AL6EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
meijer's
Vooz
Eerste Blad.
Een belangrijke Gonferentie.
fethlletoh,
De Purperen Schaduw
IDaerfinbaai-labak
e
ii
No. 8614.
VRIJDAG 5 DECEMBER 1930.
70e Jaargang
BINNENLAND.
7)
DRAISIM-van-WLKENBURC'S--
e A -"iLEVERTR
9
g Friescht,
IJ) 10 ct.
PER HALF ONS
&IM>NNT5MSNT8FRIJS: Blnnen Ter Neuzer f 1.40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
tr. per post f 1,80 per 3 maanden Bt) voor uitbetaling f r. per post 6,60 per jaar
Voor BelgiS en Amerlka 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
A.bonnementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling.
fJltgeefBter: Flnna P. J. VAN DE 8ANDK.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTISN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer t 0M
Grootere letters en ell clip's wor den naar plaatsrulmte berekend.
Handelsadvertentlen bfl regelabonnement tegen vermlnderd tarief, hetwelk op aanvr*^
verkrtjgbaar Is. Inzending van advertentlen llefst 66n dag voor de nitgav».j
DIT BLAB VER8CHIJNT IEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- en VRUDAGAVOSD
Verschenen is de officieele uitgave van
bet verslag van de Lambeth-conferentie,
dit jaar van 7 Juli tot 9 Augustus in
Engeland gehouden. Wij vernamen, dat
een Hollandsche uitgave van dit verslag
in bewerking is, maar willen met onze
mededeelingen niet wachten totdat deze
vertalina in ons bezit is. Het 200 blad-
zijden dikke verslag, dat in keurige uit
gave voor ons ligt, bevat niet alleen de
rapporten, die op de samenkomsten zijn
uitgebracht, maar hier zijn ook opae-
nomen de resoluties en een Jherderlijk
sdirijven" van al deze bisschoppen, wier
namen, ten igetale van ruim 300, hier
zijn vermeld. Het zijn alien bisschoppen
van de Anglicaansche kerken in Enge
land, waar aan nog velen bij komen uit
allerlei andere landen en zelfs uit alle
werelddeelen. Deze conference verklaar-
de wel niet bij machte» te zijn om bin-
dende uitspraken te doen voor de kerken,
die tot de Anglicaansche kerkgemeen-
sc'hap behooren, maar de onderwerpen,
die hier ter sprake zijn gebracht, en wel-
ker behandeling op bijzonder rustige en
grondige wijze was voorbereid, waren al
mee de meest brandende kwesties, die
tegenwoordig de wereld bezighouden.
Daar is ter conferentie gesproken over
de christelijke leer betreffende het Opper-
wezen, er is gehandeld over het leven en
het getuigenis van de christelijke gemeen-
sdhap, over de eenheid der kerk, over de
Anglicaansche kerken in het bijzonder,
over de taak der kerk, en over de jeugd en
haar roeping. Men ziet dadelijk, hoe dit
altemaal onderwerpen zijn, die veler
qeesten alom bezighouden.
Mag het opzichzelf reeds belangrijk
zijn om eens het oor te leenen aan wat
een kerk, die zoo zeer haar vertakkmgen
heeft over de aeheele wereld, over zoo
belangrijke onderwerpen, als haar mee
ting te kennen geeft, dit alles trekt en
verdient toch nog meer onze aandacht,
als wij er op letten, hoe hier geen zuiver
dogmatische of theoretische kwesties wer-
den behandeld, maar hoe er bijvoorbeeld
66k werd onderhandeld over de verhou-
ding met de Oud-Katholieke kerken van
Europa, waarvan een afvaardiging tegen
woordig was onder leiding van den Gud-
Katholieken aartsbisschop van Utrecht.
Er is overeengekomen dat en de aarts
bisschop van Canterbury en die van
Utrecht elk een commissie zullen samen-
stellen om na te gaan welke punten van
overeenkomst en verschil er bestaan in de
leer dezer beide kerken, in de hoop en
verwachting, dat binnenkort een complete
vereeniging dan zal tot stand komen.
