ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH VLAANDEREN. ALLES binnehland. JPIRIN dewereld WOENSDaG 16 SEPTEMBER 1931 71e Jaargang. voor AUTOS MOTORS NIJVERHEID No 8734 atMMS eKmatmOKaumma^mmm^ TROONREDE Slechts een ©ogenbhk, verkoudheid, rheumatiek en alle soorten pijn ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr per post 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor el^cn mee" f Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte ere en Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwe verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. BEZOEK VAN DEN COMMISSARIS DER KONINGIN. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN brengt ter openbare kennis, dat volgens bij hem ingekomen schrijven van den heer Commissaris der Koninigin in deze pro- vineie het voornemen heeft deze gemeente te bezoeken op Dinsdag den 22 September a.s., en alsdan des namiddags 2% uur in het Gemeentehu'is aan colleges en bijzondere personen alhier gevestigd, die zijn HoogEdei Gestrenge wenschen te spreken, daari.oe de gelegenheid zal geven. Ter Neuzen, 16 September 1931. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. VEREENIGDE VERGADERING VAN DE BEIDE KAMERS op 15 September 1931 tot opening van de gewone zitting der Staten-Generaal. De heer Mr. W. L. baron de Vos van Steen- wijk, die het voorzitterschap bekleedt, opent, nadat de leden der Staten-Generaal zich in de Ridderzaal op het Binnenhof vereenigd heb- ben te half een de vergadering en doet den griffder van de Eerste Kamer voorlezen een Kon. besluit van 5 September 1931 no. 17, houdende zijn benoeming tot voorzitter van de Eerste Kamer gedurende de zitting, welke heden zal aanvangen. De voorzitter benoemt een commissie, die Hare Majesteit in het gebouw zal ontvangen en uitleiden. Deze bestond uit de Eerste Kamerleden: mr. P. E. Briet, jhr. mr. G. A. H. Michiels van Kessenich, J. Westerdijk, S. van den Bergh jr., en jhr. mr. B. C. de Savornin Loh- man en uit de Tweede Kamerleden, de heeren mr. H. P. Marchant, L. F. Duymaer van Twist, mr. P. J. M. Aalberse, mr. E. J. Beu- mer, dr. S. E. B. Bierema, dr. H. J. Lovink, dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer van Dub- beldam, Th. F. M. Schaepman, E. Th. Locke- feer en mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar. Voorzitter der commissie was mr. P. E. Briet. De ministers, hoofden van ministerieele de- partementen en de leden van den Raad van State vereenigen zich te een uur des namid dags mede in de Ridderzaal. H.M. de Koningin, vergezeld van Z.K.H. den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklen burg en van H.K.H. Prinses Juliana, kort daarna in de Ridderzaal aangekomen, wordt door de commissie in de vergadering binnen- geleid, neemt plaats op den troon en houdt terwijl ter rechterzijde van Hare Majesteit Z.K.H. de Prins der Nederlanden en ter lin- kerzijde H.K.H. Prinses Juliana der Neder landen plaats nemen, de Het is Mij aangenaam leden der Staten- Generaal wederom in Uw midden te verschij- nen ten einde Uwe zitting te openen. De economische toestand baart bij voortdu- ring ernstige zorg. Reeds in het ai'geloopen jaar deed de we- reldcrisis haar druk zwaar gevoelen op het bedrijfsleven, zoowel in het Rijk in Europa, als in de overzeesche gewesten. Op onrust- barende wijze is zij thans. dieper doorgedron- gen. Moest reeds het vorige jaar erop worden gewezen, dat door de ontwrichting van het economisch leven verschillende takken van land- en tuinbouw moeilijke tijden doormajken, naast deze worden sedert geruimen tijd ook de nijverheid en de handel zwaar getroffen. In zulk een mate nam de wereldcrisis in omvang en hevigheid toe, dat zij, evenals in andere landen, het regeerbeleid moet beheer- schen. Plannen, welke de Regeering