ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
PRESTO
ASPIRIN
Indian ZEEPPOEDER.
7b-
No. 9263
WOENSDAG 20 FEBRUARI 1935
75® Jaargang
Binnenland
Feuilleton
De man van Nergenshuizen
dan
fllftjti &efpir
EERSTE BLAD
PERPAK
ANDERHALVE STUIVER
TOCH VOLKOMEN ZUIVER
DE TOESTAND VAN DE BINNEN-
SCHEEPVAART EN DE TOEPASSING VAN
DE WET OP DE EVENREDIGE
VRACHTVERDEELING.
Zenuwpijnen!1
NIEMEIJER'S
GEEFT DUBBEL GENOT
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post J" 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belg.e en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KJLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. -
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vemiinderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. - - Intending van advertentien liefst een dag veer de citgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRI-JDAGAVOND.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Voortgezet wordt de bebandeling van de
begrooting van binnenlandscbe zaken voor
1935. De heer Drooglever Fortuyn betoogt,
dat zoo spoedig mogelijk weer moot worden
gestreefd naar een kracbtig zelfstandig be-
stuur der gemeenten. Thans leven ze in een
overgangsstadium.
De beer De Zeeuw betoogt, dat de fout van
de regeering is, dat zij den omvang der werk-
loosheid niet beeft voorzien. De gemeenten
ztjn vastgeloopen, niet door eigen beleid, doch
doordat zij ondanks verminderde rijksbydra-
gen, steun moesten blijven betalen volgens de
rijfksvoorschriften.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Ben voorstel van den voorzitter om de aan-
gevraagde interpellatie-Scbalker in zake den
noodtoestand van de kleine boeren en tuinders
niet toe te staan, daar deze aangelegenheid bij
de landbouwcrisisbegrooting aan de orde komt,
wordt met 68 tegen 4 stemmen (die van de
oammunistenaanvaard
Bij de vcortgezette bebandeling van de
Lndiscbe begrooting en van de drie moties-
Hffendi repliceert de beer Cramer, die be-
treurt, dat de minister niet wil medewerken
aan het verstrekken door Nederland van een
uitkeering aan Indie. Sprekers fractie is tegen
de eerste motie-Effendi (uitkeering honderd
millioen door Nederland aan Indie), voor de
tweede (opbeffing intemeeringskamp Boven -
Digoel) en tegen de dsrde (niet preventief
gevangen zetten van te intemeeren personen),
waaramtrent een commissoriaal onderzoek
bangsnde is. De heer Van Boetzelaer repli
ceert.
Hij acht den oeeonomischen toestand in
indlS wel ongunstig, doch de voedtngstoestand
is niet onbevredigend. Spr. zal tegen de
moties-Effendi stemmen. De heer Westerman
acht jOk voor Indie den tijd van de liberale
oeoonomie voorbij.
DE RAMP VAN DE UIVER.
Het Tweede Kamerlid Boon heeft den Mi
nister van Waterstaat a.i. de volgende vragen
gesteld:
I. Is de Minister van meening, dat de zon-
derllnge geruchten omtrent het droevig onge-
luk van de Uiver, waarin de geheele natie
heeft gedeeld, welke eerst in tal van kringen
in het binnenland de ronde deden en die d-aar-
na in de buitenlandsche pers werden gepubli-
oeerd, het best weerlegd kunnen worden door
ooaniddeUijke publicatie van bet rapport van
den Rijiks-invlieger van toestellen dr. ir. H. J.
van der Maas. die door bet departement van
waterstaat werd uitgezonden om een onder
zoek ter plaatse in te stellen, welke publicatie
dan later gevolgt dient te worden door open-
baarmaklng van het verslag uit te brengen
door de bijzondere commissie belast met de
bestudeering van het rapport-Van der Maas?
H. Is de Minister niet van meening, dat
geheimzinnigheid in dezen allerminst in het
belang van de Nederlandsche luchtvaart kan
h$d
DE TOEPASSING
VAN DE CONTINGENTEERING.
