ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVEBTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN DeSlapende Boeddha Eerste Blad. bihnenland No. 8912 WOENSDAG 9 NOVEMBER 1932 72e Jaargang, FEUILLETON DE ZWARTE LIEVE VROUW BUITENLAND Dezen Winter koopt men weer het goedkoopst in i .-j? akONNEMENTSPRWS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen "t f 1 SO per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6 60 per jaar - Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lander, 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaimg. GIRO 38550 TELEFOON No. 25. Uitgeefster: Flrma P. J- VAN DE SANDE. 4k AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor e!kcn ^e=>e' n'c ~r f 0'2^" Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vei-minderd tarief, hetwelk op ^raag verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave, DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. TWF.r,T)K KAMER. Vergadering van Dinsdag. Het nieuw gekozen R. K. Kamerlid Mr. Truyen (vacature-Ament) wordt beeedigd en neemt zitting. Aangevangen wordt met de algemeene be- schouwingen over de rijkabegrooting voor 1933 De heer Braat (plattel.) betoogt, dat de bandelspolitiek dezer regeering de crisis ver- ergert inplaats van haar tegengaat. Spr. is voorstander van protectie voor wat hier geproduceerd wordt, van belasting op goederen in de doode band, van sterke salaris- vermindering, en tegen cumulatie van salaris- sen en pensioenen. Hij critiseert in bet spoor- wegbeleidt, dat een tekort veroorzaakt van 4 ton per week. Een motie van spr. betreffend cumulatie van salarissen en pensioenen wordt niet vol- doende ondersteund en komt dus niet in be- handeling. De beer Marchant (v.d.) wijst erop, dat de bouding der regeerings jegens het wetsont- werp inzake de verhooging van de invoerrech- ten nog onbekend is. Spr. behandelt ver- volgens bet rapport-Welter. DE VLUCHTHAVEN IN 'T ZIJPE. Binnenkort zullen de scbepen ook 's nachts reeds de vluchthaven in den Stoofpolder aan het Zijpe kunnen binnenloopen. Met het plaatsen van twee electrische lichten aan den in gang van die haven is men reeds begonnen. DE STEUN AAN DEN LANDBOUW. Het Kon. Ned. Landbouw-Comite beeft zich met een adres tot de Tweede Kamer ge- wend, waarin wordt opgekomen tegen een passage in het schrijven van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers aan het college over het financieel beleid der regeering. Tegen het steunen van den landbouw wordt daarin het bazwaar aangevoerd, dat daardoor de kosten van het leven worden opgeschroefd en dientengevolge de werkloosheid in andere takken van bedrijf wordt bevorderd. Het kan niet worden ontkend, aldus het adres, dat inderdaad het treffen van steun- maatregeien ten behoeve van het noodlijdende landbouwbedrijf tengevolge heeft gehad, dat de prijzen van enkele nocxizakelijke levens- behoeften zijn gestegen. Zulks was trouwens door de ontwerpers van die maatregelen voor- zien en zorgvuldig afgewogen tegen de voor- deelen van de bedoelde steunmaatregelen voor den Nederlandschen boerenstand. Dat even- wel door deze maatregelen de kosten van het noodzakelijk levensonderhoud zouden zijn opgeschroefd" in dien zin, dat deze in Neder- land nog steeds veel te hooge kosten op het tegenwoordige niveau zijn gebleven, mede doordat de landbouwende bevolking voor haar producten een te hoogen prijs ontvangt, willen wij met beslistheid ontkennen. Uitvoerig wordt met cijfers een en ander toegelicht. De besturen van den Drentschen en Gro- ninger Boerenbond en van den Agrarischen Bond in Friesland zonden adressen van soort- geljjke strekking. VRIJWILLIGE ARBEIDSDIENST. In Nederland in voorbereitUng. Naar „Het Vaderland" meldt is opgericht een voorbereidend werkcomite tot instelling van een vrijwilligen arbeidsdienst in Neder land Naar aanleiding hiervan schrijft het Han- delslblad: Men zal zich herinneren, dat onze W.