ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN OM DE KONINGIN vm:; dag Gandhi en het Christendom V I T A X Miin Yacantie is safe! No. 9169 JUL! 1934 74e Jaargang Buitenland Binnenland Feuilleton EERSTE BLAD Naar Uw Vacantie-oord A. A. DE ZEEUW De Ideale pijnslillers die altijd van pas komen en direct afdoend helpen. "AKKER'TJES kosten slechts 59. ct. per 12 stuks. Metalen zakdoosje met 3 stuks 20 Ct. (omzeibelasiing inbegrepen), nrv.nt>iniri.'»«n>'tr»»»v" 'v 1 i a a/\ All.nn i*arrA ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen Jr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post j 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buiteniaud aileen bij vooruitbetaling. 'Ivi?' '(.re? Uitgeefster: Fir ma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,30 Voor elken regel meer 0,20. IiLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekecd. Handelsadvertentien bij regeiabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave. DET BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. III. (Slot.) Wij hebben in ons vorig artikel heel voorzichtig en opzettelijk zelf geen partij gekozen tusschen de beide, daar ge- teekende. hoofdrichtingen van het Pro- testantisme, naar wij meenen, toeh wel zeer duiidelijk te verstaan gegeven en aan- nemelijk gemaakt, dat Gandhi veel en veel dichter staat bij het meer vrijzinnig Chris tendom dan bij de ortihodoxie. Dit is ook een van de slotconclusies, waartoe Sevenster gekomen is in zijn pas ver- sohenen boek, waaruit wij heel wat wetenswaardigs over Gandhi en ook speciaal over ons eigenlijk onderwerp zijn te weten gekomen. En toch- meenen wij, dat een enkele en eenvoudige constateering, dat Gandhi dichter staat bij de eene dan bij de andere rich cling, niemand volkomen zal kunnen voldoen. Ook Dr. Sevenster heeft heel duidelijk aangetoond, dat Gandhi (bij alles, wat er in hem te prijzen en te be- wonderen is) toch van het Nieuwe Testa ment blijkbaar slechts zeer oppervlakkig kennis heeft genomen, waardoor dus de opvatting niet weinig grond krijgt, dat deze beroemde Hindhoe van het Christen dom toch nog maar bitter weinig afweet. Het is daarom wel heel merkwaardig om eens na te gaan, welke plaatsen uit het Nieuwe Testament door Gandhi worden aangehaald. Uit al Paulus brieven citeert hij slechts een, en dan nog niet eens zoo n heel gewSchtig versje, n.l. Galaten 6 8, waar wij lezen: ,,Wie in zijn eigen vleesch zaait, zal daaruit verderf maaien, maar wie in zijn geest zaait, zal uit der, Geest het eeuwige leven maaien Dit woord van Paulus haalt Gandhi min ol meer op-den-klank-af aan in verband met het dooden van honden in Ahmedabad. Maar voorts schijnt Gandhi nooit eenig woo rid uit Paulus' brieven te hebben aan gehaald. En wat nu het verdere gedeelte van het Nieuwe Testament betreft heeft Sevenster opgemerkt, dat Gandhi uit het vierde evangelie zoo goed als niets aan- haalt, terwijl hij bij de andere drie sterk naar zijn bijzondere voorkeur te werk gaat, en datgene, wat hij citeert, dan nog op heel eigenaardige manier vaak uitlegt. Wij kennen b.v. alien de gelijkenis van den verloren zoon. Gandhi zegt, dat de moraal van deze parabel hierin ligt, dat men geen bruut geweld mag gebruiken om iemand te dwingen tot verbetering van zijn leven. Men zal het met ons eens zijn, dat deze uitlegging en toepassmg aan den rijken mhoud van die onovertroffen