Reeds is ter conferentie opgemerkt, dat
de ..Declaratie van Utrecht een stuk,
waarin de beginsden dier 0ud'Katholieke
kerk zijn samengevat, niets inhoudt, dat
door
EDMUND SNELL.
in strijd is met de leer van de Engelsche
kerk. Dan hoopt men in September 1931
te Weenen een Synode te houden van de
Oud-Katholieken, waar men de vereeni
ging van de Oostersdh-orthodoxe kerk
met de Anglicaansche kerk definitief
hoopt tot stand te brengen. En dat een
dergelijke poging in het werk wordt ge-
steld in een tijd, waarin anderzijds voort-
durend en niet ten onrechte geklaagd
wordt over versnippering van krachten en
uiteenvallen van veel, dat bijeen be-
hoorde, stemt zeker tot vreugde en dank-
baarbeid.
Men heeft opgemerkt, dat er op vooraf-
gaande conferenties (als te Stockholm,
Lausanne en Jeruzalem) wel genoeg was
getheoretiseerd, maar dat het wejj eens
gevaarlijk kan worden, als dergelijke
conferenties nooit eens een stap doen in
practische richting. Bij vriendelijkheden
en vriendschapsbetuigingen is het niet ge-
bleven, neen, er zijn thans echte stappen
gedaan om te komen tot een werkeliike
organische eenlheid. En dit alles kon zeker
wel niet schooner ook in het openbaar
worden gesym'boliseerd dan in den voor-
bereidingsdienst, die in St. Paul's kathe-
draal werd gehouden aan het begin van
deze Lambeth-conferentie, in welken
dienst den patriarch van Alexandria als
vertegenwoordiger van de gansche Oos-
tersche christenheid naar den troon van
den aartsbisschop van Canterbury werd
geleid om daarop plaats te nemen, terwijl
deze aartsbisschop aan het altaar de lei
ding had bij de viering van het H. Avond-
maal. Tegelijkertijd kan hier worden ver
meld, hoe xort geleden de verschillende
Presbyteriaansche kerken van Schotland
zich hebben vereenigd, kortom: alom valt
te constateeren een ernstig pogen tot her-
eeniging.
Maar wij zijn met dit alles toch nog
maar in het voorportaal van de conferen
tie gebleven. Wij hebben reeds vermeld,
hoe de eerste sectie of commissie tot taak
had de bestudeering van de christelijke
leer aangaande God, vooral en speciaal
met betrekking tot het moderne denken en
tot de niet-christelijke godsdiensten en
idealen. Hieromtrent werd onder meer
opgemerkt, dat het niet te miskennen valt,
dat in steeds wijder kring ook zelfs de
gedachte aan God schijnt te verdwijnen
uit hoofd en hart zelfs van velen, die nog
in naam Christen zijn. En daar, waar
(Vervolg.)
HOOFDSTUK V.
het bestaan van God nog wel wordt toe-
wordt
a-.jpbaar
dan dat Hij iets te maken zou kunnen
oa
gegeven, wordt Hij veelal toch beschouwd
als ongrijpbaar of als te ver verwijderd
hebben met de gewone en practische aan-
gelegenheden van het leven. Maar tevens
werd dankbaar gewag gemaakt van een
groeiend bewustzijn bij niet weinigen, die
nadenken, en tot het inzicht komen allengs
dat de emancipaties, die zij zich in den
laatsten tijd verworven hebben, geen
diepe en blijvende bevrediging schenken;
dat alle zelfzucht zichzelf in laatster in
stance verteert en ten gronde richt: dat
het hart van dit moderne leven bij alle
overvloed van dingen, waarvoor men zich
interesseert, onrustbarend arm is aan
In de weken, die nu volgden, werd
Denis Westerman heel wat wijzer.