Naar aanleiding van bezwaren, welke den
laatsten tijd zijn gerezen tegen de toepassing
van de contingenteering, deelt men van be-
voegde zijde bet volgende mede:
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
44) (Vervolg.)
<Mijn blik ontwaarde nu een kleine steenep
trap.
Met twee wilde sprongen was ik boven en
het volgende oogenblik sloot Ik, omhuld door
een benauwende duistemis, Mercia in mijn
armen.
„Oh", riep zrj. ,,Is U het, is U het!" en ik
yoelde haar lieve hand op mijn mouw heen
en weer gaan, als streelde zij mrj van vreugde.
Hoe het kwam, weet ik niet, maar onze lip-
pen vonden elkaar en ik drukte in zalige
dankbaarheid eerbiedig mijn eerste kus op
haar reine lippen. Ik leidde haar de trap af
naar de gang en keek toen nieuwsgierig ver-
langend naar haar bleek gelaat. Zij beefde
hevig en mijn eigen handen trilden als popu-
lierenbladeren.
„Ze hebben je toch geen letsel toegebracht,
Mercia?" fluisterde Ik. Toen viel mijn blik
op haar pols, waar omheen vier blauwe plek-
ken, als het ware, een armband vormden.
„Mtjn God!" riep ik woest. „Wle heeft dat
gedaan?"
Zij trok haastig haar mouw over de plek.
,,'t Is niets, heusch niets", snikte zij. „0,
ik ben zoo blij, dat U gekomen is."
Ik nam haar arm en stroopte haar mouw
op, zoodat ik de plekken kon zien. 't Was
duidelijk, dat het knepen van mannenvingers
waren; er was geen kwestie van of het moest
een woeste, valsche kneep geweest zijn, die
gemakkelijk haar pols had kunnen breken.
„Wie heeft het gedaan, Mercia?" herhaal-
6e ik.
De. klachten, welke zijn geuit tegen de rege-
iing, waarbij de eerste contingenteerings-
periode op drie maanden is bepaald en de
daaruit voortvloeiende geringe toewijzing van
consenten aan importeurs hebben den minis
ter van oeeonomische zaken aanleiding ge-
geven na te gaan, op welke wijze aan de be
zwaren van de importeurs kan worden tege-
moet gekomen.
Het is de bedoeling dat het volgende con-
tlngenteeringstijdvak zich over meer dan drie
maanden zal uitstrekken. Tevens zal met de
seizoensinvloeden rekening worden gehouden.
Verschillende belanghebbenden uit de In
dustrie, den importhandel en het winkelbe-
drijf werden reeds uitgenoodigd voor een be-
spreking, waarbij aan de hand van de con
crete klachten over de technische uitveering
van de contingenteering zal worden nagegaar
in hoeverre het mogelijk zal zijn binnen het
raam van de contingenteering tegemoet te
komen aan de bezwaren van het bedrgfsleven.
DE WETTELIJKE TIJD.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft medegedeeld, dat, indien het wetsont-
werp tot herziening van den wettelijken tijd
door de Eerste Kamer mocht worden aange-
nomen, het om technische redenen niet moge
lijk zal zijn de nieuwe tijdregeling nog dit jaar
in werking te doen treden.
HET VRAAGSTUK RIET-BIET.
Maandag is een bultengewone algemeene
ledenvergadering gehouden van de Coopera-
tieve Suikerfabriek en Raffinaderrj ,,Dintel-
oord" plaats, onder leiding van den heer W.
Kakebeeke te Goes, die zich in zijn openings-
rede keerde tegen de afkeurenswaardige wijze,
waarop door de vertegenwoordigers der Java-
suikerindustrie actie gevoerd wordt tegen het
voortbestaan der Nederlandsche suikerproduc-
tie.
