HE
ALGEMEEN NIEUWS- F.M APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
a 60 cent
No. 8778
MAANDAG 28 DECEMBER 1931
71 e Jaargang,
NIEUWJAARS-AOVERTENTIEN
BIHWBNLAND.
F8UILLKT0S.
SB Ifl
door
K. R. G. BROWNE.
35)
OUDEJAARSAVOND RADIO-REDE.
ffrr-rmr—mssmnmamuBB^m mi11 1 11
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. uer post 1,80 per 3 maanden Bij vobr uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonneinenten voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeef st«rFirraa P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. it.
ADVERTENTISN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar Is. Intending van advertentien llefst c6n dag voor de ultgave.
DIT 151.A I) VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
voor het Nieuwjaarsnummer dat Vrij-
dagmorgen in plaats van Vrijdag-
avond zal verschijnen en in de kom dezer
gemeente huis aan huis wordt bezorgd,
worden weder geplaatst
Voor Nieuwjaarswenschen grooter dan
20 regels, zal 60 cent meer worden ge-
rekend voor elke 20 regels of gedeelte
daarvan.
De inzendingen kunnen geschieden tot
ulterlijk Donderdag 31 dezer, des voor-
middags 10 uur.
Ter Neuzen, 21 December 1931.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
DE KERSTGiROET VAN DE KONINGIN.
De woorden, welke de Koningin op den
Bersten Kerstdag per radio tot haar Volk
heeft gericht en door vele duizenden in den
lande en ook elders zullen zijn opgevangen,
luiden als volgt:
Voor mg is het een reden tot dankbaarheid,
mjj op dit oogenblik door de radio met u alien
verbonden te weten en daardoor zoovele
landgenooten te kunnen toespreken. Het is
als soheidde ons geen afstand, als toefden
wtj in elkaars tegenwoordigbeid.
Ik zie in ons contact door den aether het
beeld van een hoogeren band, door God zelf
gelegd, die de geheele menschheid omvat.
Terwijl ik u thans mijn Kerstgroet zal voor-
lezen, doe ik dit in het levendig besef van
die saamhoorigheid en gedenk met een uit
het hart komende heilbede de geheele
menschheid.
Er lijkt ongetwijfeld voor velen eene groote
tegenstelling tusschen de schaduw welke de
ongunst der tijden op de menschen en om-
standigheden werpt, en de groote blijdschap
van het Kerstfeest.
De stoffelijlke en geestelijke nood is hoog
gestegen. Er is veel dat neerdrukt, dat de
levensvreugde van ons alien bedreigt en ster-
ker dan ooit is de overtuiging, dat wij dit uit
ons zelf niet kunnen te boven komen.
Gelukkig brengt het feest hlijdere bood-
schap.
Want het Kerstfeest is onafscheidelijk ver
bonden met onzen strijd en met ons lijden, het
is de vervulling van al hetgeen wij daarin
ontberen. Het verlegt in ons het zwaarte-
punt van zorgen en moeite naar Hem, die
ons spreekt van verlossing en troost, het
brengt den klemtoon van die zorgen en die
moeite over op Zijne liefde.
Het komt met iets nieuws, met hoogere
kracht, het doet die kracht in ons ontwaken,
het leert ons dragen wat zonder die kracht
niet te dragen is.
Over de wereld, gedompeld in kommer,
daalt de Kerstnacht, komt de liefde van God
ons lichtend tegemoet, schenkt God Zijn heer-
lijke gave, Immanuel daalt af in onzen die-
pen nood.
„Het lioht schijnt in de duistemis en de
duisternis heeft het niet overmocht."
De liefde van Christus straalt door de scha-
duwen van dezen tijd heen, zij zal sterker
blgken te z\jn dan dat donker.
Vervolg.
Wij zingen „Stille nacht, Heilige nacht"...
Die liefde maakt innerlijk stil. Waar zij over-
wint verdwijnt de onrust, die velen in onzen
tijd den innerlijken vrede ontrooft. Zij voert
ons naar dat thuis van de ziel, waar alles in
overeenstemming is met het beste en met
het diepste in ons wezen.
