ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
OM DE KONINGIN
vm:; dag
Gandhi en het Christendom
V I T A X
Miin Yacantie
is
safe!
No. 9169
JUL! 1934
74e Jaargang
Buitenland
Binnenland
Feuilleton
EERSTE BLAD
Naar Uw Vacantie-oord
A. A. DE ZEEUW
De Ideale pijnslillers die
altijd van pas komen en
direct afdoend helpen.
"AKKER'TJES kosten slechts 59. ct.
per 12 stuks. Metalen zakdoosje met
3 stuks 20 Ct. (omzeibelasiing inbegrepen),
nrv.nt>iniri.'»«n>'tr»»»v"
'v 1 i a a/\ All.nn i*arrA
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
Jr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post j 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buiteniaud aileen bij vooruitbetaling.
'Ivi?' '(.re?
Uitgeefster: Fir ma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,30 Voor elken regel meer 0,20.
IiLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekecd.
Handelsadvertentien bij regeiabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DET BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
III. (Slot.)
Wij hebben in ons vorig artikel heel
voorzichtig en opzettelijk zelf geen partij
gekozen tusschen de beide, daar ge-
teekende. hoofdrichtingen van het Pro-
testantisme, naar wij meenen, toeh wel
zeer duiidelijk te verstaan gegeven en aan-
nemelijk gemaakt, dat Gandhi veel en veel
dichter staat bij het meer vrijzinnig Chris
tendom dan bij de ortihodoxie. Dit is ook
een van de slotconclusies, waartoe
Sevenster gekomen is in zijn pas ver-
sohenen boek, waaruit wij heel wat
wetenswaardigs over Gandhi en ook
speciaal over ons eigenlijk onderwerp zijn
te weten gekomen.
En toch- meenen wij, dat een enkele en
eenvoudige constateering, dat Gandhi
dichter staat bij de eene dan bij de andere
rich cling, niemand volkomen zal kunnen
voldoen. Ook Dr. Sevenster heeft heel
duidelijk aangetoond, dat Gandhi (bij
alles, wat er in hem te prijzen en te be-
wonderen is) toch van het Nieuwe Testa
ment blijkbaar slechts zeer oppervlakkig
kennis heeft genomen, waardoor dus de
opvatting niet weinig grond krijgt, dat
deze beroemde Hindhoe van het Christen
dom toch nog maar bitter weinig afweet.
Het is daarom wel heel merkwaardig om
eens na te gaan, welke plaatsen uit het
Nieuwe Testament door Gandhi worden
aangehaald. Uit al Paulus brieven citeert
hij slechts een, en dan nog niet eens zoo n
heel gewSchtig versje, n.l. Galaten 6 8,
waar wij lezen: ,,Wie in zijn eigen
vleesch zaait, zal daaruit verderf maaien,
maar wie in zijn geest zaait, zal uit der,
Geest het eeuwige leven maaien Dit
woord van Paulus haalt Gandhi min ol
meer op-den-klank-af aan in verband met
het dooden van honden in Ahmedabad.
Maar voorts schijnt Gandhi nooit eenig
woo rid uit Paulus' brieven te hebben aan
gehaald. En wat nu het verdere gedeelte
van het Nieuwe Testament betreft heeft
Sevenster opgemerkt, dat Gandhi uit het
vierde evangelie zoo goed als niets aan-
haalt, terwijl hij bij de andere drie sterk
naar zijn bijzondere voorkeur te werk
gaat, en datgene, wat hij citeert, dan nog
op heel eigenaardige manier vaak uitlegt.
Wij kennen b.v. alien de gelijkenis van
den verloren zoon. Gandhi zegt, dat de
moraal van deze parabel hierin ligt, dat
men geen bruut geweld mag gebruiken
om iemand te dwingen tot verbetering van
zijn leven. Men zal het met ons eens zijn,
dat deze uitlegging en toepassmg aan den
rijken mhoud van die onovertroffen gelij
kenis toch zeker wel zeer tekort doet
Intusschen moet het geprezen worden, dat
Gandhi aan de Bergrede zoo groot ge-
wicht hecht, en deze geregeld leest. Up
reis heeft hij haar steeds bij zich (wij
vragen alleen: bestaan er werkelijk afzon-
derfijke uitgaven van de Bergrede?) Eens
was er bij aankomst van een trein een
qroote volksmenigte verzameld, die op een
toespraak van Gandhi hoopte, van wien
men wist, dat hij daar moest aankomen.
