ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. HELDER WIT door STUFSEL No. 8603. MAANDAG 10 NOVEMBER 1930 70e Jaargang BIBNEHLAND. FEtJILLETON. Vampier-Vleugel ottimxB&BmtMxxx&mMmKEiBnMmmmma door SAX ROHMER. 79) (Vervolg.) ,,Na een paar maanden kwam daar Juan en al mijn gevoelens, die ik dood dadht, ontwaakten tot nieuw leven. Hij was verlaten, gebroken, diep aewond in zijn hart, maar nog meer, geloof ik, in zijn trots, die gevaarlijke, sleohte trots, die een erfstuk is van zijn familie en die in zooveel verschilt met den trots, dien wij Franschen, kennen ,,Ysola de Valera was van hem weg- geloopen, was zijn huis op Cuba ont- vludht. Ja, een vrouw had het gewaaad, om hem te verlaten, hem, Don Juan Me- nendez, die al zooveel vrouwen verlaten had. In mijn oogen was dat pathetisch. Ik had werkelijk medelijden met hem. Hij had de heele wereld afgezocht. Hij had die kleine, blonde Crgoolsche lief, zooals hij mij nooit had liefgehad. Maar toen zijn hart gebroken was, kwam hij bij mij terug en ik" haar stem begon te tril- len ,,ik vergaf hem alles. Hij hield nog van me, begrijpt u Ah Ze begon te lachen. „Ik ben geen vrouw, die men ge- makkelijk vergeet. Maar het gevoel waar- voor hij leefde, de groote hartstocht die zijn ziel versdhroeide, was geen liefde, maar wraak. ,,Hij was een gebroken man, niet alleen naar geest, maar ook naar liohaam. Ik zal u vertellen, hoe dat kwam. Op het eiland, waarvan ik den naam niet heb willen noemen, komt een verschrikkelijke ziekte voor, een ziekte, die door de negers de ,,loerende ziekte" genoemd wordt. Men beweert, dat die ziekte uit een gevaarlijk moeras, dat de Zwarte Strook heet, af- komstig is en een gedeelte van die Zwarte Strook' ligt vlak bij de hacienda, waarop Juan nu en dan eenige maanden door- bracht." Harley maakte een kleine beweging van verbazing en keek mij veelbeteekend aan. ,.Ze denken met ze bedoel ik de negers dat het tooverij is, Voedoe, of het werk van den Obeab-man, den too- venaar. Het uit zich op twee manieren, vlug en langzaam. De menschen, die door den vluggen vorm aangetast worden, ver- zwakken met den dag en sterven ten slotte onder heftige pijnen. De anderen herstellen, of beter, schijncn te herstellen. Volgens mij is het een quaestie van weer- standsvermogen. Juan had die ziekte ge- had en was hersteld, tenminste. dat be- weerden de dokters, maarah Ze liet zich achterover vallen en bleef zoo een paar oogenblikken liggen. Dan gina ze langzaam voort: ,,Na een jaar, of soms twee of drie komt een korte aanval van pijn, even fel als de prik van een naaldSoms in den voet, soms in de hand of in den arm. Zoolang het er is, is 't verschrikkelijk, om radeloos van te worden, maar het duurt slechts een paar minuten. Dan is het weg en niets herinnert den zieke eraan, dat hij eenige minuten in de hel geleefd heeft. Maar, mes amis, die pijn staat gelijk met een doodvonnis. A-vanVALKEMBURG'S:* i -LEEUWARDEN MINISTER DE GEER NEEMT HET VOOR DE HALVE CENT OP. welluidende stem voortgina: ,,Er is maar een man in Europa, die dit kent en begrijpt, die een studie van de zoogenaamde ,,loerende ziekte gemaakt heeft. Dat is een Franschman en hij woont in Parijs. Juan was bij hem ge- weest en die knappe dokter had hem eer- lijik gezegd: Als je je heel rustig houdt en je niet onnoodig inspant en niet meer lichaamsbeweging neemt, dan voor het behoud van je gezondheid noodig is, heb je nog een jaar te leven „God!" kreunde Harley. ,,Ja, zoo luidde het vonnis. En herstel is niet mogelijk. De arme stakker, die die ziekte heeft. kan niet anders doen dan wachten, wachten op die plotselinge doodelijke pijn. Met de kans, dat die in zijn hart komt en het ,,fini' zal zijn. Ja. Ditdeze levende dood en wraak waren de twee dingen, die nog in Juan's leven telden, toen hij bij mij in Nice kwam. Na maanden zoeken had ihij Ysola de Valera qevonden. Ze woonde in Enge- land. Door een toevallig