Hij was verwonderd, toen hij ontdekte,
dat de heer en mevrouw Kennard, verre
van een van zin te zijn slechts uit finan-
eieelen nood onder een dak huisden en dat
April Gould was geilmporteerd als een
prettig stootblok om het leven onder deze
omstandigheden althans dragelijk te
JH slcCH
Wat nu de bekwaamheden van Ken
nard als administrateur betrof, daarom-
trent kon hij zich niet zoo spoedig een
oordeel vormen. Ofschoon hij een inge-
wortelde antipathie tegen den nieuwehng
had moest Denis toch toegeven dat een
enkele rondgang over de onderneming
oenoeq was om hem een voldoende m-
zicht in heel het bedrijf te geven. Daar-
teqenover stond eahter, dat hi) ongeluk-
kiqerwijze de koelies voortdurend pnk-
keide en blijk gaf van een buitengewone
koppigheid, die Kennard zelf voor flink-
heid wilde laten doorgaan.
Omdat Flavin aanraadde om met het
neerbranden van een nieuw te ontginnen
terrein aan te vangen op een bepaalden
datum, stelde Kennard het een week uit
en omdat de beide assistenten er in ge-
slaagd waren om met oneinding veel
moeite een plan te ontwerpen, waardoor
de waringin gespaard kon blijven, besloot
de niedwe administrateur van Baniak
Harap om den boom onmiddellijk te vellen.
Westerman vergat dien ochtend nimmer.
Hij was naar het huis van den admini
strateur gereden na het ontbijt en vond
April tusschen de zonnezeilen staan.
Twee maanden te voren zou de aanblik
van een vrouw in die voorgalerij hem
nameloos gei'rriteerd hebben en nu,
vreemd genoeg, beantwoordde hij haar
groet met een hartelijkheid, die iets heel
ongewoons voor hem was.
Het trof hem, terwijl hij het pad naar
het huis beklom, dat zij zoo n -aardig schil-
derijtje vormde, net een bloem uit een
Engelsch bosch, die op de een of andere
manier in een tropisch woud was ont-
loken. Rondom haar, achter die dorre
vlakte, die op den een of anderen dag
beplant zou worden met duizenden winst-
gevende boomen, vertoonde het oerwoud
zijn tallooze schakeeringen van aroen.
Aan den noordkant verhief zich de Kina-
baloe, de groote berg in de van hitte-tril-
lende wazigheid van de atmosfeer; in het
Westen schemerden den koraalriffen met
een teer-rood tegen de diep-blauwe zee,
terwijl ver-weg in het Oosten, als het
ware een brug slaande over een inzinking
tusschen twee heuvels, smaragd-groene
rijstvelden lagen.
Terwijl ze nog samen praatten, kwa-
men Simonis en Isobel uit de eetkamer.
Kennard was er eenige oogenblikken later
ook bij gekomen en de drie mannen waren
samen op weg geqaan om Flavin op te
pikken.
Een kwartier gaans ongeveer van het
huis van den tweeden assistent kwam de
veelbesproken boom in zicht, die zich danr
i trotsch verhief, eenzaam tusschen een
groote uitgestrektheid bezaaid met boom-
stronken, als had het woud kortelings een
overtuiging, en dat de ervaring zeker
bezig is aan ons geslacht te leeren, dat
persoonlijk geluk metterdaad en niet
slechts in vrome woorden, ten nauwste is
verbonden met idealen van geestelijken
aard. en met ethischenormen en doelein-
den. De encycliek meent dan ook ter
zake, dat ons geslacht niet in opstand is
tegen het Evangelie, maar alleen tegen
een interpretatie en wijze van voorstellen
van dat Evangelie, die wezenlijk te kort
doet aan zijn ware heerlijkheid en glorie.
Men wil zich dan ook niet verre houden
van denken en definieeren, maar merkt
openlijk op, hoe de hoogtepunten in de
geschiedenis van de Christelijke Kerk
tevens fijden zijn geweest, waarin de lei-
ders en theologen het denken en de spe-
ciale problemen van hun tijd werkelijk
verslonden. De kerk is hierin in de
laatste eeuw schromelijk te kort ge-
schoten, en men wil nu niet langer voor
zijn rekening nemen allerlei dwaze en
onredelijke voorstellingen, die er over en
door het Christendom worden gegeven.
en die het Christendom op die wijze
vrijwel krachteloos en invloed-loos maken.
