ALGEIWEEH NIEUWS- EH APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
Michel Angelo.
No. 8542.
VRIJDAG 20 JUNI 1930
70e Jaargacg
"VlKTI IL L E T 0
Vampier-Vleugel
BINNENLAFD.
„De auto van SNEEUWWIT
en KLOKZEEP komt
SE"
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMBJiTSPRIJiSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
tr per post fl,SO per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar -
Voor Belgie en Amefcka 2,25, overigeIan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Aoonnementen voor het bultenland alleen btj vooruitbetaling.
Citgeefster: Firm* P. J. VAN BE SAND Ft GIRO S8150 - TELEFOON No. 25.
ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20
Grootere letters en clich6's wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien btj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar Is. Inzending van advertentlen llefst 6en dag voor de ultgave
BIT BLAB VERSUTHJNT IEBEREN MAANBAG-, WOENSBAG- en VRIJDAGAVOND.
Het zal wel altijd gevaarlijk zijn om
van dezen of genen mensch te beweren,
dat hij op dit of dat terrein, in dezen of
genen tijd, in dit of een ander land, de
allergrootste is geweest. Hoe vaak is het
niet geschied, dat pas heel laat na het
verschijnen en verdwijnen van deze of
gene persoonlijkheid werd ontdekt, dat
zoo iemand van meer dan gewone betee-
kenis en invloed was geweest, en hoe
vaak bleek 6ok niet, dat al de zoo zeer
geprezen luister en verkondigde roem toch
maar yan zeer voorbifgaanden aard
waren geweest, zoodat reedls een volgend
geslacht het begreep en inzag, dat men
in zijn vergoding of uitbundige lofprijzing
veel te ver was gegaan Bovendien: hoe
verschillend zijn de menschen niet bij het
aanleggen van hun waardemeters. De
een zal bij een kunstenaar vooral waarde
hechten en den vollen nadruk leggen op
het eigene, persoonlijke, origineele zijner
scheppingen en daarbij misschien geheel
of bijna geheel bereid zijn over het hoofd
te zien s mans karaktereigenschappen
en tekortkomingen; een ander zal bij het
beoordeelen van den arbeid en de presta-
ties van een staatsman misschien wel ge
heel ter zijde willen laten de middelen,
die zoo iemand te baat heeft genomen om
zijn doel te bereiken, terwijl een ander
juist nimmer zal willen toegeven of over
het hoofd zien, dat ook voor zoo iemand
het doel de middelen zou hebben mogen
heiligen. En dan en wij denken daar
bij nu speciaal weer aan den kunstenaar
dan mag bij het verschil van waar-
deering zeker ook wel nooit uit het oog
worden verloren, hoe de een vaak prijst,
wat een ander in het geheel niet bekoort
of behaagt.
Michel Angelo heeft een met ge«ng
aantal hoogstaande tijdgenooten gehad,
die misschien niet van invloed zijn ge
weest op zijn eigen ontwikkeling en ont-
plooiing. en die zelfs zijn weg meer heb
ben bemoeilijkt dan vergemakkehjkt;
menschen, van wie wij ook niet gaarne
zouden beweren, dat zij op dit of da
punt zelfs niet zijn meerderen weer zijn
qeweest, maar een ding staat wel vast.
Michel Angelo Buonarotti want die
derde naam hoort er officieel toch nog
wel nadrukkelijk bij was zeker een
van de allergrootsten. Een makkelgk
leven heeft hij niet gehad een voorspoe-
diq bestaan mocht en kon het zijne zeker
ook niet worden genoemd, maar toch
heeft hij bij alien tegenstand en bij alien
teqenspoed kloek en manhaftig het hoofd
omhoog weten te houden, en wij zouden
er haast toe komen om op hem een oud
Bijbelwoord toe te passen, dat ovengens
noqal ver buiten der meesten aanvoelen
en denken staat: „ik zal mijn lust zien
aan degenen, die mij haten IPs. 118 D-
Die haat en die jaloerschheid begon-
nen al heel vroeg. Toen hij een knaap
was van 14 jaar moet hij, ook al was hi)
van middelmatige lengte en schraal, van
een bloeiende gezondhead en van een
schoon uiterlijk zijn geweest Maar een
jaar later was dat al mis. Hi) was juist
vijftlen, toen hij als bij een tooverslag
door
SAX ROHMER.