opgevangen opmerking in een hotel te Londen was hij te weten gekomen, dat op een villa in een dorpje in Surrey een Chineesche bediende was en dat het feit het heele dorpje in opschuddjng gebracht had. Hij had dadelijk "navraag laten doen en was te weten gekomen, dat Colin Camber, de man die Ysola van hem gestolen had. met haar in het Guest House bij Market Hilton woondeEnja, hoe moet ik u de rest vertellen?" ,,Genadige hemel riep Harley uit met een uitdrukking van afgrijnzen in zijn oogen. „Ik begrijp het al Madame keerde zich met een van haar vlugge bewegincjen naar hem toe. ,,Mr. Harley", zei ze met een glimlach, ,,u bent knap, buitengewoon knap. U bent een genie. En ik heb de kradht om u alles te vertellen, omdat ik me vanavond gelukkig gevoelNu dan. Doordat Juan buitengewoon rijk was, slaagde hij er in, Cray's Folly van Sir John Apple- ton, den eigenaar van dit landgoed, te koopen. Ja te koopen. Hij vertelde iedereen, dat hij het gehuurd had, maar hij had het gekocht. Hij had den eigenaar tweemaal de waarde betaald en zoo was het hem gelukt, om het in zijn bezit te krijgen. r.M isms IOG-PER PAKJE ,,Maar zijn plan was nog lang niet af... het was nog niets dan een sdhema, door zijn knap, wreed verstand uitgedacht. U kijkt verbaasd, dat ik wreed zeg? O, ik zou u verihalen van het geslacht Menen- dez kunnen vertellenverhalen van dingen, die ze uit liefde of wraakzucht gedaan hebben, die u, die het leven todh door en door kent, niet zoudt willen ge- looven. Nee, heusdh, die u niet zoudt willen gelooven. Maar laat ik voortgaan. Zal ik u eens vertellen, op welke voor- waarde hij bij mij terugkwam? Ja? Goed. Nog eens zou hij die martelende pijn dulden, zou hij het wadhten dulden, want hij was moedig, o, zoo moedig... Maar als de verschrikking van het wachten zelfs voor zijn moedig hart te vreeselijk werd, zou ik, die ook moedig was, en die van hem hield" ze wadntte even Begrijpt u wat ik bedoel?" Harley knikte zwijpend en opeens voelde ik Val Beverley s slanke vingers in de palm van mijn hand. ,,1'k stemde toe", ging de welluidende stem voort. ,,Het was een liefdedaad, die ik van ieder, die mij liefhad, ook gevraagd zou hebben. Maar te moeten sterven met het weten. dat een ander de vrouw. die hem verlaten had. bezat, was te veel Juan Menendez. Wat hij oorspronkelijk van plan was, ben ik nooit te weten ge komen. Maar een paar weken geleden kwam, ge'inspireerd door de ligging van Cray's Folly ten opzichte van het Guest House en dat wat hij mij gevraagd had te doen: het groote plan! (Wordt vervolgd.) ABONNEMENT8PRWS: Btnnen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr per post /1.80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgl6 en Amerika 2,25. overlge lan den 2.60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buiten land alleen bij voorultbetaling. IJltgeefster: Flrma P. I. VAN DE 8ANDK. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f0,80 Voor elkeD re#el meer J0-3® Grootere letters en cliches wor den naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen vermlnderd tarlef, hetwelk op aanvraag verkrfjgbaar is. Inzending van advertentien Hefst 66n dag voor de nltgav*. PIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVONB. WIJZIGING VAN DE STUWADOORSWET. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de Stuwadoorswet. Dit wetsontwerp, dat strekt ter vervanging van het ontwerp van 1921, beoogt in de eerste plaats een nieuwe regeling van den arbeids- tijd. Deze gaat uit van een maximum- arbeidsduur van 8% uur per dag en 48 uren per week, behoudens de krachtens de wet te stellen uitzonderimgen. Hierdoor worden dus de normen gevolgd, welke sinds 1922 in de Arbeidswet 1919 voor den arbeid in fabrieken of werkplaatsen zijn neer- gelegd. Het inspannend karakter van den stuwadoorsanbeid rechtvaardigt deze gelijk- stelling. Een dergelrjke regeling sluit zich bovendien aan bij hetgeen in een