-cor- respondent te Berlijn de vorige maand eenige artikelen geiwijd aan de organisatie van den vrijwilligen arbeidsdienst in Duitschland. Het Duitsche voorbeeld. Wij ontleenen aan zijn brieven hier het vol- gende Voor werklooze jongelui-van-goeden-wille is de invoering van den vrijwilligen arbeids dienst een uitkomst geweest; de snelle stijging van het aantal ..arbeidsvrijwilligers", vooral in den loop van de beide laatste maanden, be- wijst het. Op 23 Juli 1931 vaardigde het kabinet- Brtining een verordening uit, die den werk- loozen de mogelijkheid opende, zich aaneen te sluiten tot vrijwillige arbeidscolonnes en tegen een geringe vergoeding doorgaans 30 pfennig per dag plus vrijen kost en onder- dak werkzaamheden van algemeenen nutte te verrichten. Hier regulariseerde men den loop van een riviertje, dat telkenjare buiten zijn oevers placht te treden, daar draineerde men een drassige landstreek, elders legde men rijwiel- paden aan. Op 1 September 1931 werkten er 106 arbeiders in vrijwilligen arbeidsdienst, een maand later 289, op 1 Januari 1932, dus vijf maanden na de uitvaardiging van de verorde ning, bedroeg hun aantal 6810. Pas in het loopende jaar begon er meer schot in de zaak te komen. Op 1 Maart waren er ruim 20.000, op 1 Mei 40.300, op 1 Juli 74.500 arbeidersvrij- willigers aan het werk. De Duitsche regeering benoemde in Juli j.l. den president van de ,,Reichhsantalt fUr Arbeitsvermittlung und Anbeidslosenversicfae- rung" dr. Syrup, tot rfijkscommissaris voor den vrijwilligen arbeidsdienst en stelde een spe- ciaal fonds te zijner beschikking, zoodat hij op 1 Augustus j.l., toen de nieuwe verorde ning in werking trad, over circa 50 millioen mark beschikte. En nu ging het snel crescendo. Op 1 Augus tus waren er 97.000 arbeidsvrijwilligers aan het werk, op 1 September reeds 144.000 en op 1 October j.l. ruim 200.000. Hoeveel het kost. Voor het begrootingsjaar 1933 gelooft dr. Syrup op een gemiddeld aantal van 200.000 arbeidsvrijwilligers te mogen rekenen. Bij 300 werkdagen en een gemiddelde betaling van 1.80 mark per hoofd en per werkdag zal de vrijwillige arbeidsdienst derhalve het volgend jaar een totaal bedrag van circa 120 millioen mark vergen, die door het rijk en de ,,Reiehs- anstalt" gefoumeerd zouden moeten worden. Hierbij zijn echter niet inbegrepen de kosten, die voor rekening van de ,,dragers van het werk" komen. Dr. Syrup raamt ze globaal op 80 millioen, zoodat de tewerkstelling van een arbeidsvrijiwilliger in het geheel derhalve pl.m. 1000 mark zou kosten. Van ander, eveneens met de practlijlk van den vrijwilligen arbeidsdienst vertrouwde zijde wordt ons echter verzekerd, dat deze globale raming veel te hoog is en dat men gemiddeld met 600 a 800 mark per man en per jaar heel goed kan uitkomen. Het voornaamste doel van den arbeidsdienst ligt, volgens dr. Syrup, op geestelijk-ethisch gabied. De door jarenlange werkloosheid aan alien arbeid ontwende, geestelijk veelal ver- waarloosde en verwilderde jeugd der groote steden zal in de harde leerschool van den vrij willigen arbeidsdienst in Gods vrije natuur gelouterd en gestaald, weer aan tucht en o'rde gewend, geestelijk geregegereerd worden. DE NOOD DER BINISENSCHIPPERS. In een nota naar aanleiding van de by het voorloopig verslag gevoegde nota van den heer Duymaer van Twist zegt de regeering onder meer het volgende: Van den ernst van den toestand, waarin de binnenscheepvaart verkeert, is de regeering zich bewust. Nochtans acht Zj de opmerking dat de gemeentebesturen