aanvan- kelijk had gevormd, zullen dan ook wijziging moeten ondergaan. Andermaal zullen tijdelijke maatregelen worden overwogen om sommige bedrijfstak- ken, bjj wier handhaving het geheele volk be- lang heeft, voor ondergang te behoeden. Voor de gezondheid van 's Lands financien vormt de felle en hardnekkige crisis een ern stige bedreiging. Niet alleen is van een nor male stjjging der middelen, opwegend tegen die van de uitgaven, geen sprake meer, doch ook heeft zich reeds een volstrekte en aan- zienlijke teruggang van 's Rijks inkomsten vertoond, terwijl voor de toekomst nog ver- dere daling verwacht moet worden. De nood- zakelijkheid van het behoud van het finan- cieel evenwicht stelt onder die omstandig- heden eischen van buitengewone ingetogen- heid en offerzin. Ook in Nederlandsch-Indie zal onder in- spanning van alle krachten moeten worden gestreefd naar aanpassing, zoo spoedig moge- lijk, van 's Lands huishouding aan de ernsti ge inzinking der opbrengst van nagenoeg alle bronnen van inkomsten. Verblijdend is noch- tans het feit, dat de bevolking door overvloe- dige oogsten tot dusver gevrijwaard is voor voedselgebrek en in zooverre beter in staat is gesteld de gevolgen van vermindering der werkgelegenheid te dragen. Ik weet, dat de Regeering, als zjj het hoofd wil bieden aan de crisis, niet te vergeefs een beroep op de natie zal doen. Het is niet de eerste maal, dat ons volk een emstigen tijd beleeft; de geschiedenis kan menige bladzijde aanwijzen van ten minste zoo diepen emst en steeds weer heeft de groote zedelijke volks kracht onder Gods hulp de moeilijkheden overwonnen. Ik twijfel niet, of ook thans zal het Nederlandsche volk zijn verleden getrouw zijn. Ten einde de eenheid van verschillende talc- ken van volksbestaan beter tot haar recht te doen komen, beoogt de Regeering de belangen van den landbouw en van de nijverheid en den handel onder te brengen bij een Departement van Economische Zaken en Arbeid. Daarente- gen zullen de afdeelingen voor volksgezond- heid en voor werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling bij het Departement van Buitenlandsche Zaken worden gevoegd. De betrekkingen tot andere mogendheden zijn bij voortduring van den meest vriend- schappelijken aard en het stemt tot voldoe- ning, dat het besef van saamhoorigheid der volkeren veld schijnt te winnen. Vurig hoop Ik dat op de tegen het volgend jaar bijeen- ge'roepen Ontwapeningsconferentie deze geest ook tot uiting moge komen. Tegen de veler- lei maatregelen, welke voortgaan het interna- tionaal ruilverkeer te belemmeren, is werk- dadige waakzaamheid geboden. Elke ernstige poging om door gemeenschappelijk overleg en in onderling vertrouwen verbetering te brengen in den toestand van economische ont- reddering lai van Mijne medewerking ver- zekerd. Ook met het oog op het vergemakke- lijken van intemationale samenwerking zal Ik er mij over verheugen, indien de vraag- stukken, die tusschen Nederland en Belgie hangende zijn eerlang op bevredigende wijze kunnen worden geregeld. Terwijl deze tijd van druk de bindendver- klaring der collectieve arbeidsovereenikom- sten aan urgentie doet verliezen, versterkt hij de wenschelijkheid eener wettelijke be- drijfsorganisatie. Ontwerpen zullen U bereiken betreffende een nieuwe Veiligheidswet en in zake wette lijke bescherming der arbeiders in de huis- industrie. Mede zal U bereiken een ontwerp tot tech- nische herziening van de ziektewet. Ten aanzien van Suriniame wordt de moge lijkheid overwogen, door mechanisatie van het landbouwbedrijf op daartoe ge,-:chikte ter- reinen verbetering te brengen in den toestand van depressie waarin het voornaamste be- staansmiddel van het gewest verkeert. De economische opbloei, welke Curagao in de laatste jaren heeft