ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN D #E IN DE PUP LOTEQIJ,. No. 9260 WOENSDAG 13 FEBRUARI 1935 7 5e Jaargang Binnenland Feuilleton De man van Nergenshuizen Buitenland m i er„ in de EERSTE BLAD VEEL SCHOON GOED VOOR WEINIG GELO I TER NEUZEN, 13 FEBRUARI 1935 GOED AFGELOOPEN. HSMunu** JTI NEUZENSCHE COURANT A BON N EMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuizen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaiing fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abounementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaiing. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. it) <S22 ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst 66n dag voor do ultgave. DIT BLAD VEBSCHIJNT IEDEBEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. TWEEDE KAMEK. Vergadering van Dinsdag. Herdenldng Minister Kalff. By den aanvang van de vergadering heeft de voorzitter, Jhr. Ruys de Beerenbrouck, de volgende rede gehouden over wijlen Minister Kalff: Het wordt niet dikwijls bereikt, alleen ge- liefd te zijn bij ben, wier geest men volgt, wier woord men spreekt, wier wenscb men goedkeurt en vervult. Dan wbl hoog staat bij, dien ook de tegenstander eert om kracbt en eerijjkheid en breedbeid in den strijd. Zoo heeft men Kalff geeerd, toen hij als leider van een groot bedrijf, wetend wat al arbeid daar werd verricht en in het voile besef, dat alle kracbten menschen waren. Zooals hij, die aanspraak had op waardeering, tocb stand hleld tegen welken eisch ook, als zijn oecono- mlscb inzicht bet hem gebood, zoo werd bij ook geeerd, toen hij in booge plichtsbetrach- ting den zwaren arbeid op zich bad genomen, waartoe de Kroon hem riep. Steeds zagen vriend en tegenstander hem als een nobel strijder voor bet beginsel, dat bij warm beleed. Zijn vaderland blijft hem gedenken als een trouwe dienaar van het algemeen belang. God schenke rijkelijk de gave zijner troost aan hen, die hem het naaste stonden. Minister-president Colijn zeide vervolgens mede namens zijn ambtgenooten: Moge ik beginnen met dank voor de waar- deerende woorden, door den voorzitter gespro- ken. Terecht is daarin gezegd, dat bet land veel in den beer Kalff verliest. Met onafge- broken toewijding heeft hij in de bijna twee jaren van zijn ministerscbap zich gewijd aan do belangen van land en volk, en daarbij is bij voor ons, ambtgenooten, een man geweest, met wien samenwerken een groot genoegen beteekende. Zijn breedbeid van blik en zijn krachtige eigen overtuiging bebben gemaakt, dat wij in dien tijd met vrucht hebben samen- gearbaid. Zijn heengaan is voor het land een gtooi verlies, evenals voor zijn ambtgenooten. Wij zullen hem blijven gedenken als vriend en ambtgenoot, met wien wti bebben samenge- werkt tot alier genoegen. Hierna worden de afdeelingen getrokken. Tot voorzitters der afdeelingen worden be- noemd de heeren De Geer, Schouten, Albarda, Aalberse en Bierema; en tot onder-voorzitters de heeren Vliegen, Joekes, Fleskens, Bakker en Van Dijk. Indlsche begrooting. Aan de orde is de Indische begrooting. De heer Cramer (s.