ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
Geestelijke machten.
buiteilaid.
ALLES
fbuiilktoh.
Millionair tegen wil en dank
No. 8723
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931
71e Jaargang.
°»»to - i
JHEEREN-BAAI
AUTOS
MOTORS NIJVERHEID
Vraag niet„3riesche Heermbaai "maw
ECHTE FR1E5CHE
(9SIWP90C® nnnn%TmTav. Vot, 1 tnt 4. rpp-^l* f 0.80
fetxxanementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetal ng.
Flrma P. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
jtgeefeter:
,nm Voor elken regel meer O.Ms
ADVERTENTI8NVan 1 tot 4. regel* 0,80 berekend.
Grootere letters en cliches worden naar op
Handelsadvertentien bfl regelabonnement tegen n voor de njtgave.
verkrtjgbaar Is. - Intending van advertentien llefst een
D1T BEAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG, WOENSDAG- en VRI.IDAGAVO* D.
In een pas in het Nederliandsch ver-
taald boek heeft de bekende Zwitsersche
Christen-socialist Leonhard Ragar ook
een hoofdstuk gewijd aan de behandelmg
van deze kwestie: wat en hoe wij moeten
denken over het historisch matenahsme
en over den klassenstrijd.
Laten we eerst dankbaar erkennen, dat
in dit mooie en heldere boekje nu eens
heel duidelijk is uiteengezet, wat wij
onder „historisch materialisme hebben te
verstaan. Er heerscht over dit begnp
heel wat misverstand, maar hier is nu een
alleszins bekwaam man, die ook dit eens
heel duidelijk verklaart. Ragar wil wel
degelijk en streng onderscheid zien ge-
maakt tusschen historisch materialisme
eenerzijds met metafrysisch materialisme
anderzijds.
Het historisch materialisme wil met
anders zijn dan een methode van ge-
schiedbeschouwing, wier eigenaardigheid
daarin bestaat, dat ze de historiscne
ontwikkeling voornamelijk (ja, zeggen
wij gerust: nagenoeg alleen) verklaart uit
de economische faktoren van een bepaald
tijdperk. Een verklaring over het diepste
wezen der wereld, of juister gezegd: een
uiteenzetting of wij als grondslag van de
werkelijkheid den geest of de materie
hebben te beschouwen, is daarin niet op-
genomen. Het metafysisch materialisme
doet anders en dit gaat veel verder: dat
begeeft zich wel op dat gebied en net be-
schouwt als grondslag van de werkelijk
heid feitelijk de materie. terwijl de geest
dan slechts een verschijnsel of functie
van de stof zou zijn. Dit onderscheid tus
schen historisch en metafysisch materia
lisme moet goed in het oog worden ge
en, al zijn niet wij het, maar is he
houden, al zijn niet wij het, maar is het
wederom de schrijver, Leonhard Ragaz,
Zelf, die in dit boek, -t- dat verschenen is
met een zeer prijzende voorrede van Hen-
riette Roland Hoist! het erkent, dat
zijns inziens het z.g.n. historisch mate
rialisme, zooals het zich ontwikkeld heett
en als het konsekwent is, een materialis-
tische of naturalistische wereldbeschou-
wing dient te huldigen, waarbij de °pr~
spronkelijke, scheppende macht van den
geest wordt geloochend, en aan den geest
alle eerstgeboorterecht wordt ontzegd.
Toch gaat Ragaz wel zoo ver, dat hij
aan dit soort materialisme niet alle recht
van bestaan ontzegt, en het in elk geval
wel zeer verklaarbaar noemt. Keerde im-
mers dit materialisme zich niet tegen een
idealisme, dat niet minder verkeerd en
eenzijdig was En vindt men niet alom
een valsch idealisme of spiritualisme, een
valsch manier van idealiseeren van de
wereld Neen, men mag het materialisme
in zijn konsekwenties dan afkeuren be-
grijpelijk en zelfs in zekeren zin toelaat-
baar was het wel.
