ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
D #E IN DE PUP
LOTEQIJ,.
No. 9260
WOENSDAG 13 FEBRUARI 1935
7 5e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
De man van Nergenshuizen
Buitenland
m i er„ in de
EERSTE BLAD
VEEL SCHOON GOED
VOOR WEINIG GELO I
TER NEUZEN, 13 FEBRUARI 1935
GOED AFGELOOPEN.
HSMunu** JTI
NEUZENSCHE COURANT
A BON N EMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuizen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaiing fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abounementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaiing.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
it) <S22
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst 66n dag voor do ultgave.
DIT BLAD VEBSCHIJNT IEDEBEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
TWEEDE KAMEK.
Vergadering van Dinsdag.
Herdenldng Minister Kalff.
By den aanvang van de vergadering heeft
de voorzitter, Jhr. Ruys de Beerenbrouck, de
volgende rede gehouden over wijlen Minister
Kalff:
Het wordt niet dikwijls bereikt, alleen ge-
liefd te zijn bij ben, wier geest men volgt,
wier woord men spreekt, wier wenscb men
goedkeurt en vervult. Dan wbl hoog staat bij,
dien ook de tegenstander eert om kracbt en
eerijjkheid en breedbeid in den strijd. Zoo
heeft men Kalff geeerd, toen hij als leider van
een groot bedrijf, wetend wat al arbeid daar
werd verricht en in het voile besef, dat alle
kracbten menschen waren. Zooals hij, die
aanspraak had op waardeering, tocb stand
hleld tegen welken eisch ook, als zijn oecono-
mlscb inzicht bet hem gebood, zoo werd bij
ook geeerd, toen hij in booge plichtsbetrach-
ting den zwaren arbeid op zich bad genomen,
waartoe de Kroon hem riep. Steeds zagen
vriend en tegenstander hem als een nobel
strijder voor bet beginsel, dat bij warm beleed.
Zijn vaderland blijft hem gedenken als een
trouwe dienaar van het algemeen belang. God
schenke rijkelijk de gave zijner troost aan hen,
die hem het naaste stonden.
Minister-president Colijn zeide vervolgens
mede namens zijn ambtgenooten:
Moge ik beginnen met dank voor de waar-
deerende woorden, door den voorzitter gespro-
ken. Terecht is daarin gezegd, dat bet land
veel in den beer Kalff verliest. Met onafge-
broken toewijding heeft hij in de bijna twee
jaren van zijn ministerscbap zich gewijd aan
do belangen van land en volk, en daarbij is
bij voor ons, ambtgenooten, een man geweest,
met wien samenwerken een groot genoegen
beteekende. Zijn breedbeid van blik en zijn
krachtige eigen overtuiging bebben gemaakt,
dat wij in dien tijd met vrucht hebben samen-
gearbaid. Zijn heengaan is voor het land een
gtooi verlies, evenals voor zijn ambtgenooten.
Wij zullen hem blijven gedenken als vriend en
ambtgenoot, met wien wti bebben samenge-
werkt tot alier genoegen.
Hierna worden de afdeelingen getrokken.
Tot voorzitters der afdeelingen worden be-
noemd de heeren De Geer, Schouten, Albarda,
Aalberse en Bierema; en tot onder-voorzitters
de heeren Vliegen, Joekes, Fleskens, Bakker
en Van Dijk.
Indlsche begrooting.
Aan de orde is de Indische begrooting.
De heer Cramer (s.-d.) betoogt, dat de goe-
vemeur-generaal niet getoond heeft de recbte
man op de rechte plaats te zijn. Spr. betreurt,
dat tot directeur van oeconomische zaken een
oud-voorzitter van den Indischen ondememers-
bond is benoemd.
STEUN AAN DE SCHEEPVAAKT.
Naar bet „Volk" meldt, kan de indiening
van een algemeen steunplan voor de scheep-
vaart tbans spoedig worden tegemoetgezien
Men noemt een totaal steunbedrag van onge-
veer f 6.000.000. De wflze van financiering van
dit plan is nog in overweging. Vast staat ecb-
ter, dat het geld zal moeten worden gevonden
door de besparingen, die in het groote bezui-
nigingsplan van de regeering worden vervat.
