
groote krans van H. M. de Koningin en 6dn
van Prinses Juliana. Dadelijk aohter den
rouwwagen volgden de vertegenwoordigers
van de Koningin en de Prinses in 2 galahof-
rytuigen. De eerste rijtuigen waren bestemd
voor de naaste familieleden. In het derde
namen plaats de Minister-President, Dr.
Colijn, de vice-president van den Raad van
State, Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland,
Staatsraad Hasselman en de Minister van
Buitenlandsche Zaken, Jhr. De Graeff. In een
der volgende rytuigen namen plaats de oud-
minister van Kolonien S. de Graeff, de oud-
gouvemeur van Suriname, de heer Staal en
Prof. Mr. Rutgers, hoogleeraar by de Vrye
Universiteit te Amsterdam.
Onder byzonder groote belangstelling zette
de stoet zich in beweging en trok langs den
Kremerweg, Verheulweg en Sparrelaan naar
het kerkhof, waar de stoet tegen 12 uur aan-
kwam. Hier wachtte een groote menigte be-
langstellenden en tal van autoriteiten den
stoet op, om den ontslapen staatsman de laat-
ste eer te bewijzen. Behalve degenen, die den
rouwdienst hadden meegemaakt, waren nog
verschillende Ministers aanwezig, vele Staats-
raden, de oud-gouvemeur-generaal van Ned.-
Indie, Mr. D. Fock, Dr. W. de Vlugt, burge
meester van Amsterdam; Prof. Dr. H. H.
Kuyper, als vertegenwoordiger van de Vrye
tlniversiteit, oud-ministers, Kamerleden, hooge
PER PA*
(Ingez. Med-)
Douwe Egberts Ecbfe friesche Heeren-Baa» en
Baai-Tabak. Nederlauds gewrigste pyptabak.
(Ingez. Med.)
elk persmensch U op de hielen zal zitten en
er zal him bitter weinig van hetgeen de laat-
ste vier maanden met U gebeurde, ontschieten,
dat zij niet zullen rondbazuinen."
Hij keek mij, terwijl hij sprak, doordringend
aan. Ik haalde mijn schouders op. Zij zullen
het verduiveld onbenullig vinden", zei ik. ,,Tot
verleden week was mijn leven een model van
eenzaamheid."
Hij bleef eenige oogenblikken stil zitten.
,,Als de door U genoemde feiten juist zijn",
zei hij, „bestaat er natuurlijk niet veel gevaar
voor U. Om te beginnen, stelt de getuigenis
van dien mijnheer Logan al een onomstootelijk
alibi vast. Daartegenover staat, dat het zeer
moeilijk zal zijn, een gerechtelijk verhoor te
ontgaan, hetgeen natuurlijk gerechtelijk on-
derzoek na zich sleept en dat kan lang duren.
Uw geschiedenis is bijna te ongeloofelijk voor
een rechter om aan te nemen."
Ik trok een scheef gezicht. „Welnu, als
alles uit moet komen, dan moet het maar uit-
komen; -dat is alles, wat ik er van zeggen kan."
Hp knikte. „Ik ga onmiddellijk onderzoe-
ken, welke bewyzen de politie in handen heeft,
en mij direct geheel in de zaak inwerken. Er
zal toch zeker geen bezwaar bestaan om Miss
Solano of uw vriend, mijnheer Logan te laten
verschijnen?"
„In het geheel niet", zei ik. „Mijn vriend
Logan is bij mij aan huis in Park-Lane onder
bewaking van een politieagent. Hij zal straks
wel hier komen. Miss Solano logeert bij de
familie Tregattock, maar als het mogelijk is,
zou ik gaarne haar naam er buiten houden."
Hij nam van de laatste opmerking geen
notitie.
„Zend Logan direct naar mijn kantoor, zoo-
dra hy hierkomt", zei hij kortaf. „Het eerste
wat i'k nu 'ga doen is een bevel tot in-heohtenis-
neming van Guarez en de anderen aanvragen.
Vervolgens moeten wij den huisknecht Milford
opzoeken als hij nog in leven is. Hij is de
man, die den draad van de geheele zaak in
handen heeft".
