ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Zit niet bij de pakken neer! OJcicetdes No. 9235 VRIJDAG 14 DECEMBER 1934 74e Jaargang Een strikvraag? Feuilleton De man van Nergenshuizen Binneniand EERSTE BLAD TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPWJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige ianden 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het bultenland alleen bfj vooruitbetaling. Ditgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. Dezen keer dacht men Jezus nu toch stellig te vangen. De strik was heel listig opgezet, en wat anders nooit gebeurde, was thans het geval: vandaag gingen samen menschen, die anders elkaar alleen maar bestreden, en die overigens geen goed woord of zelfs geen vriendelijken blik voor elkaar over hadden. Wij vin- den dan ook in de Evangelieen tal van vragen bewaard, waarmede de tegen- standers van den Heiland tot Hem zijn fjekomen met de onvriendeliike bijbedoe- ing om Hem er in te laten loopen. of zooals het in de oude Statenvertaling heel deftig heet om ,,Hem in zijn rede te vangen' Dan kwamen beide groepen afzonderlijk, en kon men ook wel aan de vraag dadelijk merken uit welken hoek de vragers kwamen, maar dit keer was dat anders; zij traden nu niet afzonderlijk op, neen, zij kwamen heel kameraadschappe- lijk samen; het was een echt monsterver- bond alien gingen thans samen tegen Jezus. Er was laten wij dat dadelijk erken- nen wel alle reden toe, want er waren zoo pas speciaal twee dingen gebeurd, die de woede van Jezus' tegenstanders hadden opgewekt, en die nu veroorzaak- ten, dat tegen Hem samengingen, die anders altijd elkaar bestreden. Wij willen die beide gebeurtenissen even noemen. Jezus had zoo-pas Zijn intocht gehouden te Jeruzalem en Hij had den tempel ge- reinigd. Die intocht was een ware zege- tocht geweest. Jezus was bejubeld en geeerd, en toegezongen door oud en jong. Wij kunnen het ons indenken, hoe die triumftocht de ergernis van Farizeen en Sadduceers heeft gaande gemaakt. Zij vonden het verschrikkelijk, en hun woede kende dan ook haast geen grenzen. En daarop is toen de tempelreiniging gevolgid, en dat vonden zij nog erger. Daar werden heel wat menschen door op de teenen getrapt. Zij hadden tot nu toe in en om den tempel alles te zeggen gehad zij hadden daar van-ouder-op-ouder voor alles gezorgd, en nu kwam daar opeens die rhbbi uit Nazaret, en die toonde door heel zijn gestie hoe weinig zorg zij eigen lijk voor dien tempel hadden gedragen; nu bleek, dat zij alles maar over zijn kant hadden laten gaan, dat zij allerlei hadden goedgevonden en geduld, dat toch zeker niet mocht worden toegestaan, en dat vooral hinderde hen geweldig; dat Jezus dit alles gedaan had zonder hen er ook maar met een woord in te kennen. Hij had het gedaan, Hij had bevolen en zich doen kennen als heer en meester, en dat, terwijl zij al eeuwen van ouder op ouder hier alles te zeggen hadden gehad. Zoo zijn zij dan nu wel heel boos, en zoo komt het, dat thans elkaar vinden lieden, die overigens niets van elkander moesten hebben! In dien gereinigden tempel komen zij nu tot Jezus. Zij naderen in een zeer plechtige optocht, het is werkelijk een mdrukwekkende deputatie. Deze deftige ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regeis 0,80 Voor elken regel meer 0.2&, KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regeis 50 cent brj vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrtjgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAG