algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. Tweede Blad. No. 8536. WOENSDAG 4 JUNI 1930. 70e JAARGANG. m GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. NEUZENSCHE COURANT Si'. - Vergadering van Donderdag 22 Mei 1930, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelboedt, D. Scheele, F. Dekker, A. de Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. Afiwezig de heer C. A. Verlinde. (2. Slot.) 10. Benoemen lid der Commissie van Toe zicht op het L. O. te Sluiskil-Driewegen. Naar aanleiding der vacature in de Com missie van Toezicht op het larger onderwijs voor Sluiskil-Driewegen ontstaande door het vertrek van den heer J. J. Kaan worden door dat college ter benoeming aanbevolen: 1. A. J. Platteeuw, benoemd hoofd der school te Sluiskil; 2. F. Olemminck, on-derwijzer aan de openbare school te Sluiskil. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van een lid der Commisisie van Toezicht op het lager onderwijs voor SluiskilDriewegen. Het algemeene stemmen wondt benoemd de heer Platteeuw. De VOORZITTER verzoekt alsnu over te gaan tot het benoemen van een lid der com missie tot wering van schoolverzuim te Sluiskil. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer Platteeuw. 11. Benoemen van leden der Commissie van Toezicht op het M. O. Ter voorziening in de vacature in de Com missie van Toezicht op het middelbaar onder wijs ontstaan door het vertrek van den heer A. Spruitenburg en wegens periodieke aftre- ding der heeren Ph. J. Callenfels en H. W. R. Kramer, worden door het betrokken college aanlbevolen: 1. a. N. J. C. Lanfbrechtsen van Ritthem, b. H. G C. Cohen Stuart. 2. a. Ph. J. Callenfels, b. H. W. R. Kramer. 3. a. H. W. R. Kramer, b. Ph. J. Callen- fells. De beer SCHEELE wijst er op, dat door de commissie voor twee vacatures dezelfde per- sonen worden aanbevolen. Hij heeft geen be- zwaar tegen die heeren en zal er zijn stem aan geven. Hij acht dezen vorm echter met juist, aangezien de keuze van den raad er door be- perkt wordt. Hij zou gaame zien, dat de com missie in de toekomst rekening hield. Onze gemeente telt nu toch wel een 7.66 voldoend aantal ingezeteneh die voor zoodanige benoe- ming in aanmerking kunnen komen, dat het wel mogelijk is voor elke plaats dubbeltallen ter benoeming in te dienen. De VOORZITTER acht de opmerking van den heer Scheele niet ongegrond en verwacht dat de commissie, als de leden het raadsver- slag hebben gelezen, met de opmerking wel rekening zal willen houden. De ultslag der eerste stemming is, dat wordt benoemd de heer Lambrechtsen van Ritthem met 10 stemmen; op den heer Cohen Stuart zijn 2 stemmen uitgebracht. Bij de tweede stemming wordt gekozen de heer Callenfels met 12 en de heer Kramer met 10 stemmen; 2 stemmen zijn uitgebracht op den heer Cohen Stuart. 12. Verleenen eener toelage aan D. Tho- lens Az. Naar aanleiding van een adres van D. Tho- lens Az., aan wien in de voorlaatste vergade- ring eervol ontslag als gemeente-ontvanger werd verleend, sehrijven burgemeester en wet- houders Bij besluit van 20 Maart 1930 werd aan den heer D. Tholens eervol ontslag verleend en werd hem eene toelage uit de gemeentekas verleend van 1000 per jaar, waarvoor hij evenwel verplicht werd ter secretarie te wer- ken. Door den heer Tholens wordt thans aan Uw College het verzoek gericht, om vrijgesteld te worden van de verplichting om ter secretarie te moeten werken, daar hij, bij handhaving dier bepaling, onmogelijk in zijn onderhoud kan voorzien. Ook wij hadden dat inder-tij|d begrepen en hem daarom willen toekennen eene toelage van f 1000 zonder verdere verplichting zijner- zijds. Wij stonden toen op bet standpunt, dat het een