gelij kenis toch zeker wel zeer tekort doet Intusschen moet het geprezen worden, dat Gandhi aan de Bergrede zoo groot ge- wicht hecht, en deze geregeld leest. Up reis heeft hij haar steeds bij zich (wij vragen alleen: bestaan er werkelijk afzon- derfijke uitgaven van de Bergrede?) Eens was er bij aankomst van een trein een qroote volksmenigte verzameld, die op een toespraak van Gandhi hoopte, van wien men wist, dat hij daar moest aankomen. Toen Gandhi uitstapte, haalde hi) een Nieuw Testament te voorschijn, las de Zaligsprekingen voor, en zei toen: ,,Dat is alles wat ik U te zeggen heb. Handelt i nu maar daarnaar!" Wij komen nu zoodoende tot een zeer gewichtig punt. Gandhi meent immers, dat het Christendom geen voile, wezen- s lijke ernst maakt met de Bergrede. En wij willen erkennen, dat het maar al te vaak en maar al te veel waar is, en dat de Bergrede-geest nog veel en veel te weinig bij en door Christgeloovigen wordt toege- past. Men probeert veeleer op allerlei manieren aan de eisahen van de Bergrede te ontkomen. Wij hebben daarover zelt eens een leerzame discuss'ie bijgewoond. Het ging er bij die bespreking om: vast te stellen of de eischen van Christus uit de Bergrede niet in en voor aller leven moesten worden gesteld. Een aanwezige hoogleeraar gaf vrij abrupt en zeer beslist te kennen: Wat daar in de Bergrede werd geeischt, zag alles op een heel anderen tijd en op geheel andere omstandigheden Daar zoo werd er gezegd waren wij in een gansch andere sfeer; daar waren wij reeds in het Koninkrijk Gods, dat dan werkelijkheid was geworden. Maar juist toen kwam een heel snuggere en wakkere jongeman met deze vraag voor den dag: ,,Als daar ondersteld wordt, dat het koninkrijk Gods reeds gekomen is in de levens en harten der menschen, hoe komt het dan, dat er toch nog gesproken wordt over iemand, die ons op den wang slaat. of die met ons vechten wil? Die opmer- king was zeker raak en juist. Wij moeten voorzichtig zijn om niet al te gemakkelijk dat alles, wat daar in de Bergrede wordt geteekend en gevraagd, zoo-maar ons van de sChouders te schuiven. Overigens wij geven dit Sevenster gaame volkomen toe draagt de Berg rede, alsook heel Jfczus' onderwijs, een sterk eschatologisch karakter, d.w.z. hier worden toestanden ondersteld en verbete ring verwacht op langen termijn, althans op langer termijn. Het Koninkrijk Gods is nog geen werkelijkheid, het is nabij, het staat verwerkelijkt te worden. Ook op het punt van de Godsvoorstel ling is er een zeer ernstig onderscheid tusschen Gandhi en het Christendom. De Bijibel leert Gods persoonlijkheid, Gandhi daarentegen heeft een Godsvoorstelling, die abstract, zwevend en vaag is. God is voor hem „de ondefinieerbare, mysterieuze Macht, die alles doordringt God is voor hem ,„de Wet, die alle leven regeert een onveranderlijke levende Macht Sevenster heeft in zijn uitvoerige werk ook voile aandacht geschonkenaan de wei- felende houding van Gandhi tegenover den oorlog. Hij is daarin beslist zeer ver sohillend van Tolstoi. Ook Tagore heeft zich aan die houding van Gandhi geergerd, en het doet ook zeker zeer vreemd aan, dat hij, de groote profeet en propagandist der werkloosheid, tegenover het oorlogsvraagstu'k zoo n weinig besliste houding heeft aangeno- men, dat hij zelfs aan den Boerenoorlog en aan de onderdrukking van den opstand der Zoeloe's daadwerkelijk heeft deelge