A V OND. 18) door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) (Vervolg.) lieden, die zelden of nooit uit de plooi komen, hebben vandaag toch wel zeer bizondere staatsie. En kort en zakelijk klinkt hun vraag: ,,Zeg ons, door wat macht Gij deze dingen doet, en wie Hij is, die u deze macht heeft gegeven?" Zij doen deze vraag op een oogenblik, waarop zij aller oor en aandacht hebben. Er heerscht groote stilte, terwijl zij dat vragen, en er blijft een ernstige spanning heerschen, ook na die vraag. Wat zal Jezus nu daarop antwoorden? Zal het komen, het beslissende antwoord, nu Nog grinnikend om zijn eigen grap, volgde hij mij aaar boven. ,,De patient is praktisch weer geheel hersteld; de pols is nog een beetje flauw, maar voor de rest vertoont er zich niets abnormaals. Het bewijst juist de stelling, dat een plotselinige schok in gevallen van inzin- king verrassende resultaten kan opleveren. Wat ik zeggen wil, ik heb vanmorgen het ana- lytisch rapport ontvangen." „0, ja?" zei ik. ,,En wat was het?" De dokter fronste zijn voorhoofd. „Ja, het is zeer eigenaardig, maar de chemicus erkent, dat hij op een dwaalspoor is. Er zijn duide- lijke kenteekenen van een plantaardig gif, maar het rea.geert op geen van de gebruike- lijke proeven. Hij zet echter zijn proefnemin- gen verder voort en ik verwaoht spoedig wel meer van hem te hooren." ,,U moet het mij beslist laten weten", zei 4k onbeschaamd, ,,want ik wil deze zaak gron- dig onderzoeken." Met de beloftb, dat hij aan mijn verlangen zou voldoen en na mij gefeliciteerd te hebben met de ontdekking van den inbreker, vertrok de eerbiedwaardige man. Wat zijn persoon- lijke opinie over mijn huishouden moet ge weest zijn, daar gevoel ik niet veel voor, mij in te verdiepen, maar aangezien hij geen plan scheen te hebben, er bij de politie rapport van te maken, vergenoegde ik er mij mede, de zaak te laten zooals zjj was. Voor ik uitging om een hartig woordje met de firma Seagrave te spreken, gaf ik het kamermeisje last, dat indien Billy Logan op- belde of hier kwam, zij hem moest zeggen, waardoor zij Hem in hun macht zullen krijgen? Als Jezus thans een openlijk antwoord geeft, dan kunnen zij hun slag slaan, dan hebben zij Hem in hun macht. en kan en zal Hij straks ter dood veroor- deeld worden. Daarom te meer was iezus' antwoord een groote teleurstelling. ezus geeft geen antwoord, niet recht- streeks, maar schijnbaar ook niet zijde- lings. Hij schijnt iets aan te snijden, wat met heel hun vraag niets te maken heeft; Hij schijnt te komen op een heel ander terrein. Jezus vraagt hun naar den doop van Johannes. Laten zij eens zeggen, wat zij daarvan denken, of die doop was uit den hemel of uit de menschen? En als zij op die vraag een antwoord geven, dan zal Jezus hun ook Zijn bescheid niet schuldig blijven. En dus moeten zij nu aan t beraad- slagen. Dit zijn van die menschen, zooals wij er ook wel kennen (en vooral tegen- woordig is hun aantal heel groot): lieden, die nooit een eigen meening durven ver- kondigen, die eigenlijk niet eens een eigen meening durven hebben, maar die altijd eerst willen weten: wat anderen er van denken of zeggen. Dan moet er eerst een vergadering worden belegd. Er mag niets worden gedaan. niets worden toegezegd, zelfs niets worden gezegd, of eerst moet ,,de organisatie" of ,,de ledenvergade- ring" er in worden gekend. De antwoor den en de beslissingen