as ook wel bereid iis, oxn dezen toestand te helpen opruimen. Hij wil er echter brjzonder den nadruk opleggen, dat men niet moet ver- geten, dat bet hier geheel particulier terrein betreft, en dat de gemeenteraad daarom voor- sachtig moet zijn. Dat is niet de eenige ver- keerde toestand die in de gemeente is onit- staan. Men moet zoch ook wel eens afvra- gen: boe ontstaat die toes'tand? Ooft- en Tuinbouw en Veilingwezen. De heer D. DEES is bet er volkomen over eens, dat de menschen den toestand zelf ge- j scbapen heibtoen en ook zouden bebooren te zorgen dat ze die weer kwijt raakten. Maar dat kunnen ze niet meer. d. De beer JANSEN vraagt, of de buiten- wijken des nacbts ook niet telefonisch met den dokter zouden kunnen iwordien verbonden. De VOORZITTER gelooft, dat dit wel kan, maar dat het nogal wat zal kosten. De beer JANSEN heeft juist vemomen, dat dit maar dertien a veertien gulden per jaar zou bedragen. De VOORZITTER verklaart dat bet, voor wat bem betreft, wel eens onderzocbt kan worden. Hij daoht ecbter, dat Othene van uit Ter Neuzen werd bediend. De heer JANSEN anbwoordt, dat de dokter van het dorp er ook nog al komt en dan is er toch ook de Griete. De VOORZITTER zegt een onderzoek toe. Hij sluit biema de vergadering, door het uitspreken van het dankgebed. GEMEENTERAAD VAN HENGSTDIJK. Alle leden zijn present, behalve de beer V. Heese. Voorzitter, Burgemeester Van Esbroeck, Secretaris de beer Hermans. De agenda vermeldde: I. Notulen. Daze warden voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. II. Ingekomen stukkem 1. Van Ged. Staten bericht van goedkeu- ring gemeenitebegrooting 1930. 2. Van de commissie tot bestrijding der iepenziekte een verzoek om subsddie geduren- de 5 jaar van f 5. De Voorzitter deelt mede, dat de in deze gemeente groeiende iepen zijn opgeruimd en er dius geen vrees meer behoeft te bestaan voor deze ziekte. Aangenomen voor kennis- geving. 3. Van Ged. Staten een schrijven, waarin verzocbt wordit te willen bevorderen, dat aan alle woningen een brievenbus wordt aange- bracbt. De Voorzitter zou dezen maatregel zeer wenschelijk aebten voor den postbode, want in geval van besmettelijke ziekte, zal deize wel eens huiverig zijn een besmette wonifig te be- treden. 't Zal ecbter weinig succes hebfoen de be- woners der bestaande perceelen daartoe te brengen, bij nieuiwibouw zal den eigenaar op de wenscheilij'kheid hiervan gewezen worden. 4. Kosten omiderwijs van leerlimgen, die in een andere gemeente een school bezoeken. Vergoeding aan Breda 10,95; aan Honte- nisse 67,96 en 51,51. 5. Van de Geizondiheidscommissie zetelend te Hulst de gedetailleerde rekening over 1929 met toelichiting. Deze wordt goedgekeurd. 6. Een verzoek van de Katih. Middelb. Handelsdagscbool te Hulst met overlegging der rekening om een subsidie van 150 per jaar en per leerling en inidien geen leerling uit de gemeente dezer inrichting bezoekt, een jaarlijksche subsidie van 150. In het begeleidend schrijven wordt de wan- kele toestand, waarin deze school finanitieel verkeert, uitvoerig geschetst: zij kan niet in stand worden gehouden zonder kracbtigen geldelijken steun der omliggende gemeenten. De beer Van Deursen meent, dat daar geen belpen aan is; spreker acht dit wel een goede en nuttige inrichting maar?.? De heer De Waal betoogt, dat bet bestuur de tering maar naar de nering moet zetten en wijst in vergelijking hiermede op den hui- digen noodtoestand der boeren. De Voorzitter vermoedt, dat't bestuur reeds zooveel mogelijk beeft bezuinigd; men moet niet uit bet oog verliezen, dat die school in den duren tijd is gesticht en stelt voor bet oude bedrag ad 25 als subsidie toe te ken- nen, omdat er geen leerling uit deze gemeente de school bezoekt. Met algemeene stemmen wordt dit goedgevonden. 