Toen Gandhi uitstapte, haalde hi) een
Nieuw Testament te voorschijn, las de
Zaligsprekingen voor, en zei toen: ,,Dat
is alles wat ik U te zeggen heb. Handelt
i nu maar daarnaar!"
Wij komen nu zoodoende tot een zeer
gewichtig punt. Gandhi meent immers,
dat het Christendom geen voile, wezen-
s lijke ernst maakt met de Bergrede. En wij
willen erkennen, dat het maar al te vaak
en maar al te veel waar is, en dat de
Bergrede-geest nog veel en veel te weinig
bij en door Christgeloovigen wordt toege-
past. Men probeert veeleer op allerlei
manieren aan de eisahen van de Bergrede
te ontkomen. Wij hebben daarover zelt
eens een leerzame discuss'ie bijgewoond.
Het ging er bij die bespreking om: vast
te stellen of de eischen van Christus uit
de Bergrede niet in en voor aller leven
moesten worden gesteld. Een aanwezige
hoogleeraar gaf vrij abrupt en zeer beslist
te kennen: Wat daar in de Bergrede werd
geeischt, zag alles op een heel anderen
tijd en op geheel andere omstandigheden
Daar zoo werd er gezegd waren
wij in een gansch andere sfeer; daar waren
wij reeds in het Koninkrijk Gods, dat dan
werkelijkheid was geworden. Maar juist
toen kwam een heel snuggere en wakkere
jongeman met deze vraag voor den dag:
,,Als daar ondersteld wordt, dat het
koninkrijk Gods reeds gekomen is in de
levens en harten der menschen, hoe komt
het dan, dat er toch nog gesproken wordt
over iemand, die ons op den wang slaat.
of die met ons vechten wil? Die opmer-
king was zeker raak en juist. Wij moeten
voorzichtig zijn om niet al te gemakkelijk
dat alles, wat daar in de Bergrede wordt
geteekend en gevraagd, zoo-maar ons van
de sChouders te schuiven.
Overigens wij geven dit Sevenster
gaame volkomen toe draagt de Berg
rede, alsook heel Jfczus' onderwijs, een
sterk eschatologisch karakter, d.w.z. hier
worden toestanden ondersteld en verbete
ring verwacht op langen termijn, althans
op langer termijn. Het Koninkrijk Gods
is nog geen werkelijkheid, het is nabij, het
staat verwerkelijkt te worden.
Ook op het punt van de Godsvoorstel
ling is er een zeer ernstig onderscheid
tusschen Gandhi en het Christendom. De
Bijibel leert Gods persoonlijkheid, Gandhi
daarentegen heeft een Godsvoorstelling,
die abstract, zwevend en vaag is. God is
voor hem „de ondefinieerbare, mysterieuze
Macht, die alles doordringt God is voor
hem ,„de Wet, die alle leven regeert een
onveranderlijke levende Macht
Sevenster heeft in zijn uitvoerige werk
ook voile aandacht geschonkenaan de wei-
felende houding van Gandhi tegenover
den oorlog. Hij is daarin beslist zeer ver
sohillend van Tolstoi.
Ook Tagore heeft zich aan die houding
van Gandhi geergerd, en het doet ook
zeker zeer vreemd aan, dat hij, de groote
profeet en propagandist der werkloosheid,
tegenover het oorlogsvraagstu'k zoo n
weinig besliste houding heeft aangeno-
men, dat hij zelfs aan den Boerenoorlog
en aan de onderdrukking van den opstand
der Zoeloe's daadwerkelijk heeft deelge
nomen en ook aan den wereldoorlog
Laten wij, om volkomen eerlijk te zijn.
erkennen, dat Gandhi zijn houding na af-
loop van den wereldoorlog sterk heett ge-
wijzigd. Hij had eerst zoo'n verbazend
groot vertrouwen in Engeland, maar dat
alles is op den duur natuurlijk geheel
anders geworden.
