ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN £eeui/ in Nooa M DE IN DE PIJP. No. 9269 WOENSDAG 6 MAART 1935 75e Jaargang Binnenland Feuilleton Be man van Nergenshuizen waar Bargemeestar en Wethouders van TER NEUZEN &-S 3 e. s a Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN SLECHTS HET LAAG5T IN PRIJB V0L00ET AAN DE H00GSTE EI5EN DE PORTEFEUILLE VAN WATERSTAAT. NEUZENSCHE COURANT Buiten Ter Neuzen ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor en Amerika 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave, DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. doen te weten, dat door de raad dier gemeen- te in zrjn vergadering van 13 December 1934 is vaetgesteld de volgende verordening VHROiRDENING op de hefting van school- igeld voor het gewoon lager oniderwijs en voor het uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. Ten behoeve van de gemeente wordt, ter tegemoetkoming in de kosten van het open- baar gewoon lager onderwijs en van het open- baar uitgebreid lager onderwijs, welke voor rekening van de gemeente blijven, van de ouders der schoolgaande kinderen of bij ont stentenis van beide ouders van de voogden of verzorgers, schoolgeld geheven. Gelijke heffing gesehiedt van de ouders der kinderen, die op bijzondere scholen, als be- doeld in art. 88 der lager onderwijswet 1920 oohoolgaan, of, bij ontstentenis van beide ouders, van de voogden of verzorgers. Artikel 2. 1. De schoolgeldplichtdgen worden inge- deeld in klassen. 2. Als grondslag voor deze indeling wordt genomen de belastbare som bedoeld in art. 37 der wet op de inkomstenbelasting 1914 der ouders of bij him ontstentenis die belastbare nam der leerlingen volgens de kohieren dier belasting over het lopende belastingjaar, of zo dat inkomen nog niet op deze wijze is be- paald, volgens de kohieren over het laatst ver- lopen belastingjaar of indien ook dat niet mogeiyk blijkt, of de schoolgeldplichtigen niet in de Rijksinkomstenbelasting zgn aangesla- gen volgens schatting door burgemeester en wethouders, met inachtneming van de bepa- lingen der wet op de inkomstenbelasting 1914. Artikel 3. Het schoolgeld bedraagt per leerling: en >are van "5 B P- !2 *53 co t- :s* Or* T3 rtj Klasse _»E c <L> - 5'"" w o u 3 C O L ea -- CQ O o SZ CJ V <v •O H O M O CS o 1 van 800 1000 2,60 f 5,20 2 meer dan 1000 1200 3,20 6,40 3 1200 1400 4,- 8,— 4 1400 1600 5,- 10,— 5 1600 1800 6,- 12,— 6 1800 2100 8,- 16, 7 2100 2400 10,— 20, 8 2400 2700 1-2,- 24,— 9 2700 3000 15, 30,- 10 3000 3400 18,— 36,- 11 3400 3800 21- 42,- 12 3800 4200 24,- 48,- 13 4200 4700 27,- 54,— 14 4700 5200 30,— 60,— 15 5200 5700 33,- 66,— 16 5700 36,- 72,- 4. Bij de berekening wordt 0,005 en min der voor niets, meer dan f 0,005 voor een cent berekend. Artikel 4. Van hem voor wie de belastbare som minder dan 800,per jaar bedraagt wordt geen schoolgeld geheven. Artikel 5. 1. Het belastingjaar begint 1 Januari en eindigt 31 December. 2. Het schoolgeld is alleen verschuldigd over de maanden, gedurende welke de kinde ren als leerlingen van de school staan inge- schreven, de vacanties inbegrepen. Gedeelten van een maand worden voor een hele berekend. 3. Afschrijving van schoolgeld kan ver- leend worden, ingeval een leerling in de on- mogelijkheid verkeert, door ziekte of om andere reden, welker geldigheid door burge meester en wethouders is te beoordeelen, de school te bezoeken. Artikel 6. De aanslagen welke ingevolge deze verorde ning vermindering ondergaan zrjn slechts tot het verminderde bedrag verschuldigd. Het te- veel betaalde wordt zo spoedig mogelijk terug- gegeven. Artikel 7. 