ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
HELDER WIT door
STUFSEL
No. 8603.
MAANDAG 10 NOVEMBER 1930
70e Jaargang
BIBNEHLAND.
FEtJILLETON.
Vampier-Vleugel
ottimxB&BmtMxxx&mMmKEiBnMmmmma
door
SAX ROHMER.
79) (Vervolg.)
,,Na een paar maanden kwam daar
Juan en al mijn gevoelens, die ik dood
dadht, ontwaakten tot nieuw leven. Hij
was verlaten, gebroken, diep aewond in
zijn hart, maar nog meer, geloof ik, in zijn
trots, die gevaarlijke, sleohte trots, die
een erfstuk is van zijn familie en die in
zooveel verschilt met den trots, dien wij
Franschen, kennen
,,Ysola de Valera was van hem weg-
geloopen, was zijn huis op Cuba ont-
vludht. Ja, een vrouw had het gewaaad,
om hem te verlaten, hem, Don Juan Me-
nendez, die al zooveel vrouwen verlaten
had. In mijn oogen was dat pathetisch.
Ik had werkelijk medelijden met hem. Hij
had de heele wereld afgezocht. Hij had
die kleine, blonde Crgoolsche lief, zooals
hij mij nooit had liefgehad. Maar toen
zijn hart gebroken was, kwam hij bij mij
terug en ik" haar stem begon te tril-
len ,,ik vergaf hem alles. Hij hield nog
van me, begrijpt u Ah Ze begon te
lachen. „Ik ben geen vrouw, die men ge-
makkelijk vergeet. Maar het gevoel waar-
voor hij leefde, de groote hartstocht die
zijn ziel versdhroeide, was geen liefde,
maar wraak.
,,Hij was een gebroken man, niet alleen
naar geest, maar ook naar liohaam. Ik
zal u vertellen, hoe dat kwam. Op het
eiland, waarvan ik den naam niet heb
willen noemen, komt een verschrikkelijke
ziekte voor, een ziekte, die door de negers
de ,,loerende ziekte" genoemd wordt. Men
beweert, dat die ziekte uit een gevaarlijk
moeras, dat de Zwarte Strook heet, af-
komstig is en een gedeelte van die Zwarte
Strook' ligt vlak bij de hacienda, waarop
Juan nu en dan eenige maanden door-
bracht."
Harley maakte een kleine beweging van
verbazing en keek mij veelbeteekend aan.
,.Ze denken met ze bedoel ik de
negers dat het tooverij is, Voedoe, of
het werk van den Obeab-man, den too-
venaar. Het uit zich op twee manieren,
vlug en langzaam. De menschen, die door
den vluggen vorm aangetast worden, ver-
zwakken met den dag en sterven ten
slotte onder heftige pijnen. De anderen
herstellen, of beter, schijncn te herstellen.
Volgens mij is het een quaestie van weer-
standsvermogen. Juan had die ziekte ge-
had en was hersteld, tenminste. dat be-
weerden de dokters, maarah
Ze liet zich achterover vallen en bleef
zoo een paar oogenblikken liggen. Dan
gina ze langzaam voort:
,,Na een jaar, of soms twee of drie
komt een korte aanval van pijn, even fel
als de prik van een naaldSoms in
den voet, soms in de hand of in den arm.
Zoolang het er is, is 't verschrikkelijk, om
radeloos van te worden, maar het duurt
slechts een paar minuten. Dan is het weg
en niets herinnert den zieke eraan, dat hij
eenige minuten in de hel geleefd heeft.
Maar, mes amis, die pijn staat gelijk met
een doodvonnis.