nomen en ook aan den wereldoorlog Laten wij, om volkomen eerlijk te zijn. erkennen, dat Gandhi zijn houding na af- loop van den wereldoorlog sterk heett ge- wijzigd. Hij had eerst zoo'n verbazend groot vertrouwen in Engeland, maar dat alles is op den duur natuurlijk geheel anders geworden. Wij gaan onze beschouwingen eindigen, maar wij hebben het allergewichtigste en allerernstigste met opzet tot het laatst toe bewaart, wat Gandhi pns vooral leert, is dit: dat wij toch van de eischen van Christus nog maar zoo weinig werk en ernst maken. Voor hoeveel Christenen is alles, wat Jezus leerde, toch eigenlijk nog geen realiteit geworden? Gandhi het is treurig, dat het gezegd moet wor den, doch het kan niet worden ontkend! Gandhi heeft ons weer eens heel dui delijk laten zien welke hooge en zware eischen Christus gesteld heeft. Jezus heeft gezegd, dat men een boom aan zijn vruch- ten zal kennen. En kent men ons nu ook werkelijk aan onze vruchten als discipelen van Jezus Christus? De Heiland heeft gezegd, dat wij onze vijanden zouden lief- hebben, dat wij zouden zegenen, die ons vervloeken, dat wij zouden weldoen, die ons haten, dat wij zouden bidden voor hen, die ons vervolgen en die ons geweld aandoen. En ook Paulus nam daarvan niets terug. Men moet er Rom. XII maar eens op na lezen, dat prachtige hoofdstuk, dat eindigt met de vermaning: Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede Hoe vreeslijk weinig heeft ons Christendom nog maar van dat alles terecht gebracht! Gandhi heeft er echter vollen ernst mee gemaakt en hij heeft er zoo goed als alles voor ten offer gebracht. Is het dan ver- wonderlijk, dat Andrews heeft erkend, dat hij dieper de beteekenis van het kruis is gaan begrijpen, toen hij den zwakken uit- geputten, vastenden Gandhi voor zich zag, die maar al bezig was boete te doen voor de zonden van zijn volk? En zou ook Stanley Jones geen gelijk hebben. die zegt, dat door de prediking van Gandhi in Indie een nieuwe ontvankelijkheid is ge komen voor het kruis? W^ij kunnen daarom een van de slot conclusies van Sevenster wel onderschrij ven, waarmee wij dan tegelijkertijd deze artikelen willen besluiten: ,,Hoezee r Gandhi s beginselen op veel punten ook rtiogen vecschillen van de Christelijke. en hoe waar het ook moge zijn, dat zijn den- ken dikwijls slechts in Hindoeistisch kader juist gezien en zuiver beoordeeld kan worden, zijn persoon en zijn leven drin gen ons toch maar tot bezinning over deze vraag: wat er van de christelijke motieven in ons eigen leven en ook in onze samen- leving is terecht gekomen en nog steeds terecht komt?" Op die wijze wordt Gandhi een ernstige roepstem voor alle Christenen tot berouw en bekeering. ontwerp op de bindende kracht van onder- nemersovereenkomsten met een adres tot de Tweede Kamer gewend. Op grond van het feit, dat dit ontwerp een stap in het duister beteekent; dat het in breede kringen der bevolking groote ontevre- denheid tegen het Regeeringsbeleid zal opwek- ken; dat het in strijd is met de beginselen van ons staatsrecht, die voor algemeen bin dende maatregelen een groote mate van pu- bliciteit vereischen, opdat belanghebbenden in staat zijn, hun bezwaren naar voren te bren- gen; op grond van de ondeskundigheid van het Regeeringsapparaat, op grond van het feit, dat dit ontwerp de rechtszekerheid en het gevoel voor een rechtvaardig en integre Regeeringsbeleid