verhuisde naar het Palazzo van de Me
dici's. Het moet hem als een droom zijn
geweest, toen hij voor het eerst daar wak-
ker werd in een fraaie kamer, hoog boven
den prachtigen ouden tuin, met een leven-
tje als van een prins, slechts door eigen
ijver geroepen tot geregelden dagelijk-
schen arbeid. Daar was Ficino, de
wereldsche monnik, mysticus en musicus,
i dan was er Fra Mariano, een Augustij-
ner, een man vol humor; daar was Pico
della Mirandola, een man van de wereld
en tegelijk een filosoof, astroloog en val-
kenjager, kenner van de Kabbala en van
schoone vrouwen; het rijkst van alien be-
giftigd met onuitputtelijken geest: Poli-
ziano, die als leerling uit een poover
craampje als leerling ook in dit paleis
was gehaald, en die daar nu sindsdien
ruispoeet was en in de volkstaal en in
let Latijn, beurtelings produceerend pree-
cen, maskerades en serenades. Dan op-
eens barst echter als een onweer het on-
heil los. Hij, Michel Angelo, muntte nu
eenmaal boven zijn makkers uit. Moge
hij al vroeger nauwelijks den naijver van
zijn medeleerlingen hebben verdragen, hij
was nu te overmoedig geworden, en be-
gon met hen te bespotten. Een reus van
een medeleerling was Torrigiano. Deze
heeft later zelf aan Cellini verteld: „wij
gingen samen naar de kerken, om in de
kapel van Mazaccio studies te maken,
maar Buonarotti (Michel Angelo) had
een vervelende manier om alle anderen,
die daar teekenden, zoo'n beetje in het
ootje te nemen. Eens op een dag was het
op mij gemunt. Dat verdroot mij meer
dan anders: ik balde mijn vuist en sloeg
hem zoo hard op zijn neus, dat been en
kraakbeen murw voelden als een ouwel.
Zoo heb ik hem voor zijn heele leven ge
teekend."
Dat was een rampspoed. En zoo zijn
er meer geweest. Maar intusschen is
Michel Angelo dat alles te boven
gekomen, en heeft hij het in zijn eentje
negentig jaar hier op aarde volgehouden.
In zijn eentje, want hoe was deze man
XJLx ZXJ1I Cell ic f
alleen Ondervond hij wel ooit eenigen
steun van iemand, of eenige protectie
Een van zijn levensbeschrijvers heeft het
zoo echt naar waarheid opgemerkt:
Michel Angelo is eigenlijk nooit door
vrouwen opgevoed of gevormd. En toch
hij moge dan al niet zacht en zeker
nooit week zijn geweest toch heeft wel
niemand de vrouw zoo hoog aangeslagen
als juist hij. Een. die er veel studie van
heeft gemaakt, en die voor ons althans op
dit punt wel als autoriteit kan gelden
heeft er op gewezen, dat er tusschen
Michel Angelo en Leonardo da Vinci
onder meer dit eene, groote onderscheid
is aan te wijzen, dat Michel Angelo de
vrouwen die hij schilderde of beitelde,
zoo echt vrouwelijk heeft gelaten, terwijl
daarentegen Leonardo da Vinci men
herinnert zich dit oogenblikkelijk reeds
van Zijn Heilig Avondmaal) de mannen
zoo dikwijls heeft vervrouwelijkt.
En deze man ging voor niemand op
zijde. Het aantal pausen. onder en voor
wie hij gewerkt heeft, is haast ontelbaar,
en hij behield tegenover deze alien zijn
voile zelfstandigheid. Als een paus het
hem niet naar den zin maakte, of zich te
weinig of te veel met hem bemoeide, ging
19) Vervolg.