Erkennende, dat de Java-producenten het
recht hebben bij de regeering voor bun belan-
gen op te komen, ontkent spreker de juistheid
der door hen aangevoerde argumenten. Hij be-
strjjdt in het bijzonder de nota van mr. Jonge-
jan, voorzitter van den Bond van Neder-
landsch-, Indische Suikerondernemingen waar
in deze het heeft doen voorkomen alsof de
invoer van Javasuiker in Nederland in het
bijzonder zou worden belemmerd, en waarin
wordt gezegd, dat de bietensteun de Neder-
SIECHTS
flngez. Med.)
,,Rojas", bekende zij, ,,maar het hindert
niet. Hij zou mij gisteravond gedood hebben,
indien Guarez hem niet had tegengehouden.
O, laten wij weggaan, voor hij weet, dat U
hier is."
„Daar is het te laat voor, Mercia", zei ik
koeltjes. ,,Zij weten maar al te goed, dat ik
hier ben. Billy zit gewapend met een (jzeren
schroefsleutel bij hen."
Zij keek mjj half ongeloovig aan en toen
opeens, brak haar heerlijk glimlachje door,
als de zon door den zomertnist.
lrZij zeiden gisterenavon-d, dat U de duivel
was. Het lijkt er wel iets op, of zij gelijk
hadden."
Ik lachte gelukkig. „Zij zullen er nu wel
zeker van zijn", zei ik. ,,Waar is de oude
vrouw?"
„Juanita? Die is naar Londen. Guarez
heeft haar van morgen daarheen gezonden,
cm Da Costa op te zoeken. Zij komt van-
avond met den laatsten trein terug."
,,Dan zullen wij het genoegen niet hebben,
haar te zien. Wjj moeten hier binnen tien
minuten vandaan. Kan je dan gereed zijn,
Mercia?"
,,Ja, ja, ik ben reisvaardig. Ik heb alleen
maar een, paar kleinigheden in mijn koffertje
te pakken. Maar hoe moeten wy wegkomen
en waar brengt U mij heen?"
,.Mijn auto staat buiten klaar", antwoordde
ik. ,,Onderweg zal ik je alles wel uitleggen,
maar ik moet eerst nog een hartig woordje
met Rojas spreken."
„Gaat U hem dooden?"
Ik schudde glimlachen.d myn hoofd. ,,Neen,
Mercia", zei ik, „beslist niet. Hij maakt het
leven z6<5 interessant, dat ik hem niet zou
kunnen missen."
Ik nam haar hand en geleidde haar in de
hal.
Aan den voet van. de trap sloot ik haar in
myn armen en kuste haar, alvorens ik haar
naar boven liet gaan.
„Zal je nu geen ,,U" meer tegen mij zeg-
gen, Mercia? Je weet toch wel hoe ik heet
niet waar?"
lanidsdhe gemeenschap jaarlijks 26.000.000
zou kosten.
De invoer van witte Javasuiker ondervindt
geen andere belemmering dan die van welke
andere buitenlandsche suiker ook. In tegen-
stelling met mr. Jongejan neemt spreker aan,
dat het verschil in kostprijs tusschen Java
suiker .en Nederlandsche bietsuiker niet 5
maar slechts 4 bedraagt. De bietensteun
kan aan de Nederlandsche gemeenschap dus
ten hoogste 8.000.000 kosten boven bet in-
voeren van Javasuiker tegen kostprijs. Dit
offer mag gebracht worden omdat bet voort
bestaan der Nederlandsche industrie van zoo
eminent belang is voor de Nederlandsche
volkswelvaart uit een oogpunt van werkgele-
genheid, voor vervoerwezen, industrie en
landbouw.
Het voordeel, dat Java heeft, spruit niet
voort uit cultuur-technische of industrieele
omstandigheden, maar vin,dt zgn oorzaak vrij-
wel uitsluitend in het verschil in arbeidsloon.
In den kostprijs der Nederlandsche suiker is
alleen aan arbeidsloon reeds een bedrag van
ongeveer 6,50 per 100 K.G. begrepen.