In zooverre is de indiening van het steunplan
ten nauwste verbonden aan die van het sa-
neeringsplan voor de rijksfinamcien.
41)
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
(Vervolg.)
KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Naar de N. R. Crt. ter oore komt, over-
weegt de regeering de intrekking van de uit-
keeringen van het Rijk aan de gemeenten ten
behoeve van den keuringsdienst van waren.
Zij verwijst ook naar een artikel in Voeding
en Hygiene van December, waarin de redac-
teur, Dr. A. van R(aalte), melding maakt van
bet gerucht, dat de regeering de buitenwer-
kingstelling van de warenwet in emstige over
weging heeft genomen.
Op de rijksbegrooting voor 1934 bad de re
geering den post oontrole op de naleving van
de warenwet van 835.000 verlaagd tot
485.000.
UITVOERING LOTERIJWET.
In artikel 3 der Loterijwet is geregeld voor
welke loterijen burgemeester en wethouders of
de Minister van Justitie toestemming kunnen
verleenen. Deze loterijen moeten uitsluitend
strekken tot een liefdadig doel of bevordering
van wetenscbap, kunst of een ander algemeen
belang. Het is begrijpelijk, dat er in den loop
der jaren al heel wat te doen is geweest over
wat verstaan moet worden onder liefdadig
doel en bevordering van wetenscbap, kunst of
ander algemeen belang.
Dezer dagen heeft de Kroon een beslissing
genomen, waarbij een besluit van burgemees
ter en wethouders van Zaltbommel is vernie-
tigd wegens strijd met de wet. Genoemd col
lege van burgemeester en wethouders bad bij
besluit van 15 November 1934 aan de tijdeljjke
winkeliersvereeniging aldaar ter gelegenheid
van Sint Nicolaas toestemming verleend tot
bet aanleggen en houden van een loterij. De
te Zaltbommel gevestigde winkeliers zouden de
loten inkoopen en gratis verstrekken aan het
publiek bij den aankoop van winkelwaren. Van
de door de vereeniging te ontvangen gelden
kwam 23/25 deel in aanmerking voor bestrij-
ding van onkosten en bet restant zou worden
afgedragen aan bet plaatselijk crisiscomitd.
De Kroon vernietigde de gegeven toestem
ming op grond, dat de onderwerpelijke loterij
strekt ter bevordering van den omzet en de
financieele belangen der plaatselijke winke
liers, en dus ten bate van het particulier be
lang, waaraan niet afdoet het feit, dat een
klein gedeelte der te verwachten opbrengst
aan een liefdadige instelling is toegezegd.
Wij vonden York bij den tngang van bet
paviljoen, blozend van opwinding en schitte
rend in zjjn rood en gele sportblouse. Ik stelde
hem Billy voor als den heer, die mij tegen de
stroopers in het moeras bad bescbermd, en
van dit onderwerp afstappend, feliciteerden
wjj York met zijn bebaalde overwinning.
„Jelui bent de helden van den dag", riep ik
met de hand wuivend naar een groepjd onder
de boomen, waarna York wegslenterde met de
bewering, dat hij bizonder slecht gespeeld en
veel pech bad gehad. Billy en ik vervolgden
onzen weg en vonden aan de andere zijde
achter het veld een verlaten bank, waarop
wij ons nederzetten.
„Geen slecht nieuws, hoop ik, Billy?" vroeg
ik nieuwsgierig.
,,'t Is niet brjzonder opvroolijkend", ant
woordde hij met emstige stem. ,,Ik vrees
dat je dametje in een vuilen boel verzeild ge-
raakt is".
Mijn hart scheen in te krimpen.
„Er is echter nog ndets emstigs aan de
band", llet hij er vlug op volgen, „maar die
scbavuiten op „de Hollies" hebben op de een
of andere wijze ontdekt, dat zij gisteren een
onderhoud met jou heeft gebad en als ik mij
niet sterk vergis, hebben zij haar opgesloten"
„Hoe kon je dat alles te weten komen?'
vroeg ik.
