AtGEMEEN NIEUWS- C.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREH.
DE VIERDE SEPTEMBER
bimhenland
No. 8876
WOENSDAG 17 AUGUSTUS 1932
72e Jaargang
FEUILLETON
46)
CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Bmten Ter Neuzen
fr per post 1 80 per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6.60 per jaar
Voor Belgne en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: Pinna P. J- VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TEGEFOON No. 25.
A DVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSOHIJNT IEDEREN MA A NO AG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DE ECONOMISGHE ONDERHANDEGINGEN
MET DUITSCHGAND.
Het Eerste Kamerlid Blomjous heeft aan
de Ministers van Economische Zaken en Ar
beid en van Buitenlandsche Zaken in verband
met de berichten in de pers betreffende den
loop der besprekingen te Berlijn over onzen
handel met Duitschland - welke besprekin
gen zijn gevoerd in den vorm van een drie-
lioeksonderhandeling tusschen Duitschland,
Denemarken en Nederland, de volgende vra-
gen gericht.
Zijn de Ministers niet van meening, dat de
politiek der Duitsche Regeering in deze er
op is gericht een totaal contingent voor den
invoer van boter in Duitschland vast te stel-
len, het aan de belanghebbende importeerende
landen overlatende oin in onderling overleg te
bepalen, welk deel van dit totaal aan elk af-
zonderlijk zal toevallen?
Zijn de Ministers eveneens van oordeel, dat
het niet wel mogelijk kan worden geacht, dat
de bij den invoer van boter in Duitschland be
langhebbende landen het eens zouden kunnen
worden over een onderlinge verdeeling van
dezen invoer, daar het bij voorbeeld voor
Denemarken toch wel uiterst moeilijk zal zijn
bij die onderhandelingen rekening te houden
met de zooveel grootere beteekenis van Neder
land voor Duitschland als afnemers van Duit
sche producten?
Zijn de ministers niet van oordeel, dat het
uitsluitend de Duitsche regeering is, welke
kan en heeft rekening te houden met de be
teekenis der onderscheidene in Duitschland
boter-importeerende landen als afnemers der
Duitsche producten en met het belang, welke
het Duitsche volk heeft bij het behoud van
elk dier afzetgebieden
Zien de Ministers, evenals ondergeteekende
in Duitschland's streven om de onderhande
lingen in bovengenoemde richting te sturen,
niet de bedoeling om door het drijven naar
langdurige besprekingen, tusschen de in
Duitschland boter-importeerende landen on
derling, welke door den aard van het onder-
handelingsobject toch gedoemd zijn onvrucht-
baar te blijven de inwerkingtreding der
Clearing-wet door Nederland tegenover
Duitschland op de lange baan te schuiven?
Zijn de Ministers niet van oordeel, dat de
wijze, waarop Nederland's uitvoer naar
Duitschland, meer in het bijzonder gedurende
de laatste jaren, is beleinmerd, alleszins het
gebruik van het ons onlangs door de wet-
geving geschonken verweermiddel rechtvaar-
dlgt
Zijn de Ministers en in het bijlzonder de,
Minister van Economische Zaken en Arbeid,
van dezelfde zienswijze als ondergeteekende,
dat de pas ingevoerde Crisis-Zuivelwet be-
zwaarlijk aan haar doel kan beantwoorden
zonder een, ten minste gedeeltelijk, herstel
van den uitvoer van zuivelproducten, met
name vooral van boter?
Meenen de Ministers niet met hem, dat wij
tegenover geen enkel land moreel zoo sterk
staan om een redelijke behandeling in deze te
bedingen dan juist tegenover Duitschland, ge-
zien de wijze waarop Nederland den zoo om-
vangrijken Duitschen invoer binnen ons ruil-
gebied tot zelfs in de allerlaatste tijden toe-
liet en daarenboven op velerlei wijze het
Duitsche bedrijfsleven steunde, en wij zelf,
ongetwijfeld mede door die ruime hulp aan
Duitschland, in het midden der economische
moeilijkheden zijn geraakt?
