ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Eerste Blad. Geestelijke machten. buiteilaid. ALLES fbuiilktoh. Millionair tegen wil en dank No. 8723 VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931 71e Jaargang. °»»to - i JHEEREN-BAAI AUTOS MOTORS NIJVERHEID Vraag niet„3riesche Heermbaai "maw ECHTE FR1E5CHE (9SIWP90C® nnnn%TmTav. Vot, 1 tnt 4. rpp-^l* f 0.80 fetxxanementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetal ng. Flrma P. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. jtgeefeter: ,nm Voor elken regel meer O.Ms ADVERTENTI8NVan 1 tot 4. regel* 0,80 berekend. Grootere letters en cliches worden naar op Handelsadvertentien bfl regelabonnement tegen n voor de njtgave. verkrtjgbaar Is. - Intending van advertentien llefst een D1T BEAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG, WOENSDAG- en VRI.IDAGAVO* D. In een pas in het Nederliandsch ver- taald boek heeft de bekende Zwitsersche Christen-socialist Leonhard Ragar ook een hoofdstuk gewijd aan de behandelmg van deze kwestie: wat en hoe wij moeten denken over het historisch matenahsme en over den klassenstrijd. Laten we eerst dankbaar erkennen, dat in dit mooie en heldere boekje nu eens heel duidelijk is uiteengezet, wat wij onder „historisch materialisme hebben te verstaan. Er heerscht over dit begnp heel wat misverstand, maar hier is nu een alleszins bekwaam man, die ook dit eens heel duidelijk verklaart. Ragar wil wel degelijk en streng onderscheid zien ge- maakt tusschen historisch materialisme eenerzijds met metafrysisch materialisme anderzijds. Het historisch materialisme wil met anders zijn dan een methode van ge- schiedbeschouwing, wier eigenaardigheid daarin bestaat, dat ze de historiscne ontwikkeling voornamelijk (ja, zeggen wij gerust: nagenoeg alleen) verklaart uit de economische faktoren van een bepaald tijdperk. Een verklaring over het diepste wezen der wereld, of juister gezegd: een uiteenzetting of wij als grondslag van de werkelijkheid den geest of de materie hebben te beschouwen, is daarin niet op- genomen. Het metafysisch materialisme doet anders en dit gaat veel verder: dat begeeft zich wel op dat gebied en net be- schouwt als grondslag van de werkelijk heid feitelijk de materie. terwijl de geest dan slechts een verschijnsel of functie van de stof zou zijn. Dit onderscheid tus schen historisch en metafysisch materia lisme moet goed in het oog worden ge en, al zijn niet wij het, maar is he houden, al zijn niet wij het, maar is het wederom de schrijver, Leonhard Ragaz, Zelf, die in dit boek, -t- dat verschenen is met een zeer prijzende voorrede van Hen- riette Roland Hoist! het erkent, dat zijns inziens het z.g.n. historisch mate rialisme, zooals het zich ontwikkeld heett en als het konsekwent is, een materialis- tische of naturalistische wereldbeschou- wing dient te huldigen, waarbij de °pr~ spronkelijke, scheppende macht van den geest wordt geloochend, en aan den geest alle eerstgeboorterecht wordt ontzegd. Toch gaat Ragaz wel zoo ver, dat hij aan dit soort materialisme niet alle recht van bestaan ontzegt, en het in elk geval wel zeer verklaarbaar noemt. Keerde im- mers dit materialisme zich niet tegen een idealisme, dat niet minder verkeerd en eenzijdig was En vindt men niet alom een valsch idealisme of spiritualisme, een valsch manier van idealiseeren van de wereld Neen, men mag het materialisme in zijn konsekwenties dan afkeuren be- grijpelijk en zelfs in zekeren zin toelaat- baar was het wel. Zou men dus, met Ragaz, kunnen be- weren, dat het materialisme tot op zekere hoogte (gezien vooral de tijdsomstandig- heden en verhoudingen gelijk of althans een zeker recht van