k. een schrijven van de Nationale Commis-
sie tegen het alcoholisme, daarbij de aandacht
vestigende op artikel 4 der Drankwet.
Naar aanleiding van dit adres deelen wij U
mede, dat de Raad in zijne vergadering van
19 Maart 1925 besloot H.M. de Koningin te
verzoeken, het maximum aantal vergunningen
voor deze gemeente te verleenen, te bepalen
op 5.
Bij Koninklijk besluit van 10 September
1925 werd dien overeenkomsbig beslist.
Vermits Burgemeester en Wethouders van
meening zijn, dat ten deze niet verder dient
gegaan te worden, stellen zij voor dit adres
aan te nemen voor kennisgeving.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
1. Een schrrjven van Gedeputeerde Staten
daarbij met eenige bedenkingen terugzendende
de door den Raad vastgestelde verordening
betreffende besmettelijke ziekteagelden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit schrijven nader in hunne handen te stellen,
teneinde te dienen van bericht en raad.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders nog eenige informa-
tien moeten instellen. De gemeente kan on-
dertusschen toch terecht in het ziekehhuis te
Ter Neuzen, zoodat men toch gedekt is.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot goedkeuring der rekening van
de Gezondheidscommissie, dienst 1929.
Ingekomen is de rekening dienst 1929 van
de Gezondheidscommissie te Neuzen.
Deze sluit in ontvang en uitgaaf op 1677,67
en 1088,08%, met een batig saldo van
f 589,58%.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de gevraagde goedkeuring te verleenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot vaststelling van het vermenig-
vuldigingscijter voor de gemeentelyke
inkomstenbelasting, dienst 19301931.
Volgens mededeeling van den Xnspecteur der
D. B. kan de opbrengst der plaatselijke in
komstenbelasting over 19291930 geraamd
worden op 40000,
Bij de vaststelling vein den factor voor het
belastingjaar 1929—1930 is de opbrengst be-
rekend op 35000,
Volgens de rekeningsvoorschriften moet
j 23000,van die geraamde opbrengst in de
rekening over 1929 verantwoord worden. De
rest of f 40000,min 23000,17000,
komt ten bate van het dienstjaar 1930.
De post opbrengst inkomstenbelasting op
de begrooting voor den dienst 1930 is geraamd
op 36000,Hiervan is reeds gevonden het
hierboven berekende bedrag ad f 17000,
zoodat uit de opbrengst over het belastingjaar
19301931 nog gevonden moet worden
j 36000,min f 17000,f 19000,
Laatstgemeld bedrag moet dus 2/a der op
brengst over 1930—1931 zijn, zoodat de totale
belastingopbrengst over dat dienstjaar moet
bedragen 3/2 maal 19000,f 28500,
BijV een factor van 0.9 zal het belastingjaar
19291930 opbrengen 40000,zou deze
28500
voor 19301931 bedragenX 0.9 =0.64.
40000
De inkomens van de belastingplichtigen
over 1929 zouden dan evenveel dienen te be-
drage dan die over 1928.
Dat dit niet het geval zal zijn, behoeft geen
betoog. Overbekend is, dat de uitkomsten van
het landbouwbedrijf aanmerkelijk minder zijn.
Waar over 19301931 voor de laatste maal
eene gemeentelijke inkomstenbelasting zal
worden geheven in verband met de tot stand
koming van eene nieuwe wet regelende de fi-
nancieele verhouding tusschen Rijk en ge-
meenten, stellen wij U voor den factor voorde
gemeentelijke inkomstenbelasting voor 1930
1931 vast te stellen op 0.9.
De VOORZITTER merkt op, dat het voor
de gemeente een meevaller is geweest, dat
zooveel is ontivangen. De verwachting was,
dat men in het jaar dat achter ons ligt reeds
zou hebben moetefl verhoogen. Door de op
brengst is echter zooveel ontvangen, dat dit
niet noodig was en dat ook thans het ver-
menigvuldigingscijfer nog op 0,9 kon worden
voorgasteld. Dit is de laatste maal dat dit
geschiedt. Het volgend jaar staat men weer
voor andere dingen.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het aangaan eener overeen-
komst met de gemeente Axel om de
straatverlichting te Spui door middel
van gasverlichting te doen plaats heb
ben.
Het in Uwe vergadering van 22 November
1929 in onze handen gesteld adres van S. van
Ham e.a. om eene betere voorziening in de
straatverlichting op het gehucht Spui, geeft
ons aanleiding, Uwe vergadering voor te stel
len na gevoerde correspondentte en met de
N.V. P.Z.E.M. en met de gemeente Axel ons
te machtigen de gasolineverlichting te doen
vervangen door gasverlichting.