-d.) betoogt, dat de goe- vemeur-generaal niet getoond heeft de recbte man op de rechte plaats te zijn. Spr. betreurt, dat tot directeur van oeconomische zaken een oud-voorzitter van den Indischen ondememers- bond is benoemd. STEUN AAN DE SCHEEPVAAKT. Naar bet „Volk" meldt, kan de indiening van een algemeen steunplan voor de scheep- vaart tbans spoedig worden tegemoetgezien Men noemt een totaal steunbedrag van onge- veer f 6.000.000. De wflze van financiering van dit plan is nog in overweging. Vast staat ecb- ter, dat het geld zal moeten worden gevonden door de besparingen, die in het groote bezui- nigingsplan van de regeering worden vervat. In zooverre is de indiening van het steunplan ten nauwste verbonden aan die van het sa- neeringsplan voor de rijksfinamcien. 41) door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) (Vervolg.) KEURINGSDIENST VAN WAREN. Naar de N. R. Crt. ter oore komt, over- weegt de regeering de intrekking van de uit- keeringen van het Rijk aan de gemeenten ten behoeve van den keuringsdienst van waren. Zij verwijst ook naar een artikel in Voeding en Hygiene van December, waarin de redac- teur, Dr. A. van R(aalte), melding maakt van bet gerucht, dat de regeering de buitenwer- kingstelling van de warenwet in emstige over weging heeft genomen. Op de rijksbegrooting voor 1934 bad de re geering den post oontrole op de naleving van de warenwet van 835.000 verlaagd tot 485.000. UITVOERING LOTERIJWET. In artikel 3 der Loterijwet is geregeld voor welke loterijen burgemeester en wethouders of de Minister van Justitie toestemming kunnen verleenen. Deze loterijen moeten uitsluitend strekken tot een liefdadig doel of bevordering van wetenscbap, kunst of een ander algemeen belang. Het is begrijpelijk, dat er in den loop der jaren al heel wat te doen is geweest over wat verstaan moet worden onder liefdadig doel en bevordering van wetenscbap, kunst of ander algemeen belang. Dezer dagen heeft de Kroon een beslissing genomen, waarbij een besluit van burgemees ter en wethouders van Zaltbommel is vernie- tigd wegens strijd met de wet. Genoemd col lege van burgemeester en wethouders bad bij besluit van 15 November 1934 aan de tijdeljjke winkeliersvereeniging aldaar ter gelegenheid van Sint Nicolaas toestemming verleend tot bet aanleggen en houden van een loterij. De te Zaltbommel gevestigde winkeliers zouden de loten inkoopen en gratis verstrekken aan het publiek bij den aankoop van winkelwaren. Van de door de vereeniging te ontvangen gelden kwam 23/25 deel in aanmerking voor bestrij- ding van onkosten en bet restant zou worden afgedragen aan bet plaatselijk crisiscomitd. De Kroon vernietigde de gegeven toestem ming op grond, dat de onderwerpelijke loterij strekt ter bevordering van den omzet en de financieele belangen der plaatselijke winke liers, en dus ten bate van het particulier be lang, waaraan niet afdoet het feit, dat een klein gedeelte der te verwachten opbrengst aan een liefdadige instelling is toegezegd. Wij vonden York bij den tngang van bet paviljoen, blozend van opwinding en schitte rend in zjjn rood en gele sportblouse. Ik stelde hem Billy voor als den heer, die mij tegen de stroopers in het moeras bad bescbermd, en van dit onderwerp afstappend, feliciteerden wjj York met zijn bebaalde overwinning. „Jelui bent de helden van den dag", riep ik met de hand wuivend naar een groepjd onder de boomen, waarna York wegslenterde met de bewering, dat hij bizonder slecht gespeeld en veel pech bad gehad. Billy en ik vervolgden onzen weg en vonden aan de andere zijde achter het veld een verlaten bank, waarop wij ons nederzetten. „Geen slecht nieuws, hoop ik, Billy?" vroeg ik nieuwsgierig. ,,'t Is niet brjzonder opvroolijkend", ant woordde hij met emstige stem. ,,Ik vrees dat je dametje in een vuilen boel verzeild ge- raakt is". Mijn hart scheen in