4LGEKIEEN HIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN,
DeSlapende Boeddha
Serste Blad.
bihhenlahd
No. 8919
VRIJDAG 25 NOVEMBER 1932
72e Jaargang.
FEUILLETON
BUITENLAHD
Autoschool van Gent
an-valkehbur
GENTSCHE AUTOSCHOOI
TER NEUZEN, 25 NOVEMBER 1932.
LEEU WARDEN-
*0
AROSVFMENTSPttWS: Binncn Ter Nenzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen
fr Ur f 1,80 per 3 maanden - Bij voor uitbe tiling fr. per post 6,60 per jaar
vJT Belgie" en Amerika 2,25, overige landen 2,60 per 3 maanden fr. per post -
A.bonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
4&i
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken re"el meet f
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAV ONP
twebde KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Voortgezet wordt de behandeling van het
wetsontwerp tot tijdelijke heffing van opcen-
ten op snamige invoerrechten en aceijnzen.
De heer Zandt (stk. ger.) ontvouwt een
aantal bezwaren tegen de verhooging der op-
cenben op thee, waardoor ook Indische belan-
gffli zullen worden geschaad. Bvenzoo tegen
die betreffende benzine, zuidvruchten en
vooral suiker.
De heer Kortenhorst (r.k.) aoht het gewij-
zigdia wetsontwerp nog slechter dan het
vorige. Voor een jaar zou spreker meegaan,
mits de Minister in het loopende parlemen-
talre jaar een technische herziening van het
tarief aan de orde stelt.
De heer Oud (v.d.) heeft erveneens bezwaren
tegen het gewijzigde ontweip en wel van in-
tematdonalen en technisdhen aard. Spreker
is tegen de verhoogde belasting op thee, tabak
en benzine, alsook op suiker, welke hooger
wondt opgevoerd dan ze coit geweest is. Hij
twijdfolt aan het eenjarig karakter dezer wet.
De heer Bierema (lib.) zet uiteen, dat het
nieuwe ontweip, zoo ndet met den letter, dan
toch met den geest van het verdrag van
Ouchy in strijd is. Er worden nieuwe lasten
gelegd op voedingsmiddelende handel en de
Indische belangen worden geschaad. Van den
verhoogden suikeraccijns verwacht spreker
een zeer sterken achteruitgang van het ver-
bnuik. Spreker voelt niet veel voor het ont
weip.
>De heer Colijn (a.r.) kan niet toestemmen,
dat dit nieuwe ontweip zoo veel slechter is
dan het vorige. Het is niet meer in strijd
met het verdrag van Ouchy en spreker kan
er thans zijn stem aan gevein.
De Kamer keurt het wetsontwerp goed met
5# tegen 41 stemmen. Voor: a.r., c.h. en r.k.
NIEUWE AARDSCHOKKEN.
Mededeeling van het Meteoro-
logisch Instituut in De BUt.
Het Meteorologisch Instituut in De Bilt
heeft berichten uit Uden, Oss en Venray ont-
vangen over daar Woensdagnacht ran half
vler en om 4 uur 40 min. gevoelde aardschok-
k«i. Beide schokken zijn geregistreerd in
De Bildt om 3.8 en 4.20 (tijd van Greenwich)
at 3.28 en 4.40 Amsterdamsche tijd geheel
in overeenstemming dus met de waamemin-
gen. De aardschokken zijn ook te Heerlen ge
registreerd, de eerste sterker dan de tweede.
Het zpn blijkbaar nabevingen van de aard-
beving van Zondagavond 11 uur 56 min.; zij
beveetigen de juistheid van de uit de waar
nemingen in De Bilt afgeleide plaats van den
oorsprongNoordoostelijk Noord-Brabant.
Ben Woensdagmorgen uit Uccle bij Brussel
ontvangen brief is geheel in overeenstemming
met deze plaatsbepaling, namelijk richting van
Uccle uitgereikendN.O., afstand ongeveer
120 K.M. Als begintijd der registreering
geeft Uccle op: 23 uur 37 min. 13.8 sec. De
begintijd in De Bilt, in het voorloopige be-
richt van Zondagnacht opgegeven als 23 u.