Zou men dus, met Ragaz, kunnen be-
weren, dat het materialisme tot op zekere
hoogte (gezien vooral de tijdsomstandig-
heden en verhoudingen gelijk of althans
een zeker recht van bestaan had, b.v. met
betrekking tot het vlak der geschiedenis,
daarnaast moet met nog meer kracht en
klem worden betuigd, dat het materialis
me ongelijk had in betrekking tot de hoog-
ten. Hier, op die hoogten, in de berg-
ravijnen, zegt de Zwitser Raaaz zoo
schoon en vol vuur, ontspringen de bron-
nen, die de uiterste drijfkracht der ge
schiedenis beteekenen, hier heerscht de
geest. De geest is niet schepsel, maar
schepper der geschiedenis, ook van de
stof en ook van haar rechten.
Ragaz spreekt dan allereerst over de
profeten in Israel en vraagt ons en zich-
2elf of dit geweldig verschijnsel van de
Israelietische profetie te verklaren is door
en uit de Marxistische methode Ragaz
geeft toe, dat het optreden van deze
krachtige persoonlijkheden plaats had in
verband met geweldige, politieke schok-
ken en groote maatschappelijke verande
ringen. "Hun religieuze boodschap is dan
ook sterk politiek en sociaal getint men
mag haar gerust noemen een politieke en
sociale boetprediking; de profeten richt-
ten zich (zegt Ragaz) tegen imperialisme
en militarisme, tegen geweld en uitbui-
ting, en zij eischten gerechtigheid en be
loofden vrede. Maar wat was het nu, dat
deze menschen daartoe bewoog Was
dat soms hun klassebelang? Behoorden
zij haast zonder uitzonderingjuist met
tot die klasse, waarvoor zij opkwamen,
ondervonden zij ook persoonlijk meestal
niet den druk der sociale nooden, die zij
bestreden, en stamden zelfs eenigen der
allergrootsten, zooals Jesaja en Jeremia
niet uit de leidende kringen van het volk
Is dit geen treffend argument tegen het
historisch materialisme De orthodoxe
Marxist zal misschien toch niet om een
antwoord verlegen zitten. Hij zal wellicht
dit zeggen, dat deze mannen zich met hun
idealen in hun eigen klasse niet bevredigd
qevoelden en dat zij zich daarom tot een
andere klasse wendden. Maar dan zou
dit toch wel een zeer-on-Marxistisch ant
woord zijn uit den mond van zoo'n
Marxist (zegt Ragaz).
Want waarom gevoelden deze heden,
deze profeten, zich niet bevredigd in hun
klasse Is het niet zeer onmarxistisch om
aan te nemen, dat er in een klasse idealen
leven, die boven die klasse uitgaan
Want volgens de stelling van Marx zijn
de idealen enkel een weerkaatsing van de
stoffelijke belangen, en zijn het dus eigen-
lijk ook geen idealen maar slechts ideolo-
gieen; hoe kan er echter aan den boom
van het klassebelang een vrucht groeien,
die daarmee in volkomen tegenspraak is
Men zou hier het woord kunnen aanhalen:
„Leest men ook druiven van doornen, en
vijgen van distelen En wat de houding
dezer mannen aanaaat tot de wereld-
politiek en andere idealen, zou men wel
met een schijn van recht kunnen zeggen,
dat het in het belang van een kleinen staat
als Israel kon zijn om tegenover het im
perialisme en militarisme der groote mo-
qendheden de rechts- en vredesorde van
het koninkrijk Gods te plaatsen. Maar
door dit te zeggen, zou men slechts be-
wijzen, hoe weinig men op de hoogte was
van de feiten. De waarheid is, dat het
Godsbegrip van de profeten niet voort-
kwam uit hun sociale positie, maar omge-
keerd: hun sociaal-voelen sproot voort uit
hun Godsbegrip.
Wat Leonhard Ragaz nu aantoonde
met betrekking tot het profetisme van
Israel, geldt evenzeer, wanneer wij letten
op wat Jezus heeft geboodschapt en tot
stand gebracht. Ook hierbij heeft de
Marxistische verklaring slechts een schijn
van waarheid. Zeker: ook Jezus eischte
en beloofde sociale gerechtigheid, ook Hij
predikte broederschap en beval aan een
wederzijdsch dienstbetoon, ook Hij riep
den rijken Zijn ,,wee u s toe, en ook Hij
brandmerkte den mammon als den groot-
sten afgod. Maar waarom deed Hij dat?
Deed Hij dat uit klassenbelang Zoo'n
dwaze onderstelling komt zelfs niet bij
een materialistisch dogmaticus op. De
beweegredenen wordt trouwens in het
evangelie duidelijk genoeg aangegeven.