1. Wanneer blijkt, dat een aanslag niet of te laag is opgelegd, kan de te weinig geheven belasting van de belastingplichtige of zijn erf- genamen worden nagevorderd, zoolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. 2. De in het eerste lid bedoelde personen worden op een afzonderlijk kohier gebracht. Artikel 8. De invordering der bij deze verordening ge- regelde heffing zal plaats hebben volgens de verordening op de invordering vastgesteld bij besluit van den raad dezer gemeente dd. 10 November 1932. Artikel 9. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1935. 2. Alsdan vervalt de thans geldende ver ordening van 8 Februari 1934, Koninklijk goedgekeurd den 24 Maart 1934, no. 48. Deze blijft van kracht ten aanzien van vorige be- lastingjaren. Vastgesteld door de raad der gemeente Ter Neuzen in zijn openbare vergadering van 13 December 1934. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk besluit van 14 Februari 1935 no. 29 en is hiervan afkondiging geschied waar het behoort 4 Maart 1935. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJDLE, Secretaris II. Deze wijziging treedt in werking, zo- dra zij door de Kroon zal zijn goedgekeurd. Vastgesteld door de Raad der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van 13 December 1934. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk besluit van 14 Februari 1935 no. 29 en is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, 4 Maart 1935. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. HINDER WET. Burgemeester en Wethouders van TEiR NEUZEN maken bekend, dat het verzoek van L. OPPENEER te Ter Neuzen, om in het per- ceel kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen, Sectie L, no. 1442 een graanmolen met elec tro-motor te mogen oprichten, door hen is in- gewilliigd. Ter Neuzen, den 5 Maart 1935. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek van J. P. VAN HOEVE te Ter Neuzen (Sluiskil), om in het perceel kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen, Sectie G, no. 1728, een kneed- machine met electro-motor te mogen oprich ten en in werking brengen, door hen is in- gewilliigd. Ter Neuzen, den 5 Maart 1935. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. 2. Indien meer dan een leerling uit het- zetfde gezin gelijktijdig een school van de- zelfde soort bezoekt, wordt het schoolgeld voor den tweeden leerling met twin tig, voor den derden met veertig, voor den vierden met aestig en voor den vijfden leerling met tachtig ten honderd verminderd en is voor de volgen de leerlingen geen schoolgeld verschuldigd. 3. Bij vermindering van de belastbare som volgens het kohier der Rijksinkomstenbelas ting, welke ingevolge het bepaalde by het vorig artikel tot grondslag bij de klasse- indeling heeft gestrekt is het schoolgeld slechts naar de grondslag van de verminderde belastbare som verschuldigd. door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 50) (Vervolg.) Ik maakte een bulging. „Buitendien" vervolgde hij ironisch, heeft zij de verdienste, verschillende feiten duidelijk te maken, waarover onze goede vriend Curtis ztch op 't oogenblik het hoofd zit te breken." „Ik veronderstel", zei ik eenigszins aarze- lend, „dat ik de voile waarheid zal moeten zeggen." Lord Lammersfield hief zijn hand bij wijze van protest op. „Men moet nooit tot den wanhopigsten stap overgaan, voor alle andere middelen zijn uit- geput. Ik zal George Gordon vanmiddag bij U zenden. Hij heeft een natuurlijken afkeer van waarheid, waarvan ik de weerga nog niet heb gezien en als er een uitvoerbare methode bestaat, om U uit uw moeilijkheden te helpen, zonder in bijzonderheden te treden, dan kunt U verzekerd zijn, dat hij die vinden zal." Hrj