Door te verlangen, dat Nederland en Indie
als den oeconomisch geheel worden beschouwd,
zoo als de Java-producenten wenschen, stelt
men het voortbestaan der Nederlandsche land-
arbeiders en fabrieksarbaiders en van de
Nederlandsche beetwortelverbouwers afhanke-
lijk van de zeer lage loonen van den Javaan.
Dit standpunt is niet te aanvaarden, omdat
bet op den duur doodend zou zijn voor het ge
heele bedrijfsleven in het moederland.
De Nederlandsche beetwortelsuikerproductie
is de beste van de geheele wereld en heeft bij
vrije concurrentie niets te vreezen gehad van
de productie op Java. Daarom is het dwaas-
heid aan het voortbestaan van een onbeteeke-
nend gedeelte der Java-suiker{)roductie de in-
heemsche industrie op te offeren.
Spreker hoopt dat de regeering de argumen
ten der Javaproducenten naar waarde zal
weten te schatten. Dan zal zy zien, dat de
kern van bet vraagstuk gelegen is in het ver
schil in peil der loonen in Java en hier te
lande. Wanneer de regeering deze kern voor
oogen houdt, ziet spreker met vertrouwen de
toekomst tegemoet.
DE SCHORSING VAN DE COOPERATIEVE
HANDELSVEREEN1GING TE VEGHEL.
Naar van de zyde van het departement van
oeeonomische zaken wordt meegedeeld, heeft
een nader ingesteld onderzoek niet aange-
toond, dat het hoofdkantoor van de C. H. V.
te Veghel de onregeimatigheden heeft bevor-
derd. De Akkerbbuw-Centrale heeft over-
wogen, of de noodzakeiykheid bestond, de
schorsing te doen voortduren, totdat het tucht-
college uitspraak zou hebben gedaan. Daar
het nog geruimen tijd zal dursn, voordat het
vooronderzoek van de tuchtrechteiyke behan-
deling zal zijn geeindigd, een zeer groot aan-
tal onschuldige filialen door sohorsing ernstig
wordt gedupeerd en de goeds naleving van de
getroffen bepalingen niet onder alle omstan
digheden het voortduren van de schorsing ver-
eischt heeft de Akkerbouw-Centrale met goed-
keuring van den minister van oeeonomische
zaken bealist, dat tot opbeffing van de schor
sing zou kunnen worden overgegaan, indien de
C. H. V. aan een aantal voorwaarden voldoet.
Deze voorwaarden houden o.a. in, dat het
bijkantoor Breda en de filialen by de onregei
matigheden betrokken tot 1 September niet
zullen mogen denatureer.en, noch hun bemid-
deling verleenen terzake van het innemen,
koopen of afleveren van ongedenatureerde
rogge, dat het dienstverband met de leiders
van dat bijkantoor en deze filialen direct zal
worden beeindigd en dat de kosten van het
onderzoek door de C. H. V. zullen worden
ge'dragen.
Voorts is berioht, dat de schorsing onmid-
dellijk opnieuw zal worden ingesteld, wanneer
,,Ja, Stuart", zei ze met zoo'n betooverend
glimlachje, dat ik nog eens even afscheid van
haar moest nemen.
,jKom je gauw terug, lieveling?"
Maar zij was al boven en ik haastte my
naar de kamer.
Billy had zyn gevangenen naar 't midden
van het vertrek gesleept en zat nu op 'n hoek
van de tafel kalm zyn pijp te rooken.
„De zaak is in ord'efj zei ik. „De oude
vrouw is naar Londen en Mercia heb ik ge-
vonden. Zij is aanstonds klaar, om met ons
mee te gaan."
Hij knikte. ,,Ik heb jullie gehoord."
„Hoe gaat het met Guarez?" vroeg ik, ter-
wijl ik naar mijn gehavenden tegenstander
keek.
