ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 8535.
MAANDAG 2 JUNI 1930.
70e Jaargang
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Vampier-Vleugel
B TJIT E HI kJjy
BU RGEMEESTER en WETHOUDERS van Ter Neuzen
Het vernieuwen van de be-
strating in .de Grenulaan, den
Schoolweg en het daartus-
schen gelegen gedeelte van
de Vlooswijkstr. te Ter Neuzen.
KEURING VAN VEE EN VLEESCH.
TELEFONIE MET SCHEPEN IN
VOLEE ZEE.
TER
UZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor het buitenland alleen bfj voomitbetaling.
UitgeefsterFlrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25.
ADVERTENTieN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0.2O.
Grootere letters en clich6's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien llefst 66a dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
aullen den 13 Juni 1930, des namiddags 3 uur,
in het gemeentehuis aanibesteidenj
Het bestek c. a. is, vanaf 4 Juni 1930, voor
f l,verkrijgbaar ten kantore der gemeente-
werken aan de Markt, waar ook nadere in-
liohtingen worden gegeven.
Ter Neuizen, 2 Juni 1930.
J. HUIZINGA, Bilrgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
DIENSTFLICHT.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend dat vanaf 5 tot en met 14 Juni a.s. op
de gemeente-secretarie voor een ieder ter in-
zage is nedergelegd het inschrrjvingsregister
met een daaruit opgemaakt alphabetisch re
gister, alsmede een afschrift van het gemeen-
sehappelijk alphabetisch register, voor zooveel
betreft de groep waartoe deze gemeente be-
hoort, van de dienstplichtigen dier gemeente
der lichting 1931.
Binnen bovengenoemd tijdvak kan tegen
deze registers, bij een met redenen omkleed
verzoekschrift, in te dienen bij den burge
meester, bezwaar worden ingebracht,
Ter Neuzen, 2 Juni 1930.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA.
ALGEMEENE VERGADERING
VRIJHEIDSBOND.
Zaterdagmiddag heeft de liberale staats-
partij „De Vrijheidsbond" in het Kurhaus, een
begin gemaakt met haar algemeene vergade
ring, welke ook Zondag nog zou voortduren.
De partijvoorzitter, mr. D. Fock, heeft de
openingsrede gehouden, waarin hij den poii-
tieken toestand, dien wij nu beleven, niet ge-
lukkig noemde. Na dien toestand, inzonder-
heid de totstandkoming van het extraparle-
mentaire ministerie, besproken te hebben,
zeide spr., dat dit echter een aansporing moet
zijn, om het Nederlandsche volk meer en
meer te doen gevoelen, hoe onzuiver en on-
gezond de tegenwoordige parlementaire extra-
parlementaire periode is.
Men moet komen tot een loyale samenwer-
king van partijen, die werkelijk kunnen en
ernstig willen samenwerken en die tezamen
een meerderheid achter zich hebben. Alleen op
die wijze kan weer een goede parlementaire
toestand geboren worden en dit is toch het-
geen een ieder, die het parlementaire stelsel
goed gezind is, wenscht.
Betreurd wordt in hooge mate, zoo zeide
spr., de beslissing van den minister van Wa-
terstaat voor de verdeeling van den zendtrjd
voor de radio. Oms standpunt is en blijft: geen
politiek in den aether.
T. a. v. het resultaat der verkiezingen, waar
over velen niet voldaan waren, verklaarde
spr., dat een cammissie uit de leden, aan on-
derz'oek heeft ingesteld en voorstellen heeft
door
SAX ROHMER.
gedaan, welke grootendeels in de nu voorge-
stelde statutenwijzigingen zijn verwerkt.
Het voomaamste der voorstellen van de
commissie is de organisatie van het secreta-
riaat, waarbij een algemeen secretaris aan
het hoofd van het secretariaat wordt gesteld,
die geen zitting zal mogen hebben in een der
Kamers van de Staten-Generaal, die zich ge-
heel aan de belangen der partij wijdt en die j
dan ook contact zal zoeken en voortdurend
onderhouden met de partijgenooten in alle
deelen van het land.