De kosten van die verlichting worden en
door Zaamslag en door Axel gezamenlijk ge-
dragen en zullen ongeveer zijn 120 per jaar,
te samen dus voor elke gemeente 60.
Het ontsteken en uitdooven zal plaats heb
ben door de zorg van de Gasfabriek te Axel,
door middel van klokjes. h_
De kosten van de gasolineverlichting
droegen gemiddeld 140 per jaar, dus voor
61 kDeSVOORZITTER deelt mede, dat blijkens
door Burgemeester en Wethouders ingesteld
onderzoek bleek, dat de gasolmelbranders der
lantaams te Spui geheel versleten waren.
Aangezien die lampen tegenwoordig met meer
gebruikt worden, was het met mogelijk daa
voor andere onderdeelen aan te schaffen. Zij
hebben daarop onderhandelt met het g
meentebestuur van Axel, aangezien ver
lichting voor gezamenlijke rekening wordt
onderhouden. De vraag was wat zou genomen
worden: electriciteit of gas. Het is te begnj-
pen dat het gemeentebestuur van Axel, dat
zelf een gasfabriek exploiteert, de voorkeur
gaf aan gas. Aangezien het verschil in kosten
met electriciteit ook niet zoo groot was, heb-
ben Burgemeester en Wethouders zich daar-
mede ook vereenigt. Het verschil zal nu zijn
dat terwijl vroeger Zaamslag de verlichting
exploiteerde en aan Axel de rekening zond,
Axel nu de exploitatie zal doen en aan Zaam
slag de rekening zenden.
De Burgemeester van Axel informeerde de
vorig week nog aan spreker of men er haast
mede had, dit in orde te krijgen Hij heeft te
kennen gegeven, dat het voldoende zou zijn als
het maar v66r den winter klaar was.
De heer HAAK vraagt, of verlichting met
electriciteit van de P.Z.E.M. duurder was of
goedkooper dan het gas van Axel
Op verzoek van den VOORZITTER geeft
de SECRETARIS inlichtingen. De P.Z.E.M.
berichtte dat de stroom zou moeten kosten
45 cent per K.W.U. en dat per lantaam moest
afgenomen worden een minimum van 60
K.W.U. zoodat men had te betalen 4 maal 60
maal 45 cent voor stroom. Burgemeester en
Wethouders hadden echter aan de P.Z.E.M.
gevraagd om in de bokpaal ook te plaatsen
een sohakelklokmeter, in een kastje, teneinde
ook controle te kunnen houden. De P.Z.E.M.
was echter met bereid dat te doen. Men gaf
te (kennen dat de inistrumenten, daar steeds
aan weer en winid bloot gesteld te veel te
lijden zouden hebben en ten slotte toch niet
meer betrouwbaar zouden zijn.
De eindkosten waren bijna gelijk. Met gas
worden die berekend op 136 en met electri
citeit op f 133 per jaar.
De kosten van aanleg Zijn in dien prijs ver-
converteerd.
De VOORZITTER merkt op, niet te begrij-
pen, dat de P.Z.E.M. op dat kastje niet wilde
ingaan, aangezien het in deze gemeente ge-
plaatste kastje goed voldoet en nog rummer
heeft gemankeend.
De heer DE REGT geeft te kennen, dat hij
aniders een groote voorstander is van elec-
trisch licht. Hij meent dat Axel met gas maar
zwak verlicht is. Hij verwacht, dat dit licht
te Spui niet voldoende zal weaen.
De VOORZITTER stemt toe, dat het licht
niet sterk is, maar meent, dat het te Spui toch
wel voldoende zal zijn. Het is een rechte weg
en er komen 4 lampen. Burgemeester en Wet
houders hadden van de P.Z.E.M. wel lets meer
medewerking verwacht. Zij hadden verwacht
datzij die gelegenheid zouden hebben aange-
grepen om daar hun net udt te breiden.
De heer DE REGT noemt het jammer, dat
Burgemeester en Wethouders niet met de
P.Z.E.M. hebben kunnen overeenkomen. Dan
had men toch een betere verlichting gehad.
De VOORZITTER vond de prijs der electri
citeit toch ook niet laag, op andere plaatsen
spreekt men van 35 cent.
De heer DE FEIJTER meent, dat er geen
bezwaar is, hierop in te gaan. Van de eene
zijde wordt gezegd, idat het gaslicht niet schit-
terend is, en van andere zjjde wordt gezegd,
dat het ruim zoo goed is als electriciteit.