bestaan had, b.v. met betrekking tot het vlak der geschiedenis, daarnaast moet met nog meer kracht en klem worden betuigd, dat het materialis me ongelijk had in betrekking tot de hoog- ten. Hier, op die hoogten, in de berg- ravijnen, zegt de Zwitser Raaaz zoo schoon en vol vuur, ontspringen de bron- nen, die de uiterste drijfkracht der ge schiedenis beteekenen, hier heerscht de geest. De geest is niet schepsel, maar schepper der geschiedenis, ook van de stof en ook van haar rechten. Ragaz spreekt dan allereerst over de profeten in Israel en vraagt ons en zich- 2elf of dit geweldig verschijnsel van de Israelietische profetie te verklaren is door en uit de Marxistische methode Ragaz geeft toe, dat het optreden van deze krachtige persoonlijkheden plaats had in verband met geweldige, politieke schok- ken en groote maatschappelijke verande ringen. "Hun religieuze boodschap is dan ook sterk politiek en sociaal getint men mag haar gerust noemen een politieke en sociale boetprediking; de profeten richt- ten zich (zegt Ragaz) tegen imperialisme en militarisme, tegen geweld en uitbui- ting, en zij eischten gerechtigheid en be loofden vrede. Maar wat was het nu, dat deze menschen daartoe bewoog Was dat soms hun klassebelang? Behoorden zij haast zonder uitzonderingjuist met tot die klasse, waarvoor zij opkwamen, ondervonden zij ook persoonlijk meestal niet den druk der sociale nooden, die zij bestreden, en stamden zelfs eenigen der allergrootsten, zooals Jesaja en Jeremia niet uit de leidende kringen van het volk Is dit geen treffend argument tegen het historisch materialisme De orthodoxe Marxist zal misschien toch niet om een antwoord verlegen zitten. Hij zal wellicht dit zeggen, dat deze mannen zich met hun idealen in hun eigen klasse niet bevredigd qevoelden en dat zij zich daarom tot een andere klasse wendden. Maar dan zou dit toch wel een zeer-on-Marxistisch ant woord zijn uit den mond van zoo'n Marxist (zegt Ragaz). Want waarom gevoelden deze heden, deze profeten, zich niet bevredigd in hun klasse Is het niet zeer onmarxistisch om aan te nemen, dat er in een klasse idealen leven, die boven die klasse uitgaan Want volgens de stelling van Marx zijn de idealen enkel een weerkaatsing van de stoffelijke belangen, en zijn het dus eigen- lijk ook geen idealen maar slechts ideolo- gieen; hoe kan er echter aan den boom van het klassebelang een vrucht groeien, die daarmee in volkomen tegenspraak is Men zou hier het woord kunnen aanhalen: „Leest men ook druiven van doornen, en vijgen van distelen En wat de houding dezer mannen aanaaat tot de wereld- politiek en andere idealen, zou men wel met een schijn van recht kunnen zeggen, dat het in het belang van een kleinen staat als Israel kon zijn om tegenover het im perialisme en militarisme der groote mo- qendheden de rechts- en vredesorde van het koninkrijk Gods te plaatsen. Maar door dit te zeggen, zou men slechts be- wijzen, hoe weinig men op de hoogte was van de feiten. De waarheid is, dat het Godsbegrip van de profeten niet voort- kwam uit hun sociale positie, maar omge- keerd: hun sociaal-voelen sproot voort uit hun Godsbegrip. Wat Leonhard Ragaz nu aantoonde met betrekking tot het profetisme van Israel, geldt evenzeer, wanneer wij letten op wat Jezus heeft geboodschapt en tot stand gebracht. Ook hierbij heeft de Marxistische verklaring slechts een schijn van waarheid. Zeker: ook Jezus eischte en beloofde sociale gerechtigheid, ook Hij predikte broederschap en beval aan een wederzijdsch dienstbetoon, ook Hij riep den rijken Zijn ,,wee u s toe, en ook Hij brandmerkte den mammon als den groot- sten afgod. Maar waarom deed Hij dat? Deed Hij dat uit