Is de Regeering deswege met ondergetee- i
kende overtuigd en is z\j bereld om onver-
wijld de Clearings-wet tegen den invoer van
Duitsche producten in werking te stellen om
eindelijk te trachten, nu op allerlei wijzen
gevoerde onderhandelingen hebben gefaald,
aan Duitschland de wederkeerige onmisbaar-
heid der ruilgebieden van beide landen te
doen beseffen en gevoelen?
EEN DURE VEItGISSING.
Bij den aanleg van den sluisput voor het
TwenteRijnkanaal te Eefde, bij Zutfen, is,
naar uit Zutfen aan het Vad. wordt gemeld,
in 1931 een nieuw cafe, de Sluis, gebouwd.
Thans loopen er ter plaatse geruchten, dat
blijkens door het gemeentebestuur van Gors-
se.1 ontvangen mededeeling Waterstaat bij de
berekening van het trace een fout van onge-
veer 8 meter zou hebben gemaakt, zoodat of
het cafe onteigend en afgebroken, of ge-
meentegrond van Gorssel zou moeten worden
aangekocht. In beide gevallen zou deze ver-
gissing het Rrjk zoowat tien mille kosten.
HET POSTVERKEER MET BEGGIe.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
heeft den tekst bekend gemaakt van het op
4 Augustus vernieuwde postverdrag tusschen
Belgie en Nederland.
Brieven van het eene naar het andere land
moeten met 10 cents (1.50 fr.) worden ge-
frankeerd, mits zij niet zwaarder zijn dan 20
gram; voor iedere 20 gram meer 7V2 cents
(0.90 fr.).
Voor het grensiverkeer djw.z. als de
kantoren van afzending en ontvangst ten
hoogste 30 KM. uit elkaar liggen wordt 6
cents (0,75 fr.) frankeering vereischt, met 5
cents (0.75 fr.) voor elke 20 gram meer.
IS ONS FRUIT WAARDELOOS?
Het lid van de Tweede Kamer, de heer
Braat heeft den Minister van Economische
Zaken gevraagd of het hem bekend is, dat
het hier te lande geteelde fruit zoo "goed als
waardeioos is door den vrijen invoer van bui-
tenlandsch fruit en dat hderdoor o.a. het West-
land zeer wordt gedupeerd. De heer Braat
vraagt verder of de minister bereid is onze
fruitteelt te beschermen door het nemen van
contingenteeringsmaatregelen.
CKISISPACHTWET EN TUINDERS.
Het Tweede Kamerlid, de heer Ch. L. v. d.
Bilt, heeft aan den minister van Justitie ge
vraagd of het juist is, dat de kantonrechter
te Haarlem zich onbevoegd heeft verkilaard
kenmis te nemen van een verzoekschrift
krachtens de Crisispachtwet 1932 en wel, om-
dat de aanvrage een perceel tuingrond betrof.
De heer v. d. Bilt vraagt of de minister 00k
van oordeel is dat de Crisispachtwet niet geldt
voor tuinbouwbedrijven, zooals de genoemde
kantonrechter meende, en of de minister in-
geval hij meent, dat de tuinbouwbedrijven
wel onder genoemde wet vallen, daarvan den
kantonrechter wil doen blijken.
SPOEDIGE DROOGGEG4JING VAN
ZUIDERZEEPOLDERS GEWENSCHT.
Het lid van de Tweede Kamer de heer
Peereboom heeft den minister van Water
staat gevraagd of het hem bekend is dat ten-
gevolge van de afsluiting der Zuiderzee, het
visscherijbedrijf der Urkervisschers, den on-
dergang nabij is.
Aan deze visschersbevolking, die tengevolge
van deze afsluiting vrijwel zonder eenigerlei
inkomsten is, is tot op heden geen schade-
loosstelling verstrekt, dan alleen een geringe
crisissteun.