„U zult hem waarschijnlijk in de Theems
vinden, als hij ooit gevonden wordt. Mijn
ambtenaren enz. De voorzitter van de Eers^
Kamer, Mr. Baron De Vos van Steenwyk, was
door een lichte ongesteldheid verhinderd de
plechtigheid by te wonen. De omgeving van
de groeve was met touwen afgezet. Ook bui
ten deze afzetting verdrongen zich vele hon-
derden, die van de plechtigheid getuige
wenschten te zijn. Nadat de familie en de
voomaamste autoriteiten zich om de groeve
hadden geschaard werd de kist neergelaten
Ds. Barkey Wolf betrad vervolgens het
spreekgestoelte en zeide dat het de wensch
van den ontslapene was geweest dat by zijn
graf geen ander woord dan het woord van.
God zou worden gehoord. Hy had uitdrukke-
iyk gewenscht dat by zijn begrafenis de
grootst mogeiyk soberheid en de groot9t mo-
gelijke eenvoud zouden worden betracht. Wel
heeft hij zelf te kennen gegeven welke woor-
den hier voorgelezen moesten worden. Het
was Psalm 130. Ds. Barkey Wolf las vervol
gens dezen Psalm voor, waarna hy de Aposto-
lische geloofsbelijdenis uitsprak. Ten slotte
ging hij voor in het gebed en zeide het „Onze
Vader". Daarna sprak de zoon van den ont
slapene, Mr. P. J. A. Idenburg, woorden van
dank. De plechtigheid was daarmede ten ein
de. Diep onder den indruk verlieten de talloo-
zen de begraafplaats.
Naar de N. R. Crt. verneemt, staat nu vast,
dat Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude door
het kabinet van Hare Majesteit de Koningin
zal worden voorgedragen ter ber\oeming tot
Minister van Waterstaat.
De heer van Lidth de Jeude, die lid van de
provinciale staten van Utrecht en van den
gemeenteraad zijner woonplaats Baarn is,
neemt in de provincie Utrecht een vooraan-
staande plaats in de Liberale Staatspartij de
Vrijheidsbond in, waar hij zich door zijn orga-
nisatorisch talent en tact als woordvoeder
heeft onderscheiden.
De heer van Lidth de Jeude is den 7en Juli
1881 geboren te Tiel, studeerde te Delft voor
civiel-ingenieur en trad in 1905 in dienst bij
eenige hoop is, dat het hem gelukt moge zrjn
Da Costa eveneens te dooden".
Gordon stond plotseling vlug op. Zijn
sleepende, vermoeide houding, was opeens als
een doek van hem afgegleden en zijn donkere
oogen schitterden nu van scherpzinnigheid en
vurige energie, die volkomen zijn merkwaar-
dig succes verklaarden.
,,Ik zal doen, wat ik kan", sprak hij. ,.Dt
politie zal morgen zeker weer een verder uit-
stel vragen, en het zal het beste zijn, als het
hun wordt toegestaan. Bij het volgende ver
hoor zullen wij weten, hoe de zaak staat en
kunnen wij dan beslissen, of wij in verzet zul
len gaan, of het tot een gerechtelijk onderzoek
laten komen. Wat ik zeggen wil, kunt U mij
soms eenige adressen van uw kennissen in
Argentinie geven of ergens anders, die uw
identiteit kunnen vaststellen?"
Ik schreef de namen van mijn meest ach-
tenswaardige kennissen die wisten, dat ik op
reis naar Engeland was, op een vel papier,
dat hij vervolgens in zijn zak stak.
„Ik zal hun van middag telegrafeeren",
sprak hij. „Vergeet vooral niet, Logan bij mij
te sturen. Met Miss Solano zal ik myzelf wel
in verbinding stellen".
Hij liet mij alleen, met de aangename ge-
waarwording, dat, wat betreft rechtskundigen
bijstand, ik bij het beste adres was aanbeland_
Het eenige, wat mij werkelijk hinderde, was
het vooruitzicht, dat Mercia er ook nog in be-
trokken zou worden en ik nam mij voor, dat,
wat er ook met my mocht gebeuren, ik alles
in het werk zou stellen, om te voorkomen, dat
mijn ware verhouding tot haar, een publieke
zaak zou worden. In Frankrijk zou dit mis
schien geen bezwaar geweest zgn, want de
Franschen zouden haar boos plan, om Prado
te dooden, wel als een natuurlijk en lofwaar-
dig gevolg van haar kinderliefde beschouwd
hebben. Maar in Engeland zou de openbaar-
making van zoo'n voornemen nog al wat stof
opjagen. Neen, wat ook gebeuren mochc,
haar aandeel in de geschiedenis moest onbe-
kend blijven.
(Wordt vervolgd.