Mocht het niet meevallen, dan is het geen be
zwaar om het later te veranderen.
De heer DE REGT kan er zich wel bij neer-
leggen, maar houdt toch vol, dat de straat
verlichting in Axel zwak is, terwijl die hier
op het dorp schitterend is.
De heer DE FEIJTER heeft dat wel anders
hooren vertellen.
De heer HAAK vermeent, dat men nu in
verlichting met de vroegere achteruitgaat en
vindt dat jammer. Het spreekt van zelf, dat
men niet geheel vrij is, omdat men met Axel
samen doet, maar hij zou zich niet voor vast
willen binden.
De heer DE FEIJTER merkt op, dat de
gasolinelantaams versleten waren en deze dus
al minder licht gaven dan vroeger. Toen die
lantaams hier op het dorp stonden en goed
werden onderhouden door den heer d'Hont
gaven deze een schitterend licht, dat heel wat
sterker was dan de tegenwoordige electrische
verlichting. Maar dan mag er ook niets aan
mankeeren. Er is echter niets tegen, het eens
met gas te probeeren.
De heer VAN HOEVE is van meening, dat,
wanneer men er eigenlijk voor zou gevoelen
om later toch tot electriciteit over te gaan,
men dat beter in eens kan doen. Dan worden
er geen overbodige kosten gemaakt.. Hij zegt
echter, dat de straatverlichting van Axel
tamelijk goed is, en wel evengoed als die in de
buurtschap Spui bestond.
De heer DE FEIJTER wijst er op, dat men
in aanwerking moet nemen, dat dat zaakje
nu versleten was. Indertijd was het ruim zoo
goed als electrische verlichting.
De heer BAKKER is ook van oordeel, dat
men het eens een jaar zou kunnen probeeren.
Het bezwaar is echter, dat men dan voor
groote kosten van verandering zit.
De heer DE FEIJTER noemt die meening
onjuist, want die verandering doet dan even-
tueel de P.Z.E.M. zelf.
De VOORZITTER betwijfelt, of de ge
meente Axel wel bereid zou bevonden worden
de noodige kosten te maken, indien de kans
bestond, dat het maar voor een jaar was. Het
kan echter bijna niet tegenvallen. Als men
ziet dat zelfs naar Ter Neuzen gas wordt ge-
leverd en daar niet geklaagd wordt, dan zal
het toch izeker op den halven afstand ook wel
goed voldoen.
De heer BAKKER erkent, dat men aan
Axel gebonden zit, en die gemeente altijd aan
gas de voorkeur zou geven. Hij daarentegen
geeft de voorkeur aan electriciteit. Daar is
minder gevaar bij, dan bij gas.
De VOORZITTER merkt op, dat door an-
deren wordt aangevoerd, dat electriciteit, ten
minste voor de buitenleidingen, meer gevaar
oplevert dan gas. Bij storm leveren de elec
trische geleidingsdraden boven den weg een
gevaar op.
De heer WISSE verklaart, zich met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders te
kunnen vereenigen. Het is een goede oplos-
sing; het kost niet meer geld dan de bestaan-
de verlichting en men is overal van af. Het
bezwaar, dat de gasverlichting te Axel niet
zou voldoen noemt hij onjuist. Hij is er gis-
terenavond toevallig nog gepasseerd en toen
viel het hem integendeel op, dat de verlichting
beter was dan die te Zaamslag.
Waarom zou die dan voor Spui niet vol
doende wezen
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
8. Behandeling van het verzoek van E. F.
de Moor, landbouwer te Zaamslag, om
eene tegemoetkoming ingevolge art. 13
der L. O. Wet 1920.
Ingekomen is het navolgende adres:
Ondergeteekende E. F. de Moor, landbou
wer, Grooten Huijssenspolder C 51 geeft met
den meesten verschuldigden eerbied te ken
nen, dat hij een verzoekschrift aan den ge-
meenteraad van Zaamslag heeft gericht om
eene vergoeding in de transportkosten te wil
len voldoen van vijftig gulden voor eene
nieuwe leerling, die met 1 Mei de Katholieke
school te Boschkapelle moet bezoeken en die
nog niet de Openbare school heeft bezocht.
Aangezien bij informatie is gebleken, dat
meerdere leerlingen uit een andere gemeente
die de bijzondere school te Zaamslag bezoe
ken en door die gemeente waar zij woonach-
tig zijn een vergoeding voor transportkosten
van vijftig gulden per leerling vergoed wor
den.