ondervonden, moest voor eenigen teruggang plaats maken. De toestand op Aruba is vooralsnog vrijwel sta- tionnair gebleven. Van Overheidswege wor den maatregelen overwogen om de Boven- windsch eilanden tot meerdere ontwikkeling te brengen. Met den wensch, dat God Zijn zegen aan Uwen anbeid moge schenken, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. H.M. de Koningin, vergezeld van Z.K.H. den Prins der Nederlanden, Hertog van Meck lenburg en van H.K.H. Prinses Juliana en voorafgegaan door de commissie, verlaat de vergaderzaal. De voorzitter sluit, nadat de commissie in de zaal is teruggekeerd, de vereenigde verga dering. Prachtig weer begunstigde deze plechtige opening. Er waren buitengewoon veel men- schen op de been en langs den geheelen weg welke de Koninklijke stoet volgde, weerklon- ken toejuichingen en hoera-geroep. De openingsplechtigheid in de Ridderzaal bood opnieuw den ouden luisterrijken aanblik. Ditmaal werd de troon bestraald door een in den troonhemel aangebrachte electrische ver- lichting. Onder de ministers ontbrak de minister van buitenlandsche zaken, die te Geneve vertoeft. De Indische prinsen, de ministers van staat dr. de Visser en Van Karnebeek, dr. Loder, oud-president van het Permanente Hof van Internationale Justitie en de burgemeester van 's Gravenhage bevonden zich onder de genoodigden. Na voorlezing van de Troonrede door de Koningin, die ongeveer 7 minuten in beslag nam, hieven de aanwezigen, daarbij voorge- gaan door den heer Duymaer van Twist, eeri „leve de Koningin" aan, door een driewerf hoera gevolgd. TWEEDE KAMER. Anti-dumping-ontwerp. Ingediend is een wetsontwerp tot toekenning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van afweermiddelen tegen kunstmatige con- W A'rentie uit het buitenland. Blijkens de memorie van toelichting strekt het ontwerk er toe de regeering de gelegen heid te geven buiten het parlement om in daartoe leidende gevallen tegen bepaalde ver- schijnselen van dumping tijdelijk zekere af- weermaatregelen te nemen. Het woord dumping heeft als aanduiding van een bepaald verschijnsel voor het oogen- blik geen vaststaande waarde en is derhalve als grondslag voor een wettelijken maatregel onbruikbaar. FOURNITURES GENERALES Borluutstraat 8, GENT. Tel. 12416. (Nabij 't Stadhuis) (Ingez. Med.) Daarentegen had de regeering zich, voor de beantwoording van de vnaag, of een overheids- ingrijpen tegen dumping gemotiveerd zoude zijn, te beraden, welk van de verschillende verschijnsel en, die zich onder dien naam aandienen, voor bestrijding in aanmerking kwam. Zij heeft gemeend, zich ten deze te kunnen bepalen tot wat door haar in het aan- geboden wetsontwerp aangeduid wordt als kunstmatige concurrence uit het buitenland" een begrip, dat in art. 1 van het wetsontwerp nader wordt omschreven als het influencee- ren van den prijs op de Nederlandsche markt door maatregelen van kennelijk tijdelijken aard, waarbij de opzet aanwezig is om aan eenig Nederlandsch bedrijf een zoodanige schade toe te brengen, dat het in zijn voortbe- staan ernstig wordt bedreigd". Er moet sprake zijn van een tijdelijk on- derbieden op de Nederlandsche markt en daarbij moet de opzet aanwezig zijn om het Nederlandsche bedrijf van die markt te ver- dringen en aldus in zijn voortbestaan ernstig te bedreigen. Tegen opneming van het element opzet" in de d-efinitie zou onoverkcmelijik bezwaar bestaan, als dit element strikt be- wezen zou moeten worden. Daar volgens art. 2 het aanwezig zijn van de kunstmatige con currence ,,aannemelijk" dient te zijn, is dit bezwaar goeddeels weggenomen. Aan den an- deren kant levert het opnemen van het ele ment van opzet in de omschrijving den besten waarborg dat niet maatregelen, welke slechts lastig of bezwaarlijk zijn voor het Nederland sche bedrijf, voor