had den naam genoemd van den be- roemdsten jongen rijksadvocaat van het oogen blik een schitterend pleiter in crimineele zaken en de rijzende hoop van de Conserva- tieve partij. Ik begon hem te bedanken, maar hij weer- hield my. „Ik beschouw de zaak van een zuiver egois- tisch standpunt. Hoezeer ik het Engelsche publiek ook bewonder, heb ik er toch geen ver- langen naar, dat het zijn neus in mijn priv6 aangelegenheden steekt en tot de wetenschap zou komen, dat ik in relatie stond met wijlen mynheer Prado. Ik zou dat gedeelje van de geschiedenis er maar uit laten, als U met Gordon spreekt." Ik knikte. „Natuurl\jk zal ik dat", zei ik, ,,maar Prado heeft zeker wel eenige aantee- doen te weten, dat door de raad dier gemeente in zijn vergadering van 13 December 1934 is vastgesteld de volgende verordening: De gemeenteraad van Ter Neuzen, besluit I. Artikel 1 letter 1 vierde regel der ver ordening op de heffing van leges ter secre- tarie en van rechten wegens verrichtingen van de ambtenaren van de burgerlijke stand in de gemeente Ter Neuzen, vastgesteld in zijn ver- gaderingen van 14 December 1933 8 Februari 1934, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 Maart 1934 no. 26 te lezen als volgt: ,,voor uittreksels uit de kiezerslijst, omvat- tende edn stemdistrict f 2, keningen van zijn zaken achtergelaten en als zijn neef alles van hem erfde, welnu, U weet uit deze geschiedenis, hoeveel karaats gentle man er in Maurice Fumivall steekt." Lord Lammersfield haalde zijn schouders op. „In de politiek doet men een zekere mate levenswijsheid op", sprak hij. „In het ongun- stigste geval, zal het mij eenigen tijd geven, om op verhaal te komen en ik verdien wel eenigszins gestraft te worden, al was het al leen maar voor mijn domheid, dat ik onzen overleden vriend, den vrijbuiter, zoo slecht be- keken heb. Ik hield het voor zeker, dat het de kerel om een titel te doen was". .Tit geloof niet, dat wij veel meer van de vereenigde goudvelden van Zuid-Amerika zul- len hooren", zei ik met een kort lachje. Lord Lammersfield stond-van zijn stoel op. ,,'t Is jammer", zei hij schertsend. „Het was een mooie naam en ik ben niet afkeerig van een zoet winstje." XXI. Mijnheer George Gordon kwam tegen half Vier. Hij werd door den inspecteur binnenge- leid, terwijl deze zijn naam aankondigde met een eerbied, alsof hij de minister zelf was. Hij was een groote, onberispelijk gekleede man, met een lange kin en een vermoeid bleek gelaat, waarboven een schedelbedekking van zwart sluik haar, dat zorgivuldig door een kaarsrechte scheiding in twee gelijke helften verdeeld en vast tegen den schedel aange- plakt was. Toen de wachter was vertrokken, gaven wij elkaar de hand, terwijl mijnheer Gordon mij van onder zijn zware oogleden met een soort vermoeide nieuwsgierigheid gadesloeg. „Hoe maakt U het?" zei ik. „Ik ben U zeer verplicht, dat U is gekomen, om mijn verdedi- ging op U te nemen". Indien de helft van hetgeen Lammersfield mij heeft verteld, waar is", antwoordde hij, „dan ben ik blij, dat mij de kans geboden is." Slechts wanneer hij sprak, kon men eigen- lijk goed beoordeelen, welk soort man hij was. Er was iets in zijn stem, dat aan een zweep- slag deed denken. EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Aan de orde is de begrooting van oecono- mische zaken voor 1935. De heer Danz (s.d.) zegt, dat er meer wordt gedaan voor den landbouw dan voor andere takken van het oeconomische leven. Spr. wijst op het nut der stichting van in- dustrie-banken, doch geeft de voorkeur aan een centrale industriebank. De heer Drooglever Fortuyn (lib.) betoogt, dat de crisismaatregelen groot nadeel hebben toegebracht aan de beteekenis van Rotter dam als centraal punt voor de graanmarkt. Hetzelfde geldt voor Rotterdam als centrum van den fruithandel. BEGRAFENIS STAATSRAAD A. W. F. IDENBURG. Onder zeer .gToote belangstelling heeft Maandag op de algemeene begraafplaats te 's Gravenhage de teraardebestelling plaats gehad van den Minister van Staat, Staatsraad A. W. F. Idenburg, oud-minister van Kolonien en oud-gouvemeur van Ned.