ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN PRESTO ASPIRIN Indian ZEEPPOEDER. 7b- No. 9263 WOENSDAG 20 FEBRUARI 1935 75® Jaargang Binnenland Feuilleton De man van Nergenshuizen dan fllftjti &efpir EERSTE BLAD PERPAK ANDERHALVE STUIVER TOCH VOLKOMEN ZUIVER DE TOESTAND VAN DE BINNEN- SCHEEPVAART EN DE TOEPASSING VAN DE WET OP DE EVENREDIGE VRACHTVERDEELING. Zenuwpijnen!1 NIEMEIJER'S GEEFT DUBBEL GENOT TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post J" 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belg.e en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KJLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. - Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vemiinderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. - - Intending van advertentien liefst een dag veer de citgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRI-JDAGAVOND. EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Voortgezet wordt de bebandeling van de begrooting van binnenlandscbe zaken voor 1935. De heer Drooglever Fortuyn betoogt, dat zoo spoedig mogelijk weer moot worden gestreefd naar een kracbtig zelfstandig be- stuur der gemeenten. Thans leven ze in een overgangsstadium. De beer De Zeeuw betoogt, dat de fout van de regeering is, dat zij den omvang der werk- loosheid niet beeft voorzien. De gemeenten ztjn vastgeloopen, niet door eigen beleid, doch doordat zij ondanks verminderde rijksbydra- gen, steun moesten blijven betalen volgens de rijfksvoorschriften. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Ben voorstel van den voorzitter om de aan- gevraagde interpellatie-Scbalker in zake den noodtoestand van de kleine boeren en tuinders niet toe te staan, daar deze aangelegenheid bij de landbouwcrisisbegrooting aan de orde komt, wordt met 68 tegen 4 stemmen (die van de oammunistenaanvaard Bij de vcortgezette bebandeling van de Lndiscbe begrooting en van de drie moties- Hffendi repliceert de beer Cramer, die be- treurt, dat de minister niet wil medewerken aan het verstrekken door Nederland van een uitkeering aan Indie. Sprekers fractie is tegen de eerste motie-Effendi (uitkeering honderd millioen door Nederland aan Indie), voor de tweede (opbeffing intemeeringskamp Boven - Digoel) en tegen de dsrde (niet preventief gevangen zetten van te intemeeren personen), waaramtrent een commissoriaal onderzoek bangsnde is. De heer Van Boetzelaer repli ceert. Hij acht den oeeonomischen toestand in indlS wel ongunstig, doch de voedtngstoestand is niet onbevredigend. Spr. zal tegen de moties-Effendi stemmen. De heer Westerman acht jOk voor Indie den tijd van de liberale oeoonomie voorbij. DE RAMP VAN DE UIVER. Het Tweede Kamerlid Boon heeft den Mi nister van Waterstaat a.i. de volgende vragen gesteld: I. Is de Minister van meening, dat de zon- derllnge geruchten omtrent het droevig onge- luk van de Uiver, waarin de geheele natie heeft gedeeld, welke eerst in tal van kringen in het binnenland de ronde deden en die d-aar- na in de buitenlandsche pers werden gepubli- oeerd, het best weerlegd kunnen worden door ooaniddeUijke publicatie van bet rapport van den Rijiks-invlieger van toestellen dr. ir. H. J. van der Maas. die door bet departement van waterstaat werd uitgezonden om een onder zoek ter plaatse in te stellen, welke publicatie dan later gevolgt dient te worden door open- baarmaklng van het verslag uit te brengen door de bijzondere commissie belast met de bestudeering van het rapport-Van der Maas? H. Is de Minister niet van meening, dat geheimzinnigheid in dezen allerminst in het belang van de Nederlandsche luchtvaart kan h$d DE TOEPASSING VAN DE CONTINGENTEERING. Naar aanleiding van bezwaren, welke den laatsten tijd zijn gerezen tegen de toepassing van de contingenteering, deelt men van be- voegde zijde bet volgende mede: door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 