Spr. betreurde de oneenigheid tusschen de
vrijzinnigen, die oneenigheid moest er niet zijn.
Misschien zal de tijd komen, dat de Vrijzin-
nig-Democraten inzien, dat zij door hun ijver
om de lijn der democratic scherp te trekken,
waardoor zij blijkens hun eigen verklaring
onrecht doen, kwaad stichten en dat het beter
is de lijn der democratic dadelijk goed en eer-
lijk te trekken.
Wat de Indische politiek betreft, zeide spr.,
dat het doel is en moet zijn, de belangen der
bevolking te bevorderen en die belangen zou-
den door de onafhankelijkheid van Indie zeer
worden geschaad.
Wij willen de bevolking ontwikkelen, haar
voor deelneming aan bestuur en wetgeving
steeds meer de geschiktheid bijbrengen en
haar economisch weerbaar maken. Daarvoor
werken wij met steeds grooter kracht. En hoe
zal het nu zijn, als be volking zoo ver zal zyn
gekomen, dat een eigen zelfstandig bestuur
denkbaar en mogelijk zal zijn? Onze wensch
gaat daarheen uit, dat dan Indie als zichzelf
besturende en regeerende staat binnen het
Nederiandsche Rijksverband zal blijven opge-
nonien. Indie zal'dan gedachtig aan al wat
Nederland voor het land en volk heeft tot
stand gebracht, aan al wat Nederland voor
Indie geweest is, en nog zijn kan naar wij
vertrouwen, den band met Nederland niet
willen verbreken.
Maar daarover valt nu nog niet te discus-
sieeren, dat ligt in een ver verschiet.
Betreffende de plannen van den Franschen
minister van Buitenlandsche Zaken tot het
stichten van een Europeeschen Statenbond
zeide spr., dat deze van groote beteekenis zijn.
Spr. eindigde met een opwekking tot ver-
breiding van de overtuiging, dat de toepas-
sing van de liberale. strekt tot geluk van land
en volkeren.
WEGENWET.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over de wetsontwerpen tot
vaststelling van voorschriften omtrent open-
bare wegen en tot wijziging van art. 2 van
de waterstaatswet 1900.
Vrij algemeen was men de meening toege-
daan, dat het eerste wetsontwerp eer een gun-
stig dan een ongunstig oordeel verdient. Men
juichte het toe, dat er nu algemeen geldende
regeling zal komen in het bijzonder wat aan-
gaat de bewijskracht van den legger. De open-
baarheid en de onderhoudsplicht van een weg
zullen nu gelijkelijk door den legger bewezen
en door beroep op den rechter betwist kun
nen worden.
Een fout werd het geacht dat het wetsont
werp niet een scherpe definite inhoudt, van
hetgeen daarin wordt verstaan onder wegen.
Vele leden vestigden voorts de aandacht op
het feit, dat volgens het ontwerp na dertig-
jarig gebruik door het publiek een niet-publie-
ke weg nu automatisch publiek zal worden,
ten zij de eigenaar door derden uitdrukkelijk
kenbaar maakt, dat hij zijn eigendom oi\be-
zwaard met een onus publicum wil behouden.
Deze verandering achten deze leden niet on-
bedenkelijk en practisch onraadzaam.
Andere leden noemden het zeer onbillijk dat
alle wegen, die v66r het inwerking treden van
dit ontwerp gedurende een tijdvak van dertig
achtereenvolgende jaren voor een ieder toe-
gankelijk zijn geweest. worden verklaard te
zijn openbare wegen. Deze leden wezen erop,
dat ten plattelande tal van wegen vooral
voetpaden door hun eigenaren voor het
publiek toegankelijk zijn gesteld uitsluitend
als „un acte de bon voisinage", wat zij veilig
konden doen zonder hun rechten prijs te geven,
omdat zij elk oogenblik van den dag het pu
bliek konden weren, temeer omdat de con-
stante jurisprudentie van den Hoogen Raad
hiermede in overeenstemming was. Met deze
jurisprudentie wordt in het wetsontwerp in
het geheel geen rekening gehouden. In ieder
geval achtten vele leden het noodzakelijk, dat,
wanneer het wetsontwerp kracht van wet
zou krijgen, de regeering langer dan een jaar
niet de invoering daarvan wacht.