37 min. 5 sec., taleek bij nauwkeurige uitme-
tlng van de diagrammen te zijn: 23 uur 37
min. 4 sec., dus ongeveer 10 seconden vroegei
dan Uccle, overeenkomende met een afstands-
verschil van ongeveer 60 K.M.
door
F. J. A. L. CORDENS.
(Nadruk verboden.)
Wat de gegeven berichten uit Duitschland
betreft, de gegeven begintijden van Jena en
Heidelberg zijn in goede overeenstemming
met: epioentrum N.O.-Noord-Brabant, doch
door een onjuiste inbeipreatie van het verdere
deel van het seismogram meet de door Jena
berekende afstand te klein zijn uitgevallen,
en ook de richtingsbepaling was ndet geheel
i juist. Nu is bij naburige aardbevingen de be-
paling van het epioentrum udt de waarnemin-
gen van een enkel station dikwijls zeer lastig,
ze kan aamleiding geven tot vergissingen,
vooral wanneer, zooals in dit geval, die dia-
gramuitslagen te Jena, dat op ongeveer
400 K.M. afstand van het epicentrum is ge-
legen vrij klein geweest zullen zijn.
BEVRACHTINGSREGELING VAN DE
BINNENSOHEEPVAART.
Ingediend is thans het aangekondigde
wetsontwerp houdende tijdelpke maatregelen
ter bevordering van een zooveel mogelijk
evanredige vrachtverdeeling in de binnen-
soheepvaart.
De toelichting zet uitvoerig den emstigen
toestand uiteen, die in de particuliere binnen-
schipperij heerseht.
Een gezondmaking van het bedrijf schijnt
^borhands niet mogelijk; men zal zich er toe
moeten bepalen een middel toe te passen, dat
het zieke organisme nog eenige levenskracht
doet behouden. Daartoe schijnt in de eerste
plaats noodig een eenigszins evenredige ver-
deeling van het vervoer per binnenvaartuig
over da aanwezige vervoereenheden.
De Minister wenscht daarbij geenszins uit
het oog te verliezen, dat hier zooals in elk
ander bedrijf, bij den ongebreidelden concur-
rentiestrijd alleszins lofwaardige eigenschap-
pen, zooals vakbekwaamheid, betrouwbaar-
heid, ijver en doorzettingsvermogen, den door-
slag kunnen geven. Met hetgeen de onder-
nemer zich op deze wjjze heeft verworven zal
dan ook zooveel mogelijk rekening moeten
worden gehouden.
In de tweede plaats schijnt het door deze
vrachtverdeeling, welke aan de comcurrentie
althans hare grootste scherpta ontneemt,
mogelijk de vrachtprijzen, welke thans gedaald
zijn tot een voor het bedrijf doodelijk niveau,
op een zoodanig peil te brengen, dat de aan
het vervoer deeinemende schipper tijdens dat
vervoer van een bestaansminimum verzekerd
lijkheid aanvaardt voor de nakoming van de
bepalingen der bevrachtingsovereenkomst
door partijen.
De voorgestelde regeling zal uiteraard niet
betrekking hebben op de intemationale Rijn-
De beoogde vrachtverdeeling wordt niet na-
gestreefd voor zooveel di. beurtvaart betreft.
Het moet derhalve mogelijk zijn voor deze
vaart ontheffing te verkrijgen van het laad-
en vervoerverbod. Een algemeene ontheffing
voor de beurtvaart zou het gevaar van ont-
duikinig kunnen medebrengen.
Aan de bevrachtingscommissie zal een
tamelijk groote vrijheid moeten worden ge-
laten. De noodige eenheid wordt daarbij ge-
waarborgd doordat de verschOlende bevrach-
tingsreglementen de goedkeuring van den met
de uitvoering der wet te belasten Minister
zullen behoeven, terwijl tier beslechting van
eventueele gesohillen en ter bevordering van
uniformiteit in de uitvoering der wet, eene
beroepsinstantie zal moeten worden ge-
schapen.
Deze instantie, de raad van beroep in be-
vraohtingszaken waarvan de sa/memstelling
nader bij ministerieele beschikking zal wor
den geregeld zal hebben te beslissen in
geschillen betreffende beurtvaart en tank-
vaart, vaste relaties, schepen, in eigen be-
drijf varende met eigen goederen, en eigen-
handel-schippers.
