ALGEMEEN NIEUWS- F.H ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREK. 1 S No. 8585 MA AND AG 29 SEPTEMBER 1930 70e Jaarga RAADSVEROADERING. 8INNENLA ND. FBTTIHETOH. Vampier-Vleugel BUITENLAND. De abonne's van het Gei'llustreerd Zondagsblad, 15 Cent' DE UITGEEFSTER. h7h. Kantoorhouders Onze abonne's in het Buitenland door SAX ROHMER. IOCS PER PAKJE NEUZENSCHE COURANT ABONKEMBNTOFRI-I8: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen per 3 maanden - Bfl voor Metaling f, per post 6.60 per ,aar - Voor^ BelgiS en Amerlka 2,25, overige la* den 2,60 per 3 maanden fr. per post ibonnementen voor bet butteniand alleen bp voorultbetaling. Citgeefater: Firm* P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 - TELEFOON No. 25. ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0 2G Grootere letters en cliches worden naar plaatsrulmte berekend. Handelsadvertentien bfl regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrtjgbaar Is. Inzendlng van advertentien llefst AAn dag voor de nltgave. DIT BEAD VERSOHIJNT EEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVGND. welke het blad per post ontvangen, wor den verzocht, hun abonnementsgeld voor 1 Oct. a.s. in te zenden, daar er anders over beschikt wordt met verhooging van worden verzocht het abonnementsgeld over het 3e kwartaal 1930 van de ier Neuzensche Courant voor 1 Oct. a.s. in te zenden. Wij vestiqen cr dc aandacht van onze abonne's op, dat wij bij terug-ontvangst van eene onbetaalde kwitantie, onmiddel- lijk de toezending van het blad zullen staken. DE UITGEEFSTER. worden dringend verzocht, het verschul- digde abonnementsgeld voor 15 Oct. a.s. in te zenden. Bij niet-ontvangst voor dien datum wordt het abonnement gestaakt. Abonnementen voor het buitenland worden slechts aangenomen bij vooruit- betajitiq. DE UIXGEEFSTER. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd op Donderdag 2 October 1930, des namiddags twee uur. Ter Neuzen, den 29 September 1930. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. HERZIENING GEMEENTEWET. In het voorloopig verslag der Eerste Kamer, dat thans over de herziening van de Gemeen- tewet verschenen is, komt tot uitdrukking de tegenstrijdigheid in opvatting omtrent het al of niet noodzakelijke van deze wijziging en over de intrekking van het ontwerp der staatscommissie-Gppenheim. Wat het aangeboden ontwerp zelf betreft, was men vrij algemeen teleurgesteld door den inhoud ervan, omdat deze "niet aan de ver- wachtingen beantwoordt, doordat het slechts enkele onderdeelen der bestaande wet tracht te verbeteren. Sommige leden spreken van een slap mid- del; het geeft te veel of te weinig; er is geen stelsel in te herkennen; het geheel kan nau- welijks een verbetering worden genoemd. Verschillende leden waren van meening, dat deze herziening der Gemeentewet niet van voldoende beteekenis is, om de indiening van het ontwerp te rechtvaardigen. Zij zouden er de voorkeur aan hebben gegeven, indien men de gelegen'heid had afgewacht, om een meer algemeene, grondige herziening der ge- heele wet te ondernemen. Onder de leden, die deze herziening niet van voldoende beteekenis achtten, waren er evenwel, die niettemin toegaven, dat dit wets- ontwerp in sommige opzichten inderdaad ver- beteringen brengt. Zij vestigden bijv. de aan dacht op de nieuwe bepalingen inzake de rege- ling van gemeenschappelijke belangen tus- schen twee of meer gemeenten en op de nieuwe voorschriften betreffende samenwerking der gemeenten. De vrees werd echter geuit, dat het aan- brengen van deze en enkele andere, meeren- deels kleine verbeteringen er toe zou leiden, dat het maken van een nieuwe wet, aanpas- sende aan de behoeften van den nieuwen tijd en geschikt om de naaste toekomst