Jezus was innerlijk met ontfermina bewo-
gen over het volk. Maar wat was het dan,
dat Hem tot dat volk deed uitgaan? Het
antwoord moet en kan alleen luiden: God,
Zijn Vader. Bij Jezus was het dus weer
hetzelfde als bij Israels' profeten, alleen
met dit onderscheid, dat God hier nog
meer werd gezien en gevoeld als vriend
der menschen, en dat de diepste diepte
van het menschdom, zonde. misdaad en
elke nood door hem werd bereikt. Zoo
vloeide de sociale boodschap ook van
Jezus voort uit de religieuze en niet om-
gekeerd. Niets is zoo in tegenspraak met
de bekende feiten uit Jezus' leven dan om
van Zijn werk een soort proletarische op-
stand te maken, en dan nog wel een mis-
liukte opstand Treedt ons soms ergens
in Jezus' leven de politiek tegemoet,
vraagt Ragaz. Beteekent de verzoekings-
geschiedenis niet juist een absolute afwij-
zing van den politieken weg En het
kruis dan Is Jezus niet juist aan het
kruis genageld, omdat hij weigerde de
politieke-sociale droomen van zijn volk te
vervullen Daarom waren zooals eer-
tijds tegen de profeten) de priesters,
politici, de vromen en de volksmassa s
ook tegen Jezus, daarom waren alien voor
de vrijlating van Barabbas, en brachten
zij Jezus aan het kruis.
Wat Ragaz heeft aangetoond ten op-
zichte van het profetisme in Israel, en wat
hij evenzeer aanwees met betrekking tot
Jezus, gaat nu ook ten voile op voor de
geschiedenis van het Christendom. Het is
waar: de oudste christengemeenten vorm-
den zich voornamelijk uit het arme en on-
aanzienlijke volk in die dagen, maar van
een politiek-sociale bewegina ontdekt men
geen spoor. Het in politieke zaken met
een fijn instinct bedeelde Romeinendom
speurde wel gevaar, maar het zag dit toch
slechts in religieuzen vorm. Hoe ver
waren mannen als Paulus of Augustinus
verwijderd van elk politiek-sociaal motief!
Ook bij hen was het wel in kiem aan
weziq, maar het bleef toch gesloten in den
knop der religie. Zeker, daaruit ontsproot
toen wat Ragaz noemt: een geheel socia-
lisme, en hij verstaat onder dien naam:
een nieuwe liefde. een nieuwe wederzqd-
sche verantwoordelijkheid, een diep ge-
voel voor heiligheid van den mensch, een
gevoel van groot medeleven met armen en
nederigen, een nieuwe hoop op het Coas-
rijk voor de menschen en een nieuwe,
hartstochtelijke veroordeeling van de
wereldsche machten met al hun geweld en
onreinheid. Maar ook op dit punt moet
weer een valsche, historisch-matenalis-
tische verklaring worden tepengesproken.
Conclusie van Ragaz (en ons): De
voornaamste en goed controleerbare tei-
ten der geschiedenis zijn in volkomen
strijd met het historisch-materialistisch
schema en evenzeer met de bekende hypo-
these van den klassenstrijd. De macht der
stoffelijke verhoudingen moge groot zijn
op de beslissende punten treedt de
qeest op als de eigenlijke schepper en held
der historie. De stoffelijke verhoudingen
zijn uit het hout, dat op het altaar wordt
opgestapeld, maar de geest is het vuur.
De geest doet het, de geest alleen.
20 50 a PER ONS
(Ingez. Med.)
DE BESPREKIN GEN TE BAZEL.
Het rapport Layton, samengesteld na de
te Bazel gehouden besprekingen der finan-
cieele deskundigen, is in den afgeloopen
nacht in de Duitsche, Engelsche en Fransche
taal en wel in voorloopigen tekst, gepubli-
ceerd. In de conclusies van dit rappor^
worden de middelen aangegeven, door welke
Duitscbland zijn financien zal kunnen sanee-
ren In bet rapport worden eerst besproken
de mogelijkhieid tot verderen verkoop van
buitenlandsche activa van Duitschland en
de mogelijkheid van vermindering van den
invoer en verhooging van den uitvoer. De
commissie acht het echter hoogst onge-
wenscht, dat Duitschland wordt gedwongen
een dergelijke ingrijpende oplossing te kiezen
om de crisis te boven te komen, daar deze
onvehnijdelijk moet leiden tot verdere ver-
arming en grootere werkloosheid, gpvolgd
door bespreking van heit crediet. Hierdoor
zal ongetwijfeld ook de werelddepressie wor
den verergerd. De commissie van deskun
digen komt tot de definitieve conclusie, dat
het zoo wel in het algemeen belang alsook n
het belang van Duitschland noodzakelijk is,
le. dat de huidige omvang van de buiten
landsche credieten aan Duitschland blijft ge-
voor
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
54) Vervolg.