A-vanVALKEMBURG'S:*
i -LEEUWARDEN
MINISTER DE GEER NEEMT HET VOOR
DE HALVE CENT OP.
welluidende stem voortgina:
,,Er is maar een man in Europa, die dit
kent en begrijpt, die een studie van de
zoogenaamde ,,loerende ziekte gemaakt
heeft. Dat is een Franschman en hij
woont in Parijs. Juan was bij hem ge-
weest en die knappe dokter had hem eer-
lijik gezegd: Als je je heel rustig houdt
en je niet onnoodig inspant en niet meer
lichaamsbeweging neemt, dan voor het
behoud van je gezondheid noodig is, heb
je nog een jaar te leven
„God!" kreunde Harley.
,,Ja, zoo luidde het vonnis. En herstel
is niet mogelijk. De arme stakker, die die
ziekte heeft. kan niet anders doen dan
wachten, wachten op die plotselinge
doodelijke pijn. Met de kans, dat die in
zijn hart komt en het ,,fini' zal zijn. Ja.
Ditdeze levende dood en wraak
waren de twee dingen, die nog in Juan's
leven telden, toen hij bij mij in Nice kwam.
Na maanden zoeken had ihij Ysola de
Valera qevonden. Ze woonde in Enge-
land. Door een toevallig opgevangen
opmerking in een hotel te Londen was hij
te weten gekomen, dat op een villa in een
dorpje in Surrey een Chineesche bediende
was en dat het feit het heele dorpje in
opschuddjng gebracht had. Hij had
dadelijk "navraag laten doen en was te
weten gekomen, dat Colin Camber, de
man die Ysola van hem gestolen had.
met haar in het Guest House bij Market
Hilton woondeEnja, hoe moet
ik u de rest vertellen?"
,,Genadige hemel riep Harley uit met
een uitdrukking van afgrijnzen in zijn
oogen. „Ik begrijp het al
Madame keerde zich met een van haar
vlugge bewegincjen naar hem toe.
,,Mr. Harley", zei ze met een glimlach,
,,u bent knap, buitengewoon knap. U bent
een genie. En ik heb de kradht om u
alles te vertellen, omdat ik me vanavond
gelukkig gevoelNu dan. Doordat
Juan buitengewoon rijk was, slaagde hij
er in, Cray's Folly van Sir John Apple-
ton, den eigenaar van dit landgoed, te
koopen. Ja te koopen. Hij vertelde
iedereen, dat hij het gehuurd had, maar
hij had het gekocht. Hij had den eigenaar
tweemaal de waarde betaald en zoo was
het hem gelukt, om het in zijn bezit te
krijgen.
r.M isms
IOG-PER PAKJE
,,Maar zijn plan was nog lang niet af...
het was nog niets dan een sdhema, door
zijn knap, wreed verstand uitgedacht. U
kijkt verbaasd, dat ik wreed zeg? O, ik
zou u verihalen van het geslacht Menen-
dez kunnen vertellenverhalen van
dingen, die ze uit liefde of wraakzucht
gedaan hebben, die u, die het leven todh
door en door kent, niet zoudt willen ge-
looven. Nee, heusdh, die u niet zoudt
willen gelooven. Maar laat ik voortgaan.
Zal ik u eens vertellen, op welke voor-
waarde hij bij mij terugkwam? Ja? Goed.
Nog eens zou hij die martelende pijn
dulden, zou hij het wadhten dulden, want
hij was moedig, o, zoo moedig... Maar
als de verschrikking van het wachten
zelfs voor zijn moedig hart te vreeselijk
werd, zou ik, die ook moedig was, en die
van hem hield" ze wadntte even
Begrijpt u wat ik bedoel?"
Harley knikte zwijpend en opeens
voelde ik Val Beverley s slanke vingers
in de palm van mijn hand.
,,1'k stemde toe", ging de welluidende
stem voort. ,,Het was een liefdedaad, die
ik van ieder, die mij liefhad, ook gevraagd
zou hebben. Maar te moeten sterven met
het weten. dat een ander de vrouw. die
hem verlaten had. bezat, was te veel
Juan Menendez. Wat hij oorspronkelijk
van plan was, ben ik nooit te weten ge
komen. Maar een paar weken geleden
kwam, ge'inspireerd door de ligging van
Cray's Folly ten opzichte van het Guest
House en dat wat hij mij gevraagd had te
doen: het groote plan!
