ALGEMEEN NIEUWS- F.H APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG BIDDER
BR0NS
Witte Metalen
Eerste Blad.
No. 8753
VRIJDAG 30 OCTOBER 1931
71 e Jaargang.
De Rijkdom van den Bijbel.
FEUILLET0N.
BIVHENLAND.
BUITENLAND.
vAMmKEhBURG'S-*
fBte±samm
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar -
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Citgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Wij hebben vroeger t is al weer
jaren geleden in een artikel op deze
zelfde plaats eens geschreven over de
waarde van den Bijbel, en wij zouden nu
wel graag iets schrijven over een onder-
werp, dat vrijwel op hetzelfde terrein ligt,
alleen formuleeren wij het voor iets
anders, en kiezen wij thans als het ware
onmiddellijk partij.
Immers, wie schrijft of spreekt over de
waarde van den Bijbel, kan zeer wel be-
ginnen met er over uit te weiden of een
aan den Bijbel bijzondere, noemenswaar-
dige waarde kan of moet worden toege-
kend, doch wie als titel boven een stuk
plaatst ,,de Rijkdom van den Bijbel'
die heeft eigenlijk reeds partij gekozen.
Toch zal het eerste, wat wij thans gaan
opmerken een oogenblik volkomen in
tegenspraak schijnen te zijn met onzen
titel, omdat wij zouden willen beginnen
met te wijzen op de schijnbare armoede
van den Bijbel. De redenen, waarom een
tegenwoordig geslacht zich van den
Bijbel vrijwel finaal en radicaal heeft af-
gewend, zijn vele en zij zijn zeer veel-
soortig, maar als een van de voornaamste
oorzaken kan tooh zeker ook wel dit wor
den vermeld, dat de Bijbel in allerlei op-
gicht arm is, en den menschen niet geeft
(althans niet op het eerste gezicht), dat-
gene wat zij in dit boek meenden te zullen
vinden.
Velen toch zouden wel heel gaarne
zich zien voorgelegd een soort levens- en
wereldbeschouwing, op zoo'n wijze, dat
zij door een dergelijk stelsel te aanvaar-
den, nu dadelij'k wisten waar zij aan toe
waren, en wat hun bonding moest zijn ten
opzichte van allerlei vragen en vraagstuk-
ken, die in het bijzonder in den laatsten
tijd om oplossing en een antwoord
schreeuwen. Wie nu in een dergelijke
vraag-stemming den Bijbel nadert, die
wordt ongetwijfeld teleurgesteld. De
Bijbel geeft geen goedkoope of onmid-
dellijke oplossingen. De Bijbel laat deze
dingen aan de menschen zelf over; zij
moeten beslissen, zij moeten het zelf maar
weten, gesteld al, dat de Bijbel derge
lijke kwesties en vragen toont te kennen
en te verstaan.
Niemand minder dan Prof. Dr. W. J.
Aalders heeft onlangs in een opstel over
den Bijbel (in een serie voordrachten,
verschenen onder den titel „Van Gods-
dienst en Leven") volmondig toegegeven,
dat de vorm van den Bijbel in vele opzich-
ten eenvoudig is, ongevormd, soms het
staat er letterlijk ,,bij het platte en
grove af Dit natuurlijk ook weer niet
altiid en overal. Er staan in den Bijbel
stukken, die behooren tot de beste wereld-
Iitteratuur en die het schoonste, wat ooit
gepubliceerd is, nog overtreffen. Maar
en nu halen wij nog eens 'n uitspraak van
den reeds genoemden hoogleeraar aan
door
K. R. G. BROWNE.
16)
Vervolg.)
Die beleedigende veronderstelling werd
door de tegenpartij geen antwoord waar-
dig geacht en dus ontstond na die vraag
weer een reeks oogenblikken van betrek-
kelijke stilte. Maar Peters gezond ver-
stand was in actie en liet zich niet meer
het zwijgen opleggen. Nu hij tijd had
om na te denken, kwam hij tot de ont-
dekking. dat ze door zoo overhaast weg
te rijden, wel impulsief, maar niet be-
paald verstandig gehandeld hadden. Haar
motief voor die daad was ontegenzegge^
lijk altruistisch, maar toch zou het beter
en beleefder geweest zijn, als ze hun
gastheer en gastvrouw behoorlijk van hun
plan op de hoogte gebracht hadden en
van de reden die eraan ten grondslag lag.