„Door het raam", zei Billy. „Als bet een
weinig wij der open gestaan had, zou ik veel
meer gehoord hebben, maar die Zuid-Ameri
kanen schijnen bang voor een beetje versche
tuoht". Hij stak zijn prjp aan en blies gedu-
SLECHTS
UPERPAK
"Mill
Inge/.. Med.)
rende eenige oogenblikken zware tabakswol-
ken de lucbt in. „Ik klom tegen de afvoer-
pijp op. Het was even gemakkelijk, als uit
een boom te vallen".
„Je bent een kraan, Billy", zei ik met
warmte. ,,Wat zeiden ze eigenlijk".
„Ja, je weet, boe die kerels koeterwalen
half Spaansch, half Engelscb en allemaal
tegelijk. Zoover ik er uit wijs kon worden
ik hing maar los tegen die pvjp aan bad
iemand hun een boodschap gezonden, dat jjtj
en Mercia dien middag samen badden door-
gebracbt. Zij waren er verduiveld woest over
en scbenen er over te beraadslagen, wat zij
met baar zouden doen. Die vent, die jou dat
prikje heeft gegeven, was helsch. Als hij bad
moeten beslissen, bad ik voor haar leven geen
cent gegeven, maar gelukkig is die ,,huis-
knechtvergiftiger" de baas daar. Hij beval,
dat er op 't oogenblik geen geweld gebruikt
mocht worden, en de anderen legden zich bij
zijn beslissing neer".
,,Dat is zijn geluk", zei ik norscb.
Billy knikte. „Dat is het zeker", zei hij.
„Als zjj tot een andere beslissing zouden zijn
gekomen, geloof ik, dat ik ze alien zou hebben
doodgeschoten. Ik had mijn geweer bij mij.
Toen het echter anders afliep, oordeelde ik
bet beter, om de executie maar uit te stellen".
„Dat zal misschien geen lang uitstel zijn",
verklaarde ik. „Wij moeten Mercia daar van-
avond nog vandaan halen, het gaat, hoe het
gaat".
,,Ja", beaamde Billy zacbt. ,,Ik geloof, dat
de tijd is gekomen, dat wij moeten ingrijpen.
Zeg. heb jjj nog nieuws?"
Zonder veel woorden te v^rspillen, ver-
baalde ik hem mijn gesprek mtet Mercia en
tevens van het geheimzinnige telegram, dat
Maurice had ontvangen.
„Allemachtig!" zei hij, terwijl hij mtj aan-
dachtlg gadesloeg, „dat brengt iets meer licht
in de zaak. Verbeeld je, dat Northcote, die
vervloekte schurk van een Prado is. lie heb
altijd gehoord, dat hij een Engelschman was,
maar ik heb het nooit geloofd. Geen wonder,
dat je zoo onpopulair bent, oude jongen".
WOLKEN BOVEN GENEVE.
De incidenten, die telkens voorvallen tus-
schen Abessiniers en Italianen op de grens
van Italiaansch Somaliland leveren schrijft
de N. R. Crt. bij het verscbil van krachten,
misschien geen emstig gevaar voor een ern-
stigen oorlog op, maar zeer zeker gevaar voor
complicaties, die voor Europa nog bedenke-
lijker kunnen blijken dan voor Noord-Afrika.
Dat men te Rome wat militair misbaar
maakt -anders kunnen wij het niet noemen
is op zich zelf niet zoo gevaarlijk. Het
tegenwoordig Italie hqudt van dergelijk ver-
toon, in woord en daad. 'Het moet zijn biceps
nog opizetten om aan zich zelf te kunnen ge-
looven. Men doet mi reeds uit Rome zijn
best, om de eerste inarukken te verzwakken.
Desniettemin lijkt het ons wat overluidruch-
tig, dat oproepen van militieplichtigen, die
nog maar kort geledep naar huis waren ge
zonden. Waarvoor was dat noodig? Men zal
zeggen: De herinnering aan Adoea, waar in
1896 bet leger van geperaal Baratieri vernie-
tigd werd, is een waajrschuwing voor de Ita
lianen, om de Abessinier3 niet te onderschat-
ten. Maar tenslotte had Baratieri niet meer
dan een goede 13.000 man onder zijn bevel,
beging hij allerlei fouten en vocht hij, wat bet
voornaamste verschil uitmaakt, onder heel
andere omstandigheden. Een ten deele primi-
tief gewapend leger, slechts zeer spaarzaam
uitgeiust met mbderne oorlogsmiddelen, kan
in woestijngebied niet meer vechten tegen een
hevig gemechaniseerde krijgsmacht en tegen
een luchtvloot, gelijk de Italianen bezitten.