gemeentabelang moest geaebt wor den wanneer de heer Tholens bet ontvangers- amtot neer zou leggen en dat dit niet te duur was gekocht met eene jaarlijksche toelage van f 1000. Terecht merkt thans adressant op, dat wat thans besloten Is, niet meer als toelage be- schouwd kan worden. Voor f 1000 per jaar iedere werkdag bezet te zijn van 95 uur, is nog veel minder, dan in deze gemeente aan de gewone arbeiders wordt betaald. Bovendien blrjkt de enkele dagen dat bij gewerkt heeft (hij is thans buiten dienst, op verklaring van Dr. Pols), dat er niets uit zijne handen komt en dat hij de secretarie nog meer werk geeft met contrfile, dan dat hij de zaken ook maar in geringe mate helpt verlichten. Wrj zouden Uw College daarom nogmaals willen voorstellen, geeft adressant gelegenheid zich een bestaan te verschaffen, door hem eene toelage van 1000 te geven zonder eenige verplichting. Mogelijk kan hij dan in zijn even sonderhoud voorzien en voldoen aan zijne financieele verplichtingen. Wat thans van hem geeischt wordt moet hem ouvoor- waardelijk ten gronde richten. Wij hopen, dat Uw college de billijk- held van ons voorstel zal willen inzien. Blij- ven ten slotte bij Uw raad overwegende be- zwaren bestaan, voldoe alsdan aan bef twee de verzoek van adressant en geef hem een jaar salaris in eens. Hij kan dan zij|ne schul- den betalen en wil dat doen onder toezicht van ons college. Voor hem zal dan in de vrije maatschapprj de mogelijkheid geopend worden genoeg te verdienen om in zijn onderhoud te voorzien. Wij gelooven dat bij aanneming van het eerste voorstel, het menschwaardig bestaan van den heer Tholens verzekerd is. Wij twij- felen evenwel, of dit ook het geval zal zijn hij uitkeering van een jaar salaris. De heer VAN DRIEL wenscht hierover een kleinigheid te zeggen en moet dan zijn spijt uiten, dat, na al hetgeen over deze kwestie in de vorige raadszitting is besproken, deze thans weer aan de orde moet komen. Bij hare me- dewerking aan de genomen beslissing, heeft zijne fractie zich, behalve dat zrj zich door humanitaire gevoelens liet leiden, ook een rekensommetje gemaakt. Aangezien van de zijde van burgemeester en wethouders werd te kennen gegeven dat de ontvanger van hooger hand zou worden gehandhaafd, doch men dan iemand met een salaris van f 2000 tot f 2200 naast hem moest zetten, kwam dat dan op 2600 f 2200 f 4800. Door den ontvanger wanneer hij ontslag vroeg een toelage van 1000 te geven kwam het op f 2600 1000 3600, zoodat er dan voor de gemeenschap f 1200 per jaar verdiend werd, tot den tijd dat de heer Tholens geheel zou afvloeien. Nu heeft men weer een adres van den heer Tholens en verklaren burgemeester en wet houders dat hij ook vrijwel ongeschikt is om het eenvoudige secretariewerk te verrichten en blijkt dus, dat we er niet met hem uit zrjn. De aangenomen oplossing scheen de voor- deeligste, maar kan op deze wijze moeilijk uit- gevoerd worden, want als men iemand In dienst heeft die om de twee maanden met ziekenverlof moet worden gezonden schiet men er niets mede op, en schijnt het hem maar het beste toe aan het verzoek toe te geven, Het besluit is genomen uit overweging, dat dit de voordeeligste oplossing was. De stel- ling van burgemeester en wethouders was, dat de ontvanger indien hij geen ontslag had gevraagd van hooger hand zou gehandhaafd geworden zijn en men hem dan een man van 2000 naast zich had moeten geven. Nu kost het aan de gemeente f 3600, terwijl het dan f 4600 zou gekost hebben. De raad zat er dus aan vast, dat het niet anders kon. De beer SCHEELE wenscht een ander ge- luid te doen hooren. Door den gemeenteraad is een besluit genomen, waarvan ook burge meester en wethouders