Ten slotte was dit een zaak die in hoofd-
zaak Sir Walter aanging en als hun plan,
om den dief te pakken, mislukte en het
leek er veel op, dat het mislukken zou
liepen ze de kans, dat de familie Bellerby
hun ongenoode tusschenkomst niet be-
paald goedgunstig zou opnemen. En dan
begreep hij die houding van het meisje
met het roode haar niet geheel. Niet, dat
P k inconventioneele methode van Mr.
Gibbs om zijn verzameling te verrijken,
goedkeurde, maar gezien- de omstandig-
heden, waren de ongerustheid en de ver-
ontwaardiging van zijn metgezellin toch
,,daartegenover staan gedeelten, die let-
terkundig en cultureel in het algemeen
onverzorgd zijn, en die duidelijk hun her-
komst uit een onontwikkeld millieu ver-
raden".
Toch is dit nog maar vaak alleen een
kwestie van den vorm. Met den inhoud
is het echter al precies eender gesteld. j
Nergens worden in den Bijbel de dingen j
nu eens onder aparte hoofden gebracht,
nergens in „stellingen", goed-geformu-
leerd en wel overdacht gegeven; de Bijbel
geeft geen definities, rondt nooit iets af,
denkt er niet aan om een stelsel te geven;
men moet, wil men zelf een stelsel samen-
stellen, zijn bewijsplaatsen (loca proban
da) van alle kanten bij elkaar vergaderen.
Zijn er nu menschen, die het soms aan
het Protestantisme als een bijzondere ver-
dienste toerekenen, dat hier de Bijbel weer
in eere zou zijn hersteld, dan moet men
toch een dergelijk lofzingen niet al te.
hoog inzetten, omdat immers eerlijk dient
te worden erkend, dat ook heel veel
Protestanten bij alle vrijheid, die hun is
toegestaan, van die vrijheid maar een zeer
spaarzaam gebruik maken, terwijl die-
genen onder hen, die den Bijbel op prijs
stellen, toch maar al te vaak zich tevreden
stellen met een vrij willekeurig en maar
al te lichtvaardia saamgestelde bloem-
lezing, of „het bijbelsch dagboek" vol
komen in de plaats hebben gesteld voor
de eigen en trouwe bijbel-lectuur.
De Bijbel geeft geen stelsel van leer,
maar dit boek geeft al evenmin preciese
aanwijzingen of dwingende bepalingen,
op deze wijze, dat iedereen voor elk bizon-
der geval hier aanstonds zou weten, wat
hij zou hebben te doen of zou hebben te
laten. Elk geval is weer een ander, en
ieder geval moet dan ook weer op-zich-
zelf worden beschouwd en beslist. Wij
kunnen een voorbeeld geven, dat heel een
voudig is, maar dat dit toch wel heel
duidelijk maakt. In het boekje Spreuken
staan in hoofdstuk 26 onmiddellijk na
elkaar twee versjes.
In vers 4 van dat kapittel heet het:
„Antwoord den zot naar zijne dwaasheid
niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt",
en in vers 5 lezen wij dus vlak daarna:
.Antwoord den zot naar zijne dwaasheid,
opdat hij in zijne oogen niet wijs zij".
Wie alleen dat eerste (4de) vers zou wil
len in toepassing brengen, zou den dwaas
altijd maar laten praten, wie het andere
(5de) vers daarentegen zou willen opv
gen, zou altijd iets tegen zeggen. M
aar
nu hebben wij deze beide raad
Elk geval moet nu op zichzelf worden
beoordeeld.
Of wij kunnen nog een ander sprekend
voorbeeld hier geven. Nu ging het over
de kwestie van de vrijheid. Het was in
Paulus' dagen; de slavernij bestond nog
onverkort. Hoe zal nu deze groote
apostel, dien men wel eens „vrijheids-
apostel" heeft genoemd, zich in deze aan-
gelegenheid gedragen? Paulus voelt er
natuurlijk alles voor, als iemand vrij mocht
kunnen worden. „Indien gij ook vrij kunt
worden", zegt hij, „gebruik dat liever".
