ALGEMEEN NIEUWS- F.H APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. EEN DAG BIDDER BR0NS Witte Metalen Eerste Blad. No. 8753 VRIJDAG 30 OCTOBER 1931 71 e Jaargang. De Rijkdom van den Bijbel. FEUILLET0N. BIVHENLAND. BUITENLAND. vAMmKEhBURG'S-* fBte±samm ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar - Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Citgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Wij hebben vroeger t is al weer jaren geleden in een artikel op deze zelfde plaats eens geschreven over de waarde van den Bijbel, en wij zouden nu wel graag iets schrijven over een onder- werp, dat vrijwel op hetzelfde terrein ligt, alleen formuleeren wij het voor iets anders, en kiezen wij thans als het ware onmiddellijk partij. Immers, wie schrijft of spreekt over de waarde van den Bijbel, kan zeer wel be- ginnen met er over uit te weiden of een aan den Bijbel bijzondere, noemenswaar- dige waarde kan of moet worden toege- kend, doch wie als titel boven een stuk plaatst ,,de Rijkdom van den Bijbel' die heeft eigenlijk reeds partij gekozen. Toch zal het eerste, wat wij thans gaan opmerken een oogenblik volkomen in tegenspraak schijnen te zijn met onzen titel, omdat wij zouden willen beginnen met te wijzen op de schijnbare armoede van den Bijbel. De redenen, waarom een tegenwoordig geslacht zich van den Bijbel vrijwel finaal en radicaal heeft af- gewend, zijn vele en zij zijn zeer veel- soortig, maar als een van de voornaamste oorzaken kan tooh zeker ook wel dit wor den vermeld, dat de Bijbel in allerlei op- gicht arm is, en den menschen niet geeft (althans niet op het eerste gezicht), dat- gene wat zij in dit boek meenden te zullen vinden. Velen toch zouden wel heel gaarne zich zien voorgelegd een soort levens- en wereldbeschouwing, op zoo'n wijze, dat zij door een dergelijk stelsel te aanvaar- den, nu dadelij'k wisten waar zij aan toe waren, en wat hun bonding moest zijn ten opzichte van allerlei vragen en vraagstuk- ken, die in het bijzonder in den laatsten tijd om oplossing en een antwoord schreeuwen. Wie nu in een dergelijke vraag-stemming den Bijbel nadert, die wordt ongetwijfeld teleurgesteld. De Bijbel geeft geen goedkoope of onmid- dellijke oplossingen. De Bijbel laat deze dingen aan de menschen zelf over; zij moeten beslissen, zij moeten het zelf maar weten, gesteld al, dat de Bijbel derge lijke kwesties en vragen toont te kennen en te verstaan. Niemand minder dan Prof. Dr. W. J. Aalders heeft onlangs in een opstel over den Bijbel (in een serie voordrachten, verschenen onder den titel „Van Gods- dienst en Leven") volmondig toegegeven, dat de vorm van den Bijbel in vele opzich- ten eenvoudig is, ongevormd, soms het staat er letterlijk ,,bij het platte en grove af Dit natuurlijk ook weer niet altiid en overal. Er staan in den Bijbel stukken, die behooren tot de beste wereld- Iitteratuur en die het schoonste, wat ooit gepubliceerd is, nog overtreffen. Maar en nu halen wij nog eens 'n uitspraak van den reeds genoemden hoogleeraar aan door K. R. G. BROWNE. 16) Vervolg.) Die beleedigende veronderstelling werd door de tegenpartij geen antwoord waar- dig geacht en dus ontstond na die vraag weer een reeks oogenblikken van betrek- kelijke stilte. Maar Peters gezond ver- stand was in actie en liet zich niet meer het zwijgen opleggen. Nu hij tijd had om na te denken, kwam hij tot de ont- dekking. dat ze door zoo overhaast weg te rijden, wel impulsief, maar niet be- paald verstandig gehandeld hadden. Haar motief voor die daad was ontegenzegge^ lijk altruistisch, maar toch zou het beter en beleefder geweest zijn, als ze hun gastheer en gastvrouw behoorlijk van