7. Schrijven van Burg, en Wetb. van Hon tenisse, verzoekende adhaesie te willen betui- gen aan bun adres aan het Prov. Bestuur van Zeeland betreffende den stoombootdienst Wal- soordenHansweert (Ferry^fjot). Hieraan zai worden vpld'aan 8. Een circuilaire van Ged. Staten regelen- de de nieuiwe jaarwedden van Burgemeester, Secretaris, Ontvanger en Wetbouders. Het foevolkingscijfer vormt den grondslag der klassificatie en der aanvangsjaarwedde. Zoo valt detze gemeente .in de eerste klasse (beneden 801 inw.) en bedraagt dus de aan vangsjaarwedde dier functionarissen resp. /1000, 1000, f 300 en 50. De Voorzitter alsmede de Secretaris geven nog nadere toelichiting hieromtrent, waama de raad met algemeene stemmen verklaart met deze regeling accoord te kunnen gaan. 9. Het verslag: Toestand der gemeente wordt ter visie gelegd. TIT Een adres van den Kring Hulst der Z. L. M. om een bijdrage voor een te houden Landbouiwter^-^^^^ jgurg. en Wetb. steiieh voor, omdat. die ten- toonstelling gehouden wordt in een aangren- zende gemeente een subsidie te verleenen van 10, 't geen met algemeene stemmen wordt goedgekeurd. IV. Besiuit van Ged. Staten d.d. 25 April 1930 waarfbij worden vastgesteld de verschil lende bedragen, betreffende uitkeeringen aan deze gemeente ingevolge de nieuwe Wet, r^®" lende de finantieele verhouding tusscben Rijk en gemeenten. Ged. Staten stellen de gelegemheid open tegen die wijziginigen in beroep te komen, dooh op advies van Burg, en Wetb. neemt de raad met bet besiuit van Ged. Staten ge- noegen. Bij de vaststeiling van bet kohier der be- lasting op de honden werd in de vorige ver gadering door eenige ieden bwijfel geopperd of er wel alle honden op voorkwamen. De Voorzitter heeft daamaar een onderzoek laten instellen, waarvan de uitslag alle leden ten voile bevredigit. Nog doet de Voorzitter uitvoerig verslag van de nadere inlichtingen door hem inge- wonnen aangaande de aansluiting bij den Provincialen Brandweerbond, waaruit blijkt, dat in elke gemeente de brandweer intact blijft, doch dat Hontenisse, Ossenisse, Hengst- drjk, StoppeHdijk en Boschkapelle een der vier krinigen zullen uitmaken, van welke vijf ge meenten Hontenisse bet middelpunt is, als be- zittende een motorbrandspuit. De beslissing hieromtrent zal in een volgen- de vergadering worden genomen. V. Bespreking Electriscb Bedrijf. Dit laatste punt der agenda wenscbt de Op initiatief der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen werd 24 Mei te Ter Neuzen in het Hotel des Pays-Bas" een vergadering gehouden waarin met het Bu reau en eenige leden der Kamer tegenwoordig waren afgevaardigden uit de besturen van de Fruitveiling Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neu- i P°slt-ie- zen, de „Vereeniging de Tuinbouw" aldaar, de 1 Maatschappij tot bevordering van Ooft- en Tuin bouw in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen en „Avicultura" te Oostburg, benevens de beer If. A. W. van der Plassche, Rijkstuinbouwconsulent voor Zeeland, te Goes. De bijeenkomst, werd door den voorzitter der Kamer, den heer J. A. van Rompu, geopend met een woord van welkom, in het bijzonder aan den heer Ir. Van der Plassche, die zich bereid heeft verklaard de Kamer over een zoo hoogst belang- rijk, maar moeilgk onderwerp, waarvoor hare tusschenkomst werd ingeroepen, van voorlich- ting te dienen, en zich daartoe ook weer voor deze bijeenkomst bereid verklaarde. De ooft- en tuinbouw, zoo vervolgde hij, is in dit gewest van betrekkelijk jongen datum, maar zij heeft niettemin groote uitbreiding verkregen. Het bedrijf van- de kweekers ressorteert inge volge de wettelijke samenstelling der Kamers van Koophandel en Fabrieken niet rechtstreeksch onder hare zorgen. Aangezien de uitoefening van dat bedrijf ecb ter van zeer grooten invloed kan zijn op de eco- nomische ontwikkeling eener landstreek zou het reeds op grond daarvan de belangstelling der Kamer hebben. Maar bovendien, na het kwee- ken moeten de gewassen of producten verhandeld worden en komt men dus op het gebied van de bemoeiingen der Kamer. Zal er een bloeienden, een winstafwerpenden handel komen, dan is daarvoor noodig een welbewuste, oordeelkiin- dige teelt, en, vooral met het oog op de kleinere bedrijven een organisatie voor het verkrijgen van een afzetgebied. Aan het Bureau der Kamer werd medegedeeld, dat er hier ten opzichte van dit bedrijf nog ver- schillende leemten voordeden, welke oorzaak zijn dat zij, die zich op dat bedrijf toeleggen, daar van niet ten voile de vruchten genieten, of lie- ver niet de grootst mogelijke inkomsten verkrij gen, die bij goed overleg en werken in een bepaal- de richting zouden kunnen worden bereikt. Indien wij de verschillende berichten en versla- gen die bij de Kamer inkomen nagaan, blijkt, dat zich op tuinbouwgebied niet alleen in onze streek moeilijkheden voordoen, dat die ook elders voor- komen, waar het bedrijf reeds jaren wordt ge- dreven. Niet te verwonderen is het dus, dat deze voorkomen in een streek, waar