te krimpen. „Er is echter nog ndets emstigs aan de band", llet hij er vlug op volgen, „maar die scbavuiten op „de Hollies" hebben op de een of andere wijze ontdekt, dat zij gisteren een onderhoud met jou heeft gebad en als ik mij niet sterk vergis, hebben zij haar opgesloten" „Hoe kon je dat alles te weten komen?' vroeg ik. „Door het raam", zei Billy. „Als bet een weinig wij der open gestaan had, zou ik veel meer gehoord hebben, maar die Zuid-Ameri kanen schijnen bang voor een beetje versche tuoht". Hij stak zijn prjp aan en blies gedu- SLECHTS UPERPAK "Mill Inge/.. Med.) rende eenige oogenblikken zware tabakswol- ken de lucbt in. „Ik klom tegen de afvoer- pijp op. Het was even gemakkelijk, als uit een boom te vallen". „Je bent een kraan, Billy", zei ik met warmte. ,,Wat zeiden ze eigenlijk". „Ja, je weet, boe die kerels koeterwalen half Spaansch, half Engelscb en allemaal tegelijk. Zoover ik er uit wijs kon worden ik hing maar los tegen die pvjp aan bad iemand hun een boodschap gezonden, dat jjtj en Mercia dien middag samen badden door- gebracbt. Zij waren er verduiveld woest over en scbenen er over te beraadslagen, wat zij met baar zouden doen. Die vent, die jou dat prikje heeft gegeven, was helsch. Als hij bad moeten beslissen, bad ik voor haar leven geen cent gegeven, maar gelukkig is die ,,huis- knechtvergiftiger" de baas daar. Hij beval, dat er op 't oogenblik geen geweld gebruikt mocht worden, en de anderen legden zich bij zijn beslissing neer". ,,Dat is zijn geluk", zei ik norscb. Billy knikte. „Dat is het zeker", zei hij. „Als zjj tot een andere beslissing zouden zijn gekomen, geloof ik, dat ik ze alien zou hebben doodgeschoten. Ik had mijn geweer bij mij. Toen het echter anders afliep, oordeelde ik bet beter, om de executie maar uit te stellen". „Dat zal misschien geen lang uitstel zijn", verklaarde ik. „Wij moeten Mercia daar van- avond nog vandaan halen, het gaat, hoe het gaat". ,,Ja", beaamde Billy zacbt. ,,Ik geloof, dat de tijd is gekomen, dat wij moeten ingrijpen. Zeg. heb jjj nog nieuws?" Zonder veel woorden te v^rspillen, ver- baalde ik hem mijn gesprek mtet Mercia en tevens van het geheimzinnige telegram, dat Maurice had ontvangen. „Allemachtig!" zei hij, terwijl hij mtj aan- dachtlg gadesloeg, „dat brengt iets meer licht in de zaak. Verbeeld je, dat Northcote, die vervloekte schurk van een Prado is. lie heb altijd gehoord, dat hij een Engelschman was, maar ik heb het nooit geloofd. Geen wonder, dat je zoo onpopulair bent, oude jongen". WOLKEN BOVEN GENEVE. De incidenten, die telkens voorvallen tus- schen Abessiniers en Italianen op de grens van Italiaansch Somaliland leveren schrijft de N. R. Crt. bij het verscbil van krachten, misschien geen emstig gevaar voor een ern- stigen oorlog op, maar zeer zeker gevaar voor complicaties, die voor Europa nog bedenke- lijker kunnen blijken dan voor Noord-Afrika. Dat men te Rome wat militair misbaar maakt -anders kunnen wij het niet noemen is op zich zelf niet zoo gevaarlijk. Het tegenwoordig Italie hqudt van dergelijk ver- toon, in woord en daad. 