Bij de voorgestelde regeling wordt uitge-
gaan van de gedachite, dat de praktische uit
voering zooveel mogelijk aan belanghebben-
den moet worden overgelaten en met inacht-
neming van de bijzondere plaatselijke om-
standigheden dient te geschieden. In ver-
band hiermede wordt voorgesteid bij Konink-
hjk besluit de Kamers van Koophandel te be
lasten met de instelllng van Bevrachtings-
commissies voor de binnenvaart en de aan-
wijzing van het ressort dier oommissies.
Het is de bedoeling, dat in het ressort van
een Bevrachtingscommissie in beginsel de be-
vrachting van binnenvaartuigen niet anders
dan door bemiddeling van de bevoegde Com-
missie of namens haar door de door haar aan-
gewezen organen (bijkantoren, respectievelpk
correspondentschappengeschiedt. De Com-
missie keurt de vervoercondities en wijst het
voor belading in aanmerking komend vaartuig
aan.
Primair zijn de vervoereischen, secundair
is de wachittijd. In de bevrachtingscommis-
sies zullen de bij de bevrachting in de bin
nenvaart belanghebbende partijen vertegen-
woordigd moeten zijn.
De commissie brengt daarop partijen tot
elkander, waarbij zij geenerlei verantwoorde-
TOENEMENDE STUDENTENBEV OI jilN G
TE GENT EN TE LEUVEN.
Evenals aan de Rijksuniversiteit te Gent is
de studentenbevolking te Leuven dit jaar al-
weer aanzienlijk toegenomen. Op het einde
van het academisch jaar 19311932 waren,
aan de Katholieke universiteit, aldaar, 4073
studenten ingeschreven. Voor het jaar 1932
1933 bedraagt het aantal inschrijvingen reeds
ongeveer 4300. Bijna al de studenten komen-
de uit het Vlaamsche land loopen nu college
in het Nederlandsch.
DE AANSLAG OP HOOVER BLJ.JKT
GEFINGEERD TE ZIJN.
De spoorwegwachter, die op den Ameri-
kaanschen verkiezingsdag had gemeld, dat hij
een poging had ontdekt, om Hoover's trein
in de lucht te doen vliegen, heeft thans be-
kend, dat de geheele zaak een mystificatie is.
Door de directie van de Southern Pacific
wordt medegedeeld, dat de man heeft ver-
klaard, dat hij de geheele geschiedenis slechts
heeft verzonnen, om bekend te worden. De
22 dynamietpatronen, die op de spoorbaan
werden gevonden, had hij uit een verlaten
mijn meegenomen.
DE AMERIKAANSCHE FEDERATIE VAN
DEN ARBEID EISCHT SOCIALISATIE
VAN DE BANKEN.
Het te Cincinnatie vergaderende congres
van de Amerikaansche Federatie van den ar-
beid heeft een resolutie aangenomen, waarin
wordt uitgesproken, dat het publiek zijn ver-
MIRYSTRAAT 10 - Tel. 194.98
Stdohter: FINOULST. Bestuurder: I. A. D.
SELZAETE: Fr. Wittoucklaan 22.
Vraagt prospectus gratis.
(Ingez. Med.)
trouwen in de particuliere banken heeft ver- j
loren en waarin socialisatie van alle banken j
wordt geeischt, aangezien de banken in pri-
vaat bezit door hun eigenaars worden gebruikt i
voor een genadeloos vergaren van kapitaal,
zonder rekening te houden met de huidige
nooden van de wereld en misbruik maken van
den financieelen noodtoestsind van tal van ge-
meenten.
Voorts werd een resolutie aangenomen,
waarin intrekking werd geeischt van het z.g.
achttiende amendement, waardoor de vrijheid
der vakbeweging in de Vereenigde Staten
aanzienlijk wordt beperkt.
CRISIS-VARjLEN SHUT.
Naar de heer H. J. Colsen, voorzitter der
Commissie, ons mededeelt, is aan Zijne Exce!-
lentie den Minister van Economische Zaken
en Landbouw het volgende adres verzonden,
onderteekent door ongeveer 1400 person en.
Excellentie!