klassenbelang Zoo'n dwaze onderstelling komt zelfs niet bij een materialistisch dogmaticus op. De beweegredenen wordt trouwens in het evangelie duidelijk genoeg aangegeven. Jezus was innerlijk met ontfermina bewo- gen over het volk. Maar wat was het dan, dat Hem tot dat volk deed uitgaan? Het antwoord moet en kan alleen luiden: God, Zijn Vader. Bij Jezus was het dus weer hetzelfde als bij Israels' profeten, alleen met dit onderscheid, dat God hier nog meer werd gezien en gevoeld als vriend der menschen, en dat de diepste diepte van het menschdom, zonde. misdaad en elke nood door hem werd bereikt. Zoo vloeide de sociale boodschap ook van Jezus voort uit de religieuze en niet om- gekeerd. Niets is zoo in tegenspraak met de bekende feiten uit Jezus' leven dan om van Zijn werk een soort proletarische op- stand te maken, en dan nog wel een mis- liukte opstand Treedt ons soms ergens in Jezus' leven de politiek tegemoet, vraagt Ragaz. Beteekent de verzoekings- geschiedenis niet juist een absolute afwij- zing van den politieken weg En het kruis dan Is Jezus niet juist aan het kruis genageld, omdat hij weigerde de politieke-sociale droomen van zijn volk te vervullen Daarom waren zooals eer- tijds tegen de profeten) de priesters, politici, de vromen en de volksmassa s ook tegen Jezus, daarom waren alien voor de vrijlating van Barabbas, en brachten zij Jezus aan het kruis. Wat Ragaz heeft aangetoond ten op- zichte van het profetisme in Israel, en wat hij evenzeer aanwees met betrekking tot Jezus, gaat nu ook ten voile op voor de geschiedenis van het Christendom. Het is waar: de oudste christengemeenten vorm- den zich voornamelijk uit het arme en on- aanzienlijke volk in die dagen, maar van een politiek-sociale bewegina ontdekt men geen spoor. Het in politieke zaken met een fijn instinct bedeelde Romeinendom speurde wel gevaar, maar het zag dit toch slechts in religieuzen vorm. Hoe ver waren mannen als Paulus of Augustinus verwijderd van elk politiek-sociaal motief! Ook bij hen was het wel in kiem aan weziq, maar het bleef toch gesloten in den knop der religie. Zeker, daaruit ontsproot toen wat Ragaz noemt: een geheel socia- lisme, en hij verstaat onder dien naam: een nieuwe liefde. een nieuwe wederzqd- sche verantwoordelijkheid, een diep ge- voel voor heiligheid van den mensch, een gevoel van groot medeleven met armen en nederigen, een nieuwe hoop op het Coas- rijk voor de menschen en een nieuwe, hartstochtelijke veroordeeling van de wereldsche machten met al hun geweld en onreinheid. Maar ook op dit punt moet weer een valsche, historisch-matenalis- tische verklaring worden tepengesproken. Conclusie van Ragaz (en ons): De voornaamste en goed controleerbare tei- ten der geschiedenis zijn in volkomen strijd met het historisch-materialistisch schema en evenzeer met de bekende hypo- these van den klassenstrijd. De macht der stoffelijke verhoudingen moge groot zijn op de beslissende punten treedt de qeest op als de eigenlijke schepper en held der historie. De stoffelijke verhoudingen zijn uit het hout, dat op het altaar wordt opgestapeld, maar de geest is het vuur. De geest doet het, de geest alleen. 