zal ondermijnen en een eer- sten stap beteekent op een weg, die tot socia- lisatie moet Irjden, wordt met grooten na- druk verzocht, dit ontwerp niet te aanvaar- den, maar het daarheen te leiden, dat, zoo de Regeering het verbindend of ontbindend ver- klaren van ondememersafspraken wenschelijk acht, bij afzonderlijke wetten de daartoe noo- dige maatregelen worden genomen. UERZIEMNG VAN DEN WETTELIJKEN TIJD. Het stelsel geen gelukkige oplossing van het tijdvraagstuk Verschenen is het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot herziening van den wettelijken tijd. Vond op zichzelf het denkbeeld, Nederland zich bij een der groote tijdzones te doen aan- sluiten, vrij algemeen instemming, vele leden betoogden, dat het in het ontwerp gekozen stelsel geen gebruikelijke oplossing van het tijdvraagstuk brengt. Aan de invoering van den Greenwichtijd toch Werden, voor zoover het winterhalfjaar betreft, groote bezwaren verbonden geacht. In de eerste plaats werd daarin het tegenovergestelde gezien van de bezuiniging op kunstlicht, welke tot dusver de zomertijd heeft gebracht. Voorts werd het feit dat het in den winter des avonds reeds vroeg donker zal zijn, als een ernstig bezwaar be- schouwd voor de schoolkinderen. Deze leden drongen erop aan dat, met afschaffing van den zomertijd, voor het geheele jaar de Mid- deleuropeesche tijd wordt ingevoerd. Van andere zijde werden deze bezwaren ge- deeld. Men vreesde, dat bij het tot stand komen dezer regeling de strijd over den zo mertijd geenszins zou zijn geeindigd. Ook deze leden wilden den Middeleuropeeschen tijd voor het geheele jaar. Sommige leden gaven de voorkeur aan de thans voorgestelde regeling. Een der leden wilde terugkeeren tot v66r 1908. DE LAATSTE AMBASSADEFR VAN DEN TSAAR. De laatste ambassadeur van den tsaar is van het diplomatieke tooneel verdwenen. Hij ADRES VAN HET VERBOND VAN NEDERLANDSCHE WERKGEVERS AAN DE TWEEDE KAMER. Het Verbond van Nederlandsche Werk- gevers heeft zich in verband met het Wets- en terug per van Garage Vitesse Tel.123 'n prettige wagen en goedkoop (Ingez. Med.) door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 29) (Vervolg.) Tony keek hem vriendelijk aan. „Het zal niet best gaan, om mij daaruit te redden, vindt je wel, Guy?" vroeg hij. ..Natuurlijk kan ik Isabel wel met een week opzeggen. maar na. de bittere, en verachtelijke wijze waarop je over mijn zelfzuchtigheid hebt ge sproken, kan ik dat bezwaarlijk doen. Boven- dien keur ik de plannen van Pedro ten zeerste atf. Ik vind, dat zijn gedrag geen goede basis voor een normaal huwelijk." Och, schei uit", zei Guy; ,,geef mij liever iets te drinken." Hij begroef zijn voorhoofd in zijn handen en bleef zoo eenige oogehblik- ken zitten; dan keek hij weer met zoo'n ont- daan gelaat Tony aan, dat deze werkelijk met hem te doen had. „Het is erger, dan ik dacM ging hij voort. ,,Waar, veronderstel jij, dat dit op uit moet loopen?" ,,Ik heb er niet het flauwste idee van be- keiide Tony weliwillend. „Het eenige, wat ik vast in mijn hoofd heb gezet is, dat Isabel met ged/wongen zal worden, met Pedro te trou- wen-" w Dat ben ik met je eens". zei Guy met plot- selinge warmte. „Het is een schandelijk voor- stel. Ik begrijp nog niet, wat er achter steekt, tenzij er nog steeds een partij in Livadia is, die nog gelooft in den eisch van haar vader. Ik meende, dat die partij. vrijwel