het bedrijf de kinderschoenen nog niet ontwassen is. Of- schoon het Bureau ten voile overtuigd is van de groote moeilijkheden van dit vrarfgstuk, heeft het niettemin gemeend een poging te moeten aanwenden, om ten dienste van dit bedrijf werk- zaam te zijn, en zoo mogelijk om het zoo eens uit te drukken, opvoedkundig werk te leveren. Uiteraard zal alleen voorlichting kunnen wor den gegeven, en zal het aan de bij het bedrijf betrokkenen zijn, uit die voorlichting conclusie te trekken. De Kamer heeft aan dit voomemen van het Bureau hare sanctie gegeven. Wij hebben ge meend in de eerste plaats ter vergadering te Tegenover al de pessimistische beschouwingen zal de teler hebben te stellen een krachtige ac- tie tot behoud van zijn afzetgebied in binnen en buitenland. Goede producten niet alleen telen, maar ook in den handel brengen. Wat het eerste betreft verkeert Nederland in 1. Goede bodem. 2. Gunstig klimaat. 3. Goede arbeidskrachten. Alle drie factoren die ons een zekere voor- sprong geven op hun die wildvreemd aan den tuinbouw beginnen. Wel is er op gebied van bemesting, ziektebe- strijding, selectie van de gewassen, nog zeer veel te bereiken en wordt hieraan tot op heden nog te weinig gedaan, doch zonder overdrijving kan gezegd worden, dat ons product, zooals het door de telers wordt geteeld van goede kwaliteit is en de gehouden tentoonstellingen hebben het be- wezen, dat we de vergelijking met andere produc ten kunnen doorstaan. Dat is echter in den tegenwoordigen tijd niet voldoende. Er worden andere eischen gesteld, omdat de handel in tuinbouwproducten speciaal wat de export betreft in andere banen is geleid. De tijd dat men groenten en fruit teelde voor zijn naaste omgeving is voorbij. Men teelt ze voor de werldmarkt en men heeft dan ook alleen met haar eischen rekening te houden. Het Hollandsche product staat reeds nu en in de toekomst in nog meerdere mate bloot aan een concurrence, die zich zal laten leiden door de eischen van he tafzetgebied en die zijn ,,Een standaardproduet dat in massa wordt aangeboden, waarvan de kwaliteit is gewaar- borgd door een merk." Wanneer we nu de momenteele toestand nader bezien, dan stuiten we direct op een groote tegen- stelling. Aan de eene zyde die hooge eischen van het afzetgebied, in het leven geroepen door de sterke uitbreiding van de steden, waardoor men alleen nog een product kan gebruiken dat klaar is om aan den consument te worden afgeleverd. En aan de andere zijde de steeds meer in het klein gedreven tuinbouw, die kleine hoeveelheden produceert van dikwijls uiteenloopende kwaliteit. We hebben nu in de organisatie het machtige middel om aan die tegenstelling tegemoet te komen. Wat is het succes geweest van Amerika met zijn aardappelen; Dat zij zich hebben vereenigd en hun product hebben gestandariseerd. En zoo zouden er meer voorbeelden zijn aan te halen en wil de Nederlandsche tuinbouw de concurrentie het hoofd kunnen bieden, dan zal ook dit een eerste eisch zijn, waaraan behoort te worden voldaan. Gelukkig is dit reeds sedert tal van jaren in tuinderskringen begrepen en begint het in land- bouwkringen ook meer en meer door te dringen. Ze hebben dan ook hun organisaties opgericht, teneinde de weg te openen tot standariseering van het product. Eenheid moet er zijn in den tegenwoordigen tijd en door gezamenlijk optreden moet getracht worden te bereiken, wat door ieder afzonderlijk niet meer verkregen kan worden. Naast de tuinbouwvereenigingen, die de tech- moeten noodigen de besturen der bij het bedrijf mschf belangen van de teelt zelven behartigen betrokken vereenigingen in dit gewest. Van de ZVn, veilmgen ontstaan en de resultaten zijn te houden besprekingen zal het afhangen of de n jfela g taak van het Bureau der Kamer ten deze reeds als beeindigd kan worden beschouwd, dan of daarvan nog verdere tusschenkomst en werk wordt verwacht. Ik heb mij voorgesteld, den heer van der Plas sche uit te noodigen een inleiding te houden over het onderwerp dat thans onze aandacht bezig houdt, om straks de aanwezigen die naar aan- leiding daarvan of wel uit eigen initiatief het woord wenscben te voeren, daartoe in de gelegen heid te stellen. Hiermede verklaar ik deze bijeenkomst ge opend en geef het woord aan den heer Van der Plassche. De heer Van der Plassche hield hierop de vol- gende inleiding: Mijne Heeren, Mijn dank voor de tot mij gerichte woorden