zeer groot deel van het havenbedrijf sinds eenige jaren geldt. Een vrijwillige regeling als de bestaan- de loopt echter gevaar wanneer ook maar een klein deel der concurreerende ondememingen zich daarbij niet aansluit zooals reeds het ge- val is. Een tweede hoofdpunt van het ontwerp is de uitbreiding van de werkingsfeer der Stu wadoorswet. Tot dat deel zijm in de definitie van „stuwadoorsarbeid" verschillende aanvul- lingen aangelbracht, waarvan de voomaam- ste is de opneming in die definitie van „bij algemeenen maatregel van bestuur aange- wezen werkzaamheden, bestaande in of ver- band houdende met het opslaan, verwerken en afleveren van goederen in bij dien alge meenen maatregel aangewezen pakhuizen, opslagplaatsen, vaartuigen en voertuigen." Hierdoor zal het mogelijk worden tal van werkzaamheden, die in het havenbedrijf ver- richt worden, doch die thans niet onder de wettelijke omschrijrving van stuwadoorsarbeid vallen, zooals in op de kade zich bevindende pakhuizen in de veemem, in het expeditie-, Rrjnbeurt en schuitevoerdersbedrijf, onder de wet te brengen. De tegenwoordige toestand, dat de arfbeid van in het havenbedrijf werkzame arbeiders n,u eens onder de Stuwadoorswet valt, dan weder daaraan onttrokken is, is uit een oog- punt van doelmatige arbeidersbescherming zeer onbevredigend. Voorts is aan het derde onderdeel der be staande definitie toegevoegd: het controlee- ren van goederen, het wegen, het meten, het monstememen, het onderhouden van inrich- tingen en werktuigen en het houdem van toe- zicht. De arbeiders, die deze werkzaamheden verrichten, hebben in den regel de bescher- ming der wet ervenzeer noodig als de eigen- lijke bootwerkers en zij, die inrichtingen of werktuigen bedienen. Evenals zulks krachtens de Arbeidswet kan geschieden, wordt de mogelijlkheid geopend, personen, die uitslui'tend of in hoofdzaak met leiding zijn belast, aan de bepalingen omtrent de arbeids- en rusttijden te onttrekken. De definitie van zeeschip is in avereenr stemming gebracht met die, welke art. 310 van het Wetboek van Koophandel daarvan geeft. In de definitie zijn voorts als uitzon- dering naast de oorlogs- en de visschers- schepen genoemd de Rijksvaartuigen. Verder wordt voorgesteld het bepaalde in het eerste lid onder d van art. 28 der Stuwa doorswet te doen vervallen, zoodat ook op de stuwadoorsarbeid, in dienst van een publiek- rechtelrjk lichaam verricht, de bepalingen dezer wet toepasselijk zullen zijn. De voorgestelde toevoeging der woorden „behoudens bij algemeenen maatregel van be stuur aangewezen werkzaamheden" aan het slot van het tegenwoordige art. 4 der wet is noodig, omdat door een eventueele uitlbreiding van de werkingssfeer der wet over arbeid in de veemen en andere haveninrichtingen de wet ook toepasselijk zal worden op verschil lende soorten arbeid, die door vrouwen en jeugdige personen worden verricht, waartegen uit gezondheidsoogpunt geen bezwaar behoeft te worden gemapkt. Hier wordt gedacht aan sorteeren van verschillende goederen, naaien, versrtellen, dichtnaaien van zakken, merken iz. Een nieuw voorgesteld tweede lid van art. 4 waakt ervoor, dat voor vrouwen en jeugdige personen arbeid, dien zij volgens de tegen woordige Stuwadoorswet niet mogen verrich ten, verboden zal blijlven, terwijl een derde lid ten doel heeft te verzekeren, dat voor deze groepen van arbeiders ook in de toekomst de bijzondere bescherming van de artt. 9, 10, 11, 12 en 67 der Arbeidswet zal blijven gelden. Vervolgens heeft het wetsontwerp ten doel om de arbeidskaarten af te schaffen, voor welker handhaving geen voldoende beweeg- redenen meer zijn aan te voeren. Wat nog de bovengenoemde normen van den arbeidstijd betreft, wordt de verdere regeling van arbeids- en rusttijden overgelaten aan een algemeenen maatregel van bestuur. Bij dien maatregel zullen de noodige voorzie- ningen getroffen moeten worden, om, in ver- band met den