Maar ook deze regel wordt weer niet
wel lichtelijk overdreven. Ten slotte was
Sir Walter de eenige verliezende partij
en Peter kon voor zijn gastheer niet het
medelijden voelen dat hij voor een onbe-
kend slachtoffer allicht gevoeld zou
hebben. Miss Craig daarentegen gaf, bij
het bespreken van den schandelijken
roof, van een verontwaardiging blijk, die
Sir Walter zelf haar niet verbeterd zou
hebben. En dat leek Peter eigenaardig
en overdreven.
Niet, dat Peter van zijn avontuur ge
noeg begon te krijgen. Zulke gevoelens
bleven verre. Hij was er de man niet
naar om te piekeren over wat had kunnen
zijn en daar het te laat was om terug te
keeren, begreep hij, dat hun impulsieve
daad het best gerechtvaardigd kon wor
den door de hun zelf opgelegde taak tot
een zoo goed mogelijk einde te brengen.
Eerlijk gezegd voelde hij ook niets voor
teruggaan. Zijn leven was gewoonlijk
nogal saai en dus was elke afleiding wel-
kom. Als een middel om het recht te
helpen bevorderen was hun impulsief uit-
stapje misschien af te keuren, maar als
genoeglijke tijdpasseering was er niets op
aan te merken.
De .Wonder" ging met het verslinden
van afstand als men met des „Won-
ders" aftandsche spijsvertering tenminste
over verslinden kan spreken moedig
voort. De wind floot hun om de ooren
de weg schoot onder hun wielen weg als
een breed lint, dat door de hand van een
reus uitgerold werd. Het was zoo laat
of eigenlijk: het was zoo vroeg dat er
van ander verkeer nog geen sprake was
en zoo lukte het Peter, door bij elke bocht
allerlei griezeligheden te riskeeren en
door de zonderlingste manipulaties van de
versnellingen bij elke helling, om een
gang er in te houden, die zoowel ver-
blufrend als bevredigend was. Maar ook
zonder uitzonderingen gegeven. Paulus
schrijft toch in hetzelfde verband in vol-
len ernst het woord neer: „Een iegelijk
blijve in de roeping, waarin hij geroe-
pen is".
Zoo dus nooit een bepaling, die geldt
voor alle omstandigheden. Daarom, ook
daarom, mag er zeker wel op gewezen
worden, hoe ver de Bijbel van ons af-
staat. Hij is zoo echt gelegenheidswerk.
Hij blijft het is weer Prof. Aalders,
wiens woord wij aanhalen ,,zoo inci-
denteel".
Daarom is dit arm-rijke boek ook een
boek, waarmede de menschen voorzichtig
moeten zijn. Men heeft niet onaardig en
evenmin onjuist er aan herinnerd, dat elke
ketter zijn letter heeft. Men kan (als
men althans alleen op-den-klank-af gaat)
met den Bijbel alles bewijzen. En zoo
mag er zeker wel aan worden herinnerd.
hoe dit boek alleen in handen van door
Gods Geest geleide menschen zijn nut
niet kan en zal doen.
De Bijbel is een bizonder rijk boek,
juist omdat hij zoo arm lijkt.
De beste boeken zijn de boeken, die ons
vasthouden ons leven lang. Veel boeken
boeien ons even, maar het is soms alsof
ze ons te sneller loslaten naarmate zij ons
heviger hebben geboeid. Een enkel boek
echter houdt ons vast, wij groeien er mee
op, wij groeien er als 't ware in. Eerst
zijn wij alleen door den vorm misschien
getrokken, later was het ook de inhoud,
die vat op ons kreea. Dit geldt wel bij
uitnemendheid van aen Bijbel. Hij boeit
ons op allerlei wijze, om allerlei redenen,
na en naast elkander. Hij is eerst jong
met ons. Dan groeit hij met ons op. Dan
wordt hij met ons oud. Hij vergezelt ons
in gezonde en zieke dagen, in ons werk-
zaam leven en als wij alleen zijn. De
Bijbel heeft zin voor mijn zin voor de
natuur, voor de geschiedenis, voor het
primitieve leven der patriarchen en voor
de gecultiveerde samenleving uit Paulus'
dagen. De Bijbel brengt ons in aanraking
met allerlei menschen, met allerlei toe-
standen, dan weer eens zullen wij voor-
keur hebben voor het Oude Testament,
dan weer voor het Nieuwe, nu eens voor
Abram, dan voor David, nu eens klaag-
liederen dan voor lofzangen. Ieder mensch
wordt door den Bijbel weer anders aan-
gesproken! Hoe ontzaglijk rijk is dit
boek!