20 50 a PER ONS (Ingez. Med.) DE BESPREKIN GEN TE BAZEL. Het rapport Layton, samengesteld na de te Bazel gehouden besprekingen der finan- cieele deskundigen, is in den afgeloopen nacht in de Duitsche, Engelsche en Fransche taal en wel in voorloopigen tekst, gepubli- ceerd. In de conclusies van dit rappor^ worden de middelen aangegeven, door welke Duitscbland zijn financien zal kunnen sanee- ren In bet rapport worden eerst besproken de mogelijkhieid tot verderen verkoop van buitenlandsche activa van Duitschland en de mogelijkheid van vermindering van den invoer en verhooging van den uitvoer. De commissie acht het echter hoogst onge- wenscht, dat Duitschland wordt gedwongen een dergelijke ingrijpende oplossing te kiezen om de crisis te boven te komen, daar deze onvehnijdelijk moet leiden tot verdere ver- arming en grootere werkloosheid, gpvolgd door bespreking van heit crediet. Hierdoor zal ongetwijfeld ook de werelddepressie wor den verergerd. De commissie van deskun digen komt tot de definitieve conclusie, dat het zoo wel in het algemeen belang alsook n het belang van Duitschland noodzakelijk is, le. dat de huidige omvang van de buiten landsche credieten aan Duitschland blijft ge- voor door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 54) Vervolg. ,,Dat is iets, wat mijn broer en ik al eens overwogen hebben gaf Stephen toe. ,,Als het mogelijk is, zouden wij het natuurlijk gaarne wenschen te vermijden. Ten eerste omdat wij het een vreeselijk wreed vermaak vinden en ten tweede, omdat wij totaal niet met vuurwapenen bekend zijn. Wij hebben inlichtingen ingewonnen en men heeft ons verzekerd, dat het veel langer duurt te leeren schie- ten dan golf te spelen Verder bestaat er nog zulk een sport als zeilen", merkte de heer Duncan op. „Deze trekt ons volstrekt niet aan, daar wij altijd zeeziek zijn, iets wat minder prettig voor onze gasten zou zijn ,,Het is zeer onaangenaam", zei George Henry, „en dit te meer, omdat het een sport is, waaraan steeds heel veel kosten verbonden zijn „We zullen eens zien, wat we met golf spelen kunnen bereiken hield Ste phen vol. „Een van uw beiden moest trouwen zei de accountant plotseling ondeugend lachend. Stephen rilde en George Henry even- eens. ,,Wij zouden dit slechts begon Stephen met waardigheid. ,,Als laatste hulpmiddel gebruiken", viel George Henry hem in de rede. ,,Wij zijn volstrekt niet voor een huwelijk ge- schikt". „Wij zijn zoo lang vrijgezellen ge weest", gaf Stephen te kennen. Mijnheer Duncan vertrok. ,,Ik heb mijn plicht gedaan zei hij, ,,door u nog op enkele dingen attent te maken. Met alle respect over den doode gesproken, geloof ik toch, dat die brief een groote font was. Daar deze nu even- wel eenmaal geschreven is acht ik het t beste, dat u zooveel mogelijk handelt vol gens den wensch daarin vervat HOOFDSTUK XXIV. Den volgenden Zaterdag werd de tocht naar de golfvelden ondernomen, daar Harold aan dezen dag de voorkeur gaf. De golflinks lagen even buiten 'n dorpje in Surrey, in een prachtige streek. „Hebben we ballen noodig?" informeer- de Harold, toen ze het clubgebouw be reikt hadden, ,,of zullen we regelrecht naar binnen gaan en den secretaris op- zoeken?" Ballen?" herhaalde Stephen. „Ik heb er maar zes meeqebracht, en wij zullen er zeer zeker nog een paar moeten koopen". „Hoeveel kosten ze per stuk?" „Drie shilling, mijnheer, zei de profes sional beleefd. „We zullen twee doozen nemen", be- sloot Stephen. „Elk van ons", bracht George Henry in het midden. Er waren heel wat wonderbaarlijke dingen, die Flete de professional al in zijn leven had meegemaakt, doch zooiets had hij nog moo it ondervonden. Gedurende enkele oogenblikken stond zijn mond wagenwijd open van verbazing. ,Je kunt als commissie voor mij uit iedere doos een bal nemen". stelde Harold voor. Flete herstelde zich, stofte de vier doozen af zijn eenigen voorraad en FOURNITURES GENERATES Borluutstraat 8, GENT. Tel. 12415. (Nabjj 't Stadhuis) (Ingez. Med.) handbaafd en 2e. dat in ieder geval een deel van de ingetrokken credieten uit buiten landsche bronnen wordt vervangen. De commissie wijst op den emstigen wi van de Duitsche regeering, om den fman- cieelen toestand te