ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
ionaii tegen wil en dank
ALLES
No 8713
WOENSDAG 29 JULI 1931
71 e Jaargang
BINHBNLAHD.
FN VI LIE TON,
AUTOS
MOTORS NIJVERHEID
BUITKNLANB
DIT BLAD VERSCHMNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRUDAGAVONU
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
44)
KONING ALFONS DOET AFSTAND.
TER
UZENSCHE COURANT
WONNEMKNTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 8 maanden Bulten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden B(j voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per Jaar
Voor Belgie en Amerlka 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het bultenland alleen bij voomltbetaling.
Uitgeofster: Flrma P. J. VAN DID SANDE.
OIKO 38150 TELEFOON No. 25,
ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer i 0.S&
Grootere letters en clichAa worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentign bfl regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrtjgbaar Is. Inzendlng van advertentien llefst 68n dag voor de ultgave.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat het verzoek van
de NV „NAAMLOQZE VENNOOTSCHAP
- NATIONAAL HOUTBEDRIJF" filiaal Ter
Neuzen, om op het perceel kadastraal bekend
gemeente Ter Neuzen, Sectie M, no. 283 een
motvenbrandingsoven te mogen oprichten door
hen is dngewilligd.
Ter Neuzen, den 27 Juli 1S31.
Burgemeester en Wethouders voomoemd, j
J. HUTZINGA, Burgemef#ter.
J. L. DREGMANS, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek
van CORNELIS FRANCOIS VAN OVER-
BEEKE te Ter Neuzen, Westkolkstraat 38,
om op het pereeel kadastraal bekend ge
meente Ter Neuzen, Sectie L, no. 2296, een
inrichting voor het branden en malen van
koffieboonen te mogen oprichten door hen
voorwaardelijk is ingewdlligd.
Ter Neuzen, den 27 Juli 1931.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
J. L. DREGMANS, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek
van CORNELIS HENDRIK ALBERTUS
VERMEULEN te Ter Neuzen, Kanaalweg
60 (Sluiskil), om in het perceel kadastraal
bekend gemeente Ter Neuzen, Sectie G, no.
1840 een timmermanswerkplaats door het bij-
plaatsen van een elect, motor te mogen uit-
breiden door hen is ingewilligd.
Ter Neuzen, den 27 Juli 1931.
Burgemeester en Wethouders voornoemc,
J, HUIZINGA, Burgemeester.
J. L. DREGMANS, Secretaris.
DE KON. MI LIT AIRE KAPEL.
Naar de „N. R. Crt." vemeemt worden er
pogingen gedaan de Kon. Militaire Kapel een
reeks concerten te laten geven in de Zuid-
A.frikaansche Staten.
NAAR DE TWEE MILLIOEN.
Het bestuur der vereeniging de Nederland-
sche Dagibladpers maakt bekend, dat tot
Maandagavond 1.950.770 onderteekeningen
van het petitionnement voor intemationaie
ontwapening door de bladen werden ontvan-
gen. Het aantal onderteekeningen nadert
smel de twee rmillioen.
BEGRAFENIS VAN MR. M. W. F. TREUB.
Dinsdag had de begrafenis plaats van
prof. mr. M. W. F. Treub te Voorschoten. De
bijizetting geschiedde in het familiegraf waar
ook de vader en moeder van den overledene
rusten. Te kwart voor twaalf begonnen de
kerklokken te luiden ten bewijze, dat de stoet
komende van Wassenaar in het dorp was
aangekomen. In dezen stoet kwamen behalve
Vervolg.
George Henry luisterde eenige oogen-
blikken geduldig naar een verhaal van
Sir Peter, waarna zijn blikken weer op
juffouw Penelope vielen. Ze was in het
lichtblauw gekleed, had een band van
dezelfde kleur door haar haar en droeg
lange oorbellen. Het viel niet te ont-
kennen, dat ze verre van leelijk was. Ze
brak onmiddellijk het gesprek met haar
neef af en richtte zich glimlachend tot
hem.
..Joe en ik houden zoo ontzettend veel
van het tooneel, deelde ze hem als ver-
ontschuldigend mee.
..Het zal mijn broer en mij een groot
genoegen doen, wanneer u en mijnheer
Ransom ons op een avond naar den
schouwburg wilt vergezellen, juffrouw
Jones".
Ze keek hem aan met een glimlach,
welke George Henry niet duidelijk was
„Wilt u me niet alleen meenemen, mijn
heer Underwood?" vroeg ze quasi zedig.