(Wordt vervolgd.)
ABONNEMENT8PRWS: Btnnen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post /1.80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgl6 en Amerika 2,25. overlge lan den 2.60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buiten land alleen bij voorultbetaling.
IJltgeefster: Flrma P. I. VAN DE 8ANDK.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f0,80 Voor elkeD re#el meer J0-3®
Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen vermlnderd tarlef, hetwelk op aanvraag
verkrfjgbaar is. Inzending van advertentien Hefst 66n dag voor de nltgav*.
PIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVONB.
WIJZIGING VAN DE STUWADOORSWET.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de Stuwadoorswet.
Dit wetsontwerp, dat strekt ter vervanging
van het ontwerp van 1921, beoogt in de eerste
plaats een nieuwe regeling van den arbeids-
tijd. Deze gaat uit van een maximum-
arbeidsduur van 8% uur per dag en 48 uren
per week, behoudens de krachtens de wet te
stellen uitzonderimgen. Hierdoor worden
dus de normen gevolgd, welke sinds 1922 in
de Arbeidswet 1919 voor den arbeid
in fabrieken of werkplaatsen zijn neer-
gelegd. Het inspannend karakter van den
stuwadoorsanbeid rechtvaardigt deze gelijk-
stelling. Een dergelrjke regeling sluit zich
bovendien aan bij hetgeen in een zeer groot
deel van het havenbedrijf sinds eenige jaren
geldt. Een vrijwillige regeling als de bestaan-
de loopt echter gevaar wanneer ook maar een
klein deel der concurreerende ondememingen
zich daarbij niet aansluit zooals reeds het ge-
val is.
Een tweede hoofdpunt van het ontwerp is
de uitbreiding van de werkingsfeer der Stu
wadoorswet. Tot dat deel zijm in de definitie
van „stuwadoorsarbeid" verschillende aanvul-
lingen aangelbracht, waarvan de voomaam-
ste is de opneming in die definitie van „bij
algemeenen maatregel van bestuur aange-
wezen werkzaamheden, bestaande in of ver-
band houdende met het opslaan, verwerken
en afleveren van goederen in bij dien alge
meenen maatregel aangewezen pakhuizen,
opslagplaatsen, vaartuigen en voertuigen."
Hierdoor zal het mogelijk worden tal van
werkzaamheden, die in het havenbedrijf ver-
richt worden, doch die thans niet onder de
wettelijke omschrijrving van stuwadoorsarbeid
vallen, zooals in op de kade zich bevindende
pakhuizen in de veemem, in het expeditie-,
Rrjnbeurt en schuitevoerdersbedrijf, onder de
wet te brengen.
De tegenwoordige toestand, dat de arfbeid
van in het havenbedrijf werkzame arbeiders
n,u eens onder de Stuwadoorswet valt, dan
weder daaraan onttrokken is, is uit een oog-
punt van doelmatige arbeidersbescherming
zeer onbevredigend.
Voorts is aan het derde onderdeel der be
staande definitie toegevoegd: het controlee-
ren van goederen, het wegen, het meten, het
monstememen, het onderhouden van inrich-
tingen en werktuigen en het houdem van toe-
zicht. De arbeiders, die deze werkzaamheden
verrichten, hebben in den regel de bescher-
ming der wet ervenzeer noodig als de eigen-
lijke bootwerkers en zij, die inrichtingen of
werktuigen bedienen.
Evenals zulks krachtens de Arbeidswet kan
geschieden, wordt de mogelijlkheid geopend,
personen, die uitslui'tend of in hoofdzaak met
leiding zijn belast, aan de bepalingen omtrent
de arbeids- en rusttijden te onttrekken.
De definitie van zeeschip is in avereenr
stemming gebracht met die, welke art. 310
van het Wetboek van Koophandel daarvan
geeft. In de definitie zijn voorts als uitzon-
dering naast de oorlogs- en de visschers-
schepen genoemd de Rijksvaartuigen.
