ALGEMEEN NIEUWS- F.H ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREK.
1
S
No. 8585
MA AND AG 29 SEPTEMBER 1930
70e Jaarga
RAADSVEROADERING.
8INNENLA ND.
FBTTIHETOH.
Vampier-Vleugel
BUITENLAND.
De abonne's van het
Gei'llustreerd Zondagsblad,
15 Cent' DE UITGEEFSTER.
h7h. Kantoorhouders
Onze abonne's in het
Buitenland
door
SAX ROHMER.
IOCS PER PAKJE
NEUZENSCHE COURANT
ABONKEMBNTOFRI-I8: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen
per 3 maanden - Bfl voor Metaling f, per post 6.60 per ,aar -
Voor^ BelgiS en Amerlka 2,25, overige la* den 2,60 per 3 maanden fr. per post
ibonnementen voor bet butteniand alleen bp voorultbetaling.
Citgeefater: Firm* P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 - TELEFOON No. 25.
ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0 2G
Grootere letters en cliches worden naar plaatsrulmte berekend.
Handelsadvertentien bfl regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrtjgbaar Is. Inzendlng van advertentien llefst AAn dag voor de nltgave.
DIT BEAD VERSOHIJNT EEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVGND.
welke het blad per post ontvangen, wor
den verzocht, hun abonnementsgeld voor
1 Oct. a.s. in te zenden, daar er anders
over beschikt wordt met verhooging van
worden verzocht het abonnementsgeld
over het 3e kwartaal 1930 van de ier
Neuzensche Courant voor 1 Oct. a.s. in
te zenden.
Wij vestiqen cr dc aandacht van onze
abonne's op, dat wij bij terug-ontvangst
van eene onbetaalde kwitantie, onmiddel-
lijk de toezending van het blad zullen
staken. DE UITGEEFSTER.
worden dringend verzocht, het verschul-
digde abonnementsgeld voor 15 Oct. a.s.
in te zenden. Bij niet-ontvangst voor dien
datum wordt het abonnement gestaakt.
Abonnementen voor het buitenland
worden slechts aangenomen bij vooruit-
betajitiq. DE UIXGEEFSTER.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd op Donderdag
2 October 1930, des namiddags twee uur.
Ter Neuzen, den 29 September 1930.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
HERZIENING GEMEENTEWET.
In het voorloopig verslag der Eerste Kamer,
dat thans over de herziening van de Gemeen-
tewet verschenen is, komt tot uitdrukking de
tegenstrijdigheid in opvatting omtrent het al
of niet noodzakelijke van deze wijziging en
over de intrekking van het ontwerp der
staatscommissie-Gppenheim.
Wat het aangeboden ontwerp zelf betreft,
was men vrij algemeen teleurgesteld door den
inhoud ervan, omdat deze "niet aan de ver-
wachtingen beantwoordt, doordat het slechts
enkele onderdeelen der bestaande wet tracht
te verbeteren.
Sommige leden spreken van een slap mid-
del; het geeft te veel of te weinig; er is geen
stelsel in te herkennen; het geheel kan nau-
welijks een verbetering worden genoemd.
Verschillende leden waren van meening, dat
deze herziening der Gemeentewet niet van
voldoende beteekenis is, om de indiening van
het ontwerp te rechtvaardigen. Zij zouden
er de voorkeur aan hebben gegeven, indien
men de gelegen'heid had afgewacht, om een
meer algemeene, grondige herziening der ge-
heele wet te ondernemen.
Onder de leden, die deze herziening niet
van voldoende beteekenis achtten, waren er
evenwel, die niettemin toegaven, dat dit wets-
ontwerp in sommige opzichten inderdaad ver-
beteringen brengt. Zij vestigden bijv. de aan
dacht op de nieuwe bepalingen inzake de rege-
ling van gemeenschappelijke belangen tus-
schen twee of meer gemeenten en op de nieuwe
voorschriften betreffende samenwerking der
gemeenten.
De vrees werd echter geuit, dat het aan-
brengen van deze en enkele andere, meeren-
deels kleine verbeteringen er toe zou leiden,
dat het maken van een nieuwe wet, aanpas-
sende aan de behoeften van den nieuwen tijd
en geschikt om de naaste toekomst te be-
heerschen, voor langen tijd zou worden uit-
gesteld, en deze vrees deed bij sommige leden
de vraag rijzen, of het geen aanbeveling zou
verdienen, dit wetsontwerp niet aan te
nemen en de Regeering uit te noodigen, een
nieuw ontwerp, gebouwd op de zooeven ge-
noemde grondslagen, voor te bereiden.