meenden, dat er dan voor den heer Tholens nog een toekomst open lag, en hij op een eerlijke manier een bestaan kon hebben, omdat hij dan de hem toegezeg- de 1000 op eerlijke wijze kon verdienen. Spreker kan nog niet inzien, dat de heer Tholens van die 1000 niet zou kunnen be staan. Het is iemand op jaren en hij is maar 9,116611 Als hij daarvan alleen niet kan rondkomen, wat zou er dan van vele gezinnen terecht moeten komen? Spreker is van meening, dat hij van dat bedrag op zeer eenvoudige, be- scheiden wijze, best kan bestaan. Van wege burgemeester en wethouders wordt gezegd, dat hij voor het werk ter secre tarie niets waard is, dat hij daaraan groote schade doet. Maar dan begrijpt spreker het toch niet, dat hij vroeger het werk van den gemeente-ontvanger verzorgd hebbende, nu op eenmaal z66 slecht geworden is, dat hij een- voudig werk der secretarie niet zou kunnen doen. Er is in de besloten vergadering van wege burgemeester en wethouders gezegd, dat hij als ontvanger zou gehandhaafd geworden zijn, als hem overeenkomstig zijn verzoek geen eervol ontslag zou zijn verleend. Dat wil dus zeggen, dat die hoogere autoriteiten dan ook van oordeel zouden geweest zijn, dat hij zijn werk als gemeente-ontvanger kon doen. Maar d&n kan hij ook wel secretariewerk verrich ten en als hij eerlyk door de wereld wil komen, zal hij dat dan ook doen. Spreker kan daar om niet meegaan met het voorstel van bur gemeester en wethouders. Hij zal dan boven dien toch nog wel wat kunnen verdienen en eerlyk wachten tot den tijd dat hij wordt af- gekeurd en zijn pensioen kan gaan genieten. De heer DEKKER sluit zich bij dit betoog aan. De heer COLSEN kan weinig toevoegen aan hetgeen door den heer Scheele gezegd is; het kwam hem v-erwonderlyk voor, dat, nadat in de vorige vergadering was medegedeeld dat hij niet kon worden afgekeurd, de heer Tholens nadat hy 1 of 2 dagen ter .secretarie werk- zaam was geweest al zoo overspannen was, dat hij een doktersverklaring kreeg dat hij rust moest nemen. Spreker dunkt, dat er dan wel - aanleiding is om hem af te keuren. In dien het werkelijk met zijn geestestoestand z66 erg is, zou hij afgekeurd behooren te wor den. Indien het geheime vergadering was, zou spreker hierover meer zeggen. Nu geeft hij te kennen dat de gemeenteraad hem de helpende hand heeft toegestoken, dat hem een toelage is verleend van 1000, maar dat daaraan toegevoegd is: dat hij er voor moet werken. De heer BEDET uit zrjn spijt, dat over deze zaak nog moet worden gesproken. Er zou heel wat van gezegd kunnen worden, maar spreker zal den betrokken persoon niet naar buiten brengen. Wel moet hij er zijn verwon- dering over uitspreken, dat reeds zoo gauw een advies wordt gegeven, om den heer Tho lens maar van de hem opgelegde verplichting te ontslaan. Spreker heeft in de vorige vergadering den heer Colsen een vermaning gegeven om niet terug te komen op het in de daaraan vooraf- gaan de zitting aangenomen contract met de P.Z.E.M., maar nu zou hy burgemeester en wethouders ook wel een vermaning moeten geven, omdat ze voorstellen terug te komen op een besluit, dat in de vorigd" vergadering genomen is nadat men daar ongeveer ander- half uur had zitten vechten. Hoe kunnen burgemeester en wethouders nu toch zoo spoe- dig met een ander voorstel komen Ze zeg gen, dat de heer Tholens niets voor het werk waard is. Maar hoe kunnen ze dat op 66n dag weten. Dat kan op zoo'n korten tijd niet worden uitgemaakt. Indien de gemeeute- secretaris hem eens aan den tand voelt en dat kan deze goed zal het wel anders uit- komen. De man heeft pas twee maanden zieken verlof gehad, daama nog een maand fiets- of rijverlof, komt dus geheel frisch