44) (Vervolg.) <Mijn blik ontwaarde nu een kleine steenep trap. Met twee wilde sprongen was ik boven en het volgende oogenblik sloot Ik, omhuld door een benauwende duistemis, Mercia in mijn armen. „Oh", riep zrj. ,,Is U het, is U het!" en ik yoelde haar lieve hand op mijn mouw heen en weer gaan, als streelde zij mrj van vreugde. Hoe het kwam, weet ik niet, maar onze lip- pen vonden elkaar en ik drukte in zalige dankbaarheid eerbiedig mijn eerste kus op haar reine lippen. Ik leidde haar de trap af naar de gang en keek toen nieuwsgierig ver- langend naar haar bleek gelaat. Zij beefde hevig en mijn eigen handen trilden als popu- lierenbladeren. „Ze hebben je toch geen letsel toegebracht, Mercia?" fluisterde Ik. Toen viel mijn blik op haar pols, waar omheen vier blauwe plek- ken, als het ware, een armband vormden. „Mtjn God!" riep ik woest. „Wle heeft dat gedaan?" Zij trok haastig haar mouw over de plek. ,,'t Is niets, heusch niets", snikte zij. „0, ik ben zoo blij, dat U gekomen is." Ik nam haar arm en stroopte haar mouw op, zoodat ik de plekken kon zien. 't Was duidelijk, dat het knepen van mannenvingers waren; er was geen kwestie van of het moest een woeste, valsche kneep geweest zijn, die gemakkelijk haar pols had kunnen breken. „Wie heeft het gedaan, Mercia?" herhaal- 6e ik. De. klachten, welke zijn geuit tegen de rege- iing, waarbij de eerste contingenteerings- periode op drie maanden is bepaald en de daaruit voortvloeiende geringe toewijzing van consenten aan importeurs hebben den minis ter van oeeonomische zaken aanleiding ge- geven na te gaan, op welke wijze aan de be zwaren van de importeurs kan worden tege- moet gekomen. Het is de bedoeling dat het volgende con- tlngenteeringstijdvak zich over meer dan drie maanden zal uitstrekken. Tevens zal met de seizoensinvloeden rekening worden gehouden. Verschillende belanghebbenden uit de In dustrie, den importhandel en het winkelbe- drijf werden reeds uitgenoodigd voor een be- spreking, waarbij aan de hand van de con crete klachten over de technische uitveering van de contingenteering zal worden nagegaar in hoeverre het mogelijk zal zijn binnen het raam van de contingenteering tegemoet te komen aan de bezwaren van het bedrgfsleven. DE WETTELIJKE TIJD. De minister van binnenlandsche zaken heeft medegedeeld, dat, indien het wetsont- werp tot herziening van den wettelijken tijd door de Eerste Kamer mocht worden aange- nomen, het om technische redenen niet moge lijk zal zijn de nieuwe tijdregeling nog dit jaar in werking te doen treden. HET VRAAGSTUK RIET-BIET. Maandag is een bultengewone algemeene ledenvergadering gehouden van de Coopera- tieve Suikerfabriek en Raffinaderrj ,,Dintel- oord" plaats, onder leiding van den heer W. Kakebeeke te Goes, die zich in zijn openings- rede keerde tegen de afkeurenswaardige wijze, waarop door de vertegenwoordigers der Java- suikerindustrie actie gevoerd wordt tegen het voortbestaan der Nederlandsche suikerproduc- tie. Erkennende, dat de Java-producenten het recht hebben bij de regeering voor bun belan- gen op te komen, ontkent spreker de juistheid der door hen aangevoerde argumenten. Hij be- strjjdt in het bijzonder de nota van mr. Jonge- jan, voorzitter van den Bond van Neder- landsch-, Indische Suikerondernemingen waar in deze het heeft doen voorkomen alsof de invoer van Javasuiker in Nederland in het bijzonder zou worden belemmerd, en waarin wordt gezegd, dat de bietensteun de Neder- SIECHTS flngez. Med.) ,,Rojas", bekende zij, ,,maar het hindert niet. Hij zou mij gisteravond gedood hebben, indien Guarez hem niet had tegengehouden. O, laten wij weggaan, voor hij weet, dat U hier is." „Daar is het te laat voor, Mercia", zei ik koeltjes. ,,Zij weten maar al te goed, dat ik hier ben. Billy zit gewapend met een (jzeren schroefsleutel bij hen." Zij keek mjj half ongeloovig aan en toen opeens, brak