LEEU WARDEN- -
(Ingez. Med.)
HULP VAN RIJKSWEGE AAN
NOODL.IJDENDE GEMEENTEN.
Naar verluidt zou men binnenkort de in-
diening kunnen verwachten van een wetsont-
werp, beoogende uit 's Rijks kas op korten
termijn gelden beschikbaar te stellen, ten
einde onder deze buitengewone omstandighe
den de gemeenten, welke daaraan behoefte
hebben, aan kasgeld te helpen, onder bepaal-
de voorwaarden, door het rijk te stellen.
Het wetsontwerp zou een tijdelijk karakter
dragen.
al trapte hij op het gaspedaal of hij het
door den vloer wilde werken, het kleine
roode stipje inhalen, dat de plaats, waar
zich hun prooi bevond, markeerde, kon hij
niet. Dat Mr. Gibbs er geen flauw idee
van had, dat hij achtervolgd werd, bewees
het feit, dat het hem lukte, om het ach-
terlichtje in het gezicht te houden; anders
zou hij binnen een paar minuten verdwe-
nen zijn, want de Wonder" was geen
partij voor een moderne motorfiets. Zoo-
als de zaak nu stond, sukkelden ze met
een gezellig vaartje achter elkaar aan en
ofschoon er natuurlijk angstige momenten
waren, momenten waarop het achterlicht
van den motor om de een of andere geo-
grafische oorzaak tijdelijk verdween, voor
het grootste deel van den tijd danste het
als een ongeduldig en boosaardig dwaal-
lichtje voor hen uit.
De minuten verstreken en nog steeds
reden achtervolgde en achtervolgers door
den stillen zomernacht achter elkaar aan.
Maar opeens zei Miss Craig, op den toon
van iemand, die tot zijn schrik een sen-
sationeele ontdekking doet.
„We halen 'em niet in!"
„Nee," zei Peter.
,,Maar we moeten 'em inhalen!"
„Dat kunnen we niet. Ik ben al blij, dat
het ons tot dusver gelukt is, om 'em in 't
vizier te houden".
,,Ja. Maarzoo kunnen we toch
niet blijven doorrijden?"
„Wel, als hij niet stopt om een kop thee
te drinken of zich te scheren, en als de
„Wonder" niet in de lucht vliegt, zou ik
niet weten, waarom we niet weken en
weken en weken zoo zouden kunnen blij
ven doorrijdenAls we hem maar in
t vizier houden".
Kunnen we niet dichterbij komen
'em inhalen?"
Wij rijden op voile kracht en we mo-
WETSONTWERP TOT VVUZIGING
VAN DE WARENWET.
Vele leden der Tweede Kamer betuigden, bij
het afdeelingsonderzoek, mstemming met de
indiening van het wetsontwerp tot wijziging
van de Warenwet, waardoor tegemoet is ge-
komen aan wenschen, welke van verschillende
zrjden, o.a. door de Vereeniging van Huis-
vrouwen, meermalen ter kennis van den
Minister zijn gebracht. In het bijzonder was
men ingenomen met de strekking van het
voorstel om de mogelijkheid te openen de
controle in gevolge de Warenwet, die thans
beperkt is tot de deugdelijkheid van waren,
ook uit te strekken tot de hoeveelheid, die
geleverd wordt. Overigens staat bij dit laat-
ste meer de bevordering van de eerlijkheid in
den handel dan het belang der volksgezond-
heid op het spel, en in verband hiermede rees
de vraag of een dergelijke wijziging wel past
in het kader van de Warenwet, die meer in
het bijzonder de bevordering der volksgezond-
heid op het oog heeft. In dit verband be-
pleitte men voor de controle op de geleverde
hoeveelheid de instelling van een tweede com-
missie (najast die voor de controle op de hoe-
danigheid), waarin vooral de stem van handel
en industrie zal kunnen klinken. Voor het
overige werden verschillende detail-opmer-
kingen gemaakt.
INVOERVERBODEN IN FRANKRIJK.
De directie van den landbouw deelt mede,
dat volgens telefonisch bericht van den rijks-
landbouwconsulent, dr. A. Sevenster te Parijs
vanaf 28 October 1931 de invoer in Frankrijk
is verboden van boter en van vleeschconser-
ven en andere verpakkingsmiddelen.