Wij gaan onze beschouwingen eindigen,
maar wij hebben het allergewichtigste en
allerernstigste met opzet tot het laatst toe
bewaart, wat Gandhi pns vooral leert, is
dit: dat wij toch van de eischen van
Christus nog maar zoo weinig werk en
ernst maken. Voor hoeveel Christenen
is alles, wat Jezus leerde, toch eigenlijk
nog geen realiteit geworden? Gandhi
het is treurig, dat het gezegd moet wor
den, doch het kan niet worden ontkend!
Gandhi heeft ons weer eens heel dui
delijk laten zien welke hooge en zware
eischen Christus gesteld heeft. Jezus heeft
gezegd, dat men een boom aan zijn vruch-
ten zal kennen. En kent men ons nu ook
werkelijk aan onze vruchten als discipelen
van Jezus Christus? De Heiland heeft
gezegd, dat wij onze vijanden zouden lief-
hebben, dat wij zouden zegenen, die ons
vervloeken, dat wij zouden weldoen, die
ons haten, dat wij zouden bidden voor
hen, die ons vervolgen en die ons geweld
aandoen. En ook Paulus nam daarvan
niets terug. Men moet er Rom. XII maar
eens op na lezen, dat prachtige hoofdstuk,
dat eindigt met de vermaning: Wordt
van het kwade niet overwonnen, maar
overwint het kwade door het goede Hoe
vreeslijk weinig heeft ons Christendom
nog maar van dat alles terecht gebracht!
Gandhi heeft er echter vollen ernst mee
gemaakt en hij heeft er zoo goed als alles
voor ten offer gebracht. Is het dan ver-
wonderlijk, dat Andrews heeft erkend, dat
hij dieper de beteekenis van het kruis is
gaan begrijpen, toen hij den zwakken uit-
geputten, vastenden Gandhi voor zich
zag, die maar al bezig was boete te doen
voor de zonden van zijn volk? En zou ook
Stanley Jones geen gelijk hebben. die zegt,
dat door de prediking van Gandhi in
Indie een nieuwe ontvankelijkheid is ge
komen voor het kruis?
W^ij kunnen daarom een van de slot
conclusies van Sevenster wel onderschrij
ven, waarmee wij dan tegelijkertijd deze
artikelen willen besluiten: ,,Hoezee r
Gandhi s beginselen op veel punten ook
rtiogen vecschillen van de Christelijke. en
hoe waar het ook moge zijn, dat zijn den-
ken dikwijls slechts in Hindoeistisch kader
juist gezien en zuiver beoordeeld kan
worden, zijn persoon en zijn leven drin
gen ons toch maar tot bezinning over deze
vraag: wat er van de christelijke motieven
in ons eigen leven en ook in onze samen-
leving is terecht gekomen en nog steeds
terecht komt?"
Op die wijze wordt Gandhi een ernstige
roepstem voor alle Christenen tot berouw
en bekeering.
ontwerp op de bindende kracht van onder-
nemersovereenkomsten met een adres tot de
Tweede Kamer gewend.
Op grond van het feit, dat dit ontwerp een
stap in het duister beteekent; dat het in
breede kringen der bevolking groote ontevre-
denheid tegen het Regeeringsbeleid zal opwek-
ken; dat het in strijd is met de beginselen
van ons staatsrecht, die voor algemeen bin
dende maatregelen een groote mate van pu-
bliciteit vereischen, opdat belanghebbenden in
staat zijn, hun bezwaren naar voren te bren-
gen; op grond van de ondeskundigheid van
het Regeeringsapparaat, op grond van het
feit, dat dit ontwerp de rechtszekerheid en
het gevoel voor een rechtvaardig en integre
Regeeringsbeleid zal ondermijnen en een eer-
sten stap beteekent op een weg, die tot socia-
lisatie moet Irjden, wordt met grooten na-
druk verzocht, dit ontwerp niet te aanvaar-
den, maar het daarheen te leiden, dat, zoo de
Regeering het verbindend of ontbindend ver-
klaren van ondememersafspraken wenschelijk
acht, bij afzonderlijke wetten de daartoe noo-
dige maatregelen worden genomen.