Ongeveer 400 varkenshouders, handelaren
en slagers van Oostelijk en Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen ter vergadering te
Hulst bijeen, hebben de volgende motie aan
genomen:
Ontstelt over de werking en de uitvoering
van de Crisis-Varkenswet, en het betreurende
dat de boeren een verplichten steun moeten
aanvaarden
dat een groot bedrag in mindering van be-
doelde steun komt als gevolg van het feit, dat
tengevolge van de uitvoering van de varkens-
crisiswet, een groot aantal ambtenaren, con-
troleurs, merkers, enz. in functie is;
dat genoemde steunregeling, gehoord de vele
grondige en deskundlge verklaringen, tot ge
volg moet hebben dat de varkenshouders nog
verder worden geruineerd;
voorts van meening zijnde, dat aan de be-
sturen der gewestelijke varkens-centrales een
te groote eenzijdige bevoegdheid is toegekend;
dat het onjuist is tot lidmaatschap dier cen
trales verplicht te worden;
dat er in den omtrek van Hulst twee rijks-
veldwachters aangesteld schij'nen te z(jn door
de gewestelijke varkensoentrale;
dat er tengevolge van de crisisvarkenswet
30 minder wordt geslacht, doordat de ex
port naar Belgie hier geheel stilstaat;
dat in normale tijden drie-vierde der biggen
verhandeld werd met Belgie, maar nu ten
gevolge van het merken geheel is opgehouden;
dat tengevolge dezer wet ook de slagers ge-
dupeerd worden;
verzoekt den Minister van Economische
Zaken eh Landbouw Intrekking van bedoelde
wet te bevorderen, of wel te overwegen, in
hoeverre maatregelen zijn te treffen, om
aan den noodtoestand der varkenshouders,
handelaren en slagers tegemoet te komen
en hun voor een volkomen ruineering te be-
hoeden;
besluit deze motie ter kennis te brengen
van de regeering en van de Tweede Kamer.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Woensdag waren de leden dies namiddags
half 2 weer op het appel, met uitzondering
der heeren Van de Bilt, Van Bendegem en I.
d'e Feijter, welke laatste in den loop der ver
gadering verscheen.
Allereerst moeten we nog vermelden, dat
den vorigen dag, naar aanleiding van een
vraag van den heer Van Bendegem, die de
gemeente gaarae zag ontlast van de hooge
Ingez. Med.)
brjdragen van middelbaar en nijverheidsonder-
wiis besloten werd een verzoek tot wets-
wijziging te richten tot de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en dit onderwerp voorts aan-
hangig te maken bij de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten. We veronderstel-
len niet, dat men van dit optreden veel suc-
ces verwacht.
Nadat Woensdag de heer De Rurjter mhch-
tingen had ontvangen op zijn vraag naar den
hooger geraamden post voor nijverheidsonder-
wijs, hetgeen Burg, en Weth. noodig achten,
nu wegens de crisis zooveel jongens naar
d® ambaohtsschool te Ter Neuzen wor
den gestuurd, sprak de heer 't Gilde zijn
leedwezen uit, dat voor de muziekgezelschap-
pen een lagere subsidie wordt voorgesteid
Hij meent, dat meer waardeering voor het
werk der beide gezelschappen „Concordia' en
Hosanna" op zijn plaats was. Hij verwacht
geen resultaat van het doen van een voorstel,
doch kondigt aan, dat „Ooncordia" al het
mogelijke zal doen, om zich geheel vrij van
den steun der gemeente te kunnen maken.
De post verpleging van krankzinnigen moet
nog met 1500 worden verhoogd, nu weer 2
nieuwe gevallen voorkwamen, en bedraagt nu
f 6280.
De beer Van Kampen leidde nu een aanval
in op de positie der verloskundige, die 750
jaarwedde geniet, hetgeen volgens zijn bere-
kening o,p 30 per behandel geval neer-
komt, hetgeen hoog is. De heer Hamelink
voegde daaraan de klacht toe, dat zij ook van
minder gesitueerden, die het feitelrjk niet
hebben, voor hulp ook belangrijke bedragen
vordert, terwijl toch de jaarwedde voor hulp
aan zulke menschen wordt gegeven. De
voorzitter wees er op, dat de betrokkene
ambtenares is in den zin der wet, en zij op
deze jaarwedde is benoemd. Een voorstel om
die jaarwedde met 100 te verminderen, werd
met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Verschelling wilde /500 afnijpen
van de verhoogde subsidie voor het Burgerl(jk
Armbestuur, omdat hij bang is, dat steim-
trekkers daarheen zullen moeten verhuizen.