Het Tweede Kamerlid de heer Fleskens
heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw de volgende vragen gesteld:
Is de Minister bereid, opgave te verstrek-
ken van het bedrag der vergoeding van on-
kosten ontvangen volgens art. 68 der Veewet
voor keuring van uitgevoerd vleesch en voor
keuring vein uitgevoerd vee, respectievelijk
over 1928 en 1929 alsmede van het bedrag, dat
respectievelijk over 1928 en 1929 werd uitge-
geven voor de uitivoering van genoemde
keuringen
Is de Minister bereid, ter bevordering van
den vleesch- en vee-export de hiervoor bedoel-
de keurloonen te veriagen, indien blijkt, dat
in de ^chaitkist meer gevloeid is dan tot dek-
king der onkosten noodig is geweest?
Is de Minister niet genegen, in overweging
te nemen om de bedragen sinds de inwerking-
treding der Veewet in de schatkist gevloeid,
verminderd met de gemaakte noodizakelijke
onkosten te doen besteden om den export van
vleesch en vee in deze moeilijke tijden zooveel
mogelijk te bevorderen?
BESTRIJDING DER TUBERCULOSE.
Betreurenswaardige onverantwoordelijke daad.
Zaterdag vierde |e Amsterdamsche ver-
eeniging tot bestrijding van tuberculose haar
25jarig bestaan, onder belangstelling van vele
autoriteiten.
Blijkens het bericht van het Alg. Hbl. hield
Dr. M. B. Heynsius van den Berg, directeur
van het Consultatiebureau der vereeniging bij
die gelegenheid een voordracht over de ont-
wikkeling der t.b.c.-bestrijding in wetenschap
en praktijk, waarbij hij o.m. ook wees op de
toenemende populariteit van de prophylacti-
sche methodes en groeiende belangstelling,
ook bij het publiek, voor sociale maatregelen
b.v. de nazorg.
Het proced6-Calmette.
In den loop van deze rede decide spreker
mede, dat de t.b.c.-bestrijders in ons land
eenerzijds nog niet zeker zijn van de afdoende
werking van het serum van Calmette, maar
aan den anderen kant in het gebeurde te
Lubeck geen reden zien, de voorzichtige be-
handeling met dit middel, zooals die hier te
lande ge3Chiedt, stop te zetten; zulks op grond
van de ervaringen, opgedaan met de behande
ling van 350 zuigelingen.
Uit een schrijven van prof. Calmette aan
prof. Van Loghem blijkt aldus deelde spr.
mede dat uoor enkele dagen is gebleken,
dat de oorspronkelijke cultuur van het Insti-
tuut Pasteur, die in Lubeck was voortge-
kweekt, daar is afgestorven en dat deze door
lager personnel, om dit te verbergen, door
een andere cultuur is vecvangen.
VERVOER VAN YVERKLOOZEN.
Een 140-tal werkloozen te Leeuwarden die
in de zgn. rijikswerkversdhaffing in een polder
onder Veenwouden werkten, werden tot voor
ongeveer veertien dagen per autobus naar
Veenwouden vervoerd, toen de Minister dezen
atuobusdienst stop zette. Het burgerlijk arm-
bestuur te Leeuwarden besloot toen voor zijn
rekening de arbeiders per autobus te vervoe-
ren. Dit is thans door den Minister verboden,
hetgeen tengevolge heeft gehad, dat het bur
gerlijk armbestuur genoodizaakt is geworden
daze menschen te steunen.
Woensdagmiddag werden van het stoom-
schip „Frinses Juliana" van de stoomvaart-
maatschappij „Zeeland', dat zich op dat oogen
blik op de Noordzee bevond, gesprekken ge-
voerd met Amsterdamsche en Rotterdamsche
handelsondememingen. De gesprekken waren
alle zeer goed te verstaan.