aard van het bedrijf, de be- grenizing van den arbeidsduur voldoende elasticiteit te laten. Zoo zal in de eerste plaats bij dien maat regel overschrijding van den wettelijken werk- tijld met 1% uur per dag zijn toe te staan voor het beeindigen der werkzaamheden aan een zeerschip, een ruim, een lichter of een voertuig, of daarmede verband houdende werkzaamheden, zonder dat hieraan de ver- plichting verbonden wordt het verrichte overwerk door een korteren werktijd op an dere dagen te compenseeren. Ook zal overschrijding van het dag- en weekmaximum moeten worden toegestaan voor personen, die voorbereidenden of vol- tooi'ingsarbeid verrichten, Zooals arbeiders be- last met het verzorgen of voor gebruik ge- reed maken van machinale inrichtingen, en bepaalde categorieen van opzichthoudend person eel. In de derde plaats zal moeten worden be- paald, dat wanneer arbeiders, die los- of laad- arbeid verrichten, krachtens een overwerk- vergunning langer dan normaal werken, een gelijke verlenging zal gelden voor de arbei ders, die den daarmede verband houdenden arbeid van wegen, controleeren, meten, monstememen en ontvangen van goederen verrichten. Het ligt voorts in de bedoeling van den Minister te bevorderen, dat in den bestuurs- maatregel, bedoeld in het eerste lid van het nieuwe art. 9, bepalingen worden opgenomen van soortgelijke strekking als het derde tot en met het zesde lid van art. 28 der Arbeids wet. Het derde lid van het nieuwe art. 9 maakt het mogelijk den arbeid van havenarbeiders op Zaterdag na iy2 uur des middags in den regel te verbieden. De begrenzing van de wettelijke arbeids- week is voorts niet meer beperkt tot het tijd- vak tusschen Maandagmorgen 6 uur en Zater- dagavond 12 uur, doch zij omvat de geheele kalenderweek. De arbeid op Zondag en in den nacht van Zondag op Maandag telt dus mee bij het totaal der week. Volgens het nieuwe art. zal het verbod van Zondagsarbeid niet gelden voor het laden of lossen van postzendingen, alles wat behoort tot uitrusting van het schip, de bagage van de reizigers en de bemanning, alsmede het proviand en het water, ook wanneer daartoe wordt gebruik gemaakt van krachtwerk- tuigen. Verder wordt voorgesteld de stuwadoors wet in overeenstemming te brengen met het verdrag van Kopenhagen van 28 Januari 1926 betreffende de zeerwaardigheid en de uitrus- (Ingez. Med.) A ting van schepen, terwijl mede een bepaling is opgenomen om te voorkomen, dat schepen gebouwd worden, waarbiji geen rekening is gehouden met de eischen ten aanzien van plaatsing en inrichting van luiken, ladders, laadboomen, lieren enz. Ten aanzien van een artikel betreffende de veiligheidscommissies wordt opgemerkt, dat hierin ten grondslag ligt de gedachte, dat de wet alleen enkele algemeene regels be hoort te stellen en dat de nadere regeling dezer materie behoort te worden overgelaten aan een algemeenen maatregel van bestuur. In een nota naar aanleiding van het ver- slag inzake de begrooting van het Staats- muntbedrijf voor 1931, zegt de minister van Financien, dat hij ten aanzien van de vraag, of het geen aanbeveling zou verdienen, het halvecentstuk te doen verdwijnen, nog steeds op het standpunt staat, door hem ingenomen in de memorie van antwoord van 1923. Tal van artikelen worden voor«2y2, 7%, 12% cent enz. verkocht. Bij afschaffing van den halven cent zouden de prijzen allicht naar boven wor den afgerond. Overigens zou inderdaad, gelijk in het verslag wordt opgemerkt, de gewenschte vereenvoudiging niet worden bereikt. Indien niet ook het 2%-centstuk wordt afgeschaft, en dit muntstuk kan, ook naar de meening van den minister, bezwaarlijk worden gemist. TEGEN EEN MAAL- EN MENGGEBOD VAN INLANDSCHE TARWE. De Kon. Ned. Middenstandsbond heeft d.d. 5 dezer het volgende 'adres gezonden aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land- bouw: ,,Het algemeen bestuur van den Koninklij- ken Nederlandschen