de hier bedoelde kunstma tige concurrentie worden aangezien. Intus- schen is niet gekozen de formuleering, dat het invloed oefenen zou moeten geschieden „met den opzet" enz. Inmmers zou men daar bij tot een interpretatie kunnen komen, welke in den opzet het eenig en uitsluitend motief voor de buitenlandsche maatregelen zou zien. Daar art. 1 eischt, dat de opzet bij die maat regelen aanwezig" is, wordt zulk een al te strenge uitlegging vermeden, zoodat, als de opzet tot vernietiging van het Nederlandsch bedrijf duidelijk meespreekt, zonder dat echter vaststaat, dat het ook het hoofdmotief voor den buitenlandschen maatregel vormde, het aannemen van kunstmatige concurrentie niet is uitgesloten. Tegen verschijnselen van dumping naar de boven gegfeven omlijning moet het, naar de regeering meent, mogelijk zijn om zoo noodig tijdelijk maatregelen van afweer te nemen. Dat dumping in dezen vorm zich thans veelvuldig zou voordoen, zou zij niet aanstonds durven verzekeren. Wat op dit gebied bekend werd, is in het algemeen niet van dien aard, dat eene oppervlakkige waarneming dienaan- gaande positief uitsluitsel zou vermogen te geven. Doch ook indien al bij nader onderzoek zou blijken, dat de geconstateerde verschijnse len op de gekozen definitie niet passen, dan heeft de mogelijkheid om een maatregel te treffen op zich zelf toch ongetwijfeld eene preventieve beteekenis. Het wetsontwerp geeft die mogelijkheid in tweeerlei vorm, nl. in dien van een bijzonder invoerrecht en in dien eener invoerbeperking. Welker dezer maatregelen voor het beoogde doel het meest dienstig zal zijn, zal in elk ge- val afzonderlijk van de omstandigheden af- hangen. Beide maatregelen zullen, met het oog op bestaande verdragen, in den regel slechts een algemeen karakter kunnen heb- ben en dan derhalve gelijkelijk betrekking moeten hebben op den invoer uit landen, van waaruit niet en van waarutt wel gedumpt wordt. De eerstbedoelde maatregel heeft zijn eenvoud voor; de tweede is in zijn uitwerking ingewikkelder; echter schijnt deze in omstan digheden, waarin een bijzonder invoerrecht niet gewenscht zou zijn, weder andere moge- lijkheden te bieden in de praktische uitvoe- ring. Het spreekt vanzelf, dat niet elk verschijn sel van druikkende concurrentie en zelfs niet van kunstmatige concurrentie in den zin van het wetsontwerp, tot het treffen van een der gedachte afweermaatregelen zal mogen lei- den. Zoo al aan de verschillende voorwaarden welke de omschrijving stelt, is voldaan, zal verder moeten vaststaan, dat de beconcur- reerde onderneming of ondernemingen niet achterlijk zijn in haar technische en commer- cieele outillage, dat het verschijnsel van vol- doenden omvang of va.ii vol doen die b et eek enis is voor het nemen van een maatregel en ten slotte, dat het voordeel, hetwelk uiteraard voor de koopers van de tegen lagen prijs aan- geboden buitenlandsche goederen uit dien lagen prijs voortvloeit, tijdelijk als het zeer vermoedelijk zal zijn, niettemin niet zoo groot is, dat het de nadeelen, daaraan voor het be- concurreerde bedrijf verbonden, geheel in de schaduw stelt. Het' is de bedoeling, het middel met de grootste omzichtigheid te hanteeren en er zal ruimschoots gelegenheid bestaan om alle belangen, welke bij een maatregel betrok- ken zijn, tevoren terdege onder de oogen te zien. De vraag moet worden gesteld, of geen be- palingen uit multilaterale of bilaterale ver dragen, bij welke Nederland party is, zich tegen het nemen van maatregelen als in het wetsontwerp voorzien, zouden verzetten. Naar het oordeel der regeering kan deze vraag ge heel in ontkennenden zin worden beantwoord, daar in het ontwerp nauwkeurig gewaakt is en bij de uitvoering gewaakt zal kunnen wor den tegen het treden buiten de, weliswaar nauwe begrenzing, welke