De Voorzitter wijst er op, dat zulks door over-
sdhrijding van den 65-jarigen leeftijd auto-
matisch ook plaats heeft; de regeling is nu
eenmaal zoo. En waar de heer Verschelling
klaagt, dat de bedeelden te weinig zouden
krijgen, wijst hij er cp, dat de eenige manier
om ontevredenheid over het beleid van het
Armbestuur uit te spreken is: de leden bij
aftreding te vervangen door anderen, terwijl
de heer Dieleman er op wijst, dat het, als
men meent dat te weinig gegeven wordt,
zeker geen goede methode is, om aan dat
bestuur dan minder geld ter beschikking te
stellen dan het vraagt. De post bleef onver-
anderd.
Nu volgde echter een emstige aanval der
t BESTUURDER: R. MORTIER
Lange Meire, 2 (Kouter) Gent
Telefoon: 19393
p Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor
gt degelijk en voll. onderricht. Zondagleer-
j gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt.
(Ingez. Med.),
(Vervolg.)
,,Ik zal u uitleggen", sprak zij na een poos,
aich meer tot Alfred wendend dan tot mij,
„ioe het komt, dat ik gedwongen was, mijn
•■derdanen aan den treinoverval te laten deel-
a«men. Dit kan misschien als inleiding die-
»«n tot een andere mededeeling, die ik u heb
t« doen.
Op uw morgenwandelingen heb gij reeds
gezien en hierbij keek zij ons lachend aan
dat die grenzen van mijn gebied aan de
■uidzijde zeer goed beschermd zijn, ten min-
sfce z66, dat het een oningewijde zeer moeilijk
aal vallen er binnen te komen of het te ver
laten. Als gjj later tijd vindt om elders een
ktfkje te nemen, zult gij bevinden, dat mijn rijk
aan de Noord- en Oostzijde door onbeklim-
bare bergen wordt begrensd en dat in het
Westen zich een strook moerasiand uitstrekt,
dat niet is door te trekken dan alleen door
degenen, die terdege met het terrein bekend
a$n. We voelen ons hier dus tamelijk veilig
aan de uiterste grenzen van het door Enge-
land bezette gebied. En aan onze volkomen
afzondering en aan de ontoegankelijkheid van
het land danken w(j het, dat we tot dusver
van de Britsche overheersching zijn bevrijd
gebleven. Maar wij hadden andere vijanden.
Het is onnoodig hier uiteen te zetfcen, om wat
reden of liever redenen wij in tweespalt ge-
raakten met de nabab van Patloora aan den
voet der Westelijke bergen. Dat is jaren ge-
ieden, ik was toen nog een kind. Door ver-
raad was de nabab in het bezit gekomen van
een onzer geheime toegangswegen en op
zekeren nacht werden wij door een groote
macht overvallen.
Onze mannen streden moedig, maar tever-
geefs, en velen vonden den dood. De nabab
was geldzuchtig en w(j stelden hem tevreden
met vele kostbaarheden en edelgesteenten en
verbonden ons bovendien om bij zijn eersten
oproep hulptroepen te zijner beschikking te
stellen voor den strijd tegen de Engelschen.
Een van de punten der vredesovereenkomst
hield als bepaling in, dat wij den bergpas,
waardoor h(j was binnengerukt, niet zouden
mogen versterken; wjj hebben dat ook niet
gedaan, maar na eenige jaren vonden wij het
wenschelijk, die bergspleet volkomen onibruik-
baar te maken, zoowel voor Patloora als voor
ons. Daar wij het echter om zekere redenen
wenschelijk achtten, met hem in contact te
blijven en hem in de gelegenheid te stellen,
zich tot ons te kunnen wenden, hebben wij
een middel weten te vinden om hem langs een
anderen geheimen weg toegang te geven tot
ons gebied, wanneer hij ons mededeelingen had
te doen. Slechts eenmaal heeft de nabab
daarvan gebruik gemaakt en dat was eenige
dagen voor uw komst, toen hij mij kwam her-
inneren aan de door ons aangegane verplich-
ting om hem hulptroepen te leveren. De nabab
heeft hier met onzen Raad verschillende plan-
nen besproken, maar w(j voelden er niets voor
om vijandig tegen de Engelschen op te tre-
den; dit achtten wij in de tegenwoordige om-
standigheden volmaakt nutteloos. Wij. waren
echter door ons woord gebonden en hij stond
op zijn eisch. Er was toen natuurlijk geen
sprake van een treinoverval; de nabab wilde
alleen troepen in het veld hebben voor de een
of andere ondememing. In zijn goed ver-
borgen legerkamp kreeg hij bericht, dat er
een extra-trein naar Patna gaan zou, waarin
zeer hooggeplaatste militairen zouden reizen.