Andere leden waren evenwel van oordeel,
dat het niet wenschelijk kan zijn in het orga-
nisme der gemeenten, dat zich in den loop
der jaren onder de bestaande wet heeft ont-
wikkeld en zich aan den nieuwen tijd heeft
aangepast, al te forsch in te grijpen.
Zeer vele leden oefenden critiek uit op de
al te gemoedelijke en toegevende houding, door
den Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw bij de behandeling van het ontwerp
aan den dag gelegd, zoodat meermalen de in-
druk werd gewekt van een zekere onverschil-
ligheid ten aanzien van toch waarlijk niet on-
belangrijke aangelegenheden.
Enkele leden hadden in het ontwerp gemist
de mogelijkheid voor instelling van commis-
sies van bestuur, ten deele samengesteld uit
personen buiten den Gemeenteraad, van welke
commissies zij de voordeelen opsomden.
Eenige andere leden bestreden deze voor
deelen.
Sommige leden waren van oordeel, dat zoo
weinig mogelijk personen van het raadslid-
maatschap behooren te worden uitgesloten.
Eenige leden wilden geen andere personen
uitsluiten dan hen, die in zeker commercieel
of politiek verband staan tot de Gemeente.
Dat z.g. vrijgestelden van het Gemeente-
personeel van het raadslidmaatschap zijn ver-
vallen verklaard, werd door verschillende
leden betreurd; andere leden echter juichten
dit toe.
Wat de benoeming van den burgemeester
betreft, waren eenige leden van oordeel, dat
er hier aanleiding was om de benoeming te
beperken tot een keuze uit een voordracht
van den raad, althans een aanbeveling van
den raad te doen uitgaan.
Andere leden bepleitten de benoeming van
den burgemeester door de kiezers, of liever
nag door en uit den raad. Vele leden daareif-
tegen wenschten handhaving van het be
staande stelsel.
Verschillende leden hadden ernstig be-
zwaar tegen de benoembaarheid van vrouwen
tot burgemeester, secretaris en ambtenaar van
den burgerlijken stand, en bovenal tot het
ambt van burgemeester.
Sommige. leden verklaarden zoo ernstig be-
zwaar tegen de benoembaarheid van vrouwen
tot burgemeester te hebben, dat zij zich ver-
plicht achtten te overwegen, of deze wijziging
der Gemeentewet hen niet moet nopen, hun
stem aan het ontwerp te onthouden.
Andere leden juichten daarentegen deze
wetswijziging toe en wel vooral op principieele
gronden.
NIEUWE REGELING VAN DE PACHT.
Verschenen is de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp: nieuwe regelimg van
61) Vervolg.)
We draaiden ons alle drie tegelijk om.
Inspecteur Aylesbury was door de voor-
deur binnengekomen en kwam nu, dwars
de hal door, naar ons toe.
,,Goeden morgen, Dr. Rolleston be-
gon hij mij negeerde hij, wat begrijpe-
iijk was, volkomen. ,,Uw patient is dus
weer geheel hersteld! Prachtig!"
,,Ze is tenminste veel beter gaf de
dokter droogjes ten antwoord.
,,Dan kan ik haar dus nu een verhoor
afnemen. Wat ze me te vertellen heeft,
is natuurlijk buitengewoon gewichtig'
,,Tjaze is ontegenzeggelijk veel
beter. Als zij wil, vind ik het goed".
„Prachtig, dokter". Hij keerde zich
naar Val Beverley. ..Misschien wilt u
even gaan vraaen, of Madame me een
paar oocjenblikjes te woord wil staan,
juffrouw?"
Val Beverley keek mij een paar secon-
den besluiteloos aan. Dan haalde ze
haar schouders op, keerde zich om en
ging de gang naar de kamer van
Madame in.
,,Wel, heeren", zei Dr. Rolleston, op de
bruuske manier hem eigen, terwijl hij mij
de hand toestak, „ik moet weg. Goeden
morgen, Mr. Knox. Morgen, inspecteur'
Hij liep vlug de hal door en stapte
buiten in zijn auto. Blijkbaar werkte de
tegenwoordigheid van Aylesbury op den
dokter als een roode lap op een stier.
Toen Dr. Rolleston verdwenen was. haal
de de inspecteur een opschrijfboekje te
de pacht en regeliug der paohtcommissies.