Is de minister niet van meening, vraagt de
heer Peereboom dat indien de afsluiting van
de Zuiderzee niet spoedig wordt gevolgd door
een verdere droogmaking, er voor de visscherij
bevolking niet maar alleen een crdsisteun,
maar een werkelijke schadeloosstelling noodig
is wegens broodrooving.
De heer Peereboom vraagt verder of de
Minister eenigerlei toezegging wil geven dat
spoedig daadwerkelijk steun zal worden ver
strekt en of hij wil bevorderen, nu de afslui
ting der Zuiderzee een fedt is, dat 00k de
verdere drooglegging spoedig ter hand wordt
genomen.
KEANSUEGGING OP HET GRAF VAN
PRINS WIGGEM I.
Zaterdagmorgen is op het graf van Prlns
Willem I in de Nieuwe Kerk te Delft de
krans gelegd vanwege den Vlaamschen
Blauwvoet Bond. Nadat de vertegenwoordi-
gers zich met hun vaandel rond het monu
ment hadden geschaard sprak de voorzitter
van den bond, dr. Borms, die er op wees, dat
aanwezig waren de vertegenwoordigers van
Vlaanderen, die het voorbeeld van Prins Wil
lem I willen volgen, n.l. tot vereeniging van
Noord- en Zuid-Nederland.
Hierna werd de krans gelegd en werden
twee coupletten van het Wilhelmus gezongen,
gevolgd door ,,De Vlaamsche Geeuw".
DE PREMIES VOOR HET BURGERLIJK
PENSIOENFONDS.
De Vereeniging van Nederiandsche gemeen-
ten heeft zich gewend tot den minister van
Financien met een adres, waarin de geldelijke
verplichtingen van de overheidslichamen aan
het Algameen Burgerljjk Pensioenfonds wor
den behandeld.
Adressante wijst erop, dat het tekort in het
Pensioenfonds op 1 Juli 1922 werd gesteld
op rond 254 millioen, terwijl dit tekort van
de tweede belans op 31 December 1927 was
teruggeloopen tot rond f 218 millioen.
Deze gunstige uitkomst is een gevolg hier-
van, dat de openbare lichamen voor de na
1 Juli 1922 aangestelde ambtenaren een bij-
drage in het pensioenfonds storten, welke ver
uitgaat boven het bedrag dat noodig is voor
dekking van de werkelijke risico's. In de
eerste balans werd dan 00k reeds geconsta-
teerd, dat de premie ad 15% te hoog was.
De vereeniging wijst er verder op, dat de
in de eerste balans uitgesproken meening, dat
voor de nieuw aangestelden met een premie
van 7.82 voor het ambtenarenpensioen kan
worden volstaan, in de tweede balans feitelijk
bevestiging vindt, daar die percentages niet
worden weersproken.
Adressante verzoekt daarom den minister
zulk een verlaging van de premie voor het
eigen- en voor het gezinspensioen voor de na
1 Juli 1922 aangestelde ambtenaren in em-
stige overweging be nemen. En nu de gemeen-
ten weldra staan voor de behandeling van de
begrooting voor 1933, zou de vereeniging het
van heel veel belang aehten, indien spoedig
tot zulk een verlaging kon worden overge-
gaan.
MEER STAATSGOTERIJBRIEFJES.
Op de vraag van het Tweede Kamerlid den
heer K. ter Gaan betreffende wijziging van
artikel 2 der wet op de Staatsloterij in dien
zin, dat meer loten kunnen worden uitgege-
ven, heeft minister De Geer geantwoord, dat
deze vraag eerst in September a.s. zal kun
nen worden beantwoord.
DE PRIJZEN DER VARIKENS.
De Nederiandsche varkenscentrale deelt
mede dat zij maatregelen heeft genomen,
waardoor de prijs der varkens langzaam aan
dichter bij den kostprijs zail komen. Zij heeft
den richtprijs voor exportvarkens, welke
vanaf Donderdag a.s. zullen worden geslacht,
vastgesteld op 15 cent per pond levend ge-
wicht. Deze prijs is aangenomen om eerst
even te zien hoe de zaak loopt, doch de Ned.
varkenscentrale hoopt dat zij zeer spoedig
tot een hoogeren richtprijs zal kunnen over-
gaan.