zich over het alge- meen van den nood der schippers weinig zouden aantrekken, niet juist. In zeven ge- meenten, waaronder Gronmgen, Leeuwarden en Rotterdam, zijn de daarvoor in aanmerking komende schippers hij de werkverschaffing geplaatst; andere gemeenten, aan wie dit door de regeering is aangeboden, hebben daar- van geen gebruik gemaakt en geven de voor- keur aan een ondersteunihg volgens de be- ginselen der Armenwet, hiertoe behooren o.a. Zwolle, Amsterdam en te?, deele ook Rotter dam, in welke laatste gemeente nog wordt onderscheiden tusschen de schippers, die tot de vaste bevolking behooren, en hen, die aldaar slechts tijdelijk ligplaats hebben ge kozen. Bij de klaoht, dat de ondersteuning door het Rijk in de kosten van het aan den wal uit- besteden van schipperskinderen geheel ontoe- reikend is en dat zij verhoogd moet worden, schijnt over het hoofd te zijn gezien, dat juist de post voor suibsidieering van de schoolfond- sen voor schipperskinderen een wel heel zeld- zame mtzondering vormt op de op het stuk van subsidieering algemeeu toegepaste bezui- niging. Deze post toch is op de ontwerp- begrooting voor 1933 gehandbaafd op het voor 1932 uitgetrokken bedrag van f 226,750, het- geen dus eigenlijk beteekent, dat daarop 34.000 meer is uitgetrokken dan naar den algemeenen regel had moeten zijn geschied, weik verschil moest gevonden worden door grooter bezuiniging op andere uitgaven. Hierbij heeft juist de gedachte voorgezeten, dat er reden was voor het schipperskind iets extra's te doen. v Wat de wijziging van 't bevrachtingswezen betreft, door den steller der nota terecht een der meest urgente maatregelen genoemd, moge de minister verwijizen naar hetgeen daaromtrent is medegedeeld in 20 van de memorie van antwoord op hoofdstuk I. Aan de hier geuite wenschen zal dus naar de regeering vertrouwt, spoedig kunnen worden voldaan. Tot invoering van een zjg. uniform-charter kon de regeering vooralsnog geen aanleiding vinden Opgemerkt zij, dat, indien het hier- voren bedoelde wetsontwerp tot wet wordt verheven, dit een toezicht op de bevrachtings- overeenkomsten zal medebrengen, waardoor de z.g. ,,vuile charters" naar men mag aan- nemen niet meer zullen voorkomen. het groote Magazijn voor Heeren- en Kinderkleeren, ZUIVEESTEEG 7 - GENT (juist aan de Zuivelbrug). Er is maar 6£n ingang! juist aan de brug. Echte crisis-prijzen. Pardessen en Gabardinen, groote voorraad. (Ingez. Med.) Aan 't opvoeren van de hoeveelheid vracht, voor zoover zulks rechtstreeks of middellijk van regeeringswege zou kunnen geschieden, wordt de noodige aandacht geschonken. Tot het verleenen van geldelijke bedrijfs- steun meent de regeering vooralsnog niet te mogen overgaan, mede op grond van de over- weging, dat zulk een steun voor de schipperij weinig of geen effect zou hebben, indien niet tevens maatregelen worden genomen ter voor- koming van verdere daling van vrachtprijzen. Ook is het zeer waarschijnlijk, dat het ver leenen van geldelijken bedrijfssteun het kwaad in beginsel veeleer zou vergrooten dan ver- minderen. Tereeht immers wordt er in de nota de aandacht op gevestigd, dat de hoofd- oorzaak van de kwaal ligt in teveel aan laadruimte. Het is de vraag, of het een goede geneesmethode zou zijn, dit overcom- pleet kunstmatig in stand te houden. DE ROODE DINSDAG. Zooals reeds lang van te voren was aange- kondigd was het gisteren in Den Haag de roode Dinsdag, georganiseerd door S.D.A.P. en N.V.V., in verband met den aanvang van de algemeene beschouwingen over de rijks- ibegrooting 1933, om te protesteeren tegen het rapport-Welter en de bezuinigingsvoorstellen der regeering. Reeds vroeg was het in Den Haag merkbaar dat er iets bijzonders aan de hand