-Indie. In de vroege ochtenduren was het stoffelflk overschot van het Roode Kruis-ziekenhuis overgebracht naar de woning van wijlen den heer Idenburg aan den Cremerweg. Om 11 uur ving daar een rouwdienst aan, welke ge- leid werd door Ds. Barkey Wolf, Geref. pre- dikant. Bij den rouwdienst war en tal van autoriteiten aanwezig. Om enkele minuten „Welnu", zei ik, „als Lammersfield U de geschiedenis reeds heeft medegedeeld, zoudt U misschien direct kunnen beginnen met vra- gen stellen." Hij zat bij de tafel en schudde zijn hoofd. „Neen, mynheer Burton, als U er niet op tegen heeft, hoor ik het U liever zelf vertellen. De ideeen van Lammersfield betreffend cor- rectheid, hebben meer politieke dan wettelijke verdienste." Toen ik mij de opmerking van den minister betreffende advocaat Gordon herinnerde, kon ik een glimlach niet weerhouden. „Dat is zoo", zei ik en zonder meer begon ik mijn verhaal, juist zooals ik het Lammers field had uiteengezet, met uitzondering van de bijzonderheden die betrekking hadden op de priv6zaken van den minister. Voorover gebogen op de tafel leunend, luis- terde mijn bezoeker en liet zijn hoofd op een hand rusten, terwijl hij met de andere notities maakte op een half velletje papier. Eens of tweemaal onderbrak hij mij, door scherpe korte vragen, welke bewezen, met hoe 'n ge- spannen aandacht hij mijn geschiedenis volgde. Toen ik aan het einde van mijn verhaal was, ging hij achterover in zijn stoel liggen, kruiste zijn beenen en keek peinzend naar het plafond. Ik begon juist de mogelijkheid te veronder- stellen, dat hij de geheele zaak als een groote leugen zou kunnen beschouwen, toen hij plot- seling rechtop ging zitten en het papier toe- vouwde. ,,Ik veronderstel, mynheer Burton", zei hij langzaam, „dat U zult beseffen, dat U vanaf morgen, de meest beruchte man van Enge- land is." „Als iemand zeker lichaamsdeel brandt, moet hy op de blaren zitten", zei ik met eenigen spijt. „Integendeel", bracht hij met een droog glimlachje hier tegen in, indien U er zorg voor draagt, de kranten op de goede manier aan te pakken, geloof ik, dat het tegenover- gestelde het geval zal zijn. Uw memoires zul- len een fortuin kunnen opbrengen." „Wat ik echter bedoel is, dat vanaf heden voor 11 uur arriveerden in 2 gala-hofrijtuigen de vertegenwoordigers van H.M. de Koningin, kamerheer-ceremoniemeester R. A. baron van Hardenbroek van Hardenbroek en de ver- tegenwoordiger van H. K. H. Prinses Juliana, Mr. J. C. Baron Baud. Voorts kwamen nog de Minister-President, Dr. Colijn, de Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. De Graeff, de J vice-president van den Raad van State, Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, de oud-ministers Donner en Van Dyk, de oud-gouvemeur van Suriname, Staal, Mr. de Vries, waamemend burgemeester van Den Haag, verschillende bekende figuren uit de A.