ZEER GROOTE TARWEOOGST
VERWACHT.
Het Tweede Kamerlid de heer Braat, heeft
aan den Minister van Economische Zaken ge
vraagd of hem bekend is, dat een zeer groote
tarweoogst is te wachten.
Door art. 2 van de Tarwewet 1931, zal die
oogst in ons land niet geheel voor broodberei-
ding kunnen worden gebruikt, waardoor deze
oogst gedeeltelijk minder waard zal worden.
Is de Minister bereid, vraagt de heer Braat,
maatregelen te nemen ten einde spoedig te
geraken tot wijziging van art. 2 der Tarwewet
1931, in dien zin, dat het daarin genoemde
percentage van 25 pet. wordt gebracht op
50 pet.
Van den heer Braat aan den Minister van
Economische Zaken en Arbeid:
Is het den Minister bekend, dat het hier te
lande geteelde fruit zoo goed als waardeloo3
is door den vrijen invoer vanuit het buiten
land en dat hierdoor o.a. het Westland
ernstig wordt gedupeerd?
Is de Minister bereid onze fruitteelt te be
schermen door het nemen van contingen
teeringsmaatregelen
DE NEDERLANDSCHE DUMPING IN
BEGGIS.
De heer Vliegen, lid der Tweede Kamer,
heeft aan de Ministers van Economische Za
ken en van Buitenlandsche Zaken gevraagd of
het juist is, dat in Belgie door Nederiandsche
ondememingen met regeeringshulp dumpings-
practijken worden uitgeoefend, hierin be-
staande: le. dat bet hoogovenbedrijf te
IJmuiden zijn product in Belgie 50 francs per
j ton lager levert dan de normale prijs daar te
I lande bedraagt, daartoe in staat gesteld om-
dat de Nederl. Regeering, die eventueele ver-
liezen zal dekken, het bedrijtf heeft gemachtigd
tegen elken prijs zijn product te verkoopen
teneinde al zijn arbeiders aan het werk te
houden; en 2e. dat de OranjeHNassaumijnen
op dezelfde wijze werken en verkoopen als het
hoogovenbedrijf, dat nog 11.000 ton aan voor-
raden heeft.
Mocht dit niet juist zijn, moet dan de door
de directie der IJmuidensche hoogovens ge-
geven tegenspraak van in de Belgische pers
voorkomende berichten inzake genoemde
dumping, niet onvoldoende worden geacht en
is dan een officieele tegenspraak van Regee-
ringswege niet gewenscht?
Wanneer de berichten waarheid bevatten
voor wat de steenkolen betreft, achten de
Ministers het dan niet gewenscht, zoolang de
in Belgie heerschende staking in de kolen-
mijnen voortduurt, extra uitvoer van steen
kolen naar Belgie tegen te gaan?
FRANKEERING BIJ ABONNEMENT VAN
NIET-PERIODIEKE DRUKWERKEN.
Met ingang van 1 September a.s. worden
eenige wijzigingen in de postvoorschriften
aangebracht welke het gevolg zijn van de bij
de wet van 4 Februari 1932 1.1. vastgestelde
wijzigingen van de Postwet en de Pakketpost-
wet.
De wijzigingen betreffen o.m. de frankee
ring bij abonnement, waarbij het mlnimum-
aantal niet-pgriodieke drukwerken wordt
teruggebraeht van 1000 tot 500. Tevens mag
voortaan de aanwijzing „frankeering bij abon
nement" of „pact pave'gevolgd door den kan-
toomaam door middel van een stempel afdruk
worden aangebracht.
Gewone aangeteekende stukken kunnen
voortaan bij uitreiking aan huis 00k aan een
volwassen huisgenoot (geen dienstpersoneel)
van den geadresseerde worden afgegeven.