'Het moet zijn biceps nog opizetten om aan zich zelf te kunnen ge- looven. Men doet mi reeds uit Rome zijn best, om de eerste inarukken te verzwakken. Desniettemin lijkt het ons wat overluidruch- tig, dat oproepen van militieplichtigen, die nog maar kort geledep naar huis waren ge zonden. Waarvoor was dat noodig? Men zal zeggen: De herinnering aan Adoea, waar in 1896 bet leger van geperaal Baratieri vernie- tigd werd, is een waajrschuwing voor de Ita lianen, om de Abessinier3 niet te onderschat- ten. Maar tenslotte had Baratieri niet meer dan een goede 13.000 man onder zijn bevel, beging hij allerlei fouten en vocht hij, wat bet voornaamste verschil uitmaakt, onder heel andere omstandigheden. Een ten deele primi- tief gewapend leger, slechts zeer spaarzaam uitgeiust met mbderne oorlogsmiddelen, kan in woestijngebied niet meer vechten tegen een hevig gemechaniseerde krijgsmacht en tegen een luchtvloot, gelijk de Italianen bezitten. De woestijn, in 1896 de beste verdediging der Abessiniers, wordt bun nu tot nadeel. Hoe is een opmarscb daar mogelijk tegen de Ita lianen, zonder, of bijna zonder middelen om aanvallen uit de lucbt af'te weren? Abessi niers voor zoover zjj ontwikkeld genoeg zijn om de gevaren te overzien, zullen beseffen, dat zij niet tegen de Italianen kunnen vech ten. En de stammen, die deze ontwikkeling missen, zijn met kleine middeleD in bedwang te houden. Als wij in Italie ook maar van de bescbeidenste maatregelen van mobilisatie hooren spreken, op een oogenblik waarop Ita lie op beteren voet staat met zijn buren in Europa dan in jarc het geval is geweest, lijkt ons dat van een zenuwachtigheid of van een behoefte aan luidruchtig dreigen te ge- tuigen, die ons bezwaariijk bewondering kun nen afdwingen. Het zou zeer begrijpelijk zijn, als de Ita lianen zich politiek niet al te vast in bun schoenen voelden. Abessinie is lid van den Volkenibond, kan de Europeesche groote mogenabeden aan: hun jasje trekken, teneinde hen te nopen toe te zien; dat aan dit lid recht geschiedt. Misschien zouden Engeland en Frankrijk niet geestdriftig gestemd zijn voor deze taak, maar de Volkenoond is voor hen in bet bijzonder voor Frankrijk nu een zaak van z66 groot gewicht, dat zjj niet kun nen spelen met zijn prestige. ,,Niets een- voudiger dan dit", zal misschien de lezer op- merken. „De Abessiniers hebben Italiaansche grensposten aangetast, reeds eenige malen achter elkaar. Vclgens de rechtsbeginselen en methoden van den Volkenbond moet deze kwestie dus gemakkelijk tot bevrediging van de Italianen te regelen zjjn. De souvereini- teit, die de Volkenbond zijn leden waarborgt, kan niet zoover gaan, dat buren van Abes sinie geduldig de bloedige gevolgen moeten dragen van bet gebrek aan macbt der regee ring te Addis Aleba over de rooverstammen in het grensgetoied. Hebben niet de Fran- schen er ook juist last van gehad?" Als men zekerheid had, dat de zaken pre- cies 7.66 stonden, hoefde men zich inderdaad niet ongerust te maken. Een gevaar, waar- mede men een oogenblik meende rekening te moeten houden, is voorloopig niet waar geble- •ken: Italie maakt den indruk, geen plan te hebben zjjn aanslagen op de zelfstandigheid van Abessinie te hervatten. Maar een poli tiek van bescbeidener strekking, die onder bet statuut van Geneve al evensmm te dulden is, kan heel goed door de Italianen worden na- gestreefd. Rome heeft „gewanfooft" dat bij het eerste incident eenige Engelschen als ge- tuigen ter plaatse waren. En wat voor En gelschen! Zij waren zoo bevoegd tot oordee- Ien als eenig Europeaan kan zijn. Zij maak- ten deel uit van een commissie. die tot taak heeft de grens tusscben Abessinie en Britsch Somaliland af te bakenen. Zij waren dus ge wapend met het gezag van betrouwbaarheid van officieel uitgezonden Britten en van bij- zondere kenners van de politieke aardrijks- kundige problemen, die