De uitzending aan boord had plaats met
een toestel van de Maatschappij Radio-Hol
land, terwijl de uitzending van de landzijde
werd verzorgd door de P.T.T.
Voor het totstandkomen van het gesprek
kondigde een juffrouw van de rijkstelefoon
aan: „U wordt opgebeld voor een proefgesprek
met het stoomschip ,,Prinses Juliana".
OP SPOEDIGE BEHANDELING VAN DE
PACHTYVET AANGEDRONGEN.
Het Tweede Kamerlid van der Sluis heeft
den minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw gevraagd of hij niet van oordeel is,
dat in de voor den landbouw thans zoo zorg-
wekkende omstandigheden de spoedige tot
standkoming van een goede Pachtwet uiter-
mate wemschelijk moet worden geacht en of
de minister voomemens is de memorie van
antwoord betreffende de nieuwe regeling van
de pacht en de regeling van de pachtcommis-
sies zoo spoedig in te zenden, dat de Kamer
die wetsontwerpen binnenkort in openbare
behandeling zou kunnen nemen.
EEN JUBILEUM-GIFT VAN f 25.000.
Bij directeuren der Vereeniging voor Hooger
Onderwijs op Gereformeerden grondslag is
van regenten der Van Coevorden Adriani-
stichting bericht ingekomen dat, in verband
met het 50jarig jubileum der Vrije Universi-
teit, een bedrag van 25.000 als feestgave
beschikbaar wordt gesteld. Deze bijdrage is,
evenals de jaarlijksche uitkeering van deze
stichting, uitsluitend ten behoeve van de
exacte-faculteiten.
DE VERDEELING VAN DEN INDISCHEN
ZENDTIJD.
Naar van P.H.O.H.I.-zijde werd vernomen,
heeft, naar aanleiding van het bekend gewor
den voorloopig advies van den Radio-raad in-
zake de N.V. Philips Omroep Holland-Indie
Is^P.H.O.H.I.)den 27en Mei een vergadering
plaats gevonden van den raad van commis-
sarissen dezer vennootschap.
In deze vergadering werd uitdrukkelijk ver
klaard, dat men zich wenscht te houden aan
den oorspronkelijken opzet der oprichters,
namelijk de zendinstallatie te bestemmen voor
de verzorging van uitzendingen naar Neder-
landsch-Indie, uitsluitend liggend op het ge-
bied van kunst, wetenschap, ontspanning,
sport- en nieuwsberichten, terwijl uitzendin
gen van godsdienstigen aard niet zouden
worden uitgesloten.
De verzorging van de uit te zenden program-
ma's zou uitsluitend moeten berusten bij de
P.H.O.H.I. en op demzelfden voet worden
voortgezet als de reeds sedert anderhalf jaar
uitgezonden programma's, welke zich in de
voile waardeering van het Nederlandsch-
Indisch publiek hebben mogen verheugen.
De raad van commissarissen heeft in zijn
vergadering met algemeene stemmen beslo-
ten. dat, mocht een regeling als hierboven
aangegeven, niet tot stand worden gebracht,
de zender, welke aan de vennootschap toebe-
hoort, met ingang van 1 Juli a.s. buiten wer
king zal worden gesteld.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN.
Op de vraag van het lid der Tweede Kamer
den heer Ter Laan:
Is de minister bereid de order van den
commandant van het lOde regiment infante-
rie, waarbij verboden werd het dagblad ,,Het
Volk" ter lezing te leggen in de onderoffi-
cierscantine, ongedaan te maken
heeft de minister van Defensie geantwoord,
dat de in de vraag bedoelde order door den
commandant van het lOde regiment infante-
rie is ingetrokken.
OVERVLOEDIGE ANSJOVISVANGST.