te be- heerschen, voor langen tijd zou worden uit- gesteld, en deze vrees deed bij sommige leden de vraag rijzen, of het geen aanbeveling zou verdienen, dit wetsontwerp niet aan te nemen en de Regeering uit te noodigen, een nieuw ontwerp, gebouwd op de zooeven ge- noemde grondslagen, voor te bereiden. Andere leden waren evenwel van oordeel, dat het niet wenschelijk kan zijn in het orga- nisme der gemeenten, dat zich in den loop der jaren onder de bestaande wet heeft ont- wikkeld en zich aan den nieuwen tijd heeft aangepast, al te forsch in te grijpen. Zeer vele leden oefenden critiek uit op de al te gemoedelijke en toegevende houding, door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw bij de behandeling van het ontwerp aan den dag gelegd, zoodat meermalen de in- druk werd gewekt van een zekere onverschil- ligheid ten aanzien van toch waarlijk niet on- belangrijke aangelegenheden. Enkele leden hadden in het ontwerp gemist de mogelijkheid voor instelling van commis- sies van bestuur, ten deele samengesteld uit personen buiten den Gemeenteraad, van welke commissies zij de voordeelen opsomden. Eenige andere leden bestreden deze voor deelen. Sommige leden waren van oordeel, dat zoo weinig mogelijk personen van het raadslid- maatschap behooren te worden uitgesloten. Eenige leden wilden geen andere personen uitsluiten dan hen, die in zeker commercieel of politiek verband staan tot de Gemeente. Dat z.g. vrijgestelden van het Gemeente- personeel van het raadslidmaatschap zijn ver- vallen verklaard, werd door verschillende leden betreurd; andere leden echter juichten dit toe. Wat de benoeming van den burgemeester betreft, waren eenige leden van oordeel, dat er hier aanleiding was om de benoeming te beperken tot een keuze uit een voordracht van den raad, althans een aanbeveling van den raad te doen uitgaan. Andere leden bepleitten de benoeming van den burgemeester door de kiezers, of liever nag door en uit den raad. Vele leden daareif- tegen wenschten handhaving van het be staande stelsel. Verschillende leden hadden ernstig be- zwaar tegen de benoembaarheid van vrouwen tot burgemeester, secretaris en ambtenaar van den burgerlijken stand, en bovenal tot het ambt van burgemeester. Sommige. leden verklaarden zoo ernstig be- zwaar tegen de benoembaarheid van vrouwen tot burgemeester te hebben, dat zij zich ver- plicht achtten te overwegen, of deze wijziging der Gemeentewet hen niet moet nopen, hun stem aan het ontwerp te onthouden. Andere leden juichten daarentegen deze wetswijziging toe en wel vooral op principieele gronden. NIEUWE REGELING VAN DE PACHT. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp: nieuwe regelimg van 61) Vervolg.) We draaiden ons alle drie tegelijk om. Inspecteur Aylesbury was door de voor- deur binnengekomen en kwam nu, dwars de hal door, naar ons toe. ,,Goeden morgen, Dr. Rolleston be- gon hij mij negeerde hij, wat begrijpe- iijk was, volkomen. ,,Uw patient is dus weer geheel hersteld! Prachtig!" ,,Ze is tenminste veel beter gaf de dokter droogjes ten antwoord. ,,Dan kan ik haar dus nu een verhoor afnemen. Wat ze me te vertellen heeft, is natuurlijk buitengewoon gewichtig' ,,Tjaze is ontegenzeggelijk veel beter. Als zij wil, vind ik het goed". „Prachtig, dokter". Hij keerde zich naar Val Beverley. ..Misschien wilt u even gaan vraaen, of Madame me een paar oocjenblikjes te woord wil staan, juffrouw?" Val Beverley keek mij een paar secon- den besluiteloos aan. Dan haalde ze haar schouders op, keerde zich om en ging de gang naar de kamer van Madame in. ,,Wel, heeren", zei Dr. Rolleston, op de bruuske manier hem eigen, terwijl hij mij de hand toestak, „ik moet weg. Goeden morgen, Mr. Knox. Morgen, inspecteur' Hij liep vlug de hal