Zij leert bidden, zod bidden, dat God ver-
hooren kan; eigen wenschen en begeerten te
toetsen aan den hoogen wil van God en dien
wil tot den onzen maken en zoo het bedoeien
van dat Vaderhart kennen. Zij bekwaamt
ons om zelf mede te arbeiden aan het plan
dat Gods liefde voor ieder onzer persoonlijk
heeft bepaald en, dat ondanks alle stofmen
en beproevingen welke in deze wereld ons
deel mochten zijn, rustig zijne voltooiing
tegemoet gaat, voor welks varwezenlijking
Immanuel onze gestalte aannam.
Hij deelt ons Zijn leven mede. Gelijk in de
lente de plantenwereld bij haar ontwaken, in
eindelooze verscheidenheid, het wonder te
aanschouwen geeft van het ontluiken van een
en hetzelfde leven, zoo vertolkt een ieder het
van Christus ontvangen leven, volgens eigen
aard en karakter in de heerlrjke ruimte en
vrijheid welke dit leven ons schenkt.
Dit vemieuwe in ons de kracht om met
bHjidschap onzen weg te gaan.
Welk een vastheid, welk een zekerheid
komt er niet in ons bestaan, als wij mogen
wandelen bij het licht dat Zijn leven uit-
straalt.
Onze tijd vraagt veel moed, veel geest-
kracht, veel geloof.
Het Kerstfeest roept het elkeen als het
ware toe: waagt het met Immanuel, dit is
God met ons. Vertrouwt op Zijn liefde, in ge-
bed en in persoonlijke gemeenschap.
Z66 wordt alle donker een lichtende Kerst
nacht, en ieder kruis, hetzij bewust of onbe-
wust met hem gedragen, gaat over in heer-
lijkheid.
1931.
WILHELMINA.
„Dat is waar. Maar dat kan hem niet
schelen. Hij heeft het en dat is voor hem
de hoofdzaak. Merkwaardia hoeveel men
schen van dat slag er op dit ondermaan-
sche rondwandelen", ging Mr. Gibbs op
conversatie-toon voort. „Ze willen iets
hebben ze probeeren het te koopen
ze kunnen het niet koopen dat maakt
juist, dat ze er nog meer prijs op stellen
om het te hebben en dus nemen ze het.
Van menschen zonder geld wordt dat
stelen genoemd, van de gegoede aarde-
bewoners heet 't kleptomanie en als
iemand als Mr. Hopper 't doet, draagt
het den naam van excentriciteit en wordt
't interessant gevonden. Hij heeft in
Amerika hij is een Amerikaan, dat
weet u zeker wel? - een pracht-collectie
schilderijen de beste particuliere ver-
zameling die er bestaat en dit schilderij
heeft hij blijkbaar allang willen hebben".
„En nu heeft hij het", zei Jane. „Maar
hij kan 't ook wel weer kwijt raken
Mij kunt u natuurlijk makkelijk vasthou-
denmaar hoe staat 't met de ande-
ren?"
„De anderen?"
Jane glimlachte een veelbelovende.
veel te denken gevende alimlach.
,,Denkt u dat ik zoo dom geweest ben,
om u alleen achterna te paan? Zonder
iemand om me te helpen?"
Mr. Gibbs kreeg een schok van schrik.
KERSTREDE IR. J. W. ALBARDA.
In een vergadering van de fedenatie Am
sterdam van de S.D.A.P., Vrijdag gehouden
in de groote zaal van het Concertgebouw,
welke geheel vol geloopen was, heeft de lei-
der der soc. dem. Kamerfractie, ir. J. W.
Albarda, een Kerstrede uitgesproken.