Middenstandsbond, laat- stelijk geedgekeurd bij Kon. Besluit van 14 Augustus 1924 No. 33, kenn-is genomen hebbend van de persberich- ten over het voomemen der regeering tot in- voering van een maal- en menggebod van in- landsche tarwe, hetwelk moet strekken tot steun aan den landboyw. overwegende, dat het nog zeer de vraag is, of langs dezen weg het gestelde doel wel zal worden bereikt, doch dat wel vaststaat, dat een groote groep van den handeldrijvenden en industrieelen middenstand door vorenbedoelde maatregelen emstig zal worden geschaad. overwegende verder, dat het gevolg van op- gemelde maatregelen noodwendig zal zijn, dat het brood minder van kwaliteit en hooger in prijs zal Worden, wat toch zeer zeker niet in het algemeen belang is, verzoeken Uwe Excellentie met den meesten aandrang geen gevolg te geven aan haar voomemen om een maal- en menggebod in te voeren, doch den landbouw zoo mogelijk op andere wijze te steunen". Het orgaan van Middenstandsbond schrijft over dit onderwerp o.m.: ,,Er heerscht beroering in de kringen van degenen, wien het wel en wee van ons land ter harte gaan! De economische depressie als directe aanleiding, maar in wezen de tol- barriferes tusschen de staten van ons wereld- deel hebben een situatie geschapen, welke voor onze volkshuishouding alles behalve aan- ,,Komt het hier," ze hief haar slanke rechterhand op ,,dan heeft men nog vijf jaar te leven; komt het in den voet, dan kan het uitstel nog wel tien jaar duren. Maar" haar stem werd opeens veel zachter en lager ,,maar hoe dich- ter bij het hart, des te korter is de levens- termijn, die den lijder nog toegestaan is". ,,U wilt zeggen, dat het terugkomt?" vroeg Harley. ,,Ja. Soms al over een week, soms pas over een jaar. Men is nooit zeker, wan neer. En den tweeden keer is het didhter bij de borst, in den sohouder bijvoorbeeld of in de knie. Dat is de tweede waar- schuwing. Drie keer kan het terug- komen. soms, in de gunstigste gevallen vier keer, maar ten slotte" ze legde haar hand op haar borst ,,komt het hier en dan is alles afgeloopen' Ze hield op met spreken en sloot haar oogen, of het verhaal haar krachten uit- geput had. Wij, de drie, die zaten te luisteren, keken elkaar aan en bleven in eerbiedige stilte zitten afwachten, tot de genaam is. Zooals bekend, gaat het den land bouw slecht; in die mate zelfs, dat een staats- commissie op middelen zint om hem uit de moeilijkheden te helpen. Daartegenover zullen velen in onze kringen de vraag opwerpen: Gaat het handel, nijver- heid, scheepvaart... gaat het onzen midden stand dan beter? Is het niet zonder nu in uiterst pessimisme te vervallen malaise wat de klok slaat? Laten wij ons momenteel niet in die ove rigens zeer actueele vragen verdiepen, doch constateeren, dat wij alien een moeilijken, zeer moeilijken tijd doormaken, waar het ,,beroerd" voor den een, vergeleken met het ,,beroerd" voor den ander, ten hoogste een kwestie van gradueel verschil is. iDe regeering wil nu in de eerste plaats een onzer voomame welvaartsbronnen, den land bouw, steunen en zij heeft daartoe een maal- en menggebod ontworpen, dat aan de belang- hebbende organisaties is voorgelegd om zich daarover uit te spreken. De landbouworgani- saties hebben daarmee over 't algemeen in- stemming betuigd, doch uit de kringen van het bedrijfsleven komt vrijwel unaniem verzet. Zelfs was dezer dagen een commissie uit de bakkersorganisatie doende, om een regeling te ontwerpen, volgens welke een accijns van 25 cents zou worden geheven per baal meel, voor de broodbereiding gebruikt, waarvan de opbrengst zou moeten dienen om de betrok- ken landbouwers te steunen in de plaats van een maal- en menggebod. Evenwel heeft ook dit plan geen algemeene inste'mming kunnen verwerven en ziet men praktisch geen kans om langs den weg van bijzondere maatregelen uit de impasse te ge- raken. Geen wonder! Er is geen protectie van een bepaalde groep