zijn altijd partij- antwoorden en partij-beslissingen. Ook nti en hier worden de eerwaarde hoofden bij elkaar gestoken, en wordt er in allerijl een vergadering gehouden. Dan nu maar zonder oproep en zonder notulen. Maar er wordt te meer geredeneerd en gedis- cussieerd. De mogelijkheden worden zorgvuldig gewikt en gewogen. Men zou zoo zeggen: de keus is vrij eenvoudig. Er zijn maar twee mogelijkheden. Nu wordt er dus eerst gesproken over die eerste mogelijkheid. Zij zouden kunnen zeggen: „uit den hemel". Daar zijn er, die sterk geneigd zijn dit te antwoorden. Er lijkt erg veel voor. Vooral omdat Johannes toch dood is. Hij is dus vrij onschadelijk. Voor doode profeten waren zij altijd nogal scheutig. Waarom zouden zij dan maar niet zeggen: „Uit den hemel"? Bovendien heeft Johannes toch ook een grooten toeloop gehad. Wat een massa menschen zijn er bij hem ge weest, daar aan den Jordaan! En Johannes was zeer onbaatzuchtig. Hij was een echte profeet, en hij sprak mooie en goede en ferme dingen. Hij was ernstig, en een ketter was hij ook niet. Dus waarom dat ik den geheelen middag thuds was. Ver- volgens wapende ik mij met mijn. degenstok en ginig naar Hanover-Square. Zooals men zich kan voprstellen, had ik het vaste voomemen, dien deftigen ouden heer eens duchtig de les te lezen, voor den dienst, welken hij mij bewezen had, om een inbreker in mijn huis te brengen. Maar zooals men weet, heeft een zeker filosoof eens opgemerkt: „om te twisten zijn er twee noodig." Het is echter een onmogelijkheid, ruzie te maken met een aardworm en mijnheer Seagrave kwam dit schepsel meer nabij, dan wie ik ooit in mijn veel bewogen leven ontmoet heb. Zoodra ik zijn kantoor binnenkwam, overvie! hij mij met zulke nederige verontschuldigin- gen, dat mijn overigens zeer ontwikkeld ta lent voor standjesma'ken geen kans zag, zich te ontplooien. ,,U heeft zeker mijn brief ontvangen, mijn heer Nortcote. Ik kan U niet zeggen, hoe temeergeslagen ik ben, dat zoo iets bij coze firma heeft kunnen gebeuren. Ik kan dan ook niets anders doen, dan U namens onze firma onze meest nederige verontschuldigin- gen aanfoieden. Ik hoop alleen, dat er geen onaangenaamheden het gevolg van zijn ge weest. Wat de schurk voor bedoeling had, mag de hemel weten. Ik..." „Hoor eens hier, mijnheer Seagrave", viel ik hem in de rede, ,,waar, voor den duivel staat U toch over te praten. Ik heb geen brief van U ontvangen." „Dan was U waarschijnlijk juist op weg hiet'heen", staimelde hij, terwijl hij stond te beven als een juffershondje; „onze bediende is ongeveer een kwartier geleden met den brief naar U vertrokken. De zaak is deze: Wij vemamen vanmorgen van Sir Henry Tre- gattock, dat hij in het geheel niets van Fran cis afwist. Wij hadden hem gisteren geschre- ven, om hem te verzoeken, de telefonische in- lichtingen betreffende Francis, schriftelijk te willen bevestigen en in antwoord daarop ver- klaarde hij, dat hij niet begreep, waarover wij het hadden. Hij had nooit een huisknecht gehad, die zoo heette en ook met ons absoluut niet getelefoneerd. Het is weergaloos, ver- bijsterend, ongeloofelijk en het lijdt geen twij fel, dat iemand anders in zijn naam heeft ge zouden zij dan maar niet antwoorden. dat de doop van Johannes, ,,uit den hemel was. Bijna waren ze t er over eens, toen er opeens een waarschuwing kwam. Een heel voorzichtige kwam toch aan met deze bedenking: zou Jezus dan niet vra gen, waarom zij Johannes niet hadden geloofd, Johannes, die toch zoo heel beslist naar Jezus had heengewezen? En dus, neen, dan kon dat eerste antwoord niet worden gegeven. Dan maar het tweede? Daar waren anderen vlak voor. Daar was ook heel veel voor te zeggen.