-R. partij en voorts de naaste familieleden. Om half 12 was de rouwdienst geeindigd en stelde de stoet zich voor de woning van de familie Idenburg op. De kist werd naar bui ten gedragen en in den rouwwagen geplaatst, waama zich boden van den Raad van State ter weerszyden opstelden en als slippendragers fungeerden. Er waren slechts 2 bloemstukken, een groote krans van H. M. de Koningin en 6dn van Prinses Juliana. Dadelijk aohter den rouwwagen volgden de vertegenwoordigers van de Koningin en de Prinses in 2 galahof- rytuigen. De eerste rijtuigen waren bestemd voor de naaste familieleden. In het derde namen plaats de Minister-President, Dr. Colijn, de vice-president van den Raad van State, Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, Staatsraad Hasselman en de Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. De Graeff. In een der volgende rytuigen namen plaats de oud- minister van Kolonien S. de Graeff, de oud- gouvemeur van Suriname, de heer Staal en Prof. Mr. Rutgers, hoogleeraar by de Vrye Universiteit te Amsterdam. Onder byzonder groote belangstelling zette de stoet zich in beweging en trok langs den Kremerweg, Verheulweg en Sparrelaan naar het kerkhof, waar de stoet tegen 12 uur aan- kwam. Hier wachtte een groote menigte be- langstellenden en tal van autoriteiten den stoet op, om den ontslapen staatsman de laat- ste eer te bewijzen. Behalve degenen, die den rouwdienst hadden meegemaakt, waren nog verschillende Ministers aanwezig, vele Staats- raden, de oud-gouvemeur-generaal van Ned.- Indie, Mr. D. Fock, Dr. W. de Vlugt, burge meester van Amsterdam; Prof. Dr. H. H. Kuyper, als vertegenwoordiger van de Vrye tlniversiteit, oud-ministers, Kamerleden, hooge PER PA* (Ingez. Med-) Douwe Egberts Ecbfe friesche Heeren-Baa» en Baai-Tabak. Nederlauds gewrigste pyptabak. (Ingez. Med.) elk persmensch U op de hielen zal zitten en er zal him bitter weinig van hetgeen de laat- ste vier maanden met U gebeurde, ontschieten, dat zij niet zullen rondbazuinen." Hij keek mij, terwijl hij sprak, doordringend aan. Ik haalde mijn schouders op. Zij zullen het verduiveld onbenullig vinden", zei ik. ,,Tot verleden week was mijn leven een model van eenzaamheid." Hij bleef eenige oogenblikken stil zitten. ,,Als de door U genoemde feiten juist zijn", zei hij, „bestaat er natuurlijk niet veel gevaar voor U. Om te beginnen, stelt de getuigenis van dien mijnheer Logan al een onomstootelijk alibi vast. Daartegenover staat, dat het zeer moeilijk zal zijn, een gerechtelijk verhoor te ontgaan, hetgeen natuurlijk gerechtelijk on- derzoek na zich sleept en dat kan lang duren. Uw geschiedenis is bijna te ongeloofelijk voor een rechter om aan te nemen." Ik trok een scheef gezicht. „Welnu, als alles uit moet komen, dan moet het maar uit- komen; -dat is alles, wat ik er van zeggen kan." Hp knikte. „Ik ga onmiddellijk onderzoe- ken, welke bewyzen de politie in handen heeft, en mij direct geheel in de zaak inwerken. Er zal toch zeker geen bezwaar bestaan om Miss Solano of uw vriend, mijnheer Logan te laten verschijnen?" „In het geheel niet", zei ik. „Mijn vriend Logan is bij mij aan huis in Park-Lane onder bewaking van een politieagent. Hij zal straks wel hier komen. Miss Solano logeert bij de familie Tregattock, maar als het mogelijk is, zou ik gaarne haar naam er buiten houden." Hij nam van de laatste opmerking geen notitie. „Zend Logan direct naar mijn kantoor, zoo- dra hy hierkomt", zei hij kortaf. „Het eerste wat i'k nu 'ga doen is een bevel tot in-heohtenis- neming van Guarez en de anderen aanvragen. Vervolgens moeten wij den huisknecht Milford opzoeken als hij nog in leven is. Hij is de man, die den draad van de geheele zaak in handen heeft". „U zult hem waarschijnlijk in de Theems vinden, als hij ooit gevonden wordt. Mijn ambtenaren enz. De voorzitter van de Eers^ Kamer, Mr. Baron De Vos van Steenwyk, was door een lichte ongesteldheid verhinderd de plechtigheid by te wonen. De omgeving van de groeve was met touwen afgezet. Ook bui ten deze afzetting