hun plan op de hoogte gebracht hadden en van de reden die eraan ten grondslag lag. Ten slotte was dit een zaak die in hoofd- zaak Sir Walter aanging en als hun plan, om den dief te pakken, mislukte en het leek er veel op, dat het mislukken zou liepen ze de kans, dat de familie Bellerby hun ongenoode tusschenkomst niet be- paald goedgunstig zou opnemen. En dan begreep hij die houding van het meisje met het roode haar niet geheel. Niet, dat P k inconventioneele methode van Mr. Gibbs om zijn verzameling te verrijken, goedkeurde, maar gezien- de omstandig- heden, waren de ongerustheid en de ver- ontwaardiging van zijn metgezellin toch ,,daartegenover staan gedeelten, die let- terkundig en cultureel in het algemeen onverzorgd zijn, en die duidelijk hun her- komst uit een onontwikkeld millieu ver- raden". Toch is dit nog maar vaak alleen een kwestie van den vorm. Met den inhoud is het echter al precies eender gesteld. j Nergens worden in den Bijbel de dingen j nu eens onder aparte hoofden gebracht, nergens in „stellingen", goed-geformu- leerd en wel overdacht gegeven; de Bijbel geeft geen definities, rondt nooit iets af, denkt er niet aan om een stelsel te geven; men moet, wil men zelf een stelsel samen- stellen, zijn bewijsplaatsen (loca proban da) van alle kanten bij elkaar vergaderen. Zijn er nu menschen, die het soms aan het Protestantisme als een bijzondere ver- dienste toerekenen, dat hier de Bijbel weer in eere zou zijn hersteld, dan moet men toch een dergelijk lofzingen niet al te. hoog inzetten, omdat immers eerlijk dient te worden erkend, dat ook heel veel Protestanten bij alle vrijheid, die hun is toegestaan, van die vrijheid maar een zeer spaarzaam gebruik maken, terwijl die- genen onder hen, die den Bijbel op prijs stellen, toch maar al te vaak zich tevreden stellen met een vrij willekeurig en maar al te lichtvaardia saamgestelde bloem- lezing, of „het bijbelsch dagboek" vol komen in de plaats hebben gesteld voor de eigen en trouwe bijbel-lectuur. De Bijbel geeft geen stelsel van leer, maar dit boek geeft al evenmin preciese aanwijzingen of dwingende bepalingen, op deze wijze, dat iedereen voor elk bizon- der geval hier aanstonds zou weten, wat hij zou hebben te doen of zou hebben te laten. Elk geval is weer een ander, en ieder geval moet dan ook weer op-zich- zelf worden beschouwd en beslist. Wij kunnen een voorbeeld geven, dat heel een voudig is, maar dat dit toch wel heel duidelijk maakt. In het boekje Spreuken staan in hoofdstuk 26 onmiddellijk na elkaar twee versjes. In vers 4 van dat kapittel heet het: „Antwoord den zot naar zijne dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt", en in vers 5 lezen wij dus vlak daarna: .Antwoord den zot naar zijne dwaasheid, opdat hij in zijne oogen niet wijs zij". Wie alleen dat eerste (4de) vers zou wil len in toepassing brengen, zou den dwaas altijd maar laten praten, wie het andere (5de) vers daarentegen zou willen opv gen, zou altijd iets tegen zeggen. M aar nu hebben wij deze beide raad Elk geval moet nu op zichzelf worden beoordeeld. Of wij kunnen nog een ander sprekend voorbeeld hier geven. Nu ging het over de kwestie van de vrijheid. Het was in Paulus' dagen; de slavernij bestond nog onverkort. Hoe zal nu deze groote apostel, dien men wel eens „vrijheids- apostel" heeft genoemd, zich in deze aan- gelegenheid gedragen? Paulus voelt er natuurlijk alles voor, als iemand vrij mocht kunnen worden. „Indien gij ook vrij kunt worden", zegt hij, „gebruik dat liever". Maar ook deze regel wordt weer niet wel lichtelijk overdreven. Ten slotte was Sir Walter de eenige verliezende partij en Peter kon voor zijn gastheer niet