Het invoerverbod geldt tevens voor jonge
ossen en jonge stieren (slachtvee) doch niet
voor fokvee, dat vrij van invoerrechten wordt
ingevoerd. De reden van deze stopzetting
van den invoer ligt in het reeds overschreden
zijn van de voor drie maanden toegestane
contingenten. Naar verluidt zal hetgeen reeds
onderweg is, aan de grens geweigerd worden.
DE INVOER VAN SCHOENEN.
De Federatie van Nederlandsche Schoen-
fabrikanten heeft een adres aan den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid gezonden,
waarin met het oog op den huidigen toestand
der schoenindustrie de totstandkoming op
korten termijn van invoerbelemmerende
maatregelen wordt bepleit.
SCHEEPSVERBAND EN HYPOTHEEK.
Het Tweede Kamerlid Kortenhorst heeft
den Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid de volgende vragen gesteld:
1. Heeft het de aandacht van den Minister
getrokken, dat het onder de tegenwoordige
omstandigheden voor vele ondememingen on-
mogelijk is geworden credieten te verkrijgen
onder verband van schepen en van onroerend
goed?
2. Is de Minister niet van oordeel, dat het
hierdoor in vele gevallen onmogelijk is ge
worden, om zoowel in aanbouw zijnde sche
pen en bouw- en aanverwante werken te vol-
tooien, alsook om nieuwbouw ter hand te
nemen, met gevolg, dat de werkgelegenheid in
die bedrijven in gevaar wordt gebracht en
gen blij zijn, dat hij al geen kwartier ge
leden er vandoor gegaan is. Als we
dichterbij konden komen, liepen we de
kans, dat hij ons hoort en dan zit-ie,
voor we twee keer ,,pap" of zoo iets kun
nen zeggen, ergens in Cornwall."
„Ik be n zoo bang," overdacht het
meisje met het roode haar ongerust, ,,dat-
ie den een of anderen zijweg in zal slaan
en dat wij 't niet merken."
Die veronderstelling liet Peter onbe-
antwoord, om de eenvoudige reden, dat
hij er niets op wist te antwoorden en de-
volgende drie kilometer werden zwijgend
afgereden. Maar toen werd het vermoe-
den, dat bij het begin van de genoemde
drie al bij hem opgekomen was, te sterk
om nog langer verzwegen te worden en
dus zei hij, op een manier of er geen drie
kilometer lang stilte geweest was:
,,Dat is nou juist, wat hij gedaan heeft,
of ik moest me vergissen."
„Wat bedoelt u vroeg het meisje
ongerust.
,,Wel, dat achterlicht van 'em is de
laatste vijf minuten niet bepaald overdon-
derend goed zichtbaar geweest, wat
.,Neemaar ik dacht, dat 't door
de bochten kwam en... O, we kunnen
em niet kwijt zijn. Na de volgende bocht
zien we 'em vast weer."
Maar na het omracen van de volgende
bocht kwam er geen rood achterlicht in
zicht, en bij de volgende en de daarop
volgende evenmin. Toch gaf Peter het
niet dadeliik op. Met den moed der wan-
hoop liet hij de „Wonder" het spoor af-
zoeken, afzoeken tot ze 't zich eindelijk
wel bekennen moesten, dat de jacht uit
was. De dag, die al dichtbij geweest was,
toen ze hun zonderlingen tocht aanvingen,
begon nu aan te breken; de weg kreeg
eensklaps genoeg van het slangachtige
gekronkel, waaraan hij zich tot dusver
bovendien aan vele andere daarmede verband
boudende ondememingen het voortbestaan
onmogelijk wordt gemaakt?
3 Is de regeering bereid in overleg te
treden met de directie der Nederlandsche
Bank en met de daarvoor in aanmerking
komende bankinstellingen, teneinde te bevor
deren, dat een tijdelijke organisatie in het
leven wordt geroepen, waardoor deze soort
van credietverleening weer mogelijk wordt
gemaakt
BESMETTEUJKE ZIEKTEWET
Uitstel van art. 18 gevraagd.