Tegenover de tegenstanders van dit ontwerp
merkt de Regeering op, dat het lofwaardig
feit, dat er een groot aantal goede verpach-
ters is, geensizins uitsluit, dat er anderen zijn,
niet met zulk een goeden socialen geest be-
zield. Tegenover mogelijk wel gerechtvaar-
digide pachtsverhoogingen als waarvan die j
leden gewaagden, gaat heen enkele der hier
voorgestelde wijzigingen.
De vrees voor veel procedures is een ver-
schijnsel, dat zich bij elke nieuwe regelimg van
een bepaalide materie pleegt voor te doen.
Veelal hlijkt deze vrees na eenigen tijd onge-
grond. De Regeering is ervan overtuigd, dat.
deze regeling niet verder gaat dan noodig is.
Waar de verhoudingen niet te wensdhen laten,
zal in 't geheel geen oveiheidsinmenging
worden gevoeld.
Dat door de in het ontwerp voorgestelde
bevoagdheidsibeperking van den eigenaar de
waarde der landerijen zal dalen, daarvan is
de Regeering niet overtuigd. In 't algemeen
hebben beide partijen baat bij weinig ver-
andering en het omgekeerde gaat altijd met
economische schade gepaard.
Dat aan publieke verhuringen euvelen zijn
verbonden, is de Regeering bekend. Geruimen
tijd geleden zijn dan ook reeds maatregelen
genomen om het kunstmatig opdrijven van
prijzen te voorkomen. Om nu op gromd, dat
daarmede nog niet alles is bereikt, aanstonds
te besluiten tot de noodzakelijkheid van af-
schaffing van openbare verpachtingen, is een
te ver gaande conclusie.
In bepaalde omstandigheden is trouiwens
publieke verhuring de eenige weg, langs
welken men een pachter voor zijn landerijen
kan verkrijgen.
De Regeering heeft in het ontwerp eenige
wijzigingen aangebracht, o.m. om ontduiking
te ontgaan. Verder kan, ingeval van ver-
lenging van de pacht, de reohter, volgens de
alsnog aangebrachte wijziging, den termijn
van verlenging vaststellen los van den eersten
pachttermijn. Ook heeft de Regeering terug-
genomen de toekenning van het zakelrjke
recht, hetgeen in den hreede is uiteengezet.
Voor een geforceerde beweging door ont-
eigening, hestaat in ons land met zijn over-
wegend klein bezit, niet de aanleiding, die er
mogelijk elders toe moest voeren.
De Regeering acht haar voorstellen een
gepaste bevordering v^n sociale bevrediging
door eenigen steun te bieden aan de in den
regel zwakste partij bij afsluiting en afwik-
keling eener economische gewichtige en vaak
volstrekt noodzakelijke overeenkomst.
DR. J. TH. DE VISSER.
Zaterdagochtenid is Dr. J. Th. de Visser in
de tram een oogemblik onwel geiworden, ver-
moedelijk tengevolge van het pijnlijk stoBten
van zijn been. Z.E. raakte zelfs aldus bet
Vad. een oogenblik ibuiten kennis. Men
droeg bem in het hoofdgelbouw van de H.T.M.,
waar het bewusbzijn spoedig terugkeerde.
Z.E. kon zich te voet naar zijn nabij gelegen
woning begeven.
De huisarts heeft gelukkig niets ernstigs
geconstateerd en hij heeft enkel rust voorge-
sohreven.
HET GARNIZOEN TE MIDDELBURG.
Het comite tot het behoud van het gami-
zoen te Middelburg heeft in zijn vergadering
kennis genomen van het rapport der leden,
die op audientie zijn geweest bij den Minister
van Defensie, die hen zeide, dat het gamizoen
naar Bergen op Zoom moet, omdat er op
Walcheren geen geschikt oefenterrein aan-
wezig is. Besloten werd zioh thans tot den
Ministerraad te wenden met verzoek overeen-
komstig het besluit van 1921 ook nu het gar-
nizoen niet weg te nemen. O.a. zal worden
gewezen otp het belang van den middenstand
bij het handhaven van het gamizoen.
KLINKERS OP ONZE WEGEN.
Teneinde de toepassing van klinkers voor
onze nationale wegen te bevorderen, maar
vooral ook om het publiek duidelijk te maken,
welke groote voordeelen klinker-hestrating
voor Nederland biedt, heeft een 50-tal steen-
fabrikanten besloten gezamenlijk een groote
collectieve propaganda te voeren voor klin-
kerwegen. De klinkerindustrie is een Industrie
van groote, nationale beteekenis. Niet minder
dan 25.000 arbeiders vinden in de Nederland-
sche steenfabrieken een bron van bestaan.