Burgemeester en Wethouders merken naar
aanleiding van dit schrijven op dat uit dit
schrijven is te lezen dat de Moor een adres
tot den Raad heeft gericht, terwijl hij zeker
zal bedoelen dat hij met gemeld schrijven een
verzoek richt om vergoeding.
Een ander schrijven dan het hierboven is
tenminste niet ontvangen.
Het kind waarvoor adressant vergoeding
vraagt is geboren 28 December 1923 en is
eerst leerplichtig 28 December 1930 vermits
het dan eerst den zevenjarigen leeftijd heeft
bereikt
Waar het voorts gemelde school per fiets
zal bezoeken stellen Burgemeester en Wet
houders voor een adressant met ingang van
1 Januari 1931 eene vergoeding (tegemoet
koming) toe te kennen van f 25 per jaar.
Wordt mitsdien voorgesteld te nemen het
navolgende besluit:
De Raad der igemeente Zaamslag
Gelet op een verzoek van E. F. de Moor,
landbouwer, Grooten Huijssenspolder C 51 te
Zaamslag om eene vergoeding in de trans
portkosten voor zijn dochtertje Olga Sulma
Maria, hetwelk met ingang van 1 Mei 1930 de
Roomsch-Katholieke school bezoekt te Bosch
kapelle
overwegende, dat gemelde Olga Sulma
Maria is geboren 28 December 1923 en dus
eerst 28 December 1930 leerplichtig wordt;
dat eene tegemoetkoming als bedoeld in
artikel 13 der Lager Onderwijswet slechts
wordt verleenid voor leerplichtige kinderen;
dat blijkens nadere gedane opgave van E.
F. de Moor voomoemd gemeld kind gemelde
school per rijwiel bezoekt;
gelet op de Lager Onderwijswet 1920;
besluit:
aan E. F. de Moor voornoemd met ingang
van 1 Januari 1931 eene tegemoetkoming als
bedoeld in art. 13 der Lager Onderwijswet
1920 toe te kennen in de vervoerkosten van
zijn kind Olga Sulma Maria zoolang deze de
Roomsch-Katholieke school bezoekt van vijf-
en-twintig gulden per jaar.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
9. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders om aan Gedeputeerde Staten
te berichten, dat de Raad zich niet kan
vereenigen met de nieuwe jaarwedde-
regeling van Burgemeesters, Secretaris-
sen, Ontvangers en Wethouders, vervat
in de circulaire van 9 Mei 1930 No. 41,
3de afdeeling.
De inhoud deizer circulaire is reeds verm eld
in het raadsverslag van Ter Neuzen in ons
nummer van Woensdag 28 Mei 1930.
Ten opzichte van deze ontwerp jaarwedde-
regeling merken Burgemeester en Wethouders
op dat:
ten eerste de jaarwedden van de Burge
meesters weder gelijk worden gebracht van
die van de Secretarissen.
De verhooging die aan den Burgemeester
dezer gemeente door gemelde nieuwe regeling
zal worden toegekend bedraagt 470.
Voorts wordt de aanvangsjaarwedde van
den Burgemeester in de lste klasse beneden
801 inwoners verhoogd met f 130 en de maxi-
mumjaarwedde met f 230 en die van den
Secretaris in dezelfde klasse met J 100, in aan-
vang en maximum.
ten tweede worden de jaarwedden van den
Burgemeester en Secretaris van de gemeenten
Zierikzee; Goes; Ter Neuzen; verhoogd respec-
tievelijk met /200; 300 en 300; terwijl die
van den Burgemeesters der gemeenten Middel-
burg en Vlissingen wordt verhoogd met 500
en die van de secretarissen met f 300.
In de jaarwedde voor den secretaris dezer
gemeente komt dus geen verandering.
ten derde worden de jaarwedden van de
Wethouders verhoogd in de eerste klasse met
/10, in de 2de tot en met de 7de klasse met
f 20, in de 8ste klasse met 30 en die van de
gemeente Ter Neuzen met /400.
De wedden der Wethouders in deze gemeente
worden dus verhoogd met 20.
ten vierde wordt de aanvangsjaarwedde van
den ontvanger in de lste klasse verhoogd met
50, in de 2de klasse met f 30, in de 5de klasse
met 30, in de gemeente Goes en Ter Neuzen
met 500 en de periodieke verhoogingen voor
ontvangers in gemeenten van le, 2de, 3de, 4de
en 5de klasse met 10.
In de jaarwedde van den Ontvanger voor
deze gemeente komt dus geene verandering.