Het Tweede Kamerlid de heer Krijger heeft
aan den Ministers van Binnenlandsche Zaken
en van Arbeid, Handel en Nijverheid de vol
gende vragen gesteld:
Zijn de Ministers niet van oordeel, dat de
uitvoering van art. 18 van de wet van 21 Juli
1928 (besmettelijke Ziektewet), vele gemeen
ten, vooral die ten plattelande, financieel zeer
zal bezwaren, althans in zeer vele gevallen
m6dr dan in de huidige omstandigheden toe-
laatbaar mag worden geacht?
Zijn de Ministers bereid te bevorderen, dat
uitvoering van art. 18 van de hierbovenge-
noemde wet worde uitgesteld tot betere om
standigheden verhooging van lasten toelaat-
baar maken?
DE ENGELSCHE VERKIEZINGEN
Als bij de Engelsche verkiezingen de regee-
ringspartij een verpletterende nederlaag lijdt,
pleegt men van een landslide", een aardaf-
schuiving te spreken. Een aardafschuiving
noemt men het o.a., als een ondermrjnd stuk
kust in zee stort of bij een storm wordt weg-
geslagen. Maar met het begrip aardafschui
ving zal men toch steeds de voorstelling ver-
binden dat het vasteland als geheel een in-
drukwekkende massa blijft vormen en niet
dat slechts een berooide rest ervan blijft
staan. Toen in 1883 de Krakatau in Straat
Soenda ontplofte en in zee viel, zoodat slechts
een groote splinter van den vulkaan boven
zee bleef uitsteken, zou niemand op de ge-
dachte zijn gekomen van een ..landslide" te
spreken.
Aan een dergelijke natuurlijke ramp doet
ons het lot van de Engelsche labourpartij bij
deze verkiezingen denken. Het ziet er naar
uit of slechts een kleine stomp van deze partij
die 214 jaar lang Engeland geregeerd heeft,
in het nieuwe parlement zal overblijven. Op
het oogenblik lijkt het uitermate twijfelachtig
of de partij nog 100 mandaten zal kunnen
verzamelen en zelfs of zij veel sterker zal zyn
dan de gezamenlijke liberalen. De overblijven-
den zullen een troep vrijwel zonder annvoer-
ders blijven. Door de vloedgolf van de stem-
bus zjjn bijna alle kopstukken der partij uit
het parlement weggeveegd. De klassieke
front bench der oppositie vertoont in het tafe-
reel, zooals men zich dat thans moet voor-
stellen, bijna alleen onbezette plaatsen. Subal-
temen in de gelederen zullen naar voren moe
ten komen om die plaatsen weer te vullen.
en
HENRI VAN DE CALSEYDE
Borluutstraat 8 - GENT. Tel. 124.15.
(dicht bij1 het Stadhuis.)
(Ingez. Med.)
schuldig gemaakt had en besloot een paar
kilometer lang recht te gaan loopen. En
ofschoon het nog geen dag was, was het
toch wel al licht genoeg om te zien, dat
zich tusschen hen en den horizon geen be-
wegend voorwerp bevond. Nooit was er
een weg zoo vrij van boosdoeners geweest.
,,Geen Gibbs, zei hij spijtig.
„Laten we even stoppen en luisteren,"
opperde Jane Craig. ..Misschien hooren
we em."
De Wonder" sChokte tot stilstand en
Peter zette den motor af. De stilte, die
na die kleine daad ontstond, was in ver-
gelijking met het geweldige tumult van
het laatste kwartier bijna beangstigend;
maar langzamerhand begonnen hun ooren
aan den veranderden stand van zaken te
wennen en konden ze de geluiden van de
tot leven ontwakende streek weer onder-
scheiden. Ergens in de buurt riep een
haan op de gebruikelijke onwelluidende
manier den aankomenden dag een wel-
kom toe; in een veld aan hun linkerhand
blafte een hond met een hardnekkigheid,
een betere zaak waardig; uit de boomen
langs den weg kwamen kleine vogelgelui-
den en in de verte rommelde een mati-
neuse melkkar. Maar onder al die gelui
den was er geen enkel, dat ze met den
besten wil ter wereld als afkomstig van
een motor-fiets hadden kunnen her-
kennen.
Peter keerde zich naar het meisje naast
hem en zei, verontschuldigend, alsof hij
deze nieuwe verwikkeling op zijn geweten
had:
,,Mr. Gibbs af. Hij is of een zijweg
ingegaan, of hij heeft meer gas gegeven
en heeft 'em gesmeerd. In elk geval zijn
w ij hem kwijt."
(Wordt vervolgd.)