,,Joe gaat er al veel te veel heen, en ik
geloof niet, dat uw broer iets om een
theater geeft".
Op dat moment drong het heel duide
lijk tot George Henry door, dat juffrouw
Penelope Jones besloten had met hem te
trouwen.
Lady Jenkins ^ag hem veelbeteekenend
aan en Sir Peter wierp hem een knipoogje
toe.
de familie o.a. mede Jhr. De Beaufort, ver-
tegenwoordiger van H. M. de Koningin en de
Ministers Ruys de Beerenbrouck, De Graaff
en De Geer. Op de begraaf pliaats was van
tevoren reeds aangekomen de Minister van
Waterstajat Mr. Reymer. Hier hadden zich
lntusschen vele honderden belangstellenden,
diie den overledene de laatste eer wilden be-
wijzen, verzameld.
Toen de kist met het stoffelijk overschot
boven de groeve was geplaatst en alien zich
om het graf hadden verzameld, werden op het
graf twee kransen meergelegd, een van de
familie en een van H. M. de Koningin. Er
waren honderden bloemstukken mede naar de
begraafplaals gebracht.
Daama trad Mr. Tak naar voren die namens
de familie dankte voor de zeer groote belang-
stel'ling in het bijzonder den vertegenwoor-
diger van H. M. de Koningin, de leden van de
regeering en de oud-Ministers. In zijn korte
rede meende Mr. Tak te mogen constateeren,
dat de overledene niet tevergeefs had geleefd.
Hiermede was de plechbigheid ten einde.
MUZIEKA UTEURSRECHT.
Naar wij vememen, heeft de Fransche
gezant, de heer Kaimmerer, eenige dagen ge-
leden het ministerie van buitenlandsche
zaken een nota doen toekomen van de Fran
sche regeering naar aaaleiding van de aan-
neming door de Tweede Kamer van het wets-
ontwerp hetreffen.de bemiddeling inzake het
muziekauteursrecht, waardoor de S. A. C. E.
M. de vendere werkzaamheid hier te lande
onmogelijk zou worden gemaakt.
In deize nota wordt de wenschelijkheid uit-
gesproken nog v66r dat dit wetsontwerp
door de Eerste Kamer zal worden behandeld,
de quaestiie van de rechtmatigheid en billijk-
heid van bedoelde regeling te ondenwerpen
aan het onderzoek van de Nederlandsch-
Fransche Verizoeningscommissie.
ONZE KOLEN IN FRANKRIJK.
De heer Hermans heeft aan den Minister
van Buitenlandsche Zaken de volgende vragen
gesteld:
Kan de Minister, nu de tegenstrijidige be-
richten hieromtrent aanleiding geven tot
groote ongerustheid onder de bevolking van
ons mijngebied en speciaal onder de mijnwer-
kers, mededeelen:
1. welke maatregelen de Fransche regee
ring genomen heeft of voomemens is te
nemen met betrekking tot invoerbeperking
van Nederlandsche steenkolen
2. of van de zijde der Nederlandsche regee
ring pogingen in het iwerk zijn gesteld en,
zoo ja, welke? om deze maatregelen te
voorkomen of althans te verzachten, en welke
resultaten hiecmede zijn bereikt?
3. of de regeering van oordeel is, dat zij
voor zoover reeds door de Fransche regee
ring voor onze mijnindustrie nadeelige maat
regelen genomen zijn hiertegen volkomen
machteloos staat?
De Fransche regeering heeft aan de Neder
landsche regeering doen mededeelen, dat de
Fransche adviescammissie op 21 Juli de
reductie voor den invoer van steenkolen in
Frankrijk definitief heeft vastgesteld met
ingang van 27 Juli op 20 pet. van het gemid-
delde der jaren 1928, 1929 en 1930.
Naar indertijd gemeld is, beteekent een
percentage van 20 over den gemiddelden uit-
voer naar Frankrijk van de jaren 1928, 1929
en 1930, dat in werkelijkheid onze uitvoer
naar Frankrijk met een aanzienlijk hooger
percentage wordt verminderd.
Onze kolenuitvoer uit Limhurg naar Frank-
Daarna werd het gesprek algemeen,
doch plotseling bemerkte George Henry
die een zeer sterke opmerkingsgave bezat,
hoe er tusschen zijn toekomstige echtge-
noote en haar neef Joe onder de tafel
eenige teekens werden gewisseld.