* Johannes' werk wat was er eigenlijk van overgebleven? Had hij school" gemaakt? Wat was er geworden van al die menschen, die eerst zoo vol geestdrift tot hem gingen en hem aanhingen? Was er nog wel een van hen over? 't Was vrijwel een verloopen zaakje, een vergeten opvatting. Men kon dus gerust zeggen, dat Johannes doop ,,uit- de menschen" was. Daar beleedig- den zij tenslotte niemand mee, ook niet Johannes. En dus zou men dan maar ten antwoord geven, dat de doop van Johannes „uit de menschen" was. Maar weer was er een voorzichtige broeder aanwezig, die iets in het midaen had te brengen. Hadden zij wel bedacht, welke vreeselijke gevolgen dit hun antwoord zou hebben? Dan toch liepen zij alle kans, dat het volk hen ging steenigen. want die hielden alien voor uitgemaakt, dat Johannes een profeet was. En zij sidderden al, en zij zagen de steenen al door de lucht vliegen, en voelden ze reeds aankomen! Wij merken het wel, als wij 't nog niet wisten: deze Schriftgeleerden leven bij de gratie van de massa. Dus kon het tweede antwoord ook niet worden gegeven. Intusschen verstrijkt de termijn. Het wordt hoog tijd, dat zij met hun ant woord voor den dag komen. Maar zij hebben geen antwoord. Gij moet hen da p.; zien terugkomen! Wat een verschil met zoo-straks Toen waren zij zoo trotsch en zoo fier en zoo overwinningszeker. Toen viel uit heel hun houding te lezen zij waren er vrijwel zeker van, dat zij Jezus nu in hun macht zouden krijgen. Maar thans Hoe be- dremmeld en schoorvoetend komen zij daar aan 1 Zij komen vlak voor Jezus staan enzij moeten erkennen, dat zij het niet weten. Deze lieden, die overigens geacht moeten en willen worden alles te weten, zij weten dit nietEn dat moeten zij nu openlijk erkennen. Een strikvraag in den eigenlijken zin was Jezus' vraag niet. Het was er Jezus niet om te doen om zich van een antwoord te ontslaan, neen, Hij wou hen zelf een antwoord laten geven. Er was dan ook wel degelijk verband tusschen Jezus' vraag en die van hen. Het zat zoo Met Johannes den Dooper was in het leven van deze menschen gekomen iets, iemand van God. Johannes zij ontkenden dat ook niet Johannes had grooten, diepen indruk op hen gemaakt. Johannes was voor hen geweest het weer wakker, weer levend worden van Gods stem. Die stem was weg geweest. Gods woord was steen, telefoneerd. IncKen het echter geen onaan- gename gevolgen heeft gehad." Ik onderbrak hem met 'n sarcastisch laohen, Onaangename gevolgen!" schreeuwde ik. „Is U er zich wel van bewust, mijnheer Seagrave, dat de man, dien U gisteren in mijn huis bracht, niet alleen dezen nacht een poging tot diefstal deed, doch bovendien trachtte mij te vermoorden?" Wanneer ik zou zeggen, dat mijnheer Sea grave in zwijm viel, zou dit een onvoldoende wedergave van het feit zijn. Ik kan er geen andere uitdrukking voor-vinden dan: hij ver- standbeeldde. Zrjn gelaat werd aschgrauw, zijn wenkbrauweti trokken bovenmatig om- hoog en zijn oogen sloten zich. Zoo bleef hij eenige oogenblikiken stokstijf absoluut be- wegingloos staan. Om er een einde aan te maken, schudde ik hem ten slotte flink brj zijn rechter schou- der. Dit bracht hem tot de werkelijkheid terug en toen begon hij allerakeligst te