ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
[Mm HEEREN-BAAI
Serste Blad.
verschoft U ivdkm von gmot.
No. 8777
WOENSDAG 23 DECEMBER 1931
71 e Jaargang.
Wegens het KERSTFEEST
aal a, s, ?rijdag GEEN
nummer
schijnen.
van dit blad ver-
NIEUWJAARS-ADVERTENTIEN
a 60 cent
Het Kindeke Jezus in Ylaanderen.
yKPHLUgf 0».
IK BLIJF ZE ROOKEN
DRAlSgWi VALKEr iBUR<
34)
if y
ECHTE FRIESCHE
20-50 CT. PER ONS
•'r'-'L '&G%&£"ISSflK *-T-,
'£V?
"VI/
ABONNEMENTSPRUSBinnen Ter Neuzen /1,40 per 3 tnaanden Butien Tei Neuxen
fr per post 1 80 per 3 maanden - Btj voor uitbetaling fr. per post /6.60 per jaar -
Voor Belgig en Amerika 2,25, overige lan den /2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het bui ten land alleen by vooruitbetaling.
UJtgeefster: Ftrma P. 3. VAN DE SANDB.
GIRO 38150
TELEFOON No. t5.
ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20a
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen vermlnderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrtjgbaar Is. Inzendlng van advertentien llefst A6n dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
■w>or het Nieuwjaarsnummer dat Vrij-
iagmorgen in plaats van V rijdag-
egsond zal verschijnen en in de kom dezer
gemeente huis aan huis wordt bezorgd,
worden weder geplaatst
Voor Nieuwjaarswenschen grooter dan
26 regels, zal 60 cent meer worden ge-
ttkend voor elke 20 regels of gedeelte
saarvan.
De inzendingen kunnen geschieden tot
uiferlijk Donderdag 31 dezer, des voor-
middags 10 uur.
Ter Neuzen, 21 December 1931.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
Het zal we) altijd heel moeilijk zijn en
blijven om aan te wijzen: wat men op
Kerstmis moet voorlezen in kleiner of
grooter kring bij de Kerstfeestviering, die
men houden wil. Want dit staat wel
voor ons vast: geheel zonder voorlezing
en geheel zonder lied zal het niet gaan.
Niet zonder lied, want ook al blijft men
volmondig erkennen, dat er niets ooit gaan
zal boven den Engelenzang in al zijn
toberheid en glorie, toch willen ook de
menschen iets antwoorden, zij het ook, dat
hun lied altijd nog maar een flauwe weer-
galm zal blijven op het „Eere zij God
van de Engelen. Voor Kerstliederen kan
men te kust en te keur gaan, de collectie
la eer te rijk dan te arm; en dankbaar mag
worden erkend, dat vooral in den lateren
tfjd mooie, oude Kerstzangen weer als uit
hun schuilhoek zijn te voorschijn gehaald.
Met de Kerstliederen gaat het dan wel,
maar hoe dan verder met onze Kerstvoor-
tezing? Wij willen niet te veel kwaad
zeggen van allerlei Kerstverhaaltjes, waar
de Kerstgeschiedenis dan vaak als met de
haren werd bij gesleept, maar wij weten,
hoe weinigen vaak voldaan waren over
den inhoud, en soms nog meer over de
atrekking van dergelijke verhalen. Mis-
schien had die dominee nog niet zoo groot
ongejijk (G. F. Haspels), die indertijd
eens gezegd en geschreven heeft, dat de
door
K. R. G. BROWNE.
ideale Kerstdienst deze zou zijn, als de
prediker alleen de Kerstgeschiedenis
durfde voorlezen, zonder eenig bijwerk,
en dus zeker ook zonder eenige nadere
toepassing, om dan alleen verder nog te
laten zingen en bidden.