van de be- handeling terug, en is dan op ddn dag weer al z6o afgemat, dat hrj niet werken kan. Indien men dat nagaat, moet er wel twijfel aan dat medisch advies ontstaan. De oud-ontvanger schrijft, dp t er van een toelp.ge geen sprake is, maar spreker ziet er in, dat de betrokkene niet wenscht te voldoen, aan de hem bij het toekennen der toelage. opgelegde verplichting. Hij vraagt om hem, "als de raad hem niet van de verplichting wil ontslaan, ineens een vol jaar salaris uit te keeren, teneinde zijne schuldeischers te betalen. Daar heeft de ge meenteraad echter niets mee te maken. Hij zal daar niet verder over uitweiden, want dat zou nog aardig gaan. Spreker houdt er aan vast, dat de heer Tholens het raadsbesluit zou moeten eerbiedi- gen. Indien het een mensch was waar eenige eerbied in zat en een juist begrip omtrent de toegevendheid die met hem is gebruikt, dan had hij niet tot 1 Mei moeten wachten om zich op de secretarie aan te melden, dan had hij dit behooren te doen nadat de gemeente raad dat besluit genomen had. Maar in plaats daarvan gaat hij voor die maand nog een rij- bewijs halen. Spreker acht het in het belang van den heer Tholens zelf, dat hij ter secretarie komt werken. En wat de bewering betreft, dat de toelage geen bestaan zou bieden, daar- omtrent is spreker het met den heer Scheele eens, dat iemand die heelemaal alleen is, van 20 per week wel kan bestaan. Hoe zou het anders met vele gezinnen moeten gaan? Bovendien kan hij dan in zijn vrije uren toch ook nog assurantiewerk verrichten en daar- mede wat bijverdienen Hij is van meening, dat op het verzoek afwijzend moet worden be schikt. De heer DE BAKKER merkt op, dat, toen de heer Tholens nog ontvanger was, hij zie kenverlof kreeg. Toen hem later als voor- waarde voor het verleenen eener toelage werd gesteld dat hij ter secretarie moest werken, zond hij een medisch advies van dokter Pols, dat zijn geestestoestand niet goed was. Dan zou men zeggen: er mankeert wat aan. Nu zeggen burgemeester en wethouders: stelt hem vrij van werkzaamheden tor secretarie, dan kan hij in het vrije bedrijf wat verdienen. Maar d&n zou men zeggen: hem mankeert niets! De VOORZITTER: Dat is een rekening vol- gens de algebra. De heer DE BAKKER wijst er op, dat men, om in de wereld in het vrije bedrijf wat te verdienen, toch ook in staat moet zijn om te werken- De heer GEELHOEDT: Ja, maar dat ge- schiedt dan meer in de vrije lucht. De heer DE BAKKER meent, dat de betrok kene, dan ook wel wc rkzaamheden kan ver richten ter secretarie. De heer HAMELINK wenscht hierover ook iets te zeggen en acht dit dan wel een van de moeilijkste kwesties waarvoor hy heeft ge- staan. Men staat hier voor een eigenaardi- gen toestand, doch een toestand die aan spre ker niet zoo vreemd voorkomt. Men heeft hier te maken met iemand, die steeds zelf- standig werk heeft gedaan. En wanneer men dan zoo iemand, die toch over zekere capaci- teiten en ontwikkeling beschikt noopt om het allereenvoudigste werk te gaan doen, wanneer men dan zoo iemand neerzet in een eng hokje, waaraan nog maar alleen een paar ijzeren roosters voor het venstier mankeeren om de eel volledig te maken, dan kan hij zich wel indenken, dat zoo iemands geestestoestand verstoord geraakt. Indien men aan iemand een toelage ver leend, doch daarbrj den eisch stelt, dat hij dag voor dag van des morgens 9 tot des avonds 5 uur met e<§n uur rust onderbroken moet tegenwoordig zrjn, om te werken, dan kan toch niet meer van een toelage worden gesproken. Hij is daarom van oordeel, dat aan het verzoek van den heer Tholens zou moeten worden voldaan. Misschien heeft deze dan gelegenheid om in het vrije bedrijf wat te