het medelijden voelen dat hij voor een onbe- kend slachtoffer allicht gevoeld zou hebben. Miss Craig daarentegen gaf, bij het bespreken van den schandelijken roof, van een verontwaardiging blijk, die Sir Walter zelf haar niet verbeterd zou hebben. En dat leek Peter eigenaardig en overdreven. Niet, dat Peter van zijn avontuur ge noeg begon te krijgen. Zulke gevoelens bleven verre. Hij was er de man niet naar om te piekeren over wat had kunnen zijn en daar het te laat was om terug te keeren, begreep hij, dat hun impulsieve daad het best gerechtvaardigd kon wor den door de hun zelf opgelegde taak tot een zoo goed mogelijk einde te brengen. Eerlijk gezegd voelde hij ook niets voor teruggaan. Zijn leven was gewoonlijk nogal saai en dus was elke afleiding wel- kom. Als een middel om het recht te helpen bevorderen was hun impulsief uit- stapje misschien af te keuren, maar als genoeglijke tijdpasseering was er niets op aan te merken. De .Wonder" ging met het verslinden van afstand als men met des „Won- ders" aftandsche spijsvertering tenminste over verslinden kan spreken moedig voort. De wind floot hun om de ooren de weg schoot onder hun wielen weg als een breed lint, dat door de hand van een reus uitgerold werd. Het was zoo laat of eigenlijk: het was zoo vroeg dat er van ander verkeer nog geen sprake was en zoo lukte het Peter, door bij elke bocht allerlei griezeligheden te riskeeren en door de zonderlingste manipulaties van de versnellingen bij elke helling, om een gang er in te houden, die zoowel ver- blufrend als bevredigend was. Maar ook zonder uitzonderingen gegeven. Paulus schrijft toch in hetzelfde verband in vol- len ernst het woord neer: „Een iegelijk blijve in de roeping, waarin hij geroe- pen is". Zoo dus nooit een bepaling, die geldt voor alle omstandigheden. Daarom, ook daarom, mag er zeker wel op gewezen worden, hoe ver de Bijbel van ons af- staat. Hij is zoo echt gelegenheidswerk. Hij blijft het is weer Prof. Aalders, wiens woord wij aanhalen ,,zoo inci- denteel". Daarom is dit arm-rijke boek ook een boek, waarmede de menschen voorzichtig moeten zijn. Men heeft niet onaardig en evenmin onjuist er aan herinnerd, dat elke ketter zijn letter heeft. Men kan (als men althans alleen op-den-klank-af gaat) met den Bijbel alles bewijzen. En zoo mag er zeker wel aan worden herinnerd. hoe dit boek alleen in handen van door Gods Geest geleide menschen zijn nut niet kan en zal doen. De Bijbel is een bizonder rijk boek, juist omdat hij zoo arm lijkt. De beste boeken zijn de boeken, die ons vasthouden ons leven lang. Veel boeken boeien ons even, maar het is soms alsof ze ons te sneller loslaten naarmate zij ons heviger hebben geboeid. Een enkel boek echter houdt ons vast, wij groeien er mee op, wij groeien er als 't ware in. Eerst zijn wij alleen door den vorm misschien getrokken, later was het ook de inhoud, die vat op ons kreea. Dit geldt wel bij uitnemendheid van aen Bijbel. Hij boeit ons op allerlei wijze, om allerlei redenen, na en naast elkander. Hij is eerst jong met ons. Dan groeit hij met ons op. Dan wordt hij met ons oud. Hij vergezelt ons in gezonde en zieke dagen, in ons werk- zaam leven en als wij alleen zijn. De Bijbel heeft zin voor mijn zin voor de natuur, voor de geschiedenis, voor het primitieve leven der patriarchen en voor de gecultiveerde samenleving uit Paulus' dagen. De Bijbel brengt ons in aanraking met allerlei menschen, met allerlei toe- standen, dan weer eens zullen wij voor- keur hebben voor het Oude Testament, dan weer voor het Nieuwe, nu eens voor Abram, dan voor David, nu eens klaag- liederen dan voor lofzangen. Ieder mensch wordt door den Bijbel weer