van welkom en ik hoop eveneens dat de door mij in te leiden besprekingen in het belang van den tuinbouw in deze streek mogen zijn. Aanvankelijk kwam het mij wat vreemd voor, dat een Kamer van Koophandel" een vergade ring als deze ging beleggen en scheen het alsof U zich op een terrein ging begeven dat U niet alleen vreemd was, maar waarop ook geen werk- zaamheden voor U lagen. Na eeuig nadenken ben ik echter tot de con clusie gekomen, dat het wel degelijk gewenscht was dat een samenspreking als deze door H werd georganiseerd en heb ik mij gaarae beschik- baar gesteld ze in te leiden. Over het algemeen kan van Zeeuwsch-Vlaan deren niet gezegd worden dat er door de ver schillende lichamen en de telers zelve onderling krachtig wordt samengewerkt en daarom dient elke pogiiig hierin verbetering te brengen, ge- steund te worden. De beteekenis van den tuinbouw ook voor deze streken is een gebeel andere geworden als vroe- ger. Van liefhebberij, hoogstens nevenbedrijf te het voor verschillende landbouwers een middel geworden haar bestaan te verbeteren, wat in deze voor den landbouw zoo moeilijke tijden van groot belang is. De mogelijkheid om met verbouw van tuin bouwproducten op kleine oppervlakten zich reeds een zelfstandig bestaan te verschaffen opent gunstige perspectieven vooral voor de jongere landbouwers. We hebben daardoot ziefl gebeuren dat vooral in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen het aantal H.A. beplant met tuinbouwgewassen zich in k^r'[en sterk vermeerderd heeft, sn^jaal wat" de aarcl- uejeneultmir belieft- De resultaten die tot nu toe bereikt werden gaven daar aanleiding toe, terwnl bCtlfehdien de bestaande beplantingen, ook W&,t de boomgaar- den betreft beter worden verzorgd wat hoeveel- heid en kwaliteit der vruchten ten goede komt. Zoo wordt de tuinbouw ook in Zeeuwsch-Vlaan deren een tak van volkswelvaart die een rol van beteekenis gaat spelen en waardoor haar resul taten ook invloed gaan uitoefenen op de resul taten van andere takken. Men krijgt ook belang bij goede verkeersmid* delen, arbeiderstoestanden enz. Wanneer men dit nu alles beschouwt, kan het moeilijk vreemd worden gevonden, dat Uw orga nisatie een bespreking als deze wenschelijk achtte. Het is hier niet de plaats om pessimistische beschouwingen te gaan houden over de vooruit- zichten van den tuinbouw in het algemeen. Zoo verkeerd eenzijdige propaganda voor uit breiding van den verbouw van tuinbouwgewas sen is geweest in de acbter ons liggende jaren zoo verkeerd is het om het nu te gaan voorstel- len, alsof er in de komende jaren niets van terecht zal komen. Wel echter leven we in een moeilijke tijd, wat we reeds kunnen afleiden uit het feit: Allerwege zich uitbreidende productie en daar- tegenover een streven om aan den afzet belem- meringen in den weg te leggen, waardoor het af zetgebied neigingen vertoont zich eerder in te krimpen als zich uit te breiden De tariefmuren worden steeds hooger opge- trokken, belemmerende bepalingen in verband met ziektevrijheid worden in het leven geroepen en daamaast hebben we voor producten als b.v. vroege aardappelen en tomaten nog concurrentie We behoeven slechts te lezen wat men van Duitsche zijde hierover schrijft. Die beschouwen ons goed georganiseerde veilingswezen als het machtige middel zich op de Buitenlandsehe markt een plaats te veroveren. Hoe hebben zich nu de toestanden in ons land ontwikkeld. Het meest gewenschte is voor de Nederland sche tuinbouw gebleken te zijn. Dat men aan de eene zijde heeft; De producent en aan de andere zijde de con sument, met als onmisbare schakel de handel, welke schakel echter uit zoo weinig mogelijk menschen moet bestaan, en dit laatste bereiken we door het veilen. Wat is nu een veiling? Dat is een producenten-organisatie, die door onderlinge samenwerking de producten die in haar gebied groeien te koop aanbiedt of te wel veilt onder de voor den handel meest gunstige voorwaarden, dus op een voor- snelle afvoer gun stig' gelegen plaats en onder waarborging van de kwaliteit, goede sorteering en verpakking enz. Daardoor heeft zich in ons land een expor- teursstand ontwikkeld die het product bij wa- gonladingen tegelijk snel en betrouwbaar koo- pen en naar de afzetgebieden verzenden, wat vroeger niet mogelijk was, toen tuin voor tuin bezocht moest worden en met ieder afzonderlijk onderhandeld, wat niet alleen geld maar