verdienen, en zoo een voldoende bestaan te houden. Als men zoo iemand echter nood- zaakt om dag aan dag het eenvoudigste schrijfwerk te verrichten, iemand die dan toch nog over capaciteiten beschikt, dan kan het niet anders of zoo iemand moet geestesziek worden. En het moet dan toch de vraag zijn, of de gemeenteraad het op zijn verantwoording wil nemen, dat de man rijp wordt voor Vrede- rust. Indien men iemand die, als de heer Tholens, eenige wetenschappelijke opleiding heeft genoten, veroordeeld tot zoo'n toekomst als uit het genomen raadsbesluit voortvloeit, dan gevoelt spreker dat deze geestelijk ten onder gaat. Hij kan zich daarom met het in de vorige vergadering genomen besluit niet vereenigen. Ieder kent het gebrek van den heer Tho lens. En men moet zich afvragen, of dit ook niet de aanleiding is, tot den toestand waar- in hij gekomen is. Toen hij nog een woning had waar hij een huiselijk leven vond, heeft men hem nimmer zooveel buiten zijn woning aangetroffen. En dat hij later dat huiselijk verkeer moest missen, is wellicht de oorzaak, dat hij later den verkeerden weg is opgegaan. Men behoort er rekening mede te houden, dat hij het slachtoffer is van zijn gebrek. Spreker gevoelt wel, dat er een strooming in den gemeenteraad is, om niet aan zijn ver zoek, om hem van de werkzaamheden te ont slaan, maar zou dan in overweging geven om te voldoen aan het laatste verzoek van adres sant, om hem een jaar salaris uit te betalen dan kan hij zijn zaken regelen en trachten zich nog een toekomst in het vrije bedrijf te verwerven. Zooals de raad zijn positie thans geregeld heeft, zal het hem niet mogelijk zijn nog bij- verdiensten te verwerven, aangezien hij dan voor het vak assurantien juist verbonden is op de tijden die aangewezen zrjn voor het be- zoeken van klanten. Dit is thans voor hem ook een belangrijk nadeel. Laat de voorwaarde zakken zegt spreker teneinde te voor- komen dat de betrokkene geestelijk geheel te gronde zal gaan, of geeft hem anders een jaar salaris. Spreker heeft gevoelt dat het hierop uitloopen zou, toen hrj kennis nam van het genomen besluit. De heer VAN DEN BULCK verklaart zich te kunnen vereenigen met het betoog van de heeren Van Driel en Hamelink. Hij merkt op, dat het toch eigenaardig aandoet, dat in de vorige vergadering werd te kennen gegeven, dat men den heer Tholens lichte werkzaam heden zou opdragen, dus niet zooveel inspan- ning zou vereischen en dan was het toch zeker niet de bedoeling om hem van 9 tot 5 uur werkzaam te stellen. Maar nu blijkt, dat men hem werk heeft laten doen, dat hij zonder co-ntrole niet verrichten kan. De heer VAN AKEN gevoelt wel iets voor het betoog van den heer Hamelink, behalve voor het laatste, om hem een jaar salaris te geven en daarmede uit. Dat zou niet in het belang zijn van den heer Tholens. Hij is van oordeel dat het in het belang van dezen zou zijn, om aan het verlangen van den r~ "d te voldoen. En mocht dan later blijken, dat hij ten eenenmale voor het werk ongeschikt is, kan verder worden gezien. Spreker heeft het ook aldus opgevat, dat men er niet perse op staan zou dat hij een geheelen dag zou werk zaam zijn, en meent dat, als hij eens een mor- gen of middag voor zijn zaken afwezig zou moeten zijn, dat de secretaris hem die vrijheid ook wel zou vergunnen. Hij acht het genomen raadsbesluit verstandig, omdat het er den heer Tholens altijd aan herinneren moet, dat hij had kunnen voortgaan met werk te prestee- ren. De heer VAN DRIEL merkt op, dat de heer Bedet iets heeft aangeroerd, waarover hij nog wel iets zeggen wil en merkt dan op, dat bij de keuring voor pensionneering zeer streng wordt te werk gegaan en iemand niet spoe- dig