Bij ambtshalve aanteekening van stukken
is voortaan tweemaal het recht voor gewone
aanteekening verschuldigd.
In de bepalingen omtrent de behandeling
van de onbestelbare en geweigerde stukken
worden eenige wijzigingen gebracht.
De desbetreffende bepalingen van de pak-
ketpostwet zijn voorts zoodanig gewijzigd,
dat de gelegenheid kan worden gegeven, het
port en het verrekenrecht van binnenlandsche
postpakketten niet bij vooruitbetaling te vol-
doen; voorshands zal alleen het port voor ge
wone pakketten ten laste van den geadres
seerde kunnen worden gelaten.
Ten slotte heeft 00k de regeling betreffen
de het verleenen van korting op de binnen
landsche posttarieven eenige verruiming
ondergaan.
GEEN KOFFIE-BEUASTING.
Bij informatie aan het Departement van
Financien blijkt het in eenige bladen voor
komende bericht over een te verwachten in-
voering van een koffie-belasting uit de lucht
gegrepen te zijn.
THANS GEEN BESUISSING IN ZAKE AG
OF NIET INVOERING VAN HET
GEZIN SP ERSOONSKAARTEN STEGSFX.
Naar het „Weekblad voor Gemeentebelan-
gen" meldt, heeft de Minister van Binnen
landsche Zaken onder dagteekening van 11
Juli aan de gemeentebesturen bericht, dat in
verband met de bijzondere tijdsomstandig-
heden thans geen beslissing kan worden ge
nomen in zake de al of niet invoering van
het gezinspersoonskaartenstelsel.
Het tijdvak der proefneming wordt daar
om verlengd tot uiterlijk 1 Januari 1935.
DE RIJKSPOSTSPAARBANK IN 1931.
Aan het verslag van de Rijkspostspaarbank
over 1931 zijn de volgende cijtfers ontleend:
In 1931 bedroeg het aantal inlagen 2.637.583
tegen 2.586.274 in 1930, terwijl het bedrag der
inlagen was 194.972.429,14 tegen
148.956.752,76 in het voorafgaande jaar. De
inlagen vermeerderden dus in totaal met
101.309 en in bedrag met 46.015.676,38.
Terugbetaald werd in 1.447.285 posten
f 141.193.328,16 of, 11a aftrek van de rente, in
den loop van het jaar uitbetaald bij geheele
afbetaling van boekje3, 140.976.764,25 tegen
in 1930 in 1.372.016 posten 133.563.862, ver-
meerdering dus in aantal 75.269 en in bedrag
f 7.412.902,25.
Aan rente werd goedgesolireven een bedrag
van 10.058.930,60 (incl. de in den loop van
't jaar uitbetaalde rente ad 216.653,91) zoo
dat het tegoed der inleggers einde 1931 be
droeg 439.237.670,42 zijnde 63.833.149,61
meer dan einde 1930.
Het aantal spaarbankboekjes steeg met
73.194, waardoor er 31 Dec. 1931 2.217.220
in omloop waren.
Het aantal staatssehuldboekjes vermeer-
derde in 1931 per saldo met 653 en steeg
daardoor tot 27.630.
1
AVONTURENROMAN
door
PETER BARON.
(Nadruk verboden.)
Vervolg.)
Toen Bryce den volgenden morgen iets
opvallends meende te ontdekken in de
manier van doen van zijn collega, schonk
hij daar evenwel niet de minste aandacht
aan, maar ging rustig met zijn werk door.
Guest, die geheel in beslag genomen
werd door zijn bestudeering van een
krant, beantwoordde het vormelijke:
„Goeien morgen" van den ander met een
verkorting daarvan en volstond met;
,,Goeie".
Om negen uur was Guest al met z'n
onderzoek begonnen en een deel lag al in
de prullemand en het stapeltje naast zijn
bureau werd langzamerhand kleiner.
