ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 8535. MAANDAG 2 JUNI 1930. 70e Jaargang BINNENLAND. FEUILLETON. Vampier-Vleugel B TJIT E HI kJjy BU RGEMEESTER en WETHOUDERS van Ter Neuzen Het vernieuwen van de be- strating in .de Grenulaan, den Schoolweg en het daartus- schen gelegen gedeelte van de Vlooswijkstr. te Ter Neuzen. KEURING VAN VEE EN VLEESCH. TELEFONIE MET SCHEPEN IN VOLEE ZEE. TER UZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr per post 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bfj voomitbetaling. UitgeefsterFlrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25. ADVERTENTieN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0.2O. Grootere letters en clich6's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien llefst 66a dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. aullen den 13 Juni 1930, des namiddags 3 uur, in het gemeentehuis aanibesteidenj Het bestek c. a. is, vanaf 4 Juni 1930, voor f l,verkrijgbaar ten kantore der gemeente- werken aan de Markt, waar ook nadere in- liohtingen worden gegeven. Ter Neuizen, 2 Juni 1930. J. HUIZINGA, Bilrgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. DIENSTFLICHT. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend dat vanaf 5 tot en met 14 Juni a.s. op de gemeente-secretarie voor een ieder ter in- zage is nedergelegd het inschrrjvingsregister met een daaruit opgemaakt alphabetisch re gister, alsmede een afschrift van het gemeen- sehappelijk alphabetisch register, voor zooveel betreft de groep waartoe deze gemeente be- hoort, van de dienstplichtigen dier gemeente der lichting 1931. Binnen bovengenoemd tijdvak kan tegen deze registers, bij een met redenen omkleed verzoekschrift, in te dienen bij den burge meester, bezwaar worden ingebracht, Ter Neuzen, 2 Juni 1930. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZINGA. ALGEMEENE VERGADERING VRIJHEIDSBOND. Zaterdagmiddag heeft de liberale staats- partij „De Vrijheidsbond" in het Kurhaus, een begin gemaakt met haar algemeene vergade ring, welke ook Zondag nog zou voortduren. De partijvoorzitter, mr. D. Fock, heeft de openingsrede gehouden, waarin hij den poii- tieken toestand, dien wij nu beleven, niet ge- lukkig noemde. Na dien toestand, inzonder- heid de totstandkoming van het extraparle- mentaire ministerie, besproken te hebben, zeide spr., dat dit echter een aansporing moet zijn, om het Nederlandsche volk meer en meer te doen gevoelen, hoe onzuiver en on- gezond de tegenwoordige parlementaire extra- parlementaire periode is. Men moet komen tot een loyale samenwer- king van partijen, die werkelijk kunnen en ernstig willen samenwerken en die tezamen een meerderheid achter zich hebben. Alleen op die wijze kan weer een goede parlementaire toestand geboren worden en dit is toch het- geen een ieder, die het parlementaire stelsel goed gezind is, wenscht. Betreurd wordt in hooge mate, zoo zeide spr., de beslissing van den minister van Wa- terstaat voor de verdeeling van den zendtrjd voor de radio. Oms standpunt is en blijft: geen politiek in den aether. T. a. v. het resultaat der verkiezingen, waar over velen niet voldaan waren, verklaarde spr., dat een cammissie uit de leden, aan on- derz'oek heeft ingesteld en voorstellen heeft door SAX ROHMER. gedaan, welke grootendeels in de nu voorge- stelde statutenwijzigingen zijn verwerkt. Het voomaamste der voorstellen van de commissie is de organisatie van het secreta- riaat, waarbij een algemeen secretaris aan het hoofd van het secretariaat wordt gesteld, die geen zitting zal mogen hebben in een der Kamers van de Staten-Generaal, die zich ge- heel aan de belangen der partij wijdt en die j dan ook contact zal zoeken en voortdurend onderhouden met de partijgenooten in alle deelen van het land. Spr. betreurde de oneenigheid tusschen de vrijzinnigen, die oneenigheid moest er niet zijn. Misschien zal de tijd komen, dat de Vrijzin- nig-Democraten inzien, dat zij door hun ijver om de lijn der democratic