wordt afgekeurd. Hrj kent het geval van een lichamelijk en moreel sterken jongen man, die tengevolge van een ongeval niet meer in staat was te werken. Na 10 jaren onder be- handeling te zijn geweest is hij door den dok ter van de Rijksverzekeringsbank genezen verklaard en ontving hij van die instelling geen uitkeering meer. Niettemin heeft hrj het is nu 4 jaar later nog geen slag kunnen werken en, zooais ook de heer Bedet weet aangewezen op het Burgerlijk Armbestuur. Zulke beslissingen van de dokters die moeten keuren voor het Pensioenfonds hebben ten gevolge, dat in tal van gevallen personen van de pensionneering worden afgeschoven op den hals van de gemeenten, terwijl zrj rechtens voor rekening van de Ongevallenverzek«ring zouden moeten komen, maar nu armlastig zrjn. De heer Tholens is moreel aehteruitgegaan. En nu moge men van meening zijn dat hij zijn werk kan doen, wanneer een dokter zegt ,,je bent ongeschikt en kunt in geen 6 maanden werk doen", dan doet men daar niets tegen, dan behoeft h(j maar tweemaal per jaar zoo'n verklaring te vragen. Dan heeft men er toch niets aan. Men kan hem dus best van de ver plichting ontslaan of hem een jaar salaris geven. De heer SCHEELE herininert, dat het de bedoeling was, dat de heer Tholens zitting zou nemen ter secretarie. Het college van burge meester en wethouders heeft geheel gehandeld in overeenstemming met het genomen raads besluit. En wat nu de bemerking van den heer Van Driel aangaat, indien de heer Tho lens een briefje overlegt van een geneesheer, waaruit blrjkt, dat hij tot arbeid ongeschikt is, dan hebben wij ons zegt spreker daarbij zonder meer neer te leggen. Dat dit geheel ander werk is, dan hij vroe ger te verrichten had moet toegestemd wor den. Maar ons is medegedeeld, dat hij wel ge- voeld heeft, dat hem zoodanigen eisch zou ge steld worden en hij heeft toen gezegd, dat, als het niet anders kon, hij het doen zou en tevreden was met de getroffen regeling. De gemeenteraad was in de vaste overtuiging, dat men op deze wijze een goede oplossing gevonden had. Niet alleen werd dit beschouwd als de voor de gemeente goedkoopste oplos sing, maar tevens meende men, dat de heer Tholens dan in alien eenvoud zou kunnen voortleven. Spreker gevoelt er niets voor, om hem ineens een vol jaar salaris te geven, want dan had hij evengoed ineens in het vrije bedrijf kunnen gaan. Indien men hem dat toestond, ■zou er niets anders opzitten, dan dat hij ge heel in ellende zou wegzinken. Spreker kan het nog niet anders inzien, dan dat het be sluit in de vorige vergadering genomen moet worden gehandhaafd, tot de heer Tholens uit- eindelijk zal afgekeurd zrjn en hij voor pen sioen in aanmerking moet komen. De raad kan daar anders niets aan doen. De heer COLSEN wijst er ook op, dat ver- schillende personen het met een minder inko men moeten doen. Indien de heer Tholens den moed heeft om zijn werk ter secretarie te komen doen zal niet van hem gevergd worden dat hij daar steeds 12 voile uren werkt. En als hij dan eens weg moet voor eigen zaken --- natuurlijk niet om auto te gaan rijden of flauwe kul zal de secretaris hem daartoe zeker wel verlof geven. Als hij in het vrije bedrijf 1000 zou moe ten verdienen met het afsluiten van posten voor verzekeringen, zou hij toch wel wat vlug ger moeten zijn. Maar dat gaat toch ook z<56 maar niet. Anders was men het 't best met hem een jaar salaris te geven, dan was men er van af. Maar voor den man zelf is het 't best, dat men dat aanhoudt. Hij heeft ech ter geen lust in het werk, want spreker ver- nam, dat hij den eersten dag al op den trap van het bodenkamertje zat. De VOORZITTER komt tot de conclusie, dat de gemeenteraad