ook tijd kostte en wat bovendien het product niet ten goede kwam. Vandaar dan ook dat niet alleen medewer- king van de zijde van de telers is ondervonden, maar ook den handel heeft haar steun verleend, toen ze zag tot welke resultaten het veilings wezen leidde. De kleinhandelaar heeft zich tot exporteur kunnen ontwikkelen en het feit dat de onsolie- de of kortzichtige handelaar zich er tegen ver klaarde is voor de telers een prikkel geweest met nog meer energie hun veilingen tot bloei te brengen. Ik acht het overbodig te wijzen op de vlucht die de veilingen hebben genomen en hoe in den loop der jaren het veilen tot een systeem is ge worden dat breede perspectieven heeft geopend en dat nog steeds doet. Zoo hebben we de belftngrijke kwaliteitsver- beteringen van het Ned. product te danken aan het veilingswezen, want boe had iedere teler dit kizonderlijk kunnen bereiken en wanneer we ver- der gaan op dit gebied zal het ook alleen langs desea weg mogelijk zijn. Men klaagt in tuinbolxwkringen wel eens dat men geen invloed kan uitoefenen op het prijs- vfadoop en niet als in de industrie iets kan doen otn sterke prijsdalingen tot staan te brengen. Daarbij wijst men dan op het groot aanthl per- sonen, die bij de productie van tuinbbllwproduc- ten betrokken zijn, doch wanneer dat werkelijke oorzaak is, volgt hieruit dat Organisatie de eeni ge weg Is, die den toestand kan verbeteren, om dat dan immers de enkele organisaties zullen kunnen handelen n'amens de telers. Zoo is men dan ook in de streken waar het veilingswezen op hoog peii staat, reeds begonnen met prijs- regelend op te treden. De tuinders zullen als tak van volkswelvaart zich nauwer aaneen hebben te sluiten in de ko mende jaren en zullen er naar hebben te streven, dat de Nederlandsche exporteurs op de veilingen een product vinden, dat zij met weinig kosten tegen de hoogste prijzen op de Buitenlandsehe markt zullen kunnen verhandelen. Er behooren geen producten meer het land te verlaten, die niet waard zijn de Nederlandsche naam te dragen. Geen sleehte sorteeringen meer, geen onderwicht meer en opzettelijke knoeierijen en dit zal niet mogelijk zijn wanneer iedere tuin- der namens zich zelve optreedt en ook niet wan neer de afzet wordt gelegd in de handen van den handelaar, doch alleen de verdere uitbouw en de volmaking van het veilingswezen zal tot succes leiden. Ook de Regeering heeft in dezen een taak en dat is dan ook de reden dat er een steeds nauwe samenwerking komt tusschen de veilingsorgani- satie en voorlichtingsdienst, omdat men zich de teelt van het product niet onafscheidelijk meer kan denken van de afzet, daar dit alles zeer nauw verband met elkaar houdt. Wanneer in de komende jaren de Landbouw gekregen van Zuidelijke landen als Italie die on- Wanneer in ae d l in werkinsr der krachtige leiding probeeren ons overal van j Uitvoerwet voor members Prod^[^ de markt te dringen. 1 zal worden gesteld zal dan ook blijken hoe nooa zakelijk het is, dat de afzet georganiseerd plaats vindt en niet ieder afzonderlijk zijn belangen be- hartigt. Hoe is de toestand nu in Zeeuwsch- Vlaanderen. Men meent wel eens dat Zeeuwsch-Vlaanderen iots bijzonders is en dat de ontwikkeling van den tuinbouw hier langs andere banen zou moeten plaats vinden als in andere streken. rDit is echter niet mTjn meening, Wel doen zich hier groote bezwaren voor wat transport der producten betreft, doch die zullen ook vrij wat gsmakkelijker op te lossen zijn, wanneer er on derlinge samenwerking is, als wanneer ieder voor zich dit tracht te drTen. Het propageeren van het systeem van zelf- verzending of het vormen van verzendingsver- eenigingen al of niet onder leiding van een han delaar zal nimmer tot succes kunnen leiden, zoo als de ervaring dit ook in andere streken heeft geleerd. Het feit dat de teelt van tuinbouwproducten in Zeeuwsch-Vlaanderen zich richt naar de ont wikkeling van Zuid-Beveland en men met zijn producten op dezelfde exporteurs is aangewezen, brengt met zich dat men de afzet van zijn pro duct op dezelfde wijze regelt en nu de handel geheel in die richting geleid is, zich ook aan- sluit bij het bestaande systeem. Men wijst er dan wel eens op dat een en ander zich nog in een beginstadium bevindt in Z.