De woestijn, in 1896 de beste verdediging der
Abessiniers, wordt bun nu tot nadeel. Hoe
is een opmarscb daar mogelijk tegen de Ita
lianen, zonder, of bijna zonder middelen om
aanvallen uit de lucbt af'te weren? Abessi
niers voor zoover zjj ontwikkeld genoeg zijn
om de gevaren te overzien, zullen beseffen,
dat zij niet tegen de Italianen kunnen vech
ten. En de stammen, die deze ontwikkeling
missen, zijn met kleine middeleD in bedwang
te houden. Als wij in Italie ook maar van
de bescbeidenste maatregelen van mobilisatie
hooren spreken, op een oogenblik waarop Ita
lie op beteren voet staat met zijn buren in
Europa dan in jarc het geval is geweest,
lijkt ons dat van een zenuwachtigheid of van
een behoefte aan luidruchtig dreigen te ge-
tuigen, die ons bezwaariijk bewondering kun
nen afdwingen.
Het zou zeer begrijpelijk zijn, als de Ita
lianen zich politiek niet al te vast in bun
schoenen voelden. Abessinie is lid van den
Volkenibond, kan de Europeesche groote
mogenabeden aan: hun jasje trekken, teneinde
hen te nopen toe te zien; dat aan dit lid recht
geschiedt. Misschien zouden Engeland en
Frankrijk niet geestdriftig gestemd zijn voor
deze taak, maar de Volkenoond is voor hen
in bet bijzonder voor Frankrijk nu een
zaak van z66 groot gewicht, dat zjj niet kun
nen spelen met zijn prestige. ,,Niets een-
voudiger dan dit", zal misschien de lezer op-
merken. „De Abessiniers hebben Italiaansche
grensposten aangetast, reeds eenige malen
achter elkaar. Vclgens de rechtsbeginselen
en methoden van den Volkenbond moet deze
kwestie dus gemakkelijk tot bevrediging van
de Italianen te regelen zjjn. De souvereini-
teit, die de Volkenbond zijn leden waarborgt,
kan niet zoover gaan, dat buren van Abes
sinie geduldig de bloedige gevolgen moeten
dragen van bet gebrek aan macbt der regee
ring te Addis Aleba over de rooverstammen
in het grensgetoied. Hebben niet de Fran-
schen er ook juist last van gehad?"
Als men zekerheid had, dat de zaken pre-
cies 7.66 stonden, hoefde men zich inderdaad
niet ongerust te maken. Een gevaar, waar-
mede men een oogenblik meende rekening te
moeten houden, is voorloopig niet waar geble-
•ken: Italie maakt den indruk, geen plan te
hebben zjjn aanslagen op de zelfstandigheid
van Abessinie te hervatten. Maar een poli
tiek van bescbeidener strekking, die onder bet
statuut van Geneve al evensmm te dulden is,
kan heel goed door de Italianen worden na-
gestreefd. Rome heeft „gewanfooft" dat bij
het eerste incident eenige Engelschen als ge-
tuigen ter plaatse waren. En wat voor En
gelschen! Zij waren zoo bevoegd tot oordee-
Ien als eenig Europeaan kan zijn. Zij maak-
ten deel uit van een commissie. die tot taak
heeft de grens tusscben Abessinie en Britsch
Somaliland af te bakenen. Zij waren dus ge
wapend met het gezag van betrouwbaarheid
van officieel uitgezonden Britten en van bij-
zondere kenners van de politieke aardrijks-
kundige problemen, die in die streek zoo nete-
lig zijn als ergens ter wereld. Zij hebben te
Geneve getuigenis afgelegd, en dat getuigenis
was geheel ten nadeeie van de Italianen.