Er wordt in het verslag opgemerkt, dat
..natuurkunde en astronomie, geologie en
biologie, anthropologie en archaeologie
ons gezamenlijk een beschrijving geven
van ae Scheppingsorde. Ten overstaan
van deze openbaring (want ook in deze
dingen wordt hier wel degelijk een open-
baring" gezien) kan de populaire en
nog alom gangbare interpretatie van het
bijbelsche scheppingsverhaal niet langer
letterlijk worden aanvaard. Men is ter
conferentie zeer ruimhartig geweest ook
bij de beoordeeling van wat andere gods
diensten brengen en beweren. Ook daar
erkent men niet weinig dingen, die van
onvergankelijke waarde zijn, maar waarin
men tegelijkertijd heenwijzingen vindt in
de richting van Gods openbaring in
Christus. Daartegenover wordt echter,
bij' alle waardeeringzeer beslist uitge-
sproken, dat niet kan worden aanvaard de
wijdverbreide opvatting, dat elk van die
godsdiensten voor het betreffende volk nu
ook de beste zou zijn. Men wenschte er
wel sterk voor uit te komen, hoe Gods
openbaring in Christus dat alles ver en
ver overtrof. Al het andere werd slechts
gezien als benadering, in Christus en in
Zijn Evangelie werd gezien de eenige
weg, -de voile waarheid, het eeuwige
leven.
Al de andere kwesties, die op de Lam
beth-conferentie zijn ter sprake gekomen,
zou men kunnen noemen: vragen van
sociaal-ethischen aard. En vooral tegen
veel, wat op dit terrein is gepubliceerd,
is van andere zijden reeds protest opge-
gaan. Ons kan dit niet zoo bevreemden,
vooral niet als wij er op letten, hoe in de
15de resolutie openlijk dingen zijn gezegd
over gezinsbeperking, die men van een
dergelijke kerkelijke vergadering aller-
minst had verwacht. Toch zijn er ook
over het huwelijk da^ar dingen gezegd, die
zeker op algemeene instemming mogen
rekenen. Men heeft o.m. gezegd, hoe in
de verheven opvatting van het huwelijk,
hevig bombardement ondergaan; dit stuk
was nu gereed voor den volgenden brand.
Kennard hield zijn paard in en wees
naar den boom.
..Daar is jou betooverde woudreus,
Westerman", verkondigde hij met een
sprankje ironie.
De ander knikte, maar antwoordde niets.
„Ik laat hem omkappen, zie je."
„Ja", bromde Westerman. „Dat heb ik
ook begrepen."
Simonis stak een cigaret op.
„Je bent dus niet bang voor die oude
inlandsche legende, wel vroeg hij, zon-
der op te kijken.
De administrateur lachte.
,,Bang Waarom zou ik bang zijn
De inlanders zullen heusch geen repres-
saillemaatregelen nemen; ze z9n niets
oorlogszuchtig. Over een poosje zullen ze
me dankbaar zijn, dat ik dien bedrieger
aan de kaak heb gesteld. Die ouwe schurk
van een Arangoi wil hem niet omgehakt
hebben, omdat'hij weet, dat die heele ape-
geschiedenis onzin is. Hij vecht als een
wilde kat om het ding te sparem- dan
wordt hij niet ontmaskerd. Dat heb ik
dadelijk begrepen."
De dokter balanceerde den gedootden
lucifer op zijn knokkel en knipte hem toen
op den kalen grond, naast den geprojec-
teerden weg.
Als er iets waars in het verhaal is, dan
zou ik liever niet in jou schoenen staan,
Kennard haalde ongeduldig de schou-
ders op en draafde verder.
,,Tob daar maar niet over," riep hij den
ander toe, „want er is geen grein waar-
heZij lieten hun paarden bij Flavin ach
ter en togen te voet verder. De balk, die
i Simonis op den avond van hun jachtparti;
had afgeschrikt, was nu uitgedijd tot een
behoorlijke houten brug van een meter
zooals Jezus die heeft geleerd, de oplos-
sing moet worden gevonden van de pro
blemen, waarvoor wij staan. In zake
echtscheiding heeft men het afgekeurd,
dat het huwelijk van iemand, wiens vorige
echtgenoot(e) nog in leven was, kerkelijk
zou worden ingezegend.