De toonbank was leeg. Mr. Wootton
raadpleegde de klok en keek mij daarna
veelbeteekenend glimlachend aan.
,,Ja, 't is over tijd", zei ik, eveneens
met een glmlach, „maar de menschen, die
hier in de buurt wonen, interesseeren me
buitengewoon. t Is nogal een typisch
verzameling." tt
„Daar heb u gelijk in, meneer vie! de
waardin me, ijverig met haar hoofd knik-
kend bij. „Een Chinees en een Spanjaard
en nog veel meer. Als een paar van de
heereri van voor den oorlog 't nou nog
eens konden zien, zouen ze raar opkijken
of ik hd) 't mis."
Dat zal wel", zei ik, terwijl ik boven
aan de stoep staan bleef. „Enfin, ik hoop
de kennismaking met Mr. Camber en u
voort te zetten... zulk bier als hier proef
je niet veel."
,,U is erg vriendelijk, meneer zei de
waardin gevleid, ,,en ik zal u ook
zien komen. Maar of je hetzelfde van Mr.
Camber kan zeggen, nou, dat weet ik
niet. Ik wed, dat-ie u niet eens terugkent.
Tenminste as-ie nuchter is niet."
,,Meent u dat?"
,,Ja, waarachies meen ik dat, t Is nou
laat ik eens kijken... een maand of zes
dat-ie zoo aan de boemel is, maar toch zijn
der menschen die-ie hier ontmoet heb en
die-ie uitgenoodigd heb om bij em te
komen, die naar 'em toegegaan zijn, om-
hij eenvoudigweg, en wist wel elders
werk en woning te vinden. Maar dan
was het straks weer die zelfde Paus, die
hem soebatte om te rug te keeren naar
de Heilige Stad. Vier iaren aan-een-stuk
werkte hij daar bij coorbeeld aan de
plafondbeschildering van de Scatijnsche
kapel op een door hemzelf vervaardigde
stelling, altijd en achVroverliggend, wat
hem zoo'n eigenaardige houding gaf. dat
hij nog tijden daarna, als hij iets goed
wilde zien, het boven in plaats van voor
zich moest houden. Twintig maanden
lang heeft hij er letterlijk geschilderd,
heeft de kapel afgesloten en niemand
toegelaten en zich zelf te Rome zoo goed
als schuil gehouden om maar niet onder-
vraagd te worden. En van zijn 39ste tot
zijn 41ste jaar verliep zijn kunstenaars-
leven zooals hij dat wenschte: hij zat in
een soort marmeren vesting, niet ver van
het kapitool, en in die drie jaren schiep
hij drie gestalten: Zijn Mozes, die een'
van de kolossen moest worden aan den
bovenbouw van het praalgraf der
Medici's en nog twee slaven.
Eigenaardig ook, dat deze man bijna
nooit naar levend model heeft gewerkt,
dodh slechts naar lijken, waarbij hij dus
den kop altijd uit het hoofd schiep, en
toch heeft de schare van menschen, die
hij maakte, in steen of schilderde op
muren, onder de levende menschen haar
evenbeeld niet. Of om nog een voor-
beeld te geven van zijn intensiteit van
werkkracht: aan de zeven figuren voor
twee graven heeft Michel Angelo gear-
beid van zijn 52ste'tot zijn 60ste jaar.
En steeds zelfstandiger werd hij, bij
het klimmen zijner jaren, ook al werden
zijn uitwendige levensomstandigheden er
niet gunstiger op. Om hem werkelijk en
voor goed aan zich te verbinden, liet de
Paus hem in een breve tot bouwmeester
voor zijn leven benoemen. Michel An
gelo bedong als voorwaarde, dat hij
zonder eenige controle zijn plannen zou
mogen wijzigen, naar eigen goedvinden
zou mogen afbreken. wat hem soms niet
beviel, en aan dat alles knoopte hij nog
een conditie vast, deze: dat hij geen geld
wilde aannemen! Hij had geleerd, zegt
Emil Ludwig, „dat een rustig bestaan
meer waard is dan alle ducaten, en zoo
hoog was zijn wantrouwen gestegen, dat
hij deze toevoeging schriftelijk in zijn
aanstelling bevestigd wenschte te zien".