De te voeren campagne is de eerste groot-
op-gezette collectieve campagne in Nederland.
EUCHTVAART IN DE WEST.
Vrijdag vertrokken per s.s. „Statendam"
naar New-York de heeren D. J. de Vries (chef
afdeeling buitenland bij de K. L. M.) en U, F.
M. Dellaert (havenmeester voor de gemeente
Amsterdam op het vliegveld Schiphol) om zich
vandaar via Miami te begeven naar Curasao
en Paramaribo.
De regeering heeft in samenwerking met
het comite-vliegtocht West-Indie met de ge
meente Amsterdam en met de K. L. M. deze
commissie uitgezonden, die samengesteld is
uit een deskundige op econ. en handelsgebied,
en 'n deskundige op 't gebied van luchtvaart-
grondorganisatie, die na zich zoo volledig
mogelijk op de hoogte te hebben gesteld van j
wat op dat gebied reeds georganiseerd is in
Noord- en Midden-Amerika, de landvoogden
van Curagao en Suriname volledig in zal kun-
nen lichten omtrent de wijze waarop de
Nederlandsche Luchtvaart in West-Indische
kolonien zal kunnen worden gewaarborgd.
(Ingez. Med.)
voorschijn en begon, onder het neurien
van een paar populaire wijsjes, notities te
maken. En daarbij keek en deed hij zoo
gewichtig, dat het lachwekkend .geweest
zou zijn, als het niet zoo irriteerend ge
weest was.
Zoo stonden we nog, toen Val Beverley
terugkwam.
Madame de Stamer kan u ontvan-
gen, inspecteur", deelde ze mee, ,,maar
ze heeft als specialen wensch geuit, dat
Mr. Knox bij net onderhoud tegenwoordig
moet zijn".
,,0". zei Aylesbury met z'n kin in zijn
hals. „0, als 't niet anders kan
Vooruit dan maar".
HOOFDSTUK XXVI.
In de kamer van Madame.
De kamer van onze gastvrouw, was een
groot, elegant gemeubeld vertrek. Van
de gordijnen soepel neervallende dra-
perieen van een satijnige stof af tot het
vloerkleed, de kappen van de lampen en
de kussens toe, was het Fransdh, typisch
Fransch. Het geheele zacht-geparfu-
meerde interieur met zijn kristallen vazen
met rozen, zijn ranke meubels, zijn schil-
derijen en zijn paar bijzonder fraaie
kunstvoorwerpen, aroeg den stempel van
de persoonlijkheid van de bewoonster.
Madame de Stamer lag op een groot en
hoog bed, gesteund door tallooze zijden
kussens. De toon van de kamer was lila
en zilver en alles was in die twee tinten
gehouden. De toilet-artikelen waren van
dof zilver en lila email. De spiegel en
twee van de schilderijen hadden dof-
zilveren lijsten. Alles was even deftig en
beschaafd van kleur. Het bed zelf dat
op mij den indruk van statie-bed maakte
was van dof zilver met glanzend-lila
VOORALSNOG GEEN ONTWAPENINGS-
CONFERENTIE.
Uit Geneve heeft men schrijft de
N. R. Crt. Vrijdag vemomen dat de deride
commissie uit de Volkenbondsvergadering er
opnieuw voor teruggedeinsd is, te besluiten
dat de ontwapeningsconferentie het volgend
jaar bijeen geroepen zal worden.
Voor de derde maal heeft zij, gelijk onze
Geneefsche correspondent in herinnering ge-
bracht heeft, zioh er toe bepaald, den wensch
te uiten, dat de Volkembonidsraad haar ,,zoo
spoedig mogelijk" bijeen zal roepen. Men mag
dit ibetreuren, maar verbazen kan bet niet,
want de zwenking die bijvoorbeeld de Engel-
sche politiek tijdens deze Volkenbondsconfe-
rentie volvoerd heeft, teekende de verande-
ring in ongunstigen zin welke er in de alge
meene atmosfeer van Geneve in korten tijd
is gekomen. Henderson, de Briitsche Minister
van Buiteniandsche zaken, heeft eerst zoo
geestdriftig vo6r bespoediging van bet ont-
wapeningsreverk gesproken, dat men vond dat
zijn rede even goed uit den mond van een
Duitsob gedelegeerde had kunnen komen.