Hij zeide, dat de wereldcrisis vooral de ar-
beidersklasse treft, omdat zij haar eenig be-
staansmiddel, de gelegenheid cm te arbeiden,
erdoor verliest. Er is overvloed van productie-
middelen, grondstoffen, vervoermiddelen, doch
ze liggen ongebruikt. Dit is de grootste aan-
klacht, ooit tegen het kapitalisme aangehe-
ven; een aanklacht, waaruit de noodzakelijk-
heid volgt van organisatie van het econo-
misch leven. Deze is echter volgens kapita-
listisch recept onmogelijk gebleken; de in
ternational politiek heeft jammerlijk ge-
faald. Thans is loonsverlaging aangegre-
pen als middel om het bedrijfsleven uit de
crisis te redden; maar de arbeidersklasse is de
talrijkste klasse des volks geworden en haar
koopkracht de belangrijkste economische fac
tor. Daardoor kan zeker nooit door verlaging
van de loonen een opleving komen, vooral
niet, nu steeds hoogere tolmuren de buiten-
landsche markten afsluiten. Reeds daarom
mogen de arbeiders nooit vrijwillig een loons
verlaging aanvaarden.
In het vervolg van zijn rede zeide spreker,
dat de crisis ook hooge eischen stelt aan de
S.D.A.P. en haar op een zware proef stelt. Bij
velen, vooral onder de jongeren, komt de ver-
leiding om in ongeduld andere wegen in te
Dat was een complicatie, die noch hij
noch Mr. Hopper voorzien had. Hij keek
Jane scherp aan, maar die hield zijn blik
in alle kalmte uit.
,,Hoor eens hier", begon hij bruusk,
,,als je Hij hield midden in zijn zin
op want door een of andere onbekende
werd er zachtjes op de deur geklopt.
Een halve minuut lang bleef het stil.
Dan, op hetzelfde oogenblik dat Jane een
stap in de richting van de deur deed,
draaide Mr. Gibbs zich met een ruk om,
sloot de deur open, slipte de gang in en
draaide den sleutel weer om. Tien, twin-
tig seconden verliepen. Jane luisterde
scherp toe, maar ze hoorde niets. Dan
ging de deur weer open en kwam haar
cipier weer de kamer in.
Peter had met zijn kwajongensachtigen
inval, om de gedienstige met de adenoide
naar kamer Dertien te sturen, het zaad
voor een rijken oogst gezaaid. Jane's
toespeling op de aanwezigheid van meer
spoorzoekers had diepen indruk op Mr.
Gibbs gemaakt in hoofdzaak wel, om
dat iets dergelijks tot de zeer goed_moge-
eliil
kwam de gefingeerde boodschap juist op
lijke mogeliikheden behoorde. En zoo
het psychologische moment. Door de
goedertierendheid van het Lot gebruikte
de adenoide-gedienstige bij het overbren-
gen ongeveer dezelfde woorden als Peter
bij het afleveren aebruikt had en daar
door kwam er bij Mr. Gibbs geen oogen
blik twijfel aan de echtheid van de mede-
deeling op. De verontrustende openbaring
van Jane lag hem nog versch in het ge-
heugen en dus trok hij onmiddellijk de
conclusie, dat zijn werkgever op de een of
andere manier de compagnons van Miss
Craig ontdekt had misschien hadden
ze hem den aftocht wel afgesneden en
daardoor zijn plannen had moeten herzien.
Volkomen begrijpelijk dus, dat hij dan
slaan, dan de leiding heeft afgebakend. Dezen
zijn nog niet verrijkt met de ervaring, welke
het inzieht brengt, op welke wijze het best
de macht is te bereiken. Zij bereiden zich in
hun stormachtig ongeduld te vroeg op den
eindstrijd voor. Wij miskennen niet de waar-
de van hun onstuimig enthousiasme; maar
zij dienen te leeren, dat de strijd voor het
socialism® beleid en volharding eischt, ook in
tijden van tegenspoed. Wie den strijd voert
voor het socialisme, moet weten, dat hij een
groot werk op zich heeft genomen van lan-
gen duur, en dat wilde pogingen om een be-
slissing te forceeren, niet op zegepraal, maar
nederlaag uitloopen. Wjj vertrouwen op de
jongeren, laat hen ook vertrouwen op de
ouderen, die de partij hebben groot gemaakt
en wie het niet minder dan hen aangrijpt, als
het schoone verworvene wordt bedreigd. De
partij is ons schip, dat niet blijft in de haven,
ook als het buitengaats stormt. Faalt dan de
bemanning, dan lijdt het schipbreuk. Nu alle
hens aan dek... Maar eendrachtig!