Het eerste oogenblik gaf dit hem een
gevoel van opluchting, daarna volgde ver-
ontwaardiging, welke ten slotte plaats
maakte voor nieuwsgierigheid. Het kwam
hem eenigszins vreemd voor, dat Pene
lope, hier gekomen zijnde met een vaste
bedoeling, deze gelegenheid had aange-
grepen om een brutale flirtstation op touw
te zetten met een man, dien ze toch blijk-
baar iederen dag kon ontmoeten. Toen
hij zich echter bukte om zijn sigaretten-
koker op te rapen, werd hem de kwestie
wat duidelijker.
„Waarom bent u plotseling zoo stil?"
fluisterde zij in zijn oor.
,,Ik ben geen causeur", zei hij eenvou-
dig. ,,Ik vrees, dat ik naar de muziek zat
te luisteren".
„Naar welk stuk gaan we, wanneer u
mij mee naar den schouwburg neemt?"
vroeg ze.
,,Ik zal de keuze daarvan geheel aan u
overlaten, antwoordde hij.
Met een bijna onmerkbaar gebaar haal-
de ze haar schouders op. Om de een of
andere reden scheen ieder der aanwezigen
een weinig bedrukt te zijn. Sir Peter
trchtte hen wat op te vroolijken door een
verhaal te doen over een koopje, dat hij
onlangs in jute had gemaakt. Penelope
klaagde, dat het tochtte in de zaal en een
kellner werd weggezonden om haar bont
te halen. Het duurde eenigen tijd, voordat
ze dit naar genoegen om haar hals had
geslagen en wederom bewezen George
i j enry s scherpe oogen hem een grooten
dinst. Eeriige oogenblikken later zag hij,
hoe haar hand stilletjes onder het tafel-
kleed verdween. Hierop dronk hij lang-
rijk bedroeg in 1930 goed 2.000.000 ton. Daar
het gemiddelde over de jaren 1928, 1929 en
1930 echter slechts 1.500.000 ton bedroeg en
thans daarvan maar 80 pet. mag worden in-
gevoerd naar Frankrijk, zal Nederland zijn
uitvoer naar dat land met ongeveer 800.000
ton verminderd zien.
Vengeleken bij den uitvoer in het vorige
jaar is dit een vermindering van 40 pet.
ONTDU1KING BANDEROLLEBELASTING.
Het Tweede Kamerlid Boon heeft aan den
Minister van Financien de volgende vragen
gesteld
Is het den Minister bekend, dat vele faibri-
kanten van sigaretten, de belastingbanderolles
niet meer op het pakje of doosje zelf doen
plakken, doch op een omhulsel genaamd
cellophane
Is het den Minister bekend, dat daardoor
de banderoles onbeschadigd van de pakjes
kunnen worden verwijderd, dat zulks veelvul-
dig geschiedt en dat er reeds een vrij om-
vangrijke handel tegen ongeveer halven prijs
in dergelijke banderolles plaats vindt, ten-
einde ze zoo een tweede maal te gebruiken?
Zoo ja, is de Minister dan niet van oordeel,
dat door deze ontduiking de belangen van
den bonafiden handel worden geschaad, ter-
wijl een belangrijk verlies voor den Staat het
gCiVolg is?
Is de Minister bereid te hevorderen, dat zoo
spoedig mogelijk een regeling worde getrof-
fen, waarbij verplichtend wordt gesteld, de
banderolles geliijk zulks vroeger was voor-
geschreven op het pakje of het doosje zelf
te doen aanbrengen op zoodanige wijze dat
zonder beschadiging van de banderolles het
pakje of doosje niet kan worden geopend,
hetgeen voor den fabrikant geen enkel be-
zwaar behoeft mede te brengen?
UITVOERING VAN DE ZIEKTEWET.
De heer Van den Heuvel heeft aan den
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid,
de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
de opvatting van sommlge besturen van
raden van arbeid en van de uitspraak van
den raad van beroep te 's Hertogenbosch,
gedaan 9 Februari 1931, waarbij werd beslist
of bekrachtigd, dat de verplichting tot het
uitkeeren van ziekengeid voor een raad van
arbeid of bedrijfsvereeniging eindigt op bet
tijdstip, waarop de werkgever ophoudt ver-
zekerd te zijn bij den betrokken raad van
arbeid of bedrijfsvereeniging, althans in het
geval van overgang van een werkgever naar
een ander liehaam, ongeacht de al of niet ge-
nezing van den zieken arbeider?