uitgeroeid wasHij hield zich een halve minuut stil, terwijl diepe rimpels op zijn bezorgd gelaat zichtbaar werden. „Hoe het ook zij", voegde hij er aan toe, „je hefbt je zelven in een uiterst delicate positie geplaatst. Da Freitas zal hemel en aarde be- wegen, om het mcisje te vinden en je kun. er vast op rekeneh, dat hij van justitie en po- litie alle hulp zal ontvangen, welke hij maar vraagt." „Ik geloof niet, dat hij dergelijke hulp zai vragen", zei Tony. „Ik veronderstel, dat zij die hurwelijkszaak zoo stil mogelijk wenschen te houden. Waarom zouden zij er anders zoo'n haast mede hebben? Als dat waar is, zullen zij vermoedelijk te bevreesd zijn om de politie er in te mengen, vooral, omdat zij Isabel in mijn gezelschap hebben gezien." ,,Maar zou je denken. dat die oom je heeft herkend?" Dat kan ik niet zeggen", antwoordde Tony rustig. „Hjj heeft mij slechts een seconde m de hal van de club gezien en hij was toen zoo opgerwoniden, dat zelfs mijn Adonissnuitje hem niet opgevaUen zal zijn. Toch geloof ik, dat zij vroeg of laat wel op cos spoor zullen komen. Dat is het ongelukkige van een slor- dig gebouwde stad als Louden: Men ontmoe. er altijd de menschen, die men liever niet ziet. ,En die twee andere mannen", zei Guy, die elke omstandigheid in dit probleem emstig overwoog. „Ik bedoel die menschen, die haar nog bespieden. Wat moet je ten opziehte van hen doen?" „Ik zal ze tot een voorbeeld stellen zei Tony vastberaden. ,,Ik duld niet, dat zulk volk geregeld om mijn huis zwalkt. Ik vind dat niet goed voor mijn goeden naam." Och wees toch eens voor een oogenblik ernstig", iberispte Guy hem op ontstemden toon. ,,Wij staan voor het geval en moeten het toch tot een goed einde brengen." Wij!" echode Tony verheugd. „Zeg je wi] Beste Guy. Is het werkelijk je voomemen ons je machtige hulp te verleenen?" .Natuurlijk is het dat", zei Guy ongeduldig. Ik vind. dat je zeer dwaas deed, met ]e in die geschiedenis te wikkelen, maar aangezien het nu eenmaal zoo ver is, moet je met den ken, dat ik je in den steek zal latem Als je ooit hulp noodig hebt, zou ik zeggen, dan nu. Tony boog zich voorover, greep over de tafel heen de hand van zrjn neef en schudde deze met warmte. .Beste, oude Guy", verklaarde hij, „ik heb het altijd wel gedacht, dat onder jouw stroef uiterli)k het hart van een echt sportman klopte." „Nonsens!" verweer.de Guy zich. „Ik ben je secretaris en het is mijn plicht, je te bewaken, als je jezelf als een idioot aanstelt. Na een oogeniblik zwijgen voegde hij er aan toe: „bovendien moeten "wij het meisje ontzien Tony knikte. „Ja", zei hij, „wij moeten Isa bel ontzien. Wat ik zeggen wil, ik heb je nog niet bedankt, dat je gisteren zoo vriendelijk voor haar bent geweest. Zij heeft mij verteld, dat je werkelijk attent en aardig was." Gedurende twee seconden waagde zich een blosje aan de oppervlakte van Guy's wangen. „Men moet met dat kind wel medelijden krijgen, als men met haar spreekt", zei hij stroef. „Het schijnt haar schuld niet te zijn, dat zij in deze onmogelijke positie is geraakt." Hij aarzelde een oogenblik. ,,Ik hoop waar- achtig, Tony", voegde hij er bij, ,,dat je Tony lachte vriendelijk. ,,Dat is in orde", zei hij" „Wees maar niet ongerust, Guy. Mijn gevoelens ten opizichte van Isabel zijn zoo on- beroerd als denkibaar is. Hij keek op he, fijne armbandhorloge, dat hij om zijn linker- pols droeg en