door en stapte buiten in zijn auto. Blijkbaar werkte de tegenwoordigheid van Aylesbury op den dokter als een roode lap op een stier. Toen Dr. Rolleston verdwenen was. haal de de inspecteur een opschrijfboekje te de pacht en regeliug der paohtcommissies. Tegenover de tegenstanders van dit ontwerp merkt de Regeering op, dat het lofwaardig feit, dat er een groot aantal goede verpach- ters is, geensizins uitsluit, dat er anderen zijn, niet met zulk een goeden socialen geest be- zield. Tegenover mogelijk wel gerechtvaar- digide pachtsverhoogingen als waarvan die j leden gewaagden, gaat heen enkele der hier voorgestelde wijzigingen. De vrees voor veel procedures is een ver- schijnsel, dat zich bij elke nieuwe regelimg van een bepaalide materie pleegt voor te doen. Veelal hlijkt deze vrees na eenigen tijd onge- grond. De Regeering is ervan overtuigd, dat. deze regeling niet verder gaat dan noodig is. Waar de verhoudingen niet te wensdhen laten, zal in 't geheel geen oveiheidsinmenging worden gevoeld. Dat door de in het ontwerp voorgestelde bevoagdheidsibeperking van den eigenaar de waarde der landerijen zal dalen, daarvan is de Regeering niet overtuigd. In 't algemeen hebben beide partijen baat bij weinig ver- andering en het omgekeerde gaat altijd met economische schade gepaard. Dat aan publieke verhuringen euvelen zijn verbonden, is de Regeering bekend. Geruimen tijd geleden zijn dan ook reeds maatregelen genomen om het kunstmatig opdrijven van prijzen te voorkomen. Om nu op gromd, dat daarmede nog niet alles is bereikt, aanstonds te besluiten tot de noodzakelijkheid van af- schaffing van openbare verpachtingen, is een te ver gaande conclusie. In bepaalde omstandigheden is trouiwens publieke verhuring de eenige weg, langs welken men een pachter voor zijn landerijen kan verkrijgen. De Regeering heeft in het ontwerp eenige wijzigingen aangebracht, o.m. om ontduiking te ontgaan. Verder kan, ingeval van ver- lenging van de pacht, de reohter, volgens de alsnog aangebrachte wijziging, den termijn van verlenging vaststellen los van den eersten pachttermijn. Ook heeft de Regeering terug- genomen de toekenning van het zakelrjke recht, hetgeen in den hreede is uiteengezet. Voor een geforceerde beweging door ont- eigening, hestaat in ons land met zijn over- wegend klein bezit, niet de aanleiding, die er mogelijk elders toe moest voeren. De Regeering acht haar voorstellen een gepaste bevordering v^n sociale bevrediging door eenigen steun te bieden aan de in den regel zwakste partij bij afsluiting en afwik- keling eener economische gewichtige en vaak volstrekt noodzakelijke overeenkomst. DR. J. TH. DE VISSER. Zaterdagochtenid is Dr. J. Th. de Visser in de tram een oogemblik onwel geiworden, ver- moedelijk tengevolge van het pijnlijk stoBten van zijn been. Z.E. raakte zelfs aldus bet Vad. een oogenblik ibuiten kennis. Men droeg bem in het hoofdgelbouw van de H.T.M., waar het bewusbzijn spoedig terugkeerde. Z.E. kon zich te voet naar zijn nabij gelegen woning begeven. De huisarts heeft gelukkig niets ernstigs geconstateerd en hij heeft enkel rust voorge- sohreven. HET GARNIZOEN TE MIDDELBURG. Het comite tot het behoud van het gami- zoen te Middelburg heeft in zijn vergadering kennis genomen van het rapport der leden, die op audientie zijn geweest bij den Minister van Defensie, die hen zeide, dat het gamizoen naar Bergen op Zoom moet, omdat er op Walcheren geen geschikt oefenterrein aan- wezig is. Besloten werd zioh thans tot den Ministerraad te wenden met verzoek overeen- komstig het besluit van 1921 ook nu het gar- nizoen niet weg te nemen. O.a. zal worden gewezen otp het belang van den middenstand bij het handhaven van het gamizoen. KLINKERS OP ONZE WEGEN. Teneinde