2. Is de Minister niet van oordeel, dat
deze opvatting in strijd is met de ciroulaires
van het college van toezicht, ibedoeld bij' ar-
tiked 119 der Ziektewet, van 11 April en 26
Juli 1930 waarin den bedrijfsvereenigingen
wordt voorgeschreven ten laste van elk boek-
jaar te brengen niet alleen de in dat jaar ge-
dane uitgaven, maar ook de in het volgende
jaar noodige uitkeeringen voor ziektegevallen
in het vorig jaar aangevangen.
3. Is het naar het oordeel van den minister
voor de verzekerde arbeiders niet een gevaar-
lijk standpunt om bij het eindigen van het lid-
maatsahap der bedrijfsvereeniging of het niet
langer verzekerd zijn bij den raad van arbeid
bedoelde lichamen niet aansprakelijk te doen
zijn voor ziekengelduitkeeringen, daar zulks
er toe leidt dat arbeiders in dienst van iemand
die zijn bedrijf beeindigt, niet langer uit-
keering krijgen dan tot op het oogenblik als
zaam zijn glas leeg en nam voor goed
afscheid van eenige visioenen, die half
angstig en half betooverend waren ge-
weest... Een wonderbaarlijke en myste-
rieuse openbaring had zich aan hem
voorgedaan.
HOOFDSTUK XVIII.
Op voorstel van den gastheer begaf het
kleine gezelschap zich naar boven om
daar de koffie en de likeur te gebruiken.
Bij de lift aangekomen, haalde Joe zijn
horloge te voorschijn.
,,Ik moet even iemand spreken," kon-
digde hij aan, ,,en zal dus maar weg-
gaan. In dank u vriendelijk voor uw
gastvrijheid mijnheer Underwood".
„Doe me het genoegen en rook eerst
even een van mijn sigaren en proef een
glas van mijn ouden cognac, verzocht
Stephen hem.
,,Ik kan misschien nog wel terug-
komen" zei de jonge man aarzelend.
,,Mijn broer en ik", viel George Henry
hem op ongewoon ernstigen toon in de
rede, ,,zouden het buitengewoon onaan-
genaam vinden, indien u ons nog niet vijf
minuten gezelschap kon houden."
Joe leek een oogenblik besluiteloos te
zijn. Hij scheen er blijkbaar erg naar te
verlangen weg te komen. Zijn oom
echter maakte hieraan spoedig een einde.
,,Wees niet zoo dwaas, Joe", zei hij.
„Ga onmiddellijk mee naar boven. Je
kunt later je vriend wel ontmoeten."
Klaarblijkelijk geheel tegen zijn zin,
stapte de jonge man in de lift. Penelope
had schijnbaar nog steeds last van koude.
Ze rilde herhaaldelijk, was opvallend
bleek en had en groot deel van haar op-
aeruimdheid verloren. Stephen nam de
honneurs waar in de zeer luxueuse zit-
kamer en accepteerde met kalme waar-
digheid de lofuitingen van zijn gasten.
het verzekerd zijn van den werkgever voort-
duurt
4. Is bet den minister bekend dat bij de
meeste raden van arbeid en besturen van
bedrijfsvereenigingen de opvatting gehuldigd
wordt dat uitkeeringen van ziekengeid, gedu-
rende de geheele periode waarin de arbeider
aanspraak heeft op ziekengeid ten laste be- j
hooren te komen van het liehaam waarbij de
werkgever verzekerd was op het oogenblik
dat de aanspraak op ziekengeid een aanvang
nam?
5. Is de minister niet van oordeel dat in
een zaak als deze over het geheele land
uniformiteit noodzakelijk is
6. Waar deze uniformiteit niet verkregen
kan worden door uitspraak van den centralen
raad van beroep is de Minister met het oog
hierop bereid door een wijziging van art. 115
der Ziektewet elken twijfel buiten te sluiten
oantrent de aansprakeliijfcheid voor uitkeering
bij overgang van den werkgever itijdens den
uitkeeringsduiur van ziekengeid naar een
ander liehaam ter uitvoering van de Ziekte
wet?
7. Is de Minister niet van oordeel, dat deze
wijziging zoo urgent is, dat hiermede niet ge-
wacht kan worden tot de diverse andere tech-
nische wijzigingen in de Ziektewet aan de
orde zullen komen en dus op korten termijn
een voorstel tot wijziging noodig is
DE RADIOCENSUUR.
Nieuwe vragen van den heer Albarda.