Zoo zouden wij om daarmede te be-
ginnen er voor willen pleiten, dat men j
het aandurfde om bij zijn huiselijke Kcrst- j
feestviering eens allereerst niet te lezen
voorloopig dan het aloude verhaal uit
Lukas 2, die tijding, die altijd nieuw blijft I
en verwonderlijk, altijd echt, in al haar
soberheid, altijd rijk, in al haar eenvoud. j
Maar dan straks moet men dan
maar weer terugkeeren tot de orde van
den gewonen avond, en zal meer of min-
dere aangename kout (of smullerij?) .den
overigen tijd moeten vullen, of zullen wij
toch maar weer onze toevlucht nemen tot
een of ander station" van de Radio, op
gevaar af, dat ons allerlei wordt voor-
gezet, dat in het minst of geringst niets te
rnaken heeft met den diepen inhoud, die
voor ons Kerstmis nog altijd heeft. zoodat
misschien alle vorige, degelijke en stich-
tingsvolle indrukken weer worden uit-
gewischt?
Zoo komen wij dan er toe om hier
openlijk te verklaren, een bewering,
die op jarenlange ervaring gebaseerd is!
dat onzes inziens als Kerstverhaal uit-
nemend dienst kan doen speciaal dat
hoofdstuk uit Felix Timmermans' schoon
boekje ,,Het kindeke Jezus in Vlaande-
ren", dat de geboortegeschiedenis behan-
delt, en dat heel dit gebeuren plaatst in
onzen tijd en in onze streken.
Dit boekje moest eigenlijk in aeen enkel
gezin ten Zuiden van de Schelde ont-
breken. Timmermans verstaat zoo uit-
nemend de kunst om uit te beelden en te
laten leven; hij heeft zijn land zoo innig
hen'komt. Prachtig teekent Timmermans
hun ontzag voor den grooten, ouderen
Bienus, wiens stem een gebod was, en die
geleerd was, want hij kon boeken lezen,
en was ervaren in al de geheimen der
schapen en der bieqn, hij kon kruiden be-
zweren, kende de.. loop der sterren, en
wist aan water, zon en njanestand, het
weder van den anderen dag, soms wel
voor een heel seizoen te voorspellen. Maar
ook wist hij den weg in een oud, vettig
boeksken, waaruit hij hem, als angst en
ontroering op het hevigst zijn, den schoon-
gekozen 46sten Psalm weet voor te lezen,
van God, die ons is „een toevlucht ende
kracht, een helper in de tribulatien, die
ons boven maten seer gevonden hebben".
Echt van Timmermans is bijvoorbeeld
ook weer de teekening van de uitwerking
van de vrees en schrik bij alien, als dan de
,roote Engel verschijnt „met draaiende
ichtkransen aller kleuren om zich henen
Men zie maar eens:
,,De bleeke jongeling viel achterover.
het boeksken ontglipte Bienus' hand, het
dikzaksken sloeg de handen voor de
oogen, en het bultjen zijn hoed: eenigen
liepen weg in het afdak, maar de blinde
glimlachte; een koei stak haren kop in
t strooi en de andere begon van schrik te
wateren, de herdershonden beefden met
den steert tusschen de pooten, terwijl de
schapen holder-de-bolder over malkander
liepen. Doch en nu lette men vooral
eens op die fijne teekening een lam-
meken liep van den moeder-uier weg en
begon blijdzaam te blaten aan des engels
bloote voeten, waarvan de nagels waren
als fijnnervige schelpen uit de zee
Zoo is nu heel dat stuk, heel dat hoofd
stuk, en ook heel dat boekje. Men neme
eens de proef op dit of op een volgend
kerstfeest. De verschijning aan de her-
1 11 l_ t KerSEieebt. L/C aan ut nv.x
lief, en men ziet het alles bij hem gebei 1- ders is zoo rijk gezien, de geboortegeschie-
ren. Daar is nog een kant in zijn vertel
len, dien wij in 't bijzonder hier willen
noemen: Timmermans aeeft de dingen
eerlijk en ronduit, maar hij gaat in deze
heele schildering nooit over de schreef.
Hij laat de herders gewone menschen zijn,
die in den nacht, voor zoover zij wakker
moeten blijven „scherpenheuvel" spelen,
terwijl dan ..elkendeen die won, een slok
van den lekkeren oudenaerdsch genieten"
mocht. Zij zijn ook niet overvriendelijk
tegen en niet overteeder jegens elkander.
maar toch zijn zij ook weer zoo, dat zij
opengaan en openstaan voor de tijding,
die uit een andere, hoogere wereld tot
LEEU WARDEN
Vervolg.)