UERZIEMNG VAN DEN WETTELIJKEN
TIJD.
Het stelsel geen gelukkige oplossing
van het tijdvraagstuk
Verschenen is het voorloopig verslag van
de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
herziening van den wettelijken tijd.
Vond op zichzelf het denkbeeld, Nederland
zich bij een der groote tijdzones te doen aan-
sluiten, vrij algemeen instemming, vele leden
betoogden, dat het in het ontwerp gekozen
stelsel geen gebruikelijke oplossing van het
tijdvraagstuk brengt. Aan de invoering van
den Greenwichtijd toch Werden, voor zoover
het winterhalfjaar betreft, groote bezwaren
verbonden geacht. In de eerste plaats werd
daarin het tegenovergestelde gezien van de
bezuiniging op kunstlicht, welke tot dusver de
zomertijd heeft gebracht. Voorts werd het feit
dat het in den winter des avonds reeds vroeg
donker zal zijn, als een ernstig bezwaar be-
schouwd voor de schoolkinderen. Deze leden
drongen erop aan dat, met afschaffing van
den zomertijd, voor het geheele jaar de Mid-
deleuropeesche tijd wordt ingevoerd.
Van andere zijde werden deze bezwaren ge-
deeld. Men vreesde, dat bij het tot stand
komen dezer regeling de strijd over den zo
mertijd geenszins zou zijn geeindigd. Ook deze
leden wilden den Middeleuropeeschen tijd voor
het geheele jaar.
Sommige leden gaven de voorkeur aan de
thans voorgestelde regeling.
Een der leden wilde terugkeeren tot v66r
1908.
DE LAATSTE AMBASSADEFR VAN DEN
TSAAR.
De laatste ambassadeur van den tsaar is
van het diplomatieke tooneel verdwenen. Hij
ADRES VAN HET VERBOND VAN
NEDERLANDSCHE WERKGEVERS AAN
DE TWEEDE KAMER.
Het Verbond van Nederlandsche Werk-
gevers heeft zich in verband met het Wets-
en terug per
van Garage Vitesse Tel.123
'n prettige wagen en goedkoop
(Ingez. Med.)
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
29) (Vervolg.)
Tony keek hem vriendelijk aan. „Het zal
niet best gaan, om mij daaruit te redden,
vindt je wel, Guy?" vroeg hij. ..Natuurlijk
kan ik Isabel wel met een week opzeggen.
maar na. de bittere, en verachtelijke wijze
waarop je over mijn zelfzuchtigheid hebt ge
sproken, kan ik dat bezwaarlijk doen. Boven-
dien keur ik de plannen van Pedro ten zeerste
atf. Ik vind, dat zijn gedrag geen goede basis
voor een normaal huwelijk."
Och, schei uit", zei Guy; ,,geef mij liever
iets te drinken." Hij begroef zijn voorhoofd
in zijn handen en bleef zoo eenige oogehblik-
ken zitten; dan keek hij weer met zoo'n ont-
daan gelaat Tony aan, dat deze werkelijk met
hem te doen had. „Het is erger, dan ik dacM
ging hij voort. ,,Waar, veronderstel jij, dat dit
op uit moet loopen?"
,,Ik heb er niet het flauwste idee van be-
keiide Tony weliwillend. „Het eenige, wat ik
vast in mijn hoofd heb gezet is, dat Isabel met
ged/wongen zal worden, met Pedro te trou-
wen-" w
Dat ben ik met je eens". zei Guy met plot-
selinge warmte. „Het is een schandelijk voor-
stel. Ik begrijp nog niet, wat er achter steekt,
tenzij er nog steeds een partij in Livadia is,
die nog gelooft in den eisch van haar vader.
Ik meende, dat die partij. vrijwel uitgeroeid
wasHij hield zich een halve minuut stil,
terwijl diepe rimpels op zijn bezorgd gelaat
zichtbaar werden.
„Hoe het ook zij", voegde hij er aan toe, „je
hefbt je zelven in een uiterst delicate positie
geplaatst. Da Freitas zal hemel en aarde be-
wegen, om het mcisje te vinden en je kun.
er vast op rekeneh, dat hij van justitie en po-
litie alle hulp zal ontvangen, welke hij maar
vraagt."