de toepassing van klinkers voor onze nationale wegen te bevorderen, maar vooral ook om het publiek duidelijk te maken, welke groote voordeelen klinker-hestrating voor Nederland biedt, heeft een 50-tal steen- fabrikanten besloten gezamenlijk een groote collectieve propaganda te voeren voor klin- kerwegen. De klinkerindustrie is een Industrie van groote, nationale beteekenis. Niet minder dan 25.000 arbeiders vinden in de Nederland- sche steenfabrieken een bron van bestaan. De te voeren campagne is de eerste groot- op-gezette collectieve campagne in Nederland. EUCHTVAART IN DE WEST. Vrijdag vertrokken per s.s. „Statendam" naar New-York de heeren D. J. de Vries (chef afdeeling buitenland bij de K. L. M.) en U, F. M. Dellaert (havenmeester voor de gemeente Amsterdam op het vliegveld Schiphol) om zich vandaar via Miami te begeven naar Curasao en Paramaribo. De regeering heeft in samenwerking met het comite-vliegtocht West-Indie met de ge meente Amsterdam en met de K. L. M. deze commissie uitgezonden, die samengesteld is uit een deskundige op econ. en handelsgebied, en 'n deskundige op 't gebied van luchtvaart- grondorganisatie, die na zich zoo volledig mogelijk op de hoogte te hebben gesteld van j wat op dat gebied reeds georganiseerd is in Noord- en Midden-Amerika, de landvoogden van Curagao en Suriname volledig in zal kun- nen lichten omtrent de wijze waarop de Nederlandsche Luchtvaart in West-Indische kolonien zal kunnen worden gewaarborgd. (Ingez. Med.) voorschijn en begon, onder het neurien van een paar populaire wijsjes, notities te maken. En daarbij keek en deed hij zoo gewichtig, dat het lachwekkend .geweest zou zijn, als het niet zoo irriteerend ge weest was. Zoo stonden we nog, toen Val Beverley terugkwam. Madame de Stamer kan u ontvan- gen, inspecteur", deelde ze mee, ,,maar ze heeft als specialen wensch geuit, dat Mr. Knox bij net onderhoud tegenwoordig moet zijn". ,,0". zei Aylesbury met z'n kin in zijn hals. „0, als 't niet anders kan Vooruit dan maar". HOOFDSTUK XXVI. In de kamer van Madame. De kamer van onze gastvrouw, was een groot, elegant gemeubeld vertrek. Van de gordijnen soepel neervallende dra- perieen van een satijnige stof af tot het vloerkleed, de kappen van de lampen en de kussens toe, was het Fransdh, typisch Fransch. Het geheele zacht-geparfu- meerde interieur met zijn kristallen vazen met rozen, zijn ranke meubels, zijn schil- derijen en zijn paar bijzonder fraaie kunstvoorwerpen, aroeg den stempel van de persoonlijkheid van de bewoonster. Madame de Stamer lag op een groot en hoog bed, gesteund door tallooze zijden kussens. De toon van de kamer was lila en zilver en alles was in die twee tinten gehouden. De toilet-artikelen waren van dof zilver en lila email. De spiegel en twee van de schilderijen hadden dof- zilveren lijsten. Alles was even deftig en beschaafd van kleur. Het bed zelf dat op mij den indruk van statie-bed maakte was van dof zilver met glanzend-lila VOORALSNOG GEEN ONTWAPENINGS- CONFERENTIE. Uit Geneve heeft men schrijft de N. R. Crt. Vrijdag vemomen dat de deride commissie uit de Volkenbondsvergadering er opnieuw voor teruggedeinsd is, te besluiten dat de ontwapeningsconferentie het volgend jaar bijeen geroepen zal worden. Voor de derde maal heeft zij, gelijk onze Geneefsche correspondent in herinnering ge- bracht heeft, zioh er toe bepaald, den wensch te uiten, dat de Volkembonidsraad haar ,,zoo spoedig mogelijk" bijeen zal roepen. Men mag dit ibetreuren, maar verbazen kan bet niet, want de zwenking die bijvoorbeeld de Engel- sche politiek tijdens deze Volkenbondsconfe- rentie volvoerd heeft, teekende de verande- ring in ongunstigen zin welke er in de alge meene atmosfeer van Geneve in korten tijd is