verdrongen zich vele hon- derden, die van de plechtigheid getuige wenschten te zijn. Nadat de familie en de voomaamste autoriteiten zich om de groeve hadden geschaard werd de kist neergelaten Ds. Barkey Wolf betrad vervolgens het spreekgestoelte en zeide dat het de wensch van den ontslapene was geweest dat by zijn graf geen ander woord dan het woord van. God zou worden gehoord. Hy had uitdrukke- iyk gewenscht dat by zijn begrafenis de grootst mogeiyk soberheid en de groot9t mo- gelijke eenvoud zouden worden betracht. Wel heeft hij zelf te kennen gegeven welke woor- den hier voorgelezen moesten worden. Het was Psalm 130. Ds. Barkey Wolf las vervol gens dezen Psalm voor, waarna hy de Aposto- lische geloofsbelijdenis uitsprak. Ten slotte ging hij voor in het gebed en zeide het „Onze Vader". Daarna sprak de zoon van den ont slapene, Mr. P. J. A. Idenburg, woorden van dank. De plechtigheid was daarmede ten ein de. Diep onder den indruk verlieten de talloo- zen de begraafplaats. Naar de N. R. Crt. verneemt, staat nu vast, dat Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude door het kabinet van Hare Majesteit de Koningin zal worden voorgedragen ter ber\oeming tot Minister van Waterstaat. De heer van Lidth de Jeude, die lid van de provinciale staten van Utrecht en van den gemeenteraad zijner woonplaats Baarn is, neemt in de provincie Utrecht een vooraan- staande plaats in de Liberale Staatspartij de Vrijheidsbond in, waar hij zich door zijn orga- nisatorisch talent en tact als woordvoeder heeft onderscheiden. De heer van Lidth de Jeude is den 7en Juli 1881 geboren te Tiel, studeerde te Delft voor civiel-ingenieur en trad in 1905 in dienst bij eenige hoop is, dat het hem gelukt moge zrjn Da Costa eveneens te dooden". Gordon stond plotseling vlug op. Zijn sleepende, vermoeide houding, was opeens als een doek van hem afgegleden en zijn donkere oogen schitterden nu van scherpzinnigheid en vurige energie, die volkomen zijn merkwaar- dig succes verklaarden. ,,Ik zal doen, wat ik kan", sprak hij. ,.Dt politie zal morgen zeker weer een verder uit- stel vragen, en het zal het beste zijn, als het hun wordt toegestaan. Bij het volgende ver hoor zullen wij weten, hoe de zaak staat en kunnen wij dan beslissen, of wij in verzet zul len gaan, of het tot een gerechtelijk onderzoek laten komen. Wat ik zeggen wil, kunt U mij soms eenige adressen van uw kennissen in Argentinie geven of ergens anders, die uw identiteit kunnen vaststellen?" Ik schreef de namen van mijn meest ach- tenswaardige kennissen die wisten, dat ik op reis naar Engeland was, op een vel papier, dat hij vervolgens in zijn zak stak. „Ik zal hun van middag telegrafeeren", sprak hij. „Vergeet vooral niet, Logan bij mij te sturen. Met Miss Solano zal ik myzelf wel in verbinding stellen". Hij liet mij alleen, met de aangename ge- waarwording, dat, wat betreft rechtskundigen bijstand, ik bij het beste adres was aanbeland_ Het eenige, wat mij werkelijk hinderde, was het vooruitzicht, dat Mercia er ook nog in be- trokken zou worden en ik nam mij voor, dat, wat er ook met my mocht gebeuren, ik alles in het werk zou stellen, om te voorkomen, dat mijn ware verhouding tot haar, een publieke zaak zou worden. In Frankrijk zou dit mis schien geen bezwaar geweest zgn, want de Franschen zouden haar boos plan, om Prado te dooden, wel als een natuurlijk en lofwaar- dig gevolg van haar kinderliefde beschouwd hebben. Maar in Engeland zou de openbaar- making van zoo'n voornemen nog al wat stof opjagen. Neen, wat ook gebeuren mochc, haar aandeel in de geschiedenis moest onbe- kend blijven. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1