haar heerlijk glimlachje door, als de zon door den zomertnist. lrZij zeiden gisterenavon-d, dat U de duivel was. Het lijkt er wel iets op, of zij gelijk hadden." Ik lachte gelukkig. „Zij zullen er nu wel zeker van zijn", zei ik. ,,Waar is de oude vrouw?" „Juanita? Die is naar Londen. Guarez heeft haar van morgen daarheen gezonden, cm Da Costa op te zoeken. Zij komt van- avond met den laatsten trein terug." ,,Dan zullen wij het genoegen niet hebben, haar te zien. Wjj moeten hier binnen tien minuten vandaan. Kan je dan gereed zijn, Mercia?" ,,Ja, ja, ik ben reisvaardig. Ik heb alleen maar een, paar kleinigheden in mijn koffertje te pakken. Maar hoe moeten wy wegkomen en waar brengt U mij heen?" ,.Mijn auto staat buiten klaar", antwoordde ik. ,,Onderweg zal ik je alles wel uitleggen, maar ik moet eerst nog een hartig woordje met Rojas spreken." „Gaat U hem dooden?" Ik schudde glimlachen.d myn hoofd. ,,Neen, Mercia", zei ik, „beslist niet. Hij maakt het leven z6<5 interessant, dat ik hem niet zou kunnen missen." Ik nam haar hand en geleidde haar in de hal. Aan den voet van. de trap sloot ik haar in myn armen en kuste haar, alvorens ik haar naar boven liet gaan. „Zal je nu geen ,,U" meer tegen mij zeg- gen, Mercia? Je weet toch wel hoe ik heet niet waar?" lanidsdhe gemeenschap jaarlijks 26.000.000 zou kosten. De invoer van witte Javasuiker ondervindt geen andere belemmering dan die van welke andere buitenlandsche suiker ook. In tegen- stelling met mr. Jongejan neemt spreker aan, dat het verschil in kostprijs tusschen Java suiker .en Nederlandsche bietsuiker niet 5 maar slechts 4 bedraagt. De bietensteun kan aan de Nederlandsche gemeenschap dus ten hoogste 8.000.000 kosten boven bet in- voeren van Javasuiker tegen kostprijs. Dit offer mag gebracht worden omdat bet voort bestaan der Nederlandsche industrie van zoo eminent belang is voor de Nederlandsche volkswelvaart uit een oogpunt van werkgele- genheid, voor vervoerwezen, industrie en landbouw. Het voordeel, dat Java heeft, spruit niet voort uit cultuur-technische of industrieele omstandigheden, maar vin,dt zgn oorzaak vrij- wel uitsluitend in het verschil in arbeidsloon. In den kostprijs der Nederlandsche suiker is alleen aan arbeidsloon reeds een bedrag van ongeveer 6,50 per 100 K.G. begrepen. Door te verlangen, dat Nederland en Indie als den oeconomisch geheel worden beschouwd, zoo als de Java-producenten wenschen, stelt men het voortbestaan der Nederlandsche land- arbeiders en fabrieksarbaiders en van de Nederlandsche beetwortelverbouwers afhanke- lijk van de zeer lage loonen van den Javaan. Dit standpunt is niet te aanvaarden, omdat bet op den duur doodend zou zijn voor het ge heele bedrijfsleven in het moederland. De Nederlandsche beetwortelsuikerproductie is de beste van de geheele wereld en heeft bij vrije concurrentie niets te vreezen gehad van de productie op Java. Daarom is het dwaas- heid aan het voortbestaan van een onbeteeke- nend gedeelte der Java-suiker{)roductie de in- heemsche industrie op te offeren. Spreker hoopt dat de regeering de argumen ten der Javaproducenten naar waarde zal weten te schatten. Dan zal zy zien, dat de kern van bet vraagstuk gelegen is in het ver schil in peil der loonen in Java en hier te lande. Wanneer de regeering deze kern voor oogen houdt, ziet spreker met vertrouwen de toekomst tegemoet. DE SCHORSING VAN DE COOPERATIEVE HANDELSVEREEN1GING TE VEGHEL. Naar van de zyde van het departement van oeeonomische zaken wordt meegedeeld, heeft een nader ingesteld onderzoek niet aange- toond, dat het hoofdkantoor van de C. H. V. te Veghel de onregeimatigheden heeft bevor- derd. De Akkerbbuw-Centrale heeft over- wogen, of de noodzakeiykheid bestond, de schorsing te doen voortduren, totdat het tucht- college uitspraak zou hebben gedaan. Daar het nog geruimen tijd zal dursn, voordat het vooronderzoek van