Uit Bergen op Zoom wordt aan het Hbl.
gemeld
Onze ansjovisvangst in onze visscherij is in
een der afgeloopen nachten zoo overvloedig
geweest, dat de visschers de geheele vangst
niet mee naar binnen hebben kunnen brengen
en zij een gedeelte weer door de fuiken heb
ben moeten laten schieten. Door den grooten
toevoer zit men ook met den inmaak vast,
daar hiervoor niet voldoende tonnen meer
voorradig zijn. In het buitenland is reeds om
tonnen verzocht om aan dit tekort tegemoet
te komen.
12) Vervolg.)
Geen kwartier na onze aankomst, stond
hij voor het raam van zijn kamer de atmos-
feer te peilen, zocht hij, met dat zesde zin-
tuig, naar de ,,gevaar -sensatie. Het
waarschijnlijk niets dan intuitie, en hij
was er nooit zeker van of het aan zijn bp-
foep gehoor zou geven of hem in den
steek zou laten, maar eenmaal er achter,
bracht het hem nooit op een verkeerd
sooor.
Dus jij denkt, dat Kolonel Menendez
werkelijk door het een of andere gevaar
bedreigd wordt
,,Ik denk het niet, ik ben er zeker van.
Hij keek me recht in mijn oogen. ,,'t Is
geen gewoon gevaler is iets heel,
heel eigenaardigs in deze vampier-vleugel-
geschiedenis."
,,En lijkt het je nog steeds een aan-
nemelijke theorie, dat ze hein van West
Indie hierheen gevolgd zijn
Paul Harley dacht een paar oogenblik.
^Dat zou een te gemakkelijke en een te
simpele oplossing zijn". zei hij langzaam.
Er is hier in huis iets zonderlings... iets
onreins, ik zou bijna gezegd hebben, iets
onzaligs aan den gang, Knox.
,.De man heeft buitenlandsche bedien-
den."
Harley schudde het hoofd.
,,Vanmiddag of morgen zal ik natuur-
lijk wel eens lcennis met ze gaan maken,
antwoordde hij, ,,maar van dien kant
dreigt het gevaar niet...... Laten we nu
maar naar beneden gaan.
HOOFDSTUK V.
Val Beverley.
De lunch was zoo goed, dat het bijna
een indruk van vertoon maakte. Zelfs in
het Carlton Hotel had men niet beter kun
nen middagmalen. Maar daar het huis-
houden van den Kolonel blijkbaar op een
buitengewoon ruimen voet geschoeid was,
zou een beschuldiging van vertoon niet
billijk geweest zijn. De ongunstig uitzien-
de Pedro toonde zich een ideaal butler en
door de opwinding, veroorzaakt door het
voorgevoel, dat er buitengewone dingen
te gebeuren stonden, de keurig opgedien-
de en smakelijk toebereide maaltijd en het
intense genot, dat me het gadeslaan van
het levendige gezichtje van Val Beverley
gaf, werd die eerste lunch op Cray s Folly
tot een gebeurtenis in mijn leven.
Eerlijk gezegd interesseerde Val Bever
ley me buitengewoon. Misschien was het
wel wat zonderling van me, dat ik in een
omgeving van louter interessante, eigen-
aardiae menschen en dingen, dit typisch-
Engelsche meisie ter bestudeering uit-
zocht. Bij onze kennismaking had ik den
indruk gekregen, dat ze buitengewoon
knap was, maar tijdens de lunch kwam ik
tot de ontdekking, dat ze niet tot de bui
tengewoon knappe, maar tot de buitenge
woon mooie meisje gerekend kon worden.
Eenmaal betrapte ik Harley op een ondeu-
genden blik mijn richting uit en daarna
had ik voortdurend net niet bepaald ple-
zierige gevoel, dat ik van de dame de com-
pagnie van Madame misschien wel wat
te veel notitie nam
Gedurende den tijd dat we aan tafel
zaten werd er bijna aan een stuk door een
geanimeerd gesprek gevoerd, maar, welk
onderwerp ook aan de orde was, de nicht-
huishoudster van den Kolonel beheerschte
het debat. Ze was een buitengewoon
krachtige figuur. Haar Engelsch was niet
zoo goed als dat van den Kolonel, maar
die handicap onderstreepte nog de bijna
mannelijke kracht van haar intellect. In
alle opzichten was ze een merkwaardige
vrouw. Met haar jong gezicht, zilverwit
haar en fluweelen oogen, die bijna iets
hypnotisch hadden, zou ze een uitsteken-
de figuur voor een toovenares geweest
zijn. Ze had onverwachte gebaren en ze
gebruikte haar slanke, blanke handen op
een manier, die ik nog nooit van een an
dere vrouw gezien had.