de verschillende ver dragen voor maatregelen als de on-derhavige trekken. Maatregelen als dit ontwerp beoogt, vor- men zdbzeer een afweer tegen een onnatuur- lijke bedreiging en liggen zoover verwijderd van alles wat op protectie gelijkt, dat zij met den geest der algemeene verdragen van Ge neve op het gebied van den in- en uitvoer stellig zijn overeen te brengen. Ditzelfde geldt ook voor de handelsovereenkomsten welke tusschen Nederland en verschillende landen gesloten zijn. Uit de toelichting op artikel 2 wordt aan- gehaald, dat, teneinde een snel optreden mo gelijk te maken voor den maatregel de vorm is gekozen van een ministerieele beschikking, welke, waar het een ingrijpen in de handels- toestanden betreft, in den regel zal moeten uitgaan van den minister van arbeid, handel en nijverheid. Voor de gevallen, dat mede het belang van den landbouw in het geding is, dient echter ook de minister van binnenland- sche zaken en landbouw daarvoor de verant- woordelijkheid te dragen en zal dus de be schikking moeten uitgaan van de ministers van arbeid, handel en nijverheid en van bin- nenlandsche zaken en landbouw gezamenlijk. Overleg met de departementen van buiten landsche zaken en van financien zal in beide gevallen raadzaam zijn. Overigens is het de bedoeling, dat een beschikking slechts geno- men wordt na goedkeuring in den raad van ministers, zooals in het reglement van orde voor den raad van ministers, o.a. ten aanzien k om U te kunnen zeggen, dat tegen Aspirin-Tabletten het bekendste en be- proefde middel is. [Let op den oronjeband. Prijs 75 C+s. (Ingez. Med.) van ontwerpen van wet en ontwerpen van al gemeene maatregelen van bestuur is bepaald. Een belangrijk element in de regeling is voorts de bepaling, dat aan een maatregel steeds een behandeling van de aangelegenheid door een commissie van onderzoek zal moeten voorafgaan. Een maatregel zal nimmer langer kunnen gelden dan voor een tijdvak van 6en jaar, zoo dat een verdere voorziening, indien noodig, slechts mogelijk zal zijn in den vorm van een hernieuwden maatregel, na een hemieuwd volledig onderzoek. De strekking van deze regeling is de zekerheid te bieden, dat een maatregel van dezen aard, welke bedoelt een tijdelijk karakter te dragen, nimmer door her- haalde verlengingen, zonder hernieuwd onder zoek, in een permanenten zou overgaan. De intrekkingsbevoegdheid, waarin het 3e lid van artikel 2 voorziet, biedt de regeering het middel van prijsopdrijving, waartoe het in- heemsche bedrijf wellicht zou wenschen over te gaan, af te snijden, door in dat geval aan den afweer van de buitenlandsche kunstma tige concurrentie onmiddellijk een einde te maken. Bovendien stelt zijl de regeering in de gelegenheid, den afweermaatregel buiten werking te stellen, zoodra de aanleiding daar toe is komen te vervallen. Het eerst lid van artikel 3 geeft als maxi mum aan het vijfvoud van het invoerrecht krachtens de Tariefwet. Het voorschrift be oogt aan belastingplichtigen een wettelijke waarborg te geven tegen al te willekeurige heffingen. Artikel 7 gaat van de gedachte uit, dat door de Kroon een commissie zal worden in- gesteld, bestaande uit 5 gewone leden en 20 buitengewone leden, welke tot taak zal heb ben de ingekomen aonvragen te onderzoeken en dienaangaande voorstellen te doen. De ge wone leden zullen moeten zijn onafhankelijke vooraanstaande personen met groote ervaring op algemeen economisch gebied. Dezen of hunme plaatsvervangers zullen regetmatig aan de "behandeling van de aanvragen deel- nemen en daarbij de hulp en voorlichting krij- gen van enkele buitengewone leden, tot een getal van ten hoogste vier, al naar gelang van den aard der aanvrage daartoe uit het corps der buitengewone leden, in verband met hunne bijzondere kennis van het te