„Ik geloof niet, dat hij dergelijke hulp zai
vragen", zei Tony. „Ik veronderstel, dat zij
die hurwelijkszaak zoo stil mogelijk wenschen
te houden. Waarom zouden zij er anders zoo'n
haast mede hebben? Als dat waar is, zullen
zij vermoedelijk te bevreesd zijn om de politie
er in te mengen, vooral, omdat zij Isabel in
mijn gezelschap hebben gezien."
,,Maar zou je denken. dat die oom je heeft
herkend?"
Dat kan ik niet zeggen", antwoordde Tony
rustig. „Hjj heeft mij slechts een seconde m
de hal van de club gezien en hij was toen zoo
opgerwoniden, dat zelfs mijn Adonissnuitje
hem niet opgevaUen zal zijn. Toch geloof ik,
dat zij vroeg of laat wel op cos spoor zullen
komen. Dat is het ongelukkige van een slor-
dig gebouwde stad als Louden: Men ontmoe.
er altijd de menschen, die men liever niet ziet.
,En die twee andere mannen", zei Guy, die
elke omstandigheid in dit probleem emstig
overwoog. „Ik bedoel die menschen, die haar
nog bespieden. Wat moet je ten opziehte van
hen doen?"
„Ik zal ze tot een voorbeeld stellen zei
Tony vastberaden. ,,Ik duld niet, dat zulk
volk geregeld om mijn huis zwalkt. Ik vind
dat niet goed voor mijn goeden naam."
Och wees toch eens voor een oogenblik
ernstig", iberispte Guy hem op ontstemden
toon. ,,Wij staan voor het geval en moeten
het toch tot een goed einde brengen."
Wij!" echode Tony verheugd. „Zeg je wi]
Beste Guy. Is het werkelijk je voomemen ons
je machtige hulp te verleenen?"
.Natuurlijk is het dat", zei Guy ongeduldig.
Ik vind. dat je zeer dwaas deed, met ]e in
die geschiedenis te wikkelen, maar aangezien
het nu eenmaal zoo ver is, moet je met den
ken, dat ik je in den steek zal latem Als je
ooit hulp noodig hebt, zou ik zeggen, dan nu.
Tony boog zich voorover, greep over de
tafel heen de hand van zrjn neef en schudde
deze met warmte.
.Beste, oude Guy", verklaarde hij, „ik heb
het altijd wel gedacht, dat onder jouw stroef
uiterli)k het hart van een echt sportman
klopte."
„Nonsens!" verweer.de Guy zich. „Ik ben je
secretaris en het is mijn plicht, je te bewaken,
als je jezelf als een idioot aanstelt. Na een
oogeniblik zwijgen voegde hij er aan toe:
„bovendien moeten "wij het meisje ontzien
Tony knikte. „Ja", zei hij, „wij moeten Isa
bel ontzien. Wat ik zeggen wil, ik heb je nog
niet bedankt, dat je gisteren zoo vriendelijk
voor haar bent geweest. Zij heeft mij verteld,
dat je werkelijk attent en aardig was."
Gedurende twee seconden waagde zich een
blosje aan de oppervlakte van Guy's wangen.
„Men moet met dat kind wel medelijden
krijgen, als men met haar spreekt", zei hij
stroef. „Het schijnt haar schuld niet te zijn,
dat zij in deze onmogelijke positie is geraakt."
Hij aarzelde een oogenblik. ,,Ik hoop waar-
achtig, Tony", voegde hij er bij, ,,dat je
Tony lachte vriendelijk. ,,Dat is in orde",
zei hij" „Wees maar niet ongerust, Guy. Mijn
gevoelens ten opizichte van Isabel zijn zoo on-
beroerd als denkibaar is. Hij keek op he,
fijne armbandhorloge, dat hij om zijn linker-
pols droeg en stond toen heel kalm op. „Het
spijt mij., dat ik een einde aan dit heerlijke
ontlbijt moet maken", zei hij, ,,maar ik moet
weg. Ik ga op mijn wandeling naar tante
Fanny, even bij Isabel aan, om te zien, hoeveel
lastige indringers Bugg vannacht heeft ver-
moord."