herstellen en meent, dat wanneer de voorgenomen maatregelen streng zullen worden doorgevoerd, deze tot de sa- neering der Duitsche financien zeker zullen bijdragen. Herstel is slechts mogelijk, wan- neer de regieeringen van alle landen der wereld zich duidelijk bewust zijn van de op haar rustendie verantwoordelijkheid. De commissie acht het noodzakelijk dat de regeeringen voor het einde der prolongatie- periode voor de credieten, welke de conferen- tie te Londen heeft aanbevolen, de wereld een waarborg bieden, dat de intemationale poli tieke betrekkingen op den grondslag van wederzijdsch vertrouwen, dat een voorwaarde is voor elke economische oplossing, opge- bouwd zijn en verder dat de door Duitsch land te verrichtten intemationale betalingen niet het handhaven van de financieele stabi- liteit in gevaar brengen. Wij moeten echter herhalen, dat het Duitsche probleem een onderdeel is van een groot vraagstuk, dat ook vele andere landen aangaat. Financieele hulpmaatregelen alleen zullen niet in staat zijn de economische welvaart der wereld te herstellen. Wanneer niet de op obstructie gerichte politiek een principieele verandering ondergaat en de wereldhamdel, waarvan toch de ontwikkeling van elke beschaving af- hangt, zijn natuurlijke ontwikkeling kan her- nemen. De commissie ziet er van af, uitgewerkte voorstellen tot consolidatie van een deel der Duitsche schulden op korten termijn en de verschaffing van nieuwe middelen voor het Duitsche bedrijfsleven, welke zij mogelijk acht te doen, in de overtuiging, dat men eerst moet besluiten tot maatregelen, waarop de commissie geen invloed heeft, voordat even- tueele Duitsche leeningen op langen termijn, hoe goed zij ook gedekt mogen zijn, onder- gebracht zullen kunnen worden. De commis sie besluit met de emstige vermaning aan alle betrokken regeeringen bij het nemen van de noodzakelrjke maatregelen geen tijd te verliezen en onmiddellijk een toestand in het leven te roepen, die het mogelijk maakt fi nancieele maatregelen uit te voeren om Duitschland en daarmede de wereld, de zoo dringende hulp te verleenen. VERLAGING DER SALARISSEN TE BERLJJN. De eerste burgemeester van Berlijn heeft met ingang van 1 October a.s. de salarissen van de ambtenaren en beambten verlaagd. Tot 31 December 1931 zal niet meer dan 5 kunnen worden gekort en van 1 Januari tot 31 Maart 1932 zullen niiet meer dan 7 van de huidige loonschaal kunnen worden gekort. De verlaging boven 7 zal eerst na 1 April 1932 in werking kunnen treden. plaatste deze op de tafel. Zijn twee klanten keken met hongerige blikken rond, of er niet meer dingen waren, die ze koopen konden. „Ik geloof, dat het 't beste is, als Flete onze stokken even nakijkt," merkte George Henry op. ,,Het is al zoo lang geleden, sinds wij die gebruikten". Een voor een bekeelc Flete de stokken en probeerde ze even. Niettegenstaande de man deze niet direct afkeurde, stonden de broers er toch op, dat hij hun een heel nieuw stel met de benoodigde zakken zou leveren. Even later merkte Harold op: Zouden wij niet eerst naar den secre taris gaan, voordat u begint te spelen? De jongens zullen u de stokken wel brengen". De secretaris bleek een aardige, opge- ruimde man te zijn, die de twee nieuwe leden hartelijk welkom heette ,;Onze velden zijn wel niet in prima conditie", merkte de man op, ,,doch zeer goed bespeelbaar. Zoodra wjj er finan- cieel wat beter voorstaan, kan ook daarin verandering worden aangebrach voeg- de de heer Doll er aan toe. ,,Mijn broer en ik bezitten wat geld, maar wij zijn ons heele leven erg zuinig geweest, iets wat thans niet langer noodig is. Aangezien wij nu lid zijn geworden van deze club, zou het ons