behande- len onderwerp, aan te wijzen, zoodat het al dus versterkte college in staat mag worden geacht om de ingekomen klacht in haar vol- len omvang te beoordeelen. Art. 8 van het ontwerp geeft voorschriften betreffende de wijze, waarop een in handen der commissie van onderzoek gestelde klacht door deze onderzocht wordt. Niet slechts de klager zal gehoord moeten worden, doch de commissie zal uit eigen beweging ook anderen kunnen raadplegen. De kern van het onder zoek is echter feitelijk gelegen in het open- baar verhoor van belanghebbenden, dat aan elk voorstel tot het treffen van een der maat regelen, waarin het ontwerp voorziet, zal moeten voorafgaan. UIT DE STAATSBEGROOTING. Blijkens de miilioemen-nota van den Minis ter van Financien is het tekort op de Staats- begrooting voor 1932 te ram en op 75 mil- lioen. Onder de middelen die de Regeering tot dekking daarvan wil aanwemdem wordt ge- noemd een verlaging der salarissen van het rijkspexsoneel met 5 met dien verstande dat voor de eerste 1000 slechts 2% wordt gekort en voor de gehuwden ook van de tweede 1000. Op den ktndertoeslag is die korting niet van toepassing, ook niet op de pensioenen. De korting wordt ingevoerd voor den tijd van 3 jaar. Voorts is ingevoerd een wetsontwerp tot verhooginig der imvoerrechten van normaal 8 op 10 cent, alzoo een verhooging van 25 Tevems is thans ingediend een wetsont werp tot heffing eener benzinebelasting. Er wordt voorgesteld ©en heffing van 4 per 100 K.G., hetgeen ovareenkomt met 3 cent per liter. FRAUDE AAN HET DEPARTEMENT VAN FINANCIeN. Zooals men zich herinnert werd onlangs in den trein van Utrecht naar Amhem dood aangetroffen de rijksomibtenaar B. T., met een schotwond in het hoofd. Men verdiepte zich in gissingen of hier van moord of zelf- moord sprake was. Thans wordt gemeld, dat aan het Departement van Financien aan het licht gekomen is, dat daar jaremlang mal- versaties hebben plaats gehad, waarbij T. zou betrokken zijn, en di e loopen tot een be drag van 150.000. De betrokken chef van T., die door te groot vertrouwen die handelingen mogelijk maakte, is reeds voor onbepaalden tijd met vacantie gezonden, meldt de Telegr. DE RIJKSBfEGROOTING. Het Nederlandsch Correspondentiebureau voor Dagbladen meldt: Naar aanleiding van de verschillende be- richten, die in de dagbladen verschenen zijn omtrent de aanstaande Rijksbegrooting, heb ben wij ons tot den minister van Financien gewend met de vraag, of omtrent de juist- heid daarvan eenige mededeeling zou kunnen worden gedaan. De minister antwoordde ons, met zekere verwondering von die berichten te hebben kennis genomen. Minister Sprenger van Eyck ging de minister voort heeft eens ge- zegd, toen door 6en der bladen voorbarig mededeelingen werden gedaan uit een bij hem in voorbereiding zijn wetsontwerp: „Het is alsof een schoonmaakster in mijn prullemand gesnuffeld heeft." Aan die woorden, zeide mi nister de Geer, werd ik levendig herinnerd bij de bedoelde publicaties. Zij zijn grootendeels onjuist of onvolledig of, voorzoover ze juist zijn, verwarrend door de wijze, waarop zij aan elkaar zijn gevoegd. Is, zoo vroegen wij, ook het tekort van f 50 millioen onjuist? Inderdaad, luidde het antwoord, het tekort is grooter. Er bestaat geen bezwaar, u het bedrag thans te noemen. Uitsluitend rekening houdende met de daling van de Rijksmiddelen en van de opbrengst der Gemeentefondsbe- lasting, ook deze laatste daling komt ten laste van het Rijk dus zonder in aanmer king te nemen het normaal accres der uitga ven, vertoonde de begrooting voor 1932 een tekort van 75 millioen. De maatregelen, waardoor dit tekort overbrugd zal worden, konden ten deele reeds in de begrootingscijfers verwerkt worden en zullen voor de rest wor den aangekondigd in de millioenennota. Dientengevolge