Men heeft reeds lang den indruk kunnen
krijgen dat het geharrewar aan de Abessini-
scbe grens feitelijk een strijd is om bronnen
en goede weideplaatsen, die de Italianen, met
allesbehalve vaststaand recht, voor zichzelf
opeiscben. Men kan in onzekerheid verkeeren
of de Italiaansche grensposten, die nu door
ongeregelde Abesinische krijgslieden aange-
vallen zijn, wel aan den goeden kant van de
grens liggen. Onzijdig onderzoek ter plaatse
zou ten nadeeie van de Italianen kunnen uit-
vallen, en dat ware, zoowel uit een practisch
oogpunt als voor bet prestige van Italie, niet
gewenscht. Vandaar de slag met de vuist op
de tafel, die vaak meer een geliefkoosd dan
weloverwogen gebaar van dictatoren is. Het
kan werkelijk onprettig worden.
Onprettig, zooals gezegd, in het bijzonder
voor Europa, waar men op het oogenblik al-
lerminst behoefte heeft aan Volkenbondcrisis-
sen. Men is nu zoo goed op weg, om goede
samenwerking tusscben de Europeesche mo-
gendheden tot stand te brengen. Buiten
Duitscbland lijkt ieder tevreden met den Vol
kenbond. Als deze de Italianen echter dwars
gaat zitten, zullen zij het niet aan hun eigen
beleid, maar aan de gebreken van het insti-
tuut van Geneve wijten. Wij moeten daarom
vuriglijk hopen, dat de Italianen bet recht
aan hun kant hebben, opdat zij tevreden kun
nen blijven met den Volkenbond! Anders kan
het weer uitraken met de eensgezindheid, die
men nu bezlg was moeizaam tot stand te
brengen. Berlijn zal daarom op het oogen
blik met bijzondere belangstelling de gebeur-
tenissen betreffende Abessinie volgen. Daar-
uit kunnen immers nieuwe mogelijkheden
ontstaan voor zijn, den Volkenbond niet wel-
gezinde, politiek.
Wij wilden hier een besChouwing aan vast-
j knoopen, die wij reeds lang op het hart heb-
ben. Verleden jaar heette het, dat de Vol
kenbond niets was en op sterven lag. Sedert
de gebeurtenissen van December echter is er
opeens weer groote waardeering ontstaan
voor de daden van den Bond. Het is allebei
even onjuist. De Volkenbond doet geen daden,
en de Volkenbond bereikt geen resultaten.
Met den Volkenbond doet men goede daden
of doet men niets, met den Volkenbond be
reikt men iets. Deze is niet meer dan een
instrument, waarvan de mogendheden zich
kunnen bedienen, of dat zij terzijde kunnen
laten, al naar hetgeen zij als hun eigenbelang
beschouwen al dan niet over hun verantwoor-
delijkheidsgevoel zegeviert. Zooals wij dezer
dagen boorden opmerken: De Volkenbond is
als een electrische geleiding: laat men er
stroom doorloopen, dan kan men er wonderen
mee doen, doet men dat niet, dan is zij een
dood stuk ijzerdraad. Men kan, als men wil,
de draad niet gebruiken, zooals ieder instru
ment, of voor iets verkeerds gebruiken. Maar
dat er een leiding is, is in ieder geval een
zegen, telkens als men haar gebruiken wil;
„Ik wou, dat ik maar wist, boe bij ontsnapt
is en wat die helsebe „Bond" is, die op zijn
leven loert", zei Ik.
Billy glimlachte. ,,Een man als Prado", zei
hg ironisch, ,,is lioogstwaa rschijnl ijk niet
thuis, wapneer het volk van plan is, zijn paleis
in de lucht te laten vliegen. Ik zou bet niets
vreemd vinden, als hij bet zelf bad gedaan
en van de gelegenheid gebruik gemaakt, om
van vaderland te vferanderen. Wat de ,,Bond"
betreft nu, je-waabeven goed als ik, boe het
er in de vulcanische kleine Zuid-Amerikaan-
sche staatjes toegaat. Prado behoorde waar-
schijnlijk tot een of ander geheim genootschap,
dat hem hielp Solano te vermoorden en den
presidentzetel te beklimmen; en toen hij baas
was, beschuldigde bij hen. Zij moeten wel
ernstige reden hebben, dat zij hem over den
gebeelen aardbol achter na jagen".