- Vlaanderen, doch moet men niet juist daarom ineens het goede stelsel kiezen Waarom de geheele lijdensweg nog eens afge legd, die andere streken hebben moeten afleggen. Men plant toch immers ook niet varieteiten, die bewezen hebben niet goed te zijn en profiteert ook zooveel mogelijk van de vooruitgang op ge bied van bemesting, ziektebestrijding enz. Waar- ofn dan niet wat de afzet van producten betreft. Ik weet wel, er zijn voorbeelden aan te halen, dat op andere wijze door bepaalde personen hoogere prijzen werden gemaakt, doch dit zegt niets. Wil de tuinbouw zich in Zeeuwsch-Vlaanderen ontwikkelen, dan zal niet alleen de afzet moeten worden geregeld voor een bepaald product, door voor alle producten, want wat maakt het uit of men voor b.v. zwarte bessen enkele centen meer ontvangt en voor de aardbeien slechts de halve prijs, zooals mij bij naar voren gebrachte gevai- len is gebleken. Een groote fout van hen, die de laatste jaren met tuinbouw zijn begonnen is geweest, dat zij te eenzijdig te werk gaan. Toen de zwarte bes sen duur waren plantte men zwarte bessen en nu plant men uitsluitend aardbeien. Terwille van de noodige risico en arbeidsver- deeling is het echter noodzakelijk dat men ge- mengde bedrijven heeft. Vooral in deze onzekere tijden is het zoo moeilijk te bepalen wat men heb ben moet, terwijl men de gewenschte handel hier eerst krijgen zal, wanneer meerdere producten worden geteeld. Voor alles is echter noodig: Dat men de producten bijeen brengt en ze op een goed gelegen en goed ingerichte veiling te koop aanbiedt, zoodat ze even vlug en goedkoop als uit andere streken naar de afzetgebieden kunnen worden vervoerd. Laten daarom de telers van tuinbouwproducten in Zeeuwsch-Vlaanderen niet achter blijven bij de andere streken in ons land en laat men even- als daar trachten om e6n of meerdere veilingen tot bloei te brengen. Er valt hier een principieele beslissing te ne- men en de tijd dringt dit in de goede richting te doen. Men beweert wel eens dat de tijd er niet rijp voor is, maar wanneer zal ze dat dan wel zijn? En daarom zal ik U als afgevaardigde van de verschillende tuinbouworganisaties willen toe- roepen Werk toch samen en wel In de richting van gezamenlijke verkoop van de producten in den vorm van veilingen. Of er een veiling te Ter Neuzen moet zijn voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen, of dat er een voor Oost en een voor West Zeeuwsch-Vlaanderen moet zijn of de veiling te Oostburg tot meerdere bloei moet worden gebracht, of dat Breskens een geschikte plaats is, het zijn alien vragen die pas in de tweede instantie moeten worden behandeld. Komt de tuinbouw tot bloei in Zeeuwsch-Vlaan deren, ook dan krijgt misschien evenals in het Westland, ieder dorp zijn eigen veiling, doch zoolang er niet meer product is, zal er getracht moeten worden alles bijeen te brengen. Vooral omdat de cultuur hier nieuw is op Uw gronden kunt ge met een goed product komen. Zorgt nu ook dat de handelaar het hier volgens de eischen van den tijd, dus in massa en be- toouwbaar wordt aangeboden. Laten de verschillende Vereenigingen met elkaar samenwerken en voorop stellen dat de vereenigingen er-zijn om de belangen te behar tigen en laat men het niet gaan omdraaien en als vereeniging werk gaan zoeken op terrein dat op andere wijze veel beter verzorgd kan worden. Ook wat de teelt betreft kan er veel meer een heid komen. Laat ook op dit terrein de leiding in een hand zijn. Wanneer er b.v. boonen geteeld worden, laat het dan aanvankelijk een soort zijn, zoodat ze straks ter veiling bij wagonladingen te koop kunnen worden aangeboden door vereenigingen van ver schillende partijen, Men is in Zeeuwsch-Vlaanderen nog lang niet aan de grens van de mogelijkheden, Ecnsgezind- heid en krachtige leiding is het wat de afzet alleen in orde kan maken. Ik weet wel dat men Odk daarmede de wereldprijs niet kan dwingen, doch wat zou er al niet bereikt zijn, wanneer ef gezegd kan worden als men aan bet einde der week de veilingsoverzichten uit de verschillende deelen van het land leest: „Wy hebben de prjjs gemaakt". Wat kan nu de Kamer van Koophandel in dezen doen? Een terrein waarop men gezamenlijk Werk- zaam kan zijn is dat van het vervoer. Wel is er in het afgeloopen seizoen groote medewerking verleend van de zijde van de Pro vince tot een vlug en goedkoop vervoer, doch de bezwaren zijn nog groot. Snelle, gemakkelijke en goedkoope verbindin- gen moeten er zijn, wil de handel op de veilingen in Zeeuwsch-Vlaanderen de prijs besteden, die het