scherp te trekken, waardoor zij blijkens hun eigen verklaring onrecht doen, kwaad stichten en dat het beter is de lijn der democratic dadelijk goed en eer- lijk te trekken. Wat de Indische politiek betreft, zeide spr., dat het doel is en moet zijn, de belangen der bevolking te bevorderen en die belangen zou- den door de onafhankelijkheid van Indie zeer worden geschaad. Wij willen de bevolking ontwikkelen, haar voor deelneming aan bestuur en wetgeving steeds meer de geschiktheid bijbrengen en haar economisch weerbaar maken. Daarvoor werken wij met steeds grooter kracht. En hoe zal het nu zijn, als be volking zoo ver zal zyn gekomen, dat een eigen zelfstandig bestuur denkbaar en mogelijk zal zijn? Onze wensch gaat daarheen uit, dat dan Indie als zichzelf besturende en regeerende staat binnen het Nederiandsche Rijksverband zal blijven opge- nonien. Indie zal'dan gedachtig aan al wat Nederland voor het land en volk heeft tot stand gebracht, aan al wat Nederland voor Indie geweest is, en nog zijn kan naar wij vertrouwen, den band met Nederland niet willen verbreken. Maar daarover valt nu nog niet te discus- sieeren, dat ligt in een ver verschiet. Betreffende de plannen van den Franschen minister van Buitenlandsche Zaken tot het stichten van een Europeeschen Statenbond zeide spr., dat deze van groote beteekenis zijn. Spr. eindigde met een opwekking tot ver- breiding van de overtuiging, dat de toepas- sing van de liberale. strekt tot geluk van land en volkeren. WEGENWET. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de wetsontwerpen tot vaststelling van voorschriften omtrent open- bare wegen en tot wijziging van art. 2 van de waterstaatswet 1900. Vrij algemeen was men de meening toege- daan, dat het eerste wetsontwerp eer een gun- stig dan een ongunstig oordeel verdient. Men juichte het toe, dat er nu algemeen geldende regeling zal komen in het bijzonder wat aan- gaat de bewijskracht van den legger. De open- baarheid en de onderhoudsplicht van een weg zullen nu gelijkelijk door den legger bewezen en door beroep op den rechter betwist kun nen worden. Een fout werd het geacht dat het wetsont werp niet een scherpe definite inhoudt, van hetgeen daarin wordt verstaan onder wegen. Vele leden vestigden voorts de aandacht op het feit, dat volgens het ontwerp na dertig- jarig gebruik door het publiek een niet-publie- ke weg nu automatisch publiek zal worden, ten zij de eigenaar door derden uitdrukkelijk kenbaar maakt, dat hij zijn eigendom oi\be- zwaard met een onus publicum wil behouden. Deze verandering achten deze leden niet on- bedenkelijk en practisch onraadzaam. Andere leden noemden het zeer onbillijk dat alle wegen, die v66r het inwerking treden van dit ontwerp gedurende een tijdvak van dertig achtereenvolgende jaren voor een ieder toe- gankelijk zijn geweest. worden verklaard te zijn openbare wegen. Deze leden wezen erop, dat ten plattelande tal van wegen vooral voetpaden door hun eigenaren voor het publiek toegankelijk zijn gesteld uitsluitend als „un acte de bon voisinage", wat zij veilig konden doen zonder hun rechten prijs te geven, omdat zij elk oogenblik van den dag het pu bliek konden weren, temeer omdat de con- stante jurisprudentie van den Hoogen Raad hiermede in overeenstemming was. Met deze jurisprudentie wordt in het wetsontwerp in het geheel geen rekening gehouden. In ieder geval achtten vele leden het noodzakelijk, dat, wanneer het wetsontwerp kracht van wet zou krijgen, de regeering langer dan een jaar niet de invoering daarvan wacht. Het Tweede Kamerlid de heer Fleskens heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Is de Minister bereid, opgave te verstrek- ken van het bedrag der vergoeding van on- kosten ontvangen volgens art. 68 der Veewet voor keuring van uitgevoerd vleesch en voor keuring vein uitgevoerd vee, respectievelijk over 1928 en 1929 alsmede van het bedrag, dat respectievelijk over 1928 en 1929 werd uitge- geven voor de uitivoering van genoemde keuringen Is de Minister