,,Dat is iets, wat mijn broer en ik al
eens overwogen hebben gaf Stephen
toe. ,,Als het mogelijk is, zouden wij het
natuurlijk gaarne wenschen te vermijden.
Ten eerste omdat wij het een vreeselijk
wreed vermaak vinden en ten tweede,
omdat wij totaal niet met vuurwapenen
bekend zijn. Wij hebben inlichtingen
ingewonnen en men heeft ons verzekerd,
dat het veel langer duurt te leeren schie-
ten dan golf te spelen
Verder bestaat er nog zulk een sport
als zeilen", merkte de heer Duncan op.
„Deze trekt ons volstrekt niet aan, daar
wij altijd zeeziek zijn, iets wat minder
prettig voor onze gasten zou zijn
,,Het is zeer onaangenaam", zei George
Henry, „en dit te meer, omdat het een
sport is, waaraan steeds heel veel kosten
verbonden zijn
„We zullen eens zien, wat we met
golf spelen kunnen bereiken hield Ste
phen vol.
„Een van uw beiden moest trouwen
zei de accountant plotseling ondeugend
lachend.
Stephen rilde en George Henry even-
eens.
,,Wij zouden dit slechts begon
Stephen met waardigheid.
,,Als laatste hulpmiddel gebruiken",
viel George Henry hem in de rede. ,,Wij
zijn volstrekt niet voor een huwelijk ge-
schikt".
„Wij zijn zoo lang vrijgezellen ge
weest", gaf Stephen te kennen.
Mijnheer Duncan vertrok.
,,Ik heb mijn plicht gedaan zei hij,
,,door u nog op enkele dingen attent te
maken. Met alle respect over den doode
gesproken, geloof ik toch, dat die brief
een groote font was. Daar deze nu even-
wel eenmaal geschreven is acht ik het t
beste, dat u zooveel mogelijk handelt vol
gens den wensch daarin vervat
HOOFDSTUK XXIV.
Den volgenden Zaterdag werd de tocht
naar de golfvelden ondernomen, daar
Harold aan dezen dag de voorkeur gaf.
De golflinks lagen even buiten 'n dorpje
in Surrey, in een prachtige streek.
„Hebben we ballen noodig?" informeer-
de Harold, toen ze het clubgebouw be
reikt hadden, ,,of zullen we regelrecht
naar binnen gaan en den secretaris op-
zoeken?"
Ballen?" herhaalde Stephen. „Ik heb
er maar zes meeqebracht, en wij zullen er
zeer zeker nog een paar moeten koopen".
„Hoeveel kosten ze per stuk?"
„Drie shilling, mijnheer, zei de profes
sional beleefd.
„We zullen twee doozen nemen", be-
sloot Stephen.
„Elk van ons", bracht George Henry
in het midden.
Er waren heel wat wonderbaarlijke
dingen, die Flete de professional al in zijn
leven had meegemaakt, doch zooiets had
hij nog moo it ondervonden. Gedurende
enkele oogenblikken stond zijn mond
wagenwijd open van verbazing.
,Je kunt als commissie voor mij uit
iedere doos een bal nemen". stelde Harold
voor.
Flete herstelde zich, stofte de vier
doozen af zijn eenigen voorraad en
FOURNITURES GENERATES
Borluutstraat 8, GENT. Tel. 12415.
(Nabjj 't Stadhuis)
(Ingez. Med.)
handbaafd en 2e. dat in ieder geval een deel
van de ingetrokken credieten uit buiten
landsche bronnen wordt vervangen.