tw-eeerled fout heeft ge maakt. Nadat het laatste besluit genomen is, blijkt, dat de gemeenteraad hem in zijn be lang wil opvoeden. Althans, dat is de bedoe ling van den heer Bedet en anderen. Spreker is van meening, dat zij daarmede willen tre- den in iets waar zij zich buiten moeten hou den. Zij moeten de zaak beschouwen in het raam waarin deze is gepasseerd. Indien de ge meenteraad zulks aan burgemeester en wet houders had overgelaten, dan zouden deze den heer Tholens bij gelegenheden die daartoe aan leiding gaven hebben gevraagd, bepaald werk te verrichten en dat zou hy dan wel hebben gedaan. De gemeenteraad is echter gaan zeggen: hij moet daar zitten tijdens de secre- tarieuren. Deze hebben toen gezegd: laten wij voorzichtig zijn. Wij zouden hem graag een paar dagen in de week laten gaan. Maar toen in de volgende vergadering die kwestie nog eens werd aangedikt en de raad onomstoote- lij-k te kennen gaf, dat hij daar dagelrjks moest zyn, hebben burgemeester en wethouders zich daaraan ook gehouden. Men staat hier voor een bijzonder geval. De raad nam een mensch- lievend besluit, toen hij besloot den heer Tho lens een toelaag te geven van f 1000, maar nu wordt het een wreed besluit, indien de raad daarvoor eischt, dat hij dagelijks den vollen werktijd ter secretarie moet doorbrengen. De raad moet op dien eisch terugkomen, omdat burgemeester en wethouders van oor deel zijn, dat hij van die 1000 niet kan rond komen. Wenscht de raad dat niet te doen, geef hem dan een jaar salaris, dan komt hy uit zijn moeilijkheden en kan verder zijn plan trekken. Toen burgemeester en wethouders, begre pen hebbende, dat er in die richting iets door den raad zou geeischt worden, hem gevraagd hebben, of hij genegen was werk ter secretarie te verrichten en hy zich daartoe bereid ver- klaarde, hadden burgemeester en wethouders niet begrepen, dat men van hem den vollen dag zou eischen. Zij hadden verwacht dat de bevoegdhedd om dat uit te voeren aan burge meester en wethouders zou worden gelaten. Nu is in de besprekingen de lokaliteit waar hij was werkzaam gesteld als een soort straf- plaats beschouwd. Maar burgemeester en wet houders hebben hem in het vroegere kantoor van den gemeentebouwmeester werkzaam ge steld, omdat zij het beter achten hem niet te zetten op de secretarie, waar het publiek dat er komt hem dan aan het werk zou zien, en dit als een degradatie zou kunnen worden be schouwd. Laat de raad aan burgemeester en wethou ders overlaten om den heer Tholens het werk te laten uitvoeren dat zij van hem vragen en laat men zich onthouden van ten opzichte van den betrokkene opvoedkundig te willen wer ken. Hij is oud genoeg om zijn weg te kiezen, dan dat wij hem een weg zouden voorschrij- ven waarop hrj zich te houden heeft. Spreker zal niet ingaan op de bewering, dat hy van f 1000 per jaar best leven kan. Burgemeester en Wethouders vragen niets anders, dan om hem in de gelegenheid te stellen met vrijen arbeid nog wat te verdienen, dan zal men hem 10, misschien 11 jaar f 1000 salaris moe ten uitkeeren, of men kan hem ook ineens uitkeeren f 2600. Spreker vindt dat voor de gemeente zoo geen zwaar offer, tegenover iemand die uit zrjn levenswerkkring moet treden. De heer DE BAKKER: En zijn we er dan- heelemaal van af? De VOORZITTER: Ja! De heeren VAN DRIEL en BEDET: Ja, tot nader order! De heer DE BAKKER: Dat was in elk ge val het goedkoopste. De heer GEELHOEDT zou daartoe toch niet willen overgaan; hij meent, dat in dat opzicht de heer Tholens tegen zichzelf be- schermd moet worden. Als hij afstand doet van zijn toelage voor een uitkeering ineens doet hy zijn achterdeur potdicht, want dat be drag zou zoo spoedig