kreunen. „0, hemel! o, hemel" waren de eerste woor- den welke hij uitte en hij bracht ze zoo bla- tecid ten gehoore, dat zelfs de meest verlief- de geit het hem niet aou verbeterd hebben. ,,'t Is vreeselijk, mijnheer, verschrikkelijk", jankte hij vervolgens. „0, mijnheer, zooiets is, zoolang onze firma bestaat, nog nooit voor- gekomen. Het zal ons ruuoeeren, als het be- kend wordt, absoluut ruineeren!" Zijn eerlijik egoisme vond ik vermakelijk. ,,Ik gedoof niet, dat het voordeelig voor U zou zijn, maar waarom zou het bekend moe ten worden?" Ik zag een straal van: hoop zijn treurig ge laat verhelderen. ,,Kjjk eens", zei ik. Zooals de zaak nu staat, ben ik er sterk tegen, om er publiciteit aan te geven. In de eerste plaats heb ik het te druk, om er mij mede te bemoeien. De dief is weg en toevallig is er geen ongeluk gebeurd. Ik heb er een hekel aan, dat er dea geheelen dag alle mogelijke menschen van de politie door en om mijn huis loopen te zoeken." (Dit was maar al te waar). ,,Maar U moogt in het vervolg wel ■voorzichtiger zijn", zei ik emstiger dan ik het meende. „U heeft gelijk, mijnheer,. wjj moeten voor- schrift, letterschrift geworden. Zij telden de letters, zij vereerden het schrift, zij aanbaden de steenen, maar Gods stem hoorden zij niet meer. En toch waren deze menschen nog niet heelemaal dood. Als zij heelemaal dood waren geweest, dan zouden zij niet naar Johannes zijn toegegaan. Maar Johannes ging heen. Die indruk ging weer voorbij. Het ge- wone leven hernam weer zijn loop, en alles dreigde weg te zijn, 't werden weer let ters, 't werd weer schrift. Doch nu kwam Hij, wiens voorlooper Johannes slechts had willen zijn. Die trad op met gezag en met kracht. Maar dat was hun te kras en ook weer te gewoon. Als zij het eerlijk mochten zeggen. dan hadden zij Johannes nog liever dan Jezus. Johannes was wel wat buitenissig, maar daarom ook onschuldiger. Johannes bleef bovendien aan den Jordaan, maar Jezus kwam binnen Jeruzalem en in den tempel. Gaan wij aan Johannes niet wel eens te gemakkelijk voorbij Wij zijn alien weer met het naderend Kerstfeest bezig, maar aan Johannes den Dooper geven wij niet te veel aandacht. Het gaat daarmee als in het Rijksmuseum. De meeste men schen, die er komen, komen ,,even om den Nachtwacht te zien. Zij willen straks kunnen zeggen, dat zij dien bewonderd hebben. En zoo hollen zij al die kleinere zaaltjes en gangen maar door, nauwelijks- een blik slaande op alles, wat daar met zooveel zorg is geordend. Dat er opklim- ming is en ontwikkeling daar willen zij niet van hooren. Precies zoo gaat het in het koninkrijk Gods. Veel menschen wil len geen geleidelijke voorbereiding, geen ontwikkeling. Maar in deze weken (als het goed is) bereiden wij ons voor en laten wij ons voorbereiden. In ons aller leven komt die heenwijzing, die voorbe reiding, en zij is onmisbaar. Wie gelooft. dat God ons leven leidt en bestuurt, die vertrouwt zich rustig toe aan Zijn leiding. Die gelooft God heeft met alles Zijn wijze bedoelingen. Die laat zich door Johannes heenwijzen naar Jezus. Die aan- 1 vaardt dankbaar alle voorbereiding, maar om dan straks niet bij die voorbereiding halt te maken, doch verder te gaan, van kracht tot kracht, van voorbereiding tot aanbidding, van profetie tot vervulling. PRINSES JULIANA LID VAN DE K. N. A. C. iH. K. H. Prinses Juliana heeft de K.N.A.C. vereerd met hare toetreddng als lid. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. De motie-Drop tot verplichting van de na- levinig van collectieve arbeid-sovereenkomsten in bestekken van rijkswaterstaatswerken wordt aangenomen met 62 tegen 20 stemmen. Tegen: de lib., de Christ.-hist.de st. ger., de heeren Lingibeek (Iherv. ger.), en Westerman (nat. herst.), en de anti-rev. van Dijik, van Dobben de Bruijn en Visscher. Den heer Sneevliet wordt z. h. s. verlof verleend voor zijn aanigevraagde interpellatie zichtiger zijn. Het zal mij nooit meer over- komen, dat ik telefonisch referenties aan vraag. Ik zou U oneindig dankbaar zijn en meer erkentelijk, dan ik ander woorden kan brengen, als U de zaak niet hooger op zocht. De schurk moet natuurlijk een medep"lichtige bij Sir Henry aan huis hebben." „U moet de zaak maar zoo goed mogelijk met Sir Henry in het reine brengen", zei ik. „Alles wat ik verlang is, verder met deze zaak niet lastig gevallen te worden." Ik keerde mij om, teneinde het kantoor te verlaten en hij begeleidde mij onder voort- durend buigen naar den uitgang en verzeker- de mij plechtig, dat hij mij over de zaak vol- strekt niet meer zou lastig vallen en dat hij ten eeuwigsn dage mijn schuldenaar bleef. Zeer tevreden over het succes van mijn on- derhoud, ging ik terug naar Park-Lane en kocht onderweg in Bcndstreet een linnen gor- del, om onder mijn kleeding te dragen. Ik vond het namelijk in mijn onzekere omstan- digheden wel eenigszias roekeloos, om zoo maar door Londen te wandelen met tiendui- zend pond in mijn zak. Gedurende mijn wandeliag naar huis, hield mijn avontuur van den vorigen nacht mijn gedachtenloop op zeer aangename wijze beizig. Ik vend het heeTlijk, te kunnen memoreeren, dat ten minste een van mijn onbekende vrien- den een onmiskenbaar souvenir van coze korte schermutseling op zijn gelaat droeg. Of „Francis" de geheimzinnige Guarez was of een ander heer met dezelfde bedoeling, dit was tenminste zeker, dat ik hem de eerst- komende dagen gemakkelijk zou herkennen, zelfs onder de meest misleidende vermomming. Ik deed de onverbiddelijke belofte, dat geen vreemdeling met een ontvelden neus omge- straft onder mijn bereik zou komen. Den geheelen middag wachtte ik thuis, om iets van Billy te kunnen hooren. Tegen zes uur echter was er nog geen boodschap van hem. Ik gevoelde mij teleurgesteld en g'ng naar beneden om eens te zien hoe Milford het maakte. Ik vond hem, geheel gekleed in een gemakkelij'ken stoel in de provisiekamer zit- ten, verdiept in de .Daily Telegraph". De verpleegster was vertrokken. Hij scheen zeer in zijn schik, dat ik hem m Ook Gij zijl een slachtoffer van den jachtigen polsslag van dezen tijd. Altijd gehaast, naamt Ge niet den tijd acht te slaan op U zelf, waart Ge onregelmatig met Uw maallijden en met Uw stoelgang. Hoofdpijn, vermoeidheid, constipatie zijn de gevolgen van het niet meer normaal functioneeren Uwer spijsverterings-orga- nen. Vergiftige afvalstoffen hoopen zich daarin op, de oorzaak van al Uw klachten. Maak "Schoon Schip". Niet door het nemen van een middel dat Uw darmen leegperst, maar neem de nieuwe vinding van Apothe- ker Dumont: Laxeer-Akkerljes, welke naast laxeerende plantaardige sloffen, verschil- lende bestanddeelen bevatten, die Uw geheele gestel verbeteren, zooals gal-ex- iracten voor de lever, melkzuur-fermenten om gistings-processen te bestrijden en chlorophylle voor den bloeddruk en den bloedsomloop. Ge voell U als "verjongd". zijn prettig in te nemen, Ge proeft niets! Veroorzaken geen