in die streek zoo nete- lig zijn als ergens ter wereld. Zij hebben te Geneve getuigenis afgelegd, en dat getuigenis was geheel ten nadeeie van de Italianen. Men heeft reeds lang den indruk kunnen krijgen dat het geharrewar aan de Abessini- scbe grens feitelijk een strijd is om bronnen en goede weideplaatsen, die de Italianen, met allesbehalve vaststaand recht, voor zichzelf opeiscben. Men kan in onzekerheid verkeeren of de Italiaansche grensposten, die nu door ongeregelde Abesinische krijgslieden aange- vallen zijn, wel aan den goeden kant van de grens liggen. Onzijdig onderzoek ter plaatse zou ten nadeeie van de Italianen kunnen uit- vallen, en dat ware, zoowel uit een practisch oogpunt als voor bet prestige van Italie, niet gewenscht. Vandaar de slag met de vuist op de tafel, die vaak meer een geliefkoosd dan weloverwogen gebaar van dictatoren is. Het kan werkelijk onprettig worden. Onprettig, zooals gezegd, in het bijzonder voor Europa, waar men op het oogenblik al- lerminst behoefte heeft aan Volkenbondcrisis- sen. Men is nu zoo goed op weg, om goede samenwerking tusscben de Europeesche mo- gendheden tot stand te brengen. Buiten Duitscbland lijkt ieder tevreden met den Vol kenbond. Als deze de Italianen echter dwars gaat zitten, zullen zij het niet aan hun eigen beleid, maar aan de gebreken van het insti- tuut van Geneve wijten. Wij moeten daarom vuriglijk hopen, dat de Italianen bet recht aan hun kant hebben, opdat zij tevreden kun nen blijven met den Volkenbond! Anders kan het weer uitraken met de eensgezindheid, die men nu bezlg was moeizaam tot stand te brengen. Berlijn zal daarom op het oogen blik met bijzondere belangstelling de gebeur- tenissen betreffende Abessinie volgen. Daar- uit kunnen immers nieuwe mogelijkheden ontstaan voor zijn, den Volkenbond niet wel- gezinde, politiek. Wij wilden hier een besChouwing aan vast- j knoopen, die wij reeds lang op het hart heb- ben. Verleden jaar heette het, dat de Vol kenbond niets was en op sterven lag. Sedert de gebeurtenissen van December echter is er opeens weer groote waardeering ontstaan voor de daden van den Bond. Het is allebei even onjuist. De Volkenbond doet geen daden, en de Volkenbond bereikt geen resultaten. Met den Volkenbond doet men goede daden of doet men niets, met den Volkenbond be reikt men iets. Deze is niet meer dan een instrument, waarvan de mogendheden zich kunnen bedienen, of dat zij terzijde kunnen laten, al naar hetgeen zij als hun eigenbelang beschouwen al dan niet over hun verantwoor- delijkheidsgevoel zegeviert. Zooals wij dezer dagen boorden opmerken: De Volkenbond is als een electrische geleiding: laat men er stroom doorloopen, dan kan men er wonderen mee doen, doet men dat niet, dan is zij een dood stuk ijzerdraad. Men kan, als men wil, de draad niet gebruiken, zooals ieder instru ment, of voor iets verkeerds gebruiken. Maar dat er een leiding is, is in ieder geval een zegen, telkens als men haar gebruiken wil; „Ik wou, dat ik maar wist, boe bij ontsnapt is en wat die helsebe „Bond" is, die op zijn leven loert", zei Ik. Billy glimlachte. ,,Een man als Prado", zei hg ironisch, ,,is lioogstwaa rschijnl ijk niet thuis, wapneer het volk van plan is, zijn paleis in de lucht te laten vliegen. Ik zou bet niets vreemd vinden, als hij bet zelf bad gedaan en van de gelegenheid gebruik gemaakt, om van vaderland te vferanderen. Wat de ,,Bond" betreft nu, je-waabeven goed als ik, boe het er in de vulcanische