gekomen. Henderson, de Briitsche Minister van Buiteniandsche zaken, heeft eerst zoo geestdriftig vo6r bespoediging van bet ont- wapeningsreverk gesproken, dat men vond dat zijn rede even goed uit den mond van een Duitsob gedelegeerde had kunnen komen. Daarna kwam de verkiezing in Duitschland met haar verbijsterenden uitslag. die in de Duitsche pers zelve met een ,,politie'ke aard- beving" vergeleken is. Vervolgens zag men Henderson reeds in Briand's richting laveeren. En daarna ihield de andere Britsche gedele geerde Lord Robert Cecil een nieuwe rede v»ver de ontwapening waarin hij tegen over- ijling waarsohuwde om het nagestreefde doel niet in gevaar te brengen. Met andere woor- den hij uitte emstige bedenking ten aanzien dekens. Maar het losse satijnen kamer- jasie, dat Madame droeg, was met wit dons afgezet en heur haar glansde in het gedempte licht, dat door de jaloezieen naar binnen drong. Zoo, half achterover in de kussens, leek ze meer dan ooit op een grande dame uit de periode voor de groote revolutie. Boven de toilettafel hin'g een portret van Kolonel Menendez en tot mijn verrassing was hij daarop afgebeeld in een kleeding, waarin hij, volgens mij, tenminste, die ge- dachte was op het oogenblik, dat ik hem voor het eerst zag, bij me opgekomen altijd gekleed had moeten zijn: een rij- costuum met eert breedgeranden hoed in de hand. In het schemerlicht van het ver trek was hij buitengewoon, zij t dan arro gant knap en leek hij ontstellend veel op den Velasquez in de bibliotheek. Mijn aandacht ging echter het eerst en meest naar onze gastvrouw uit. Zij was, wat haar passie voor toilet-maken aan- ging, ook nu zichzelf trouw gebleven, maar zonder haar rouge en poeder-in-tint zou ze dien morgen bleek geweest zijn. Dat zag ik, ondanks het handige temperen van het zonlicht door de half dichtgetrok- ken jaloezieen. Maar ze was ook in andere opzichten veranderd. Er was iets uit haar gezicht verdwenen en iets anders was ervoor in de plaats gekomen. Ik dacht. dat zoo Marie Antoinette er uitge- zien moest hebben, toen ze haar vertelden van het geroffel van de trommels op de Place de" la Revolution op den morgen van dien een-en-twintigsten Januari. ,,Ah, Mr. Knox", begroette ze me rustig. „Prettig, dat u mee kon komen. Ga hier zitten, mon ami. Neen, Val, ga niet weg. En dit is inspecteur Aylesbury, die me zoo noodzakelijk moet spreken? Aylesbury was op de pedante manier, hem eigen, binnen gekomen, maar in de van de vraag, of de tijd ervoor wel rijip was. Te Geneve izegt men de dingen met voor- zichtigbeid en tact en noemt men geen feiten. Maar er is werkelijk geen basis voor een ont wapeningsconferentie, als men ziet dat de moreele ontwapening die de pijler moet zijn waarop zij rust, zienderoogen terrein heeft verloren. De onderhandelingen over de vloten tus- scben Fran'krijk en Italie zijn zoozeer vastge- loopen dat Engeland besloten heeft er iets aan te doen om de twee partijen weer tot elkaar te brengen. De anti-fascisten die te Brussel in het proces'tegen de Rosa als getuigen ge- hoord zijm onder wie niet de eerste de beste Italianen zijn, geven te kennen dat bet fascis- me op oorlog aanstuurt. In Duitschland is de geiheele politieke constellatie nog onzeker. Op het totstandkomen van de groote coalitie, van welke alleen een voortzetting van Strese- mann's toenaderingspolitiek te verwachten is, bestaat nog geen vaste hoop. De kleine oeco- nomische partij die zulk een groote macht be zit tot bet mogelijk maken of verhinderen van deze constellatie, heeft uitgemaakt, dat zij niet deel zal nemen aan een regeeringa- coalitie waarin sociaal-democraten vertegen- woordigid zouden zijn of waarop dezen bepaal- den invloed zouden oefenen. Een veto dus tegen de groote