was. Men bemerkte in de binnenstad reeds vele troepen demonstranten, welke zich gezamenlijk naar Houtrust begaven. Naar- mate de ochtenduren verliepen en de 36 extra- treinen en ongeveer 1000 autobussen, waar- mede de deelnemers uit alle oorden des lands aangevoerd werden, aankwamen, werd het drukker en driukker. In de omgeving van Houtrust had de politie een uitgebreiden ordedienst ingericht. Op het terrein was het zeer levendig. De muziekkorpsen, er waren er ongeveer 20, de verdere deelnemende ver- eenigingen en leden der organisaties steLden zich op in afwachting van den aanvang der demonstratie. Het weer werkte echter niet mede. Den geheelen ochtend viel er een druilerige regen en het leek er niet naar dat daaraan spoedig een einde zou komen. De stemming leed hieronder echter geens- zins en met het zingen van socialistische stiljdliederen,, afgewisseld door muziek, wachtte men de opening der meeting af. Tegen 12 uur was nog lang niet alles op het terrein, aangezien nog van venjchillende v5r- afgelegen plaatsen de extra-treinen moesten binnenkomen. Om 12 uur precies betrad de partijleider der S.D.AP, de heer Oudegeest, de hoofdtribune en deelde mede, dat volgens de laatste opgaven meer dan 60.000 personen met alle soorten middelen van vervoer naar Den Haag waren gekomen. Hij begroette alien als Nederlandsche arbeiders, &§n van wil een van zin met een groote saamhoorigheid, die tenslotte den strijd bepaalt en onze kracht uitmaakt. Spreker herinnerde aan de talrijke offers, zoowel van persoonlijken als geldelijken aard, welke door velen gebracht moesten I worden om deze demonstratie te kunnen bij- wonen. Na de begroetingstoespraak van den heer Oudegeest kwam de heer Wibaut een oogenblik voor de microfoon om een wel- komstwoord toe te roepen aan de sterkste en grootste meeting der S.D.A.P. en N.V.V. Te 12.40 verkreeg de heer Vliegen het woord, die betoogde, dat in den strijd tegen het kapitalisme de vorige demonstraties door de betooging van heden nog verre zijn over- troffen. Somber is het slechte weer, doch daartegenover is het heerlijk te zien de stra- lende vreugde en het enthousiasme, weik en- thousiasme is te beschouwen als een belofte voor de toekomst. Daama werd achtereenvolgens het woord gevoerd door de heeren De la Bella, Van der Walle en Kupers. Vervolgens was het woord aan den voorzlt- ter der soc.-dem. Tweede Kamerfractie, ir. J. W. Aibarda. Spreker begon na de aanwezi- gen begroet te hebben met zijn groote be- zorgdheid uit te spreken over de huidige om- standigbeden, waaronder de arbeidersklasse verkeert. Spr. merkte op, dat tal van gevaren de ar beiders omringen en dat er nog veel op het spel staat. Een storm van reactie is aver Europa losgabroken en zooals altijid is de ar beidersklasse geroepen aan dien storm weer- stand te bieden en de groote machten te keeren. Krijgen deze macbten vrij spel, dan zal de arbeidersklasse terug zinken tot het peil van 30 tot 40 jaar geleden toen zij rech- teloos en machteloos was op elk gebied. Wij willen niet terug, alsdus spr., maar voor- waarts Met een luiden uitroep ,,Leve het socialis- me" besioot spr. zijn met luid applaus be groette rede. Vervolgens werd een aanvang gemaakt met de opstelling van den stoet, waardoor eenige stagnatie ontstond als gevolg van het te laat binnenkomen van eenige extra-treinen. Het weer was nog steeds niet opgeklaara en de regen bleef aanhoudend doorstroomen.. Om 2 uur ongeveer verliet de kop van den stoet Houtrust. Voorop reden eenige bereden politieagenten, daama kwamen de vaandels van de S.D.A.P. en N.V.V., daarachter de leden van het partijbestuur en het N.V.V.