de tuchtrechteiyke behan- deling zal zijn geeindigd, een zeer groot aan- tal onschuldige filialen door sohorsing ernstig wordt gedupeerd en de goeds naleving van de getroffen bepalingen niet onder alle omstan digheden het voortduren van de schorsing ver- eischt heeft de Akkerbouw-Centrale met goed- keuring van den minister van oeeonomische zaken bealist, dat tot opbeffing van de schor sing zou kunnen worden overgegaan, indien de C. H. V. aan een aantal voorwaarden voldoet. Deze voorwaarden houden o.a. in, dat het bijkantoor Breda en de filialen by de onregei matigheden betrokken tot 1 September niet zullen mogen denatureer.en, noch hun bemid- deling verleenen terzake van het innemen, koopen of afleveren van ongedenatureerde rogge, dat het dienstverband met de leiders van dat bijkantoor en deze filialen direct zal worden beeindigd en dat de kosten van het onderzoek door de C. H. V. zullen worden ge'dragen. Voorts is berioht, dat de schorsing onmid- dellijk opnieuw zal worden ingesteld, wanneer ,,Ja, Stuart", zei ze met zoo'n betooverend glimlachje, dat ik nog eens even afscheid van haar moest nemen. ,jKom je gauw terug, lieveling?" Maar zij was al boven en ik haastte my naar de kamer. Billy had zyn gevangenen naar 't midden van het vertrek gesleept en zat nu op 'n hoek van de tafel kalm zyn pijp te rooken. „De zaak is in ord'efj zei ik. „De oude vrouw is naar Londen en Mercia heb ik ge- vonden. Zij is aanstonds klaar, om met ons mee te gaan." Hij knikte. ,,Ik heb jullie gehoord." „Hoe gaat het met Guarez?" vroeg ik, ter- wijl ik naar mijn gehavenden tegenstander keek. „0, is dat Guarez?" zei Billy en hij gleed van den tafelhoek af. ,,Nu, hij maakt het vrij goed; je hebt alleen zijn bakkes een beetje hard geraakt, maar ernstig letsel heeft hij niet; ik heb hem al terloops ge'inspecteerd." iHet moet erkend, dat mijn tegenstander geen vriendelijken aanblik opleverde. Hij lag op den vloer en zei niets, maar staarde ons met §&n oog zoo woest aan, als twee stuks met aamwending van alien beschikbaren baat bezwaarlijk konden ontwikkelen. Het andere kijkorgaan had tijdelijk zyn werk gestaakt en lag onder een plas geronnen bloed ver- borgen. ,,Hij heeft in ieder geval genoeg gehad", zei ik, ,,maar ik moet dien anderen sinjeur een paar woordje® zeggen. Laat ik je even aan mijnheer voorstellen. Senor Rojas uit San Luca, mijnheer William Logan uit Londen. Billy wat ben jy van oordeel, dat er met een man gedaan moet worden, die een meisje haar pols knijpt tot hij bijna breekt?" „Doodranselen", zei Billy even vriendelijk, als hij zeggen zou: geef hem een borrel. Een onderdrukte verwensching, die aan dui- delijkheid niets te wenschen overliet, doch on- geschikt, cm voor htet lezend publiek te wor den verhaald, was de eenigereactie welke op het vriendelijk uitgesproken vonnis volgde. ,,Bovendien", zei Billy, heeft hy het al ver- de naleving van de gestelde voorwaarden of de verdere bebandeling van het onderzoek daartoe aanleiding geven. Op vragen van het Tweede Kamerlid Ver- voora: Is het den minister bekend, dat de toestan- den in de binnenscheepvaart in de laatste weken voortdurend slechter zyn geworden en vele scbippers gedwongen stilliggen en geen vracbt kunnen krijgen? Is de minister niet van meening, dat deze schippers op de edn of andere wijze moeten worden geholpen, opdat zij zich het allemoo- digste kunnen aanschaffen? Weet de Minister, dat onder de schippers groote ontevredenheid bestaat over de toepas sing van de wet op de evenredige vrachtver- deeling en de middelen, die worden gebruikt om deze wet te ontduiken, geen voldoende hulp aan de binnenschippers kan bieden. Acht de minister het toelaatbaar, dat de beurtvaart zich gaat toeleggen op het vervoer van massa-goederen, welke voorheen steeds door de schippers werden vervoerd? Weet de minister, dat de schippers groote schade lijden tengevolge