product waard is. Ook bevordering van het rechtstreeks verkeer van Zeeuwsch-Vlaanderen met Engeiand en Duitschland is van groote be teekenis, evenals het massa vervoer naar Bin- nenlandsche fabrieken, die vooral van de grovere producten de afnemers zijn. Ook dient het vervoer in de streek zelve zoo goed mogelijk te worden verbeterd en het ligt alleszins op den weg van de Kamer van Ko°P" hahdel om, wanneer ze daartoe in de gelegenheid is en uit andere hoofde de aandacht daarop ves- tigt ook de belangen van den tuinbouw daarbij 16 Voorts^vraagt de zich uitbreidende tuinbouw goede voorlichting en onderwijs en het is niet denkbeeldig dat ook op Uw medewerking bij de verdere uitbouw daarvan een beroep zal moeten worden gedaan. Al zijn er nu punten aan te geven, waarbij het op Uw weg ligt om zelf het initiatief te nemen, toch hoop ik, dat deze bijeenkomst van betee kenis zal blijken te zijn voor de verdere ontwik keling van den tuinbouw in deze streken. Dat de organisaties er meer dan tot nu toe van doordrongen zijn dat er veel werk te doen is en dat er allereerst krachtig samengewerkt moet worden. Dat men zal moeten trachten te profiteeren van de ervaringen, die in andere streken zijn op ge daan en dezelfde weg zal moeten bewandelen die daar tot succes heeft geleid, ook al zijn er veel moeilijkheden te overwinnen. Bij de hierna gevolgde besprekingen, vroeg de heer J. Huijssen-Dieleman in de eerste plaats in lichtingen over de te nemen maatregelen voor uitvoer van uien. De heer Van der Plassche deelde mede, dat deze tot doel hebben een keuring waarbij men verzekerd is, dat de uit te voeren uien den naam van het Nederlandsch product zullen hooghouden. De controle zal worden geregeld van wege het Uitvoer Controle Bureau. Dp enkele plaatsen in Zeeland is men bij de veilingen reeds bezig met de voorbereiding. De pootuien, die hier veel worden uitgeplant, met het doel vroege uien aan de Engelsche markt te brengen, zullen voorals- nog niet onder de controle van het U.C.B. vallen. De Secretaris der Kamer deelde mede, dat op grand van het deswege ingesteld onderzoek door de Kamer bet vorig jaar is geadviseerd deze evenals b.v. de zilveruien buiten de regeling te doen vallen. De heer De Vrieze wees op het verschil van invoerrecht dat in Duitschland voor tomaten wordt geheven en dat voor Italiaansche lager is dan voor Nederlandsche. De heer Van der Plassche noemde dat verschil gering. Nederland heeft toch ook van Duitsch land voor het oogenblik de tarieven der meest begunstigde natie. Echter meent hij dat de tomatenteelt uit de koude kas best tegen Italie is vol te houden. Wel is het klimaat in Italie warmer en zou dit de teelt te goede komen, doch daar heeft men weer te kampen met groote droogte en de kosten van bevloei'ing van het land. De loonen zijn er ook lager, maar men doet er ook veel minder voor. Hij wees op de uitbereiding die de druiven- teelt in ons land nog kan krijgen; men koopt die thans alleen voor zieken. De prjjs kan nog aan- merkelijk dalen om een loonende teelt mogelijk te maken en er dient op te worden gewerkt het gebruik van druiven algemeener te maken. Hij wees op Zuid-Amerika waar men zich toelegd op de teelt van kleine druiven voor rozijnen en de Sun-maid-rozijnen als kwaliteitsartikel heeft ingevoerd weten te krijgen. Men is hier ook nog lang niet aan de grens van de mogelijkheden. De heer Van Waesberghe stelde de vraag welke maatregelen zouden te nemen zijn, om op het ge bied van het veilingwezen de noodige samen werking te krijgen. De heer Vogelvanger, voorzitter der Fruitvei- ling „Zeeuwsch-Vlaanderen", gaf te kennen dat in dit opzicht voldoende samenwerking bestaat. Zijne vereeniging is met 130 leden begonnen en telt er nu 450. Zij die zich willen aansluitenr hebben dat zelf in de hand. Ze kunnen toetreden, maar moeten zich natuurlijk onderwerpen aan de regelen die daarvoor behooren te worden gesteld. Ook de heeren uit Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen zullen welkom zijn, terwijl het bestuur ook in 't geheel niet jaloersch zal zijn, indien deze meenen dat het meer in hun belang is om te Oostburg op Breskens zelf een veiling >te stichten. De heer Van Waesberghe dankt voor die in lichtingen en vraagt, of men zich ook niet over het ontbreken van medewerking van den handel heeft te beklagen. De heer Vogelvanger antwoordt, dat de ver eeniging in het algemeen