- bestuur, de Kamerfractie en daarachter sloten zich de tienduizenden deelnemers aan. De talrijke vlaggen en banieren werden af gewisseld met borden en doeken waarop de eischen vermeld stonden. Deze zijn: ontwa- pening, socialisatie, uitvoering van groote werken, 40-urige werkweek en extra belas- tingheffing van vermogens en hooge in- komens. Verschillende muziekkorpsen marcheerden mede. Buiten Houtrust heerschte een gewei- dig gedrang van de verschillende belangstel- lenden, die terzijde van den weg opgesteM stonden. De politie besioot tot een kleine wijziging- van de route en leidde de betooging met een. kleinen omweg naar de Stadhoudersiaan Onder een voortdurenden regen trok men door park Zorgvliet verder naar het eindpunt. De betooging had onderweg een geregelA verloop. door F. J. A. L. CORDENS. (Nadruk verboden.) 21) (Vervolg.) Het ware ongepast en bovendien ook vol- komen nutteloos geweest om die vriendelijke woorden te beantwoorden met een protest, dat we geheel tegen onzen wil daar waren; ik ver- genoegde mij dus te zeggen, dat het ons, dank zij den zorgzamen Bengor, aan niets ontbro- ken had. „Indien gij onze geringe gastvrijheid voor lief wilt nemen," vervolgde de pleohtige Hin- doe, „zal Bengor verder voor u zorgen, en moigen zal de begum het genoegen hebben u te ontvangen." Bengor nam wederom de leiding; we gingen het dorp in, dat den indruk maakte van zeer groot te zijn, passeerden verschillende huizen, die er in de duistemis allemaal precies een- der uitzagen, en hielden eindelijk stil voor een complex leemen gebouwen. Een daarvan scheen voor ons bestemd. Het was een hut met een voorgalerij op palen. Bengor ging de galerij binnen, opende een deur en we kwa men in een ruim vertrek met aangestampten vloer en gemeubeld met een tafel en eenige stoelen. Aan den wand was een verhooging, insgelijks van leem, waarop matten en kleeden en kussens waren uitgespreid en die overdag als eanap6 en des nachts als slaapplaats dienst kon doen. Dat alles zagen wij, toen Bengor een olielampje had ontstoken, dat op tafel stand, en tevens zagen wij in een anderen hoek van de kamer onze koffers en valiezen Ons hotel was dus perfect in orde. Zelfs de badkamer ontbrak niet; ze werd ons getoond door onzen geleider, die een gordijn weg- schoof en cms in een klein vertrekje liet, waar een aarden verhooging was aangebracht met twee treedjes van steen. In de verhooging was een kom gemaakt met een waterafvoer naar buiten, en dit heele toestel vormde bad en douche tegelijkertijid, die men zich verschaffen kon met behulp van een paar met water ge- vulde kruiken, die in een hoek klaar stonden. Het geheel deed me denken aan de nog veel primitiever badinrichtingen op Java, waar In- dische kennissen me van hadden verteld. Toen Bengor zich overtuigd had, dat het ons aan niets ontbrak en een klein mandje met levensmiddelen op tafel had gezet, ver- dween hij. Daar zaten we nu, op duizenden mijlen van huis in een Indische hut als gasten of gevangenen, weet ik wat, van een Indische prinses, in een negorij, waarvan we niet wij- ten hoe we er in gekomen waren, en waarvan we nog minder wisten hoe we er uit zouden komen. Bovendien was het ons een raadsel om wat voor reden ze ons daanheen hadden gesleept. Dit alles zaten wij te bepraten bij het licht van ons ongelukkig olielampje. „We dienen ons morgen toch een beetje fat- soenlijk op te tuigen als we bij de begum op audientie gaan," meende Alfred. ,,We zien er uit als beesten. Je hebt toch wel een schoon linnen pak in je koffer?" ,,Als ze het niet gestolen hebben, ja", zei ik. ,,Of zouden we in rok gaan?" „Ben je mal. Laat ons dat maar bewaren voor een betere gelegenheid. Maar stelen doen die lui niet kijk maar." Hij zette zijn valies op tafel, dat nog ongesloten was, zooals hij het in