HE ALGEMEEN NIEUWS- F.M APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER a 60 cent No. 8778 MAANDAG 28 DECEMBER 1931 71 e Jaargang, NIEUWJAARS-AOVERTENTIEN BIHWBNLAND. F8UILLKT0S. SB Ifl door K. R. G. BROWNE. 35) OUDEJAARSAVOND RADIO-REDE. ffrr-rmr—mssmnmamuBB^m mi11 1 11 ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. uer post 1,80 per 3 maanden Bij vobr uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonneinenten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeef st«rFirraa P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. it. ADVERTENTISN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar Is. Intending van advertentien llefst c6n dag voor de ultgave. DIT 151.A I) VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. voor het Nieuwjaarsnummer dat Vrij- dagmorgen in plaats van Vrijdag- avond zal verschijnen en in de kom dezer gemeente huis aan huis wordt bezorgd, worden weder geplaatst Voor Nieuwjaarswenschen grooter dan 20 regels, zal 60 cent meer worden ge- rekend voor elke 20 regels of gedeelte daarvan. De inzendingen kunnen geschieden tot ulterlijk Donderdag 31 dezer, des voor- middags 10 uur. Ter Neuzen, 21 December 1931. Firma P. J. VAN DE SANDE. DE KERSTGiROET VAN DE KONINGIN. De woorden, welke de Koningin op den Bersten Kerstdag per radio tot haar Volk heeft gericht en door vele duizenden in den lande en ook elders zullen zijn opgevangen, luiden als volgt: Voor mg is het een reden tot dankbaarheid, mjj op dit oogenblik door de radio met u alien verbonden te weten en daardoor zoovele landgenooten te kunnen toespreken. Het is als soheidde ons geen afstand, als toefden wtj in elkaars tegenwoordigbeid. Ik zie in ons contact door den aether het beeld van een hoogeren band, door God zelf gelegd, die de geheele menschheid omvat. Terwijl ik u thans mijn Kerstgroet zal voor- lezen, doe ik dit in het levendig besef van die saamhoorigheid en gedenk met een uit het hart komende heilbede de geheele menschheid. Er lijkt ongetwijfeld voor velen eene groote tegenstelling tusschen de schaduw welke de ongunst der tijden op de menschen en om- standigheden werpt, en de groote blijdschap van het Kerstfeest. De stoffelijlke en geestelijke nood is hoog gestegen. Er is veel dat neerdrukt, dat de levensvreugde van ons alien bedreigt en ster- ker dan ooit is de overtuiging, dat wij dit uit ons zelf niet kunnen te boven komen. Gelukkig brengt het feest hlijdere bood- schap. Want het Kerstfeest is onafscheidelijk ver bonden met onzen strijd en met ons lijden, het is de vervulling van al hetgeen wij daarin ontberen. Het verlegt in ons het zwaarte- punt van zorgen en moeite naar Hem, die ons spreekt van verlossing en troost, het brengt den klemtoon van die zorgen en die moeite over op Zijne liefde. Het komt met iets nieuws, met hoogere kracht, het doet die kracht in ons ontwaken, het leert ons dragen wat zonder die kracht niet te dragen is. Over de wereld, gedompeld in kommer, daalt de Kerstnacht, komt de liefde van God ons lichtend tegemoet, schenkt God Zijn heer- lijke gave, Immanuel daalt af in onzen die- pen nood. „Het lioht schijnt in de duistemis en de duisternis heeft het niet overmocht." De liefde van Christus straalt door de scha- duwen van dezen tijd heen, zij zal sterker blgken te z\jn dan dat donker. Vervolg. Wij zingen „Stille nacht, Heilige nacht"... Die liefde maakt innerlijk stil. Waar zij over- wint verdwijnt de onrust, die velen in onzen tijd den innerlijken vrede ontrooft. Zij voert ons naar dat thuis van de ziel, waar alles in overeenstemming is met het beste en met het diepste in ons wezen. Zij leert bidden, zod bidden, dat God ver- hooren kan; eigen wenschen en begeerten te toetsen aan den hoogen wil van God en dien wil tot den onzen maken en zoo het bedoeien van dat Vaderhart kennen. Zij bekwaamt ons om zelf mede te arbeiden aan het plan dat Gods liefde voor ieder onzer persoonlijk heeft bepaald en, dat ondanks alle stofmen en beproevingen welke in deze wereld ons deel mochten zijn, rustig zijne voltooiing tegemoet