van het feit, dat het vletten in de haven gebieden der groote steden niet onder de evenredige vrachtverdeeling valt? Wil de minister bevorderen, dat de uitzon- deringen welke thans op de verplichte vracht verdeeling bestaan, worden ingetrokken, of indien dat niet mogelijk is, andere maatregelen worden genomen, om hulp aan de kleine schip pers te verschaffen? Heeft de minister van oeeonomische zaken geantwoord 1. Het is ondergeteekende bekend, dat het aanbod van lading gedurende de laatste weken zeer gering is geweest. Dit is in den winter gewoonlijk het geval, doch thans wordt dit nog geaccentueerd door het uitblijven van grootere bedryvigheid met verhoogd vrachtenpeil v66r en na een vorstperiode. 2. De schippers, die hierdoor in moeilijke omstandigheden komen te verkeeren, kunnen zich voor aanschaffing van het allernoodigste wenden tot Maatscha-ppelijk Hulpbetoon. 3. Het systeem, hetwelk aan de Wet op de Evenredige Vrachtverdeeling ten grondslag ligt, is een zooveel mogelijke bestendiging van den toestand van vdor de wet, ten aanzien van het vervoer van vaste-relatie- en eigenhandel- schippers, zoomede ten aanzien van de beurt vaart, ook wat de vervoerde lading betreft De beschikbaar staande gegevens wijzen er Wie hieronder dikwijls te lijden heeft, moet steeds er aan denken: het product van vertrouwen. Ingez. Med. (lag. Med.) niet op, dat vervoer aan de schippers, die op de beurs zijn aangewezen, wordt onttrokken. Ten aanzien van de hulp, welke de wet aan de schippers kan bieden, moge de onderge teekende verwijzen naar de Memorie van Toe- lichting, waaruit valt te concludeeren, dat de wet slechts beoogt te zijn een middel, dat het zieke organisme nog eenige levenskracht doet behouden. 4. De vierae vraagmoet ontkennend beant- woord worden. 5. Voor het vletten In de havengebieden van de groote havensteden is met het oog op de havenbelangen, welke zulks noodzakelgk maken, een bijzondere regeling van toepassing 6. Ondergeteekende kan niet bevorderen, dat de goedkeuringen voor het vervoer in vaste relatie, de verklaringen op het eigen vervoer en de ontheffingen voor beurtvaart worden ingetrokken. Het is hem bekend, dat de Bevrachtings- commissies van enkele groote districten zijn overgegaan tot splitsing van partijen om hier door ook den kleinen schipper vlugger em- plooy te verschaffen. KERNCOMMISSIE VOOR DEN LANDBOUW De minister van sociale zaken heeft inge steld een commissie van advies als bedoeld in art. 8 van de bedrijfsradenwet (kemcom- missie voor den landbouw). In deze commis sie zijn benoemd tot lid tevens voorzitter, prof, mr. A. C. Josephus Jitta, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool, wonende te 's-Gra- venhage; tot leden: A. C. de Bruyn, voorzitter van het R.-K. Werkliedenverbond in Neder land, te Utrecht; W. Drees, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te 's-Gravenhage; mr. A. M. Engels, administrateur van het departement van sociale zaken, te 's-Graven hage; ir. J. H. J. Huygens, hoofdinspecteur van den arbeid te Haarlem; K. Kruithof. voorzitter van het Christeiyk Nationaal Vak- verbond in Nederland, te Utrecht; C. v. d Lende, secretaris van het Nederlandsch Ver- bond van Vakvereenigingen, te Amsterdam; A. Mastenbroek, referendaris by het departe ment van sociale zaken, te 's-Gravenhage; mr. dr. A. A. v. Rhijn, secretaris-generaal van het departement van oeeonomische zaken, te 's-Gravenhage; mr. W. Rip, directeur van het bureau van den Chriatelijken Boeren- en Tuin- dersbond in Nederland, te 's-Gravenhage; B M. Takens, landbouwer, te Meeden; mr. A. F L. M. Tepe, wethouder van de gemeente Lei den, te Leiden; Jac. Vos Antz., landbouwer te Roosendaal; prof. mr. C. W. de Vri-es, hoog leeraar aan de Nederlandsche Handels Hooge school te Rotterdam, te 's-Gravenhage. Ana de commissie zijn toegevoegd. onderscheiden- lijk als secretaris en