den trein had laten staan. Tusschen den rommel haalde hij een kleine revolver te voorschijn. „Steek dat ding in je zak," zei hij, „je kunt nooit weten wat .die lui in hun schild voeren, en het is altijd geraden iets bij de hand te hebben." Hij vischte nog een doosje sigaretten op en we gingen zitten rooken. De tocht door de wildemis en het kampeeren in de open lucht hadiden mij moe en slaperig gemaakt. „Hoe denk je er over?" vrOeg ik, toen onze sigaret was opgerookt. ,,We zullen maar gaan maffen en geen zor gen maken voor .den tijd. Kom, laat ons eerst even kijken, hoe het er buiten ons kasteel uit- ziet, en dan de deur sluiten." Voor de hut staande namen wij den omtrek eens op, voor zoover die in de duisternis was waar te nemen. Naast ons was een hut ge- lijk aan de onze en daarbij nog wat kleinere en grootere gebouwtjes. Tegenover ons had den wij een groep palmen, hun prachtige lange bladeren diepzwart afstekend tegen den avondhemel; daar dichtbij een bo-boom met zijn eeuwig trillend gebladerte, de heilige boom voor de Hindoe's. Verderop stak een hoog, donker gevaarte de lucht in; het viel niet uit te maken of het een huis of een hoog- te was. Aan de overzijde van den breeden weg zagen we nog een hut, door hoog geboom- te omgeven, en meer viel er voor ons niet waar te nemen. Het was doodstil in het dorp. „Ziezoo," zei Alfred. „Ik geloof niet, dat we van de dnikte op straat hinder zullen heb ben, en onze buren lijken heel rustig." Hij sloot de deur en korten tijd later hadden wij onze legerstede opgezocht. Toen ik wakker werd, stand de zon al hoog aan den hemel en Alfred was bezig met cri- tischen blik een schoon limnen pak te bekijken, dat hij uit zijn koffer had gehaald, „Er is al een afgezant hier geweest," zei hij, „die lange schlemiel van gisteravond, dat is een hofmaarschalk of zoo iets. Hij komt straks terug. Als je je wasschen wilt en een kan water over je uit wilt gieten, ga dan je gang maar. Ik heb nog een kruik water voor je laten staam." Toen ons toilet gereed was, gingen we naar buiten. „Er zal tooh wel ergens een restau rant zjjn, waar we kunnen ontbijten," dacht Alfred. Er liepen heel wat inlanders door de straat, die ons nieuwsgierig aankeken; in het veld hoonden we de arbeiders zingen en schuin tegenover ons was een wagenmaker druk aan den arbeid. Kippen en geiten liepen onge- stoond over den weg, kortom het was een heel landelijk tafereel. Toen we buiten' stonden, ging de deur van de hut naast ons open en een jongeman kwam er uit met een reusachtig houten blad, dat hij met bedde handen droeg. Hij knikte ons vriendelijik toe en beduidde, dat het voor ons .bestemd was. Op het blad ston den schalen en kannen met rijst en thee en melk en allerhande spijzen en vruchten. „Het is wel vriendelijik van je, dat je ons het ontbijt fchuis bezorgt," zei Alfred. De jongeman verstond er blijkbaar geen woord van, liet lachend zijn witte tanden zien, boog en verdween. We deden den maaltijd alle eer aan en zet ten ons onder de waranda. „Kijk, daar komt de hofmaarschalk weer aan," zei Alfred, „hij heeft gevolg bij zich. Nu zal het meenens worden, denk ik." Ik had op dat oogenblik mijn aandacht ge vestigd op het hooge zwarte gevaarte, dat we den vorigen avond had/den gezien. Het bleek een berg te zijn, maar het was een berg van zonderlingen vorm en het had er veel van weg, of er terrassen en galerijen in waren uit- gekapt. De opmerking van Alfred deed mij het hoofd omwenden naar den hofmaarschalk, zooals mijn vriend hem noemde. Het was een zeer lange, nog betrekkelijk jonge man van zuiver Mongoolsch type. Zijn soepele, kaarsrechte gestalte teekende kracht en vlugheid; zijn baard, hoawel ijl van haren, was met zorg onderhouden, en