In het tweede gedeelte van zijn rede zeide
spreker, dat de crisis de socialistische bewe-
ging niet mag afleiden van aanvallen, tegen
de arbeidersklasse gericht. De crisis mag
geen verslapping brengen in den strijd voor
goed volksonderwijs, voor de ontwapening,
waartoe de regeeringen nog altijd niet de
eerste stappen hebben gedaan, ondanks Vol-
kenbond, intemationaal gerechtshof in Den
Haag. De eenige weg om de veiligheid tegen
den oorlogszin wel te verkrijgen, is het verzet
van de arbeidersklasse en intenationaale ont
wapening. De opvatting, dat de beloften der
regeeringen niet emstig zijn te nemen, zou
de regeeringen ontslaan van de vervulling er-
van. Het vertrouwen in den Volkenbond is
geschokt; deze zal iets kunnen bereiken alleen
met den krachtigen steun der arbeidersklasse.
Hoe geringer haar vertrouwen is in den Vol
kenbond, des te krachtiger zal haar actie voor
ontwapening moeten zijn; alleen zij zal de ont-
wapeningsconferentie kunnen dwingen, haar
plicht tegenover de volken te doen. De mis-
lukking van deze eonferentie zou niet alleen
de crisis rekken, maar ook den wedstrijd in
bewapening in hevigheid doen toenemen. Vol-
ledige ontwapening is in de tegenwoordige
omstandigheden niet te bereiken, echter wel
vermindering van bewapening, die van perio-
de tot periode de mogetljkheid op het uitbar-
sten van nieuwe oorlogen zal verminderen. In-
tusschen moeten wij den strijd voor nationale
ontwapening onverzwakt voortzetten. De ge-
varen van crisis en oorlog werpen hun scha-
duwen over het bestaan der menschheid. Zij
zouden ons alle vertrouwen in het leven ont-
nemen, als het socialisme ons niet met hoop
op en vertrouwen in een betere toekomst
vervulde.
VAN KERSTMIS TOT NIEUWJAAR.
December is de maand van het scheidende
jaar. De maand van de levenswarmte en van
den levens-weemoed; de maand van het innige,
sterkende gezinsleven; de maand van de ver-
gankelijkheid, van het afscheid. Zoodra de
St. Nicolaas-viering voorbij is, beginnen hulst
en mistletoe op het naderende Kerstfeest te
wijzen. En aliengs komen wij in die wondere
stemming, welke de Kerststeming is. Kerst-
stemming, die op haar beurt weer een over-
gang vormt naar de bespiegeling van den
Oudejaarsavond.
December neigt ten einde; wij staan weer
op de grens. Het oude jaar is weer geworden:
herinnering. Blijde of droeve. Blijde en droeve.
En het nieuwe is: verwachting.
Een gunstig jaar was 1931 zeker niet.
Want er is nood op de wereld. Nood in aller-
zijn trouwen dienaar ter spoedconferentie
opriep en hem meteen het bevel gaf, om
het meisje maar te laten schieten.
Zoo kwam het, dat Jane op een ge-
geven oogenblik de deur wijd zag open-
gaan en de stem van Mr. Gibbs een
ruwe stem die een eigenaardig contrast
vormde met de ten gehoore gebrachte be-
schaving van eerst hoorde zeggen:
,,Vooruit, neem de beenen!"
,,Watvroeg Jane in-verbaasd.
,,Neem de beenenVerdwijn
Je hoeft hier niet langer te blijven".
,,Maar wat
,,Ik wensch je goeden morgenzei Mr.
Gibbs.
Meteen draaide hij zich om en liep in
een sukkeldrafje de gang af. Zijn kamer-
jas trok hij onder het loopen al uit.