is er tijdens de indiening van de begrooting op papier een tekort van 49 millioen. Maar dit cijfer is slechts toe- vallig en het resultaat van de omstandigheid, dat sommige maatregelen terstond uitdruk- king konden vinden in de cijfers en ten aan zien van andere om technische redenen met een aankondiging moest worden volstaan. Alle maatregelen treden echter in werking op 1 Januari 1932. En onder die, welke reeds in de begrootingscijfers verwerkt zijn, bevinden er zich eenige, die in de bladen genoemd zijn als bestemd om „het tekort van 50 millioen" te dekken. Is het juist, zoo vroegen wij verder, dat in het tarief van invoerrechten het percentage van 8 op 12 zal worden gebracht? Dit is zelfs geen oogenblik overwogen, was het antwoord. Is het niettemin juist, dat een wijziging van het tarief van invoerrechten en een nieuwe benzinebelasting, zooals een der bladen meld- de, te zamen f 35 millioen zullen opbrengen U vergeet zeide de minister dat dit de laatste dagen in een blad reeds 50 mil lioen geworden is. Zoowel de 50 als de 35 mil lioen zijn fantasie. De opbrengst der gezamen- lijke nieuwe heffingen blijft daar ver onder. Kan omtrent deze heffingen en omtrent de verdere dekkingsmaatregelen reeds iets wor den medegedeeld? Mij dunkt, dit kan nog even wachten. Het beirreemdt mij overigens, dat juist dit jaar enkele bladen zoo ongeduldig geweest zijn. De derde Dinsdag in September valt thans op den vroegsten datum, waarop hij vallen kan. Gewoonlijk moet men langer wachten. Waar- om dan juist nu die jacht op onvolledig en onrijp nieuws? Onschuldig ging de minister voort - is dit alles niet. Alvorens van de maatregelen in hun juisten vorm en in onderling verband en behoorlijk toegelicht kennis te nemen, vangt men klanken op, die sommige groepen onaangenaam treffen en kan op die wijze een vodroordeel ontstaan, dat ook later bij juistere en breedere voorlichting blijft nawerken. Heel sterk in dit opzicht vervolgde de minister is wat ik de laatste dagen ge- lezen heb over de benzinebelasting. Deze be- lasting komt inderdaad. Indien eenige heffing in dezen tijd in dit land gemotiveerd is, dan is het wel deze. Toen de heer van Citters hierop in het afgeloopen voorjaar aandrong in de Eerste Kamer, was het wetsontwerp dan ook reeds in voorbereiding. Wie op dit oogenblik met een auto naar Duitschland rijdt, neemt bij de laatste pomp v66r de grens volop benzine in, die hij voor 8 cent (of min der!) per liter krijgt, terwijl hij in Duitsch land 24 cent moet betalen. In Zwitserland be- taalt hij 20 cent. In Oostenrijk, Belgie en Frankrijk 17 a 20 cent. Een jaar geleden be- taalde hij ook in Nederland nog 18 cent. In dien nu tengevolge van de malaise een bui tengewone middelenversterking noodig is en de fiscus zegt: van deze groote malaisewinst zullen wij, zoolang zij duurt althans 3 cent per liter aan de algemeene middelen ten goede doen komen de heffing zal gedurende drie jaren gelden en zal bij een eventueel vroeger prijsherstel worden ingetrokken dan zou men hoogstens kunnen meenen, dat door som- migen zou worden opgemerkt: „Gij komt daarmee wel wat laat." Maar het tegendeel geschiedt. Reeds v66r de indiening verschijnt een noodkreet onder het opschrift: ,,Gaat men de kip met de gouden eieren slachten?", de kip, die den vorigen zomer, toen de liter op 18 cent stond, vroolijk het leven behield. In dien noodkreet worden particuliere en publieke organen opgeroepen om een groote reeks van belangen te redden, die bij het autoverkeer betrokken zijn, alsof die belangen bedreigd zouden geweest zijn, indien sedert den vorigen zomer de prijs 3 cent minder ge- daald ware dan tot de 6 8 cent, waarop hij zich nu bevindt. Het is beschamend, besloot de minister, dat

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1