Hij had Randall naar de verschillende
krantenbureaux gezonden en vandaar de
copie ontvangen van alle publicaties van
een maand terug. In het bezit hiervan,
was hij de kolommen van de verdwenen
personen van elke krant gaan onderzoe-
ken.
Om elf uur lagen The Mail, The Daily
News, The Westminster Gazette, The
Star, The Standard en The Telegraph in
de papiermand.
The Morning Sum The Sketch, The
Miror, The Chronie, The, Morning Post,
The Dispatch en The Herald lagen nog
voor hem, om nagezien te worden.
Eerstgenoemd blad nam hij op en door-
liep de Septemberaflevering, maar zonder
resultaat. In vervelende stemming nam
hij het October-nummer, toen opeens
daar trok 'n kleine paragraaf in de kolom,
die hij juist doorlas, zijn aandacht.
„PICWICK. GUILFORD CONSIG-
NATIE ARRIVEERT SEPT. 12.
VOOR F. P. H. NICKLEBY".
Dus de zending voor Guildfort zou den
12den voor Farnham, Petersfield en Ha-
vant aankomen!
Dat was de noodlottige-datum, dacht-
hij en met nog meer ijver begon hij de
krant te doorsnuffelen, en in de vijf vol
gende nummers ontdekte hij nog twee
aankondigingen.
Doch geen van beide lag in de lijn van
zijn ,,plan de campaane", doch beide
waren geteekend ,,Nickleby en dienden
tot bevestiging van het feit dat die mede
deeling van hem kwam.
Alles wat hem nu nog te doen stond
was een onechte boodschap in te voegen.
van Chuzzlewit, Wally, aan Pickwick,
Pressland, waarin hij hem opriep, en dan
zat Pressland in Queer Street.
Hun manier van correspondeeren was
vernuftig bedacht en blijkbaar hadden zij
daartoe besloten om alle brieven, die
vermoedens konden doen rijzen, te ver-
mijden.
Om Wally maakte Guest zich niet
druk. Dat was maar 'n werktuia, n bij-
Ioopertje, maar die in geen geval de her-
sens van de anderen had. Hubert Chat-
terton was dood, Naisuki eveneens. Maar
Mr. Pressland leefde nog en was nog in
vrijheidmaar o zoo ver.
Maar nu had hij het aas, dat Press-
land uit z'n hoi zou lokken. De inspec-
teur glimlachte fijntjes en het aas zou
Pressland slecht bekomen.
Guest nam een potlood en krabbelde
eenige woorden op een stuk papier. De
boodschap luidde:
..PICKWICK. ONGELUK. LYON'S
HOEKHUIS. VIER. OCT. 28.
HOOFDINGANG. CHUZZLEWIT".
Hij drukte op de schel en liet Randall
komen.
,,Zorg ervoor, dat dit deze week iede-
ren dag in de „Morning Sun" wordt ge-
zet", gelastte hij hem.
,,Uitstekend mijnheer". Randall ver-
trok met zijn boodschap.
Twee minuten daarna kwam Mitchell
binnen en overhandigde een telegram aan
Guest.
Toen Guest 't gelezen had, keek Bryce
van zijn bureau naar hem op.
..Waarvoor dient die tusschenvoeging
in de Morning Sun?" vroeg hij nieuws-
gierig.
Zijn collega keek hem even stilzwijgend
aan en legde het hem daarna uit.
Bryce floot zachtjes voor zich uit.
,,En heb je Pressland op die manier
geseind?" vroeg hij.
Guest haalde zijn schouders op.
,,Die snuiter is knap", zei hij, ,,maar
ditmaal hoop ik hem toch te knippen".
Bryce ,,sloeg" aan 't denken. Wat
drommel, hoe zou Guest dat nu weer
klaar spelen? Altijd had hij iets achter z'n
mouw".
,,Nu we zullen hopen, dat je met Press-
land beter succes zult hebben, dan met
den moordenaar! zei hij boosaardig. ,,Ik
voor mij", en hier werd hij ironisch, ,,ik
geloof, dat je appels wilt zamelen zonder
den boom te schudden
Guest glimlachte en tikte met het
telegram, dat hij in zijn hand hield.