Toen hij deze opdracht had, heeft hij nog
16 jaar mogen arbeiden onder vijf ver-
schillende pausen.
Ten slotte nog een vraag. Was deze
man nu tevreden over zijn eigen presta-
ties en stelde hij roem in zijn scheppin
gen? Wij kunnen die vraag het beste
beantwoorden door hier neer te schrijven
een sonnet, door Michel Angelo zelf ver-
vaardigd:
,,Ik zie wel, hoe hij dwaalt, die mocht
[gelooven,
dat de gena, die uit Uw god'lijk Wezen
[vloeit,
mijn aardsohe, brooze werk zou kunnen
[aad'len.
Geest, kunst en kennis zullen eenmaal
[wij'ken
een sterf'lrjk mensch kan met geen
[duizend gaven
uit aardschen schat de gave Gods betalen".
BE SCHEL.BE EN
ZEEUWSCH-VLAANBEREN.
De correspondent te Brussel van „Het
Volk" meldt d.d. 16 Juni:
De Belgische generaal Selliers de Moran-
ville stelde herhaaldelijk voor het Schelde-
probleem op te lossen door het graven op
Belgisch grondgebied van een kanaal van
Antwerpen naar de zee. Onlangs schreef hij
nog dajaromtrent: ,,Als de tijd heeft uitge-
wezen, dat Belgie zijn rechten op de Schelde
geheel en al of gedeeltelijk kan opgeven, zou
den wij die rechten tegen klinkende munt aan
Nederland kunnen afstaan en zoo een be-
langrijk deel van de onkosten, die het aan
leggen van het kanaal van Antwerpen naar
de zee zou vereischen, terug winnen".
De advocaat Rotsaert schrijft in „L'Action
Nationale", het orgaan van de kleine groep
Belgische annexionisten, thans het volgende:
,,Een dergelijke gedachte is schandelijk en
anti-Belgisch. Het zou een groote politieke
vergissing zijn onze rechten op de Schelde op
te geven. Generaal de Moranville houdt geen
rekening met de mogelijke verzanding der
Belgische kusten. Hoe zouden wij voor enkele
centen de Schelde kunnen opgeven. De
Schelde opgeven beteekent politieke en eco-
nomische zelfmoord. Wij moeten integendeel
al onze rechten op de Schelde en op
Zeeuwsch-Vlaanderen terugwinnen. Daar ligt
de toekomst van ons land".
GEiLLUSTREERDE RIJKSBRIEF-
KAARTEN.
Binnenkort zullen op de postkantoren vijf-
tien soorten nieuwe ge'illustreerde briefkaar-
ten verkrijgbaar worden gesteld, welke van
de bestaande ge'illustreerde briefkaarten in
hoofdzaak verschillen doordat zij geen repro-
ducties van teekeningen, maar van fotogra-
fieen zullen dragen.
Aan de adreszijde zijn de kaarten voorzien
van een zegelafdruk van 7% cent. De ver-
koopprijs bedraagt eveneens 7% cent.
WEDSTRIJBEN EERSTE HULP BIJ
ONGELUKKEN EN ZWEMMENB
REDDEN.