„0, is dat Guarez?" zei Billy en hij gleed
van den tafelhoek af. ,,Nu, hij maakt het vrij
goed; je hebt alleen zijn bakkes een beetje
hard geraakt, maar ernstig letsel heeft hij
niet; ik heb hem al terloops ge'inspecteerd."
iHet moet erkend, dat mijn tegenstander
geen vriendelijken aanblik opleverde. Hij lag
op den vloer en zei niets, maar staarde ons
met §&n oog zoo woest aan, als twee stuks
met aamwending van alien beschikbaren baat
bezwaarlijk konden ontwikkelen. Het andere
kijkorgaan had tijdelijk zyn werk gestaakt
en lag onder een plas geronnen bloed ver-
borgen.
,,Hij heeft in ieder geval genoeg gehad",
zei ik, ,,maar ik moet dien anderen sinjeur
een paar woordje® zeggen. Laat ik je even
aan mijnheer voorstellen. Senor Rojas uit San
Luca, mijnheer William Logan uit Londen.
Billy wat ben jy van oordeel, dat er met een
man gedaan moet worden, die een meisje
haar pols knijpt tot hij bijna breekt?"
„Doodranselen", zei Billy even vriendelijk,
als hij zeggen zou: geef hem een borrel.
Een onderdrukte verwensching, die aan dui-
delijkheid niets te wenschen overliet, doch on-
geschikt, cm voor htet lezend publiek te wor
den verhaald, was de eenigereactie welke op
het vriendelijk uitgesproken vonnis volgde.
,,Bovendien", zei Billy, heeft hy het al ver-
de naleving van de gestelde voorwaarden of
de verdere bebandeling van het onderzoek
daartoe aanleiding geven.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Ver-
voora:
Is het den minister bekend, dat de toestan-
den in de binnenscheepvaart in de laatste
weken voortdurend slechter zyn geworden en
vele scbippers gedwongen stilliggen en geen
vracbt kunnen krijgen?
Is de minister niet van meening, dat deze
schippers op de edn of andere wijze moeten
worden geholpen, opdat zij zich het allemoo-
digste kunnen aanschaffen?
Weet de Minister, dat onder de schippers
groote ontevredenheid bestaat over de toepas
sing van de wet op de evenredige vrachtver-
deeling en de middelen, die worden gebruikt
om deze wet te ontduiken, geen voldoende
hulp aan de binnenschippers kan bieden.
Acht de minister het toelaatbaar, dat de
beurtvaart zich gaat toeleggen op het vervoer
van massa-goederen, welke voorheen steeds
door de schippers werden vervoerd?
Weet de minister, dat de schippers groote
schade lijden tengevolge van het feit, dat het
vletten in de haven gebieden der groote steden
niet onder de evenredige vrachtverdeeling
valt?
Wil de minister bevorderen, dat de uitzon-
deringen welke thans op de verplichte vracht
verdeeling bestaan, worden ingetrokken, of
indien dat niet mogelijk is, andere maatregelen
worden genomen, om hulp aan de kleine schip
pers te verschaffen?
Heeft de minister van oeeonomische zaken
geantwoord
1. Het is ondergeteekende bekend, dat het
aanbod van lading gedurende de laatste weken
zeer gering is geweest. Dit is in den winter
gewoonlijk het geval, doch thans wordt dit nog
geaccentueerd door het uitblijven van grootere
bedryvigheid met verhoogd vrachtenpeil v66r
en na een vorstperiode.
2. De schippers, die hierdoor in moeilijke
omstandigheden komen te verkeeren, kunnen
zich voor aanschaffing van het allernoodigste
wenden tot Maatscha-ppelijk Hulpbetoon.
3. Het systeem, hetwelk aan de Wet op de
Evenredige Vrachtverdeeling ten grondslag
ligt, is een zooveel mogelijke bestendiging van
den toestand van vdor de wet, ten aanzien van
het vervoer van vaste-relatie- en eigenhandel-
schippers, zoomede ten aanzien van de beurt
vaart, ook wat de vervoerde lading betreft
De beschikbaar staande gegevens wijzen er
Wie hieronder dikwijls
te lijden heeft, moet
steeds er aan denken:
het product van vertrouwen.