Er was geen sprake van eenige familie-
gelijkenis tusschen den Kolonel en haar en
onwillekeurig vroeg ik me af, van welken
graad hun bloedverwantschap wel zou
zijn. Een ding was echter zeker: Madame
de Stamer was haar neef met hart en ziel
toegedaan. Als ze naar hem keek, ver-
anderde de uitdrukking van het gezicht
volkomen. Voor een vrouw van zulk een
opvallende vitaliteit had ze ongewoon
„stille" oogen; ik bedoel daarmee, dat ze
haar hoofd bijna voortdurend maar haar
oogen opmerkelijk weinig bewoog. Tel-
kens betrapte ik mezelf erop, dat ik me
stond af te vragen waar ik die oogen meer
gezien had. Ten slotte lukte het me om
de herinnering te herkennen, maar dat
was pas dagen later.
Telkens weer probeerde ik de onder-
linge verhouding van die drie menschen,
die door het lot onder een dak bijeenge-
bracht waren, te bepalen, maar daarin
slaagde ik niet. Wel zag ik dat Val
Beverley zich niet gelukkig voelde. Maar
wat de positie, die zij in dat huishouden
bekleedde, betrof, de werkelijke positie,
niet de positie voor de buitenwereld, bleef
het raden.
De Kolonel viel, bij nadere kennis
making, mee. Ik kwam tot de conclusie,
dat hij tot een ras behoorde, dat nu onge-
veer uitgestorven was, het ras der Spaan-
sche Grandes. Een man met wien ik lie-
ver zou drinken dan zou vechten, een
trouw vriend misschien, maar zeker een
onverzoenlijke, haatdragende vijand. Over
het geheel genomen was het een merk
waardige, belangwekkende maaltijd en
een van de gevolgen van dit eers'te, korte
samenzijn was een soort van band nog
maar los geknoopt, maar toch al een band
tusschen Val Beverley en mij.
Tweemaal, een keer toen ik Madame
de Stamer had zitten aankijken en den
tweeden keer, toen mijn oogen, na een
poos scherp opnemen van het donkere ge
zicht van Kolonel Menendez wegdwaal-
den, ontmoetten onze blikken elkaar en
allebei de keeren was het of ze wilde zeg-
gen. ,,U begrijpt hetwel, ik ook!
Sommige dingen begreep ik inderdaad
maar hoe weinig dat sommige was, zou de
toekomst me leeren.
Het teeken, dat de tafel opgeheven
werd, kwam van Madame de Stamer. Op
een gegeven oogenblik need ze haar stoel
met dezelfde buitengewone handigheid,
waarover ik het reeds gehad heb, achter-
uit bij die handeling viel me voor de
zooveelste maal het zonderlinge contrast
tusschen haar vlugge nerveuze bewegin-
gen en haar vreemdstille oogen op
wuifde den Kolonel van tafel weg.
„Naar buiten, Juan," zei ze, schertsend-
bevelend. ,,Je loge s willen den tuin zien.
En ik ga mijn siesta houden. Kom kind-
lief" dit tegen Val Beverley „ga
mee een cigaret rookendaarna ben je
voor den verderen middaa vrij.
Ze reed zichzelf vlug de kamer uit. Ik
bleef haar en de sierlijke gestalte van Val
Beverley staan nakijken, tot de beide fi-
guren door de hal verdwenen waren.
,,En nu, heeren", begon de Kolonel,
meteen ging hij weer zitten en schoof
Harley de karaf toe „nu ben ik geheel
te uwer beschikking. Maakt u maar uit
wat het zijn zal: zaken of amusement.