bijzonder aan- genaam zijn, als wij iets in de kosten van het onderhoud mochten bijdragen. Mijn broer en ik zouden vandaag graag wat van het mooie weer profiteeren en spelen. Wij hopen u, voordat we weer weggaan, in het clubgebouw aan te treffen, dan kunnen we nader over het financieele ge- deelte spreken". it „Het zal me hoogst aangenaam zijn beloofde de heer Doll. Vindt u het goed, dat ik een eindje met u mee op- loop?" ,,Dat zal ons 'n groot genoegen doen", antwoordde Stephen hoffelijk. „Wij moeten u er even op attent maken", zei George Henry, „dat wij nog slechts beginnelingen zijn". „Dat is zoo", gaf Stephen toe. t>..Wij hebben slechts enkele lessen gehad „Daar wij het spel echter buitengewoon aantrekkelijk vonden, besloten wij het door te zetten", zei George Henry. Niettegenstaande dit feit en de omstan- digheden in aanmerking genomen, dat ze alleen in hun prilste jeugd iets aan sport hadden gedaan, sloecjen de broeders toch geen slecht figuur. Ze hadden een door en door gezond lichaam, en zoo goed als nooit last van hun zenuwen gehad, waar- door hun hand heel vast was. Ze hadden hun stokken volkomen in hun macht en misten zelden een bal. De heer Doll kon dan ook niet nalaten hun een compliment te maken, en verzekerde hun zelfs, dat hij van beginnelingen nog nimmer zulk goed spel had gezien. Hierop gaven de broers 'te kennen, dat zij zich hadden voorgenomen thans ge- regeld te blijven oefenen. Even later kwam de secretaris Harold tegen, tot wien hij lachend zei: „Je ooms kunnen een paar uitstekende leden worden, Harold. Heb je nog meer van zulke familie?" „Er zijn er niet meer op de wereld, beste kerel", zei Harold. ,,Dat soort is uitgestorven Toen vervolgde hij op emstigen toon: ,,ik zou je aanraden altijd zooveel mogelijk in hun buurt te blijven, want een dergelijke kans zal je geen twee- den keer worden aangeboden „Ze zitten er zeker goed voor, veron- derstel ik". merkte de heer Doll op. Harold greep hem bij den arm. „Ze hebben het geld voor het weg- gooien" verklaarde hij plechtig. ,,Tot op zekere hoogte is het volkomen waar, wat ze je vertelden, dat ze vroeger zoo zuinig zijn geweest. Ze hebben er zooveel van opgestapeld, dat ze er geen raad meer mee weten en het liefst zoo gauw mogelijk willen uitgeven. Ze zijn echter geen idioten en je kunt ze er ook niet gemakke- lijk tusschen nemen. Als ze evenwel eenmaal iets hebben, wat hun lijkt, kijken ze heusch niet op duiten. Ik kom straks wel weer eens bij je". Nadat Stephen en George Henry ge noeg naar hun zin gespeeld hadden, gin- gen ze thee drinken op de waranda van het clubgebouw, waar heel spoedig mijn heer Doll zich bij hen voegde. In korte trekken begon hij een verslag te geven van de financieele misere der vereeniging. ,,Ik heb heel dikwijls het volgende overwogen. Om de velden in goede con ditie te brengen, zal een bedrag van on- geveer negentien honderd pond vereischt zijn. Het clubgebouw moet vergroot worden, daar er een kleedkamer en eet- zaal bijgebouwd moeten worden. Ik ben er in mijn hart van overtuigd, dat wij geen nieuwe leden kunnen verwerven juist om de beperkte ruimte. De kosten voor deze uitbreiding schat ik op vijf en twintig honderd pond. Ik had me voorgesteld een leening uit te schrijven voor een be drag van vijf duizend pond. De obligaties zouden dan ruimschoots gedekt zijn door de gebouwen en al de verdere bezittin- gen van de club De twee bezoekers fluisterden even. ,,Mijn broer en ik zouden gaarne de localiteiten in oogenschouw wenschen te nemen", kondigde Stephen aan. ,,Het zal mij zeer aangenaam zijn u rond te leiden", verzekerde de heer Doll. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1