kramp, geen her-constipatie,- herstellen de normale werking der darmen. Per 12 stuks 60 cent. Nederlandsch Pro duct. Bij apothekers en drogisten. (Ingez. Moa.j betreffende het zenden van Nederlandsche troepen naar het Saargebied. De interpellatie zal worden gehouden na de Waterstaatsbe- grooting. Voortgezet wordt de behandeiing van de be- grooting van Waterstaat. De heer Drop (s.d.) betoogt, dat er nu ge- garandeerd moet worden, dat er ten aanzien van de loonen voor 1935 en 1936 rust zal zijn- De heer Van Kempen (lib.) acht loonsver- laging in een bedrijf met millioenen-'tekorten onvenmijdelijik. Ten aanzien van de Dieseltrac- tde is men niet afgegaan op de ervaring van motonbouwers. De heer J. ter Laan (s.d.) betoogt, dat over- wegen met een belangrijk verkeer niet onbe- waakt mogen blijven. De heer Kuiper (r.k.) betoogt, dat er geen economische redenen zijn om de toezegging van twee jaar rust in de loonlowastie niet te handhaven. De heer Amelink (a.r. zegt, dat de Kamer niet het aangewezen lichaam is om te oordee- len over loonsaangelegenlheden. De minister handhave edh'ter het overlag. TE ROYAAL. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft ter voldoening aan een desbetreffend verzoek van zijn amibtagenoot van justitie een circulaire aan de gemeentebesturen ge- riciht betreffende winikelweekloterijen. Hierin zegt de minister dat hij de toepassing van de loterrjiwet reeds herhaalde maien is gebleken, dat de dagelijksche besturen der gameenten veelal een te mime opvatting hebben van de bevoegdheid hun bij art. 3 dezer wet toege- kenid. kwam opzoeken, doch toen ik op een gewonen keukenstoel bij hem plaats nam, had ik heel wat met hem te stellen, om hem in zijn fau- teuil te houden. Hij vond een keukenstoel te ver beneden mijn waardigheid. „Wat ik maar niet kan begrijpen", zei ik, „is, hoe het gekomen is, dat je zoo ernstig ongesteld werd." Hij bleef een minuut zwij- gen. „Ik kan de gedachte maar niet van mij afgooien, mijnheer, dat het van het glas bier is gekomen, dat ik bij Granville heb ge- dronken." „Maar", wierp ik hiertegen in, ,,als het bier jou vergiftigd had, zouden toch alle menschen eveneens dezelfde gevolgen hebben onder- vonden." ,,Ik geloof niet, dat het bier mij vergiftigd zou hebben, als het maar alleen gelaten was", zei hij nadrukkelijk. „Wat bedoel je, Milford?" vroeg ik. Hij schoof eenigszins onbehaaglijk in zgn stoel heen en weer. ,,Ja, mijnheer, het mag verbeelding zijn en U moogt denken, dat ik zotteklap verkoop, maar ik kan het idee niet van mij afs-chuiven, dat die man, die een praatje met mij aanknoopte, iets in mijn bier heeft gedaan, op een oogenblik, dat ik een anderen kant uitkeek." „Die man?" riep ik, „welke man?" „Iemand die in het caf6 was, mijnheer. Een groote kerel, hij zag er uit als een vreemde ling. Hij knoopte direct een gesprek met mij aan, zoodra ik binnen kwam, ofschoon ik hem nooit vroeger ontmoet had. Ik geloof vast, dat hij, om welke reden dan ook, iets in mijn glas heeft gedaan." Deze theorie van Milford, klopte zoo vol- komen met mijn eigen verdenkingen, dat ik voor een oogenblik een gevoel kreeg, alsof ik er zelf gedeeltelijk schuldig aan was. ,,Zou je hem nog herkennen?" vroeg ik. „Ja zeker, mijnheer. Het was een groote man met zwart haar, zijn eene schouder was iets hooger dan de andere. Hij stond mij niet erg aan. toen hij naar mij kwam en mij toe- sprak." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1