De provinciale wedstrrjden in het verleenen
van eerste hulp bij ongelukken en zwemmend
redden, welke vanwege den Bond Het Oranje
Kruis a.s. Zaterdag worden gehouden te Gro-
ningen, Leeuwarden, Assen, Almelo, Arnhem,
Utrecht, Alkmaar, Leiden, Middelburg en
's Hertogenbosch, heblben veel belangstelling
gewekt. Voor alle wedstrijden tezamen heb
ben zich niet minder dan 245 ploegen en 29
personen aangemeld; voor den groepenwed-
strijd in het verleenen van eerste hulp bij
ongelukken 28 ploegen seniores, 89 ploegen
juniores, voor den wedstrijd van beroeps-
ploegen, 35 ploegen seniores, 14 ploegen
juniores en 21 personen voor den indivi-
dueelen wedstrijd; voor den wedstrijd in
zwemmend redden 14 ploegen seniores, 65
ploegen juniores en 8 personen.
DE REGEERING BIEDT STEUN AAN DE
SUIKERINDUSTRIE.
De Regeering heeft een wetsontwerp in-
gediend tot het heffen van een compensee-
rend invoerrecht van buitenlandsche kandij,
geraffineerde suiker en met laatstgenoemde
suiker in belastbaarheid gelijk geste.lde sui
ker omdat zij de wenschelijkheid inziet, dat
een' einde wordt gemaakt aan de achterstel-
ling, welke de Nederlandsche suiker tot dus-
ver hier te lande ondervindt in vergelijking
Lees vooral de advertentie
dat ze vast en zeker dachten, dat-ie het
meende."
,,En... die zijn niet goed ontvangent
vroeg ik, met mijn eenen voet al op de
volgende trede.
..Die hebben de deur voor hun neus
dichtgegooid gekregen vertelde Mrs.
Wootton verontwaardigd. ,,Of-ie ont-
houdt niet, wat-ie zegt of wat-ie beloott
als-ie dronken is, of-ie doet net of-ie het
zich niet herinnert. ]a, meneer we leven
in een rare wereld. Goeie middag, me-
„Goeden middag wenschte ik haar
eveneens toe. Ik draaide me om en
de stoep van ,,De Bloeiende Lavendel-
struik" af met de voile overturning, dat
er voor de opinie van de menschen ..van
voor den oorlog", die door Miss Wootton
aangehaald was, wel wat te zeggen viel.
Want het korte oponthoud in de herberg
had me de overtuiging gegeven dat deze
rustige plek midden tusschen de Surrey-
heuvels de verzamelplaats van een aan
tal eigenaardige menschen geworden
W3S' HpOFDSTUK VIII.
De oproep van Mr. Kombo.
Van het theedrinken dienzelfden mid
dag op de veranda van Cray's Folly hield
ik verscheidene herinneringen over. Ik
maakte wat beter kennis met mijn gast-
heer en gastvrouw zonder resultaten
weliswaar ten opzichte van mijn kijk op
hun type en ik kreeg een geheel ande
ren indruk van Val Beverley. Haar hou
ding van bescheiden kalmte was, op zijn
zachtst gesproken, misleidend. Ik merkte
tijdens het gesprek, dat zij haar eigen
levendige persoonlijkheid ter wille van
Madame de Stamer afdempte, waarom,
(Ingez. Med.)
met bijna alle andere accrjns onderworpen
goederen.
In de memorie van toelichting wordt her-
innerd aan de "in de maand Mei van dit jaar
ingestelde commissie, welke de opdracht heeft
gekregen de Regeering van advies te dienen
omtrent de vraag of, en zoo ja, welke maat-
regelen met het oog op den oogenblikkelijken
toestand van land- en tuinbouw getroffen
moeten worden. Deze commissie heeft in de
eerste plaats haar aandacht gewijd aan het
suikervraagstuk en een advies in bovenver-
melden zin uitgebracht, waarmede de Regee
ring zich kan vereenigen. Met de commissie
is zij van oordeel, dat een normale uitbouw
van de bestaande fiscale heffing zal worden
verkregen, indien het invoerrecht wordt ge
steld op 5 goud-franken per 100 K.G. witte
suiker, overeenkomend met ongeveer f 2,40
per 100 K.G. De Regeering neemt aan, dat
de commissie heeft bedoeld, het recht uit-
sluitend te heffen van consumptiesuiker en
niet van ruwe suiker. Door ook deze laatste
met een invoerrecht te treffen, zou men niet
alleen den uitvoer van ruwe rietsuiker uit
Oost en West bemoeilijken, maar bovendien
het raffinadeursbedrijf in zijn vrijheid van
bedrijf belemmeren.