Een paar oogenblikken bleef Jane, die
van dat zonderlinge gedrag van haar
cipier absoluut niets begreep, overbluft
naar de open deur staan staren. Dan
nog steeds met een kleinen rimpel van
verbazing tusschen haar wenkbrauwen,
wandelde ze de kamer uit en door de gang
naar het portaal boven aan de trap. Ze
zag dat de hal beneden leeg was de
gedienstige met de adenoide was, na het
met succes beeindigen van haar taak in
het boodschappen overbrengen en meube-
len aaien, naar andere regionnen verhuisd
liep de trap af, zig-zagde tusschen de
rieten stoeltjes-en-tafeltjes door en stapte
de veranda op. Daar bleef ze staan om
waarnemingen te doen, maar ze ontdekte
niets, dat van eenig belang was. De fa-
milie eenden was nog steeds, op het gras-
veld, aan het toilet maken, en in het voor-
tuintje van een van de huisjes was een
oude visscher in een donkerblauwe trui in
het zweet zijns aanschijns bezig met het
repareeren van een net, maar overigens
was er geen levend wezen te zien. Waar
lei vorm en van allerlei aard. 1931 zal blijven
het jaar van een der grootste economische
crisis, die de wereld ooit hebben geteisterd.
Inderdaad, somber is deze tijd, zeer somber.
Onze nijverheid, die zoo gaarne zou willen,
onze handel, die steeds zooveel vermocht, onze
energieke land- en tuinbouwers, onze pittige
Indische cultuurmenschen ziji alien worste-
len tegen den loodzwaren druk van de benau-
wende wereldcrisis. Reeds heeft de werkloos-
heid schrikbarende afmetingen aangenomen;
de werkers met hoofd en hand staan voor on-
afwendbare loonsverlagingen; de koopkracht
van de massa vermindert zienderoogen, zeer
ten nadeele van onzen wakkeren middenstand.
En de politici hebben de toekomst zelden zoo
donker ingezien als tegenwoordig.
En tdch zullen de Kerstlichtjes weer ont-
stoken worden, toch zullen wij weer in de
Kerststemming zijn. Het Kerstfeest is nu
eenmaal 't feest van de „de groote blijdschap
die ai den Volke wezen zal", waarop alle ver-
schillen wegvallen, een ieder afziet van zich-
zelf en zijn eigenbelang en staart op het
ideaal-Kerstavond is de avond van herinne
ring en verbeelding; het sprookje van schoon-
heid en dichterlijkheid. In aller hart heerscht
de blijdschap der innige genegenheid, in aller
gemoed de verteedering en de blijdschap van
het familieleven. Het is de avond van vrede
in eigen huis, die menigmaal zoo gansch ver-
schilt van de atmosfeer in den dagelijkschen
werkkring.
Is er dus geen reden om het afgeloopen
jaar „armen vol blijde bloemen" na te dragen,
toch is er reden voor optimisme. Zij, die ge-
looven, haasten niet. Achter al dat woelen en
worstelen van de wereld zit toch de wil, om
te komen tot opgang, tot rust en vrede. De
menschheid is bezig, zich langs afgronden en
hooge rotswanden den weg te banen naar den
top van den berg. In den nood leeren wij
beseffen, dat de vooruitgang slechts gediend
wordt door wat ons bindt, en niet door wat
ons scheidt; dat in den waren vrede met name
geen plaats is voor den klassenstrijid. In deze
dagen naderen wij den geest van onderling
vertrouwen, die alien doet doordringen van de
waarheid, dat het belang van den een niet
altijd de bedreiging van den ander vormt; dat
zoovele belangen tenslotte parallel loopen.
Zie daar het Vrede op Aarde", dat reeds eer-
tijds ruischte door de ceders van den Libanon!
Wanneer de klokken het oude jaar uitluiden,
dan zijn wij ook vervuld van gedachten over
ons eigen leven. Wat bracht het ons? Licht?
Schaduw? Bloemen langs den weg? Rouw?
Wie ouder wordt, leert het leven kennen in
zijn afwisselende verschijnselen. Zwaar en
moeilijk vaak; een kruis met rozen. Maar:
rozen dan toch, en troost van den arbeid.
Want arbeid is het grootste geluk, dat de
Schepper aan Zijn schepselen gaf.