,,Vriend Wally probeert er tusschen
uit te knijpen, terwijl de baan nog vrij
is", zei hij en gaf het rose formulier aan
Bryce.
,,Drommels, dat had ik niet verwacht
liet Bryce zich uit met verrassing in zijn
oogen. Is hij er van door? Ik denk, dat
het de moeite wel waard is om dat jong-
mensch na te laten gaan Hij las het
telegram door:
YACHT VAN CHATTERTON,
CHARA II. WORDT UITGERUST.
DYSART". Het was verzonden vanuit
Newhaven.
,,De laatste week heeft Wally zich op
alles voorbereid gehouden", zei Guest,
„en naar ik hoor," hebben zijn procureurs
hals over kop de bezittingen van den oude
getaxeerd. Er mocht eens iets tusschen
komen".
Bryce knikte in gedachten verzonken.
lij zou er eens op letten.
De daarop volgende dagen had Bryce
het vreeselijk druk.
Wally Chatterton's gangen werden
ijverig nagegaan en Bryce nam de ge-
woonte 's avonds laat een wandelingetje
te maken door het park, van Lancaster
Gate naar Kensington Gore, teneinde een
oogje te houden op het goed van Chat-
terton.
Soms hield hij even tegenover het huis
stil en bleef staan kijken als wilde hij aan
die ijzeren poorten inlichtingen ontlokken.
Maar meer dan eens trof hem dan de
koele blik van een politie-agent, die in de
nabijheid post gevat had, wat hem echter
eer woedend dan blii maakte.
Op 'n keer maakte Bryce weer zoo'n
uitstapje, en gevoelde zich nog slechter
gehumeurd dan anders, wat aanleiding
was tot een reeks van interessante voor-
vallen. Dien avond 't liep tegen vijven
deed het park bijzonder koud aan. De
hemel was helder en een striemende,
scherpe wind blies de laatste blaadjes
van de boomen en joeg koud en guur over
het gras.
Bryce, bezig met z'n eigen gedachten,
slenterde met gebogen hoofd langs Lan
caster Gate, en had de wereld rondom
hem als het ware vergeten.
Als eerste gevolg van zijn verwazing
liep hij tegen een lantaarnpaal op. Eerste
omstandigheid, die hem woedend maakte.
Even later bufferde hij tegen een oude
dame, en vielen haar pakjes op de straat-
steenen. Tweede omstandigheid. Kort
daarop botste hij eerst tegen een slagers-
jongen, dan tegen een kindermeisje op,
struikelde over een hond, dien zij aan een
koofd hield en tenslotte ondervond hij de
wet van den weerstand bij een flink on-
bex*ispelijk gekleed jongmensch, die een
van de huizen daar in de buurt verliet.
't Chique jongmensch slingerde den
droomer zoo van zich af, dat de inspec-
teur een buiteling maakte, waarbij hij z'n
evenwicht verloor.
Dat was te erg! Waarom dat kon
dat volk niet uitkijken waar t liep?
Met vlainmende oogen keek Bryce in
het vriendelijk lachend gezicht van Vis
count Medway.
,,Ha, zoo, mijn vriendzei dc man van
adel op luchtigen toon, „zie ik je weer
eens? Zit je nog steeds mijn rampzaligen
neef op de hielen?"
,,Rampzalig!" bromde Bryce geergerd.
,,Wis en zeker, of noem je het geen
ramp, als jij ze op de hielen zit?" was de
fijne, dubbelzinnige vraag.
„Maakt hij het je tegenwoordig nog al
lastig? Of ligt de handel zoowat stil?
Ofen hier zweeg hij, terwijl er een
bijzondere gloed in zijn oogen "kwam, „is
die stroeve uitdrukking van je gelaat te
wijten aan 't onvermogen om die mi>
daden, een lid van 't Hoogerhuis op den
hals te schuiven?"
(Wordt vervolgd.)