DR. C. J. K. VAN AALST.
Naar Dr. C. J. K. van Aalst aan het Alg.
Hbl. mededeelde, is het hem onmogelijk, de
benoeming tot lid der Eerste Kamer te aan-
vaarden.
„Het spijt mij werkelijk", zeide de heer
Van Aalst, maar het is mij niet mogelijk
den zetel te aanvaarden, omdat mijn tegen-
woordige werkzaamhaden mij geheel In be-
slag nemen!
„Ik heb in Mei 1929, toen de Christelijk-
Historische Statenclubs van Noord- en Zuid-
Holland mij candidaat wilden stellen, dadelijk
medegedeeld, dat ik eventueel het Kamerlid-
maatschap alleen zou kunnen aanvaarden, als
mijne werkzaamheden belangrijk zouden zijn
verminderd.
„Nu is er door het plotseling verscheiden
van Mr. Verkouteren een vacaturs ontstaan,
waarvoor ik in aanmerking kom, doch mijne
drukke besognes zijn geenszins verminderd.
De l.egenwoordige toestanden op economisch
gebied hebben integendeel vele moeilijk op te
lossen vraagstukken naar voren gebracht.
,,Van vele zijden, ook uit de kringen van
den groothandel, van de cultures, van belang-
rijke ondememingen, werd er bij mij op aan-
gedrongen de benoeming te aanvaarden,
maar het khn niet. Want voor ons, handels-
menschen, die toch vooruit dienen te zien,
doet zich de toekomst z<56 aanzien, dat zij al
hunne energie daarop, en daarop alleen.
dienen te concentreeren!"
,,Die moeilijkheden", merkten wij op, met
de bescheidenheid, die den journalist past...
geld en toch voor het geheele land en Dr.
Van Aalst zou te dien aanzien in 's Iand3
vergaderzaal hoogst nuttig werk in het alge-
meen belang kunnen doen!"
ja, dat kon ik niet ontdekken. Haar grijze
oogen konden soms heel ernstig kijken en
soms tintelden ze van leven en levenslust.
Maar een keer betrapte ik haar op een zoo
diep-melancholieken blik, dat de luchtige,
vluchfcige indruk, gewekt door haar ranke
figuurtje, ondeugende lippen en opstan-
dig-krullend, roodblond haar, geheel er
door te loor ging.
Paul Harley bleef ernstig en verstrooid,
maar die verstrooidheid was niet echt
meer, dat zag ik, die hem door en door
kende, maar al te goed. Het was een
pose, die hij aannam als hij, om de een ot
andere reden, buitengewoon veel belang
in zijn omgeving stelde. Maar ik liep er,
tot op zekere h'oogte, telkens weer in
en ik niet alleen, maar bijna iedereen met
mij en zoo kwam het, dat ik het eene
oogenblik Kolonel Menendez voor den
persoon waarop al zijn aandacht gecon-
centreerd was, aanzag en het volgende
oogenblik tot de overtuiging kwam dat
hij de aantrekkelijke figuur van Madame
de Stamer als het slachtoffer voor de ont-
leedtafel van zijn bezigen geest had uit-
gekozen.
Het verwonderde mij met in het minst,
dat hij Madame de Stamer een boeiend
probleem vond. Ze moest voor elken
psycholoog de belichaming van een mte-
ressante studie zijn. Ik voor mij was be-
paald nieuwsgierig naar den graad van
bloedverwantschap tusschen Menendez
en haar, want zij was op en top de Fran-
gaise. van heur haar tot haar voetjes toe.