Nieuw is voorts in deze regeling de kinder-
toeslag. Ook deze regeling brengt voor deze
gemeente thans geen grootere uitgaaf mede
omdat noch de Burgemeester, noch de Secre
taris, noch de Ontvanger aanspraak kunnen
doen gelden op het dienaangaande bepaalde.
ten vijfde. De diensttijd in de betrekking
van wethouder, ambtenaar boven den leeftijd
van 23 jaar ter Provinciale Griffie of ter
secretarie telt voortaan mede voor de toeken-
ning van periodieke verhoogingen in de be
trekking van Burgemeester en (of) Secretaris.
Ook voor ontvanger telt de diensttijd als
ambtenaar boven den leeftijd van 23 jaar ter
secretarie of bij den gemeente-ontvanger mede
voor de toekenning van periodieke verhoogin
gen in de betrekking van gemeente-ontvanger.
Ten slotte is bepaald dat bij het gelijktijdig
vervullen van
twee betr. de aftrek niet is 25 maar 15
drie 30 maar 20
vier 35 maar 25
vijf 40 maar 30
zes 45 maar 35
Burgemeester en Wethouders zijn van oor
deel gezien de tijdsomstandigheden dat er geen
enkele reden is de jaarwedden van opgemelde
ambtenaren te herzien en stellen voor dien-
overeenkomstig aan Gedeputeerde Staten te
berichten.
De VOORZITTER merkt op, dat men ge-
stadig bezig is met verandering van die jaar
wedden. Enkele jaren werden de jaarwedden
der burgemeesters met 15 verminderd. Nu
wil men het er weer bij doen. Burgemeester
en Wethouders zijn van oordeel, dat het in
deze tijden van groote malaise onder den land-
bouw niet de gelegenheid is om te denken over
tractementsverhooging voor deze titularissen.
De heer D. DEES kan zich met deze ziens-
wijze zeer goed vereenigen, maar veronder-
stelt, dat, als de heeren in Middelburg met
hun ihoofdje doorgaan, de gemeenten toch zul
len moeten betalen.
De VOORZITTER: Dan kunnen wij er niets
aan doen, wij worden geihoord en kunnen nu
onze meening te kennen geven.
De heer HAAK is ook van meening, dat
Burgemeester en Wethouders terecht opmer-
ken, dat het nu niet de geschikte tijd voor
jajarweddeverhooging is. De billijkheid zou
thans eischen, dat men afronde naar beneden.
Dien kant moet het uit!
De heer BAKKER verheugt zich over het
stanidpunt van Burgemeester en Wethouders,
waaruit blijkt, dat ze ook de zuinigheid wen-
schem te betradhten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot verbreeding van het z.g.n.
straatje.
In verband met de besprekingen gehouden
in de vergadering van den Raad van 15 Fe-
bruari 1929 zijn Burgemeester en Wethouders
uitgegaan van de stelling dat het noodzakelijk
is in verband het meerdere verkeer het z.g.n.
straatje te verbreeden.
Het straatje is eigendom van den heer Jacs.
Scheele. Verandering aan dit straatje brengen
is dus niet mogelijk zonder toestemming van
den eigenaar.
Met den eigenaar onderhandeld over eene
verbreeding van het straatje deelde deze mede
dat hij geneigd is de benoodigde grond af te
staan voor eene som van f 1354, de breedte
van het straatje zou dan worden 4.34 M. ge-
meten uit den kantsteen aan den westkant
met inbegrip van de te graven sloot.
Eene wegsverbreeding zou dan worden ver-
kregen van 2 M
Voor graven sloot en het verwerken van de
uitkomende grond levering van zand voor aan-
vullingsspecie, het verleggen van den duiker
onder den weg en buizenverlenging wordt ge
raamd op f 940, zoodat het heele werk zou
kosten 2300.
Wondt overgelegd het navolgende concept-
besluit: 1
De Raad der gemeente Zaamslag:
Overwegende, dat het gedeelte van den
Groote- en Kleine Huissenspoldersitraat, volg-
nummer 13 van den Ligger van Wegen en
Voetpaden in de gemeente Zaamslag en nader
bekend onder perceel gemeente Zaamslag,
Sectie B 35 met het oog op het verkeer naar
de gemeentelijke haven dringend verbreeding
behoeft;
dat als eigenaar van dat wegsgedeelte be
kend staat Jacobus Scheele, landbouwer te
Zaamslag en deze ook eigenaar is van den
naast gemeld wegsgedeelte gelegen grond;
dat Jacs. Scheele voomoemd geneigd is
grond te verkoopen voor wegsverbreeding
maar de ibillijke eisch stelt, dat het wegs
gedeelte bekend onder sectie B 35 ten name
komt van de gemeente Zaamslag;
gelet op de Gemeentewet;
op voorstel van Burgemeester en Wethouders
b e s lu i t:
a. In eigendom van Jacs. Scheele voor
noemd over te nemen dat gedeelte van den
Groote- en Kleine-Huissenspolderstraat het
welk bekend is onder perceel gemeente Zaam
slag, Sectie B 35;
b. aan te koopen:
lste van perceel Sectie B 265 ongeveer
„12 Are 48 Centiaren".