coalitie, dat nog meer betee kenis heeft nadat reeds de Duitsche volks- partij gezegd heeft dat „geen eompromis met socialistische denkbeelden duldtoaar is". De consequentie uit zulke besluiten is dat zij de- finitieve koersverandering naar rechts willen. Het politiek verschiet in Duitschland wordt door zulke verlangens die niet te verwezen- lijken zijn als 'men geen nationaal-socialis- tisohe hulp wil aanvaarden, nevelachtig. De. betrekkingen tusschen Italie en Tsjechoslowa- kije zijn vergald door het incident met de Karadjordje, het schip dat de trots der Tsje- choslowaksche vloot was en dat door een Ita- liaanseh g^fcagvoerder op de klippen gedreven zou zijn, en door de doodvonnissen te Triest. De overige Slavische wereld (buiten Rusland) reageert met onvriendelijke uitingen en betoo- tegenwoordigheid van deze vrouw van de wereld maakte hij zijn gewone zelfver- trouwen voor meer dan de helft kwijt. Madame de Stamer gebaarde met haar slanke, blanke rechterhand in de richting van een met lila brokaat bekleeden stoel. „Ga zitten, inspecteur", zei ze op een manier, die van die drie woorden meer een bevel dan een uitqoodiging maakte. Aylesbury kuchte een paar maal en ginq zitten. ,,En, Mr. Knox" Madame keerde zich met een van haar vlugge bewegingen naar me toe „waar is uw vriend? Is hij bang om hier te komen? Denkt hij, dat hij te kort geschoten is? En dat ik hem daar- voor veroordeel?" "Hij weet, dat hij te kort geschoten is, Madame de Stamer", gaf ik ten antwoord, „maar dat is niet de reden van zijn af- wezigheid. Hij is den moordenaar op het spoor?" ,,Wat!" riep Madame de Stamer uit. ,,Wat!" Ze boog zich voorover en legde haar hand op mijn arm. ,,Zeg dat nog eens! Zeg dat nog eens". ,,Hij heeft een aanwijzing gevonden, Madame, die hem, volgens zijn overtui- ging, naar de waarheid brengen zal ,,Ah! Als ik dat maar durfde gelooven! zuchtte ze. „Als ik maar durfde gelooven, dat de waarheid ten slotte ontdekt zal worden!" ..Waarom zou dat niet? Ze schudde het hoofd en glimlachte zoo leresigneerd, maar tegelijk toch zoo ver- drietig, dat ik mijn blik afwendde en Val Beverley, die aan den anderen kant naast het bed zat, aankeek. „Als u wistals u wist Ik keek haar aan. Haar gezicht was op dat oogenblik tragisch en ik begreep op- eens, dat deze vrouw jaren ouder was dan de opgewekte gastvrouw, die ik gekend had. Ze zuchtte, haalde haar schouders op en: ,,Vertelt u me eens, Mr. Knox ging ze voort, „het is toch vlug en pijnloos geweest, niet?" „bus 't was een goed schot?" vroeg ze verder. ,,Een uitstekend schot", gaf ik ten ant woord, maar ondertusschen dacht ik. dat dit vragen todh een onnoodige zelfkwel- ling was. ,.Ze hebben mij verteld, dat hij vandaag nog weggebracht moet worden, maar ik heb gezegd: Niet voor ik hem gezien het>". Madamebegon Val Beverley. „Stil, lieve kind". Zonder den kant, waar het jonge meisje zat, op te kijken, strekte Madame haar rechterhand naar haar uit en vroeg zoo, met een van haar karakteristieke gebaren, om stilte. ,.Je kent me niet. Voor mij is dat juist goed. U bent een man, Mr. Knox, en mannen. vooral mannen, die schrijven, weten meer van vrouwen dan de vrouwen zelf. Is 't niet waar, wat ik zeg? Begrijpt u niet, dat ik hem zien moet?" Madame de Stamerzei ik, ,,uw moed grenst aan het bovenmenschelijke". ,,Ik ,ben er niet trotsoh op, dat ik moedig ben, mon ami. Alle dieren zijn moedig en lafaards zijn dikwijls trotsch. Maar luis- ter nu nog eens. Hij heeft niet geleden. n'est-ce pas?" ,,Neen, Madame de Stamer". ,,Dat heeft Dr. Rolleston me ook ge zegd. Hij is dus in zijn slaap gestorven. U denkt toch niet, dat hij wakker geweest is, niet?" ,,Neen. Ik geloof zeker van niet (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1