anders aan- gesproken! Hoe ontzaglijk rijk is dit boek! LEEU WARDEN- - (Ingez. Med.) HULP VAN RIJKSWEGE AAN NOODL.IJDENDE GEMEENTEN. Naar verluidt zou men binnenkort de in- diening kunnen verwachten van een wetsont- werp, beoogende uit 's Rijks kas op korten termijn gelden beschikbaar te stellen, ten einde onder deze buitengewone omstandighe den de gemeenten, welke daaraan behoefte hebben, aan kasgeld te helpen, onder bepaal- de voorwaarden, door het rijk te stellen. Het wetsontwerp zou een tijdelijk karakter dragen. al trapte hij op het gaspedaal of hij het door den vloer wilde werken, het kleine roode stipje inhalen, dat de plaats, waar zich hun prooi bevond, markeerde, kon hij niet. Dat Mr. Gibbs er geen flauw idee van had, dat hij achtervolgd werd, bewees het feit, dat het hem lukte, om het ach- terlichtje in het gezicht te houden; anders zou hij binnen een paar minuten verdwe- nen zijn, want de Wonder" was geen partij voor een moderne motorfiets. Zoo- als de zaak nu stond, sukkelden ze met een gezellig vaartje achter elkaar aan en ofschoon er natuurlijk angstige momenten waren, momenten waarop het achterlicht van den motor om de een of andere geo- grafische oorzaak tijdelijk verdween, voor het grootste deel van den tijd danste het als een ongeduldig en boosaardig dwaal- lichtje voor hen uit. De minuten verstreken en nog steeds reden achtervolgde en achtervolgers door den stillen zomernacht achter elkaar aan. Maar opeens zei Miss Craig, op den toon van iemand, die tot zijn schrik een sen- sationeele ontdekking doet. „We halen 'em niet in!" „Nee," zei Peter. ,,Maar we moeten 'em inhalen!" „Dat kunnen we niet. Ik ben al blij, dat het ons tot dusver gelukt is, om 'em in 't vizier te houden". ,,Ja. Maarzoo kunnen we toch niet blijven doorrijden?" „Wel, als hij niet stopt om een kop thee te drinken of zich te scheren, en als de „Wonder" niet in de lucht vliegt, zou ik niet weten, waarom we niet weken en weken en weken zoo zouden kunnen blij ven doorrijdenAls we hem maar in t vizier houden". Kunnen we niet dichterbij komen 'em inhalen?" Wij rijden op voile kracht en we mo- WETSONTWERP TOT VVUZIGING VAN DE WARENWET. Vele leden der Tweede Kamer betuigden, bij het afdeelingsonderzoek, mstemming met de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de Warenwet, waardoor tegemoet is ge- komen aan wenschen, welke van verschillende zrjden, o.a. door de Vereeniging van Huis- vrouwen, meermalen ter kennis van den Minister zijn gebracht. In het bijzonder was men ingenomen met de strekking van het voorstel om de mogelijkheid te openen de controle in gevolge de Warenwet, die thans beperkt is tot de deugdelijkheid van waren, ook uit te strekken tot de hoeveelheid, die geleverd wordt. Overigens staat bij dit laat- ste meer de bevordering van de eerlijkheid in den handel dan het belang der volksgezond- heid op het spel, en in verband hiermede rees de vraag of een dergelijke wijziging wel past in het kader van de Warenwet, die meer in het bijzonder de bevordering der volksgezond- heid op het oog heeft. In dit verband be- pleitte men voor de controle op de geleverde hoeveelheid de instelling van een tweede com- missie (najast die voor de controle op de hoe- danigheid), waarin vooral de stem van handel en industrie zal kunnen klinken. Voor het overige werden verschillende detail-opmer- kingen gemaakt. INVOERVERBODEN IN FRANKRIJK. De directie van den landbouw deelt mede, dat volgens telefonisch bericht van den rijks- landbouwconsulent, dr. A. Sevenster te Parijs vanaf 28 October 1931 de invoer in Frankrijk is verboden van boter en van vleeschconser- ven en andere verpakkingsmiddelen. Het