Verder wordt voorgesteld het bepaalde in
het eerste lid onder d van art. 28 der Stuwa
doorswet te doen vervallen, zoodat ook op de
stuwadoorsarbeid, in dienst van een publiek-
rechtelrjk lichaam verricht, de bepalingen
dezer wet toepasselijk zullen zijn.
De voorgestelde toevoeging der woorden
„behoudens bij algemeenen maatregel van be
stuur aangewezen werkzaamheden" aan het
slot van het tegenwoordige art. 4 der wet is
noodig, omdat door een eventueele uitlbreiding
van de werkingssfeer der wet over arbeid in
de veemen en andere haveninrichtingen de
wet ook toepasselijk zal worden op verschil
lende soorten arbeid, die door vrouwen en
jeugdige personen worden verricht, waartegen
uit gezondheidsoogpunt geen bezwaar behoeft
te worden gemapkt. Hier wordt gedacht aan
sorteeren van verschillende goederen, naaien,
versrtellen, dichtnaaien van zakken, merken
iz.
Een nieuw voorgesteld tweede lid van art.
4 waakt ervoor, dat voor vrouwen en jeugdige
personen arbeid, dien zij volgens de tegen
woordige Stuwadoorswet niet mogen verrich
ten, verboden zal blijlven, terwijl een derde lid
ten doel heeft te verzekeren, dat voor deze
groepen van arbeiders ook in de toekomst de
bijzondere bescherming van de artt. 9, 10, 11,
12 en 67 der Arbeidswet zal blijven gelden.
Vervolgens heeft het wetsontwerp ten doel
om de arbeidskaarten af te schaffen, voor
welker handhaving geen voldoende beweeg-
redenen meer zijn aan te voeren.
Wat nog de bovengenoemde normen van
den arbeidstijd betreft, wordt de verdere
regeling van arbeids- en rusttijden overgelaten
aan een algemeenen maatregel van bestuur.
Bij dien maatregel zullen de noodige voorzie-
ningen getroffen moeten worden, om, in ver-
band met den aard van het bedrijf, de be-
grenizing van den arbeidsduur voldoende
elasticiteit te laten.
Zoo zal in de eerste plaats bij dien maat
regel overschrijding van den wettelijken werk-
tijld met 1% uur per dag zijn toe te staan
voor het beeindigen der werkzaamheden aan
een zeerschip, een ruim, een lichter of een
voertuig, of daarmede verband houdende
werkzaamheden, zonder dat hieraan de ver-
plichting verbonden wordt het verrichte
overwerk door een korteren werktijd op an
dere dagen te compenseeren.
Ook zal overschrijding van het dag- en
weekmaximum moeten worden toegestaan
voor personen, die voorbereidenden of vol-
tooi'ingsarbeid verrichten, Zooals arbeiders be-
last met het verzorgen of voor gebruik ge-
reed maken van machinale inrichtingen, en
bepaalde categorieen van opzichthoudend
person eel.
In de derde plaats zal moeten worden be-
paald, dat wanneer arbeiders, die los- of laad-
arbeid verrichten, krachtens een overwerk-
vergunning langer dan normaal werken, een
gelijke verlenging zal gelden voor de arbei
ders, die den daarmede verband houdenden
arbeid van wegen, controleeren, meten,
monstememen en ontvangen van goederen
verrichten.
Het ligt voorts in de bedoeling van den
Minister te bevorderen, dat in den bestuurs-
maatregel, bedoeld in het eerste lid van het
nieuwe art. 9, bepalingen worden opgenomen
van soortgelijke strekking als het derde tot
en met het zesde lid van art. 28 der Arbeids
wet.
Het derde lid van het nieuwe art. 9 maakt
het mogelijk den arbeid van havenarbeiders
op Zaterdag na iy2 uur des middags in den
regel te verbieden.