Dit laatste bleek naderhand onwaar; maar
zoodra de nabab het hoorde, vatte hij het
plan op, zich van den trein meester te maken
en de bevelhebbers als gijzelaars mee te voe-
ren, in de hoop, dat het slaan van een grooten
slag een opleving van het Indisch verzet
tegen de Engelsche ondedrukking ten gevolge
zou hebben".
,,En hierin vergiste hij zich", viel Alfred
haar in de reden.
,,Ja", hernam de begum koel, „dat heb ik
hem van te voren voorspeld; de tijd daar-
voor is nog niet gekomen".
„Ik vrees, Hoogheid", zei Alfred rustig, ,,dat
die tijd nimmer komen zal, ten minste niet,
voordat de groote taak, die mijn land zich
heeft gesteld om in Indie beschaving en rust
te brengen, geheel is voltooid".
Haar oogen fonkelden. „Giji spreekt van
beschaving", zei zij. „Is onze beschaving niet
duizenden jaren ouder dan de uwe Staat
onze beschaving niet oneindig hooger dan uw
veelgeroemde beschaving van het Westen?
Uw beschaving, die zich ten doel stelt de ver-
volmaking der techniek en het verwerven
van stoffelijken rijkdom, en de onze, die alleen
zich toelegt op de veredeling van geest en
hart en de harmonische ontwikkeling van
's menschen hoogste eigenschappen. En heeft
er ooit meer orde en rust geheerscht in Indie,
dan toen de groote Aurengzeb zetelde op den
pauwentroon te Delhi?"
„Het rijk van Aurengzb ging te niet", her
nam mijn vriend, ,,en de kostbare pauwen
troon werd meegenomen in den oorlogsbuit
der Perzen".
„Wat weet gij daarvan?" sprak zij heftig.
,,Nog eens, gij kent de geheimen van Chinda-
war niet. Ik zeg u: eenmaal zullen de tijden
vervuld worden, en als Indie ontwaakt is, zal
wederom een nakomeling van Aurengzeb
zetelen op den ouden troon in het keizerspaleis
te Delhi. En de tijd van het ontwaken is
naby.
Wij zwegen. Zij was pracbtig, zooals zij
daar zat met uitgestoken arm in haar opbrui-
sende vaderlandsliefde, en geen van beiden
waagden wij het haar tegen te spreken.
„Zie", sprak ze, en wees naar het schil-
derij aan den muur, „een nakomeling van
hem, een man met zijn gaven van geest en
hart, zal Indie wederom groot maken en zich-
zelf doen zijn".
Nogmaals staarde ik naar het schilderij,
en nogmaals trof mij de frappante gelijkenis
met den geheimzinnigen Moonah Singh. Maar
voordat ik in de gelegenheid was een vraag
te stellen, ging zij voort, maar nu met vol
maakt rustige stem: ,,Vergeef mij, dat ik
mij een oogenblik heb laten gaan en vergeten
heb, dat gij een Engelschman zijt. Maar laat
denk
ik tjians praten over u zelf, dat zal u,
ik, meer belang inboezemen".
Alfred boog.
„Toen gij onder geleide van Akbar over den
Ganges werd gebracht, zal het u mogelijk
opgevallen zijn, dat de manschappen van den
nabab tot een heel anderen stam behooren
dan de mannen van Chindawar".
,,Ja", zei ik, „en mijn vriend heeft aan-
stonds bemerkt dat Akbar zelf geen volbloed
Hindoe is".