kleine Zuid-Amerikaan- sche staatjes toegaat. Prado behoorde waar- schijnlijk tot een of ander geheim genootschap, dat hem hielp Solano te vermoorden en den presidentzetel te beklimmen; en toen hij baas was, beschuldigde bij hen. Zij moeten wel ernstige reden hebben, dat zij hem over den gebeelen aardbol achter na jagen". „Nu, ernstige redenen of niet, ik bEial Mer cia vanavond uit dat huis. Ik zal niet rusten alvorens zjj veilig en wel bij Tregattock is". „Je kan op mij rekenen", zed Billy eenvoudig. „Hoe zullen wij het aanleggen?" Ik dacht even na. „Wij zullen het voor- beeld van Maurice- volgen", zei ik. „Jij gaat terug naar Woodford en zendt mij tegen vijf uur een telegram, dat ik onmiddellijk naar Londen moet komen. Dat is een gezonde reden tot vertrek.: Ik zal hun zeggen, dat ik met de auto ga en dan kom ik, en ontmoet je in „de Ploeg". Billy knikte. „Je bebt gelijk", zei hij. ,,Ik zal zien of de auto in orde is. Toen schok- schouderde hij lachend. ,W\j moeten eens een gezellig avondje beb ben", voegde hij er bij, terwijl hij! zich ver- kneukeld de handen wreef. ,,'t Zijn zaken en geen pretjes, Billy en wij moeten niet vechten, als wij Mercia zonder dat mee kunnen krijgen". „Daar bestaat bedroefd weinig kans voor", merkte Billy op. „Ik zie dien giftmenger haar al heel vriendelijk aan je presenteeren en jelui zijn zegen geven. En jij ,.Hij kan zelf kiezen", antwoordde ik. Er volgde een korte stilte. „En wat doen wij verder als wij in Londen komen?" vroeg Billy. Ik haalde mijn schouders op. „Het is niet. goed, van te voren plannen te maken. De mensch wikt en mijnbeer Guarez beschikt. Het eenige, wat ik voornemens ben is, dat ik dit avontuur niet opgeef voor de drie weken om zijn. Zij hebben mij nu kwaad gemaakt en bovendien heb ik mijn woord aan North cote gegeven". Billy knikte. ,,En Milford is er ook nog". ..Milford was er", zei ik. „En dat is een reden te m,eer, om in Park-Lane te blijven. Die geschiedenis moeten wij tot klaarheid brengen, boe het ook gaat." Toen zweeg ik. ,,Ik zou ook graag een spaak in bet wiel van Sangatte willen steken, als ik kon", voegde ik er peinzend bij. ,,Nu, wij zullen maar niet somber worden", zei Billy glimlaehend. ,,Ik geloof, dat het 't beste zal zijn, dat ik mijn kamerhuur opzeg en mijn kamp in Park-Lane op sla." „Ja, natuurlijk", zei ik. ,,Je bent tocb niet van plan mij te verlaten, voor alles is afge- loopen? Wie zou ik liever bij mij hebben als bruidsjonker, dan mijn besten vriend?" „Zeer veel eer voor mij", antwoordde Billy. „Toch geloof ik, dat ik meer aanleg heb voor dcodgraver." Toen hij zich tot die opvroolijkende waardig- heid promoveerde, zag ik plotseling sir George en miss York in onze nabijbeid aankomen. Dat is dan zoo afgesproken, Billy", zei ik haastig. „Jij houdt de auto gereed en zendt mij het telegram en dan kom ik tegen zeven uur in ,.de Ploeg". Hij knikte en wij stapten verder, voo? de andere twee ons bereikten. „Wij zijn gestuurd, om U terug te halen", riep miss York ons toe. „Heeren zijn in onze krmgen vrij schaarsch, dus U moet niet ego- istisch zijn." ,,York heeft zich kranig gehouden, niet waar", zei sir George, „prachtig was dat laat- ste scbot van hem!" ,,Buitengewoon mooi", zed ik met gemaakt' opgewondenheid, terwijl Billy zich wijselijk MAAR Douwe Egberts Echte friesche -Heeren-Baa> e« Baiti-Tabak. NederUnds geurigste pijp^abak. (Ing. Med.) zooals in December weer gebleken is. Wie opruiming ervan bepleit, bepleit terugkeer