De begrenzing van de wettelijke arbeids-
week is voorts niet meer beperkt tot het tijd-
vak tusschen Maandagmorgen 6 uur en Zater-
dagavond 12 uur, doch zij omvat de geheele
kalenderweek. De arbeid op Zondag en in den
nacht van Zondag op Maandag telt dus mee
bij het totaal der week.
Volgens het nieuwe art. zal het verbod van
Zondagsarbeid niet gelden voor het laden of
lossen van postzendingen, alles wat behoort
tot uitrusting van het schip, de bagage van
de reizigers en de bemanning, alsmede het
proviand en het water, ook wanneer daartoe
wordt gebruik gemaakt van krachtwerk-
tuigen.
Verder wordt voorgesteld de stuwadoors
wet in overeenstemming te brengen met het
verdrag van Kopenhagen van 28 Januari 1926
betreffende de zeerwaardigheid en de uitrus-
(Ingez. Med.)
A
ting van schepen, terwijl mede een bepaling
is opgenomen om te voorkomen, dat schepen
gebouwd worden, waarbiji geen rekening is
gehouden met de eischen ten aanzien van
plaatsing en inrichting van luiken, ladders,
laadboomen, lieren enz.
Ten aanzien van een artikel betreffende
de veiligheidscommissies wordt opgemerkt,
dat hierin ten grondslag ligt de gedachte, dat
de wet alleen enkele algemeene regels be
hoort te stellen en dat de nadere regeling
dezer materie behoort te worden overgelaten
aan een algemeenen maatregel van bestuur.
In een nota naar aanleiding van het ver-
slag inzake de begrooting van het Staats-
muntbedrijf voor 1931, zegt de minister van
Financien, dat hij ten aanzien van de vraag,
of het geen aanbeveling zou verdienen, het
halvecentstuk te doen verdwijnen, nog steeds
op het standpunt staat, door hem ingenomen
in de memorie van antwoord van 1923. Tal
van artikelen worden voor«2y2, 7%, 12% cent
enz. verkocht. Bij afschaffing van den halven
cent zouden de prijzen allicht naar boven wor
den afgerond. Overigens zou inderdaad, gelijk
in het verslag wordt opgemerkt, de gewenschte
vereenvoudiging niet worden bereikt. Indien
niet ook het 2%-centstuk wordt afgeschaft,
en dit muntstuk kan, ook naar de meening
van den minister, bezwaarlijk worden gemist.
TEGEN EEN MAAL- EN MENGGEBOD
VAN INLANDSCHE TARWE.
De Kon. Ned. Middenstandsbond heeft d.d.
5 dezer het volgende 'adres gezonden aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Land-
bouw:
,,Het algemeen bestuur van den Koninklij-
ken Nederlandschen Middenstandsbond, laat-
stelijk geedgekeurd bij Kon. Besluit van 14
Augustus 1924 No. 33,
kenn-is genomen hebbend van de persberich-
ten over het voomemen der regeering tot in-
voering van een maal- en menggebod van in-
landsche tarwe, hetwelk moet strekken tot
steun aan den landboyw.
overwegende, dat het nog zeer de vraag is,
of langs dezen weg het gestelde doel wel zal
worden bereikt, doch dat wel vaststaat, dat
een groote groep van den handeldrijvenden en
industrieelen middenstand door vorenbedoelde
maatregelen emstig zal worden geschaad.
overwegende verder, dat het gevolg van op-
gemelde maatregelen noodwendig zal zijn, dat
het brood minder van kwaliteit en hooger in
prijs zal Worden, wat toch zeer zeker niet in
het algemeen belang is,
verzoeken Uwe Excellentie met den meesten
aandrang geen gevolg te geven aan haar
voomemen om een maal- en menggebod in te
voeren, doch den landbouw zoo mogelijk op
andere wijze te steunen".