gaat, voor welks varwezenlijking Immanuel onze gestalte aannam. Hij deelt ons Zijn leven mede. Gelijk in de lente de plantenwereld bij haar ontwaken, in eindelooze verscheidenheid, het wonder te aanschouwen geeft van het ontluiken van een en hetzelfde leven, zoo vertolkt een ieder het van Christus ontvangen leven, volgens eigen aard en karakter in de heerlrjke ruimte en vrijheid welke dit leven ons schenkt. Dit vemieuwe in ons de kracht om met bHjidschap onzen weg te gaan. Welk een vastheid, welk een zekerheid komt er niet in ons bestaan, als wij mogen wandelen bij het licht dat Zijn leven uit- straalt. Onze tijd vraagt veel moed, veel geest- kracht, veel geloof. Het Kerstfeest roept het elkeen als het ware toe: waagt het met Immanuel, dit is God met ons. Vertrouwt op Zijn liefde, in ge- bed en in persoonlijke gemeenschap. Z66 wordt alle donker een lichtende Kerst nacht, en ieder kruis, hetzij bewust of onbe- wust met hem gedragen, gaat over in heer- lijkheid. 1931. WILHELMINA. „Dat is waar. Maar dat kan hem niet schelen. Hij heeft het en dat is voor hem de hoofdzaak. Merkwaardia hoeveel men schen van dat slag er op dit ondermaan- sche rondwandelen", ging Mr. Gibbs op conversatie-toon voort. „Ze willen iets hebben ze probeeren het te koopen ze kunnen het niet koopen dat maakt juist, dat ze er nog meer prijs op stellen om het te hebben en dus nemen ze het. Van menschen zonder geld wordt dat stelen genoemd, van de gegoede aarde- bewoners heet 't kleptomanie en als iemand als Mr. Hopper 't doet, draagt het den naam van excentriciteit en wordt 't interessant gevonden. Hij heeft in Amerika hij is een Amerikaan, dat weet u zeker wel? - een pracht-collectie schilderijen de beste particuliere ver- zameling die er bestaat en dit schilderij heeft hij blijkbaar allang willen hebben". „En nu heeft hij het", zei Jane. „Maar hij kan 't ook wel weer kwijt raken Mij kunt u natuurlijk makkelijk vasthou- denmaar hoe staat 't met de ande- ren?" „De anderen?" Jane glimlachte een veelbelovende. veel te denken gevende alimlach. ,,Denkt u dat ik zoo dom geweest ben, om u alleen achterna te paan? Zonder iemand om me te helpen?" Mr. Gibbs kreeg een schok van schrik. KERSTREDE IR. J. W. ALBARDA. In een vergadering van de fedenatie Am sterdam van de S.D.A.P., Vrijdag gehouden in de groote zaal van het Concertgebouw, welke geheel vol geloopen was, heeft de lei- der der soc. dem. Kamerfractie, ir. J. W. Albarda, een Kerstrede uitgesproken. Hij zeide, dat de wereldcrisis vooral de ar- beidersklasse treft, omdat zij haar eenig be- staansmiddel, de gelegenheid cm te arbeiden, erdoor verliest. Er is overvloed van productie- middelen, grondstoffen, vervoermiddelen, doch ze liggen ongebruikt. Dit is de grootste aan- klacht, ooit tegen het kapitalisme aangehe- ven; een aanklacht, waaruit de noodzakelijk- heid volgt van organisatie van het econo- misch leven. Deze is echter volgens kapita- listisch recept onmogelijk gebleken; de in ternational politiek heeft jammerlijk ge- faald. Thans is loonsverlaging aangegre- pen als middel om het bedrijfsleven uit de crisis te redden; maar de arbeidersklasse is de talrijkste klasse des volks geworden en haar koopkracht de belangrijkste economische fac tor. Daardoor kan zeker nooit door verlaging van de loonen een opleving komen, vooral niet, nu steeds hoogere tolmuren de buiten- landsche markten afsluiten. Reeds daarom mogen de arbeiders nooit vrijwillig een loons verlaging aanvaarden. In het vervolg van zijn rede zeide spreker, dat de crisis ook hooge eischen stelt aan de S.D.A.P. en haar op een zware proef stelt. Bij velen, vooral onder de jongeren, komt de ver- leiding om in ongeduld andere wegen in te Dat was een complicatie, die noch hij noch Mr. Hopper voorzien had. Hij keek Jane scherp aan, maar die hield zijn blik in alle kalmte uit. ,,Hoor eens hier", begon hij bruusk, ,,als je Hij hield midden in zijn zin op want door een of andere onbekende werd er zachtjes op de deur geklopt. Een halve minuut lang bleef het stil. Dan, op hetzelfde