in zijn heele voorkomen lag iets gebiedends wat mij zoo vaak was opge- vallen bij Hindoe's van hoogeren rang. Over zijn kleeding droeg hij een dun zijden mantel en aan zijn zijde bengelde aan een zil- veren ketting een flauw gebogen Indische sabel. Wij stonden op en de Hindoe stelde zich voor als Chowandra, commandant der lijf- wacht van Hare Hoogheid de Begum, en vroeg of het ons schikte onze opiwaohting te gan maken bij zijn gabiedster. Wij verklaarden ons beneid. Vier soldaten, die Ohowandra gevolgd wa ren, traden naderbij, namen de karabijn van .den schouder en presenteerden voor ons het geweer met een correctheid, die Engelsche troepen hun niet zouden verbeteren. Toen wenkte de commandant ons met hem mee te gaan, en wij wandelden de dorpstraat in, op eeniigen afstand door het gewapend geleide gevolgd. In den beginnen hadden wij het niet op dat militair geleide begrepen, maar spoe- KONINKLIJK SPEELGOED VOOR DE ARMEN. De commissie van beheer der Spaansnhe staatseigendommen heeft besloten aan het ge- meentebestuur der stad Madrid al het speel- goed te doen toekomen, hetwelk vroeger aaa de kinderen der koninklijke familie heeft toe- .behoord en na 't vertrek dezer in de Konin klijke paleizen werd gevonden. Het speelgoed zal met Kerstmis aan de arme kinderen worden verdeeld. DE RIJKSDAGVERKIEZING. De uitslag van de jongste Rijksdagverkie- zing in Duitschland is schrijft de N. Crt. voor het huidige bewind niet ongxm- stig. De nationaal-socialisten en de Room- sche partijen, centrum en Beiersche voilca- partrj, zijn voldoende achteruitgegaan am geen meerderheid meer te kunnen vorruen. Zoo er in het parlement een rechtsche meer- dig kwamen wij tot de ervaring. dat het een hooge onderscheiding was, die ons ten <ieel viel. Ohowandra was heel spraakzaam, en. op onze vraag, in welke positie wij in Ohindawar verkeerden, gaf hij met eenige Verbazing tea. antiwoord, dat wij volkomen vrij1 waren om te gaan en te staan waar wij wilden. Nienxanci zou ons de minste vrijheidsbeperking opleg- gen, en als ons voorloopig verblijf ons niet beviel, zou hij trachten een beter te vinden; maar hij had deze woning voor ons uitge- kozen, omdat wij dan onder de onmiddeUijke hoede stonden van Bengor, dien wij reeds had den leeren kennen. Misschien zou de begum andere maatregelen treffen, maar daar kon hij niet op vooruitloopen. Intusschen zou hij in ieder geval zorgen, dat wij een bediende kregen, die Engelsch verstond, maar dat had hij niet zoo direct kunnen doen, omdat er ver schillende moeilijkheden aan verbonden waren. daar er goed moest worden uitgezien uit welke .kaste die persoon werd genomen. Dat maakte alles een heel goeden indruk op ons, maar gaf toch te denken, dat ons ver- blijf in Ohindawar mogelijk langer kon duren dan ons lief was. Aan die vrees durfden wij echter geen uiting geven, en onze geringste toespeldmgen op de toekomst werden op zij gezet met de opmer king, dat de begum in alles zou beslissen. Intusschen waren wjj een eindiweegs de breede straat gevolgd en sloegen toen linksaf. We gingen voorbij, verschillende huizen, onge veer alle van gelijken bouwtrant, en kwamen eindelijk bij den berg, .dien wij in de verte had den gezien. Hier stonden wij een oogenblik van verbazing stil. De hooge rotsheuvel was inderdaad door menschenhanden uitgekapt en met terrassen en beelden versierd over een ge- weldige uitgestrektheid. V6or ons was een hoog portaal uitgehouiwen, gedekt door een breede fries, waarop voorstellingen uit de jeugd van Boeddha. Het portaal gaf toegang tot een diepe nis, waarin een metalen deur. Aan weerskanten van die deur hielden twee priesters in witte gewaden de wacht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1