niet over medewerking heeft te klagen. Hij wil van deze gelegenheid ge bruik maken om dank te zeggen voor de mede werking die genoten wordt van den Directeur der Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Maatschappij en vanwege de provinciale stoomboot voor aan- en vervoer der te veilen of geveilde producten. Indien er aanleiding is tot een klacht, dan is het wel deze, dat, nu de veilingsvereeniging haar lokaal zoo dicht mogelijk heeft gebracht bij de aanlegplaats van de Prov. stoombootdienst, om het passeeren eener kanaalbrug te ontgaan, vanwege den Rijkswaterstaat een werk in de haven wordt uitgevoerd juist in den druksten tijd der veiling en men nu voor het bereiken der aanlegplaats in de nieuwe haven twee bruggen zal moeten passeeren of een grooten omweg maken. Indien er nog iets aan te doen was om voor het uitvoeren van dat werk uitstel te be- werken, zou hij daarvoor damkbaar zijn. De Voorzitter deelt mede, dat Gedep. Staten verzocht hebben de uitvoering van dat werk een week of zes uit te stellen. De heer De Feijter-Huijssen vraagt, wat er aan te doen is om de belangstelling van de koo- pers, van de groenten-exporteurs te wekken. En wat men er tegen kan doen, wanneer on dank a aanvoering van prachtproducten er te weinig be langstelling van koopers is, of, misschien door onderlinge afspraken, te lage prijzen worden ge- boden. De heer Van der Plassche noemt dat een hoogst belangrijke kwestie. Men moet echter in aanmerking nemen, dat een veiling moet groeien en dat daar, bij het begin, niet opeens alles voor elkaar is. De koopers moeten den weg daarheen leeren kennen en er moeten goede vervoermidde- len zijn. Voor een nieuwe veiling waren het vorig jaar de resultaten alhier zeker goed te noemen. Men moet nagaan, of men voor zijn product den gemiddelden prijs krijgt die op andere veilingen verkregen wordt. Mien kan niet verwacbten dat een kooper die tot nu toe elders zijn gading vond, die plaats op eens in den steek laat om naar Ter Neuzen te komen. Tegen te lage prijzen kan het bestuur waken, door de goederen dan niet af te geven. De handelaars zullen, als ze weten de producten anders niet te krijgen, een voldoenden prijs bieden. Men moet hun zoo noodig de tan- den laten zien, en zoo noodig overveilen. Zoodra de aanlegplaats der provinciale stoom boot te Hoedekenskerke ook is voorzien van een inrichting dat men ten alien tijde gemakkelijk met auto's kan oversteken en het tarief niet duur is, zullen ook van uit Zuid-Beveland koo pers komen, De heer Van Petegem deelt mede, dat alhier een handelaarsvereeniging is opgericht en deze met heit bestuur der Veiling beeft geconfereerd. Daarbij werd alleen aangedrongen op betere sor teering. Drukking der prijzen ligt niet in de bedoeling. We heer Van Dijk, van Schoondrjke, deelde mede dat vanwege de Maatschappij van Ooft- Tuinbouw in het Westelijk deel ook wordt beraadslaagd over maatregelen die kunnen lei den tot opheffing van de ooft- en tuinbouw. Die besprekingen zijn nog niet zoover gevorderd, dat daaromtrent mededeelingen kunnen worden ge daan. Voor zoover in de toekomst ook medewer king zal noodig zijn van de Zeeuwsch-Vlaam sche tram, beveelt hij de ondememing daarvoor de welwillendheid van den Directeur aan, die is trouwens reeds ondervonden. De heer Wind van Merkesteyn zegt zrjn mede werking toe, en dankt voor de welwillende woorden die hier reeds omtrent de Z.V.T.M. zijn geuit. De Voorzitter meent zeker uit aller naam te spreken, wanneer hij den heer Ir. van der Plas sche hartelijk dank zegt voor zrjn duidelijke uit- eenzetting van het verhandelde onderwerp en de op de vragen verstrekte inlichtingen. Hij hoopt, dat het gesprokene voor onze streek vruchten zal afwerpen, dat men voldoende zal overtuigd zijn van de noodzakelijkheid van sa menwerking en om zich bij de teelt toe te leg gen op het kweeken van het beste dat te kwee- k6Voor wat de vervoermiddelen betreft, gaat de provincie steeds voort met het verbeteren der verkeersgelegenheden. Op 4 Juli a.s. zal worde aanbesteed het graafwerk voor het verkrijgen der haven te Hoedekenskerke, waarin de boot dan ook aan een drijvende ponton zal kunnen meeren en men evenals te Ter Neuzen ook ge makkelijk met auto's de boot zal kunnen berei ken of verlaten. Met een woord van dank voor de betoonde be langstelling sloot hij de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 8