oogenblik dat Jane een stap in de richting van de deur deed, draaide Mr. Gibbs zich met een ruk om, sloot de deur open, slipte de gang in en draaide den sleutel weer om. Tien, twin- tig seconden verliepen. Jane luisterde scherp toe, maar ze hoorde niets. Dan ging de deur weer open en kwam haar cipier weer de kamer in. Peter had met zijn kwajongensachtigen inval, om de gedienstige met de adenoide naar kamer Dertien te sturen, het zaad voor een rijken oogst gezaaid. Jane's toespeling op de aanwezigheid van meer spoorzoekers had diepen indruk op Mr. Gibbs gemaakt in hoofdzaak wel, om dat iets dergelijks tot de zeer goed_moge- eliil kwam de gefingeerde boodschap juist op lijke mogeliikheden behoorde. En zoo het psychologische moment. Door de goedertierendheid van het Lot gebruikte de adenoide-gedienstige bij het overbren- gen ongeveer dezelfde woorden als Peter bij het afleveren aebruikt had en daar door kwam er bij Mr. Gibbs geen oogen blik twijfel aan de echtheid van de mede- deeling op. De verontrustende openbaring van Jane lag hem nog versch in het ge- heugen en dus trok hij onmiddellijk de conclusie, dat zijn werkgever op de een of andere manier de compagnons van Miss Craig ontdekt had misschien hadden ze hem den aftocht wel afgesneden en daardoor zijn plannen had moeten herzien. Volkomen begrijpelijk dus, dat hij dan slaan, dan de leiding heeft afgebakend. Dezen zijn nog niet verrijkt met de ervaring, welke het inzieht brengt, op welke wijze het best de macht is te bereiken. Zij bereiden zich in hun stormachtig ongeduld te vroeg op den eindstrijd voor. Wij miskennen niet de waar- de van hun onstuimig enthousiasme; maar zij dienen te leeren, dat de strijd voor het socialism® beleid en volharding eischt, ook in tijden van tegenspoed. Wie den strijd voert voor het socialisme, moet weten, dat hij een groot werk op zich heeft genomen van lan- gen duur, en dat wilde pogingen om een be- slissing te forceeren, niet op zegepraal, maar nederlaag uitloopen. Wjj vertrouwen op de jongeren, laat hen ook vertrouwen op de ouderen, die de partij hebben groot gemaakt en wie het niet minder dan hen aangrijpt, als het schoone verworvene wordt bedreigd. De partij is ons schip, dat niet blijft in de haven, ook als het buitengaats stormt. Faalt dan de bemanning, dan lijdt het schipbreuk. Nu alle hens aan dek... Maar eendrachtig! In het tweede gedeelte van zijn rede zeide spreker, dat de crisis de socialistische bewe- ging niet mag afleiden van aanvallen, tegen de arbeidersklasse gericht. De crisis mag geen verslapping brengen in den strijd voor goed volksonderwijs, voor de ontwapening, waartoe de regeeringen nog altijd niet de eerste stappen hebben gedaan, ondanks Vol- kenbond, intemationaal gerechtshof in Den Haag. De eenige weg om de veiligheid tegen den oorlogszin wel te verkrijgen, is het verzet van de arbeidersklasse en intenationaale ont wapening. De opvatting, dat de beloften der regeeringen niet emstig zijn te nemen, zou de regeeringen ontslaan van de vervulling er- van. Het vertrouwen in den Volkenbond is geschokt; deze zal iets kunnen bereiken alleen met den krachtigen steun der arbeidersklasse. Hoe geringer haar vertrouwen is in den Vol kenbond, des te krachtiger zal haar actie voor ontwapening moeten zijn; alleen zij zal de ont- wapeningsconferentie kunnen dwingen, haar plicht tegenover de volken te doen. De mis- lukking van deze eonferentie zou niet alleen de crisis rekken, maar ook den wedstrijd in bewapening in hevigheid doen toenemen. Vol- ledige ontwapening is in de tegenwoordige omstandigheden niet te bereiken, echter wel vermindering van bewapening, die van perio- de tot periode de mogetljkheid op het uitbar- sten van nieuwe oorlogen zal verminderen. In- tusschen moeten wij den strijd voor nationale ontwapening onverzwakt voortzetten. De ge- varen van crisis en oorlog werpen hun scha- duwen over het bestaan der menschheid. Zij zouden ons alle vertrouwen in het leven ont- nemen, als het socialisme ons niet met hoop op en vertrouwen in een betere toekomst