denkbaar, zonder dat een andere groep geschaad wordt." Het orgaan sluit zich aan bij diegenen, die zich op het standpunt stellen, dat zoo de landbouw dan al geholpen moet worden, ver- laging van lasten en leniging van den ergsten nood door individueele steunverleening de eenige uitkomst zal zijn. „Per saldo", zoo besluit het weekblad De Middenstandsbond, „moet het Nederlandsche volk in zijn geheel de kosten der noodmaat- regelen toch opbrengen en dan verkiezen wij den directen weg steun uit een openbare kas boven den indirecten, waarbij de ge- volgen voor tal van andere bedrrjven en niet het minst voor den consument zeer nadeelig zullen zijn. Het beoordeelen van vraagstukken als deze is intusschen uiterst moeilijk en daarom zul len wij ons vooralsnog niet begeven in een be- schouwing over de wel gewettigde vraag: Waarom juist de landbouw? Komt de regee ring hier niet op een hellend vlak? Zal zij redelijkerwijze steun aan andere groepen kun nen weigeren, zoo die vermogen aan te toonen, dat ook zij ten einde raad zijn en in den put zitten?" DE CRISIS IN DEN LANDBOUW. Vrijdagmiddag werd op initiatief van de drie afdeelingen van de Hollandsche Maat- schappij voor Landbouw te Middelhamis een vergadering gehouden van landbouwers op het eiland Goeree en Overflakkee. Vierhonderd landbouwers hadden aan den oproep gevolg gegeven. De Secretaris van de Hollandsche Maat- schappij voor Landbouw, ir. Huijsman, zette in een rede den nood der landbouwers uiteen en de dringende noodzaak van regeerings- steun. Met algemeene stemmen werd tenslotte een motie aangenomen ter verzending aan de regeering, waarin onmiddellijke invoering van het maal- en menggebod en steun aan de sui- kerbietenverbouwers werd gevraagd. Uit de vergadering werd de hoop uitgespro- ken, dat in alle deelen van het land derge- lijke vergaderingen worden gehouden. N.cy' -lA'- r 1 SB (Ingez. Med.) DE AVRO-LESSEN. Het comite van huisvrouwen te Rotterdam heeft zich tot den minister van Waterstaat met een adres gericht, waarin zij verzoeken aan de euvelen door den korten zender, die thans voor de AVRO slechts beschikbaar is, zoo spoedig mogelijk een einde te doen ma ken, daar de dames zich voor vele draadlooze cursussen in naaien, talen, enz., die door de AVRO werden uitgezonden, hebben opgegeven en daarvoor het lesgeld hebben gestort! DE ECONOMISCHE CRISIS. De Alg. R.K. Werkgeversvereeniging zal op Maandag 24 November, ter gelegenheid van haar vijftienjarig bestaan, te 's Gravenhage een congres houden, waar ibehandeld zal wor den de economische crisis. Inleiders zijn prof. H. Kaag en mr. B. J. M. van Spaendonck. Prof. dr. F. A. Weve, rector-magnificus van de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg zal een herdenkingsrede uitspreken. DE ZAAK-KAPITEIN BORREN. De Minister van Kolonien heeft, mede na- mens den Minister van Justitie, geantwoord op de vragen van het Tweede Kamerlid de heer F. Vos in verband met de' aanklacht tegen kapitein Borren met betrekking tot den overval op Curagao. Ontkennend wordt geantwoord op de eer ste vraag luidende: ,,Is de aanklacht tegen kapitein Borren door de regeering gelast?" De tweede vraag: ,,Zoo ja, waarom is dan met dezen officier niet tevens zijn chef, oud- gouvemeur Fruytier, aangeklaagd behoeft in verband met het voorgaande geen beant- woording. De derde en de vierde vraag luiden: „Is. het juist, dat de heer Fruytier bij het voor- onderzoek oorspronkelijk weigerde om op be paalde vragen te antwoorden, daar hij daar voor eerst ruggespraak met de regeering moest houden? Was het de regeering be kend, dat deze oud-ambtenaar voomemens was deze houding aan te nemen en had de regeering daaraan haar goedkeuring ge- hecht?" Hierop luidt het antwoord: Hier- omtrent is der regeering niets bekend; in ver band daarmee behoeft het laatste deel van de vierde vraag geen beantwoording.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1