invoerverbod geldt tevens voor jonge ossen en jonge stieren (slachtvee) doch niet voor fokvee, dat vrij van invoerrechten wordt ingevoerd. De reden van deze stopzetting van den invoer ligt in het reeds overschreden zijn van de voor drie maanden toegestane contingenten. Naar verluidt zal hetgeen reeds onderweg is, aan de grens geweigerd worden. DE INVOER VAN SCHOENEN. De Federatie van Nederlandsche Schoen- fabrikanten heeft een adres aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid gezonden, waarin met het oog op den huidigen toestand der schoenindustrie de totstandkoming op korten termijn van invoerbelemmerende maatregelen wordt bepleit. SCHEEPSVERBAND EN HYPOTHEEK. Het Tweede Kamerlid Kortenhorst heeft den Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid de volgende vragen gesteld: 1. Heeft het de aandacht van den Minister getrokken, dat het onder de tegenwoordige omstandigheden voor vele ondememingen on- mogelijk is geworden credieten te verkrijgen onder verband van schepen en van onroerend goed? 2. Is de Minister niet van oordeel, dat het hierdoor in vele gevallen onmogelijk is ge worden, om zoowel in aanbouw zijnde sche pen en bouw- en aanverwante werken te vol- tooien, alsook om nieuwbouw ter hand te nemen, met gevolg, dat de werkgelegenheid in die bedrijven in gevaar wordt gebracht en gen blij zijn, dat hij al geen kwartier ge leden er vandoor gegaan is. Als we dichterbij konden komen, liepen we de kans, dat hij ons hoort en dan zit-ie, voor we twee keer ,,pap" of zoo iets kun nen zeggen, ergens in Cornwall." „Ik be n zoo bang," overdacht het meisje met het roode haar ongerust, ,,dat- ie den een of anderen zijweg in zal slaan en dat wij 't niet merken." Die veronderstelling liet Peter onbe- antwoord, om de eenvoudige reden, dat hij er niets op wist te antwoorden en de- volgende drie kilometer werden zwijgend afgereden. Maar toen werd het vermoe- den, dat bij het begin van de genoemde drie al bij hem opgekomen was, te sterk om nog langer verzwegen te worden en dus zei hij, op een manier of er geen drie kilometer lang stilte geweest was: ,,Dat is nou juist, wat hij gedaan heeft, of ik moest me vergissen." „Wat bedoelt u vroeg het meisje ongerust. ,,Wel, dat achterlicht van 'em is de laatste vijf minuten niet bepaald overdon- derend goed zichtbaar geweest, wat .,Neemaar ik dacht, dat 't door de bochten kwam en... O, we kunnen em niet kwijt zijn. Na de volgende bocht zien we 'em vast weer." Maar na het omracen van de volgende bocht kwam er geen rood achterlicht in zicht, en bij de volgende en de daarop volgende evenmin. Toch gaf Peter het niet dadeliik op. Met den moed der wan- hoop liet hij de „Wonder" het spoor af- zoeken, afzoeken tot ze 't zich eindelijk wel bekennen moesten, dat de jacht uit was. De dag, die al dichtbij geweest was, toen ze hun zonderlingen tocht aanvingen, begon nu aan te breken; de weg kreeg eensklaps genoeg van het slangachtige gekronkel, waaraan hij zich tot dusver bovendien aan vele andere daarmede verband boudende ondememingen het voortbestaan onmogelijk wordt gemaakt? 3 Is de regeering bereid in overleg te treden met de directie der Nederlandsche Bank en met de daarvoor in aanmerking komende bankinstellingen, teneinde te bevor deren, dat een tijdelijke organisatie in het leven wordt geroepen, waardoor deze soort van credietverleening weer mogelijk wordt gemaakt BESMETTEUJKE ZIEKTEWET Uitstel van art. 18 gevraagd. Het Tweede Kamerlid de heer Krijger heeft aan den Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Arbeid, Handel en Nijverheid de vol gende vragen gesteld: Zijn de Ministers niet van oordeel, dat de uitvoering van art. 18 