vervulde. VAN KERSTMIS TOT NIEUWJAAR. December is de maand van het scheidende jaar. De maand van de levenswarmte en van den levens-weemoed; de maand van het innige, sterkende gezinsleven; de maand van de ver- gankelijkheid, van het afscheid. Zoodra de St. Nicolaas-viering voorbij is, beginnen hulst en mistletoe op het naderende Kerstfeest te wijzen. En aliengs komen wij in die wondere stemming, welke de Kerststeming is. Kerst- stemming, die op haar beurt weer een over- gang vormt naar de bespiegeling van den Oudejaarsavond. December neigt ten einde; wij staan weer op de grens. Het oude jaar is weer geworden: herinnering. Blijde of droeve. Blijde en droeve. En het nieuwe is: verwachting. Een gunstig jaar was 1931 zeker niet. Want er is nood op de wereld. Nood in aller- zijn trouwen dienaar ter spoedconferentie opriep en hem meteen het bevel gaf, om het meisje maar te laten schieten. Zoo kwam het, dat Jane op een ge- geven oogenblik de deur wijd zag open- gaan en de stem van Mr. Gibbs een ruwe stem die een eigenaardig contrast vormde met de ten gehoore gebrachte be- schaving van eerst hoorde zeggen: ,,Vooruit, neem de beenen!" ,,Watvroeg Jane in-verbaasd. ,,Neem de beenenVerdwijn Je hoeft hier niet langer te blijven". ,,Maar wat ,,Ik wensch je goeden morgenzei Mr. Gibbs. Meteen draaide hij zich om en liep in een sukkeldrafje de gang af. Zijn kamer- jas trok hij onder het loopen al uit. Een paar oogenblikken bleef Jane, die van dat zonderlinge gedrag van haar cipier absoluut niets begreep, overbluft naar de open deur staan staren. Dan nog steeds met een kleinen rimpel van verbazing tusschen haar wenkbrauwen, wandelde ze de kamer uit en door de gang naar het portaal boven aan de trap. Ze zag dat de hal beneden leeg was de gedienstige met de adenoide was, na het met succes beeindigen van haar taak in het boodschappen overbrengen en meube- len aaien, naar andere regionnen verhuisd liep de trap af, zig-zagde tusschen de rieten stoeltjes-en-tafeltjes door en stapte de veranda op. Daar bleef ze staan om waarnemingen te doen, maar ze ontdekte niets, dat van eenig belang was. De fa- milie eenden was nog steeds, op het gras- veld, aan het toilet maken, en in het voor- tuintje van een van de huisjes was een oude visscher in een donkerblauwe trui in het zweet zijns aanschijns bezig met het repareeren van een net, maar overigens was er geen levend wezen te zien. Waar lei vorm en van allerlei aard. 1931 zal blijven het jaar van een der grootste economische crisis, die de wereld ooit hebben geteisterd. Inderdaad, somber is deze tijd, zeer somber. Onze nijverheid, die zoo gaarne zou willen, onze handel, die steeds zooveel vermocht, onze energieke land- en tuinbouwers, onze pittige Indische cultuurmenschen ziji alien worste- len tegen den loodzwaren druk van de benau- wende wereldcrisis. Reeds heeft de werkloos- heid schrikbarende afmetingen aangenomen; de werkers met hoofd en hand staan voor on- afwendbare loonsverlagingen; de koopkracht van de massa vermindert zienderoogen, zeer ten nadeele van onzen wakkeren middenstand. En de politici hebben de toekomst zelden zoo donker ingezien als tegenwoordig. En tdch zullen de Kerstlichtjes weer ont- stoken worden, toch zullen wij weer in de Kerststemming zijn. Het Kerstfeest is nu eenmaal 't feest van de „de groote blijdschap die ai den Volke wezen zal", waarop alle ver- schillen wegvallen, een ieder afziet van zich- zelf en zijn eigenbelang en staart op het ideaal-Kerstavond is de avond van herinne ring en verbeelding; het sprookje van schoon- heid en dichterlijkheid. In aller hart heerscht de blijdschap der innige genegenheid, in aller gemoed de verteedering en de blijdschap van het familieleven. Het is de avond van vrede in eigen huis, die menigmaal zoo gansch ver- schilt van de atmosfeer in den dagelijkschen werkkring. Is er dus geen reden om het afgeloopen jaar „armen vol blijde bloemen" na te dragen, toch is er reden voor optimisme. Zij, die ge- looven, haasten niet. Achter al dat woelen en worstelen van de wereld zit toch