2e van perceel Sectie B 264 ongeveer „8 Are
48 Centiaren".
3de van perceel Sectie B 251 ongeveer
3 Ars".
4de perceel Sectie B 250 ongeveer 2 Are
48 centiaren;
een en ander voor de som van een duizend
drie honderd vierenvijftig gulden en onder be-
ding, dat de kosten van de ten naamstelling
komen ten laste der gemeente Zaamslag.
De VOORZITTER merkt op, dat men al
eenige jaren bezig is geweest over dat straatje.
Zooals bekend, waren Gedeputeerde Staten er
voor, dat het bedrag, dat de gemeente als
suibsidie in de kosten van wegsverbetering
heeft ontvangen, niet, zooals besloten was, tot
vervroegde aflossing van leeningen zou ge-
bruiken, doch tot verdere wegsverbetering.
Van dat bedrag is 3500 uitgetrokken voor
verbetering van den weg van het dorp naar de
Griete. Daarvoor is thans 1400 verwerkt,
zoodat nog i 2100 beschikbaar is, en het
restant wel uit de gewone mididelen der be
grooting zal kunnen gevonden worden.
Burgemeester en Wethouders hebben van
het werk tot veibreeding van het straatje van
af de kreek tot aan den dijk een begrooting
laten maken en zijn daama met den heer
Scheele gaan onderhandelen. Hij wilde den
grond afstaan voor f 1 per M2. Bij dat onder-
houd bleek echter, dat de weg zelf aan den
heer Scheele behoort en dat all een de keien
der foestrating van de gemeente zrjn. Hij was
bereid den weg en de sloot aan de gemeente
over te geven, mits er een door hem aange-
geven strook grond werd gekocht. Daartoe
waren Burgemeester en Wethouders niet be
reid, doch ten laatste zijn ze met den heer
Scheele overeengekomen, dat er een strook ter
breedte van 2 M. bewesten de sloot zou wor
den gekocht, over de genoemde lengte. Hij
geeft dan de eigendom van den weg en de
sloot ook aan de gemeente over. Met inbegrip
van die koopsom wordt het werk geraamd op
2300. Er moet dan ook nog een gedeelte
aan de lage weide opgehoogd worden, waar
voor men materiaal zal moeten zien te krijgen.
Burgemeester en Wethouders wenschen ook
het bietenslik, dat in het najaar op de haven
komt, er voor aan te wenden. Het kost dan
maar alleen het vervoer.
In antwoord op een vraag van den heer
DE REGT deelt de Voonzitter mede, dat vol
gens het kadaster de grens aan den Oostkant
ligt in de helft van de sloot. Aan den West
kant zou dan de nieuwe sloot geheel aan de
gemeente behooren, die Burgemeester en Wet
houders ook 't beste achten zelf te onderhou
den, juist om te misgaan, dat de wijize van
onderhoud wjjzigmg der grenzen tot gevolg
zou kunnen hebben, hetgeen wel eens wordt
beweerd. Op de grens zullen dan steenen
paaltjes geplaatst worden.
De heer DE REGT merkt op, dat de grens
blijkbaar wel gewijzigd is, want de sloot ligt
bij lange na niet recht.
De VOORZITTER deelt voorts mede, dat
Burgemeester en Wethouders het voomemen
hebben, aan de westzrjde van de keibaan den
weg met het verbreede gedeelte te verharden
met sintels. Zij achten dat voldoende om er
op udt te wijken als wagens elkaar moeten
passeeren.
De heer D. DEES dacht ook, dat het met
noodig was de keibaan, die 2,75 M. breed is,
daar te verbreeden. Hij meende, dat men dat
voomemens was omdat de Voorzitter vroeger
van voorhanden keien gesproken had. Maar
begreep niet, dat het werk dan niet meer
kostte.
De heer VAN HOEVE deelt mede, dat de
telegraafpalen ook verzet zullen worden.
De VOORZITTER deelt aan den heer D.
Dees mede, dat het te verbreeden eind weg
660 M. lang is. Ook moet de duiker verlegd
worden.
De heer HAAK noemt het een goede verbe
tering; de weg is te smal en dan zullen elkaar
tegemoetkomende wagens er op kunnen uit-
wijken. Hij kan er ten voile zijn stem aan
geven.