Daarna kwam de verkiezing in Duitschland
met haar verbijsterenden uitslag. die in de
Duitsche pers zelve met een ,,politie'ke aard-
beving" vergeleken is. Vervolgens zag men
Henderson reeds in Briand's richting laveeren.
En daarna ihield de andere Britsche gedele
geerde Lord Robert Cecil een nieuwe rede
v»ver de ontwapening waarin hij tegen over-
ijling waarsohuwde om het nagestreefde doel
niet in gevaar te brengen. Met andere woor-
den hij uitte emstige bedenking ten aanzien
dekens. Maar het losse satijnen kamer-
jasie, dat Madame droeg, was met wit
dons afgezet en heur haar glansde in het
gedempte licht, dat door de jaloezieen
naar binnen drong.
Zoo, half achterover in de kussens, leek
ze meer dan ooit op een grande dame uit
de periode voor de groote revolutie. Boven
de toilettafel hin'g een portret van Kolonel
Menendez en tot mijn verrassing was hij
daarop afgebeeld in een kleeding, waarin
hij, volgens mij, tenminste, die ge-
dachte was op het oogenblik, dat ik hem
voor het eerst zag, bij me opgekomen
altijd gekleed had moeten zijn: een rij-
costuum met eert breedgeranden hoed in
de hand. In het schemerlicht van het ver
trek was hij buitengewoon, zij t dan arro
gant knap en leek hij ontstellend veel op
den Velasquez in de bibliotheek.
Mijn aandacht ging echter het eerst en
meest naar onze gastvrouw uit. Zij was,
wat haar passie voor toilet-maken aan-
ging, ook nu zichzelf trouw gebleven,
maar zonder haar rouge en poeder-in-tint
zou ze dien morgen bleek geweest zijn.
Dat zag ik, ondanks het handige temperen
van het zonlicht door de half dichtgetrok-
ken jaloezieen. Maar ze was ook in
andere opzichten veranderd. Er was iets
uit haar gezicht verdwenen en iets anders
was ervoor in de plaats gekomen. Ik
dacht. dat zoo Marie Antoinette er uitge-
zien moest hebben, toen ze haar vertelden
van het geroffel van de trommels op de
Place de" la Revolution op den morgen
van dien een-en-twintigsten Januari.
,,Ah, Mr. Knox", begroette ze me
rustig. „Prettig, dat u mee kon komen.
Ga hier zitten, mon ami. Neen, Val, ga
niet weg. En dit is inspecteur Aylesbury,
die me zoo noodzakelijk moet spreken?
Aylesbury was op de pedante manier,
hem eigen, binnen gekomen, maar in de
van de vraag, of de tijd ervoor wel rijip was.
Te Geneve izegt men de dingen met voor-
zichtigbeid en tact en noemt men geen feiten.
Maar er is werkelijk geen basis voor een ont
wapeningsconferentie, als men ziet dat de
moreele ontwapening die de pijler moet zijn
waarop zij rust, zienderoogen terrein heeft
verloren.
De onderhandelingen over de vloten tus-
scben Fran'krijk en Italie zijn zoozeer vastge-
loopen dat Engeland besloten heeft er iets aan
te doen om de twee partijen weer tot elkaar
te brengen. De anti-fascisten die te Brussel
in het proces'tegen de Rosa als getuigen ge-
hoord zijm onder wie niet de eerste de beste
Italianen zijn, geven te kennen dat bet fascis-
me op oorlog aanstuurt. In Duitschland is de
geiheele politieke constellatie nog onzeker. Op
het totstandkomen van de groote coalitie, van
welke alleen een voortzetting van Strese-
mann's toenaderingspolitiek te verwachten is,
bestaat nog geen vaste hoop. De kleine oeco-
nomische partij die zulk een groote macht be
zit tot bet mogelijk maken of verhinderen van
deze constellatie, heeft uitgemaakt, dat zij
niet deel zal nemen aan een regeeringa-
coalitie waarin sociaal-democraten vertegen-
woordigid zouden zijn of waarop dezen bepaal-
den invloed zouden oefenen. Een veto dus
tegen de groote coalitie, dat nog meer betee
kenis heeft nadat reeds de Duitsche volks-
partij gezegd heeft dat „geen eompromis met
socialistische denkbeelden duldtoaar is". De
consequentie uit zulke besluiten is dat zij de-
finitieve koersverandering naar rechts willen.