stond toen heel kalm op. „Het spijt mij., dat ik een einde aan dit heerlijke ontlbijt moet maken", zei hij, ,,maar ik moet weg. Ik ga op mijn wandeling naar tante Fanny, even bij Isabel aan, om te zien, hoeveel lastige indringers Bugg vannacht heeft ver- moord." Guy stond ook op. „Zeg, Tony", sprak hij. Laten wij elkaar goed verstaan. Hoe je het ook verkiest te be- schouwen, het is een bizender ernstige zaak en er liggen eenige zeer gevaarlijke moge- lijkheden in opgesloten. Het gaat niet aan het als een grap te behandelen niet, als je werkelijk verlangt, Isabel uit de handen van die menschen te houden." Tony knikte. ,,Dat weet ik, Guy zei hij. ,,Ik kan niet helpen, dat ik ongeneeslijk lucht- hartig ben, maar ik kan je verzekeren, dat neef Henry zelf de zaak niet emstiger zou kunnen opvatten dan ik. Ik beloof je plechtig, dat ik geen grappen zal uithalen." want ik heb "AKKERTJES" in mijn zak. Ik heb geen bedorven dag door "zoo'n' hoofdpijn k i e s p ij n spierpijn enz. (Ingez. Med.) ,,Goed", zei Guy, ,,in dat geval kun je op mij rekenen tot het uiterste." Ongeveer een kwartier later, liet Tony de groote Peugeot voor het huis van mrs. Spal ding stilstaan, waama hij uitstapte en het hek opende. Toen hij dit deed, ging de deur van het huis open en werd Bugg, keurig ge- kleed en opgewekt van uiterlijk, zichtbaar. Zijn haar was netjes geborsteld en glom van brillantine en hij droeg een witzwart geruit costuum, dat de herinnering aan een dambord opwekte. Goede morgen, Bugg", zei Tony, toen hij de treden van de steenen trap opkwam. ,,Je ziet er fijn uit." Bugg groette eenigszins verlegen. ,,Ik heb me Zondagsche spullen meege- braoht, sir Antony. U begrijpt, as je zoo dag in dag uit met twee dames omgaat „Goed gedaan, Bugg", onderbrak Tony hem goedkeurend. „Het is juist de zorg voor klei- nigheden, die den man van de wereld ken- merkt." Hij wachtte even, terwijl hij zijn chauffeurshandschoenen uittrok. „Welk nieuws is er?" vroeg hij. Bugg keek viug over zijn schouder naar het huis. ,,Daar is de jonge dame, sir", antwoordde hij fluisterend. ,,Ze zag u aankomen. Hij verwijiderde zich, toen Isabel met lich- ten tred de trap afkwam en hun in de gang tegemoet kiwam. Zij groette Tony met open blik en juist genoeg bescheidenheid, om niet verlegen te schijnen, en ging hem voor naar de kleine zitkamer. Toen zij binnen waren, stak zij hem haar hand toe. Hij boog buitengewoon beleefd en emstig en bracht het rose topje van een barer vingers aan zijn iippen. Heeft Uwe Majesteit goed geslapen?" vroeg hij. Zij trok zacht haar hand terug. „0, plaag mij als het u belieft niet", sprak zij. „U kunt zich niet indenken hoe dwaas alles mij voor- komt." Dan na een korte pauze: ,,Als wij gisteren oom Philip niet ontmoet hadden, zou ik geneigd zijn te denken, dat alles een droom is." ,,Misschien is het dat wel", zei Tony. „Ik zetelde te Boekarest, de hoofdstad van een der landen, die sovjet-Rusland nog niet erkend hadden. Zooals we dezer dagen nog in de Kroniek hebben gemeld is Roemenie eindelrjk tot dezen stap overgegaan. 