„Nu, ernstige redenen of niet, ik bEial Mer
cia vanavond uit dat huis. Ik zal niet rusten
alvorens zjj veilig en wel bij Tregattock is".
„Je kan op mij rekenen", zed Billy eenvoudig.
„Hoe zullen wij het aanleggen?"
Ik dacht even na. „Wij zullen het voor-
beeld van Maurice- volgen", zei ik. „Jij gaat
terug naar Woodford en zendt mij tegen vijf
uur een telegram, dat ik onmiddellijk naar
Londen moet komen. Dat is een gezonde
reden tot vertrek.: Ik zal hun zeggen, dat ik
met de auto ga en dan kom ik, en ontmoet
je in „de Ploeg".
Billy knikte. „Je bebt gelijk", zei hij. ,,Ik
zal zien of de auto in orde is. Toen schok-
schouderde hij lachend.
,W\j moeten eens een gezellig avondje beb
ben", voegde hij er bij, terwijl hij! zich ver-
kneukeld de handen wreef.
,,'t Zijn zaken en geen pretjes, Billy en wij
moeten niet vechten, als wij Mercia zonder
dat mee kunnen krijgen".
„Daar bestaat bedroefd weinig kans voor",
merkte Billy op. „Ik zie dien giftmenger haar
al heel vriendelijk aan je presenteeren en jelui
zijn zegen geven. En jij
,.Hij kan zelf kiezen", antwoordde ik.
Er volgde een korte stilte. „En wat doen
wij verder als wij in Londen komen?" vroeg
Billy.
Ik haalde mijn schouders op. „Het is niet.
goed, van te voren plannen te maken. De
mensch wikt en mijnbeer Guarez beschikt.
Het eenige, wat ik voornemens ben is, dat ik
dit avontuur niet opgeef voor de drie weken
om zijn. Zij hebben mij nu kwaad gemaakt
en bovendien heb ik mijn woord aan North
cote gegeven".
Billy knikte. ,,En Milford is er ook nog".
..Milford was er", zei ik. „En dat is een
reden te m,eer, om in Park-Lane te blijven.
Die geschiedenis moeten wij tot klaarheid
brengen, boe het ook gaat." Toen zweeg ik.
,,Ik zou ook graag een spaak in bet wiel van
Sangatte willen steken, als ik kon", voegde
ik er peinzend bij.
,,Nu, wij zullen maar niet somber worden",
zei Billy glimlaehend. ,,Ik geloof, dat het 't
beste zal zijn, dat ik mijn kamerhuur opzeg
en mijn kamp in Park-Lane op sla."
„Ja, natuurlijk", zei ik. ,,Je bent tocb niet
van plan mij te verlaten, voor alles is afge-
loopen? Wie zou ik liever bij mij hebben als
bruidsjonker, dan mijn besten vriend?"
„Zeer veel eer voor mij", antwoordde Billy.
„Toch geloof ik, dat ik meer aanleg heb voor
dcodgraver."
Toen hij zich tot die opvroolijkende waardig-
heid promoveerde, zag ik plotseling sir George
en miss York in onze nabijbeid aankomen.
Dat is dan zoo afgesproken, Billy", zei ik
haastig. „Jij houdt de auto gereed en zendt
mij het telegram en dan kom ik tegen zeven
uur in ,.de Ploeg".
Hij knikte en wij stapten verder, voo? de
andere twee ons bereikten.
„Wij zijn gestuurd, om U terug te halen",
riep miss York ons toe. „Heeren zijn in onze
krmgen vrij schaarsch, dus U moet niet ego-
istisch zijn."
,,York heeft zich kranig gehouden, niet
waar", zei sir George, „prachtig was dat laat-
ste scbot van hem!"
,,Buitengewoon mooi", zed ik met gemaakt'
opgewondenheid, terwijl Billy zich wijselijk
MAAR
Douwe Egberts Echte friesche -Heeren-Baa> e«
Baiti-Tabak. NederUnds geurigste pijp^abak.