Lichamelijk was de schipbreukeling-
millionair er niet slecht aan toe, maar
zelfs op een afstand van eenige tientallen
meters was het te zien, dat het avontuur
zijn geestelijk evenwicht wreed verstoord
had. Hij sprong op het vlot op en neer als
een verwoede geit met een aanval van
St. Vitus-dans; hij zwaaide met zijn armen
en stiet allerlei bizarre geluiden uit. Zijn
opmerkingen bereikten Peter s ooren als
een reeks onverstaanbare, maar uitge-
sproken dreigende klanken, want woede
en verbazing hadden- Mr. Hopper zoo te
pakken, dat hij niet meer tot het vormen
van behoorlijke zinnen in staat was. Hij
kon alleen maar gebaren en vuisten bal-
len en aan zijn baardje trekken en den
boosdoener in de jol met heftige armbe-
wegingen verschrikkelijke dingen toe ge-
sticuleeren; nog nooit had een millionair
zich zoo machteloos, zich ^66 volkomen
hulpeloos gevoeld.
Peter gebruikte den tijd, dien hij noodig
had om op adem te komen om dit schouw-
spel met gepasten ernst te bewonderen.
Daarna wuifde hij den schipbreukeling
een vriendelijk vaarwel toe, greep de
riemen en roeide naar het strand terug.
In brokstukken bracht tie wind het ant-
over het ondiepe water boven en tusschen
woord op zijn groet naar hem over.
„Kom terugals ik je in, m'n handen
krijgvil ik je levendleelijke be-
(Ingcz. Med.)
driegerpolitiehelpGrrr!"
Peter glimlachte voorkomend, wuifde
nog eens en roeide met korte, krachtige
slagen verder. De jol gleed langzaam over
de zandbanken heen en liep na een minuut
of vijf zacht-schurend tegen het strand op.
Peter greep de rol, klauterde uit de boot,
trok haar n paar meter het strand op en
wuifde de dansende gedaante op het vlot
voor de derde en laatste maal allerharte-
lijkst toe. Dan keerde hij zich om en
galoppeerde enthousiast tegen de zand-
hank op en langs den weg naar het hotel
terug.
HOOFDSTUK VIII.
Naar huis terug
In kamer Nummer Dertig van het Golf
Hotel, Tagg's Bay, zat een heer, die er
lichtelijk verhit en zeer uitgesproken niet
op zijn gemak uitzag, met een vertoornde
jonge dame te praten. De heer in quaes-
tie was op Nummer Dertig, omdat zijn
werkgever hem dat bevolen had, de jonge
dame, omdat de heer haar niet wou toe-
staan te vertrekken. Daar ze dus alle
twee niet uit vrijen wil op Nummer Dertig
vertoefden, was de stemming niet zoo
vriendschappelijk, als die wel had kunnen
zijn.
Het plotselinge verdwijnen door een
kier van de deur van Mr. Hopper en Mr.
Gibbs had Jane overrompeld, maar de
twee a drie minuten, dat de conferentie
in de gang duurde, stelde haar in de ge-
legenheid, om van de verrassing, die het
plotseling ten tooneele verschijnen van
Gibbs haar gegeven had, geheel te be-
komen. En zoo kwam het dat de onfor-
tuinlijke samenzweerder, toen hij, na af-
loop van de besprekina, naar binnen
glipte, de deur achter zich afsloot en er
denis zelve is niet minder teer verhaald,
en het schoonst van alles lijkt rriij het
stukje over dien blinde, die eerst aan
het begin maar wat zat „te droomen op
zijn viool", terwijl een paar koeien met
domme oogen zaten „naar niets te zien
en een grijs melkgeitje ,,deed, alsof het
sliep". Die blinde begreep er eerst nog
minder van dan al de anderen. Hij was
met zijn groote voeten, die de sporten
zochten, de ladder af gekomen, hij, met
zijn „toee oogschelen" en zijn vedel onder
den arm. En later was ook hij meege-
gaan naar de stal, waar hij ..glimlachte,
alsof.hij iets zag". Toen ze echter alien
iets aanboden, wat zij hadden meege-
bracht, ieder naar, ja boven, vermogen,
was de blinde gaan snikken. En zijn ver-
driet was niet, omdat hij het kindeke niet
kon zien; o neen, daarom was het niet
zei hij. „Maar gij allemaal kunt aan het
kindeke wat geven, doch blinden kunnen
niets geven." Toen had hij aan Maria
gevraagd, of hij een schoon liedeken voor
t kindeke Jezus mocht spelen op zijn
viool. En dat was hem toegest^an
Maria
tegen aan ging staan, in de kamer een
zeer verontwaardigde, maar zeer be-
heerschte jonge dame aantrof.