De heer DE FEIJTER wlrjist er op, dat de
leden wel in het oog moeten houden, dat be-
halve de strook grond die de gemeente koopt,
zij ook den weg en de tegenwoordige sloot in
eigendom krijgt. Men houdt dan als de nieu
we sloot gegraven is naast de keibaan een
mooie zomerweg ter breedte van 3 M. Bij druk
vervoer kunnen de wagens er dan elkaar pas
seeren.
11. Omvraag.
a. De heer HAAK klaagt, dat de stukken
voor de raadszitting zoo laat ontvangen wor
den. De agenda was reeds Woensdag voor 14
dagen in het bezit der leden, doch de stukken
werden pas Vrijdags ontvangen. Als men er
dan rekening mee houdt, dat men Zaterdags
naar de markt te Axel moet, dan volgt daar
op de Zondag en heden is het zittdng, zoodat
er dan geen gelegenheid meer is een of ander
zooals nu b.v. de toestand van het straatje
plaatselijk te gaan onderzoeken.
Kan dan de wethoudersvergadering niet
wat vroeger gehouden worden?
De VOORZITTER merkt op, dat het vast-
stellen der agenda vlug kan geschieden, maar
niet het uitwerken der stukken, die dan boven-
dien eerst gedrukt moeten worden.
De SECRETARIS deelt mede, de stukken
's Woensdags gepost te hebben.
De heer VAN HOEVE: En Donderdag was
het HemeLvaartsdag, zoodat geen post besteld
werd.
De heer HAAK erkent dat dit 66n dag ver
schil kan maktn.
De VOORZITTER zegt toe, dat met den
uitgesproken wensch zooveel mogelijk reke
ning zal worden gehouden.
De heer DE FEIJTER deelt nog mede, dat
nog een tweede wethoudersvergadering noodig
is geweest in verband met een punt dat van
de agenda is teruggenomen, doch waardoor
de Secretaris niet aan de stukken kon voort-
werken.
De heer DE REGT hoopt op vooruitgang
in deze.
b. De heer HAAK deelt mede, dat hij dezer
dagen de school in den Huijssenspolder pas-
seende. Hem vied den desolaten toestand
waarin dat gebouw verkeert op en hij dacht
aan de zoolang uitblijvende ibeslissing uit Den
Haag, inzake het genomen raadsbesluit betref
fende opheffing dier school. Zouden- de heeren
daarop nu nog lang moeten broeien. Zooals
het nu is, kan het niet bllrjven staan. Hij
vindt het toch jammer. Twee jaar geleden is
het raadsbesluit genomen en nu is er nog geen
beslissing. Indien de raad in het ongelijk wordt
gesteld, moet het gebouw opgeknapt worden,
want z66 kan het niet bdijven staan.
De heer WISSE geeft te kennen, dezelfde
opmerking te hebben. Het dak van de over-
dekte speelplaats verkeert in dusdanigeo
slechten toestand, da.t hij meent, dat het voor
de kinderen gevaar oplevert. Aangezien het
nog steeds school is, meent hij, dat school en
toebehooren ook als zoodanig moeten worden
onderhouden.
De VOORZITTER merkt op, dat de beslis
sing moet gegeven worden door het hoogste
college in den lande, en dat men daarop een-
voudig moet wachten. Hij heeft de vraag wat
er met het gebouw gebeuren moet, ook al eens
gesteld, maar meent overigens dat het gevaar
voor die ovendekte speelplaats niet zoo groot
is. Hij ziet er den kinderen er zijn er trou-
wens maar 9 meer nooit onder.
De heer WISSE wijst er op, dat het ook
gevaarlijk kan zijn als ze er langs gaan. Een
plank van de lijst hangt er zeer gevaarlijk bij.
Ook kunnen er pannen vallen, daar de 1 at ten
waaVop die rusten verrot zijn. Naar het schijnt
wordt die speelplaats ook gebruikt voor auto-
garage en onlangs zag hij daar mannen
komen met 2 wagens om daar materiaal te
lossen.
De heer VAN HOEVE erkent, dat de zaak
moet opgelost worden. Maar hangende de
verwachte beslissing omtrent het raadsbesluit
gaat het toch niet, om aan die school groote
uitgaven te doen voor reparatie.
De Raad van State heeft in Februari 1.1. de
zaak in openbai^ vergadering behandeld. Men
zou izeggen, dat de beslissing eir nu toch wel
al had kunnen zijn.