Het orgaan van Middenstandsbond schrijft
over dit onderwerp o.m.:
,,Er heerscht beroering in de kringen van
degenen, wien het wel en wee van ons land
ter harte gaan! De economische depressie
als directe aanleiding, maar in wezen de tol-
barriferes tusschen de staten van ons wereld-
deel hebben een situatie geschapen, welke
voor onze volkshuishouding alles behalve aan-
,,Komt het hier," ze hief haar slanke
rechterhand op ,,dan heeft men nog
vijf jaar te leven; komt het in den voet,
dan kan het uitstel nog wel tien jaar
duren. Maar" haar stem werd opeens
veel zachter en lager ,,maar hoe dich-
ter bij het hart, des te korter is de levens-
termijn, die den lijder nog toegestaan is".
,,U wilt zeggen, dat het terugkomt?"
vroeg Harley.
,,Ja. Soms al over een week, soms pas
over een jaar. Men is nooit zeker, wan
neer. En den tweeden keer is het didhter
bij de borst, in den sohouder bijvoorbeeld
of in de knie. Dat is de tweede waar-
schuwing. Drie keer kan het terug-
komen. soms, in de gunstigste gevallen
vier keer, maar ten slotte" ze legde
haar hand op haar borst ,,komt het
hier en dan is alles afgeloopen'
Ze hield op met spreken en sloot haar
oogen, of het verhaal haar krachten uit-
geput had. Wij, de drie, die zaten te
luisteren, keken elkaar aan en bleven in
eerbiedige stilte zitten afwachten, tot de
genaam is. Zooals bekend, gaat het den land
bouw slecht; in die mate zelfs, dat een staats-
commissie op middelen zint om hem uit de
moeilijkheden te helpen.
Daartegenover zullen velen in onze kringen
de vraag opwerpen: Gaat het handel, nijver-
heid, scheepvaart... gaat het onzen midden
stand dan beter? Is het niet zonder nu in
uiterst pessimisme te vervallen malaise wat
de klok slaat?
Laten wij ons momenteel niet in die ove
rigens zeer actueele vragen verdiepen, doch
constateeren, dat wij alien een moeilijken, zeer
moeilijken tijd doormaken, waar het ,,beroerd"
voor den een, vergeleken met het ,,beroerd"
voor den ander, ten hoogste een kwestie van
gradueel verschil is.
iDe regeering wil nu in de eerste plaats een
onzer voomame welvaartsbronnen, den land
bouw, steunen en zij heeft daartoe een maal-
en menggebod ontworpen, dat aan de belang-
hebbende organisaties is voorgelegd om zich
daarover uit te spreken. De landbouworgani-
saties hebben daarmee over 't algemeen in-
stemming betuigd, doch uit de kringen van het
bedrijfsleven komt vrijwel unaniem verzet.
Zelfs was dezer dagen een commissie uit de
bakkersorganisatie doende, om een regeling
te ontwerpen, volgens welke een accijns van
25 cents zou worden geheven per baal meel,
voor de broodbereiding gebruikt, waarvan de
opbrengst zou moeten dienen om de betrok-
ken landbouwers te steunen in de plaats van
een maal- en menggebod.
Evenwel heeft ook dit plan geen algemeene
inste'mming kunnen verwerven en ziet men
praktisch geen kans om langs den weg van
bijzondere maatregelen uit de impasse te ge-
raken. Geen wonder! Er is geen protectie
van een bepaalde groep denkbaar, zonder dat
een andere groep geschaad wordt."
Het orgaan sluit zich aan bij diegenen, die
zich op het standpunt stellen, dat zoo de
landbouw dan al geholpen moet worden, ver-
laging van lasten en leniging van den ergsten
nood door individueele steunverleening de
eenige uitkomst zal zijn.
„Per saldo", zoo besluit het weekblad De
Middenstandsbond, „moet het Nederlandsche
volk in zijn geheel de kosten der noodmaat-
regelen toch opbrengen en dan verkiezen wij
den directen weg steun uit een openbare
kas boven den indirecten, waarbij de ge-
volgen voor tal van andere bedrrjven en niet
het minst voor den consument zeer nadeelig
zullen zijn.