Vroegtijdige' inlic'hting van de jeugd,
op het punt van het sexueele vraagstuk
achtte men zeker niet ongewenscht, en op
de noodzakelijklheid van een speciale
voorbereiding voor het huwelijk werd de
nadruk gelegd.
Dan werd er ook over het rassen-
vraagstuk gehandeld. De conferentie
stemde volmondig toe, dat de overheer-
sching van het eene ras door het andere
van christelijk standpunt uit alleen kon
worden gerechtvaardigd, wanneer de
hoogste welvaart van het onderworpen
ras het voortdurend oogmerk der regee-
ring was en wanneer deze met inspan-
ning van alle krachten als doel nastreefde,
dat° dit onderworpen ras in geleidelijk
toenemende mate deel kreeg aan het be-
stuur over het eigen land. Voortaan
zouden dan ook alle „communicanten"
zonder onderscheid van kleur of ras toe-
gang krijgen tot het H. Avondmaal, en
zou niemand uit de kerk mogen worden
geweerd.
Dan werd ook gesproken over de
kwestie van oorlog en vrede. De confe
rentie sprak als haar overtuiging uit, dat
de vrede nooit van duurzamen aard zal
zijn, zoolang niet de internationale ver-
houdingen beheerscht worden door reli-
gieuse en ethische normen. Tegelijk werd
om dit alleen nog maar te noemen
verklaard, dat de Christelijke kerk in elk
land verplicht zou zijn om te weigeren om
ook maar iets te maken te willen hebben
met een oorlog, ten aanzien waarvan de
regeering des lands niet had verklaard
bereid te zijn het geschil, waarover het
ging, te onderwerpen aan arbitrage en
verzoeningspogingen.
Wij moesten korter zijn over dit alles
dan wij zelf wel wilden. Maar dit weinige
was ongetwijfeld genoeg om ons op-
schrift als juist te bewijzen.
MAAL- EN MENGGEBOD.
De Tweede Kamer over het
ontwerp-Tarwewet.
De Tweede Kamer heeft haar voorloopig
verslag uitgebracht over het wetsontwerp
houdende bepalingen in het belang van de
inheemsche ta.rwet.ee]t (het zgn. maal- en
LEEU WARDEN
(Ingez. Med.)
iipoiur
(Ingez. Med.)
menggebod), waaraan we het volgende ont-
leenen
Vrij algemeen kon men zich vereenigen met
het denkbeeld om maatregelen te nemen tot
steun van dat deel van de 1 an dbouw en de be-
volking, dat in hooge mate de nadeelen van
de heerschende crisis ondervindt, al bestond
omtrent de wijze, waarop die steun zou moe-
ten worden verleend, geen eenstemmigheid.
.Verscheidene leden merkten daarbrj op, dat
de Regeering met deizen maatregel niet zal
kunnen volstaan. Wordt h.;i. aan den land-
bouw in de veenkolonien en ook aan. de sui-
kerbietenteelt niet spoedig krachtige steun
geboden, dan zijn de gevolgen niet te over-
zien. De toestand wordt nog erger door
dumpingspraktijken van het buitenland. Het
zou onverantwoordelijk zijn, indien geen maat
regelen werden genomen.
In zijn tegenwoordigen vorm
moeilijk aanyaardbaar.
Verseheidene leden waren van oordeel, dat
*t wetsontwerp in zrjn tegenwoordigen vorm
moeilijk voor aanneming vatbaar is. Het
spreekt vanzelf, dat men niet alles in de wet
kan regelen, maar eenige richtlrjnen hadden
toch wel daarin kunnen worden neergelegd.
Krachtens het onderhavige wetsontwerp zou
ook de verwerking van aardappelmaal kun
nen worden toegestaan, hetgeen verscheidene
leden een onoverkomelijk bezwaar zouden
achten.
Ook had het maximum -percentage inland
sche tarwe, dat verwerkt zal moeten worden.
in de wet kunnen worden bepaald. In de wet
zelf moeten de hoofdlrjnen worden getrokken,
waarop de regeling zal berusten, waardoor
de mogelijkheid wordt geschapen zich een
oordeel te vormen over de werking van den
voorgestelden maatregel.