Guy stond ook op.
„Zeg, Tony", sprak hij. Laten wij elkaar
goed verstaan. Hoe je het ook verkiest te be-
schouwen, het is een bizender ernstige zaak
en er liggen eenige zeer gevaarlijke moge-
lijkheden in opgesloten. Het gaat niet aan
het als een grap te behandelen niet, als je
werkelijk verlangt, Isabel uit de handen van
die menschen te houden."
Tony knikte. ,,Dat weet ik, Guy zei hij.
,,Ik kan niet helpen, dat ik ongeneeslijk lucht-
hartig ben, maar ik kan je verzekeren, dat
neef Henry zelf de zaak niet emstiger zou
kunnen opvatten dan ik. Ik beloof je plechtig,
dat ik geen grappen zal uithalen."
want ik heb
"AKKERTJES"
in mijn zak.
Ik heb geen
bedorven dag
door "zoo'n'
hoofdpijn
k i e s p ij n
spierpijn
enz.
(Ingez. Med.)
,,Goed", zei Guy, ,,in dat geval kun je op
mij rekenen tot het uiterste."
Ongeveer een kwartier later, liet Tony de
groote Peugeot voor het huis van mrs. Spal
ding stilstaan, waama hij uitstapte en het
hek opende. Toen hij dit deed, ging de deur
van het huis open en werd Bugg, keurig ge-
kleed en opgewekt van uiterlijk, zichtbaar.
Zijn haar was netjes geborsteld en glom van
brillantine en hij droeg een witzwart geruit
costuum, dat de herinnering aan een dambord
opwekte.
Goede morgen, Bugg", zei Tony, toen hij
de treden van de steenen trap opkwam. ,,Je
ziet er fijn uit."
Bugg groette eenigszins verlegen.
,,Ik heb me Zondagsche spullen meege-
braoht, sir Antony. U begrijpt, as je zoo dag
in dag uit met twee dames omgaat
„Goed gedaan, Bugg", onderbrak Tony hem
goedkeurend. „Het is juist de zorg voor klei-
nigheden, die den man van de wereld ken-
merkt." Hij wachtte even, terwijl hij zijn
chauffeurshandschoenen uittrok.
„Welk nieuws is er?" vroeg hij.
Bugg keek viug over zijn schouder naar het
huis.
,,Daar is de jonge dame, sir", antwoordde hij
fluisterend. ,,Ze zag u aankomen.
Hij verwijiderde zich, toen Isabel met lich-
ten tred de trap afkwam en hun in de gang
tegemoet kiwam. Zij groette Tony met open
blik en juist genoeg bescheidenheid, om niet
verlegen te schijnen, en ging hem voor naar
de kleine zitkamer.
Toen zij binnen waren, stak zij hem haar
hand toe. Hij boog buitengewoon beleefd en
emstig en bracht het rose topje van een barer
vingers aan zijn iippen.
Heeft Uwe Majesteit goed geslapen?"
vroeg hij.
Zij trok zacht haar hand terug. „0, plaag
mij als het u belieft niet", sprak zij. „U kunt
zich niet indenken hoe dwaas alles mij voor-
komt." Dan na een korte pauze: ,,Als wij
gisteren oom Philip niet ontmoet hadden, zou
ik geneigd zijn te denken, dat alles een
droom is."
,,Misschien is het dat wel", zei Tony. „Ik
zetelde te Boekarest, de hoofdstad van een
der landen, die sovjet-Rusland nog niet
erkend hadden.
Zooals we dezer dagen nog in de Kroniek
hebben gemeld is Roemenie eindelrjk tot dezen
stap overgegaan. 'Het gevolg was, dat graaf
Koziel Pokolovsky de tsaristische ambassade
verlaten moest, omdat die aan de sovjetregee-
ring overging.
Zestien jaar lang heeft graaf Pokolovsken
in de Russische ambassade verweesd gezeteld,
natuurlijk zonder eenige toelage. Hij ver-
scheen geregeld op de diplomatieke feesten en
ook aan het Roemeensche hof was hij een
graag geziene gast.