Het beoordeelen van vraagstukken als deze
is intusschen uiterst moeilijk en daarom zul
len wij ons vooralsnog niet begeven in een be-
schouwing over de wel gewettigde vraag:
Waarom juist de landbouw? Komt de regee
ring hier niet op een hellend vlak? Zal zij
redelijkerwijze steun aan andere groepen kun
nen weigeren, zoo die vermogen aan te toonen,
dat ook zij ten einde raad zijn en in den put
zitten?"
DE CRISIS IN DEN LANDBOUW.
Vrijdagmiddag werd op initiatief van de
drie afdeelingen van de Hollandsche Maat-
schappij voor Landbouw te Middelhamis een
vergadering gehouden van landbouwers op het
eiland Goeree en Overflakkee. Vierhonderd
landbouwers hadden aan den oproep gevolg
gegeven.
De Secretaris van de Hollandsche Maat-
schappij voor Landbouw, ir. Huijsman, zette
in een rede den nood der landbouwers uiteen
en de dringende noodzaak van regeerings-
steun.
Met algemeene stemmen werd tenslotte een
motie aangenomen ter verzending aan de
regeering, waarin onmiddellijke invoering van
het maal- en menggebod en steun aan de sui-
kerbietenverbouwers werd gevraagd.
Uit de vergadering werd de hoop uitgespro-
ken, dat in alle deelen van het land derge-
lijke vergaderingen worden gehouden.
N.cy'
-lA'- r 1
SB
(Ingez. Med.)
DE AVRO-LESSEN.
Het comite van huisvrouwen te Rotterdam
heeft zich tot den minister van Waterstaat
met een adres gericht, waarin zij verzoeken
aan de euvelen door den korten zender, die
thans voor de AVRO slechts beschikbaar is,
zoo spoedig mogelijk een einde te doen ma
ken, daar de dames zich voor vele draadlooze
cursussen in naaien, talen, enz., die door de
AVRO werden uitgezonden, hebben opgegeven
en daarvoor het lesgeld hebben gestort!
DE ECONOMISCHE CRISIS.
De Alg. R.K. Werkgeversvereeniging zal op
Maandag 24 November, ter gelegenheid van
haar vijftienjarig bestaan, te 's Gravenhage
een congres houden, waar ibehandeld zal wor
den de economische crisis. Inleiders zijn prof.
H. Kaag en mr. B. J. M. van Spaendonck.
Prof. dr. F. A. Weve, rector-magnificus van
de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg zal een
herdenkingsrede uitspreken.
DE ZAAK-KAPITEIN BORREN.
De Minister van Kolonien heeft, mede na-
mens den Minister van Justitie, geantwoord
op de vragen van het Tweede Kamerlid de
heer F. Vos in verband met de' aanklacht
tegen kapitein Borren met betrekking tot den
overval op Curagao.
Ontkennend wordt geantwoord op de eer
ste vraag luidende: ,,Is de aanklacht tegen
kapitein Borren door de regeering gelast?"
De tweede vraag: ,,Zoo ja, waarom is dan
met dezen officier niet tevens zijn chef, oud-
gouvemeur Fruytier, aangeklaagd behoeft
in verband met het voorgaande geen beant-
woording.
De derde en de vierde vraag luiden: „Is.
het juist, dat de heer Fruytier bij het voor-
onderzoek oorspronkelijk weigerde om op be
paalde vragen te antwoorden, daar hij daar
voor eerst ruggespraak met de regeering
moest houden? Was het de regeering be
kend, dat deze oud-ambtenaar voomemens
was deze houding aan te nemen en had de
regeering daaraan haar goedkeuring ge-
hecht?" Hierop luidt het antwoord: Hier-
omtrent is der regeering niets bekend; in ver
band daarmee behoeft het laatste deel van
de vierde vraag geen beantwoording.