In het leven blijft staande degene, die aan
de kim de stijgende lichtlijnen ziet. Alleen hij,
die de Kerststemming van vrede en berusting
blijvend in het hart houdt, ziet aan de kim den
lichtglans van een betere toekomst gloren.
Voor hem zal dan het nieuwe jaar tot een
zegen zijn!
Op de grens staan we. Het oude jaar is
weer: herinnering. Het nieuwe nog enkel:
verwachting. Moge het ieder veel goeds bren
gen, en moge het bovenal onze worstelende
wereld iets naderbij voeren tot den bergtop,
waar de witte, zuivere sneeuw ligt, in het
witte, zuivere licht: de vrede!
was Peter? Wat had Mr. Gibbs bezield,
om haar opeens vrij te laten? Wat moest
ze nu doen? Onder het overdenken van
die puzzles ging ze de veranda af en wan
delde langs de oprijlaan naar het hek.
Daar bleef ze besluiteloos staan.
Geen vijf seconden daarna trok een on-
verwacht geluid achter haar, haar aan-
dacht. Ze keerde zich om en zag Mr.
Gibbs, die in vol tenue, minus zijn boord
en das, die hij nog in zijn hand had, het
hotel kwam uitgaloppeeren, om den hoek
van het gebouw heenschoot en in de rich-
ting van de golfvelden verdween. Het ge-
zicht van Mr. Hopper's medeplichtige
stond bezorgd; zijn geheele manier van
doen wees erop, dat hij het ergste vrees-
de, maar het beste ervan hoopte.
Merkwaardig. Allermerkwaardigst, over-
dacht Jane luidop. Ze maakte een be-
weging of ze haar gewezen cipier achter
na wilde gaan. Dat was volgens haar de
methode om de beteekenis van het vele
onbegrijpelijke, dat gedurende de laatste
vijf minuten gebeurd was, te doorgron-
den. Maar dan bedacht ze, dat ze op die
manier alle contact met Peter verbreken
zou. Peter die op het oogenblik zijn beste
krachten voor haar zaak gaf en die stellig
terug zou komen, ook al moest hij zich
daartoe door een regiment van Hoppers
heenwerken. Maar na een paar seconden
van onzekerheid besloot ze toch maar Mr.
Gibbs achterna te gaan. Mr. Gibbs was
de eenige schakel, die haar nog verbond
met datgene, waarin ze op dat oogenblik
een alles overheerschend belang stelde.
Dus keerde ze zich, na een laatsten blik
op den weg, om en stapte vlug het pad
af, dat naar het hekje voerde, waardoor
ze haar gewezen bewaker had zien ver-
dwijnen.
Die paar oogenblikken van twijfel, hoe
kort ze in werkelijkheid ook geduurd had-
DE BENZINEBELASTING.
Volgens de met 1 Januari in werking tre-
dende wet tot tijdelijke heffing van een bij-
zander invoerreoht op benzine wordt dit bij-
zondere invoerrecht ad 6 per 100 kilogram
nagevorderd van alle benzine, welke met in-
gang van 1 Januari 1932 in het vrije verkeer
in een opslagplaats voorhanden is, alsmede
van de benzine, die met ingang van dien dag
in vervoer is naar een opslagplaats in het
vrije verkeer.
Van de navordering zijn uitgezonderd de
voorraden benzine, die per opslagplaats vol
gens de wet, met inbegrip van de hoeveel-
heden benzine, die met ingang van 1 Januari
1932 naar die opslagplaats in vervoer zijn,
niet grooter zijn dan 200 kilogram. Voorra
den, grooter dan 200 kilogram, zijn voor de
voile hoeveelheid aan navordering onderwor-
pen.
De gebruiker of hoofdgebruiker van een
opslagplaats, waarin met ingang van 1 Janu
ari 1932 meer dan 200 kilogram benzine is
opgeslagen, moet hiervan den tweeden Janu
ari 1932, op straffe bij de wet bepaald, schrif-
telijk aangifte doen bij den ontvanger der
invoerrechten of op plaatsen, waar geen ont
vanger der invoerrechten gevestigd is, bjj
dien der accijnzen.