de wil, om te komen tot opgang, tot rust en vrede. De menschheid is bezig, zich langs afgronden en hooge rotswanden den weg te banen naar den top van den berg. In den nood leeren wij beseffen, dat de vooruitgang slechts gediend wordt door wat ons bindt, en niet door wat ons scheidt; dat in den waren vrede met name geen plaats is voor den klassenstrijid. In deze dagen naderen wij den geest van onderling vertrouwen, die alien doet doordringen van de waarheid, dat het belang van den een niet altijd de bedreiging van den ander vormt; dat zoovele belangen tenslotte parallel loopen. Zie daar het Vrede op Aarde", dat reeds eer- tijds ruischte door de ceders van den Libanon! Wanneer de klokken het oude jaar uitluiden, dan zijn wij ook vervuld van gedachten over ons eigen leven. Wat bracht het ons? Licht? Schaduw? Bloemen langs den weg? Rouw? Wie ouder wordt, leert het leven kennen in zijn afwisselende verschijnselen. Zwaar en moeilijk vaak; een kruis met rozen. Maar: rozen dan toch, en troost van den arbeid. Want arbeid is het grootste geluk, dat de Schepper aan Zijn schepselen gaf. In het leven blijft staande degene, die aan de kim de stijgende lichtlijnen ziet. Alleen hij, die de Kerststemming van vrede en berusting blijvend in het hart houdt, ziet aan de kim den lichtglans van een betere toekomst gloren. Voor hem zal dan het nieuwe jaar tot een zegen zijn! Op de grens staan we. Het oude jaar is weer: herinnering. Het nieuwe nog enkel: verwachting. Moge het ieder veel goeds bren gen, en moge het bovenal onze worstelende wereld iets naderbij voeren tot den bergtop, waar de witte, zuivere sneeuw ligt, in het witte, zuivere licht: de vrede! was Peter? Wat had Mr. Gibbs bezield, om haar opeens vrij te laten? Wat moest ze nu doen? Onder het overdenken van die puzzles ging ze de veranda af en wan delde langs de oprijlaan naar het hek. Daar bleef ze besluiteloos staan. Geen vijf seconden daarna trok een on- verwacht geluid achter haar, haar aan- dacht. Ze keerde zich om en zag Mr. Gibbs, die in vol tenue, minus zijn boord en das, die hij nog in zijn hand had, het hotel kwam uitgaloppeeren, om den hoek van het gebouw heenschoot en in de rich- ting van de golfvelden verdween. Het ge- zicht van Mr. Hopper's medeplichtige stond bezorgd; zijn geheele manier van doen wees erop, dat hij het ergste vrees- de, maar het beste ervan hoopte. Merkwaardig. Allermerkwaardigst, over- dacht Jane luidop. Ze maakte een be- weging of ze haar gewezen cipier achter na wilde gaan. Dat was volgens haar de methode om de beteekenis van het vele onbegrijpelijke, dat gedurende de laatste vijf minuten gebeurd was, te doorgron- den. Maar dan bedacht ze, dat ze op die manier alle contact met Peter verbreken zou. Peter die op het oogenblik zijn beste krachten voor haar zaak gaf en die stellig terug zou komen, ook al moest hij zich daartoe door een regiment van Hoppers heenwerken. Maar na een paar seconden van onzekerheid besloot ze toch maar Mr. Gibbs achterna te gaan. Mr. Gibbs was de eenige schakel, die haar nog verbond met datgene, waarin ze op dat oogenblik een alles overheerschend belang stelde. Dus keerde ze zich, na een laatsten blik op den weg, om en stapte vlug het pad af, dat naar het hekje voerde, waardoor ze haar gewezen bewaker had zien ver- dwijnen. Die paar oogenblikken van twijfel, hoe kort ze in werkelijkheid ook geduurd had- DE BENZINEBELASTING. Volgens de met 1 Januari in werking tre- dende wet tot tijdelijke heffing van een bij- zander invoerreoht op benzine wordt dit bij- zondere invoerrecht ad 6 per 100 kilogram nagevorderd van alle benzine, welke met in- gang van 1 Januari 1932 in het vrije verkeer in een opslagplaats voorhanden is, alsmede van de benzine, die met ingang van dien dag in vervoer is naar een opslagplaats in het vrije verkeer. Van de navordering zijn uitgezonderd de voorraden benzine, die per opslagplaats vol gens de wet, met inbegrip van de hoeveel- heden benzine, die met ingang van 1 Januari 1932 naar die opslagplaats in vervoer zijn, niet grooter zijn dan 