Heeft u vanmorgen niet dit tegen
Harley „den wensch geuit, om den
DE BUITENLANDSCHE POLITIEK
VAN ITALIe.
De goede bedoelinigen van de Londensche
vlootconferentie om tot een vermindering en
beperking van de wapeningen ter zee tusschen
de vijf voomaamste zeemogendheden te
komen, zijn sbhrrjft de N. R. Crt zooals
herhaaldelijk in het lichit is gesteld, voor een
deel verijdeld doordat zij tot een scherp ge-
schil tusschen Frankrijk en Italie over het
vlootbouwprogram geleid (hebben. Mussolini
heeft in zijn laatste opzieiubarende redevoerin-
gen de slechte. stemming tusschen de twee
laniden nog verergerd. Pertinax kiwam er in
de Echo de Paris voor uit dat Mussolini's ver-
zekering dat Italie zrjn ambitieuse vlootpro-
gram wel degelijk zal uitvoeren, ten gevolgc
moet hebben dat Frankrijk gedwongen zal
zijn, tot het zijne terug te keeren en het zelfs
aanmerkelijk uit te breiden, omdat het de aan-
spraak op pariteit van Italie niet erkennen
kan. Een Fransch-Italiaansche wapenings-
wedijver zal dus de betreurenswaardige uit-
komst van de gedaohteniwisseling tusschen de
vijf mogendheden worden en hij is, zegt hij,
door Italie onvenmijdelijk gemaakt. De Fran
schen kunnen in de Westelijke Middellandsche
Zee, het centrum van het Fransche verdedi-
gingsstelsel, van hun posiUe geen afstamd
doen. Tegelijkertijd komen uit ParijB berich-
ten dat de Fransche regeering na Mussolini's
dreigende redevoeringen voorloopig niet bereid
zal zijn, de oniderhandelingen over de uitibrei-
ding van de grens van Lyibie en de positie
van de Italiaansche kolonisten in Tunis, welke
toren te zien1"
,,Ja," gaf mijn vriend ten antwoord, ter
wijl hij een sigaar uit het kistje nam en
haar opstak, ,,maar alleen, als het u om
de een of andere reden niet lastig is.
„Absoluut nietGaat Mr. Knox ook
mee
De Kolonel keek mij vragend aan. Har
ley maakte van de gelegenheid gebruik,
om even, bijna onmerkbaar, neen te
schudden.
,,Heel vriendelijk van u, gaf jk glim-
lachend ten antwoord. ,,Maar na zoo n
copieuse lunch prefereer ik een wande-
lingetje door don. tuin, als t u ni6t kan
schelen tenminste
,,Maar m'n waarde heer, riep de Kolo-
nei uit, „u bent hier voor uw genoegen.
Doe, waar u zelf lust in hebt.
,,Over een minuut of tien zie je me dan
weer verschijnen, Knox, zei Harley, toen
hij een paar oogenblikken later met onzen
gastheer de deur uitging.
„Goed," zei ik. „Dan ga ik nu naar den
rozentuin. Als je genoeg van den toren
krijgt, kom dan daardan zie je me
wel."
Toen ik naar buiten kwam, van den
koelen schemer in het heldere, warme zon-
licht, vroeg ik me lichtelijk verwonderd
af, wat de reden van Harley s wensch, om
alleen met Kolonel Menendez den toren
te bezoeken, kon zijn. Maar daar ik uit
ondervinding wist, dat ik die reden bij zijn
terugkomst wel te weten zou komen, zette
ik die zorg van me af en wandelde, met
mijn gedachten bij die drie menschen, met
wie het lot me in aanraking gebracht had.
den rozentuin in. Ik voelde dat Miss
Beverley bescherming noodig had en ik
was me bewust van een sterk verlangen,
om haar die bescherming te geven. In den
blik, waarmee ze me een paar maal aan-
gekeken had, was een verzoek om hulp te
lezen geweest.
(Wordt vervolgd.)