Mr. Gibbs voelde zich nog veel minder
op zijn gemak, dan van zijn uiterlijk af te
leiden was. Hij begreep absoluut niet,
hoe het Jane gelukt was hem op te sporen,
maar het feit, dat ze hem opgespoord had,
legde overwegende getuigenis af van haar
energie en vindingrijkheid en het gevan-
gen houden en sussen van energieke en
vijandig gestemde leden van de vrouwe-
lijke kunne behoorde niet tot de dingen,
waarvoor hij betaald werd. Aan den
anderen kant begreep hij echter, zijn op
posite in de gang ten spijt, dat Mr. Hop
per volkomen gelijk had en dat deze
bandietentactiek bepaald noodig was,
wilden ze zelf niet in het gedrang komen.
Maar hij had er wat voor over gehad, als
het niet noodig geweest was. Hij beschikte
zelf ook ongetwijfeld over een goede dosis
vindingrijkheid, maar hij was van de
meening. dat, als het hem lukte, om de
roodharige jonge juffer twintig minuten
aan de praat te houden, hij dat meer aan
puur, blind geluk, dan aan zijn eigen pien-
terheid te danken zou hebben. En de toon
van de vraag waarmee zij ten aanval trok,
was er niet op berekend, om hem van
opinie te doen veranderen.
„Waar is Mr. Hopper?" vroeg Jane
kortaf.
Mr. Gibbs spreidde zijn handen veront-
schuldigend uit en schakelde zijn geest
van bonhomie op waardigheid en ernst
over. In twee tellen veranderde hij van
een bourgeois, 'n bourgeois van het
plompe, onsympathieke genre, in een
,,heer" met gepolijste manieren en een
beschaafde stem.
-Hij is tot mijn spijt even weggeroe-
pen. 'n Dringende prive-aangelegenheid
Jane keek hem aan zooals een grande
U koopt (zonder prijsverhooging) een hart pond
D'E Echte Friesche Heeren-Baai, misschien mede
om de fraaie trommel, waarin wij tijdelijk deze
tabak verpakken.
't Meest voldaan zult U. echter zijn over de kwalitett
van DE Echte Friesche Heeren-Baat.
De rooktabak bij uitnemendheid
Reeds na de eerste pijp is het oordeel van iederen
rooker: .Ik blijl ze rookenAJleen om de kwaliteitl"
Uw Winkelier heeft ze in voorraad vanaf 65 ct
per 7j pond.
90 - 50 f T PER ONS
EMU
{Ingez. Sled.)
had met een trilling van medelijden in
haar woorden er verlof toe gegeven.
,,Er kwam stilte, diepe stilte: de blinde
glimlachte naar iets, en toen begon hij te
strijken met een edel gebaar. Zijn rood
gelaat wierd wit van aandoening, en er
gleed uit zijn viool een zang die gestolen
scheen van de engelen van daarstraks.
Heel het stalleken was er mee gevuld, en
het kind zweeg, en al die boerenkoppen,
die bijna nooit iets anders gehoord had
den dan wat zagerig muziek in de kerk, of
een polka op de kermis, wierden van zijn
zuiverheid vervuld, en er kwam iets over
hen, dat het schoonste was, wat zij be-
zaten. Over die ruwe, ongeschoren, arme
dame van voor de Revolutie een bij uitstek
onsmakelijk exemplaar van het proleta-
riaat bekeken moet hebben. Haar manier
van spreken werd van kortaf fel-min-
achtend vernietigend bijna.
„Wees zoo goed op zij te gaan en me
door te lateir".