bereid, ter bevordering van den vleesch- en vee-export de hiervoor bedoel- de keurloonen te veriagen, indien blijkt, dat in de ^chaitkist meer gevloeid is dan tot dek- king der onkosten noodig is geweest? Is de Minister niet genegen, in overweging te nemen om de bedragen sinds de inwerking- treding der Veewet in de schatkist gevloeid, verminderd met de gemaakte noodizakelijke onkosten te doen besteden om den export van vleesch en vee in deze moeilijke tijden zooveel mogelijk te bevorderen? BESTRIJDING DER TUBERCULOSE. Betreurenswaardige onverantwoordelijke daad. Zaterdag vierde |e Amsterdamsche ver- eeniging tot bestrijding van tuberculose haar 25jarig bestaan, onder belangstelling van vele autoriteiten. Blijkens het bericht van het Alg. Hbl. hield Dr. M. B. Heynsius van den Berg, directeur van het Consultatiebureau der vereeniging bij die gelegenheid een voordracht over de ont- wikkeling der t.b.c.-bestrijding in wetenschap en praktijk, waarbij hij o.m. ook wees op de toenemende populariteit van de prophylacti- sche methodes en groeiende belangstelling, ook bij het publiek, voor sociale maatregelen b.v. de nazorg. Het proced6-Calmette. In den loop van deze rede decide spreker mede, dat de t.b.c.-bestrijders in ons land eenerzijds nog niet zeker zijn van de afdoende werking van het serum van Calmette, maar aan den anderen kant in het gebeurde te Lubeck geen reden zien, de voorzichtige be- handeling met dit middel, zooals die hier te lande ge3Chiedt, stop te zetten; zulks op grond van de ervaringen, opgedaan met de behande ling van 350 zuigelingen. Uit een schrijven van prof. Calmette aan prof. Van Loghem blijkt aldus deelde spr. mede dat uoor enkele dagen is gebleken, dat de oorspronkelijke cultuur van het Insti- tuut Pasteur, die in Lubeck was voortge- kweekt, daar is afgestorven en dat deze door lager personnel, om dit te verbergen, door een andere cultuur is vecvangen. VERVOER VAN YVERKLOOZEN. Een 140-tal werkloozen te Leeuwarden die in de zgn. rijikswerkversdhaffing in een polder onder Veenwouden werkten, werden tot voor ongeveer veertien dagen per autobus naar Veenwouden vervoerd, toen de Minister dezen atuobusdienst stop zette. Het burgerlijk arm- bestuur te Leeuwarden besloot toen voor zijn rekening de arbeiders per autobus te vervoe- ren. Dit is thans door den Minister verboden, hetgeen tengevolge heeft gehad, dat het bur gerlijk armbestuur genoodizaakt is geworden daze menschen te steunen. Woensdagmiddag werden van het stoom- schip „Frinses Juliana" van de stoomvaart- maatschappij „Zeeland', dat zich op dat oogen blik op de Noordzee bevond, gesprekken ge- voerd met Amsterdamsche en Rotterdamsche handelsondememingen. De gesprekken waren alle zeer goed te verstaan. De uitzending aan boord had plaats met een toestel van de Maatschappij Radio-Hol land, terwijl de uitzending van de landzijde werd verzorgd door de P.T.T. Voor het totstandkomen van het gesprek kondigde een juffrouw van de rijkstelefoon aan: „U wordt opgebeld voor een proefgesprek met het stoomschip ,,Prinses Juliana". OP SPOEDIGE BEHANDELING VAN DE PACHTYVET AANGEDRONGEN. Het Tweede Kamerlid van der Sluis heeft den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gevraagd of hij niet van oordeel is, dat in de voor den landbouw thans zoo zorg- wekkende omstandigheden de spoedige tot standkoming van een goede Pachtwet uiter- mate wemschelijk moet worden geacht en of de minister voomemens is de memorie van antwoord betreffende de nieuwe regeling van de pacht en de regeling van de pachtcommis- sies zoo spoedig in te zenden, dat de Kamer die wetsontwerpen binnenkort in openbare behandeling zou kunnen nemen. EEN JUBILEUM-GIFT VAN f 25.000. Bij directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag is van regenten der Van Coevorden Adriani- stichting bericht ingekomen dat, in verband met het 50jarig jubileum der Vrije Universi- teit, een bedrag van 25.000 als feestgave beschikbaar wordt gesteld. Deze bijdrage is, evenals de jaarlijksche uitkeering van deze stichting, uitsluitend ten behoeve van de exacte-faculteiten. DE VERDEELING VAN DEN INDISCHEN ZENDTIJD. Naar van P.H.O.H.I.