De commissie wijst op den emstigen wi
van de Duitsche regeering, om den fman-
cieelen toestand te herstellen en meent, dat
wanneer de voorgenomen maatregelen streng
zullen worden doorgevoerd, deze tot de sa-
neering der Duitsche financien zeker zullen
bijdragen. Herstel is slechts mogelijk, wan-
neer de regieeringen van alle landen der
wereld zich duidelijk bewust zijn van de
op haar rustendie verantwoordelijkheid. De
commissie acht het noodzakelijk dat de
regeeringen voor het einde der prolongatie-
periode voor de credieten, welke de conferen-
tie te Londen heeft aanbevolen, de wereld een
waarborg bieden, dat de intemationale poli
tieke betrekkingen op den grondslag van
wederzijdsch vertrouwen, dat een voorwaarde
is voor elke economische oplossing, opge-
bouwd zijn en verder dat de door Duitsch
land te verrichtten intemationale betalingen
niet het handhaven van de financieele stabi-
liteit in gevaar brengen. Wij moeten echter
herhalen, dat het Duitsche probleem een
onderdeel is van een groot vraagstuk, dat
ook vele andere landen aangaat. Financieele
hulpmaatregelen alleen zullen niet in staat
zijn de economische welvaart der wereld te
herstellen. Wanneer niet de op obstructie
gerichte politiek een principieele verandering
ondergaat en de wereldhamdel, waarvan toch
de ontwikkeling van elke beschaving af-
hangt, zijn natuurlijke ontwikkeling kan her-
nemen.
De commissie ziet er van af, uitgewerkte
voorstellen tot consolidatie van een deel der
Duitsche schulden op korten termijn en de
verschaffing van nieuwe middelen voor het
Duitsche bedrijfsleven, welke zij mogelijk
acht te doen, in de overtuiging, dat men eerst
moet besluiten tot maatregelen, waarop de
commissie geen invloed heeft, voordat even-
tueele Duitsche leeningen op langen termijn,
hoe goed zij ook gedekt mogen zijn, onder-
gebracht zullen kunnen worden. De commis
sie besluit met de emstige vermaning aan
alle betrokken regeeringen bij het nemen van
de noodzakelrjke maatregelen geen tijd te
verliezen en onmiddellijk een toestand in het
leven te roepen, die het mogelijk maakt fi
nancieele maatregelen uit te voeren om
Duitschland en daarmede de wereld, de zoo
dringende hulp te verleenen.
VERLAGING DER SALARISSEN
TE BERLJJN.
De eerste burgemeester van Berlijn heeft
met ingang van 1 October a.s. de salarissen
van de ambtenaren en beambten verlaagd.
Tot 31 December 1931 zal niet meer dan 5
kunnen worden gekort en van 1 Januari tot
31 Maart 1932 zullen niiet meer dan 7 van
de huidige loonschaal kunnen worden gekort.
De verlaging boven 7 zal eerst na 1 April
1932 in werking kunnen treden.
plaatste deze op de tafel. Zijn twee
klanten keken met hongerige blikken
rond, of er niet meer dingen waren, die
ze koopen konden.
„Ik geloof, dat het 't beste is, als Flete
onze stokken even nakijkt," merkte
George Henry op. ,,Het is al zoo lang
geleden, sinds wij die gebruikten".
Een voor een bekeelc Flete de stokken
en probeerde ze even.
Niettegenstaande de man deze niet
direct afkeurde, stonden de broers er toch
op, dat hij hun een heel nieuw stel met de
benoodigde zakken zou leveren.
Even later merkte Harold op:
Zouden wij niet eerst naar den secre
taris gaan, voordat u begint te spelen? De
jongens zullen u de stokken wel brengen".
De secretaris bleek een aardige, opge-
ruimde man te zijn, die de twee nieuwe
leden hartelijk welkom heette
,;Onze velden zijn wel niet in prima
conditie", merkte de man op, ,,doch zeer
goed bespeelbaar. Zoodra wjj er finan-
cieel wat beter voorstaan, kan ook daarin
verandering worden aangebrach voeg-
de de heer Doll er aan toe.
,,Mijn broer en ik bezitten wat geld,
maar wij zijn ons heele leven erg zuinig
geweest, iets wat thans niet langer noodig
is. Aangezien wij nu lid zijn geworden
van deze club, zou het ons bijzonder aan-
genaam zijn, als wij iets in de kosten van
het onderhoud mochten bijdragen. Mijn
broer en ik zouden vandaag graag wat
van het mooie weer profiteeren en spelen.