Maar hij was arm en berooid. En in die
zestien jaren heeft de graaf stuk voor stuk
het kostbare meubilair van zijn ambassade
moeten verkoopen. Eerst gingen de fraaie ta-
pijten uit Turkestan weg, daarna het gouden
servies en tenslotte de vergulde stoelen
Toen het bericht van Roemenie's voor-
nemen om Sovjet-Rusland te langen leste te-
erkennen, naar buiten was doorgedrongen.
ging de pers van Boekarest bij Zijne Excellen
ce den gezant op interview. Ze vond hem in
gezelschap van een ouden generaal der voor-
malige keizerlijk Russische armee. Beiden
stonden ze over een pantalon gebogen, die door
Zijne Excellentie werd opgeperst.
Graaf Pokolovsky erkende, dat zijn positie
een heel eigenaardige Vas. Maar elk Russisch
Nieuwjaar ontving hij nog talrijke felicitaties
van tsaristische Russen uit alle deelen der
wereld. En aangezien Zijne Majesteit de Tsaar
aller Russen hem eens naar Boekarest ge-
zonden had, bleef hij op zijn post.
Toen men hem vroeg, wat hij zou gaan
doen, als Roemenie de sovjets erkende en hij
de ambassade dus zou moeten verlaten, wees
graaf Pokolovsky op de pantalon, die hij on
der handen had.
,,Dan zullen we", zeide hij, „doen wat we nu
doen. Ergens in een straat in Parijs of New-
York zullen we pantalons gaan oppersen en
vlekken verwijderen uit de kleeren onzer
iandslieden, die er beter aan toe zijn dan
wij
(Maas b. j
voor mrj zou niets verwonderd zijn, als ik wak-
ker werd en Spalding voor mijn bed zag staan
met een kop thee."
,,Het komt er ook eigenlijk niet op aan", zei
Isabel, omdat wij alien hetzelfde droomen
nietwaar? U en ik en Bugg en en uw neef
Guy".
„Guy zeker", antwoordde Tony. ,,Je hebt
dien armen Guy stormenderhand veroverd.
Hoe heb je dat in 's hemelsnaam aangelegd?"
Isabel sperde haar amberkleurige oogen
vol verbazing wijd open. ,,Ik weet het niet",
zei ze onschuldig. „Hij was zeer vriendelijk
en voorkomend. Ik heb niets anders gedaan
dan met hem gepraat en soms gelachen, als
hij iets aardigs zei".
Dat verklaart alles", zei Tony plechtig. Hij
legde zijn hand op de sofa en ging er naast
zitten. „Je moet werkelijk voorzichtiger zijn'"
vervolgde hij. ,,'t Is gevaarlrjk om achtens-
waardige secretarissen te betooveren. Je kunt
nooit weten waar dat op uitloopt".
„Heeft u hem alles verteld?" vroeg Isabel-
„Alles", zei Tony. „Hij smacht van ver-
lamgen, om zich in den strijd te werpen en je
op den troon van Livadia te plaatsen. Toen
ik van huis ging was hij bezig schermoefe-
ningen te houden in de hal".
Isabel lachte. Zij maakte haar taschje
open en haalde er een kleinen sigarettenkoker
uit, welken zij Tony aanbood.
,,Prabeer er eens een", sprak zij. ..Ik kocht
den koker gisteren van het geld, dat u mij
gaf. Het was een bizonder dure, maar ik houd
van winkelen en koop graag iets dat werkelijk
mooi is. En het was zoo prettig, begrijpt u,
want ik heb nooit in Londen een boodschap
mogen doen".
Tony, die nooit anders dan Virginia-sigaret-
ten rookte, bediende zich met een groote
mate zelf overwinning van een product van
het Turksche Rijk en stak de sigaret met
schijnlbaar welgevallen op.
Na een paar trekjes gedaan te hebben, slak
hij zijn hand in zijn binnenzak cn haalde een
chequeboekje voor den dag, waarop hetzelfde
adres stond gedrnkt als op die welke Isabel
den vorigen dag bet ge'ind.
'Wordt vervolgd.)