De voorgestelde maatregel kwam aan som-
mige leden dan ook weinig doordaoht voor.
Hij mist bovemdien het karakter van een
crisismaatregel. Daarin zal althans kunnen
breed, zoodat de dokter den overkant be-
reiken kon, zonder iets van zijn waardig-
heid in te boeten. Tusschen de brug en
den nieuwen weg kregen ze Flavin in het
oog, die hun tegemoet kwam met Sabatoe
vlak aditer zidh.
,,Goeien morgen, Flavin, riep Ken
nard. ..Is die vogelverschrikker van jou
in de buurt y
,,Ik denk het wel," antwoordde de
andere. ,,Voorzoover ik weet, gaat hij
hier nooit vandaan."
De administrateur lachte eens grimmig.
,,Nu, dan zal hij er eindelijk toe moe
ten besluiten. Die boom moet vallen en
we zijn op weg om hem dat mee te
deelen".
Hij knikte stuursch tegen den'aannemer
en stapte weg door het struikgewas. De
anderen volgden wat langzamer. Flavin,
die naast Westerman kwam loopen.
schonk hem een van zijn zeldzame glim-
ladijes.
,,Dus staan de zaken zoo.
,,Het is zonde en jammer", antwoordde
Westerman met een veel-zeggend schou-
der-ophalen. „Ik heb het hem al weken
lang in zijn ooren gedreund, maar hij wil
niet luisteren."
Toen ze eindelijk bij de open ruimte
waren, sdharrelde Kennard in de buurt
van het bamboezen huisje en Simonis
hield zich, om redenen, die begrijpelijk
genoeg waren, wat op den achtergrond.
,,Ik zie den vent nergens", zeide de
administrateur, terwijl hij door den in-
gang gluurde. Hij merkte de gong op, die
rechts van hem stond op eenigen afstand
en sloeg er met zijn rijzweep op.
Een woeste kreet weerklonk en Aran
goi sprong van achter den boom te voor-
sdiijn, zijn stok zwaaiend en onverstaan-
bare klanken uitend.
,,Pas op, mijnheer 1" riep Flavin uit'.
,,De kerel is half gek."
Kennard bleef staan, zijn rijzweep hield
hij op zijn rug en bij bekeek de verschij-
ninq van top tot teen.
,,Ben jij degene, dien ze Arangoi noe
men informeerde hij in het Maleisch.
Op het geluid van zijn stem hield de
inlander op met gebaren. Hij richtte zich
in zijn voile lengte op en keek den admi
nistrateur strak aan.
,,Ik ben Arangoi", antwoordde hij in
zijn eigen taal. „Ik ben de bewaker van
den geest, die daar boven in de takken
loert. Ik spreek tot hem en hij antwoordt.
Hij is een verschrikkelijke geest ver-
schrikkelijk en machtig, maar hij freest
mij, omdat ik dezen talisman bezit."
Hij zweeg en hief den koperen aap
hoog boven zijn hoofd.
„Zoo houd ik hem gevangen", ging hij
als tot zich zelf voort. ,,Soms als ik slaap,
voel ik, hoe hij worstelt om vrij te komen
en dan ontwaak ik en hij strijdt niet
meer."
Zijn stem verhief zich tot een schrillen
schreeuw.
„Hier is de talisman", verzekerde hi).
.Terwijl hij in mijn bezit is en de boom
blijft staan, is alles goed."
Kennard schudde langzaam het rioofd.
,,Ik laat je boom vellen, Arangoi", ver-
klaarde hij ronduit.
Arangoi staarde hem niet begnjpend
aan. Een woest licht scheen in zijn oogen
en opeens keerde zijn blik zich weer
den kleinen inlandschen aannemer, die
naast Flavin stond en een vettigen stroo-
hoed tusschen zijn vingers draaide.
..Wat zegt de toean besar toch, baba-
De aannemer herhaalde Kennards
woorden in het Dusunsch dialect.
De oude man bracht zijn hand naar zgn
voorhoofd en sloeg wankelend tegen de
gong aan. (Wordt vervolgd.)