Ingez. Med.
(lag. Med.)
niet op, dat vervoer aan de schippers, die op
de beurs zijn aangewezen, wordt onttrokken.
Ten aanzien van de hulp, welke de wet aan
de schippers kan bieden, moge de onderge
teekende verwijzen naar de Memorie van Toe-
lichting, waaruit valt te concludeeren, dat de
wet slechts beoogt te zijn een middel, dat het
zieke organisme nog eenige levenskracht doet
behouden.
4. De vierae vraagmoet ontkennend beant-
woord worden.
5. Voor het vletten In de havengebieden
van de groote havensteden is met het oog op
de havenbelangen, welke zulks noodzakelgk
maken, een bijzondere regeling van toepassing
6. Ondergeteekende kan niet bevorderen,
dat de goedkeuringen voor het vervoer in
vaste relatie, de verklaringen op het eigen
vervoer en de ontheffingen voor beurtvaart
worden ingetrokken.
Het is hem bekend, dat de Bevrachtings-
commissies van enkele groote districten zijn
overgegaan tot splitsing van partijen om hier
door ook den kleinen schipper vlugger em-
plooy te verschaffen.
KERNCOMMISSIE VOOR DEN LANDBOUW
De minister van sociale zaken heeft inge
steld een commissie van advies als bedoeld
in art. 8 van de bedrijfsradenwet (kemcom-
missie voor den landbouw). In deze commis
sie zijn benoemd tot lid tevens voorzitter, prof,
mr. A. C. Josephus Jitta, hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool, wonende te 's-Gra-
venhage; tot leden: A. C. de Bruyn, voorzitter
van het R.-K. Werkliedenverbond in Neder
land, te Utrecht; W. Drees, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te 's-Gravenhage;
mr. A. M. Engels, administrateur van het
departement van sociale zaken, te 's-Graven
hage; ir. J. H. J. Huygens, hoofdinspecteur
van den arbeid te Haarlem; K. Kruithof.
voorzitter van het Christeiyk Nationaal Vak-
verbond in Nederland, te Utrecht; C. v. d
Lende, secretaris van het Nederlandsch Ver-
bond van Vakvereenigingen, te Amsterdam;
A. Mastenbroek, referendaris by het departe
ment van sociale zaken, te 's-Gravenhage;
mr. dr. A. A. v. Rhijn, secretaris-generaal van
het departement van oeeonomische zaken, te
's-Gravenhage; mr. W. Rip, directeur van het
bureau van den Chriatelijken Boeren- en Tuin-
dersbond in Nederland, te 's-Gravenhage; B
M. Takens, landbouwer, te Meeden; mr. A. F
L. M. Tepe, wethouder van de gemeente Lei
den, te Leiden; Jac. Vos Antz., landbouwer te
Roosendaal; prof. mr. C. W. de Vri-es, hoog
leeraar aan de Nederlandsche Handels Hooge
school te Rotterdam, te 's-Gravenhage. Ana
de commissie zijn toegevoegd. onderscheiden-
lijk als secretaris en adjunct-secretarissen de
secretaris en de adjunct-secretarissen van >ten
Hoogen Raad van Arbeid.
diend door de wijze waarop hij zich van zijn
tong bedient."
Hij boog zich omlaag en met een vlug'gen
zwaai heesch hy den gevangene omhoog en
zette hem op zyn twee beenen. Ik keek de
kamer rond en zag in 'n hoek een flinken
esschen wandelstok staan, die myn handen
deed jeuken.
Indien Senor Rojas van nature misschien
weinig spraakzaam was, deze eigenschap
liet hij plotseling varen, toen hij my dat zeer
bruikbare wapen zag ter hand nemen. Hij
barstte uit in een afschuwelijk koeterwaalsch
van Spaansch, zooals dat in het Argentpusche
achterland wordt getorabbeld en smeekte ker-
mend, dat wij hem die schande niet zouden
aandoen.