Wat dat gebruik als garage en het lossen
van materialen betreft, wijst hij er op, dat
men bedenken moet, dat de woning bij die
school verhuurd is en het ook een voorrecht
is, dat men er een huurder voor heeft kunnen
krijgen, want een huis dat niet bewoond
wordt, gaat in waarde achteruit. Die huurder
heeft een auto, een Ford, en maakt er wel
eens gebruik van, die onder de overdekte
speelplaats te bergen. Hij ziet niet in, dat
daartegen bezwaar is.
Hij| stemt toe, dat een en ander niet meer
in goede conditie verkeert, maar dat er gevaar
•bestaat, kan hij nog niet inzien. Als de school
wordt opgeheven, is het toch niet noodig,
daaraan nog groote kosten te besteden. Laat
men daarom nog even wachten.
De heer WISSE stemt toe, dat het dwaas-
heid zou zijn, nu groote reparaties te gaan uit-
voeren, maar acht het toch noodig, dat die
loshangende planken wat worden vastge-
slagen.
De heer DE FEIJTER acht dat niet moge
lijk. De boel is zoo slecht, dat een kleine
reparatie niet meer mogelijk is, zonder alles
af te breken en te vemieuwen.
De heer HAAK oppert het denkbeeld, dat
de zaak misschien vergeten is; zou aan het
hoogste college niet eens kunnen verzocht
worden het nemen eener beslissing te bespoe-
digen.
De VOORZITTER acht dat niet mogelijk;
men moet voor de boven ons staande eerbied
hebben. Vergeten doet men het natuurlijk niet,
want alles wordt aangeteekend.
De heer D. DEES ziet niet in, dat het zoo'n
bezwaar zou zijn om de heeren in Den Haag er
eens op attent te maken. Als de gemeente-
raad eens wat te langzaam is, wordt er gauw
genoeg geschreven.
De VOORZITTER noemt dat geheel iets
anders.
De heer HAAK noemt het z66 geen toe
stand; als het school is, moet het gebouw in
goeden toestand verkeeren. Aan den anderen
kant spreekt het van zelf, dat men onder
de tegenwoordige toestanden daar geen groote
kosten aan gaat maken. Hij kan er zoo geen
bezwaar in zien om eens een herinnering aan
het Hooge College zenden.
De VOORZITTER kan aannemen, dat de
heer Haak, die er buiten staat, daar geen
bezwaar tegen heeft, maar voor Burgemeester
en Wethouders is dat iets anders.
Hij' is van meening, dat die planken van
het dak der speelplaats nog wel wat zullen
blijven hangen.
c. De heer D. DEES deelt mede, dat hij
deizer dagen moest zijn aan de Oostzijde van
de kom, en daarbij heeft waargenomen den
toestand achter de woningen, wegens de sloot
van den slager en anderen. Dat is toch een
zeer onbehoorlijke en onhoudbare toestand.
Heeft de Gezondheidscommissie daaraan nog
nooit wat gedaan? Die werkt toch in het
belang van de gezondheidstoestand in de ge
meenten.
De VOORZITTER deelt mede, dat de Ge
zondheidscommissie daaraan in het verleden
wel degelijk aandacht heeft geschonken, en er
opgewezen heeft. Burgemeester en Wethou
ders zijn ook onderhandelingen begonnen, om
dien zeer ongewenschten toestand opgelost te
krijgen en bij het slagen der onderhandelingen
een voorstel te doen aan den gemeenteraad.
Het is echter de familie De Moor die het op-
houdt.
Voor een goed begrip der zaak, deelt de
SECRETARIS mede, dat 24 Maart van dit
jaar een adres is ingekomen van de bewoners
der Oostzijde. Denzelfden dag is door Burge
meester en Wethouders een brief geschreven
aan de familie De Moor, over het treffen eener
overeenkomst om aan dezen toestand een eind
te maken. Trouwens op 21 Januari 1927 was
daarover al eens geschreven aan den heer
De Moor te Brussel. Er is inmiddels al eens
met een der familieieden over gesproken, die
te kennen gaf, dat er met de familie over ge
sproken moest worden. Spreker heeft toen, om
de zaak te vergemafckelijken, een concept-
overeenkomst geschreven, waarover dan kon
gesproken worden. De te Brussel wonende heer
De Moor is ondertusschen overleden. De vorige
week kreeg spreker een bericht uit Ter Neu
zen meldende dat de concept-overeenkomst
op onverklaarbare wijze verdwenen is en hem
werd verzocht, deze nog eens te willen schrjj-
ven, hetgeen hij terstond heeft gedaan.
De heer VAN HOEVE geeft te kennen, dat