-zijde werd vernomen, heeft, naar aanleiding van het bekend gewor den voorloopig advies van den Radio-raad in- zake de N.V. Philips Omroep Holland-Indie Is^P.H.O.H.I.)den 27en Mei een vergadering plaats gevonden van den raad van commis- sarissen dezer vennootschap. In deze vergadering werd uitdrukkelijk ver klaard, dat men zich wenscht te houden aan den oorspronkelijken opzet der oprichters, namelijk de zendinstallatie te bestemmen voor de verzorging van uitzendingen naar Neder- landsch-Indie, uitsluitend liggend op het ge- bied van kunst, wetenschap, ontspanning, sport- en nieuwsberichten, terwijl uitzendin gen van godsdienstigen aard niet zouden worden uitgesloten. De verzorging van de uit te zenden program- ma's zou uitsluitend moeten berusten bij de P.H.O.H.I. en op demzelfden voet worden voortgezet als de reeds sedert anderhalf jaar uitgezonden programma's, welke zich in de voile waardeering van het Nederlandsch- Indisch publiek hebben mogen verheugen. De raad van commissarissen heeft in zijn vergadering met algemeene stemmen beslo- ten. dat, mocht een regeling als hierboven aangegeven, niet tot stand worden gebracht, de zender, welke aan de vennootschap toebe- hoort, met ingang van 1 Juli a.s. buiten wer king zal worden gesteld. VRAGEN VAN KAMERLEDEN. Op de vraag van het lid der Tweede Kamer den heer Ter Laan: Is de minister bereid de order van den commandant van het lOde regiment infante- rie, waarbij verboden werd het dagblad ,,Het Volk" ter lezing te leggen in de onderoffi- cierscantine, ongedaan te maken heeft de minister van Defensie geantwoord, dat de in de vraag bedoelde order door den commandant van het lOde regiment infante- rie is ingetrokken. OVERVLOEDIGE ANSJOVISVANGST. Uit Bergen op Zoom wordt aan het Hbl. gemeld Onze ansjovisvangst in onze visscherij is in een der afgeloopen nachten zoo overvloedig geweest, dat de visschers de geheele vangst niet mee naar binnen hebben kunnen brengen en zij een gedeelte weer door de fuiken heb ben moeten laten schieten. Door den grooten toevoer zit men ook met den inmaak vast, daar hiervoor niet voldoende tonnen meer voorradig zijn. In het buitenland is reeds om tonnen verzocht om aan dit tekort tegemoet te komen. 12) Vervolg.) Geen kwartier na onze aankomst, stond hij voor het raam van zijn kamer de atmos- feer te peilen, zocht hij, met dat zesde zin- tuig, naar de ,,gevaar -sensatie. Het waarschijnlijk niets dan intuitie, en hij was er nooit zeker van of het aan zijn bp- foep gehoor zou geven of hem in den steek zou laten, maar eenmaal er achter, bracht het hem nooit op een verkeerd sooor. Dus jij denkt, dat Kolonel Menendez werkelijk door het een of andere gevaar bedreigd wordt ,,Ik denk het niet, ik ben er zeker van. Hij keek me recht in mijn oogen. ,,'t Is geen gewoon gevaler is iets heel, heel eigenaardigs in deze vampier-vleugel- geschiedenis." ,,En lijkt het je nog steeds een aan- nemelijke theorie, dat ze hein van West Indie hierheen gevolgd zijn Paul Harley dacht een paar oogenblik. ^Dat zou een te gemakkelijke en een te simpele oplossing zijn". zei hij langzaam. Er is hier in huis iets zonderlings... iets onreins, ik zou bijna gezegd hebben, iets onzaligs aan den gang, Knox. ,.De man heeft buitenlandsche bedien- den." Harley schudde het hoofd. ,,Vanmiddag of morgen zal ik natuur- lijk wel eens lcennis met ze gaan maken, antwoordde hij, ,,maar van dien kant dreigt het gevaar niet...... Laten we nu maar naar beneden gaan. HOOFDSTUK V. Val Beverley. De lunch was zoo goed, dat het bijna een indruk van vertoon maakte. Zelfs in het Carlton Hotel had men niet beter kun nen middagmalen. Maar daar het huis- houden van den Kolonel blijkbaar op een buitengewoon ruimen voet geschoeid was, zou een beschuldiging van vertoon niet billijk geweest zijn. De ongunstig uitzien- de Pedro toonde zich een