De heer Albarda heeft aan den Minister
van Waterstaat de volgende vragen gesteld:
I. Is de Minister, nu hij in zijn antwoord
van 11 Juli 1.1. op de schriftelijke vragen van
11 Juni 1.1. (no. .185), heeft verklaard, in te
stemmen met het oordeel van de radio
omroep-controlecommissie, dat de uitzending
van de redevoering ter herdenking van Ma-
teotti, op 10 Juni, gevaar zou hebben opge-
leverd voor de veiligheid van den staat, bereid
mede te deelen, welke woorden of zinsneden
van de redevoering, die op 10 Juni volledig
in Het Volk is afgedrukt, dat gevaar zouden
hebben kunnen oproepen en welke gevolgen
hij daarvan heeft gevreesd?
II. Indien de uitzending per radio van een
redevoering, waarvan de publicatie in de pers
voor zoover ibekend is, geen enkel gevaar voor
den staat heeft veroorzaakt, en die van ge-
lijken geest was als tal van redevoeringen en
dagbladartikelen, waarin het Italiaansche
fascisme wordt beoordeeld en die evenmin
eenig gevaar hebben opgeleverd, niettemin
voor de veiligheid van den staat bedenkelijk
wordt geacht, is dit dan, ook naar de mee-
ning van den Minister, niet een bewijs, dat
door de instelling van de preventieve radio-
censuur de regeering een zekere verantwoor-
delijkheid voor den inlhoud der uitzendingen
is opgelegd, die haar beweegt de vrijheid van
meeningsuiting meer te beperken dan met de
vrij algemeen gehuldigde opvattingen in
Nederland strookt, en levert dit gevolg dan
niet een grond op voor de afschaffing van de
preventieve censuur?
voor
FOURNITURES GENERAEES
Borluutstraat 8, GENT. Tel. 12415.
(Nabij 't Stadhuis)
(Ingez. Med.)
„Als u uw mantel zoudt willen afdoen,
Lady Jenkins, zei hij, „dan heb ik een
kamer tot uw beschikking. Ik vermoed
dat het hier wel warm genoeg zal zijn
voor juffrouw Jones."
Hierdoor kwam het aan het licht
Penelope deed het bont van haar schou
ders en liet plotseling een gil hooren.
Lady Jenkins werd eerst vuurrood en
daarna doodsbleek.
,,Mijn oaarlen," riep ze uit. „Ik wist
wel dat er iets zou gebeuren, als ik jou
het snoer leende. Waar zijn ze, Pene
lope?"
De handen van de jonge vrouw sloten
zich om haar kalen hals.
,,Toen we zaten te dineeren waren ze
er nog", stamelde ze.
,,Ik heb ze zelf gezien,," beweerde Sir
Peter.
,,En ik eveneens," gaf Stephen toe.
Maakt u zich niet ongerust, Lady Jen
kins. Als u mij een oogenblik wilt excu-
seeren, zal ik naar beneden gaan om er
met den oberkellner over te spreken. Ik
denk, dat ze nu al reeds gevonden zullen
zijn. Wanneer dit niet het geval mocht
zijn, kunnen wij altijd de hulp inroepen
van den detective van het hotel."
,,Ik aa met u mee," verklaarde Joe
onmiddellijk, terwijl hij naar zijn hoed en
jas greep.
De twee mannen spoedden zich heen,
doch scheidden van elkaar, toen ze be
neden waren. Stephen begaf zich naar
het restaurant. Joe bleef even achter
onder voorwendsel een cigaret te willen
opsteken, waarna hij een angstigen blik
op de draaideur wierp. Nauweiijks had hij
evenwel een stap in die richting gedaan.
of hij voelde hoe er een hand op zijn arm
werd gelegd. Het was George Henry,
die zoo vlug de trappen was afgeloopen,
dat hij bijna geheel buiten adem was.
Mijnheer Ransom", zei hij, „ik moet
(Ingez. Med.)
HI. Is de Minister, zoo noodig in overleg:
met zijn ambtgenoot van buitenlandsche:
zaken, bereid mede te deelen, of aan het ver-
bod van de uitzending van de redevoering ter
herdenking van Mateotti misschien een wenk.
in een of anderen vorm, van de zijde der Ita
liaansche regeering of een harer vertegen-
woordigers voorafgegaan is, zoodat daarin
een reden gezien kon worden om aan gevaar
voor de veiligheid van den staat te denken?