„Dat is zoo. Er zijn veel vreemden in het
rijk van den nabab, veel Mahomedanen, en de
in mijn klein gebied zeker niet zult verwach-
ten te zien".
Zij sloeg op de gong en gaf in de landstaal
eenige bevelen aan een binnentredende hof-
dame. Drie jonge meisjes verschenen om een
kleinen hofstoet te vormen, de prinses stond
op en wenkte ons haar te volgen.
Na een kleine voorhal te zijn doorgegaan,
kwamen wij aan een gang, waar vier solda.ten
der lijfwacht ons opwachtten. We gingen de
lange, spaarzaam verlichte gang door, nog een
overigen aanbidden de wreede godin Kali, j gang en nog een. De lucht werd kil en de
terwijl wij hier de zuivere leer van Boeddha wanden toonden alle teekenen van vochtig-
belijden. Toen de nabab met zijn krijgsvolk heid.
ons jaren geleden overviel, werd ons een kost- ,,Gij zijt nog steeds in het inwendige van
baar nationaal heiligdom ontstolen. Geen f den berg", sprak de prinses, „wacht maar".
Hindoe zou het wagen een hand naar onze
heiligdommen uit te steken; dat moet het
werk geweest zijn van een vreemde. Wij
hebben toen ons beklag gedaan bij den nabab,
maar de schat werd niet teruggevonden. j een soort van loge, geflankeerd door granieten
Toen sprak een onzer heilige mannen tot mijn j pilaren.
vader: „Vreemden hebben ons den schat ont- „Ziet", sprak de vorstin.
roofd; vreemden zullen ons dien schat terug- Voor ons strekte zich een geweldige tem-
bezorgen". Die voorspelling leeft steeds in de pelruimte uit, gestut door reusachtige zuilen,
harten van mijn volk, en dagelijks worden zij die in den berg waren uitgehouwen. De aan
bij het tempelgebed er aan herinnerd. Maar zuilen en wanden aangebrachte lampen wier-
nimmer komen er vreemden in dit afgesloten pen een fantastisch licht op het gepolijste,
land. Begrijpt gij nu, waarom mijn mannen u veelkleurige maimer, dat vloer en wanden
hierheen hebben gebracht? Gij droegt het dekte. De enorme hoogte der pilaren ver-
teeken van vriendschap en vertrouwen, en loor zich in de donkerte, waar temauwemood
mijn mannen, die geheel op eigen gezag ge- het uitgebeitelde lofwerk der bogen te onder-
Hier en daar werd de gang door dwarsgan-
gen doorsneden, die naar onbekende bestem-
ming voerden. Eindelijk werd een voorhang-
sel voor ons weggeschoven en we stonden in
handeld hebben, hoopten, dat in u de voorspel
ling vervuld zou worden".
Wij zagen elkander aan. Dat leek hetzelfde
wat Bengor ons verteld had. Goede hemel,
was dat nu de reden, waarom wij daar waren?
Om het gebazel van den een of anderen ouden
fakir? Maar wjj waren in het hoi van den
leeuw, en als bij ingeving begrepen we alle-
bei, dat het op dit oogenblik geen zin zou
hebben ons tegen de meening van onze gast-
vrouw te verzetten. Wij moesten deze zaak
rijpelnk met elkaar bespreken en dan zou
er nog wel een gelegenheid komen om ook
onze meening te zeggen.
Ons zwijgen bracht de prinses in den waan,
dat wij haar volkomen begrepen hadden. ,,Ik
zal u nu iets laten zien", sprak ze, „dat gij
scheiden viel. Heel in de verte stond midden
tusschen twee zuilen een zwarte verheven-
heid, een offertafel of iets dergelijks, waar-
voor zich drie in het wit gekleede gedaanten
bewogen, en daarachter op een hoog voetstuk
een geweldig groot beeld, waarvan de vormen
in de duistemis niet te onderscheiden waren.
De begum liet ons even wachten, zoodat wij
het heerlijk tempelaspect vlugtig in ons op
konden nemen. Daama daalde zij eenige
treden af naar den beganen grond en wij volg-
den De vier soldaten stieten met den steel
van hun piek op den vloer, zoodat de slag
dreunend door de gewelven klonk; toen rezen
de drie witte gedaanten bij het altaar op en
kwamen ons tegemoet.
(Wordt vervolgd.)