ideaal butler en door de opwinding, veroorzaakt door het voorgevoel, dat er buitengewone dingen te gebeuren stonden, de keurig opgedien- de en smakelijk toebereide maaltijd en het intense genot, dat me het gadeslaan van het levendige gezichtje van Val Beverley gaf, werd die eerste lunch op Cray s Folly tot een gebeurtenis in mijn leven. Eerlijk gezegd interesseerde Val Bever ley me buitengewoon. Misschien was het wel wat zonderling van me, dat ik in een omgeving van louter interessante, eigen- aardiae menschen en dingen, dit typisch- Engelsche meisie ter bestudeering uit- zocht. Bij onze kennismaking had ik den indruk gekregen, dat ze buitengewoon knap was, maar tijdens de lunch kwam ik tot de ontdekking, dat ze niet tot de bui tengewoon knappe, maar tot de buitenge woon mooie meisje gerekend kon worden. Eenmaal betrapte ik Harley op een ondeu- genden blik mijn richting uit en daarna had ik voortdurend net niet bepaald ple- zierige gevoel, dat ik van de dame de com- pagnie van Madame misschien wel wat te veel notitie nam Gedurende den tijd dat we aan tafel zaten werd er bijna aan een stuk door een geanimeerd gesprek gevoerd, maar, welk onderwerp ook aan de orde was, de nicht- huishoudster van den Kolonel beheerschte het debat. Ze was een buitengewoon krachtige figuur. Haar Engelsch was niet zoo goed als dat van den Kolonel, maar die handicap onderstreepte nog de bijna mannelijke kracht van haar intellect. In alle opzichten was ze een merkwaardige vrouw. Met haar jong gezicht, zilverwit haar en fluweelen oogen, die bijna iets hypnotisch hadden, zou ze een uitsteken- de figuur voor een toovenares geweest zijn. Ze had onverwachte gebaren en ze gebruikte haar slanke, blanke handen op een manier, die ik nog nooit van een an dere vrouw gezien had. Er was geen sprake van eenige familie- gelijkenis tusschen den Kolonel en haar en onwillekeurig vroeg ik me af, van welken graad hun bloedverwantschap wel zou zijn. Een ding was echter zeker: Madame de Stamer was haar neef met hart en ziel toegedaan. Als ze naar hem keek, ver- anderde de uitdrukking van het gezicht volkomen. Voor een vrouw van zulk een opvallende vitaliteit had ze ongewoon „stille" oogen; ik bedoel daarmee, dat ze haar hoofd bijna voortdurend maar haar oogen opmerkelijk weinig bewoog. Tel- kens betrapte ik mezelf erop, dat ik me stond af te vragen waar ik die oogen meer gezien had. Ten slotte lukte het me om de herinnering te herkennen, maar dat was pas dagen later. Telkens weer probeerde ik de onder- linge verhouding van die drie menschen, die door het lot onder een dak bijeenge- bracht waren, te bepalen, maar daarin slaagde ik niet. Wel zag ik dat Val Beverley zich niet gelukkig voelde. Maar wat de positie, die zij in dat huishouden bekleedde, betrof, de werkelijke positie, niet de positie voor de buitenwereld, bleef het raden. De Kolonel viel, bij nadere kennis making, mee. Ik kwam tot de conclusie, dat hij tot een ras behoorde, dat nu onge- veer uitgestorven was, het ras der Spaan- sche Grandes. Een man met wien ik lie- ver zou drinken dan zou vechten, een trouw vriend misschien, maar zeker een onverzoenlijke, haatdragende vijand. Over het geheel genomen was het een merk waardige, belangwekkende maaltijd en een van de gevolgen van dit eers'te, korte samenzijn was een soort van band nog maar los geknoopt, maar toch al een band tusschen Val Beverley en mij. Tweemaal, een keer toen ik Madame de Stamer had zitten aankijken en den tweeden keer, toen mijn oogen, na een poos scherp opnemen van het donkere ge zicht van Kolonel Menendez wegdwaal- den, ontmoetten onze blikken elkaar en allebei de keeren was het of ze wilde zeg- gen. ,,U begrijpt hetwel, ik ook! Sommige dingen begreep ik inderdaad maar hoe weinig dat sommige was, zou de toekomst me leeren. Het teeken, dat de tafel opgeheven werd, kwam van Madame de Stamer. Op een gegeven oogenblik need ze haar stoel met dezelfde buitengewone handigheid, waarover ik het reeds gehad heb, achter- uit bij