Haar uitdrukkingen, haar gebaren, haar
qeheele levensopvatting, zooals die
qesprekken tot uiting kwam, stempelden
haar tot een moderne Parisienne.
Ze had een bijna mannelijk-stoer ver-
stand en daardoor was ze, als „gezel-
schap' en speciaal wat haar vermogen
om iemand te onderhouden, te amuseeren
betrof, onovertreffelijk. Ze was rondbor-
stig, tot op het overdrevene af en ik kon
me bijna niet voorstellen, dat haar opge-
wektheid niet echt was. En toch, naar
mate het later op den middag werd en ik
haar naar het uiterlijk dus wat beter leer-
de kennen, raakte ik meer en meer over
tuigd, dat dat het geval was.
Ze moest vroeger, voor het ongeluk,
dat haar van het gebruik van haar lede-
maten beroofde, haar trof, een buitenge
woon mooie en geestige vrouw geweest
zijn. Haar geest had ze behouden en het
grootste deel van haar schoonheid even
eens en juist daardoor was het bijna niet
te gelooven, dat haar zilverwit haar „na-
tuur" was. Telkens en telkens weer be
trapte ik me erop, dat ik het voor een coit-
fure a la Pompadour aanzag en dan ver
wonderde het me, dat Madame geen
taches de beaute droeg.
Van het eerste oogenblik at was net
me duidelijk geweest en de nadere ken
nismaking bevestdgde dien indruk, dat er
tusschen Madame en Kolonel Menendez
een diepe en innige verhouding bestond
Meer dan eens onderschepte ik een blik
uit de donkere oogen van Madame, die
een streelende liefkoozing maar tegelgk
een wanhopig verdr.iet inhield. Ze speel-
de comedie en Harley wist het, daarvan
was ik overtuigd. En dat comediespelen
was niet de moedige strijd van de vrouw
van de wereld, gewend om haar ware ge-
voelens te verbergen, tegen den neerdruk-
kenden invloed van haar kwaal, maar een
bestudeerde vertooning, om iets ernstigs,
dets dat veel dieper lag, te bedekken.
Ze was buitengewoon smaakvoi ge
kleed en degeen die haar zag zitten, zoo
als ik haar dien middag zag, geanimeerd
conserveerend en druk gebarend te mid
den van stapels kleurige kussens. zou niet
gedacht hebben, dat hij een invalide voor
zich had. Mijn bewondering voor haar
steeg met de minuut en dat tempo werd
er niet langzamer op. toen ik merkte, hoe
waar haar genegenheid voor Val Bever
ley was. Elke beweging van haar jonge,
slanke „dame de compagnie volgde ze
met een blik, die van moederlijke lietde
getuigde cn dit trof m6 te meer. omdat
Madame de Stamer, een vrouw, die, naar
haar gezicht te oordeelen, nog geen veer-
tig kon zijn, het type had van een vrouw
die bewondering verwacht en ook inder-
daad krijgt, lang nadt haar gewone zuste-
ren hun aantrekkelijkheid ingeboet heb-
ben.
Een vrouw met zulk een temperament
is gewoonlijk overdreven jaloersch op de
jeugd en de schoonheid van een ander.
Het lukte me niet uit te maken, of de hou
ding van Madame aan zelfgenoegzaam-
heid of aan een gevoel van edeler ge-
halte te wijten was. Maar ten slotte stel
de ik me tevreden met de onmiskenbare
vreugde, die zij aan de jonge, onbedorven
zachtheid van haar metgezellin had.
„Val", zei ze opeens, geen seconde na
het einde van een geanimeerd debat. ..je
moet de mouwen van je japon korter
maken, kind". Ze sprak opvallend vlug
en ze had een stem, die weliswaar een
ietsje heesch, maar buitengewoon mooi
en donker van klank was. „Je hebt hee
mooie armen. t Is zonde om ze te bedek-
keVal Beverley bloosde tot in haar hals
en lachte maar eens, om haar verlegen-
heid te bedekken.
(Wordt vervolgd.)