„Kom, kom," zei Mr. Gibbs kalmee-
rend. „Kom komu moet redelijk
zijn, Miss Craig. Vijf minuten rustig
hier blijven anders verlangen we niets
van u. Daarna kunt u gaan waarheen u
wilt".
„Bent u van plan die deur goedschiks
open te doen of moet ik schellen?"
„De bel is defect" loog Mr. Gibbs
met zijn gewone gerenommeerde handig-
heid, „maar u mag 't, wat mij aangaat.
probeeren. Als er iemand komt, zeg ik,
dat ik u in de kamer van Mr. Hopper, ter
wijl die even weg was, betrapt heb
En wat zegt u dan?'"
„Dan vertel ik ze van het schilderij".
„En dan gelooven ze u niet. U weet
goed als ik dat u geen bewijzen
menschen straalde de koninklijke klaarte
van hun ziel, en den blinde lekten de
tranen van zijn kaken.
En als het gedaan was, en zijn strijkr-
stok nevens hem hong, stond hij weer te
glimlachen naar iets omhoog. „Ik heb het
kind gezien",
zienOch,
schoone!'
snikte hij, ,,ik heb het ge-
't is zoo heerlijk en zoo
Kerstmis-vieren is: het kindeke zien fen
aanbidden. Kerstfeest is: zingen en
spelen, al blijft het voorloopig een zang
en een meloaie, die gestolen schijnt van
de engelen uit Efrata's velden.. Zoo zij
ons kerstfeest in 1931
even
heeft. Wees nu vijf minuten redelijk,
Miss Craig. Ik geef u de verzekering",
voegde Mr. Gibbs er in een zeldzame
opwelling van eerlijkheid aan toe, „dat
ik dit allerminst een genoegen vind'
Jane besteedde eenige oogenblikken aan
ernstig nadenken. Ze kon natuurlijk
alarm slaan en daarna was het hotel in
oproer brengen een betrekkelijk makkelijk
werkje. Maar eerlijk gezegd, voelde ze
voor die methode bitter weinig. Haar
verhaal klonk niet bepaald geloofwaardig,
zonder behoorlijke bewijzen zou het haar
moeite kosten om de menschen te over-
tuigen en die bewijzen had ze niet. Ze
werd natuurlijk op Nummer Dertig vast-
gehouden, om Mr. Hopper de gelegenheid
te geven er ongehinderd met het schilderij
van door te gaan. Dat was een buiten-
gewoon irriteerende gedachte, maar als ze
de hulp van de hotel-autoriteiten inriep,
ging er minstens een kwartier met het
geven van uitleggingen verloren en de
man daar tegen de deur had beweerd, dat
hij haar maar vijf minuten gevangen zou
houden. Neen, haar eenige hoop was
Peter. Blijkbaar verkeerden de heeren
Hopper en Gibbs, wat de aanwezigheid
van haar bondgenoot betrof, in volkomen
onwetendheid en het feit, dat hij haar
nog niet te hulp gekomen was. wees er op,
dat hij of achter Mr. Hopper aanwandel-
de, of andere dingen in het belang van de-
goede zaak deed. Peter was wel is waar
niet bepaald een groote geest, maar hij be
hoorde tot de mannen op wien je kon
rekenen en wie weet, was er nog kans...
De uitermate beschaafde stem maakte
aan haar overpeinzingen een einde.
,,Wilt u niet gaan zitten, Miss Craig V
„Nee, dat wil ik niet", gaf Jane bruusk
ten antwoord. „En hoort u eens.u
denkt dat ik ongevaarlijk ben omdat nie-
mand mijn verhaal gelooft, niet?"
„Jain 't kort is dat m'n opinie".
stemde Mr. Gibbs toe.
,,Waarom houdt u me dan hier?'
Die was raak, maar Mr. Gibbs hleld
zich kranig.
„Onder de omstandigheden lijkt ons
dat 't beste".
„0", zei Jane nadenkend. „Wat tk
zeggen wou: wat wint u hiermee?'
,,Mijn dagelijksche boterham", legde
Gibbs haar vertrouwelijk uit. ..Een
mensch moet leven, niet?"
,,En Mr. Hopperwat wint die
ermee? Natuurlijk durft hij dat schilderij
niet nooit aan iemand anders laten
zien
(Wordt vervolgd.)