Wij hopen u, voordat we weer weggaan,
in het clubgebouw aan te treffen, dan
kunnen we nader over het financieele ge-
deelte spreken". it
„Het zal me hoogst aangenaam zijn
beloofde de heer Doll. Vindt u het
goed, dat ik een eindje met u mee op-
loop?"
,,Dat zal ons 'n groot genoegen doen",
antwoordde Stephen hoffelijk.
„Wij moeten u er even op attent
maken", zei George Henry, „dat wij nog
slechts beginnelingen zijn".
„Dat is zoo", gaf Stephen toe. t>..Wij
hebben slechts enkele lessen gehad
„Daar wij het spel echter buitengewoon
aantrekkelijk vonden, besloten wij het
door te zetten", zei George Henry.
Niettegenstaande dit feit en de omstan-
digheden in aanmerking genomen, dat ze
alleen in hun prilste jeugd iets aan sport
hadden gedaan, sloecjen de broeders toch
geen slecht figuur. Ze hadden een door
en door gezond lichaam, en zoo goed als
nooit last van hun zenuwen gehad, waar-
door hun hand heel vast was. Ze hadden
hun stokken volkomen in hun macht en
misten zelden een bal. De heer Doll kon
dan ook niet nalaten hun een compliment
te maken, en verzekerde hun zelfs, dat
hij van beginnelingen nog nimmer zulk
goed spel had gezien.
Hierop gaven de broers 'te kennen, dat
zij zich hadden voorgenomen thans ge-
regeld te blijven oefenen. Even later
kwam de secretaris Harold tegen, tot wien
hij lachend zei:
„Je ooms kunnen een paar uitstekende
leden worden, Harold. Heb je nog meer
van zulke familie?"
„Er zijn er niet meer op de wereld,
beste kerel", zei Harold. ,,Dat soort is
uitgestorven Toen vervolgde hij op
emstigen toon: ,,ik zou je aanraden altijd
zooveel mogelijk in hun buurt te blijven,
want een dergelijke kans zal je geen twee-
den keer worden aangeboden
„Ze zitten er zeker goed voor, veron-
derstel ik". merkte de heer Doll op.
Harold greep hem bij den arm.
„Ze hebben het geld voor het weg-
gooien" verklaarde hij plechtig. ,,Tot op
zekere hoogte is het volkomen waar, wat
ze je vertelden, dat ze vroeger zoo zuinig
zijn geweest. Ze hebben er zooveel van
opgestapeld, dat ze er geen raad meer mee
weten en het liefst zoo gauw mogelijk
willen uitgeven. Ze zijn echter geen
idioten en je kunt ze er ook niet gemakke-
lijk tusschen nemen. Als ze evenwel
eenmaal iets hebben, wat hun lijkt, kijken
ze heusch niet op duiten. Ik kom straks
wel weer eens bij je".
Nadat Stephen en George Henry ge
noeg naar hun zin gespeeld hadden, gin-
gen ze thee drinken op de waranda van
het clubgebouw, waar heel spoedig mijn
heer Doll zich bij hen voegde.
In korte trekken begon hij een verslag
te geven van de financieele misere der
vereeniging.
,,Ik heb heel dikwijls het volgende
overwogen. Om de velden in goede con
ditie te brengen, zal een bedrag van on-
geveer negentien honderd pond vereischt
zijn. Het clubgebouw moet vergroot
worden, daar er een kleedkamer en eet-
zaal bijgebouwd moeten worden. Ik ben
er in mijn hart van overtuigd, dat wij geen
nieuwe leden kunnen verwerven juist om
de beperkte ruimte. De kosten voor deze
uitbreiding schat ik op vijf en twintig
honderd pond. Ik had me voorgesteld
een leening uit te schrijven voor een be
drag van vijf duizend pond. De obligaties
zouden dan ruimschoots gedekt zijn door
de gebouwen en al de verdere bezittin-
gen van de club
De twee bezoekers fluisterden even.
,,Mijn broer en ik zouden gaarne de
localiteiten in oogenschouw wenschen te
nemen", kondigde Stephen aan.
,,Het zal mij zeer aangenaam zijn u
rond te leiden", verzekerde de heer Doll.
(Wordt vervolgd.