die handeling viel me voor de zooveelste maal het zonderlinge contrast tusschen haar vlugge nerveuze bewegin- gen en haar vreemdstille oogen op wuifde den Kolonel van tafel weg. „Naar buiten, Juan," zei ze, schertsend- bevelend. ,,Je loge s willen den tuin zien. En ik ga mijn siesta houden. Kom kind- lief" dit tegen Val Beverley „ga mee een cigaret rookendaarna ben je voor den verderen middaa vrij. Ze reed zichzelf vlug de kamer uit. Ik bleef haar en de sierlijke gestalte van Val Beverley staan nakijken, tot de beide fi- guren door de hal verdwenen waren. ,,En nu, heeren", begon de Kolonel, meteen ging hij weer zitten en schoof Harley de karaf toe „nu ben ik geheel te uwer beschikking. Maakt u maar uit wat het zijn zal: zaken of amusement. Heeft u vanmorgen niet dit tegen Harley „den wensch geuit, om den DE BUITENLANDSCHE POLITIEK VAN ITALIe. De goede bedoelinigen van de Londensche vlootconferentie om tot een vermindering en beperking van de wapeningen ter zee tusschen de vijf voomaamste zeemogendheden te komen, zijn sbhrrjft de N. R. Crt zooals herhaaldelijk in het lichit is gesteld, voor een deel verijdeld doordat zij tot een scherp ge- schil tusschen Frankrijk en Italie over het vlootbouwprogram geleid (hebben. Mussolini heeft in zijn laatste opzieiubarende redevoerin- gen de slechte. stemming tusschen de twee laniden nog verergerd. Pertinax kiwam er in de Echo de Paris voor uit dat Mussolini's ver- zekering dat Italie zrjn ambitieuse vlootpro- gram wel degelijk zal uitvoeren, ten gevolgc moet hebben dat Frankrijk gedwongen zal zijn, tot het zijne terug te keeren en het zelfs aanmerkelijk uit te breiden, omdat het de aan- spraak op pariteit van Italie niet erkennen kan. Een Fransch-Italiaansche wapenings- wedijver zal dus de betreurenswaardige uit- komst van de gedaohteniwisseling tusschen de vijf mogendheden worden en hij is, zegt hij, door Italie onvenmijdelijk gemaakt. De Fran schen kunnen in de Westelijke Middellandsche Zee, het centrum van het Fransche verdedi- gingsstelsel, van hun posiUe geen afstamd doen. Tegelijkertijd komen uit ParijB berich- ten dat de Fransche regeering na Mussolini's dreigende redevoeringen voorloopig niet bereid zal zijn, de oniderhandelingen over de uitibrei- ding van de grens van Lyibie en de positie van de Italiaansche kolonisten in Tunis, welke toren te zien1" ,,Ja," gaf mijn vriend ten antwoord, ter wijl hij een sigaar uit het kistje nam en haar opstak, ,,maar alleen, als het u om de een of andere reden niet lastig is. „Absoluut nietGaat Mr. Knox ook mee De Kolonel keek mij vragend aan. Har ley maakte van de gelegenheid gebruik, om even, bijna onmerkbaar, neen te schudden. ,,Heel vriendelijk van u, gaf jk glim- lachend ten antwoord. ,,Maar na zoo n copieuse lunch prefereer ik een wande- lingetje door don. tuin, als t u ni6t kan schelen tenminste ,,Maar m'n waarde heer, riep de Kolo- nei uit, „u bent hier voor uw genoegen. Doe, waar u zelf lust in hebt. ,,Over een minuut of tien zie je me dan weer verschijnen, Knox, zei Harley, toen hij een paar oogenblikken later met onzen gastheer de deur uitging. „Goed," zei ik. „Dan ga ik nu naar den rozentuin. Als je genoeg van den toren krijgt, kom dan daardan zie je me wel." Toen ik naar buiten kwam, van den koelen schemer in het heldere, warme zon- licht, vroeg ik me lichtelijk verwonderd af, wat de reden van Harley s wensch, om alleen met Kolonel Menendez den toren te bezoeken, kon zijn. Maar daar ik uit ondervinding wist, dat ik die reden bij zijn terugkomst wel te weten zou komen, zette ik die zorg van me af en wandelde, met mijn gedachten bij die drie menschen, met wie het lot me in aanraking gebracht had. den rozentuin in. Ik voelde dat Miss Beverley bescherming noodig had en ik was me bewust van een sterk verlangen, om haar die bescherming te geven. In den blik, waarmee ze me een paar maal aan- gekeken had, was een verzoek om hulp te lezen geweest. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1930 | | pagina 1