IV. Geeft het feit, dat in Belgie op 10 Juni
een herdenkingsrede van gelijke strekking als
die, waarvan de uitzending hier te lande is
verboden, ongehinderd door de radio Is ver-
breid, zonder eenig staatkundig gevolg van
gevaarlijken aard op te leveren, den Minister
geen aanleidiing om te overwegen, of in een
volgend jaar een verbod, als nu toegepast,
niet achterwege moet blijven?
De Daily Express vemeemt van haar cor
respondent te Madrid, dat koning Alfons van
zijn aanspraken op den Spaanschen troon af-
stand heeft gedaan ten gunste van zijn derden
zoon, Don Juan.
De correspondent van het Londensche blad
heeft dit nieuws vemomen van een Spaan
schen politicals, die minister was tijdens de
dictatuur en tegenwoordig is geweest in de
bijeenkomst te Fontainebleau, waarin Alfons
zijn aanspraken over gaf. Vhlgens den be-
richtgever van de Daily Express hebben bij
die gelegenheid tevens de twee broers van
Don Juan, de prins van Asturie en Don Jaime
en de najamgenoot van den laatste, de oude
Carlistisehe pretendent, ham aanspraken op
den Spaanschen troon opgegeven.
De koning zou binnenkort van zijn besluit
aan de Spaansche regeering kennis geven.
De nieuwe .koning van Spanje" is achttien
jaar oud, hij maakt in Dartmouth een leertijd
door bij de Engelsche marine en moet, in.
tegenstelling tot zijn broers, een gezonde
jongen zijn, want de erfelijke bloedingsziakte,
waaraan de oudste zoon van Alfons in zoo
hevige mate lijdt, beeft zich bij Don Juan
niet geopenbaard. De geneeskundigen meenen,
dat de jongen er nu wel doorgegroeid is. Don
Jaime de tweede zoon, is doofstom.
DE CRITIEKE WEEK VOOR
DUITSCHLAND.
Deze week wordt, schrijft de N. R. Crt,.
een week van groote beslissingen voor
Duitschland. Nu vaststaat dat Duitschland
voorloopig verder niets van bet buit,enland
te verwachten heeft, kunnen drastische maat
regelen om de noodlottigste moeilijkheden te
overwinnen, niet meer worden uitgesteld.
Dit voordeel heeft de conferentie van Lon-
den voor Duitschland gehad, dat Berlijn nu
precies weet waar het aan toe is. Het moet
zich zelf helpen. De grenzen voor zjn hulp-
bronnen zijn nu scberp getrokken. Wie de
maatregelen welke de regeering thans gaat
nemen, critiseert, kan zich daarbij niet meer
beroepen op nog onverkende mogelijkheden in
de buiteuwereld; hij zal uit de bulpbronnen
u onmiddellijk spreken".
,,Ik kom dadelijk terug", beloofde Joe..
„Ik wil even naar een vriend van mij,
gaan, die aan den overkant staat".
George Henry's houding werd zeer
ernstig, om niet te zeggen b«velend.
,,Ik moet u spreken," drong hij aan.
.voordat u een enkel woord gewisseldL
heeft met uw vriend. Wilt u zoo goed
zijn hier op dezen divan plaats te nemen".
Ze bevonden zich in een nis vlak tegen-
over de lift, zoodat zij vrijwel aan alle
blikken onttrokken waren. Er lag een
ongunstige uitdrukking in Joe's oogen en
twee roode plekken brandden op zijn
wangen.
Later zal ik zooveel met u praten, als
u zelf maar wilt", zei hij ruw. ,,Op het
oogenblik heb ik geen tijd".
Hij zou zich verwijderd hebben, indien
George Henry hem niet zoo stevig had
vastgehouden.
..Mijnheer Ransom", hield de laatste
aan, ,,als u niet oogenblikkelijk op deze
plaats gaat zitten, zal ik een der bedien-
den verzoeken mij> te assisteeren, totdat de
politie hier is gekomen. Ik ben in dit hotel
bekend en men zal mij onmiddellijk ge-
looven".
,,Voor den dbegon Joe, en toen
zweeg hij plotseling. Er lag iets in de
staalgrijze oogen van dezen eenvoudigen
man, wat hem dwong te doen, hetgeen
hem gezead werd.
,,Ik had het ongeluk te bemerken, dat
juffrouw Jones, terwijl ze haar bont om-
deed, haar paarlen collier los maakte, en
u dit onder de tafel overhandigde", zei hi;
kalm. ,,Ik geloof, dat het in de gegeven
omstandigheden het beste is, wanneer u
bekent het op den grond gevonden, en bij
wijze van grap zoolang bij u gehouden
te hebben".
(Wordt vervolgd.)