200 kilogram. Voorra den, grooter dan 200 kilogram, zijn voor de voile hoeveelheid aan navordering onderwor- pen. De gebruiker of hoofdgebruiker van een opslagplaats, waarin met ingang van 1 Janu ari 1932 meer dan 200 kilogram benzine is opgeslagen, moet hiervan den tweeden Janu ari 1932, op straffe bij de wet bepaald, schrif- telijk aangifte doen bij den ontvanger der invoerrechten of op plaatsen, waar geen ont vanger der invoerrechten gevestigd is, bjj dien der accijnzen. Elke beheerder van een benzinepomp, on- verschillig of de in de installatie aanwezige benzine zijn eigendom is of niet, is verplicht op straffe bij de wet bepaald, bij den hier- boven genoemden ontvanger op 2 Januari 1932 schriftelijk aangifte te doen van den stand van het aan den onder zijn beheeT staande pomp bevestigde telwerk bij den aan- vang van den eersten Januari 1932. Ter uitvoering van de wetsbepalingen nopens de navordering, heeft de Minister van Financien voorschriften gegeven, die in de Staatscourant van 23 December zijn gepubli- ceerd. Belanghebbenden worden naar den inhoud dier voorschriften verwezen. Tevens kunnen zij inlichtingen krijgen bij de inspec- teurs en de ontvangers der invoerrechten of der accijnzen. Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine zal op Oudejaarsavond voor De A.V.R.O. van half twaalf tot kwart voor twaalf een rede hou- den getiteld: „Een terugblik in het oude- en een vooruitzien in het nieuwe jaar". CONTINGENTEERINGSYVETJE. In Staatsblad no. 535 is afgekondigd de wet van 23 December j.l. houdende toeken- ning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van maatregelen ter beperking van den invoer van goederen. Ingevolge het bepaalde in artikel 11 van deze wet is zij dus Vrijdag in werking ge- treden. TARIEFSVERHOOGING INVOER RECHTEN. Thans is afgekondigd het „Staatsblad" no. 530, bevattende de wet van 19 Dec. j.l. tot verhooging van het tarief van invoerrechten. Deze wet treedt in werking 1 Januari 1932 in werking'. DE OP BIER III VEND E BURGE- MEESTER. Het Eerste Kamerlid Hermans had den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land- bouw vragen gesteld naar aanleiding van het feit, dat de burgemeester van Berkel- Ensehot ter gelegenheid van zrjn huwelijk voor de bevolking gratis bier verkrijgbaar den, waren voor het welslagen van haar plan echter fataal geweest. Toen ze bij het hekje kwam, was haar prooi in geen velden of wegen meer te zien. Het golf- terrein bij Tagg's Bay strekt zich uit over vele heuvelen en dalen en Jane gaf on middellijk elke gedachte aan achtervolgen op, toen ze zag, dat Mr. Gibbs bij zijn vlucht de keuze tusschen minstens een half dozijn paden gehad had. Lichtelijk temeergeslagen door dien tegenvaller keerde ze zich om en liep langzaam naar haar uitkijkpost bij het hek terug. Daar had ze tenminste de controle over den hotel-uitgang. Ze stond er nauwelijks, of haar oog viel op den ouden visscher, die nog steeds druk bezig was met het netten repareeren. Misschien dat die, als ze hem een voorzichtig kruisverhoor afnam, haar wel aan inlichtingen zou kunnen helpen. Ze had het hek al open en stond al met haar eenen voet op het grasveld, toen haar aandacht getrokken werd door een gedaante die opeens materialiseerde in de blauwe lucht boven de schelpenbank aan haar linkerhand. Het was een jonge man in een veel te wijde en te lange jas en een veel te korte broek. Hij kwam in onstui- migen galop op haar af en onder het loo pen slaakte hij luide vreugdekreten en wuifde hij met iets, dat er zoo, in de verte, als een opvallend dikke en korte para- pluie uitzag. „0 riep Jane uit. Ze sloeg het hek achter zich dicht en liep, zoo hard ze kon, naar hem toe. Peter handhaafde zijn vaart tot op een meter afstand. Dan remde hij uit alle macht en staarde haar als een visch op het droge aan. Zijn aanschijn droop van het zweet, zijn beenbedekking van het zee- water, maar zijn oogen schitterden en zijn geheele wezen straalde voldoening en joie de vivre uit. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1