Het politiek verschiet in Duitschland wordt
door zulke verlangens die niet te verwezen-
lijken zijn als 'men geen nationaal-socialis-
tisohe hulp wil aanvaarden, nevelachtig. De.
betrekkingen tusschen Italie en Tsjechoslowa-
kije zijn vergald door het incident met de
Karadjordje, het schip dat de trots der Tsje-
choslowaksche vloot was en dat door een Ita-
liaanseh g^fcagvoerder op de klippen gedreven
zou zijn, en door de doodvonnissen te Triest.
De overige Slavische wereld (buiten Rusland)
reageert met onvriendelijke uitingen en betoo-
tegenwoordigheid van deze vrouw van de
wereld maakte hij zijn gewone zelfver-
trouwen voor meer dan de helft kwijt.
Madame de Stamer gebaarde met haar
slanke, blanke rechterhand in de richting
van een met lila brokaat bekleeden stoel.
„Ga zitten, inspecteur", zei ze op een
manier, die van die drie woorden meer een
bevel dan een uitqoodiging maakte.
Aylesbury kuchte een paar maal en
ginq zitten.
,,En, Mr. Knox" Madame keerde zich
met een van haar vlugge bewegingen naar
me toe „waar is uw vriend? Is hij bang
om hier te komen? Denkt hij, dat hij te
kort geschoten is? En dat ik hem daar-
voor veroordeel?"
"Hij weet, dat hij te kort geschoten is,
Madame de Stamer", gaf ik ten antwoord,
„maar dat is niet de reden van zijn af-
wezigheid. Hij is den moordenaar op het
spoor?"
,,Wat!" riep Madame de Stamer uit.
,,Wat!" Ze boog zich voorover en legde
haar hand op mijn arm. ,,Zeg dat nog
eens! Zeg dat nog eens".
,,Hij heeft een aanwijzing gevonden,
Madame, die hem, volgens zijn overtui-
ging, naar de waarheid brengen zal
,,Ah! Als ik dat maar durfde gelooven!
zuchtte ze. „Als ik maar durfde gelooven,
dat de waarheid ten slotte ontdekt zal
worden!"
..Waarom zou dat niet?
Ze schudde het hoofd en glimlachte zoo
leresigneerd, maar tegelijk toch zoo ver-
drietig, dat ik mijn blik afwendde en Val
Beverley, die aan den anderen kant naast
het bed zat, aankeek.
„Als u wistals u wist
Ik keek haar aan. Haar gezicht was op
dat oogenblik tragisch en ik begreep op-
eens, dat deze vrouw jaren ouder was dan
de opgewekte gastvrouw, die ik gekend
had. Ze zuchtte, haalde haar schouders
op en:
,,Vertelt u me eens, Mr. Knox ging
ze voort, „het is toch vlug en pijnloos
geweest, niet?"
„bus 't was een goed schot?" vroeg ze
verder.
,,Een uitstekend schot", gaf ik ten ant
woord, maar ondertusschen dacht ik. dat
dit vragen todh een onnoodige zelfkwel-
ling was.
,.Ze hebben mij verteld, dat hij vandaag
nog weggebracht moet worden, maar ik
heb gezegd: Niet voor ik hem gezien
het>".
Madamebegon Val Beverley.
„Stil, lieve kind". Zonder den kant,
waar het jonge meisje zat, op te kijken,
strekte Madame haar rechterhand naar
haar uit en vroeg zoo, met een van haar
karakteristieke gebaren, om stilte. ,.Je
kent me niet. Voor mij is dat juist goed.
U bent een man, Mr. Knox, en mannen.
vooral mannen, die schrijven, weten meer
van vrouwen dan de vrouwen zelf. Is
't niet waar, wat ik zeg? Begrijpt u niet,
dat ik hem zien moet?"
Madame de Stamerzei ik, ,,uw moed
grenst aan het bovenmenschelijke".
,,Ik ,ben er niet trotsoh op, dat ik moedig
ben, mon ami. Alle dieren zijn moedig en
lafaards zijn dikwijls trotsch. Maar luis-
ter nu nog eens. Hij heeft niet geleden.
n'est-ce pas?"
,,Neen, Madame de Stamer".
,,Dat heeft Dr. Rolleston me ook ge
zegd. Hij is dus in zijn slaap gestorven.
U denkt toch niet, dat hij wakker geweest
is, niet?"
,,Neen. Ik geloof zeker van niet
(Wordt vervolgd.)