tot den toestand van 1914. Had de leiding er toen echter gelegen, dan zouden de staats- lieden van die dagen zeker niet hebben ver- zuimd baar te gebruiken. Met den Volken bond kan men rampen afwenden, mits de mentaliteit der handelende regeeringen zich daarvoor leent. Wie wegens tijdelijke afwij- kingen van die mentaliteit den Volkenbond wil opruimen, is als degeen, die bet afschaffen van de reddingsboot bepleit, omdat een red ding niet is gelukt. Gisteren reden twee marechauss£e's der brigade te Ter Neuzen met den onlangs alhier gestationneerden motor met zijspan over den weg langs het kanaai, toen zij ter hoogte der losplaats van den Goesschenpolder moesten uitwijken voor een hen tegemoetkomenden wagen. Bij het remmen begon bet motor- rijwiel te slippen en gleed van den weg over den zijkant in bet kanaai. De manschappen waren spoedig op het droge, terwijl met be- hulp van terstond toegeloopen mannen het motorrijwiel met zijspan ook spoedig op den wal was getrokken. LIBERALE KIESV EREENIGIN G „DE VRIJHEID". De algemeene vergadering dezer vereeniging; op Maandag 11 Februari was tamelijk goed bezocht. De voorzitter, de heer L. J. Geelboedt, memoreerde in zijn openingswoord de slechte algemeene toestand, door de crisis geschapen en sprak de hoop uit, dat het jaar 1935 een kentering ten goede moge brengen. Verder uitte hij de beste wenschen voor de leden en hunne gezinnen. De notulen werden onveranderd vastgestekt. Het jaarverslag, waarin de voornaamste zaken op politiek gebied waren weergegeven met een goedkeurend glimlachje vergenoegde. Wij slenterden met z'n vieren terug naar de v(jf stoelen onder de boomen, waar York aan tante Mary en Lady Baradell eenige interes- sante bijzonderheden over den loop van den wedstrijd mededeelde. „U blijft tocb bij ons lunchen, mijnheer Lo gan?" vroeg de hartelijke gastvrouW. ,,Wij dekken de tafel bij deze gelegenheid altijd voor een ombepaald aantal gasten." „Dat klinkt werkelijk verbazend boopvot" zei ik lachend, toen Billy gaame van de uit- noodiging gebruik maakte, met de woorden: „Ik heb e^n speciale voorliefde voor dergelijke limcheu. Niets wekt meer den eetlust op dan het gadeslaan van menschelijke inspasming." „Wat een uitstekende eetlust zal U dan wel moeten hebben, mijnbeer Northcote", zei miss Vane hierop met een ondeugend laebje. Lady Baradell lacbte ook, maar droogjes. ,,Een uitstekende eetlust", herbaalde zij; „maar getemperd door een strengen geest van zelf- beheerscbing. Daarom is hij zoo welvarend", voegde zij er kwijnend aan toe. Terwijl zij nog sprak, klonk de gonjg en be- gaven alien ziob naar de eetzaal. Een cricketlunch wijkt zoo weinig van een andere lunch af, dat ik my ontbouden zal van een beschrijving; alleen dien ik te zeggen, dat ik, op verzoek van tante Mary, mfl aan het. hoofd van de tafel plaatste en zoo goed e» kwaad het ging, de honneurs waamam Na afloop verspreidden zich de gasten Om den schijn te vermijden te familiaarvmet Billy te zijn, liet ik hem bij Lady Baradell en de andere dames, terwijl ik met sir George in den turn ging wandelen. Billy, die gaame met dames babbelt, scheen met mijn regeling zeer tevreden en het was reeds half vier toen hij opstond en afscheid nam. ,,Korrit U nog eens terug, mijnheer Logan vroeg tante Mary welgemeend. ,,Mijn neef komt morgen weer terug en het zal hem ver- heugen, met U kennis te mogen maken" (Wordt vervolgd.^

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1935 | | pagina 1