Elke beheerder van een benzinepomp, on-
verschillig of de in de installatie aanwezige
benzine zijn eigendom is of niet, is verplicht
op straffe bij de wet bepaald, bij den hier-
boven genoemden ontvanger op 2 Januari
1932 schriftelijk aangifte te doen van den
stand van het aan den onder zijn beheeT
staande pomp bevestigde telwerk bij den aan-
vang van den eersten Januari 1932.
Ter uitvoering van de wetsbepalingen
nopens de navordering, heeft de Minister van
Financien voorschriften gegeven, die in de
Staatscourant van 23 December zijn gepubli-
ceerd. Belanghebbenden worden naar den
inhoud dier voorschriften verwezen. Tevens
kunnen zij inlichtingen krijgen bij de inspec-
teurs en de ontvangers der invoerrechten of
der accijnzen.
Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine zal
op Oudejaarsavond voor De A.V.R.O. van half
twaalf tot kwart voor twaalf een rede hou-
den getiteld: „Een terugblik in het oude-
en een vooruitzien in het nieuwe jaar".
CONTINGENTEERINGSYVETJE.
In Staatsblad no. 535 is afgekondigd de
wet van 23 December j.l. houdende toeken-
ning van de bevoegdheid tot het tijdelijk
treffen van maatregelen ter beperking van
den invoer van goederen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 11 van
deze wet is zij dus Vrijdag in werking ge-
treden.
TARIEFSVERHOOGING INVOER
RECHTEN.
Thans is afgekondigd het „Staatsblad" no.
530, bevattende de wet van 19 Dec. j.l. tot
verhooging van het tarief van invoerrechten.
Deze wet treedt in werking 1 Januari 1932
in werking'.
DE OP BIER III VEND E BURGE-
MEESTER.
Het Eerste Kamerlid Hermans had den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Land-
bouw vragen gesteld naar aanleiding van
het feit, dat de burgemeester van Berkel-
Ensehot ter gelegenheid van zrjn huwelijk
voor de bevolking gratis bier verkrijgbaar
den, waren voor het welslagen van haar
plan echter fataal geweest. Toen ze bij
het hekje kwam, was haar prooi in geen
velden of wegen meer te zien. Het golf-
terrein bij Tagg's Bay strekt zich uit over
vele heuvelen en dalen en Jane gaf on
middellijk elke gedachte aan achtervolgen
op, toen ze zag, dat Mr. Gibbs bij zijn
vlucht de keuze tusschen minstens een
half dozijn paden gehad had. Lichtelijk
temeergeslagen door dien tegenvaller
keerde ze zich om en liep langzaam naar
haar uitkijkpost bij het hek terug. Daar
had ze tenminste de controle over den
hotel-uitgang. Ze stond er nauwelijks, of
haar oog viel op den ouden visscher, die
nog steeds druk bezig was met het netten
repareeren. Misschien dat die, als ze hem
een voorzichtig kruisverhoor afnam, haar
wel aan inlichtingen zou kunnen helpen.
Ze had het hek al open en stond al met
haar eenen voet op het grasveld, toen
haar aandacht getrokken werd door een
gedaante die opeens materialiseerde in de
blauwe lucht boven de schelpenbank aan
haar linkerhand. Het was een jonge man
in een veel te wijde en te lange jas en een
veel te korte broek. Hij kwam in onstui-
migen galop op haar af en onder het loo
pen slaakte hij luide vreugdekreten en
wuifde hij met iets, dat er zoo, in de verte,
als een opvallend dikke en korte para-
pluie uitzag.
„0 riep Jane uit. Ze sloeg het hek
achter zich dicht en liep, zoo hard ze kon,
naar hem toe.
Peter handhaafde zijn vaart tot op een
meter afstand. Dan remde hij uit alle
macht en staarde haar als een visch op het
droge aan. Zijn aanschijn droop van het
zweet, zijn beenbedekking van het zee-
water, maar zijn oogen schitterden en zijn
geheele wezen straalde voldoening en joie
de vivre uit. (Wordt vervolgd.)