'Het gevolg was, dat graaf Koziel Pokolovsky de tsaristische ambassade verlaten moest, omdat die aan de sovjetregee- ring overging. Zestien jaar lang heeft graaf Pokolovsken in de Russische ambassade verweesd gezeteld, natuurlijk zonder eenige toelage. Hij ver- scheen geregeld op de diplomatieke feesten en ook aan het Roemeensche hof was hij een graag geziene gast. Maar hij was arm en berooid. En in die zestien jaren heeft de graaf stuk voor stuk het kostbare meubilair van zijn ambassade moeten verkoopen. Eerst gingen de fraaie ta- pijten uit Turkestan weg, daarna het gouden servies en tenslotte de vergulde stoelen Toen het bericht van Roemenie's voor- nemen om Sovjet-Rusland te langen leste te- erkennen, naar buiten was doorgedrongen. ging de pers van Boekarest bij Zijne Excellen ce den gezant op interview. Ze vond hem in gezelschap van een ouden generaal der voor- malige keizerlijk Russische armee. Beiden stonden ze over een pantalon gebogen, die door Zijne Excellentie werd opgeperst. Graaf Pokolovsky erkende, dat zijn positie een heel eigenaardige Vas. Maar elk Russisch Nieuwjaar ontving hij nog talrijke felicitaties van tsaristische Russen uit alle deelen der wereld. En aangezien Zijne Majesteit de Tsaar aller Russen hem eens naar Boekarest ge- zonden had, bleef hij op zijn post. Toen men hem vroeg, wat hij zou gaan doen, als Roemenie de sovjets erkende en hij de ambassade dus zou moeten verlaten, wees graaf Pokolovsky op de pantalon, die hij on der handen had. ,,Dan zullen we", zeide hij, „doen wat we nu doen. Ergens in een straat in Parijs of New- York zullen we pantalons gaan oppersen en vlekken verwijderen uit de kleeren onzer iandslieden, die er beter aan toe zijn dan wij (Maas b. j voor mrj zou niets verwonderd zijn, als ik wak- ker werd en Spalding voor mijn bed zag staan met een kop thee." ,,Het komt er ook eigenlijk niet op aan", zei Isabel, omdat wij alien hetzelfde droomen nietwaar? U en ik en Bugg en en uw neef Guy". „Guy zeker", antwoordde Tony. ,,Je hebt dien armen Guy stormenderhand veroverd. Hoe heb je dat in 's hemelsnaam aangelegd?" Isabel sperde haar amberkleurige oogen vol verbazing wijd open. ,,Ik weet het niet", zei ze onschuldig. „Hij was zeer vriendelijk en voorkomend. Ik heb niets anders gedaan dan met hem gepraat en soms gelachen, als hij iets aardigs zei". Dat verklaart alles", zei Tony plechtig. Hij legde zijn hand op de sofa en ging er naast zitten. „Je moet werkelijk voorzichtiger zijn'" vervolgde hij. ,,'t Is gevaarlrjk om achtens- waardige secretarissen te betooveren. Je kunt nooit weten waar dat op uitloopt". „Heeft u hem alles verteld?" vroeg Isabel- „Alles", zei Tony. „Hij smacht van ver- lamgen, om zich in den strijd te werpen en je op den troon van Livadia te plaatsen. Toen ik van huis ging was hij bezig schermoefe- ningen te houden in de hal". Isabel lachte. Zij maakte haar taschje open en haalde er een kleinen sigarettenkoker uit, welken zij Tony aanbood. ,,Prabeer er eens een", sprak zij. ..Ik kocht den koker gisteren van het geld, dat u mij gaf. Het was een bizonder dure, maar ik houd van winkelen en koop graag iets dat werkelijk mooi is. En het was zoo prettig, begrijpt u, want ik heb nooit in Londen een boodschap mogen doen". Tony, die nooit anders dan Virginia-sigaret- ten rookte, bediende zich met een groote mate zelf overwinning van een product van het Turksche Rijk en stak de sigaret met schijnlbaar welgevallen op. Na een paar trekjes gedaan te hebben, slak hij zijn hand in zijn binnenzak cn haalde een chequeboekje voor den dag, waarop hetzelfde adres stond gedrnkt als op die welke Isabel den vorigen dag bet ge'ind. 'Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1