(Ing. Med.)
zooals in December weer gebleken is. Wie
opruiming ervan bepleit, bepleit terugkeer tot
den toestand van 1914. Had de leiding er
toen echter gelegen, dan zouden de staats-
lieden van die dagen zeker niet hebben ver-
zuimd baar te gebruiken. Met den Volken
bond kan men rampen afwenden, mits de
mentaliteit der handelende regeeringen zich
daarvoor leent. Wie wegens tijdelijke afwij-
kingen van die mentaliteit den Volkenbond
wil opruimen, is als degeen, die bet afschaffen
van de reddingsboot bepleit, omdat een red
ding niet is gelukt.
Gisteren reden twee marechauss£e's der
brigade te Ter Neuzen met den onlangs alhier
gestationneerden motor met zijspan over den
weg langs het kanaai, toen zij ter hoogte der
losplaats van den Goesschenpolder moesten
uitwijken voor een hen tegemoetkomenden
wagen. Bij het remmen begon bet motor-
rijwiel te slippen en gleed van den weg over
den zijkant in bet kanaai. De manschappen
waren spoedig op het droge, terwijl met be-
hulp van terstond toegeloopen mannen het
motorrijwiel met zijspan ook spoedig op den
wal was getrokken.
LIBERALE KIESV EREENIGIN G
„DE VRIJHEID".
De algemeene vergadering dezer vereeniging;
op Maandag 11 Februari was tamelijk goed
bezocht.
De voorzitter, de heer L. J. Geelboedt,
memoreerde in zijn openingswoord de slechte
algemeene toestand, door de crisis geschapen
en sprak de hoop uit, dat het jaar 1935 een
kentering ten goede moge brengen.
Verder uitte hij de beste wenschen voor de
leden en hunne gezinnen.
De notulen werden onveranderd vastgestekt.
Het jaarverslag, waarin de voornaamste
zaken op politiek gebied waren weergegeven
met een goedkeurend glimlachje vergenoegde.
Wij slenterden met z'n vieren terug naar de
v(jf stoelen onder de boomen, waar York aan
tante Mary en Lady Baradell eenige interes-
sante bijzonderheden over den loop van den
wedstrijd mededeelde.
„U blijft tocb bij ons lunchen, mijnheer Lo
gan?" vroeg de hartelijke gastvrouW. ,,Wij
dekken de tafel bij deze gelegenheid altijd voor
een ombepaald aantal gasten."
„Dat klinkt werkelijk verbazend boopvot"
zei ik lachend, toen Billy gaame van de uit-
noodiging gebruik maakte, met de woorden:
„Ik heb e^n speciale voorliefde voor dergelijke
limcheu. Niets wekt meer den eetlust op dan
het gadeslaan van menschelijke inspasming."
„Wat een uitstekende eetlust zal U dan wel
moeten hebben, mijnbeer Northcote", zei miss
Vane hierop met een ondeugend laebje.
Lady Baradell lacbte ook, maar droogjes.
,,Een uitstekende eetlust", herbaalde zij; „maar
getemperd door een strengen geest van zelf-
beheerscbing. Daarom is hij zoo welvarend",
voegde zij er kwijnend aan toe.
Terwijl zij nog sprak, klonk de gonjg en be-
gaven alien ziob naar de eetzaal.
Een cricketlunch wijkt zoo weinig van een
andere lunch af, dat ik my ontbouden zal van
een beschrijving; alleen dien ik te zeggen, dat
ik, op verzoek van tante Mary, mfl aan het.
hoofd van de tafel plaatste en zoo goed e»
kwaad het ging, de honneurs waamam
Na afloop verspreidden zich de gasten Om
den schijn te vermijden te familiaarvmet Billy
te zijn, liet ik hem bij Lady Baradell en de
andere dames, terwijl ik met sir George in
den turn ging wandelen. Billy, die gaame met
dames babbelt, scheen met mijn regeling zeer
tevreden en het was reeds half vier toen hij
opstond en afscheid nam.
,,Korrit U nog eens terug, mijnheer Logan
vroeg tante Mary welgemeend. ,,Mijn neef
komt morgen weer terug en het zal hem ver-
heugen, met U kennis te mogen maken"
(Wordt vervolgd.^