adjunct-secretarissen de secretaris en de adjunct-secretarissen van >ten Hoogen Raad van Arbeid. diend door de wijze waarop hij zich van zijn tong bedient." Hij boog zich omlaag en met een vlug'gen zwaai heesch hy den gevangene omhoog en zette hem op zyn twee beenen. Ik keek de kamer rond en zag in 'n hoek een flinken esschen wandelstok staan, die myn handen deed jeuken. Indien Senor Rojas van nature misschien weinig spraakzaam was, deze eigenschap liet hij plotseling varen, toen hij my dat zeer bruikbare wapen zag ter hand nemen. Hij barstte uit in een afschuwelijk koeterwaalsch van Spaansch, zooals dat in het Argentpusche achterland wordt getorabbeld en smeekte ker- mend, dat wij hem die schande niet zouden aandoen. „Schiet mg dood' Prado',, gilde hij. ,,Schiet my dood. Ik ben niet bang om te sterven." „Kou je mond", riep Billy. ,,De duivel is veel te goed om met zoo'n schurk als jij, op- gescheept te worden. Kom hier." Hij trok den tegenstritbelenden kerel tegen de tafel aan en drukte zjjn hoofd zoo diep omlaag, tot het op het blad tereeht kwam, zoodat de schurk in gekromde houding stond. Billy hield hem in die houding vast, door het eenvoudige hulpmiddel, van zelf over zijn hoofd en nek te gaan liggen. Ik gaf een proef- slag door de lucht. ,,Dit, mijn vriend", zei ik in het Spaansch, ,,'zal je leer en, vrouwen niet te mishandelen." Of myn optimistische voorspelling in ver- vulling is gegaan, kan ik niet zeggen, maar zeker is dat Senor Rojas geen type was, om zgn gevoelens te onderdrukken. Hij jankte en gilde zoo doordringend, dat mijn hart er door verwarmd en mijn arm tot grootere werk- zaamheid werd aangespoord. Eerst toen zijn stein schor en 't onderhoud minder aanmoedi- gend werd, liet ik den stok omlaag zakken. Billen liet hem los en hij gleed snikkend en jankend als een gestrafte jongen op den vloer. „Hier eindigt het tweede epistel", zei Billy oneerlbiedig. Dan boog hij zich over de van piin kronkelende gestalte en voegde er met vriendeiyke stem aan toe: ,,Neem myn waar- sehuwing ter harte, ventje; als je er de -vol gende maal op uitgaat, om Prado dood te schieten, vul dan je broekpypen goed op." Ik wierp -lachend den stok in een hoek I „wy zullen dien knuppel maar als souve nir hier laten", zei ik. ..Kom, Billy, ik denk., dat Mercia wel reisvaardig zal zijn." Wij gingen in de hal en sloten de deur ach- 1 ter ons, teneinde het onsamenhangeld gevioek buiten te sluiten. Mercia kwam juist met haar koffertje de trap af. Aan den giana in haar oogen beimerkte ik, dat de echo van onze feestvreugde in zekere mate haar ooren had bereikt. „Mercia", zei ik, terwyi ik het koffertje" van haar overnam. „Mag ik Billy voorst el len? wy hebben alles aan hem te danker:." zy gaf hem op haar eigen bevallige harte- lijke manier de hand. ,,Hoe zal ik het U ooit kunnen vergelden'"' sprak zy zaeht. Billy maakte een bulging en ktiste haar vingertoppen. ,,Geen dank, geen dank", zei h§ vroolijk, terwijl hij haar met een glimlaeh van oprechte bewondering aan keek. ,,Ik hew altijd op zulke karweitjes belust" ,,Ben je klaar, Mercia?" vroeg ik. Zij knikte en wij gingen naar buiten, waar- na wij de deur achter ons sloten. De auto stond, waar wy haar gelaten had den. Billy schakelde de lantaams in en er scho- ten twee breede lidhtbundels over den een zamen weg. Ik voelde, dat Mercia, die aan mijn ami Hep, plotseling wankelde. Als Ik haar niet met beide armen had omsloten, geloof ik, dat zij zou gevallen zyn. ,,Ik... ik geloof, dat ik een beetje flauw ben", stamelde zij. ,,lk heb sinds gisteren avond niets te eten gehad." Ik vloekte onhoorbaar. Toen nam ik haar voorzichtig in mijn armen, droeg haar in de- auto en zette haar op de achterbank. „Dat zullen wij onmiddellijk verbelpen," zei ik. ,,Dom, dat ik daar niet eerder aan heb ge- dacht.' (Wordt vervolgd.i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1