van de wet van 21 Juli 1928 (besmettelijke Ziektewet), vele gemeen ten, vooral die ten plattelande, financieel zeer zal bezwaren, althans in zeer vele gevallen m6dr dan in de huidige omstandigheden toe- laatbaar mag worden geacht? Zijn de Ministers bereid te bevorderen, dat uitvoering van art. 18 van de hierbovenge- noemde wet worde uitgesteld tot betere om standigheden verhooging van lasten toelaat- baar maken? DE ENGELSCHE VERKIEZINGEN Als bij de Engelsche verkiezingen de regee- ringspartij een verpletterende nederlaag lijdt, pleegt men van een landslide", een aardaf- schuiving te spreken. Een aardafschuiving noemt men het o.a., als een ondermrjnd stuk kust in zee stort of bij een storm wordt weg- geslagen. Maar met het begrip aardafschui ving zal men toch steeds de voorstelling ver- binden dat het vasteland als geheel een in- drukwekkende massa blijft vormen en niet dat slechts een berooide rest ervan blijft staan. Toen in 1883 de Krakatau in Straat Soenda ontplofte en in zee viel, zoodat slechts een groote splinter van den vulkaan boven zee bleef uitsteken, zou niemand op de ge- dachte zijn gekomen van een ..landslide" te spreken. Aan een dergelijke natuurlijke ramp doet ons het lot van de Engelsche labourpartij bij deze verkiezingen denken. Het ziet er naar uit of slechts een kleine stomp van deze partij die 214 jaar lang Engeland geregeerd heeft, in het nieuwe parlement zal overblijven. Op het oogenblik lijkt het uitermate twijfelachtig of de partij nog 100 mandaten zal kunnen verzamelen en zelfs of zij veel sterker zal zyn dan de gezamenlijke liberalen. De overblijven- den zullen een troep vrijwel zonder annvoer- ders blijven. Door de vloedgolf van de stem- bus zjjn bijna alle kopstukken der partij uit het parlement weggeveegd. De klassieke front bench der oppositie vertoont in het tafe- reel, zooals men zich dat thans moet voor- stellen, bijna alleen onbezette plaatsen. Subal- temen in de gelederen zullen naar voren moe ten komen om die plaatsen weer te vullen. en HENRI VAN DE CALSEYDE Borluutstraat 8 - GENT. Tel. 124.15. (dicht bij1 het Stadhuis.) (Ingez. Med.) schuldig gemaakt had en besloot een paar kilometer lang recht te gaan loopen. En ofschoon het nog geen dag was, was het toch wel al licht genoeg om te zien, dat zich tusschen hen en den horizon geen be- wegend voorwerp bevond. Nooit was er een weg zoo vrij van boosdoeners geweest. ,,Geen Gibbs, zei hij spijtig. „Laten we even stoppen en luisteren," opperde Jane Craig. ..Misschien hooren we em." De Wonder" sChokte tot stilstand en Peter zette den motor af. De stilte, die na die kleine daad ontstond, was in ver- gelijking met het geweldige tumult van het laatste kwartier bijna beangstigend; maar langzamerhand begonnen hun ooren aan den veranderden stand van zaken te wennen en konden ze de geluiden van de tot leven ontwakende streek weer onder- scheiden. Ergens in de buurt riep een haan op de gebruikelijke onwelluidende manier den aankomenden dag een wel- kom toe; in een veld aan hun linkerhand blafte een hond met een hardnekkigheid, een betere zaak waardig; uit de boomen langs den weg kwamen kleine vogelgelui- den en in de verte rommelde een mati- neuse melkkar. Maar onder al die gelui den was er geen enkel, dat ze met den besten wil ter wereld als afkomstig van een motor-fiets hadden kunnen her- kennen. Peter keerde zich naar het meisje naast hem en zei, verontschuldigend, alsof hij deze nieuwe verwikkeling op zijn geweten had: ,,Mr. Gibbs af. Hij is of een zijweg ingegaan, of hij heeft meer gas gegeven en heeft 'em gesmeerd. In elk geval zijn w ij hem kwijt." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1