mogelijk komen ten bate van derUen, torwljl Urj dan tnph vnrtnned-filijk ten laste van een ander zou komen. De heer DE BAKKER merkt op, dat het geen de heer Geelhoedt nu zegt, toch ook wijst naar opvoedkunde. Er zit ook nog iets anders in. Als hij zijn toelage geniet, en in zijn vrijen tijd zich met assurantiezaken bezig houdt, treedt hij op als concurrent tegenover menschen in het vrije bedrijf, die hij dan kan. heconcurreeren omdat hij andere inkonrsten heeft. Ontvangt hij echter de 2600 uitkee ring ineens, dan is de gemeente er van af en dan treedt hij in het vrije bedrijf, dan staat hij met anderen gelijk. De heer BEDET geeft te kennen, dat het juist zijn bedoeling is, den heer Tholens tegen- zichzelf te beschermen. De VOORZITTERMaar dat moet niet leiden tot onbarmhartigheid. De heer BEDET: Het is mogelijk dat u dat denkt. Maar indien we den heer Tholens een jaar salaris uitkeeren gaat hem dat succes- sievelijk door de vingers, zonder dat hij er wat aan heeft. Hy denkt daar dan ook niet over! Hij wil hem blijven geven de toelage van 1000 tot aan zijn pensioengerechtigheid, en zou er dan genoegen mee kunnen nemen dat hem de uren die hij voor zichzelf noodig heeft worden gegeven, maar zijn tijd overigens dienstbaar wordt gemaakt voor de secretarie. Dan kan hij ook laten zien dat hij wel wil. De heer SCHEELE: Dan zie je hem niet meer ter secretarie. De her DE BAKKER: Men zou een grens behooren te stellen. De heer COLSEN zou zich dan toch wel kunnen aansluiten bij de stelling van burge meester en wethouders, dat ze hem werk zul- len opdragen dat zoo eens voor de hand komt. De heer SCHEELE is van meening, dat de betrokkene niet geheel mag komen* ten koste van de barmhartighedd. Er is zooveel gebeurd. en daarmede dient rekening te worden gehou den. Hetgeen de raad hem wil geven. komt toch uit de belastingen der burgerij. Hrj kan toch voldoende uit de besprekingen opmaken, dat we zijn positie willen redden. De VOORZITTER hrengt naar voren, dat de heer Tholens barmhartiger is geweest tegenover de gemeente, dan de gemeente tegenover hem. Indien hij zijn ontslag niet had aangevraagd, zou men er nog mee zitten. Laat men nu toch iemand die daarmede be- dreigd wordt, niet verongelukken. Neem het voorstel van burgemeester en wethouders aan. en ziet dan toe, wat hij doen zal. De heer DE JAGER betoogt, dat men de zaak goed onder de oogen behoort te zien en alles in acht moet nemen wat daaraan vast- zit. Men zou den gemeente-secretaris de taak willen opleggen om van den betrokkene nog een man te maken. Men kan van een jonge- ling een man maken, maar een zwakke- ling op leeftijd kweekt men daartoe niet meer op. Daar kan men het wel zoover mee sturen, zooals de heer Hamelink in uitzicht stelde, dat hij tot krankzinnigheid vervalt en dan is de laatste dwaling nog erger dan de eerste. Het is waar, de ontvanger heeft niet geleefd-, zooals iemand behoorde te leven, maar indien hij niet vrijwillig ontslag had gevraagd, in uit zicht van de hem door den gemeenteraad toe- gezegde toelage, zouden de hoogere autoritei ten hem hebben gehandhaafd, dan had men hem een assistent moeten geven en dan zou het wel zevenmaal meer hebben gekost. Spreker herinnert aan een geschiedenis van een dertig jaar geleden. Toen was er aan een Hoogeschool een professor die geen paedago- gische bekwaamheden hleek te bezitten. Men heeft dien man genoodzaakt te vertrekken en gaf hem een wachtgeld van f 1200. Hem werd ook gezegd, dat hij daarvoor moest werken. Maar hij kon niet werken, hij heeft zich in een kamer opgesloten en zich niets meer aange- trokken. Hem werd verzocht redactioneel

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 5