„Schiet mg dood' Prado',, gilde hij. ,,Schiet
my dood. Ik ben niet bang om te sterven."
„Kou je mond", riep Billy. ,,De duivel is
veel te goed om met zoo'n schurk als jij, op-
gescheept te worden. Kom hier."
Hij trok den tegenstritbelenden kerel tegen
de tafel aan en drukte zjjn hoofd zoo diep
omlaag, tot het op het blad tereeht kwam,
zoodat de schurk in gekromde houding stond.
Billy hield hem in die houding vast, door het
eenvoudige hulpmiddel, van zelf over zijn
hoofd en nek te gaan liggen. Ik gaf een proef-
slag door de lucht.
,,Dit, mijn vriend", zei ik in het Spaansch,
,,'zal je leer en, vrouwen niet te mishandelen."
Of myn optimistische voorspelling in ver-
vulling is gegaan, kan ik niet zeggen, maar
zeker is dat Senor Rojas geen type was, om
zgn gevoelens te onderdrukken. Hij jankte en
gilde zoo doordringend, dat mijn hart er door
verwarmd en mijn arm tot grootere werk-
zaamheid werd aangespoord. Eerst toen zijn
stein schor en 't onderhoud minder aanmoedi-
gend werd, liet ik den stok omlaag zakken.
Billen liet hem los en hij gleed snikkend en
jankend als een gestrafte jongen op den vloer.
„Hier eindigt het tweede epistel", zei Billy
oneerlbiedig. Dan boog hij zich over de van
piin kronkelende gestalte en voegde er met
vriendeiyke stem aan toe: ,,Neem myn waar-
sehuwing ter harte, ventje; als je er de -vol
gende maal op uitgaat, om Prado dood te
schieten, vul dan je broekpypen goed op."
Ik wierp -lachend den stok in een hoek
I „wy zullen dien knuppel maar als souve
nir hier laten", zei ik. ..Kom, Billy, ik denk.,
dat Mercia wel reisvaardig zal zijn."
Wij gingen in de hal en sloten de deur ach-
1 ter ons, teneinde het onsamenhangeld gevioek
buiten te sluiten. Mercia kwam juist met
haar koffertje de trap af. Aan den giana
in haar oogen beimerkte ik, dat de echo van
onze feestvreugde in zekere mate haar ooren
had bereikt.
„Mercia", zei ik, terwyi ik het koffertje"
van haar overnam. „Mag ik Billy voorst el
len? wy hebben alles aan hem te danker:."
zy gaf hem op haar eigen bevallige harte-
lijke manier de hand.
,,Hoe zal ik het U ooit kunnen vergelden'"'
sprak zy zaeht.
Billy maakte een bulging en ktiste haar
vingertoppen. ,,Geen dank, geen dank", zei h§
vroolijk, terwijl hij haar met een glimlaeh
van oprechte bewondering aan keek. ,,Ik hew
altijd op zulke karweitjes belust"
,,Ben je klaar, Mercia?" vroeg ik.
Zij knikte en wij gingen naar buiten, waar-
na wij de deur achter ons sloten.
De auto stond, waar wy haar gelaten had
den.
Billy schakelde de lantaams in en er scho-
ten twee breede lidhtbundels over den een
zamen weg.
Ik voelde, dat Mercia, die aan mijn ami
Hep, plotseling wankelde. Als Ik haar niet met
beide armen had omsloten, geloof ik, dat zij
zou gevallen zyn.
,,Ik... ik geloof, dat ik een beetje flauw
ben", stamelde zij. ,,lk heb sinds gisteren
avond niets te eten gehad."
Ik vloekte onhoorbaar. Toen nam ik haar
voorzichtig in mijn armen, droeg haar in de-
auto en zette haar op de achterbank.
„Dat zullen wij onmiddellijk verbelpen," zei
ik. ,,Dom, dat ik daar niet eerder aan heb ge-
dacht.'
(Wordt vervolgd.i